Richtlijn psychiatrisch onderzoek bij volwassenen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn psychiatrisch onderzoek bij volwassenen"

Transcriptie

1 Richtlijn psychiatrisch onderzoek bij volwassenen Dr. H.N. Sno, psychiater (voorzitter) Prof. dr. A.T.F. Beekman, psychiater Prof. dr. M.W. Hengeveld, psychiater Dr. T. Kuipers, psychiater Dr. R.W. Kupka, psychiater Drs. P. Naarding, psychiater Drs. B. Ruesink, psychiater i.o./ afgevaardigde SAP Prof. dr. J.A. Swinkels, psychiater (adviseur werkgroep) Dr. A.J. Tholen, psychiater Drs. R. van der Zwaard, psychiater Mw. drs. J.J. van Croonenborg, adviseur CBO(secretaris) Richtlijncommissie psychiatrisch onderzoek bij volwassenen van de Commissie Kwaliteitszorg van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie UITGEVERIJ BOOM AMSTERDAM NEDERLANDSE VERENIGING VOOR PSYCHIATRIE OPGERICHT 17 NOVEMBER 1871

2 COLOFON In deze serie zijn tot nu toe verschenen: 1. Richtlijn farmacotherapie bipolaire stoornissen (vervallen december 2001) 2. Richtlijn antipsychoticagebruik bij schizofrene psychosen 3. Richtlijn farmacotherapie angststoornissen 4. Richtlijn diagnostiek en behandeling ADHD(kinderen en adolescenten) 5. Richtlijn voorlichting patiënten geestelijke gezondheidszorg 6. Richtlijn elektroconvulsietherapie 7. Richtlijn bipolaire stoornissen 8. Richtlijn psychiatrische rapportage 1e druk, 1e oplage, november Bestuur Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without written permission from the copyright holder. Kopieën van deze uitgave zijn ongeautoriseerd en niet rechtsgeldig. Commissie Kwaliteitszorg van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Deze commissie is onder andere verantwoordelijk voor de richtlijnenontwikkeling binnen de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, zoals neergelegd in het beleidsplan richtlijnenontwikkeling, goedgekeurd door de ledenvergadering in december Deze richtlijn is mede tot stand gekomen door het programma Evidence Based RichtlijnOntwikkeling (EBRO) van de Orde van Medisch Specialisten. Voorzitter Prof. dr. J.A. Swinkels, psychiater Leden H.J. Dalewijk, psychiater H.J. Keegstra, psychiater Mw. W. Smith-van Rietschoten, psychiater Uitgever Dries van Ingen, Uitgeverij Boom, Amsterdam Vormgeving Typography Interiority & Other Serious Matters, Den Haag Bureauredacteur Petra Kaas-Fontaine ISBN NUR 875 2

3 INTENTIE- VERKLARING Deze richtlijn is geen standaard die in alle omstandigheden van toepassing verklaard kan worden. Standaarden zijn dwingend en men dient er in principe niet van af te wijken. Van richtlijnen mag in individuele gevallen beredeneerd afgeweken worden. Ze zijn bedoeld om rationeel klinisch handelen te ondersteunen. De Richtlijn psychiatrisch onderzoek is een binnen de psychiatrische beroepsgroep overeengekomen gedragslijn voor gepast medisch-psychiatrisch handelen, die gebaseerd is op wetenschappelijke literatuur en het inzicht van experts en die gedragen wordt door de leden van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. De richtlijn is een leidraad, waarin de bij het psychiatrisch onderzoek te verzamelen informatie wordt geëxpliciteerd. De volgorde en de uitgebreidheid wordt vooral bepaald door de situatie waarin het onderzoek plaatsvindt en de toestand van de patiënt. Ook de vaardigheid van de psychiater op het gebied van anamnese en onderzoek speelt een rol. De richtlijn kan gebruikt worden om dossiervorming te verbeteren. Uit deze richtlijn is het mogelijk een voor de situatie passende lokale modelstatus af te leiden. Deze richtlijn is ontwikkeld door klinisch werkzame psychiaters met praktijkervaring in het uitvoeren van een psychiatrisch onderzoek. De leden van de commissie hebben onafhankelijk en zonder belangenverstrengeling gewerkt. 3

4 VERANTWOORDING De Richtlijn psychiatrisch onderzoek bij volwassenen is het resultaat van standaardisering in theorie, begripsvorming en de praktijk van het psychiatrische onderzoek bij volwassenen. In 2000 heeft het bestuur van de NVvP, op advies van de Commissie Kwaliteitszorg (CKZ), de leden van de richtlijncommissie benoemd en hun verzocht een richtlijn voor psychiatrisch onderzoek bij volwassenen op te stellen. De kwaliteitseisen aan psychiaters en de psychiatrische beroepsuitoefening zijn de afgelopen jaren stringenter geworden. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een groeiende behoefte aan transparantie en standaardisering van het psychiatrisch onderzoek. De samenleving vraagt helderheid over de wijze waarop de psychiater tot zijn bevindingen en conclusies komt en wil weten waarop deze gefundeerd zijn. De richtlijncommissie heeft op grond van haar deskundigheid, spaarzame literatuur en praktijkervaring een concept-richtlijn gemaakt. Deze concept-richtlijn is uitgebreid besproken op een conferentie op uitnodiging, die georganiseerd was door het bestuur van de NVvP. Ook tijdens de ledenvergadering van de NVvP was er de mogelijkheid over deze richtlijn van gedachten te wisselen. De concept-richtlijnteksten zijn op grond van deze discussie aangepast. Deze laatste versie is door de CKZprocedureel getoetst en in het najaar van 2003 door het bestuur van de NVvP op de website van de NVvP beschikbaar gesteld voor commentaar. In december 2003 heeft het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor psychiatrie de richtlijn vastgesteld. Deze richtlijn heeft een maximale geldigheidsduur van vijf jaar, tenzij op grond van ontwikkelingen binnen het vak psychiatrie, maatschappelijke of juridische ontwikkeling herziening eerder nodig wordt geacht. Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie 4

5 INHOUD 1. Inleiding Doelstelling Richtlijngebruikers Definitie Probleemomschrijving en uitgangsvragen Samenstelling werkgroep Werkwijze werkgroep Wetenschappelijke onderbouwing Implementatie Juridische betekenis van richtlijnen De context van het psychiatrisch onderzoek Inleiding Transculturele aspecten Genderspecifieke aspecten Volledig onderzoek Eerste beoordeling ter diagnostiek en indicatiestelling Incidentele controle Beoordeling in crisissituaties Onderzoek bij gedwongen opname en/of behandeling Intercollegiale consulten in het algemeen ziekenhuis Second opinion Rapportage Bronnen van informatie en de diagnostische formulering Inleiding Het interview met de patiënt Observatie Gestructureerde interviews, vragenlijsten en meetschalen Diagnostische testonderzoeken Het lichamelijk onderzoek De diagnostische formulering Onderdelen van het psychiatrisch onderzoek Inleiding Personalia Reden voor het onderzoek Speciële anamnese Algemene psychiatrische anamnese Gebruik van alcohol, drugs en andere psychotrope middelen Psychiatrische voorgeschiedenis Psychiatrische familieanamnese Somatische anamnese en oriënterend lichamelijk onderzoek Actueel gebruik van geneesmiddelen Sociale anamnese Biografische anamnese Heteroanamnese 39 5

6 4.14. Status praesens mentalis (psychiatrisch onderzoek in engere zin) Persoonlijkheid Vragenlijsten Aanvullende diagnostische onderzoeken Medisch-ethische en juridische context Inleiding Privacy en beroepsgeheim Verstrekking van informatie en geneeskundige verklaringen Recht op inzage en afschrift 50 Literatuur 52 Overige geraadpleegde literatuur 57

7 1. Inleiding 1.1. DOELSTELLING Zouden alle personen met dezelfde psychiatrische stoornis zich met identieke symptomen presenteren, en zouden alle clinici dezelfde informatie op een gelijke manier aan het licht brengen, onthouden en interpreteren, dan zou er weinig diagnostische onzekerheid zijn. Helaas is dit een utopie. Hoewel sommige patiënten een klassiek klinisch beeld laten zien, wijken de meeste patiënten af van het prototype. Verder verschillen de clinici onderling: zij verzamelen niet dezelfde hoeveelheid informatie en trekken niet dezelfde conclusies uit de verzamelde informatie, waarbij meningen en filosofische achtergronden een niet te verwaarlozen rol spelen. Al deze factoren geven aanleiding tot vier typen van klinischdiagnostische variantie: A. Natuurlijke variantie: dit is een normaal biologisch verschijnsel, daar geen twee individuen volledig identiek zijn. Daarom zullen type, duur en intensiteit van de psychiatrische symptomen verschillen, ook voor individuen met eenzelfde diagnose. B. Informatievariantie: deze ontstaat als verschillende clinici verschillende informatiebronnen over de patiënt gebruiken of de patiënt wisselende informatie verstrekt. C. Observatie- en interpretatievariantie: deze komt voor als clinici die dezelfde informatie krijgen aangeboden, hiervan verschillende delen opschrijven of onthouden, of een verschillend gewicht toekennen aan wat ze waarnemen. D. Criteriavariantie: deze treedt op indien clinici verschillende criteria gebruiken voor hun diagnostische beslissingen. Deze richtlijn is bedoeld als hulpmiddel bij het systematisch uitvoeren van het psychiatrisch onderzoek bij volwassenen. Systematisering van het psychiatrisch onderzoek leidt, naar verwacht mag worden, tot meer accurate diagnostiek met minder variantie. Betere diagnostiek bevordert op haar beurt de kwaliteit van zorg en de toepassing van empirisch gestaafde behandelingen. De richtlijn kan ook een bijdrage leveren aan het verbeteren van de intercollegiale communicatie en de mogelijkheden tot intercollegiale toetsing. Daarnaast bevordert de richtlijn de betrouwbaarheid van gegevens bij wetenschappelijk onderzoek. Bovendien kan de richtlijn gebruikt worden als basis voor producttypering en als onderwijsinstrument in de opleiding tot psychiater. De richtlijn is géén protocol, waarin dwingend wordt voorgeschreven hoe het psychiatrisch onderzoek verricht dient te worden. De richtlijn is een leidraad, waarin de bij het psychiatrisch onderzoek 7

8 RICHTLIJNEN NVv P te verzamelen informatie wordt geëxpliciteerd. De wijze waarop deze informatie verzameld en gewogen dient te worden, is niet beschreven. De volgorde wordt vooral bepaald door de situatie waarin het onderzoek plaatsvindt. Ook de vaardigheid van de psychiater op het gebied van anamnese en onderzoek speelt een rol. De richtlijn is niet bedoeld als hand- of leerboek. Evenmin is de richtlijn een modelstatus, waarin de volgorde van de onderdelen van het psychiatrisch onderzoek vastligt. De richtlijn moet dossiervorming kunnen verbeteren. Men zou hiervan een modelstatus moeten kunnen afleiden RICHTLIJNGEBRUIKERS De primaire doelgroep van de richtlijn wordt gevormd door de psychiaters. De benodigde kennis, vaardigheden en attitude zijn onderdeel van de opleiding tot psychiater en worden verondersteld aanwezig te zijn bij de gebruiker van de richtlijn. Naast psychiaters zijn er diverse medische beroepsgroepen die bevoegd zijn om een psychiatrisch onderzoek uit te voeren. De richtlijn geeft aan op welke gebieden scholing nodig is om de benodigde bekwaamheid in het uitvoeren van een psychiatrisch onderzoek te verwerven. Scholing van niet-psychiaters biedt op zichzelf niet de garantie dat het psychiatrisch onderzoek ook daadwerkelijk met voldoende deskundigheid, vaardigheid en met de juiste attitude wordt uitgevoerd. Veel is afhankelijk van de doelstelling van het onderzoek. Voorts kan de richtlijn door andere beroepsgroepen gebruikt worden om eventueel te ontwikkelen richtlijnen op af te stemmen. De richtlijn kan ook gebruikt worden om te toetsen of een onderzoek qua vorm voldoet aan professionele eisen. Dit komt de transparantie van het werk van de psychiater ten goede. De richtlijn kan daarnaast met kleine aanpassingen gebruikt worden voor het psychiatrisch onderzoek van ouderen DEFINITIE In deze richtlijn wordt onder psychiatrisch onderzoek verstaan de consistente, systematische en consequente evaluatie van de oorzaken, de symptomen, het beloop en de gevolgen van een mogelijke psychiatrische stoornis bij een individuele patiënt, om te komen tot een hierop gericht behandelvoorstel en om eventuele andere door de patiënt of verwijzer gestelde vragen te kunnen beantwoorden. Voorzover somatisch onderzoek hier een onderdeel van is, wordt dit slechts summier beschreven. Voor een volledig overzicht daarvan wordt verwezen naar interne geneeskundige of neurologische leerboeken en modelstatussen. Het onderzoek van het systeem, het leefmilieu en het werk van de patiënt, en observaties van de patiënt samen met bijvoorbeeld gezinsleden, vallen buiten het bestek van deze richtlijn. Dergelijk onderzoek kan belangrijke aanvullende 8

9 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN informatie geven over factoren die de stoornis veroorzaken of in stand houden PROBLEEMOMSCHRIJVING EN UITGANGSVRAGEN De opdracht aan de werkgroep was een richtlijn te ontwikkelen, waarin worden beschreven de inhoud en de wijze van uitvoering van het psychiatrisch onderzoek bij volwassenen. De richtlijn diende aan te sluiten bij andere door de NVvP ontwikkelde richtlijnen. Er moest getracht worden een middenweg te vinden tussen handwerk en het gebruik van meetschalen voor diagnostiek en therapie. Gaandeweg heeft de commissie besloten zich primair te richten op het beschrijven van de gegevens die bij het psychiatrisch onderzoek verzameld dienen te worden. De manier waarop het onderzoek wordt uitgevoerd, komt zijdelings aan bod. De aandacht is, met andere woorden, vooral gericht op het wat en in mindere mate op het hoe SAMENSTELLING WERKGROEP Voor een goed bruikbare richtlijn is een breed draagvlak doorslaggevend. Omdat de richtlijn betrekking heeft op de kern en de basis van het psychiatrisch handelen, is gekozen voor een monodisciplinaire samenstelling. Hierbij is voorts gestreefd naar een diversiteit in primaire referentiekaders en geografische spreiding. De werkgroep bestond uit negen psychiaters en één psychiater in opleiding. Een adviseur van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBOzorgde voor de methodologische ondersteuning en het ambtelijk secretariaat WERKWIJZE WERKGROEP De werkgroep heeft twee jaar (dertien vergaderingen) aan de totstandkoming van de richtlijn besteed. In eerste instantie werden de op te nemen onderdelen vastgesteld. Vervolgens werd de concepttekst van elk afzonderlijk onderdeel geschreven door twee commissieleden. Tijdens de vergaderingen werden de teksten toegelicht en bediscussieerd. Enkele discussiepunten waren: de uitgebreidheid van het psychiatrisch onderzoek, de indeling van de status praesens mentalis (op basis van psychische functies of psychiatrische stoornissen), de plaats van het lichamelijk onderzoek, het onderscheid tussen anamnestisch verkregen informatie en observaties, het nut van oriënterend vragenlijstonderzoek, de formele status van de richtlijn en de ontwikkeling van een elektronisch patiëntendossier. Bij het formuleren van de richtlijn is niet gestreefd naar volledigheid. Bij elk onderdeel van het psychiatrisch onderzoek zijn achtereenvolgens beschreven de doelen, de meest relevante overwegingen en de te verkrijgen gegevens. Hierbij is getracht een compromis te vinden tussen generaliseerbaarheid en gedetailleerdheid. 9

10 RICHTLIJNEN NVv P Teneinde het perspectief van de patiënt mee te nemen bij de ontwikkeling van de richtlijn is de Checklist voor de ontwikkeling en inhoud van multidisciplinaire richtlijnen in de GGZ, gezien vanuit cliënten- en familieperspectief (versie april 2001) gebruikt. Op basis van de in dit document genoemde criteria heeft de werkgroep de richtlijn op sommige punten aangescherpt. In het afrondende stadium is de concept-tekst tijdens een conferentie op uitnodiging, op 28 juni 2002, bediscussieerd met vertegenwoordigers van de sectieraad, de Commissie Kwaliteitszorg, het NVvP-bestuur, A-opleiders en de Commissie richtlijn rapportage. Op basis van het commentaar heeft de werkgroep een volgende versie van de richtlijn gemaakt. Deze aangepaste concept-richtlijn is gedurende drie maanden via de website van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie aan alle secties, A-opleiders, het consilium en alle leden van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie voorgelegd ter commentaar. De commentaren zijn gebruikt bij het opstellen van de definitieve richtlijn WETENSCHAPPELIJKE ONDERBOUWING Bij de ontwikkeling van de richtlijn is getracht zo veel mogelijk gebruik te maken van wetenschappelijke onderzoeksgegevens. Van een omvangrijke literatuurstudie is evenwel afgezien, mede op grond van de ervaringen van de American Psychiatric Association (APA). Bij de ontwikkeling van de Practice guideline for psychiatric evaluation of adults (1995) heeft een dergelijke literatuurstudie weinig toevoegende waarde gehad, onder andere doordat er weinig wetenschappelijk onderzoek verricht is naar het psychiatrisch onderzoek. Naast deze bescheiden wetenschappelijke evidentie bestaat er een aanzienlijke historische evidentie. De descriptieve psychopathologie kent immers een lange traditie, waarin de hoofdgroepen van psychisch disfunctioneren en de symptomen daarvan door de eeuwen heen grote overeenkomsten zijn blijven vertonen, en met name sinds het einde van de negentiende eeuw niet fundamenteel veranderd zijn. De richtlijn berust in hoofdzaak op historisch gegroeide conventies en klinische ervaring van experts. Voorzover beschikbaar is de gebruikte literatuur per paragraaf vastgelegd. De betrouwbaarheid, validiteit en doelmatigheid van het verzamelen van onderdelen van de richtlijn dienen verder empirisch onderzocht te worden. Het initiëren van dergelijk wetenschappelijk onderzoek wordt door de werkgroep sterk aanbevolen IMPLEMENTATIE Bij de richtlijnontwikkeling is expliciet gelet op factoren die de implementatie in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Ter vergroting van het draagvlak is getracht de richtlijn zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de Nederlandse traditie en de huidi- 10

11 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN ge vigerende opvattingen. Hiertoe is ter voorbereiding een inventarisatie gemaakt van beschrijvingen van het psychiatrisch onderzoek in Nederlandstalige handboeken psychiatrie. Voorts is een enquête gehouden onder alle A-opleiders psychiatrie in Nederland. De respons bedroeg 91%. Van de 34 opleiders antwoordden 21 opleiders (62%) positief te staan tegenover het ontwikkelen van een richtlijn. Vijf opleiders waren van mening dat er al goede boeken zijn of vonden een richtlijn onnodig bureaucratiserend en infantiliserend. Achttien opleiders (53%) waren voorstander van een vaste volgorde, maar meenden ook dat deze volgorde kan verschillen per ziektebeeld. Een kleine meerderheid stelde dat een semigestructureerd interview als aanvullend instrument dient te worden gehanteerd. Vrijwel iedereen was van mening dat in een richtlijn wordt vastgelegd welk (aanvullend) onderzoek er bij een bepaalde stoornis dient plaats te vinden. Het merendeel gaf aan de gedragsregels en de diverse onderdelen van het psychiatrisch onderzoek globaal te willen vastleggen. Om de praktische bruikbaarheid van de richtlijn te evalueren onder de beoogde gebruikers, is de richtlijn op verschillende wijzen getest in de instellingen waar de werkgroepleden werkzaam zijn. Teneinde het bestaan van de richtlijn onder de aandacht te brengen wordt de richtlijn gepubliceerd op de website van de NVvP ( De werkgroep doet de volgende aanbevelingen ter bevordering van implementatie van de richtlijn: gebruik van de richtlijn in onderwijs, opleiding of bij- en nascholing over psychiatrisch onderzoek; gebruik van de richtlijn in Nederlandse publicaties over casuïstiek; opnemen van de richtlijn in visitatietrajecten; opnemen van de richtlijn in kwaliteitsverbeteringprojecten; prestatie-indicatorontwikkeling; inbouwen van de richtlijn in gedigitaliseerde werkprocessen JURIDISCHE BETEKENIS VAN RICHTLIJNEN Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar zo veel mogelijk op de best beschikbare wetenschappelijke evidentie gebaseerde inzichten en aanbevelingen, die artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners een houvast bieden om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de gemiddelde patiënt, kunnen psychiaters in individuele gevallen afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dit vereist, zelfs noodzakelijk. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te kunnen worden. 11

12 2. De context van het psychiatrisch onderzoek 2.1. INLEIDING Een psychiatrisch onderzoek kan om diverse redenen worden uitgevoerd. Enerzijds heeft de patiënt of de verwijzer vragen waarop hij antwoord wil krijgen. Anderzijds kan de onderzoeker vanuit zijn specialistische expertise vragen hebben die eveneens beantwoord moeten worden. Vraaggestuurde zorg betekent dat de soms uiteenlopende vraagstellingen van betrokkenen expliciet gewogen en geïntegreerd moeten worden. Een belangrijk doel van een psychiatrisch onderzoek is daarom het verhelderen en op elkaar afstemmen van de verschillende vragen. De uitgebreidheid van het psychiatrisch onderzoek wordt mede bepaald door contextuele factoren en kan, afhankelijk van de vraagstelling, per patiënt en per situatie variëren. Mogelijke contextuele factoren zijn: de vraagstelling; de beschikbaarheid, kwaliteit en betrouwbaarheid van reeds vastgelegde informatie; de medewerking en de psychische toestand van de patiënt; de risicoanalyse: aard en ernst van gevaar verbonden aan de psychiatrische stoornis; de mate waarin gedragsobservaties mogelijk zijn; de beschikbaarheid van privacy; de vertrouwelijkheid die de psychiater kan bieden; de mogelijkheden om lichamelijk en aanvullend onderzoek te verrichten; de mogelijkheid het onderzoek veilig te verrichten; de beschikbare tijd van de psychiater en de patiënt; de juridische status van de patiënt; de (sub)cultuur en het geslacht van de patiënt; de cognitieve vermogens van de patiënt. Het is van belang in het licht van deze factoren te overwegen of een bepaalde setting recht doet aan de behoeften en de beperkingen van de patiënt. Het is niet mogelijk om vooraf te stellen welke onderdelen in welke mate van detail moeten worden onderzocht. In deze richtlijn worden de invloeden van bovengenoemde factoren dan ook niet verder per locatie geëxpliciteerd. In de paragrafen 2.2. en 2.3. wordt nader ingegaan op de invloeden van respectievelijk transculturele en genderspecifieke factoren. Bij het opstellen van de richtlijn is uitgegaan van het volledige psychiatrisch onderzoek. Onder een volledig onderzoek (zie paragraaf 2.4.) wordt verstaan het onderzoek zoals dat in academische en opleidingssituaties wordt uitgevoerd. In de praktijk zal men hier vaak van afwijken. Als handreiking voor de praktijk worden in dit hoofdstuk de in de praktijk meest voorkomende situaties waarin 12

13 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN een psychiatrisch onderzoek wordt uitgevoerd, en waarbij wordt afgeweken van het volledige onderzoek, besproken (paragrafen ). Daarbij wordt aangegeven welke onderdelen van het psychiatrisch onderzoek prioriteit hebben en welke aandachtspunten van belang zijn TRANSCULTURELE ASPECTEN Indien de psychiater en de patiënt uit verschillende (sub)culturen afkomstig zijn, kunnen de communicatie en de diagnostiek door allerlei factoren bemoeilijkt worden. Opvattingen over psychopathologie, de rol van de patiënt en de taak van de psychiater kunnen aanzienlijk verschillen binnen de diverse (sub)culturen en etnische groepen. Vaak is de wijze van contact leggen anders dan in Nederland gebruikelijk is. Ook in de omgang met een psychiater van de andere sekse gelden soms andere regels. Bij een eventuele taalbarrière moet bij voorkeur gebruikgemaakt worden van een professionele tolk. Kennis van verschillende cultuurgebonden syndromen is noodzakelijk om uitingen van psychosociale stress ( idioms of distress ) en persoonlijkheidstrekken op hun waarde te kunnen schatten. Het verdient aanbeveling om bij relevante cultuurverschillen tussen de psychiater en de patiënt hieraan specifiek aandacht te besteden. Als richtlijn kan hierbij de Cultural formulation worden gebruikt zoals omschreven in de DSM-IV, appendix I (Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders, APA 2000). Een goede heteroanamnese is essentieel om te bepalen welke klachten en symptomen als cultuurgebonden en als niet-pathologisch van aard worden beschouwd. Zowel een familiehistorie als een migratiehistorie hebben een belangrijke plaats binnen de biografische anamnese. Bij allochtone patiënten in het algemeen en vluchtelingen in het bijzonder (vooral wanneer zij afkomstig zijn uit oorlogsgebieden) kunnen traumatisering, fysieke mishandeling, acculturatiestress, problemen met verblijfsstatus en gezinshereniging een rol spelen. Hierbij is van belang na te gaan in welke mate deze factoren de psychiatrische symptomen luxeren dan wel in stand houden. Geraadpleegde literatuur: Borra e.a. (2002) en De Jong & Van den Berg (1996) GENDERSPECIFIEKE ASPECTEN Kennis van gendergebonden verschillen in prevalentie, verschijningsvorm, beloop en comorbiditeit van psychiatrische stoornissen beïnvloedt de richting van het onderzoek. Kennis van voor vrouwen specifieke aspecten is noodzakelijk om een adequaat onderzoek te kunnen uitvoeren. Voor vrouwen specifieke aspecten zijn onder andere premenstruele stoornissen, de invloed van zwangerschap/ lactatie op de psychiatrische stoornis en vice versa, en de invloed van de psychiatrische stoornis van de moeder op het kind. Bij vrouwen dient meer dan bij mannen rekening gehouden te worden met 13

14 RICHTLIJNEN NVv P 1. In deze richtlijn wordt de term interview gebezigd voor het gesprek met de patiënt. Hiermee wordt aangeduid dat het gaat om een mondeling onderhoud, dat naast diagnostische deskundigheid ook gespreksvaardigheid van de onderzoeker vergt. Voorwaarde is bovendien de lijfelijke aanwezigheid van zowel de onderzoeker als de patiënt. Een adequaat psychiatrisch onderzoek via de telefoon is dan ook uitgesloten. de mogelijkheid van traumatisering en fysieke mishandeling. Kennis van het verschil tussen mannen en vrouwen in ontwikkelingsfases en seksesocialisatie kan in de biografische anamnese tot uiting komen en bijdragen aan de structuurdiagnose. Observatiegegevens worden mede bepaald door de interactie tussen de patiënt en de psychiater. Deze interactie kan mede bepaald worden door het sekseverschil. Als gevolg van socialisatieprocessen ontstaat er al een verschil in klachtenpresentatie: bij mannelijke patiënten leidt dit in het algemeen tot ondersignalering van psychosociale problemen. Ook kunnen patiënten een voorkeur hebben voor een onderzoeker van de eigen sekse. In het algemeen kan men zich het beste richten naar principes die ontwikkeld zijn vanuit de genderspecifieke hulpverlening. Reflectie van de psychiater over de door hem of haar gehanteerde seksestereotypieën is derhalve noodzakelijk. Het man of vrouw zijn doet ook psychiaters onderling verschillen in communicatiestijl. Geraadpleegde literatuur: Knoppert-van der Klein e.a. (2002) VOLLEDIG ONDERZOEK Het volledige psychiatrisch onderzoek is in belangrijke mate gebaseerd op een interview 1 met de patiënt. De tijdens het gesprek verkregen gegevens kunnen worden aangevuld met informatie op basis van het medisch dossier, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek en heteroanamnese. Een volledig psychiatrisch onderzoek vergt doorgaans meer dan één uur en kan diverse afspraken omvatten. De benodigde tijdsduur is afhankelijk van de complexiteit van het probleem, de vraagstelling en de medewerking en mogelijkheden van de patiënt. Een belangrijk doel van het volledige psychiatrisch onderzoek is het vaststellen van een psychiatrische diagnose. Hierbij worden onafhankelijk van elkaar etiologie, pathogenese, symptomatologie en beloop in kaart gebracht, omdat monocausaliteit en specificiteit in de psychiatrie als achterhaald worden gezien. De diagnose bestaat uit een diagnostische classificatie (DSMof ICD - International Classification of Diseases) en uit een beschrijvende conclusie (structuurdiagnose) (zie 3.7.) op grond van alle verzamelde gegevens. Ten slotte wordt op grond van de diagnose, de toestand van de patiënt en de vraagstelling van patiënt en verwijzer een behandelplan geformuleerd en met de patiënt besproken. Wanneer het een eerste, voorlopig behandelplan betreft, dient speciale aandacht te worden besteed aan interventies die de veiligheid van de patiënt waarborgen. Bij een herbeoordeling in de loop van een behandeling kan het behandelplan gewijzigd worden op basis van de bevindingen. 14

15 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN 2. Het eerste contact dat de patiënt heeft met de psychiater van een GGZ-instelling EERSTE BEOORDELING TER DIAGNOSTIEK EN INDICATIESTELLING Bij het eerste bezoek is het psychiatrisch onderzoek vooral gericht op verheldering van de vraagstelling alsmede op het formuleren van een voorlopige diagnose en behandelplan. Hierbij hoeven niet alle onderdelen van het onderzoek altijd even gedetailleerd aan bod te komen. Een beperkt psychiatrisch onderzoek kan voldoende zijn, wanneer er sprake is van een specifieke beperkte vraagstelling. Het kan ook zijn dat nadere diagnostiek (voorlopig) wordt aangehouden, hangende de uitkomsten van een eerste interventie. Indien een onderdeel van het onderzoek niet of minder gedetailleerd wordt uitgevoerd, dient de psychiater de beweegredenen te kunnen aangeven. Aanpassingen ten opzichte van het volledige psychiatrische onderzoek zijn vooral aan te brengen in de somatische en biografische anamnese en in het somatisch onderzoek. Bij een voordeurbeoordeling 2, zal het lichamelijk onderzoek bijvoorbeeld veelal om praktische redenen niet gebeuren. De somatische anamnese en het somatisch onderzoek dienen niettemin wel betrokken te worden bij de overwegingen, ook indien aan de huisarts is gevraagd dit onderdeel uit te voeren. Als vragenlijst kan men bij een eerste beoordeling met name gebruikmaken van algemene screeningsvragenlijsten (zie 4.16.). Een eerste beoordeling wordt afgerond met een samenvatting, een voorlopige diagnostische formulering en het behandelplan INCIDENTELE CONTROLE In de loop van een behandeling vindt regelmatig psychiatrisch onderzoek plaats. Herhaald psychiatrisch onderzoek is een integraal onderdeel van het monitoren van het beloop van een behandeling en het periodiek toetsen van de aanvankelijke diagnostiek. Bij chronisch verlopende stoornissen zal de sociale anamnese uitgebreider aan de orde komen, omdat daarbij de gevolgen van de stoornis in de loop der tijd op de voorgrond komen te staan. Bij het evalueren van een medicamenteuze behandeling zal het psychiatrisch onderzoek met name gericht kunnen zijn op effectiviteit en bijwerkingen BEOORDELING IN CRISISSITUATIES In een crisissituatie is het psychiatrisch onderzoek gericht op het opstellen van een voorlopige diagnose, een werkhypothese en crisisbehandelplan. De nadruk ligt op het taxeren van risico s, het beoordelen van wettelijke gevaarscriteria en van sociale, culturele en somatische factoren die van invloed zijn op de crisissituatie. Het psychiatrisch onderzoek is meestal beknopt vanwege de tijdsdruk en andere situatieve factoren die het onderzoeksproces kunnen bemoeilijken. In veel acute situaties hoeft de sociale anamnese niet volledig te worden afgenomen. Globale informatie over sociaal functioneren 15

16 RICHTLIJNEN NVv P is in acute situaties zinvol voor zowel psychodiagnostiek (screenend, met name indien het beeld onduidelijk blijft) als voor inventarisatie van de acute gevolgen van een stoornis. Een belangrijke bron van deze informatie is het observeren van datgene wat er tijdens het onderzoek gebeurt tussen de patiënt en eventueel aanwezige anderen. Een familie- en biografische anamnese, vragenlijsten en aanvullend onderzoek blijven doorgaans achterwege. Het realiseren van een veilige onderzoekssituatie (voor patiënt en psychiater) is een voorwaarde om onderzoek te kunnen doen. In crisissituaties vinden probleeminventarisatie, diagnostiek en interventie gewoonlijk tijdens één interview plaats. Het verdient dus aanbeveling om voorafgaand aan het gesprek met de patiënt zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Het exploreren van de reden voor het onderzoek verdient altijd bijzondere aandacht. Geraadpleegde literatuur: Achilles e.a. (1999), APA(1995a), Brown (1990), Gersons (1995), Hengeveld & Schudel (2002) en Kaplan & Sadock (1993) ONDERZOEK BIJ GEDWONGEN OPNAME EN OF BEHANDELING Indien de patiënt ernstige gedragsstoornissen vertoont, kan het uitoefenen van dwang om de veiligheid van de patiënt te waarborgen, onvermijdelijk zijn. Hierbij kan er sprake zijn van het gedwongen toedienen van medicatie, separatie, of zelfs fixatie. Uiteraard hebben deze omstandigheden grote gevolgen voor het psychiatrisch onderzoek, omdat de patiënt soms geen medewerking zal willen of kunnen verlenen. Op dergelijke observaties kunnen slechts voorlopige conclusies worden gebaseerd. In een latere fase zal alsnog een compleet psychiatrisch onderzoek moeten worden verricht INTERCOLLEGIALE CONSULTEN IN HET ALGEMEEN ZIEKENHUIS Het psychiatrisch onderzoek in het kader van een intercollegiaal psychiatrisch consult vindt meestal plaats op verzoek van de behandelend somatisch specialist. Het initiatief kan ook afkomstig zijn van een (afdelings)verpleegkundige of familieleden. In een minderheid van de gevallen gaat het initiatief uit van de betreffende patiënt. In elk geval geeft men de patiënt uitleg omtrent de bedoeling van het consult. Het psychiatrisch onderzoek is gericht op het beantwoorden van de consultvraag. De uitgebreidheid van het onderzoek wordt onder andere bepaald door de plaats (algemeen ziekenhuis), de reden van opname (bv. tentamen suicidii), de urgentie van de consultaanvraag (bv. spoed of binnen 24 uur), de somatische aandoening, de eventuele psychiatrische stoornis, de timing en de manifeste (bv. diagnostiek, [mede]behandeling en/of verwijzing) en eventueel onderliggende consultvraag (bv. stafproblemen). De psychiatrisch consulent stelt zich voorts zo goed mogelijk op de hoogte van het klinisch beeld, de behandeling en de 16

17 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN prognose van de betreffende somatische aandoening en het actuele medicatiegebruik (eventuele bijwerkingen, interacties of optimale dosering analgetica). Geraadpleegde literatuur: Bronheim e.a. (1998), Hengeveld & Schudel (2002) en Rooijmans (1984) SECOND OPINION Een second opinion is een gevraagde deskundige mening over de diagnose en/of een advies over het behandelplan. Dit advies kan worden gevraagd door de behandelend arts of door de patiënt. Bij een second opinion is er al een eerste mening over de diagnose en het behandelplan. Na een second opinion wordt de behandeling niet overgenomen en wordt de patiënt terugverwezen naar de behandelend arts. Bij het geven van een second opinion is een goede communicatie tussen de behandelend arts en de arts die een second opinion geeft van belang. De behandelend arts dient in elk geval op de hoogte te zijn van het geven van een second opinion. In de praktijk verzoeken patiënten vaak om een second opinion uit onvrede met de handelwijze, de communicatie of de besluitvorming van de behandelend arts. Het is echter van belang dat een verzoek tot een second opinion niet bij voorbaat wordt gezien als een motie van wantrouwen. In het algemeen zal de vraagstelling van de patiënt het beste beantwoord kunnen worden indien de behandelend arts de gevraagde deskundige voorziet van alle relevante informatie en van een gerichte vraagstelling, daarbij de vragen van de patiënt verwoordend. Het psychiatrisch onderzoek in het kader van een second opinion kan zich toespitsen op de specifieke vragen waar een second opinion voor gewenst wordt. Soms is er behoefte aan een uitgebreide inventarisatie in het psychiatrisch onderzoek om alles nog eens op een rij te zetten. Het kan daarbij van belang zijn om extra aandacht te besteden aan de ernst van de symptomatologie, de voor- en nadelen van reeds uitgevoerde behandelingen en de invloed ervan op het dagelijks functioneren en de ervaren kwaliteit van leven. Het uiteindelijke doel van de second opinion is de patiënt en de behandelend arts zodanig te informeren dat de behandeling en behandelrelatie worden verbeterd. Een second opinion schept een nieuwe mogelijkheid om vragen te stellen, helpt bij de besluitvorming, kan bestaande twijfels wegnemen, kan geruststellen of helpen bij de acceptatie van slecht nieuws. Geraadpleegde literatuur: Coumou (2001) en KNMG(1990) RAPPORTAGE Voor een beschrijving van de kenmerken en randvoorwaarden van het psychiatrisch onderzoek in het kader van een rapportage wordt verwezen naar de Richtlijn psychiatrische rapportage van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (Koerselman e.a. 2002). 17

18 3. Bronnen van informatie en de diagnostische formulering 3.1. INLEIDING Het psychiatrisch onderzoek kan gebaseerd zijn op diverse informatiebronnen en mondt uit in een diagnostische formulering (3.7.). Vaak is het nuttig om andere bronnen van informatie dan de patiënt zelf te raadplegen. Hierbij kan het gaan om het interviewen van betrokkenen (heteroanamnese), medische en/of psychiatrische correspondentie, of de observaties van een behandelteam. Deze bronnen van informatie zijn vooral van belang wanneer de patiënt zijn situatie niet goed kan beoordelen of wanneer de onderzoeker twijfelt aan de betrouwbaarheid van de anamnese en de observatie. Bij het raadplegen van andere personen dient de privacy van alle betrokkenen gerespecteerd te worden (zie 5.2.). De belangrijkste bronnen van informatie zijn het interview met de patiënt (3.2.) en observaties van diens gedrag (3.3.). Mogelijke bronnen zijn voorts gestructureerde interviews en vragenlijsten (3.4.), diagnostische tests (3.5.) en lichamelijk onderzoek (3.6.) alsmede de reactie van de patiënt op therapeutische interventies HET INTERVIEW MET DE PATIËNT De anamnese en de observaties tijdens het interview met de patiënt vormen de basis voor het psychiatrisch onderzoek. Dit interview wordt zodanig gevoerd dat de patiënt zich gesteund voelt en gestimuleerd wordt om zijn verhaal te doen. Een open, empathische en onderzoekende houding is essentieel om een optimale uitwisseling van informatie mogelijk te maken. De patiënt moet zich een goed beeld kunnen vormen van de situatie waarin het psychiatrische onderzoek plaatsvindt. De psychiater geeft hiertoe uitleg over het doel van het gesprek en de rol van de aanwezige personen. Voorts wordt een planning gemaakt met betrekking tot de belangrijkste onderwerpen en de duur van het gesprek. De setting en het doel van het onderzoek zijn bepalend voor de aard, de uitgebreidheid en de diepgang van de te bespreken onderwerpen. In het algemeen gaat het om een combinatie van open vragen over de belangrijkste klachten en problemen, gevolgd door meer gestructureerde, gesloten vragen over specifieke klachten, symptomen en gebeurtenissen. In het eerste interview beoordeelt men of er psychiatrische of somatische aandoeningen zijn die acuut behandeling behoeven, en of er sprake is van gevaar voor de veiligheid van de patiënt of van anderen in zijn omgeving. 18

19 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN 3. In deze reeks zijn waarneming, inhoud van het denken en stemming niet opgenomen, aangezien dit subjectief ervaren fenomenen zijn die geëxploreerd maar niet geobserveerd kunnen worden OBSERVATIE Tijdens het interview kan de psychiater verschijnselen waarnemen die, in combinatie met de klachtenanamnese, leiden tot de vaststelling van de psychiatrische symptomen zoals die worden beschreven in de status praesens mentalis. Observaties bieden bij uitstek de mogelijkheid informatie te verzamelen ter ondersteuning of juist verwerping van de diagnostische veronderstellingen die voor of tijdens het opnemen van de anamnese zijn gevormd. Het gedrag van de patiënt wordt echter niet alleen bepaald door de psychiatrische aandoening, maar ook door de situatie waarin het interview plaatsvindt en door de interactie tussen enerzijds de patiënt en anderzijds de psychiater en eventueel aanwezige belangrijke anderen. Omdat dit tot aanzienlijke vertekening kan leiden behoren de observaties altijd geverifieerd te worden in de (hetero)anamnese (en vice versa). Observaties moeten onder andere gericht zijn op de volgende algemene kenmerken en psychische functies: uiterlijke kenmerken, leeftijd, zelfverzorging, gelaatsuitdrukking, contact maken, oogcontact, houding, klachtenpresentatie, gevoelsexpressie bij de patiënt, gevoelsreacties van de psychiater, bewustzijn, aandacht, oriëntatie, geheugen, decorumbesef, abstractievermogen, uitvoerende functies, intelligentie, taalgebruik, samenhang en logica van het denken, aard en expressie van het affect, autonome angstequivalenten, motorische uitvalsverschijnselen, psychomotoriek, mimiek, gestiek, spraak en gedrag GESTRUCTUREERDE INTERVIEWS, VRAGENLIJSTEN EN MEETSCHALEN Gestructureerde interviews, (screenings)vragenlijsten en meetschalen kunnen in bepaalde situaties een zinvolle aanvulling zijn op de speciële anamnese. Daarbij dient men het specifieke doel van elk instrument in het oog te houden en of het instrument is gevalideerd voor de populatie waartoe de onderzochte patiënt behoort. In het algemeen zijn gestructureerde interviews en vragenlijsten bedoeld om vast te leggen in hoeverre de patiënt voldoet aan de diagnostische criteria van specifieke psychiatrische stoornissen, terwijl meetschalen de ernst van klachten en symptomen kwantificeerbaar maken. Dit laatste is vooral nuttig bij het vastleggen van therapierespons. Veel van deze instrumenten vinden hun belangrijkste toepassing in wetenschappelijk onderzoek. Sommige zijn echter bruikbaar in de klinische praktijk als aanvulling op het klinische onderzoek. Een overzicht van diverse in Nederland beschikbare instrumenten wordt gegeven in paragraaf Voor de indicatie voor het toepassen van diagnostische instrumenten bij specifieke psychiatrische stoornissen wordt verwezen naar de desbetreffende richtlijnen. 19

20 RICHTLIJNEN NVv P 3.5. DIAGNOSTISCHE TESTONDERZOEKEN Op basis van de bevindingen bij het eerste onderzoek, dan wel in bepaalde situaties tijdens de behandeling, kan er een indicatie bestaan voor specifiek diagnostisch testonderzoek. Het kan gaan om laboratoriumonderzoek, beeldvormend onderzoek of om psychodiagnostisch of neuropsychologisch testonderzoek (zie 4.17.). Het diagnostisch testonderzoek kan gericht zijn op het vinden van etiologische factoren (zoals hormonale afwijkingen, intoxicaties). Het verrichten van dergelijk onderzoek is uiteraard mede afhankelijk van de kans dat een bepaalde stoornis aanwezig zal zijn en de mogelijke consequenties van de test voor de behandeling. Hierbij dient ook rekening gehouden te worden met de kans op een foutpositieve of foutnegatieve uitslag. Laboratoriumonderzoek kan geïndiceerd zijn voorafgaand aan en/of tijdens een medicamenteuze behandeling (bijvoorbeeld met lithium, clozapine), of ter evaluatie van een bloedspiegel (bijvoorbeeld bij lithium, tricyclische antidepressiva). Er zijn geen duidelijke richtlijnen te geven welk routine onderzoek in het algemeen zinvol is bij patiënten met een psychiatrische stoornis. Voor specifieke psychiatrische stoornissen wordt verwezen naar de betreffende richtlijnen HET LICHAMELIJK ONDERZOEK De psychiater dient geïnformeerd te zijn over de lichamelijke gezondheidstoestand van de patiënt. Ook dient de psychiater na te gaan of er lichamelijke afwijkingen of aandoeningen aanwezig zijn die in (causaal) verband kunnen staan met de psychiatrische verschijnselen. In welke mate de psychiater zelf (delen van) het lichamelijk onderzoek verricht, zal afhangen van diens bekwaamheid in het uitvoeren en evalueren van lichamelijk onderzoek, van de behandelsetting, en van de aard van de behandelrelatie. Een psychiater moet in staat zijn om een oriënterend lichamelijk (inclusief neurologisch) onderzoek zelf te verrichten. Wanneer de psychiater een collega-medisch specialist of de huisarts vraagt dit onderzoek te verrichten, zal de psychiater moeten aangeven op welke gebieden somatische stoornissen uitgesloten moeten worden. Vervolgens zal de psychiater kennis moeten nemen van de bevindingen en deze verwerken in de diagnostische conclusie en het behandelplan. Indien de psychiater zelf het lichamelijk onderzoek verricht, is het aan te bevelen de aanwezigheid van een derde te overwegen. Dit geldt met name indien er in de voorgeschiedenis van de patiënt sprake is van misbruik of mishandeling of indien de patiënt psychotisch is. 20

21 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK BIJ VOLWASSENEN 3.7. DE DIAGNOSTISCHE FORMULERING De diagnostische formulering vormt de basis voor het behandelplan. Daartoe is het allereerst noodzakelijk om de gegevens te ordenen en samen te vatten. In een samenvatting dienen alle relevante gegevens per onderdeel van het psychiatrisch en somatisch onderzoek puntsgewijs aan de orde te komen. Met name het wegen van de relevantie van de gegevens vereist inzicht en ervaring. In de syndroomdiagnose wordt alle relevant geachte psychopathologische informatie geordend en in haar veronderstelde samenhang genoteerd. De syndroomdiagnose is descriptief. Hierbij komen wel de aard en de ernst van de symptomen aan de orde, maar de etiologie (ontstaansvoorwaarden) en pathogenese (ontstaanswijze) blijven buiten beschouwing. Bijvoorbeeld: Een ernstig depressief syndroom met melancholische (vitale) kenmerken, depersonalisatieverschijnselen en suïcidaliteit. Tijdens het diagnostische proces worden aan de hand van de anamnese (somatisch, sociaal, biografisch) hypothesen geformuleerd over de etiologie en pathogenese van het geconstateerde syndroom. Een dergelijke diagnose, ook wel structuurdiagnose genoemd, beschrijft het syndroom in etiopathogenetisch perspectief. Bijvoorbeeld: Depressief syndroom met melancholische kenmerken, geleidelijk in ernst toenemend, reactief ontstaan na het overlijden van zijn echtgenote, bij een 64-jarige man met een blanco psychiatrische voorgeschiedenis en familieanamnese en een persoonlijkheidsstoornis met voornamelijk afhankelijke trekken. Voorzover mogelijk probeert de psychiater in de samenvatting te noteren hoe de etiologische factoren theoretisch zouden kunnen samenhangen met het psychiatrisch syndroom (hypothesen over de pathogenese). Nogal eens zal een diagnose niet direct met zekerheid kunnen worden vastgesteld. Men spreekt dan van een voorlopige diagnose, gevolgd door een differentiële diagnose. Een voorlopige diagnose kan gehanteerd worden als werkhypothese. Hiermee worden niet alleen mogelijkheden voor detaillering en nuancering opengehouden, maar ook voor de ontdekking van een aandoening van andere aard. Het is van belang dat gedurende het diagnostisch proces en de op basis hiervan ingestelde behandeling de diagnose ter discussie blijft staan. Ten slotte wordt naast de diagnose aandacht besteed aan de diagnostische classificatie van het geconstateerde ziektebeeld of syndroom. Daarbij kan gekozen worden voor de DSM-IVof de ICD-10. De bijbehorende coderingen zijn ontleend aan de ICD-9 of de ICD-10. Behalve de psychiatrische stoornis zelf (en de eventuele persoonlijkheidsstoornis) worden in deze classificaties ook de ermee samenhangende somatische aandoening, psychosociale stressoren en de mate van psychosociaal disfunctioneren vastgelegd. Geraadpleegde literatuur: Hengeveld & Schudel (2002). 21

22 4. Onderdelen van het psychiatrisch onderzoek 4.1. INLEIDING Een psychiatrisch onderzoek kan uiteenlopende doelstellingen hebben. De doelstellingen zijn bepalend voor de onderdelen van het psychiatrisch onderzoek. Een belangrijk doel van het psychiatrisch onderzoek ligt voor de hand: het bepalen van het actuele ziektebeeld. De speciële anamnese, de algemene anamnese, de heteroanamnese en het onderzoek in engere zin (exploratie, observatie en testen) dienen om de psychiatrische symptomen en hun beloop vast te stellen. Deze symptomen worden systematisch in de status praesens mentalis genoteerd. Dit vormt de grondslag voor de classificatorische DSM-diagnose op as I. Een ander belangrijk doel is het opsporen van mogelijke etiologische factoren. Lichamelijke oorzaken kunnen aan het licht worden gebracht met behulp van de anamnese van het gebruik van alcohol, drugs en geneesmiddelen en de somatische anamnese en onderzoek (as IIIvan de DSM). Een mogelijke erfelijke etiologische factor wordt in kaart gebracht via de familieanamnese. Sociale factoren die luxerend, onderhoudend of beschermend zijn in relatie tot de psychiatrische stoornis worden zichtbaar gemaakt door middel van de sociale anamnese en de heteroanamnese (as IVvan de DSM). De biografische anamnese kan informatie verschaffen over etiologische factoren in de ontwikkeling en levensloop van de patiënt. Informatie over persoonlijkheidstrekken, copingstijlen en afweermechanismen die een kwetsbaarheid voor of juist een bescherming tegen het ontstaan van een psychiatrische ziekte kunnen opleveren, wordt gedestilleerd uit de speciële anamnese, sociale anamnese, biografische anamnese en heteroanamnese en uit observatie van de patiënt (as IIvan de DSM). Aanwijzingen voor de prognose en de behandelmogelijkheden volgen uit de psychiatrische voorgeschiedenis en uit de aard van de actuele symptomen (m.n. ziekte-inzicht en oordeelsvermogen). Het psychiatrisch onderzoek brengt daarmee alle mogelijke etiologische factoren in kaart. Op grond hiervan kunnen hypothesen worden gevormd over de mogelijke fysiopathogenese en psychopathogenese van het psychiatrisch ziektebeeld (zie ook paragraaf 3.7.). Voorts kan een doel zijn het vaststellen van de ernst en de gevolgen van de psychiatrische symptomen: de beperkingen en handicaps (as V van de DSM). Dit gebeurt door middel van de speciële anamnese, de sociale anamnese en de heteroanamnese. De behandeling kan hier vervolgens op worden afgestemd. Globaal beschreven komt deze neer op het doen verminderen van de psychopathologische symptomen en hun gevolgen, en zo mogelijk ook het doen verminderen van somatische, psychische en sociale luxerende en onderhoudende etiologische factoren en het ver- 22

Richtlijn consultatieve psychiatrie

Richtlijn consultatieve psychiatrie Richtlijn consultatieve psychiatrie A.F.G. Leentjens, A.D. Boenink, J.J. van Croonenborg, J.J.E. van Everdingen, C.M. van der Feltz-Cornelis, N.C. van der Laan, H. van Marwijk, T.W.D.P. van Os, H.N. Sno

Nadere informatie

Psychiatrische diagnostiek is veel meer dan een DSM-5-classificatieen. Michiel W. Hengeveld en Vos Beerthuis, psychiaters

Psychiatrische diagnostiek is veel meer dan een DSM-5-classificatieen. Michiel W. Hengeveld en Vos Beerthuis, psychiaters Psychiatrische diagnostiek is veel meer dan een DSM-5-classificatieen Michiel W. Hengeveld en Vos Beerthuis, psychiaters Richtlijn psychiatrische diagnostiek Ontwikkeltraject: maart 2013 maart 2015 Monodisciplinair

Nadere informatie

Inleiding. Vergelijking met het algemeen medisch onderzoek

Inleiding. Vergelijking met het algemeen medisch onderzoek Inleiding Het doel van deze uitgave kan als volgt worden omschreven. Enerzijds is het een handleiding voor medische studenten, artsen en psychiaters al dan niet in opleiding) om hen vertrouwd te maken

Nadere informatie

Bedoeling van dit werkcollege:

Bedoeling van dit werkcollege: PSYCHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK Veld Klinische en Gezondheidspsychologie Oktober 2005 Cécile Vandeputte- v.d. Vijver Bedoeling van dit werkcollege: Bespreking van de stappen van het psychodiagnostisch proces

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen DSM-5 WHITEPAPER Persoonlijkheidsstoornissen Bij persoonlijkheidsstoornissen is sprake van manieren van over zichzelf en anderen denken en voelen die een aanzienlijke negatieve invloed hebben op het functioneren

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules VOOR WIE IS DEZE CRITERIAWAAIER? - Deze criteriawaaier is opgesteld voor cliënten- en familievertegenwoordigers in de GGz. Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules Vanuit een cliënten- en

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming Hoofdstuk 2 Aanvraag, hulpvraaganalyse en eerste contact

Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming Hoofdstuk 2 Aanvraag, hulpvraaganalyse en eerste contact Inhoud Voorwoord 7 Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming 11 1 Inleiding: wat is psychodiagnostiek? 11 2 Het diagnostische proces 12 3 Het gebruik van instrumenten 13 4 Oordelen

Nadere informatie

Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet

Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet Vragen Prevalentie ADHD bij volwassenen Kernsymptomen van ADHD Stelling: Rustig zitten tijdens het onderzoeksgesprek sluit hyperactiviteit uit. Stelling: Als iemand

Nadere informatie

Kerncompetenties psychotherapeut

Kerncompetenties psychotherapeut Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen)

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen) Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen) Doelstelling De volgende twee Kerncompetenties en vaardigheden in de Regeling periodieke

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL PSYCHIATRIE Herziene versie mei/juni 2009.

TRANSMURAAL PROTOCOL PSYCHIATRIE Herziene versie mei/juni 2009. TRANSMURAAL PROTOCOL PSYCHIATRIE Herziene versie mei/juni 2009. Werkafspraken De afdeling psychiatrie, gevestigd in het Academisch Psychiatrisch Centrum van het AMC, kent 4 zorglijnen: 1. Acute zorg 2.

Nadere informatie

Richtlijn Communicatie in de GGZ-keten Drenthe

Richtlijn Communicatie in de GGZ-keten Drenthe Richtlijn Communicatie in de GGZ-keten Drenthe Inleiding In de (geestelijke) gezondheidszorg is communicatie tussen verwijzers (huisartsen) en zorgverleners en tussen zorgverleners onderling van cruciaal

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding

Nadere informatie

Inhoud. Hoofdstuk 4 Screening en diagnostiek bij volwassenen 71 1 Inleiding 71 2 Screening bij volwassenen 72 3 Diagnostiek bij volwassenen 74

Inhoud. Hoofdstuk 4 Screening en diagnostiek bij volwassenen 71 1 Inleiding 71 2 Screening bij volwassenen 72 3 Diagnostiek bij volwassenen 74 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene inleiding 11 1 Kenmerken en classificatiecriteria van bipolaire stoornissen 11 2 Epidemiologie 12 3 Differentiële diagnostiek 13 4 Comorbiditeit 13 5 Beloop 16 6 Diagnostiek

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134 Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Psychiatrische stoornis en diagnostiek 13 1 Inleiding 13 2 Psychiatrische ziekte 13 3 De psychische functies 16 4 Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek 17 5 Diagnose

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Preventie 67 1 Inleiding 67 2 Praktijkoverwegingen 69 3 Wetenschappelijke onderbouwing 78 4 Aanbevelingen 87 Noten 90 Literatuur 90

Hoofdstuk 4 Preventie 67 1 Inleiding 67 2 Praktijkoverwegingen 69 3 Wetenschappelijke onderbouwing 78 4 Aanbevelingen 87 Noten 90 Literatuur 90 Inhoud Voorwoord 9 Hoofdstuk 1 Inleiding 11 1 Inleiding 11 2 Visie 12 3 Dwang 13 4 Drang 14 5 Doel van de richtlijn 16 6 Doelgroep 16 7 Patiëntengroep 16 8 Werkwijze 17 9 Leeswijzer 18 Noten 20 Literatuur

Nadere informatie

Richtlijn oppositioneelopstandige. en gedragsstoornis (CD) bij kinderen en jongeren

Richtlijn oppositioneelopstandige. en gedragsstoornis (CD) bij kinderen en jongeren Richtlijn oppositioneelopstandige stoornis (ODD) en gedragsstoornis (CD) bij kinderen en jongeren Walter Matthys en Geurt van de Glind (redactie) Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) De Tijdstroom,

Nadere informatie

De weg naar het eerste recept

De weg naar het eerste recept Programma Introductie De weg naar het eerste recept De bekwaamheidsverklaring in de praktijk Onderzoeksvragen Methode Resultaten Conclusie en discussie Aanbevelingen Introductie De weg naar het eerste

Nadere informatie

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn Naam patiënt:.. Geboortedatum patiënt:... Naam afnemer: Datum afname: Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn 1. Wilsbekwaamheid wordt altijd beoordeeld ter zake een bepaald onderzoek of bepaalde

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Kwalitatief goede zorg tegen aanvaardbare kosten Door Sebastiaan Baan Korte uitleg animatie: https://youtu.be/dl6n5hix2d Y 2 NETWERK KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Landelijk Platform

Nadere informatie

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Informatie voor huisartsen Organisatie voor geestelijke gezondheidszorg GGZ Rivierduinen biedt vele vormen van geestelijke gezondheidszorg voor alle leeftijden;

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag A.M. van Hemert, A.J.F.M. Kerkhof, J. de Keijser, B. Verwey, C. van Boven, J.W. Hummelen, M.H. de Groot, P. Lucassen, J. Meerdinkveldboom,

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND Aan: Werkgroep kostencomponenten jeugd GGZ (met aanbieders) Van: TWO jeugdhulp Holland Rijnland Datum: 12-07-2017 Onderwerp: Concept omschrijving diensten Jeugd GGZ 2018, behorende

Nadere informatie

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7 BPV MMZ Inhoud Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7 1. Hulpvragen van de cliënt inventariseren 8 2. De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen 13 3. De cliënt bij wonen

Nadere informatie

In deze brochure zetten we de belangrijkste rechten en plichten op een rij:

In deze brochure zetten we de belangrijkste rechten en plichten op een rij: UW RECHTEN ALS CLIËNT BIJ GGZ WNB INLEIDING Als u na uw aanmelding besluit tot een behandeling bij GGZ WNB, maken we daarover afspraken met u. Die worden vastgelegd in het behandelplan. Daarin staat voor

Nadere informatie

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor: Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Richtlijnen, protocollen en standaarden. Intercultureel bruikbaar?

Richtlijnen, protocollen en standaarden. Intercultureel bruikbaar? Richtlijnen, protocollen en standaarden. Intercultureel bruikbaar? Doel van een richtlijn Vastleggen van wetenschappelijke kennis en expertise rond een bepaalde stoornis t.b.v. hulpverleners en cliënten.

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS Dr. Berno van Meijel Lector GGZ-verpleegkunde Hogeschool INHOLLAND Congres Zorg voor mensen met

Nadere informatie

Q1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik

Q1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik Q1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik Inleiding Tests vormen een belangrijk hulpmiddel bij het adviseren aan en het selecteren van personen. Voor de geteste personen kunnen de resultaten verstrekkende

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide 7. Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10

Inhoud. Ten geleide 7. Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10 Inhoud Ten geleide 7 Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10 Hoofdstuk 1 Oordelen en beslissen in de klinische praktijk gaat soms goed fout 11 1 Inleiding 11 2 Zoek de normale, gezonde mens 11

Nadere informatie

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND Aan: Werkgroep kostencomponenten jeugd GGZ (met aanbieders) Van: TWO jeugdhulp Holland Rijnland Datum: 12-07-2017 Onderwerp: Concept omschrijving diensten Jeugd GGZ 2018, behorende

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) AH 740 2010Z13219 Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) 1 Bent u bekend met nieuw onderzoek van Michigan State University

Nadere informatie

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Onderzoek, diagnostiek en behandeling bij: Verklaarde- en onverklaarde lichamelijke klachten gecombineerd met psychische klachten Informatie voor patiënten Lichamelijke

Nadere informatie

De 7 stappen van een CAT

De 7 stappen van een CAT De 7 stappen van een CAT Patiënt (praktijk) Vertaalslag (expert) Wetenschap (literatuur) 1 klinisch scenario trefwoorden 2 klinische vraag 3 literatuur search 4 kritisch beoordelen artikel 7 bottom line

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Verdiepingsstage Vroege Psychosen. Dorpsblik. informatie voor aios

Verdiepingsstage Vroege Psychosen. Dorpsblik. informatie voor aios Verdiepingsstage Vroege Psychosen Dorpsblik informatie voor aios Verdiepingsstage Vroege Psychosen Dorpsblik Hoe eerder mensen met een vroege psychose worden behandeld, hoe groter de kans op functioneel

Nadere informatie

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum Medische Psychologie In deze folder informeren we u over de manier van werken van de psycholoog, verbonden aan de afdeling Medische psychologie van Zuyderland

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 5 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of

Nadere informatie

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Woensdag 2 april 2014 Ad van der Sijde, Yulius Autisme Paul Reijnen, BOBA Inhoud Presentatie Vragen Veranderingen DSM-5 autisme

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn opiaatverslaving

Multidisciplinaire richtlijn opiaatverslaving Multidisciplinaire richtlijn opiaatverslaving Wim van den Brink, Geurt van de Glind en Gerard Schippers (redactie) De Tijdstroom, Utrecht 2013 Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en Centrale Commissie

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling 2009 Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 4 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren

Nadere informatie

In en exclusiecriteria

In en exclusiecriteria In en exclusiecriteria Omschrijving organisatie Schutse Zorg Tholen heeft formeel een toelating voor het bieden van intramurale zorg in het kader van de wet Langdurige zorg (85 plaatsen) waarvan 20 plaatsen

Nadere informatie

Samenvatting. Een complex beeld

Samenvatting. Een complex beeld Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt

Nadere informatie

IWMD Vraagstelling Causaal verband bij ongeval

IWMD Vraagstelling Causaal verband bij ongeval iwmd1212 / Gedragscode Behandeling Letselschade / Medische Paragraaf Bladnummer 1 van 6 IWMD Vraagstelling Causaal verband bij ongeval iwmd1212 / Gedragscode Behandeling Letselschade / Medische Paragraaf

Nadere informatie

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen

Nadere informatie

In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen

In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen Doel Omschrijven van criteria wanneer een cliënt in aanmerking komt voor verpleging en verzorging binnen de intramurale setting en de grenzen van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz 3. Zorgpad Signaleren en Screenen Handleiding bouwstenen zorgpaden 2012-12 27 Signaleren en screenen van psychische klachten Inleiding 29 1. Signaleren en screenen

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

De ZAG- Werkwijze. Het ZorgAfstemmingsGesprek

De ZAG- Werkwijze. Het ZorgAfstemmingsGesprek Het ZorgAfstemmingsGesprek De ZAG- Werkwijze Zorgen voor een goede afstemming en samenwerking tussen de cliënt, het ambulante team, de kliniek, betrokken professionals en naasten voor optimale aansluiting

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Inhoud. Ontgifting en stabilisatie. Observatie en Diagnostiek en Behandeling. Cijfers en Onderzoek. Aanbod Jeugd in Nederland

Inhoud. Ontgifting en stabilisatie. Observatie en Diagnostiek en Behandeling. Cijfers en Onderzoek. Aanbod Jeugd in Nederland Polls drugsweb Kun je op eigen houtje van drugs afkomen Ja: 85% Moeten we minder gaan drinken Ja: 57% Bang om verslaafd te worden Ja: 21% Drugs meenemen naar buitenland Ja: 73% Wiet is een harddrug Ja:

Nadere informatie

Dementiepoli. Mondriaan. Informatie voor cliënten, familie en betrokkenen. Ouderen. voor geestelijke gezondheid

Dementiepoli. Mondriaan. Informatie voor cliënten, familie en betrokkenen. Ouderen. voor geestelijke gezondheid Dementiepoli Informatie voor cliënten, familie en betrokkenen Ouderen Mondriaan voor geestelijke gezondheid Ouderen Dementiepoli Als je geheugen je in de steek laat... September 2011 Copyright Mondriaan

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse

Nadere informatie

Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ

Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ Kennisinfrastructuur GGZ 1 2 Achtergronddocument bij advies Hoogspecialistische GGZ 1 Ontstaan van een kennisinfrastructuur in de GGZ In 1954 verzuchtte hoogleraar

Nadere informatie

Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT

Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT Voor u ligt de domeinbeschrijving manuele therapie. Deze beschrijving vormt de uitkomst van het project domeinbeschrijving manuele therapie dat door het bestuur

Nadere informatie

W o r k s h o p - N i e u w e l a n d e l i j k e r i c h t l i j n e n s u ï c i d e p r e v e n t i e M a r t i n S t e e n d a m

W o r k s h o p - N i e u w e l a n d e l i j k e r i c h t l i j n e n s u ï c i d e p r e v e n t i e M a r t i n S t e e n d a m W o r k s h o p - N i e u w e l a n d e l i j k e r i c h t l i j n e n s u ï c i d e p r e v e n t i e M a r t i n S t e e n d a m D e n i e u w e m u l t i d i s c i p l i n a i r e b e h a n d e l r

Nadere informatie

Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15

Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15 Inhoud Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding voor de richtlijn 15 1.2 Werkwijze 15 1.3 Patiëntenpopulatie 16 1.4 Doelgroep 16 2 De ziekte van Parkinson 17 2.1

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen DSM-5 whitepaper Persoonlijkheidsstoornissen Bij persoonlijkheidsstoornissen is sprake van manieren van over zichzelf en anderen denken en voelen die een aanzienlijke negatieve invloed hebben op het functioneren

Nadere informatie

Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening

Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Helen I. de Graaf-Waar Herma T. Speksnijder Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Houten 2014 Helen I.

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Bijlage 1: Programma van Eisen

Bijlage 1: Programma van Eisen Bijlage 1: Programma van Eisen Functie: Stichting Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid afdeling Jeugd < 18 jaar Toegangscriteria 1. Karakteristieken van het kind: De algemene karakteristieken

Nadere informatie

Richtlijn psychiatrische diagnostiek

Richtlijn psychiatrische diagnostiek Richtlijn psychiatrische diagnostiek Richtlijn psychiatrische diagnostiek Tweede, herziene versie, 2015 M.W. Hengeveld (voorzitter), A.T.F. Beekman, R.J. Beerthuis, L. Hoekstra, H.J.C. van Marle, P. Naarding,

Nadere informatie

Inhoud. H.E. van der Horst. T.C. olde Hartman en P.L.B.J. Lucassen. A.H. Blankenstein. H. Woutersen-Koch

Inhoud. H.E. van der Horst. T.C. olde Hartman en P.L.B.J. Lucassen. A.H. Blankenstein. H. Woutersen-Koch VII 1 Inleiding SOLK in de huisartsenpraktijk: begrippen en epidemiologie... 1 H.E. van der Horst 1.1 Wat is SOLK?... 2 1.2 Andere (veel)gebruikte termen.... 3 1.3 Relatie tussen SOLK en somatisatie....

Nadere informatie

MedPsych Center (MPC) Voor klinische patiënten

MedPsych Center (MPC) Voor klinische patiënten MedPsych Center (MPC) Voor klinische patiënten Brengt medische en psychische kennis samen MedPsych Center (MPC) voor klinische patiënten 1. Welkom 3 2. Voor welke patiënten is de MPU bedoeld? 3 3. Wachtlijst

Nadere informatie

Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen

Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen OP BASIS VAN ICF MARIETA VERHOEVEN VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST I.O. COGNITIEF GEDRAGSTHERAPEUTISCH WERKER VGCT Ernstige en langdurige eetstoornis Definitie

Nadere informatie

specialistische hulp kleinschalig dichtbij

specialistische hulp kleinschalig dichtbij P R A K T I S C H E I N F O R M A T I E specialistische hulp kleinschalig dichtbij De Hoofdlijn De menselijke maat in hulpverlening Doorverwijzing Als u bent doorverwezen naar De Hoofdlijn, meestal door

Nadere informatie

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan drs. Ellen Wingbermühle GZ psycholoog / neuropsycholoog GGZ Noord- en Midden-Limburg Contactdag 29 september 2007 Stichting Noonan Syndroom 1 Inhoud Introductie

Nadere informatie

Recht op inzage Hoe vraag ik inzage in een patiëntendossier?

Recht op inzage Hoe vraag ik inzage in een patiëntendossier? ALGEMEEN Recht op inzage Hoe vraag ik inzage in een patiëntendossier? In deze folder vindt u de volgende informatie: Onderscheid klinisch dossier, poliklinisch dossier en radiologische gegevens Verzoek

Nadere informatie

Plannen van zorg Niveau 4

Plannen van zorg Niveau 4 Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd

Nadere informatie

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde 1. Inleiding Vanuit de tandheelkundige praktijk komt de vraag naar een gedifferentieerde tandarts

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijk onderzoek Wetenschappelijk onderzoek informatie voor cliënten Inhoud 1 Inleiding 1 Wetenschappelijk onderzoek 1 Waarom zou ik meedoen? 2 Zijn er risico s aan verbonden? 2 De opzet van een onderzoek 2 Wat betekent

Nadere informatie

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm.

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm. Samenvatting Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm Samenvatting 173 Vanaf halverwege de jaren '90 is palliatieve zorg door de Nederlandse

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

CAT VRAGEN OEFENEN Week 1. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013

CAT VRAGEN OEFENEN Week 1. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013 CAT VRAGEN OEFENEN Week 1 Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013 1.Psychiatrisch onderzoek: De cognitieve functies bestaan o.a. uit: a. geheugen,

Nadere informatie

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren Aart Schene Hoogleraar Psychiatrie Radboud umc, Nijmegen Artikelen Neurowetenschappen - 1973-2012 - 2010 2000 1990 Translational Research Basic Animal Research

Nadere informatie

Formats voor verslagen

Formats voor verslagen Bijlage 4 Formats voor verslagen Onderzoeksverslag Verslag van het logopedisch onderzoek van..., door..., d.d.... Personalia Inleiding Aanmelding, verwijzing, klacht en vraagverheldering Intakegesprek

Nadere informatie

FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY. zz ZZ

FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY. zz ZZ Jeugd/civiel/ouders/psychiatrie/schrijfwijzer FORENSISCH PSYCHIATRISCH ONDERZOEK Betreffende: xx XX Geboren Te Wonende : (plaats, land) : (straat, nr, postcode, plaats) en yy YY Geboren Te Wonende : (plaats,

Nadere informatie

E.M. Sesink Drs. J.A.M. Kerstens. Basisverpleegkunde. Niveau 4

E.M. Sesink Drs. J.A.M. Kerstens. Basisverpleegkunde. Niveau 4 E.M. Sesink Drs. J.A.M. Kerstens Basisverpleegkunde Niveau 4 V Voorwoord In de basisverpleegkunde wordt de basiszorg op systematische wijze uitgewerkt. Er is aandacht voor de verschillende rollen van de

Nadere informatie

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

INTER-PSY Vechtdal Kliniek Polikliniek en deeltijdbehandeling INTER-PSY Vechtdal Kliniek Polikliniek en deeltijdbehandeling Informatie voor patiënten, familie en naastbetrokkenen INTER-PSY Vechtdal Kliniek Algemene informatie INTER-PSY

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie