State of the art geweld Aard en omvang, daders, slachtoffers, risicofactoren en aanpak
|
|
- Lotte Driessen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 State of the art geweld Aard en omvang, daders, slachtoffers, risicofactoren en aanpak Politieacademie
2 State of the art geweld
3
4 State of the art geweld Aard en omvang, daders, slachtoffers, risicofactoren en aanpak Anne van Uden MSc. Politieacademie Apeldoorn, januari 2014
5
6 Inhoudsopgave Algemene inleiding 11 1 Aard en omvang geweld Aard geweld Handeling Instrumenteel versus expressief Wijze van handelen Plek van handelen Diverse domeinen Definitie Landelijk programma Aanpak geweld Omvang geweld Samenvattend Geweld in woonwijken Vormen van geweld Aanleiding en verloop Internationale literatuur Relevante onderzoeksrichtingen 26 Literatuurlijst 27 2 Daders Achtergrondkenmerken daders Geslacht en leeftijd Omvang dadergroep Antecedenten Psychische gesteldheid Domeinen Samenvattend Dadertypologieën Veelplegers typologie Beke Publiek geweldplegers Verwey Jonker Typologie geweldplegers DSP-groep Geweldplegers in het uitgaanscircuit Verschillen en overeenkomsten Samenvattend Van kenmerken en typologie naar de praktijk Internationale literatuur 43
7 2.4.1 Achtergrondkenmerken Specialist of generalist? Levensfase Dadertypologie Motieven Relevante onderzoeksrichtingen 48 Literatuurlijst 51 3 Slachtoffers Nederlands onderzoek Individuele kenmerken Behoeften van slachtoffers Slachtoffermonitor Samenvattend Theorie over slachtofferschap Leefstijltheorie Routine-activitetentheorie Dynamic multicontextual criminal opportunity theory Sociale-desorganisatietheorie Herhaald slachtofferschap Behoeften van slachtoffers Relevante onderzoeksrichtingen 70 Literatuurlijst 73 4 Risicofactoren en beschermende factoren Inleiding risicofactoren Individu Familie Opvoeding Mishandeling Scheiding van ouders Eén-ouder gezin Psychopathologie ouders Tienermoederschap Gezinsgrootte Samenvattend Peers Twee mechanismen: facilitering en selectie Diverse andere factoren 83
8 4.4.3 Samenvattend School Binding, toekomstplannen en schoolprestaties Schoolomgeving en relatie docent/leerling Samenvattend Buurt en gemeenschap Stad versus platteland Disorganized neighborhood Normen en waarden Peer groups Mechanismen Sociale verbanden en interactie Collective efficacy Institutionele bronnen Routine-activiteiten Buurtfactor, DE factor? Beschermende factoren Familie School Peers Buurt en gemeenschap ( neighborhood ) Versnellers: situationele factoren Relevante onderzoeksrichtingen 93 Literatuurlijst 95 5 Aanpak Politie Resultaten uit empirisch onderzoek Effectieve interventies Persoonsgerichte interventies Contextgerichte interventies Gecombineerd: context- en persoonsgericht Omstandigheden Intensiteit en wijze van implementatie Focus en meerdere contexten Algemene werkzame bestanddelen Samenvattend Politiewerk in theoretisch perspectief Community policing 109
9 5.2.2 Problem-oriented policing Restorative policing Pulling levers Third-party policing Hot spots policing Relevante onderzoeksrichtingen 114 Literatuurlijst 117 Bijlage 1- Onderzoeksverantwoording 121 Colofon 123
10 Algemene inleiding
11
12 Algemene inleiding Geweld in wijken is een vorm van geweld die relatief vaak voorkomt (Terlouw et al. 1999; Lünneman & Bruinsma, 2005; Dekkers et al., 2009). Vaker nog dan bijvoorbeeld geweld in de horeca en geweld in het verkeer. Toch is er nog relatief weinig bekend over de precieze aard en omvang van dit geweld. Komt het inderdaad vaker voor of zijn de cijfers hoger omdat er meer woongebieden zijn dan horecagebieden? Ook over de aanpak ervan bestaan vragen. Zo is er binnen de politie ruim aandacht voor horecageweld. Er bestaan binnen een aantal regio s zelfs speciale teams die zich bezighouden met het indammen van geweld tijdens het uitgaan. Voor de aanpak van geweld in wijken lijkt nog relatief weinig aandacht te zijn. In deze state of the art wordt een antwoord gegeven op deze en andere gerelateerde vragen, voor zover ze terug te vinden zijn in de literatuur. De volgende vragen komen aan bod. 1. Wat is er bekend over de aard en omvang van geweld? Aan bod komen definities en vormen van geweld en een aantal cijfers. 2. Wat is er in onderzoek geschreven over daders van geweld? Wat zijn hun kenmerken? En hoe worden dader (-groepen) gecategoriseerd? 3. Wat is er uit onderzoek bekend over slachtoffers van geweld? 4. Wat zijn risicofactoren van gewelddadig gedrag? Verschillende factoren zullen de revue passeren, gerangschikt binnen een aantal domeinen: individu, familie, peers (vrienden en bekenden), school en buurt/gemeenschap (ook wel community of neighborhood). De focus zal met name liggen op de laatste vier domeinen, omdat middels deze domeinen ook het individu beïnvloed kan worden. 5. Wat is er in de literatuur geschreven over de aanpak van de politie en effectieve politie-interventies? Elk hoofdstuk eindigt met een aantal vragen: de witte vlekken die er nog bestaan in het onderzoeksveld. Een deel van deze vragen gaat de komende jaren beantwoord worden middels het promotieonderzoek
13 12 State of the art geweld naar geweld in woonwijken en de aanpak van de politie daarvan. Deze aanpak stond het afgelopen jaar centraal tijdens acht peer reviews: praktijkonderzoek om belangrijke elementen van aanpakken van de politie boven water te krijgen. Tot slot een paar woorden van dank. Allereerst aan Otto Adang voor het meedenken met de inhoud van deze state of the art studie. Daarnaast aan Pauline Klomp en Gitta Bastiaan voor het meelezen en redigeren.
14 Aard en omvang geweld
15
16 1 Aard en omvang geweld In Nederland, maar ook in het buitenland is al veel onderzoek gedaan naar geweld. Opvallend is dat er een veelheid aan begrippen in omloop is. Er is voortdurend discussie over hoe het begrip geweld moet worden gedefinieerd (De Haan, 2010: 36). De Haan gaat er vanuit dat het definitief vaststellen van de reikwijdte van geweld niet alleen prematuur is, maar ook gedoemd is om te mislukken. Voor het doen van onderzoek betekent dit dat het doen van onderzoek naar geweld geen waardevrije onderneming is. De Haan stelt voor om diverse vormen van geweld empirisch te evalueren en niet te blijven discussiëren over een eenduidige definitie van geweld (De Haan 2010:37). Het streven naar een eenduidige definitie is niet nodig, maar het formuleren van een definitie is wel van belang om duidelijk een onderzoeksgebied af te bakenen. 1.1 Aard geweld Wanneer gekeken wordt naar onderzoek naar de aard en omvang van geweld passeren een aantal aspecten de revue. De belangrijkste zijn hieronder op een rij gezet. Het gaat om handeling, instrumenteel versus expressief, wijze van handelen, plek van handelen en diverse domeinen Handeling Kijkend naar het begrip geweld gaat het in de eerste plaats om een handeling. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen fysiek geweld en verbaal geweld. Het CBS heeft op basis van het wetboek van strafrecht een aantal misdrijven als geweld gedefinieerd: kapitale delicten (moord, doodslag, hulp bij zelfdoding, euthanasie, abortus), seksuele misdrijven (verkrachting en ontucht), dood en lichamelijk letsel door schuld, bedreiging, (zware) mishandeling, diefstal met geweld en afpersing (Van Ham & Ferwerda, 2012:4).
17 16 State of the art geweld Het CBS neemt ook een aantal vormen van geweld niet mee. Zo classificeert het CBS openlijke geweldpleging in vereniging (Art. 141 Sr.) niet als geweldsmisdrijf, terwijl dit wetsartikel veelvuldig gebruikt wordt ter bestrijding van kleinschalige en grootschalige ordeverstoringen en ruzies in cafés en discotheken (Wedzinga, 1992) (Gevonden in: Van Ham & Ferwerda, 2012:4). Tevens blijven delicten die betrekking hebben op geweld tegen voorwerpen (zoals bijvoorbeeld vernieling) en verbale agressie (te denken valt aan belediging) in de opsomming van het CBS buiten beschouwing (Van Ham & Ferwerda, 2012:4) Instrumenteel versus expressief Bovenstaande opsomming is een gedetailleerde opsomming van diverse wetsartikelen. In de literatuur is één van de indelingen die wordt gebruikt om geweld te classificeren de volgende: instrumenteel en expressief. Van instrumenteel geweld is sprake wanneer een dader het geweld willens en wetens toepast om een bepaald materieel doel te behalen (het kan dan bijvoorbeeld gaan om een overval of beroving). Expressief geweld dient daarentegen geen materieel doel, is impulsief en wordt geacht woede of vijandigheid uit te drukken (Van Erpecum, 2005; Gevonden in: Van Ham & Ferwerda, 2012:4). De vraag is echter of dat onderscheid altijd zo scherp is. Iemand die in een wijk constant bedreigingen uitvoert en ook fysiek geweld toepast heeft misschien niet direct een materieel doel, maar heeft wellicht wel als doel om macht over de wijk te krijgen. Daarmee zou het geweld instrumenteel zijn. Nu wordt het vaak nog geschaard binnen de categorie expressief. In Nederlandse onderzoeken wordt dit onderscheid vaak gemaakt. Onderzoeken die zich richten op expressief geweld gaan bijvoorbeeld uit van de volgende definitie. Lünneman en Bruinsma (2005) vinden expressief geweld vooral geweldsuitingen die als uitbarstingen van spanningen en/of irritaties gezien kunnen worden (Lünneman & Bruinsma, 2005: 21). In onderzoek van de Dienst Landelijke Informatie Organisatie in oprichting staat expressief geweld centraal. Daarbij is het criterium dat het geweld niet gericht is op het verkrijgen van een goed (Van der Leest, 2013).
18 1 Aard en omvang geweld Wijze van handelen Ook de wijze van handelen speelt een rol: met toestemming van het slachtoffer (bijvoorbeeld euthanasie), tegen de wil in van het slachtoffer en het nalaten van een handeling (Van Ham & Ferwerda, ). In bovenstaande gevallen is het slachtoffer altijd een persoon. Geweld kan echter ook plaatsvinden tegen goederen of tegen dieren Plek van handelen Bij de bestudering van geweld is verder de plek van handeling van belang. Op het meest abstracte niveau zien we een onderscheid tussen geweld in het private, het publieke (bijvoorbeeld een wijk) en het semi-publieke domein (bijvoorbeeld een school). Vaak wordt publiek en semi-publiek samengenomen en losgekoppeld van geweld in de private ruimte, zoals huiselijk geweld. Lünneman en Bruinsma (2005) onderzoeken deze beide vormen van geweld. Onder huiselijk geweld verstaan zij geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer gepleegd is. Die huiselijke kring bestaat uit (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden (Lünneman & Bruinsma, 2005:21). Centraal bij deze vorm van geweld staat niet de locatie, maar de relatie die er is tussen dader en slachtoffer. Publiek geweld is al het geweld dat zich op straat en in semipublieke ruimten afspeelt, exclusief het geweld tussen (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Geweld tussen vrienden, (vage) bekenden en onbekenden van elkaar valt binnen deze definitie van publiek geweld (Lünneman & Bruinsma, 2005:22). De term publiek geweld is voor het eerst door Schuyt in 1999 gebruikt als vervanging voor de term zinloos geweld. Hij vond dit geen juist begrip omdat het een moreel oordeel impliceert. Bovendien is het geweld in de ogen van het slachtoffer zinloos, maar gezien vanuit het standpunt van de dader kan geweld wel degelijk zinvol zijn 2. Met het begrip publiek geweld wordt sterk de nadruk gelegd op het (publieke) domein waarin gewelddadigheden plaatsvinden: de openbare ruimte (bijvoorbeeld pleinen en straten met cafés en andere uitgaansgelegenheden, evenals het openbaar vervoer). Ook andere 1 Gebaseerd op het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 2 Zie hoofdstuk 2 over daders.
19 18 State of the art geweld gelegenheden zoals de school, het ziekenhuis en het gebouw van de gemeentelijke sociale dienst vallen onder deze definitie (Beke et al., 2001:19 & Beke, 2012:1) Diverse domeinen Naast deze afbakening worden in sommige onderzoeken de locaties waar het geweld plaatsvindt benoemd. Er wordt ook wel gesproken over domeinen. Zo worden in het onderzoek van Terlouw et al. (1999) de volgende domeinen benoemd: wijk, verkeer, uitgaan, winkel, school, openbaar vervoer en sportgerelateerd. Loef et al. (2010) nemen deze diverse domeinen over. Zij vullen daarbij nog een tweetal vormen van geweld aan, niet per se gekoppeld aan een locatie. Het gaat om vermogensgeweld en homonegatiefgeweld Definitie Landelijk programma Aanpak geweld Het Landelijk programma Aanpak geweld heeft een definitie op laten stellen met als doel om binnen politie Nederland overeenstemming te bereiken wat nu precies onder geweld wordt verstaan. Deze definitie is als volgt (Van Ham & Ferwerda, 2012: 8): Geweld is een verbale, fysieke en/of seksuele handeling gericht tegen mens of dier en tegen de wil van het slachtoffer, waardoor lichamelijk en/of psychisch letsel kan ontstaan dan wel de integriteit van een persoon kan worden geschonden. 1.2 Omvang geweld Van der Leest (2013) onderzocht onder andere de omvang van expressief geweld in Nederland. Landelijk zien de cijfers 3 er als volgt uit. Het gaat om het aantal incidenten dat is geregistreerd door de politie (Van der Leest, 2013:15). Het gaat niet alleen om publiek geweld, maar ook huiselijk geweld is hierin meegenomen. 3 Bij het zien van deze cijfers is het goed om in het achterhoofd te houden dat politiecijfers niet het hele beeld geven van de werkelijkheid. Zo bleek onlangs uit onderzoek van de Inspectie voor Veiligheid en Justitie dat de betrouwbaarheid van een aantal belangrijke politiegegevens voldoende is. Echter, de betrouwbaarheid van een aantal andere politiegegevens blijkt matig dan wel onvoldoende (Inspectie Veiligheid en Justitie, 2013:11).
20 1 Aard en omvang geweld Bedreiging Openlijke geweldpleging Eenvoudige mishandeling Zware mishandeling Overigen mishandeling Totaal mishandeling Verkrachting Aanranding Totaal expressief (totaal mishandeling verkrachting en aanrandig) Bron: Gids Ruim 15 jaar eerder is publiek geweld cijfermatig in kaart gebracht, ook weer gebaseerd op politiecijfers. Terlouw (1999) 4 en Lünneman & Bruinsma (2005) onderzochten beiden geweld in de publieke ruimte. Beide onderzoeken hadden betrekking op fysiek geweld tussen personen die geen bekenden zijn van elkaar 5. De scope van het onderzoek is kleiner dan die van het onderzoek van Van der Leest, zowel op het gebied van het soort delict als de betrokkenen bij het geweld (wel of geen bekende van elkaar). Dat maakt een onderlinge vergelijking lastig. In de onderstaande tabel zijn de geweldpercentages weergegeven uit de onderzoeken van Terlouw et al. (1999) en Lünneman & Bruinsma (2005), gegroepeerd per domein. 4 In het onderzoek van Terlouw et al. zijn de volgende wetsartikelen meegenomen: Tegen openbare orde (Artikel 141), Tegen openbaar gezag (Artikel 179 t/m 182), Doodslag en poging tot doodslag (Art. 282, 282a, 283 en 287 t/m 289) en mishandeling (Art. 300 t/m 306). Bedreiging, afpersing, diefstal met geweld en seksueel geweld zijn niet meegenomen. Daarnaast zijn de volgende incidentcodes meegenomen: Zonder letsel (code 300), Zonder letsel, zonder wapen (code 301), zonder letsel, met wapen (code 302), Zonder letsel, met vuurwapen (code 303), met letsel (code 310), zonder wapen, met letsel (code 311), met wapen, met letsel (312), Dodelijk zonder wapen (321), dodelijk met wapen (322), bijzondere inbreuk veiligheid (340), Vrijheidsbeneming/gijzeling (341). In het onderzoek is gekeken naar aangiftes en meldingen. Bij de aangiftes blijkt er vaker sprake te zijn van letsel dan dat het geval is bij meldingen. 5 Voordat zij een schifting maken in het onderzoek blijkt uit cijfers die zij hebben verzameld over meldingen en aangiftes dat in 30% van de meldingen de dader een onbekende blijkt te zijn. Bij aangiftes ligt dat percentage hoger, namelijk 47% (Terlouw et al., 1999:68).
21 20 State of the art geweld Verschil Woonwijk 35% 51% +16% Verkeer 24% 19% -5% Uitgaan 19% 21% +2% Winkel 6% 3% -3% School 3% 1% -2% Openbaar Vervoer 1% 3% +2% Sport 1% 1% 0% Overig 11% 1% -10% Uit bovenstaande tabel blijkt dat drie domeinen eruit springen: woonwijk, verkeer en uitgaan. Geweld in woonwijken komt het meest voor en vertoont ook de grootste stijging. Of dit een structureel patroon is, kan niet worden gezegd omdat er slechts twee meetmomenten zijn geweest. Stijgingen en dalingen kunnen net zo goed het gevolg zijn van toeval. 1.3 Samenvattend Geweld is een breed begrip waar verschillende definities voor worden gebruikt. Ook (en waarschijnlijk daardoor) is het steeds verschillend welke vormen van geweld (bijvoorbeeld wetsartikelen) binnen de definitie vallen. Dat blijkt wel uit het feit dat er in diverse Nederlandse onderzoeken verschillende vormen van geweld worden meegenomen, vaak ook nog gericht op specifieke domeinen. 1.4 Geweld in woonwijken Geweld in woonwijken is een vorm van geweld die vaak lijkt voor te komen. Het percentage wijkgerelateerde geweldzaken is bijvoorbeeld hoger dan het percentage horecagerelateerde geweldzaken. De vraag is of dit verschil absoluut is of relatief. Komt het verschil voort uit het feit dat er nu eenmaal meer woonwijken zijn dan horecagebieden (absoluut) of is er ook relatief gezien een groot verschil? Naast de vraag of geweld in wijken relatief gezien een probleem is, is ook een vraag hoe geweld in woonwijken eruit ziet. Deze vraag is misschien nog wel belangrijker omdat op het gebied van omvang altijd de vraag zal
22 1 Aard en omvang geweld 21 blijven bestaan of de juiste bronnen zijn gebruikt en of die een volledig beeld kunnen geven (Stol, 2004:231). De vraag over de inhoud van het geweld is ook van belang, omdat het mogelijk invloed heeft op de aanpak van de politie Vormen van geweld Het onderzoek van Terlouw et al. (1999) noemt de wijk als de plek waar veel geweld voorkomt. In hun onderzoek gaat het om geweld tussen onbekenden. Het criterium om geweld woonwijkgerelateerd te noemen is dat het in de directe woonomgeving van de betrokkene plaatsvindt (Beke et al., 2001:109). Lünneman & Bruinsma herhalen dit onderzoek in Zij geven aan dat bij wijkgeweld gedacht kan worden aan bijvoorbeeld geweldsincidenten waarbij groepen jongeren die rondhangen in een woonwijk buurtbewoners lastig vallen en waarbij het soms tot een handgemeen komt (Lünneman & Bruinsma, 2005). Van der Torre et al. (2013) noemen gewelddadige jeugdgroepen die de buurt terroriseren. Daarnaast kan het ook gaan om asociale gezinnen die de omgeving terroriseren waarbij soms grof geweld wordt gebruikt. In beperkte mate horen daar ook afrekeningen in de wijk bij tussen criminelen onderling (Lünneman & Bruinsma, 2005). Eysink Smeets et al. (2013) spreken over de problematiek van de onaantastbaren. Het gaat dan om overlast en intimidatie van jongens en jonge mannen die zichzelf onaantastbaar wanen, waarvoor de buurt bang is en waartegen althans in de ogen van burgers ook de overheid onmachtig lijkt om in te grijpen (Eysink Smeets, 2013:3). Zij plaatsen deze problematiek op de criminaliteitspriramide (van kleine ergernissen naar overtredingen naar misdrijven). De onaantastbarenproblematiek bevindt zich tussen overtredingen en misdrijven in (Eysink Smeets, 2013:40). Het gaat hier dus niet altijd om fysiek geweld, maar ook om verbaal/psyschisch geweld. Ook Koemans gaat in op deze vorm van geweld. Zij onderzocht elf Nederlandse wijken en concludeert dat in alle wijken mensen overlast en dreiging ervaren van jonge mannen in het straatbeeld. In drie wijken spreken bewoners vaak over dergelijke gebeurtenissen. Deze bewoners
23 22 State of the art geweld geven aan dat ze geen melding meer durven doen van overlastgevend en crimineel gedrag. Ook zijn er in deze wijken conflicten en een machtsstrijd tussen groepen jongeren en politie. In de andere acht wijken komen overlast en dreiging ook voor, maar in minder ernstige mate (Gevonden in Eysink Smeets et al., 2013). Een andere vorm van geweld, niet direct fysiek, zijn conflicten in de wijk, zoals bijvoorbeeld burenruzies. Ufkes (2011) beschrijft dat personen in dit soort conflictueuze situaties drie manieren hebben om te reageren op een conflict. In de eerste plaats forceren (destructieve reacties door direct of indirect agressief te reageren). De tweede manier van reageren is om een conflictsituatie te vermijden. De derde manier van reageren is oplossen (constructief reageren en rekening houden met belangen van beide partijen). Vooral bij de eerste variant is agressie en mogelijk ook fysiek geweld in het spel (Ufkes, 2011:129). Geweld in wijken, al dan niet fysiek, kent dus verschillende verschijningsvormen: geweld door jeugdgroepen, gezinnen die de buurt terroriseren, intimidatie door onaantastbaren en burenconflicten. Welke vormen eronder vallen, is steeds afhankelijk van hoe het begrip geweld gedefinieerd wordt Aanleiding en verloop In bovenstaande paragraaf is aandacht besteed aan de verschillende vormen van geweld. De vraag die vervolgens zou kunnen worden gesteld, is hoe geweld kan ontstaan. Beke et al. (2001) deden casusonderzoek naar wijkgerelateerd geweld. Zij baseren hun conclusies op 22 zaken. Daaruit constateerden zij dat buurtgeweld zich in de eerste plaats minder goed laat vangen dan verkeersgeweld en uitgaansgeweld, de andere twee vormen van geweld die zij specifiek hebben onderzocht. Zij onderscheiden in ieder geval drie vormen van buurtgeweld, namelijk buurtgeweld met een echte aanleiding, een triviale aanleiding en geen aanleiding. Het gaan dan steeds om geweld tussen onbekenden. Aanleiding Een substantieel deel (12 van de 22 zaken) van het buurtgerelateerde geweld heeft een directe aanleiding. Het gaat om kinderen die belletjetrek-
24 1 Aard en omvang geweld 23 ken, roddel en achterklap tussen buurtbewoners, ruzie over het lenen van gereedschap, of rondhangende jongeren die vernielingen aanrichten of anderszins ergernis opwekken. Het gaat met name over wrijvingen als gevolg van grensoverschrijdingen. Vaak gaat het om confrontaties tussen partijen die tegen elkaar zijn opgewassen. Er zijn twee varianten zichtbaar: botsing tussen gelijkgestemden waarbij beide zich asociaal en provocatief opstellen en een variant waarbij opgetreden wordt nadat men zich geërgerd heeft (Beke et al., 2001:110). Dit wordt ook wel het scenario reageren op agressief gedrag genoemd (Van Ham & Ferwerda, 2013:49). Daarnaast is er geweld met een triviale aanleiding (5 van de 22). Het gaat dan bijvoorbeeld om incidenten waarbij groepen jongeren zonder reële aanleiding geweld plegen. In dit onderzoek kwam naar voren dat groepen zelf nog wel eens een aanleiding creëren (Beke et al., 2001:110). Dit scenario wordt ook wel de klopjacht genoemd (Van Ham & Ferwerda, 2013:49). Ten slotte is er geweld zonder aanleiding (5 van de 22). Het gaat veelal om één op één situaties waarbij zonder enige aanleiding iemand slachtoffer wordt van geweld. Dit zijn zaken die over het algemeen voldoen aan het maatschappelijke beeld van zinloos geweld (Beke et al., 2001:110). Dit is ook wel het scenario van de psychisch gestoorde (Van Ham & Ferwerda, 2013:49). Verloop Naast de aanleiding van buurtgeweld keken Beke et al. (2001) ook naar het verloop van geweldsincidenten in een wijk. Het merendeel van de geweldsincidenten wordt in één doorlopend proces voltooid. Deze éénfase onenigheden lijken gemiddeld kortdurend te zijn. Een kleiner deel verloopt in meerdere (vooral) twee fasen. Bij buurtgeweld met een duidelijke aanleiding wordt een duidelijke actiereactie keten waargenomen. Bij de andere twee vormen van buurtgerelateerd geweld verloopt het anders. Soms is er helemaal geen aanloop: het slachtoffer wordt eenvoudigweg gemolesteerd en overvallen na soms eerst in de val gelokt te zijn (Beke et al., 2001: 68).
25 24 State of the art geweld Buurtgeweld eindigt in vergelijking met bijvoorbeeld uitgaansgeweld niet vaak door tussenkomst van de politie. Veel bij buurtruzies betrokken personen komen ervan af met de schrik, pijn en blauwe plekken. Minder vaak is er sprake van ernstig letsel. Verder is buurtgeweld vooral eenzijdig (13 van de 22). Bij het grootste gedeelte heeft het slachtoffer geen rol in de aanloop. Dat is bij verkeersgeweld vaak wel het geval. Daarnaast zijn er ook gevallen waarbij het incident tweezijdig is in de aanloop en tweezijdig is in de escalatie (6 van de 22). Het gaat dan bijvoorbeeld om geweld dat voortvloeit uit onderlinge irritaties. Bij ruim tweederde (16 van de 22 ) wordt er melding gemaakt van wapens. In 14 van de 22 gevallen wordt er ook daadwerkelijk gebruik van gemaakt. Bij de andere twee gevallen is er sprake van dreiging met een wapen. Alcohol en drugsgebruik lijkt redelijk beperkt. In zes van de dossiers wordt alcoholgebruik gemeld en in één dossier is sprake van drugsgebruik (Beke et al., 2001:127). De vraag is natuurlijk of dat altijd even goed is bijgehouden. Wat betreft het verloop valt op dat het merendeel van de geweldsincidenten in één doorlopend proces wordt voltooid. De vraag is of dit ook het geval is wanneer het gaat om geweld tussen bekenden. Juist in wijken, waar mensen elkaar toch vaak wel kennen, in ieder geval van gezicht, kan het zijn dat een conflict al een tijd broeit en dat het op een gegeven moment uit de hand loopt. Er is dan geen sprake meer van één doorlopend proces. Verder blijkt dat buurtgeweld eenzijdig is. De vraag is of dit de uitkomst is als ook bekenden worden meegenomen. 1.5 Internationale literatuur Niet alleen in Nederland is veelvuldig onderzoek gedaan naar geweld, ook in de buitenlandse literatuur staat geweld regelmatig op de onderzoeksagenda. Wat daarbij opvalt is dat geweld niet altijd uitgesplitst wordt in domeinen waar het plaatsvindt. In veel reviewartikelen waar een overzicht wordt gegeven van bijvoorbeeld risicofactoren van geweld wordt het begrip niet altijd helder gedefinieerd, maar is het vaak afhankelijk van de door de reviewers gebruikte (wets-) artikelen en de vormen van geweld die daarin benoemd staan.
26 1 Aard en omvang geweld 25 De term die het meest in de buurt komt bij geweld in woonwijken is community violence. Salzinger et al. (2002) plaatsen dit begrip tegenover abuse en domestic violence. Daarmee lijkt het overeen te komen met het onderscheid dat in Nederlands onderzoek wordt gemaakt, namelijk tussen geweld in de publieke en de private ruimte. Ook neighborhood violence is een term die veelvuldig gebruikt wordt. Vaak wordt het gedefinieerd aan de hand van een aantal door de auteur gekozen delicten, zoals bijvoorbeeld moord en doodslag. Daarnaast is er nog een aantal begrippen die breder zijn dan geweld, maar waarbij geweld een onderdeel kan zijn. Een voorbeeld daarvan is antisocial behavior. Ingoldsby & Shaw (2002) benoemen dat dit op vele manieren gedefinieerd en geoperationaliseerd kan worden.: Antisocial behavior during this period has been described in terms of externalizing problems, aggression, conduct disorder, juvenile delinquency, and gang involvement. Wat opvalt, is dat er overlap zit tussen deze begrippen, maar dat ze niet van dezelfde orde zijn. Conduct disorder is een begrip uit de psychiatrie, terwijl delinquency een begrip is uit het strafrecht (Ingoldsby & Shaw, 2002:29). Hetzelfde zie je terug met het begrip disadvantaged neighborhood. Ook daar kan geweld een aspect van zijn (Sampson et al.,2002). Soms ook wordt in de internationale litartuur geweld gecombineerd met agressie. In sommige gevallen kan dat een voorloper zijn van geweld (Valois et al., 2002:455). De manier waarop geweld wordt onderzocht, verschilt, net zoals dat het geval is in Nederland. Soms wordt er gekeken naar politiecijfers en andere keren worden zelfrapportages meegenomen. Een ander punt van aandacht dat uit internationaal onderzoek naar voren komt, is dat vaak maar naar een beperkt aspect wordt gekeken, namelijk de frequentie van bepaald gedrag. In het kader van het in beeld brengen van ontwikkelpaden is het ook nodig om vaker dan nu het geval is aandacht te schenken aan de leeftijd waarop het criminele gedrag start, de ernst en het type antisocial behavior, bijvoorbeeld geweld (Ingoldsby & Shaw, 2002:29).
27 26 State of the art geweld 1.6 Relevante onderzoeksrichtingen Geweld is een breed begrip waar al op veel (verschillende) manieren onderzoek naar is gedaan. Uit deze onderzoeken blijkt dat geweld een veelheid aan verschijningsvormen kent. Om die reden is het van het grootste belang om een duidelijke onderzoeksafbakening te maken wanneer je onderzoek doet naar geweld. Uit Nederlandse onderzoeken blijkt dat geweld in woonwijken een veelvoorkomende vorm is van geweld. Dit blijkt uit twee onderzoeken die zich gericht hebben op fysiek geweld tussen onbekenden. Een eerste vraag die van belang is om te beantwoorden, is wat op dit moment de precieze omvang is van geweld in wijken. Het onderzoek waarnaar wordt verwezen, is immers al een aantal jaren oud. Bovendien wordt uit dit onderzoek niet duidelijk of het grotere aantal nu voortkomt uit het feit dat er nu eenmaal meer woonwijken zijn dan bijvoorbeeld horecawijken of dat de aantallen relatief zijn. Los van het antwoord op deze vraag blijft staan dat geweld in wijken in ieder geval toeneemt en ook meer dan geweld in de horeca. Naast de omvang van geweld is een andere, wellicht belangrijkere vraag wat de aard is van het geweld. Om deze vraag te beantwoorden is het van belang om een afbakening te maken van het onderzoeksgebied. Verder moet ook gekeken worden naar de aanloop en het verloop van het geweld. De informatie die hier nu over beschikbaar is, is erg beperkt en gebaseerd op een zeer klein aantal incidenten. Gekeken kan worden of de aanloop en het verdere verloop in overeenstemming zijn met wat in eerder onderzoek gevonden is. De hypothese is dat er verschillen zullen zijn wanneer geweld tussen bekenden wordt meegenomen. Inzicht in deze zaken is van belang voor de aanpak van het geweld. Wellicht kan een aantal scenario s (aanloop en verloop) worden geformuleerd op basis waarvan de politie en eventueel andere partners hun aanpak kunnen kiezen.
28 Literatuurlijst 27 Literatuurlijst Beke, B.M.W.A., Haan, de, W.J.M., Terlouw, G.J. (2001). Geweld verteld. Daders, slachtoffers, getuigen over geweld op straat. Den Haag: WODC. Bruin, K. & Woerds, ter, S. (2013). Concentraties van geweld in de regio Amsterdam-Amstelland. Amsterdam: Politie. (Vertrouwelijk) Erpecum, van, I. (2005). Van afzijdigheid naar betrokkenheid. Preventieve strategieën tegen geweld. Haan, de. W. (2010). Geweld als een fundamenteel betwistbaar begrip. In: Althoff, M. & Nijboer, J. (Eds.) (2010). Zoeklicht op geweld. Sociale conflicten in het publieke domein. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Ham, van, T. & Ferwerda, H. (2012). Geweld en geweldplegers. Naar een landelijke definitie. Arnhem: Bureau Beke Ham, v. T., & Ferwerda, H. (2013). Van korte lontjes tot klopjacht. Secondant Ingoldsby, E.M. & Shaw, D.S. (2002). Neighborhood contextual factors and early starting anti-social pathways. Clinical Child and familiy Psychological Review. 5 (1) Inspectie voor Veiligheid en Justitie. (2013). Betrouwbaarheid van een aantal belangrijke cijfers van de politie. Den Haag. Leest, W. van der. (2013). Geweld. Analyse van de aard, omvang en ontwikkeling van expressief geweld in Nederland. Zoetermeer: Ipol. Loef, L., Heijke, M., Dijk, van, B. (2010). Typologie van plegers van geweldsdelicten. Amsterdam: DSP-groep
29 28 State of the art geweld Lösel, F. & Farrington, D.P. (2012). Direct protective and buffering protective factors in the development of youth violence. American Journal of preventive medicine. 43. S8-S23 Lünneman & Bruisma (2005). Geweld binnen en buiten: aard, omvang en daders van huiselijk en publiek geweld in Nederland. Den Haag: WODC. Salzinger, S., Feldman, R.S., Stockhammer, T., Hood, J. (2002). An ecological framework for understanding risk for exposure to community violence and the effects of exposure on children and adolescents. Agression and violent behaviour Sampson, R.J., Morendff, J.D., Gannon-Rowley, T. (2002). Neighborhoodeffects : Social processes and new direcetions in research. Annual Review of Sociology Stol, W.Ph. (2004). Geweld in Nederland. Aard, omvang en ontwikkeling. In: Muller, E.R. (ed). (2004). Veiligheid. Studies over inhoud, organisatie en maatregelen. Alphen a/d Rijn: Kluwer Terlouw, G.J., Haan, W.J.M., Beke, B.M.W.A. (1999). Geweld: gemeld en geteld. Den Haag: WODC. Valois, R.F., MacDonald, J.M., Bretous, L. Fischer, M.A., Wanzer Drane, J. (2002). Risk factors and behaviours Associated with adolescent violence and aggression. American Journal of health behaviour. 26(6)
30 Daders
31
32 2 Daders Om de vraag te beantwoorden wat een goede aanpak zou zijn van geweld in wijken is het van belang kennis te hebben over daders van geweld. Wat is de achtergrond van deze daders? Plegen zij alleen geweld of in groepen? En plegen zij vaker (gewelds)delicten of gaat het om incidentele daders? Het beantwoorden van deze vragen is van belang om tot een goede en effectieve aanpak van geweld te komen. In dit hoofdstuk komt allereerst aan bod wat in Nederland bekend is over daders: achtergrondkenmerken van daders en domeinen. Vervolgens zal worden ingegaan op dadertypologieën. Daarna wordt ingegaan op de vraag wat over deze thema s in de internationale literatuur bekend is. Ten slotte worden relevante onderzoeksrichtingen geformuleerd. 2.1 Achtergrondkenmerken daders In Nederland is verschillend empirisch onderzoek beschikbaar over kenmerken van daders van diverse delicten, zoals bijvoorbeeld overvallen, huiselijk geweld maar ook publiek geweld. Van der Leest (2013) deed onlangs onderzoek naar de aard en omvang van expressief geweld in Nederland. Daarin besteedde hij onder andere aandacht aan kenmerken van daders. Uit zijn onderzoek komt het volgende naar voren: In 2007 konden bijna verdachten gerekend worden tot de stelselmatige geweldplegers, in 2011 was dit aantal teruggelopen tot ruim (Van der Leest, 2013:10).
33 32 State of the art geweld Een stelselmatige geweldpleger 6 is een geweldpleger van expressief geweld, niet zijnde instrumenteel geweld en niet zijnde seksueel geweld. Daarmee lag het aantal stelselmatige geweldplegers nog altijd hoger dan in In 2011 zijn er minder incidentele geweldplegers dan in 2007, maar ook nu ligt het aantal incidentele geweldplegers nog altijd hoger dan in Gemiddeld wordt een stelselmatige geweldpleger verdacht van 4,4 misdrijven en een incidentele geweldpleger van 1,6 misdrijven. Geweld lijkt voor stelselmatige geweldplegers normaal gedrag te zijn. Stelselmatige geweldplegers worden van bijna drie keer zoveel misdrijven verdacht dan niet-geweldplegers (Van der Leest, 2013:10). Niet-geweldplegers zijn personen die geen expressief geweld plegen. Het gaat dan om personen die helemaal geen geweld plegen of andere vormen van geweld, namelijk seksueel geweld en instrumenteel geweld. Stelselmatige geweldplegers worden vooral vaker verdacht van ernstige (gewelddadige) vormen van criminaliteit. Het aantal delicten waarvan stelselmatige geweldplegers verdacht worden, is gedaald in de afgelopen jaren. Stelselmatige geweldplegers plegen gemiddeld hun eerste misdrijf veel eerder dan de incidentele geweldplegers. Afgelopen jaren is het aandeel jeugdige stelselmatige en incidentele geweldplegers gedaald. Het aandeel jongvolwassenen ligt echter stabiel rond een kwart voor beide typen geweldplegers (Van der Leest, 2013:10). Van der Leest (2013) kijkt in zijn onderzoek ook of er bij geweldsdelicten sprake is van een leeftijdseffect, met andere woorden of geweld vooral iets is dat personen in hun adolescentenperiode plegen en er dan vervolgens mee stoppen of dat het langer aanhoudt. Uit de analyse blijkt dat ruim de helft van de jongeren eenmalig een geweldsdelict pleegt. Voor de andere helft van de onderzochte groep blijkt dat een substantieel deel volhardt in het plegen van geweldsdelicten (Van der Leest, 2013:4). Ook in eerdere periodes is gekeken naar de aard en omvang van geweld. Lünneman en Bruinsma (2005) hebben gekeken naar de achtergrond- 6 Type geïntroduceerd in het landelijk verdachtenbeeld. Een stelselmatige geweldpleger is in het peiljaar drie keer of vaker aangehouden voor het plegen van geweld.
34 2 Daders 33 kenmerken van daders van publiek geweld 7 en legden dat naast vergelijkbaar onderzoek uit De onderzoekers keken naar verschillende achtergrondfactoren, namelijk geslacht, leeftijd, omvang van de dadergroep en het aantal antecedenten (al dan niet geweldgerelateerd) Geslacht en leeftijd Uit het onderzoek blijkt dat geweld in 77% een zaak is van mannen. Daarnaast blijkt dat de meerderheid van de incidenten gepleegd wordt door jonge mensen. In 1998 waren voornamelijk jongeren tussen de 0-24 jaar verdachte (70%). In 2002 daalde het percentage naar 47% (Lünneman & Bruinsma, 2005) Omvang dadergroep Bij het merendeel van de incidenten is er sprake van een 1 op 1 situatie. In 1998 was dat in 55% van de gevallen het geval, in 2002 steeg het aantal 1 op 1 incidenten naar 69%. De gevallen waarbij sprake is van meerdere verdachten en één slachtoffer daalde van 33% naar 21%. De situatie waarbij er sprake was van één verdachte en meerdere slachtoffers bleef nagenoeg gelijk: het percentage ging van 4% naar 5%. Tot slot zijn er ook incidenten waarbij slachtoffer en dader in beide gevallen met meer dan één persoon zijn en zich in een groep bevinden. De gevallen waarvan hier sprake was daalde van 8% naar 5% (Lünneman & Bruinsma, 2005:62) Antecedenten Lünneman en Bruinsma (2005) keken ook of de geweldpleger meerdere antecedenten, al dan niet geweldgerelateerd, op zijn of haar naam heeft staan. Wederom trokken zij weer de vergelijking met een onderzoek van een aantal jaar geleden. Zij maakten daarbij onderscheid tussen first offenders (voorafgaande drie jaren aan het geweldsincident geen eerdere politiecontacten), gelegenheidsdaders (1-4 politiecontacten in de afgelopen 3 jaren) en notoire daders (5 of meer politiecontacten in de afgelopen 3 jaar). Het aantal first offenders is in 2002 hoger dan in 1998, een stijging van 49% naar 68%. Het aantal gelegenheidsdaders liep juist 7 Het gaat hierbij om cijfers uit 2002
35 34 State of the art geweld terug van 39% naar 29%. Ook bij het aantal notoire daders wordt een dalende ontwikkeling geconstateerd, van 12% naar 3% (Lünneman & Bruinsma, 2005:66). Bij de daders die antecedenten op hun naam hadden is gekeken of deze geweldgerelateerd zijn of juist niet geweldgerelateerd. Het aantal geweldgerelateerde antecedenten (categorieën: geweld en meer geweld dan niet geweld ) blijkt af te nemen. Het percentage daalt van 51% naar 22%. Bij de niet geweldgerelateerde categorie ( meer niet geweld en geen geweld ) wordt een omgekeerde trend waargenomen: een stijging van 40% naar 71%. Het aantal niet of minder geweldgerelateerd neemt dus toe. Overigens is er in 2002 een te kleine categorie notoire geweldplegers om uitspraken over te doen. Dat zou één van de verklaringen voor deze uitkomsten kunnen zijn (Lünneman & Bruinsma, 2005:67) Psychische gesteldheid Lünneman en Bruinsma (2005) laten zien dat daders van onder andere publiek geweld met enige regelmaat een psychische stoornis hebben of een antisociale persoonlijkheid. Dit komt overeen met ander onderzoek waaruit blijkt dat 1 op de 3 jongeren die in aanraking komen met politie (niet per se in het kader van geweldgerelateerde zaken) last heeft van een psychische stoornis. Daarnaast blijkt dat 90% van de jongeren en jongvolwassen in jeugddetentie een psychische stoornis heeft (Doreleijers, 2009, In: Van der Leest, 2013:47). Mulder (2010) deed onderzoek naar de groep meest ernstige criminele jongeren, namelijk die met een PIJ-maatregel in een jeugdinrichting worden geplaatst. Bij een deel van deze jongeren gaat het om voornamelijk geweldplegers en een ander deel bestaat uit jongeren die geweld combineren met vermogenscriminaliteit. Bij weer een andere groep komen andere delicten dan geweldsdelicten voor. Een groot deel van deze groep heeft ernstige psychiatrische problemen. Een deel van de geweldplegende jongeren heeft een groot recidiverisico (Mulder, 2010:152). Het gaat om een categorie jongeren die gewelds- en vermogensdelicten combineren en antisociaal zijn en de categorie jongeren die gewelds- en vermogensdelicten combineren en gezinsproblemen hebben. Daarnaast komt recidive ook vaker voor bij de categorie combi-
36 2 Daders 35 natie vermogens en geweldsdelicten en seksuele delicten met zwakke sociale en cognitieve vaardigheden. Er is ook een aantal subgroepen dat een lager risico heeft om te recidiveren (Mulder, 2010:152). Het gaat om: jongeren die ernstige geweldsdelicten plegen en seksuele problemen hebben; jongeren die ernstige geweldsdelicten plegen en seksuele problemen hebben met zwakke sociale en cognitieve vaardigheden. Wanneer gekeken wordt naar het delictverleden is te zien dat jeugdige ernstige criminelen die gewelds- en vermogensdelicten combineren de meest risicovolle jongeren zijn in de onderzoeksgroep, ongeacht hun risicoprofiel. Mulder (2010) constateert dat er sprake is van generaliserend gedrag dat kennelijk moeilijk te beïnvloeden is. Naast psychiatrische problematiek, blijkt ook dat een deel van de daders die geweld plegen licht verstandelijk beperkt zijn (Van der Leest, 2013:48) Domeinen Daderonderzoek in Nederland richt zich in sommige gevallen op domeinen. Zo maakten Loef et al. (2010) een overzicht van het daderonderzoek en daarbij maakten zij onderscheid tussen verschillende domeinen zoals: verkeer (OV en Verkeer), uitgaan, voetbal, homonegatief, publieke functies en vermogen. Op elk van deze gebieden is in meer of mindere mate onderzoek gedaan naar de achtergrond van geweldplegers. Eén van de conclusies die de auteurs trekken is dat er nog weinig bekend is of daders van bijvoorbeeld verkeersgeweld ook daders zijn in andere domeinen. Een antwoord op deze vraag zou van betekenis kunnen zijn voor de aanpak. Wellicht is er een harde kern van geweldplegers die op een speciale manier moet worden aangepakt (Loef et al., 2010). Onlangs is een dossieronderzoek afgerond van 75 geweldplegers. Zij hadden samen 566 geweldsincidenten op hun naam staan. Uit dit onderzoek blijkt dat 79% van de geweldplegers in meerdere domeinen geweld heeft gepleegd (Bijlenga, 2013: 3). Bureau Beke is bezig met het afronden van een onderzoek naar notoire ordeverstoorders binnen het voetbal. De resultaten volgen begin 2014.
37 36 State of the art geweld Samenvattend Wanneer de onderzoeken van Terlouw et al. (1999) en Lünneman & Bruinsma (2005) naast elkaar worden gelegd (deze gebruikten dezelfde gegevens en zijn daarmee onderling het beste vergelijkbaar) valt een aantal zaken op. In de eerste plaats dat het aantal jonge verdachten daalt (-23%). Een daling van geweldcijfers wordt trouwens in andere onderzoeken ook herkend. Een verklaring hiervoor is moeilijk te vinden (Van der Leest, 2013). Daarnaast stijgt het aantal 1 op 1 incidenten en neemt het aantal incidenten waarbij groepen (is meer dan 2) betrokken zijn af. Verder valt op dat er meer incidentele daders zijn dan gelegenheidsdaders en notoire daders. Wanneer ingezoomd wordt op het soort delict dat deze twee groepen op hun naam hebben staan dan blijkt dat ze steeds vaker niet-geweldgerelateerd zijn dan geweldgerelateerd. Ook blijkt dat daders van geweld met enige regelmaat een psychische stoornis hebben of licht verstandelijk beperkt zijn. Dit zie je zeker terug bij de criminele jongeren die een PIJ-maatregel opgelegd hebben gekregen. Deze laatste categorie daders is niet een specifieke groep daders voor de politie, omdat zij vooral psychiatrisch behandeld moet worden. Wel is het belangrijk dat de politie op de hoogte is dat deze groepen bestaan, zodat ze weten wat voor soort vlees ze in de kuip hebben en hoe ze daar mee om moeten gaan. Tot slot komt geweld binnen vele domeinen voor. De vraag is in hoeverre het nuttig is om daderonderzoek te beperken tot specifieke domeinen. Wellicht is er ook een groep daders die domeinoverschrijdend geweld pleegt. Daar is tot nu toe nog (relatief) weinig onderzoek naar gedaan (Loef et al., 2010). 2.2 Dadertypologieën In onderzoeken wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen personen die hun daden eenmalig plegen en personen die dat juist vaker/ regelmatiger doen. Het gaat dan om incidentele daders en stelselmatige geweldplegers, ook wel veelplegers genoemd. In de vorige paragraaf zagen we daar al een voorbeeld van: incidentele daders, gelegenheidsdaders en notoire daders.
38 2 Daders 37 Naast de kenmerken van daders en bovenstaand onderscheid hebben diverse onderzoekers ook getracht om aan de hand van dossieronderzoek een aantal dadertypologieën te formuleren. Dit met het oog op een specifieke aanpak voor een specifieke dadergroep Veelplegers typologie Beke Beke et al. hebben een dadertypologie gemaakt met betrekking tot veelplegers. In totaal bestudeerden zij van 70 geweldplegers 4 à 5 zaken aan de hand van een analysemodel. Dit model bestaat uit achtergrondkenmerken zoals werk, scholing, huisvesting en meer specifiek verslaving en psychische problematiek. Vervolgens is gekeken naar de werkwijze van de geweldpleger en de aard van het delictgedrag. Beke et al. (2006: 33/34) richtten zich op veelplegers van geweld. Zij onderscheiden 4 typen (Beke et al., 2006:33). 1. Verslaafden, veelal afgegleden als gevolg van verslaving en op den duur vaak gepaard gaand met psychische stoornissen, vooral instrumenteel geweld. 2. Psychisch/onberekenbaar (primair psychische problematiek, op latere leeftijd vaak gepaard gaand met verslavingsproblematiek); 3. Gewoonte geweldpleger (asociaal tot gedragsgestoord, excessief geweld, kort lontje, alcoholist); 4. Criminele geweldpleger. Startende geweldpleger. Geweld als ondersteuning van criminele activiteiten. Vooral in groepsverband en minderjarig. Harde kern. Daar zouden volgens de auteurs de meeste aanknopingspunten liggen voor een aanpak Publiek geweldplegers Verwey Jonker Ook het Verwey Jonker instituut maakte op basis van dossieranalyse een typologie van zes geweldplegers. Zij richten zich niet zoals Beke et al. (2006) op veelplegers, maar op geweldplegers in het algemeen. Zij betrokken in hun analyses publiek geweld (burger tegen burger) en geweld van burgers tegen personen met een publieke taak. Hun typologie is gebaseerd op een indeling naar persoonskenmerken, sociale context en situationele kenmerken. Voor hun typologie bestudeerden zij 47 dossiers betrekking hebbend op: mishandeling, openlijke geweldpleging
39 38 State of the art geweld en/of bedreiging. Het gaat om een variëteit aan delicten zoals schelden, beledigen, spugen, bedreigen, schoppen en slaan en ernstige fysieke mishandeling (Bakker et al. 2010:33). De volgende typen worden onderscheiden (Bakker et al., 2006: ): 1. de machteloze gefrustreerde: mentale instabiliteit als gevolg van diverse problemen zoals schulden en werkloosheid. Voorafgaand aan het delict ervaart de pleger machteloosheid. Vaak bestaat er tussen slachtoffer en pleger een afhankelijkheidsrelatie. 2. het korte lontje: lage frustratiedrempel en schiet snel uit zijn slof. Heeft doorgaans weinig spijt van zijn daad en wijdt dit aan een temperamentvol karakter. 3. de verwarde: sprake van psychiatrische stoornis en soms ook verslaving. Geweld is onvoorspelbaar en de pleger is vaak werkloos door zijn stoornis. 4. geweld als leefstijl: vertonen agressief en gewelddadig gedrag in het dagelijks leven. Gebruiken geweld ook instrumenteel om hun doel te bereiken. Enige type dat geweld calculerend gebruikt. Het vermoeden bestaat dat deze pleger lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Er hoeft geen duidelijke aanleiding te zijn voor het gebruik van geweld. 5. de beïnvloedbare jongere: vaak doen zich één of meerdere problemen voor in de thuissituatie of op school. Dit type pleger is veelal niet crimineel actief. Het gaat vaak om first offenders en het geweld vindt vaak in groepsverband plaats. Dit type laat zich meeslepen. Het geweld is te zien als signaal van achterliggende problematiek, als roep om aandacht. 6. de incidentele pleger onder invloed: maakt zich incidenteel schuldig aan geweld, en alleen als hij onder invloed van alcohol of drugs is bij het uitgaan of bij evenementen-bezoek. Een geringe aanleiding kan voor dit type pleger voldoende zijn om over te gaan tot geweld. Bekenden of omstanders kunnen een stimulerend effect hebben op de pleger of zelfs samen met de pleger in groepsverband geweld plegen. Over het algemeen blijkt er geen duidelijk onderscheid tussen geweldplegers tegen personen met een publieke taak of plegers van publiek geweld. Binnen de typologieën komen beide geweldplegers voor. Alleen
40 2 Daders 39 type 1, de machteloze gefrustreerde, blijkt vooral betrekking te hebben op personen die geweld plegen tegen werknemers met een publieke taak (Bakker et al., 2010:6). Uit ander onderzoek komt naar voren dat geweldplegers tegen personen met een publieke taak vaak ernstigere vormen van geweld gebruiken dan plegers van geweld tegen burgers (Van Middelaar, 2013) Typologie geweldplegers DSP-groep Op basis van diverse onderzoeken naar achtergronden van daders van verschillende soorten geweld: verkeersgeweld (OV en Verkeer), uitgaansgeweld, geweld tijdens het voetballen, geweld tegen personen met een publieke functie en geweld bij vermogensdelicten, maakte DSP een indeling. Zij gebruikte daarvoor onder andere het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Zij komen tot de volgende indeling. Incidentgestuurde alleenplegers: een enkel incident kan de aanleiding zijn voor het plegen van geweld. Komt vooral voor in domein verkeer, geweld tegen publieke functie en in mindere mate in de categorie homonegatief geweld; Macho groepsplegers: uitgaan en voetbalgeweld; Relschoppers: plegen geweld om het geweld. Vooral voetbal; Gewelddadige criminelen: straatroven en overvallen, vooral vermogensdelicten, Routiniers. verslaafden en oude hooligans; Psychiatrisch gestoorden en verslaafden: plegen geweld om hun verslaving te kunnen betalen of omdat ze zichzelf niet in de hand hebben door hun stoornis Geweldplegers in het uitgaanscircuit Op het gebied van uitgaansgeweld maken Beke en Kleiman (1990) onderscheid tussen twee soorten daders: intentionele daders en niet-intentionele daders. Bij niet-intentionele daders loopt hun gedrag uit de hand, zonder dat dat van te voren de bedoeling was. Geschat wordt dat 60% van de daders tot deze groep behoort. Intentionele daders daarentegen plegen hun daden bewust. Geschat wordt dat dit ongeveer 40% van de daders is (Beke en Kleinman, 1991, gevonden in: Hasselt et al.: 2001: 72)
Samenvatting. Aard en omvang van geweld
Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het
Nadere informatieBijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.
Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends
Nadere informatie5 Samenvatting en conclusies
5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,
Nadere informatieNieuwe dadergroep vraagt aandacht
Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich
Nadere informatieSamenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?
Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak
Nadere informatieJeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen
FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.
Nadere informatieSamenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de
Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende
Nadere informatieTypologie van plegers van geweldsdelicten. Lotte Loef Merel Heijke Bram van Dijk
Typologie van plegers van geweldsdelicten Lotte Loef Merel Heijke Bram van Dijk Typologie van plegers van geweldsdelicten Amsterdam, 20 december 2010 Lotte Loef Merel Heijke Bram van Dijk DSP groep BV
Nadere informatie6,3. Mijn hoofdvraag is: Deelvragen: Hypothese. Internet. Documentatie map: Praktische-opdracht door een scholier 1325 woorden 23 juni 2002
Praktische-opdracht door een scholier 1325 woorden 23 juni 2002 6,3 276 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Dit werkstuk gaat over zinloos geweld. Er staat in vermeld wat zinloos geweld is,
Nadere informatieStadsmonitor. -thema Veiligheid-
Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid
Nadere informatieGeweld. Analyse van de aard, omvang en ontwikkeling. van expressief geweld in Nederland
Geweld Analyse van de aard, omvang en ontwikkeling van expressief geweld in Nederland Geweld Analyse van de aard, omvang en ontwikkeling van expressief geweld in Nederland Uitgave: Politie Dienst Landelijke
Nadere informatieJeugdige recidiverende woninginbrekers
Jeugdige recidiverende woninginbrekers Utrecht, 17 februari 2014 Pepijn van Amersfoort en Sander Scherders Inleiding De aanpak van woninginbraken heeft prioriteit in de regio Utrecht (Regionale Veiligheidsstrategie
Nadere informatieInleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip
Inleiding In het kader van veiligheid zijn politie en gemeenten eerstverantwoordelijk voor openbare orde, handhaving van wettelijke regels en bestrijding van criminaliteit. Burgers ervaren veiligheid als
Nadere informatiePresentatie Huiselijk Geweld
Definitie: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging
Nadere informatieAandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van
Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.
Nadere informatieResultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013
Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in
Nadere informatieFactsheet meldingen Vertrouwensinspecteurs Inspectie van het Onderwijs over het schooljaar
Factsheet meldingen Vertrouwensinspecteurs Inspectie van het Onderwijs over het schooljaar 2015-2016 Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen, maar ook vertrouwens kunnen de vertrouwensinspecteur
Nadere informatieMonitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019
Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid
Nadere informatieRAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 8
RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 8 Datum: 11 juni 2013. Deelsessie: 21.00 21.50 uur in de Presentatiezaal. Doel: Beeldvorming. Onderwerp: Criminaliteitsbeeld 2012. Toelichting: Het criminaliteitsbeeld
Nadere informatieEindrapportage GEWELDPLEGERS VPT. Onderzoek naar plegers van geweld tegen werknemers met een publieke taak
Eindrapportage GEWELDPLEGERS VPT Onderzoek naar plegers van geweld tegen werknemers met een publieke taak Januari 2013 Onderzoek met subsidie van: het programma Veilige Publieke Taak van het Ministerie
Nadere informatieKernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt
Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders
Nadere informatieIntegrale aanpak van notoire ordeverstoorders
Integrale aanpak van notoire ordeverstoorders Tom van Ham- Bureau Beke Marloes Stokkel- Ministerie Veiligheid en Justitie Nicolien Cevat- Het CCV 12 juni 2014 Notoire ordeverstoorders Kenmerken en achtergronden
Nadere informatiePsychosociale gezondheid en gedrag
Psychosociale gezondheid en gedrag 1. Criminaliteit 1.1 Criminaliteit onder Friese jongeren De meest genoemde vorm van criminaliteit waar Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar zich in 2004 schuldig
Nadere informatieCriminaliteit en slachtofferschap
3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.
Nadere informatieHuiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen
Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud
Nadere informatieGeweld in Nederland Een verkenning
Geweld in Nederland Een verkenning dr. F.M.H.M. Driessen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek Congres Agressie, Geweld en het Politiewerk Nunspeet 14-11-28 Achtergrond Politie wordt vaker
Nadere informatieB A S I S V O O R B E L E I D
Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van
Nadere informatieCriminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting
Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk
Nadere informatie5. CONCLUSIES ONDERZOEK
5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.
Nadere informatieaf. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang
Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen
Nadere informatieFACTSHEET. Landelijk programma Aanpak geweld. Landelijk programma Aanpak geweld
FACTSHEET Landelijk programma Aanpak geweld Landelijk programma Aanpak geweld Het Landelijk programma Aanpak geweld is van start gegaan op 1 januari 2012 en had als doel een slagvaardige integrale aanpak
Nadere informatieAantal misdrijven blijft dalen
Aantal misdrijven blijft dalen Vorig jaar zijn er minder strafbare feiten gepleegd. Daarmee zet de daling, die al zeven jaar te zien is, door. Het aantal geregistreerde aangiftes van een misdrijf (processen
Nadere informatieFamilies onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling
Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk
Nadere informatieHUISELIJK GEWELD IN NEDERLAND 2010 Facts and Figures. 9 Mei 2010
HUISELIJK GEWELD IN NEDERLAND 2010 Facts and Figures 9 Mei 2010 Stefan Bogaerts Hoogleraar Victimologie, INTERVICT (FRW) Hoogleraar Forensische Psychologie (FSW) Hoofd onderzoek en behandelinnovatie Kijvelanden/Dok
Nadere informatieStraatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek
Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds
Nadere informatieB A S I S V O O R B E L E I D
Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid
Nadere informatieMonitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018
Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van
Nadere informatieInventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen
Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:
Nadere informatieSAMENVATTING. Inleiding
SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.
Nadere informatie12 Veelplegers: specialisten of niet?
Samenvatting De aandacht voor veelplegers ligt zowel beleidsmatig als wetenschappelijk vooral bij de frequentie waarmee deze daders misdrijven plegen. Dat is niet gek, want veelplegers, ook wel stelselmatige
Nadere informatieFeiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem
Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Voor burgers speelt het persoonlijke gevoel van veiligheid een belangrijke rol. Dit gevoel wordt
Nadere informatieDirecte Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!
Directe Hulp bij Huiselijk Geweld U staat er niet alleen voor! U krijgt hulp Wat nu? U bent in contact geweest met de politie of u heeft zelf om hulp gevraagd. Daarom krijgt u nu Directe Hulp bij Huiselijk
Nadere informatieVeiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid
Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).
Nadere informatieCriminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?
Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien
Nadere informatieONDERZOEK NAAR GEWELD IN DE PSYCHIATRIE
ONDERZOEK NAAR GEWELD IN DE PSYCHIATRIE FACTSHEET 1: OMVANG, AARD & GEVOLGEN VAN GEWELDSINCIDENTEN De Vrije Universiteit Amsterdam doet onderzoek naar geweld in de psychiatrie. Aan hulpverleners werkzaam
Nadere informatieDe ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID
SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij
Nadere informatieFact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren
Fact sheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren nummer 1 juni 2012 Categorieën/doelgroepen First offender: een persoon van 18 jaar of ouder die voor het eerst in aanraking is gekomen met Justitie.
Nadere informatieRisicotaxatie-instrument RHuiselijk Geweld. Versie 2.1
Risicotaxatie-instrument RHuiselijk Geweld Versie 2.1 Inleiding Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld Waar kijkt u naar? Met het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld (RiHG) beoordeelt u als Hulpofficier
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.
Nadere informatieHulp bij huiselijk geweld
Hulp bij huiselijk geweld Beter voor elkaar 2 Huiselijk geweld Wat is huiselijk geweld? Bij huiselijk geweld denk je al gauw aan een man die zijn vrouw of zijn kinderen slaat. Maar er zijn veel meer soorten
Nadere informatieSamenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef
Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR
Nadere informatieMonitor 2010 Veelplegers Twente
Monitor 2010 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht
Nadere informatieSociale omgeving. 1. Kindermishandeling
1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte
Nadere informatieRotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling
Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Waarom een meldcode? De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij
Nadere informatieEindexamen maatschappijwetenschappen havo II
Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer
Nadere informatieTABELLENBOEK CRIMINALITEIT & OVERLAST januari t/m december
TABELLENBOEK CRIMINALITEIT & OVERLAST 2002-2012 januari t/m december Colofon Uitgave: Politie Haaglanden Staf Korpsdirectie Analyse & Research Burgemeester Patijnlaan 35 Postbus 264 2501 CG Den Haag Politie
Nadere informatie6,5. Spreekbeurt door een scholier 1760 woorden 21 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Presentatie Zinloos Geweld!
Spreekbeurt door een scholier 1760 woorden 21 februari 2004 6,5 119 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Presentatie Zinloos Geweld! Hoofdvraag: Vind zinloos geweld sneller plaats in steden of in dorpen?
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieMeldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Inhoudsopgave Overeenkomst meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 3 Toelichting meldcode huiselijk
Nadere informatieKernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt
Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke
Nadere informatieopenbare orde en veiligheid
125 openbare orde en veiligheid 12 126 Openbare orde en veiligheid Hengelo is van de drie Twentse steden het meest veilig, maar er is een stijgende trend zichtbaar. Het aantal geweldsdelicten in Hengelo
Nadere informatieStraatintimidatie van vrouwen in Amsterdam
Factsheet september 2016 Van ruim duizend ondervraagde Amsterdamse vrouwen geeft 59% aan het afgelopen jaar te zijn geconfronteerd met een of meer vormen van (seksuele) straatintimidatie, bijvoorbeeld
Nadere informatieGeregistreerde criminaliteit, geweldsmisdrijven en overvallen
Bijlage 4 635 Tabellen bij hoofdstuk 10 Tabel 10.1 criminaliteit, geweldsmisdrijven en overvallen criminaliteit geweldsmisdrijven overvallen criminaliteit geweldsmisdrijven overvallen Aandeel overval in
Nadere informatieEasy Money - maar tegen welke prijs?
Henk Ferwerda en Alfred Hakkert Easy money maar tegen welke prijs? Straatroof: daad, slachtoffers en daders. In: Kees Schuyt en Gabriël van der Brink (Red.) Publiek Geweld. Amsterdam University Press,
Nadere informatieTekst: Judice Ledeboer
Op 13 september promoveerde Nikil van Wijk aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het proefschrift Domestic violence by and against men and women in Curaçao: A Caribbean study. Zij studeerde Statistiek
Nadere informatiePresentatie commissie veiligheid gem. Emmen. 15 maart 2012
Presentatie commissie veiligheid gem. Emmen 15 maart 2012 Werkwijze basiseenheid Emmen Vanaf 23 mei 2011 Emmen 1 basiseenheid Emmen verdeelt in 5 gebieden met daaraan gekoppeld wijkagenten en agenten voor
Nadere informatie2016, Annemarie ten Boom (WODC)
Slachtoffers van misdrijven door intimi, kennissen of vreemden. Verschillen in context, ervaringen en behoeften met betrekking tot justitie. Samenvatting. 2016, Annemarie ten Boom (WODC) Een substantieel
Nadere informatieVeiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen
Na een daling van de onveiligheidsgevoelens onder Nijmegenaren in de periode 2001 2009 is er nu sprake van een lichte toename. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang
Nadere informatie8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends
8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart
Nadere informatieAgressie, geweld en ongewenst gedrag
Agressie, geweld en ongewenst gedrag Inleiding Iedereen heeft belang bij een goede behandel- en leefsfeer. Voorwaarde voor een goede behandelsfeer is de bejegening. Revant heeft daarom een beleidsnotitie
Nadere informatieRisicotaxatie bij preventieve uithuisplaatsing
Risicotaxatie bij preventieve uithuisplaatsing Positie huisverbod: Waarom een risicotaxatie-instrument? Gewenst Dreigingsanalyse via: ongestructureerd klinisch oordeel (sterk, matig, zwak op grond van
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek
Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang
Nadere informatieMELDCODE HUISELIJK GEWELD
MELDCODE HUISELIJK GEWELD status Definitief 11 februari 2014 pagina 1 van 7 Het bevoegd gezag van SPO de Liemers; overwegende dat SPO De Liemers verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening
Nadere informatieBesluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit
SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van
Nadere informatieAanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort
Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort De bestrijding van huiselijk geweld is een van de taken van gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, nu nog prestatieveld
Nadere informatie6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave
6 SECONDANT #1 MAART 2013 Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND SECONDANT #1 MAART 2013 7 De laatste jaren voelen burgers zich minder vaak
Nadere informatiemonitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)
Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748
Nadere informatieMelding ongewenst gedrag
Melding ongewenst gedrag Wat zijn agressie en geweld? De definitie van agressie en geweld, zoals die door Veilige Publieke Taak gehanteerd wordt, luidt: Het welbewust verbaal uiten, gebruiken van fysieke
Nadere informatieVeiligheidstrends in Leiden
Veiligheidstrends in Leiden 25 214 Inleiding BOA (Beleidsonderzoek en Analyse) maakt jaarlijks een uitgave Veiligheid in cijfers. Hierin worden de belangrijkste trends en cijfers weergegeven. De analyse
Nadere informatieMonitor Veelplegers 2016
Factsheet 2016-4 Monitor Veelplegers 2016 Trends in de populatie zeer actieve veelplegers uit de periode 2003 tot en met 2014 Auteurs: M.G.J.C. Beerthuizen, N. Tollenaar, A.M. van der Laan Juni 2016 Mensen
Nadere informatieStadsmonitor. -thema Veiligheid-
Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie
Nadere informatieBijlage 1 Gebruikte gegevens
Bijlagen hoofdstuk 7 Tabellen bij Huijbregts en Leertouwer (2007) De invloed van etniciteit en pakkans op de geweldscriminaliteit van minderjarigen. In Van der Laan et al (red) Justitie en Demografie.
Nadere informatieWat hebben geweldplegers gemeen?
Wat hebben geweldplegers gemeen? Een typologie van plegers van geweld tegen de publieke taak en van publiek geweld Inge Bakker Lisanne Drost Wouter Roeleveld Met medewerking van Erik-Jan Nap Uitgevoerd
Nadere informatieStatistisch Jaarboek diversen
123 12 124 Diversen Veiligheid: Voorheen werden door de Regiopolitie Twente jaarlijks gegevens verstrekt van het aantal incidenten en aangiften m.b.t. veiligheid, leefbaarheid, etc.. Onder meer doordat
Nadere informatie1 Triage aan de voordeur op basis van de binnengekomen melding
TRIAGE-INSTRUMENT VEILIG THUIS 0.6 - WERKDOCUMENT (voor de instructie zie de handleiding van het triage-instrument) 1 Triage aan de voordeur op basis van de binnengekomen melding Beschrijf de zorg die
Nadere informatieDe meldcode het hoe en waarom. Onno Graafland, kinderarts 11 april 2014
De meldcode het hoe en waarom Onno Graafland, kinderarts 11 april 2014 Inhoud Omvang van het probleem De lange termijn gevolgen Wat is toxic stress De meldcode Onze belemmeringen Kindermishandeling Elke
Nadere informatieHandelingsprotocollen veiligheid Mill-Hillcollege
Handelingsprotocollen veiligheid Mill-Hillcollege 2014 INSPIREREND BETROKKEN - ONDERNEMEND Inhoudsopgave Voorwoord 3 Wat is wat 4 Handelingskaart wapenbezit 6 Handelingskaart opname maken zonder toestemming
Nadere informatieAnalyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016
Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016 Delict / periode 2012 2013 2014 2015 2016 Streefwaarde MJP 2018*** Burenruzie 83 77 83 83 86 Geen Stabiel Incidenten Huiselijke geweld* Opmerking/analyse
Nadere informatieDierenmishandeling in gezinnen
Dierenmishandeling in gezinnen Prof.dr. Marie-Jose Enders-Slegers, Leerstoel Antrozoologie, Faculteit Psychologie Stichting Cirkel van Geweld, Werkgroep Dierenpleegzorg marie-jose.enders@ou.nl Link - letter
Nadere informatieScholierenonderzoek Kindermishandeling 2016
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting
Nadere informatieAchtergronden en aanpak jeugdige zedendelinquenten
Achtergronden en aanpak jeugdige zedendelinquenten specifiek belicht: de aanpak in het kader van een leerstraf Rutgers Nisso Groep Marianne Jonker unitmanager afdeling jeugd- en zedenprojecten Odette Arts
Nadere informatieOntwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014
Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2015 In 2014 registreerde de politie voor Amersfoort 9.134 misdrijven. Ten opzichte van een jaar eerder
Nadere informatieopenbare orde en veiligheid
127 openbare orde en veiligheid 12 128 Openbare orde en veiligheid Daling aantal inbraken, maar toename van diefstal op straat. In 2005 zijn 370 huis-gerelateerde diefstallen gepleegd. Dit zijn diefstallen/inbraken
Nadere informatieKernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)
Gemeente (2015) Castricum Noord-Holland-Noord, Nederland Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum vergeleken met Politieregio Noord-Holland-Noord en Nederland Leefbaarheid
Nadere informatieopenbare orde en veiligheid
125 openbare orde en veiligheid 12 126 Openbare orde en veiligheid Aantal alternatieve straffen voor jeugdigen neemt af In 2003 zijn 68 jeugdigen op alternatieve wijze gestraft. De trend in alternatieve
Nadere informatieFase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld
Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk
Nadere informatieLeefbaarheid en overlast in buurt
2013 Leefbaarheid en overlast in buurt Gemeente (2013): Scherpenzeel vergeleken met Regionale eenheid Oost-Nederland Landelijke conclusies Leefbaarheid buurt Zeven op de tien Nederlanders vinden leefbaarheid
Nadere informatie16/10/2013. Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie. Inhoud. 1. Context van het onderzoek
Geweld tegen politie: een slachtofferbevraging bij de geïntegreerde politie Jean-Marie Van Branteghem Directeur-generaal DGS 23 oktober 2013 Inhoud 1. Context & opzet onderzoek 2. Beschrijvende analyse
Nadere informatieSpreekbeurt Maatschappijleer Zinloos geweld
Spreekbeurt Maatschappijleer Zinloos geweld Spreekbeurt door een scholier 1819 woorden 14 maart 2007 6,8 27 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Zinloos geweld Mijn presentatie gaat over Zinloos geweld
Nadere informatie