ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, De invloed van privégedrag op de werksfeer; de ambtenaar zwaarder bestraft?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, De invloed van privégedrag op de werksfeer; de ambtenaar zwaarder bestraft?"

Transcriptie

1 ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, De invloed van privégedrag op de werksfeer; de ambtenaar zwaarder bestraft? Bijgewerkt tot De invloed van privégedrag op de werksfeer; de ambtenaar zwaarder bestraft? Auteur: Mevr. mr. S.C. Kuit 1 Gedragingen van ambtenaren in de privésfeer kunnen aanleiding zijn voor het opleggen van een disciplinaire straf, zoals een schorsing, maar ook (straf)ontslag. Gedragingen in de privésfeer kunnen ook gevolgen hebben voor de arbeidsrechtelijke positie van een werknemer. Zo kunnen privégedragingen in bepaalde gevallen leiden tot een loonsanctie of zelfs ontslag. Een recent, veel besproken voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Hoge Raad in de Hyattzaak. In deze bijdrage wordt nagegaan of en in hoeverre privégedragingen van ambtenaren respectievelijk werknemers kunnen leiden tot ontslag en welke toetsingsmaatstaven daarbij door de bestuursrechter respectievelijk de civiele rechter worden gehanteerd. Wetingang: ARAR art. 50, lid 1; AW art. 125; Boek 7 BW art. 611; Gedragingen van ambtenaren in de privésfeer kunnen aanleiding zijn voor het opleggen van een disciplinaire straf, zoals een schorsing, maar ook (straf)ontslag. Gedragingen in de privésfeer kunnen ook gevolgen hebben voor de arbeidsrechtelijke positie van een werknemer. Zo kunnen privégedragingen in bepaalde gevallen leiden tot een loonsanctie of zelfs ontslag. Een recent, veel besproken voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Hoge Raad in de Hyatt-zaak. 2 In deze bijdrage wordt nagegaan of en in hoeverre privégedragingen van ambtenaren respectievelijk werknemers kunnen leiden tot ontslag en welke toetsingsmaatstaven daarbij door de bestuursrechter respectievelijk de civiele rechter worden gehanteerd. Wet en regelgeving ambtenaren De ambtenaar is gehouden de plichten uit zijn functie voortvloeiende, nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen, zoals een goed ambtenaar betaamt (art. 50 lid 1 ARAR). Deze bepaling, die ook in de rechtspositieregelingen van andere overheidssectoren is opgenomen, geeft uitdrukking aan de norm 'goed ambtenaarschap'. Goed ambtenaarschap is sinds 1 maart 2006 ook als norm in de Ambtenarenwet (AW) opgenomen (art. 125ter AW). Voorts bepaalt de AW sinds maart 2006 dat het bevoegd gezag moet zorg dragen voor de totstandkoming van een gedragscode voor goed ambtelijk handelen en zijn de verplichte eed en belofte weer ingevoerd voor alle ambtenaren. 3 Deze bepalingen vormen de tegenhanger van art. 7:611 BW, dat de werknemer verplicht de bedongen arbeid naar zijn beste vermogen te verrichten. Het verschil in formulering - 'nauwgezet en ijverig' tegenover 'naar zijn beste vermogen' - wijst op een zwaardere plicht voor de ambtenaar dan voor de werknemer. Volgens Verhulp 4 had dit onderscheid in het verleden misschien nog een praktische betekenis in verband met typische verschillen in de door beide groepen uitgeoefende functies, maar blijkt dat tegenwoordig nauwelijks meer het geval te kunnen zijn. Disciplinaire straffen De ambtenaar die iets doet of nalaat dat een goed ambtenaar niet behoort te doen of na te laten, kan op grond van de voor hem geldende rechtspositieregeling wegens plichtsverzuim disciplinair worden gestraft. 5 De straffen variëren van een berisping tot strafontslag. De besluitvorming voor het opleggen van een disciplinaire straf wegens plichtsverzuim kent vijf fasen. 6 Zo dient het bestuursorgaan vast te stellen welk gedrag de ambtenaar wordt verweten, of de ambtenaar de verweten gedraging heeft verricht, of de gedraging kan worden gekwalificeerd als plichtsverzuim, of de gedraging de ambtenaar kan worden toegerekend dan wel verweten en welke straf evenredig is aan het plichtsverzuim. Plichtsverzuim

2 Maar wat valt nu onder plichtsverzuim? Ook dit staat beschreven in de toepasselijke rechtspositieregeling. Zo is in art. 80 lid 1 en 2 ARAR bepaald dat onder plichtsverzuim moet worden verstaan: het overtreden van opgelegde verplichtingen, het overtreden van een voorschrift en het zich niet als een goed ambtenaar gedragen. 7 Met name de open norm van het handelen als 'goed ambtenaar' vraagt om een nadere invulling. Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) kan niet alleen wangedrag op de werkvloer plichtsverzuim opleveren; ook gedragingen in de privésfeer kunnen plichtsverzuim opleveren. Hierna volgt een overzicht welke criteria hierbij volgens de CRvB van belang zijn. Welke privégedragingen van ambtenaren leveren plichtsverzuim op? Voor de vraag of privégedragingen van een ambtenaar plichtsverzuim kunnen opleveren is van belang of de gedragingen van de ambtenaar, gelet op de aard en ernst daarvan, een uitstraling hebben naar het functioneren van de ambtenaar en het imago van de dienst. 8 Of daarvan sprake is hangt af van de functie van de betrokken ambtenaar, de mate van integriteit die deze functie vereist en of die functie gezichtsbepalend is voor de overheid. Uit de jurisprudentie van de CRvB kan bijvoorbeeld worden afgeleid dat voor politieambtenaren en medewerkers bij een rechterlijke organisatie als uitgangspunt geldt dat hun integriteit boven iedere twijfel verheven moet zijn. Dit omdat het ambtenaren betreft die, meer dan de 'gewone' ambtenaren bekleed zijn met direct openbaar gezag en ter zake verregaande bevoegdheden jegens burgers hebben. 9 Zo oordeelde de CRvB dat een politieman die na een cafébezoek met zijn auto een aanrijding veroorzaakte en daarna was doorgereden zonder zijn identiteit bekend te maken en daarbij ook nog valse aangifte deed van diefstal van zijn auto, zich niet had gedragen zoals van hem mocht worden verwacht. Gezien de aard en de ernst van de gedragingen en de betekenis hiervan voor het functioneren van de politieman binnen de politiedienst en de door de politiedienst gestelde eisen met betrekking tot betrouwbaarheid en integriteit van zijn medewerkers, was het strafontslag terecht verleend. 10 In een zaak waarin een politiefunctionaris strafontslag kreeg vanwege het bezitten, gebruiken en verstrekken van xtc-pillen oordeelde de CRvB dat de opgelegde straf, ondanks de eerdere goede staat van dienst van de politiefunctionaris, niet onevenredig was. De politiefunctionaris had immers in strijd gehandeld met de in het politiekorps geldende strenge eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid, door zich schuldig te maken aan misdrijven die hij nu juist diende te bestrijden. 11 Ook in een zaak waarin een rechtbankmedewerker strafontslag kreeg wegens het frauderen met postadressen en gesjoemel met zijn belastingaangifte, oordeelde de CRvB dat de omstandigheid dat de gedragingen niet hebben plaatsgevonden in het kader van uitoefening van de functie van parketsecretaris - maar in de privésfeer - niet betekende dat die gedragingen hem niet als plichtsverzuim zouden kunnen worden verweten. Het betrof hier immers frauduleuze handelingen die de integriteit van een ambtenaar die een functie als die van parketsecretaris uitoefent zozeer raken, dat deze ook als ze in privétijd zijn gepleegd als plichtsverzuim moeten worden aangemerkt. 12 Enerzijds is de aard van de functie die de ambtenaar uitoefent bepalend voor de vraag of zijn gedragingen in privétijd aanleiding zijn voor een straf wegens plichtsverzuim en anderzijds zijn dat de aard en de ernst van het gedrag. Zo wordt het een belastingambtenaar zwaar aangerekend als hij privé bij de aangifte van zijn loon- en inkomstenbelasting handelt in strijd met de fiscale wet- en regelgeving 13, evenals een leerkracht als hij buiten werktijd seksuele handelingen pleegt met een minderjarig meisje 14 of een politieambtenaar als hij zich in privétijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. 15 In deze gevallen oordeelde de CRvB dat de privégedragingen van de ambtenaar het aanzien van de overheidsorganisatie waarin de ambtenaar werkte ernstig schaadde. Hierbij hoeft niet per se sprake te zijn van een nauwe band tussen het gedrag in privétijd van een ambtenaar en de door hem vervulde functie. Bepalend is of het wangedrag weerslag heeft op het functioneren van de ambtenaar en op het aanzien van de dienst. 16 Ten slotte kent de CRvB bij het vaststellen van plichtsverzuim betekenis toe aan de herkenbaarheid van de ambtenaar voor het publiek. Een secretarieel medewerkster bij een gemeente, die gelegenheid had geboden aan andere personen om strafbare feiten te plegen vanuit en rondom haar woning en zelf een winkeldiefstal had gepleegd, werd terecht ontslagen volgens de CRvB. De CRvB hecht grote betekenis aan de betrouwbaarheid en onkreukbaarheid van een ambtenaar, die fungeert als tussenschakel tussen de overheid en burger. 17 Zo oordeelde de CRvB dat een gemeente die een ambtenaar die thuis een illegale hennepplantage hield, had ontslagen, zich met recht op het standpunt had gesteld dat het onaanvaardbaar is dat een ambtenaar van de gemeente betrokken is bij het illegaal kweken van hennepplanten. 18 Dit geldt in het bijzonder voor een functionaris, die als buitendienstmedewerker met name belast is met de verwijdering van zwerfafval, waaronder drugs, en als zodanig herkenbaar is voor burgers van de gemeente. Een ambtenaar die een publieksfunctie vervult, dient zich te realiseren dat zijn privégedrag al gauw een uitstraling heeft op de overheidsorganisatie waar hij werkt. Ontslag van de ambtenaar vanwege het plegen van strafbare feiten in de privésfeer

3 Een ambtenaar die zich in de uitoefening van zijn functie schuldig maakt aan strafbare feiten kan alleen al om deze reden plichtsverzuim worden verweten. Als dat het geval is, dan kan het bevoegd gezag de ambtenaar strafontslag verlenen op grond van art. 80 in verband met art. 81 lid 1 sub 1 ARAR. Als de ambtenaar onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsstraf wegens een misdrijf, kan ook ontslag worden verleend op grond van art. 98 lid 1 sub e ARAR. Ook indien de strafbare gedragingen in privétijd zijn gepleegd, kan ontslag volgen. Bij de besluitvorming tot het hanteren van de ontslagbevoegdheid ex art. 98 lid 1 sub e ARAR dient door het bestuursorgaan een belangenafweging te worden gemaakt. Bij de belangenafweging spelen de volgende zaken een rol: heeft het delict zich binnen of buiten de werksfeer afgespeeld, wat zijn de aard en de ernst van het delict, wat is de maat van de opgelegde straf, belemmert de strafrechtelijke vervolging het functioneren in de ambtelijke dienst en welke schade wordt daardoor aan het aanzien van de dienst aangericht. Met name als het delict zich buiten de werksfeer heeft afgespeeld worden strengere eisen gesteld aan de belangenafweging. 19 Het is dus mogelijk dat een ambtenaar voor bepaald wangedrag in de privésfeer zowel door de strafrechter wordt veroordeeld, als disciplinair wordt gestraft door het bevoegd gezag. 20 Rechterlijke toetsing van wangedrag van ambtenaren Bij de rechterlijke toetsing van een disciplinaire straf wegens plichtsverzuim, zijn toetsingsmomenten te onderkennen die min of meer parallel lopen aan de hiervoor beschreven fasen van opbouw van een plichtsverzuimdossier, te weten: het vaststellen van feiten, het interpreteren van (vage) wettelijke normen, het kwalificeren van een gedraging als plichtsverzuim, het opleggen van een disciplinaire maatregel en het maken van een keuze tussen de straffen. Het vaststellen van de feiten, het interpreteren daarvan en de interpretatie van de wettelijke norm worden in het algemeen vol, dus zonder terughoudendheid door de rechter getoetst. Ten aanzien van de kwalificatie van de gedraging als plichtsverzuim, bekijkt de rechter of sprake is van toerekenbaar plichtsverzuim. Dit wordt ook integraal door de rechter getoetst. Oordeelt de rechter dat het plichtsverzuim niet toerekenbaar is, dan ontbreekt de bevoegdheid tot straffen en zal het strafbesluit worden vernietigd. Volgens Troostwijk 21 dient het bevoegd gezag zich eerst voordat de hoogte van de straf aan de orde is af te vragen of van de bevoegdheid om te straffen gebruikgemaakt moet worden of dat daarvan juist moet worden afgeweken. Daarna moet het bestuursorgaan een keus maken uit de mogelijke straffen. Troostwijk is van oordeel dat de rechter het antwoord op deze vragen marginaal dient te toetsen, omdat het bevoegd gezag ter zake beleidsvrijheid toekomt. Bij het maken van een keuze tussen de straffen moet de toets van art. 3:4 Awb, de evenredigheidstoets, worden toegepast. De straf mag niet onevenredig zijn. Deze toetsing is marginaler dan de oude toets op grond van de Ambtenarenwet. Toerekenbaarheid Nadat is vastgesteld dat door de ambtenaar een norm is overtreden, dient te worden vastgesteld in hoeverre deze gedraging ook daadwerkelijk aan hem kan worden toegerekend. In dat verband is allereerst van belang of de ambtenaar op de hoogte was van de norm en in hoeverre deze norm ook daadwerkelijk door het bestuursorgaan wordt gehandhaafd. 22 Verder kan de situatie zich voordoen dat de ambtenaar ten tijde van zijn gedraging (verminderd) ontoerekeningsvatbaar was. Een bijzondere situatie kan zich voordoen wanneer de ambtenaar plichtsverzuim heeft gepleegd onder invloed van overmatig alcohol- of drugsgebruik. De aanwezigheid van een alcoholprobleem is bij de beoordeling van plichtsverzuim in beginsel geen verontschuldigende factor. Een uitzondering vormt de situatie dat de oorzaak van overmatig gebruik van alcohol is gelegen in een psychisch defect waardoor de ambtenaar niet in staat moet worden geacht zijn wil ten aanzien van het gebruik van alcohol in vrijheid te bepalen, zodat hij voor de gevolgen daarvan niet te allen tijde verantwoordelijk mag worden gehouden. 23 De evenredigheidstoets Indien sprake is van toerekenbaar plichtsverzuim kan het bestuursorgaan een disciplinaire straf opleggen. Het bestuursorgaan dient bij het bepalen van de straf het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen. Of een straf evenredig is aan het plichtsverzuim hangt af van een aantal specifieke omstandigheden van het geval. Aspecten die bij de nietonevenredigheidstoets ex art. 3:4 Awb een rol kunnen spelen zijn: de ernst van het plichtsverzuim, de functie van ambtenaar, zijn functioneren inclusief recidivegedrag en de opstelling van ambtenaar tijdens de plichtsverzuimprocedure. Naast deze de ambtenaar betreffende aspecten wordt uiteraard ook gekeken naar het bevoegd gezag. De evenredigheidstoets wordt in de jurisprudentie vaak toegepast. Zo oordeelde de CRvB ten aanzien van een medewerkerster bij de Belastingdienst, die niet tijdig een aangifte inkomstenbelasting had ingediend voor de dansschool die zij samen met haar partner had, dat het verleende strafontslag niet in verhouding stond met de aard en ernst van het

4 plichtsverzuim, nu het niet tijdig doen van aangifte er niet toe had geleid dat te weinig belasting was geheven. 24 In een zaak waarin een gemeenteambtenaar zonder toestemming nevenactiviteiten had verricht en hem daarom onvoorwaardelijk ontslag was verleend, oordeelde de CRvB dat ook met een minder zware bestraffing had kunnen worden volstaan. Het ontslag werd onevenredig geacht, mede gezien het feit dat de ambtenaar na vaststelling van de feiten nog anderhalf jaar had doorgewerkt en nooit eerder was gebleken van disfunctioneren. Verder betrof het hier privéactiviteiten die ver afstonden van de ambtelijke werkzaamheden van de ambtenaar. Ook dit relativeerde de ernst van het plichtsverzuim enigszins. 25 Wet- en regelgeving gewone werknemers Gewone werknemers zijn op grond van art. 7:611 BW verplicht zich als een goed werknemer te gedragen. Verder geeft art. 7:678 BW een niet limitatieve opsomming van daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer die tot het ontslag op staande voet van een werknemer kunnen leiden. Art. 7:660 BW verplicht de werknemer zich te houden aan de voorschriften omtrent het verrichten van arbeid alsmede aan die welke strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming. Dergelijke voorschriften kunnen ook de privésfeer van de werknemer raken indien en voor zover de werkgever daarbij een gerechtvaardigd belang heeft. Welke privégedragingen van werknemers kunnen gevolgen hebben voor hun arbeidsrechtelijke positie? Gedragingen in de privésfeer kunnen gevolgen hebben voor de arbeidsverhouding indien deze op een bepaalde wijze door de privégedragingen wordt geraakt. Dit is het duidelijkst als de werknemer in strijd handelt met hetgeen in zijn arbeidsovereenkomst of in een voor hem geldend(e) arbeidsreglement of gedragscode is bepaald. In dit soort situaties speelt, net als bij ambtenaren, een rol of de aard van de arbeidsovereenkomst dan wel de functie van de werknemer een verzwaarde zorgvuldigheidsplicht met zich brengt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan functies waarbij een groot belang mag worden gehecht aan de integriteit van de werknemer, zoals bij medewerkers van banken en verzekeraars, werknemers in de zorg, maar ook personen die werkzaam zijn bij de media. Zo werd een bankemployé die, in strijd met de voor hem geldende gedragscode, in de privésfeer geschenken aannam van relaties van de bank op staande voet ontslagen. 26 Een hulpverleenster in een opvang- en drugshulpverleningscentrum, die positief was getest op drugs, werd op staande voet ontslagen met verwijzing naar haar arbeidsovereenkomst waarin duidelijk een verbod op drugsgebruik stond vermeld. De rechter stelde vast dat de arbeidsovereenkomst geen onderscheid maakte tussen privé- en werkomstandigheden. 27 Tot slot oordeelde de rechter ten aanzien van een televisiepresentator, die in de privésfeer foto's aan het weekblad Privé had verstrekt, dat hij hiermee niet alleen de in zijn arbeidsovereenkomst opgenomen verplichting om geen foto's openbaar te (laten) maken, had overtreden, maar zich ook onvoldoende rekenschap had gegeven van het feit dat hij als televisiepresentator een meer dan gemiddelde publieke functie heeft en het 'gezicht' vormt van het programma. 28 Dat gedragingen buiten de werktijd een dringende reden voor ontslag kunnen opleveren maar dat dan wel sprake moet zijn van enig verband met de werkzaamheden, werd door de Hoge Raad bevestigd in zijn arrest van 18 december De Hoge Raad oordeelde dat een autoverkoper die buiten werktijd onder invloed van alcohol met zijn auto schade veroorzaakte en door de politie werd aangehouden, terecht op staande voet was ontslagen. De goodwill van de werkgever was voor een belangrijk deel afhankelijk van het optreden van zijn verkopers en het gedrag van de werknemer werd dan ook terecht gekenschetst als een ernstige tekortkoming in zijn verplichtingen jegens de werkgever. Ook misdragingen tijdens een personeelsfeest kunnen leiden tot ontslag op staande voet, ondanks het feit dat het gedrag noch op de werkplaats noch tijdens werktijd is vertoond en niet in verband staat met de feitelijke werkzaamheden van de werknemer. 30 Het wat verder gelegen verband met de feitelijke werkzaamheden brengt slechts mee dat zeer hoge eisen moeten worden gesteld aan de dringendheid van de ontslagreden. Een andere vraag is of het gebruik van alcohol en drugs in de privétijd arbeidsrechtelijke consequenties mag hebben. Als het drugsgebruik duidelijk merkbaar invloed op de werkzaamheden heeft, kan dit reden zijn voor ontslag. 31 Voor werknemers in bepaalde voorbeeldfuncties ligt dat meer voor de hand dan voor werknemers die een dergelijke voorbeeldfunctie niet hebben. 32 Als voorbeeld dient de werkneemster in een opvang- en drugshulpverleningscentrum, die positief was getest op drugs en op staande voet werd ontslagen. 33 In het hier eerder al aangehaalde, en veel besproken Hyatt-arrest 34 was daarvan geen sprake. De werkneemster, serveerster in het casino van het Hyatt hotel op Aruba, had in haar vrije tijd drugs gebruikt en werd bij een routinecontrole (waarmee zij had ingestemd) positief getest. Zij weigerde deel te nemen aan een rehabilitatieprogramma en werd op staande voet ontslagen. De Hoge Raad oordeelde dat het strenge

5 antidrugsbeleid van het Hyatt hotel, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen drugsgebruik in de vrije tijd en tijdens werktijd, een legitiem doel dient, te weten het behoud van de goede naam van het Hyatt hotel. Hiervoor moest het belang van de werkneemster, om gevrijwaard te blijven van bemoeienis van haar werkgever met haar privéleven, wijken. De vraag is of dit niet te ver gaat nu er in dit geval niet duidelijk een verband was tussen het drugsgebruik van de serveerster in haar privésituatie en de uitoefening van haar werk en zij ook geen voorbeeldfunctie bekleedde. Ontslag van de werknemer vanwege het plegen van strafbare feiten in de privésfeer Strafrechtelijke vergrijpen, die in de privésfeer plaatsvinden, hoeven in beginsel geen gevolgen te hebben voor het dienstverband van de werknemer. 35 Ook de omstandigheid dat het strafrechtelijk vergrijp van de werknemer (mogelijk) onrust veroorzaakt bij collega's, maakt dit niet anders. Een werkgever heeft de taak het nodige te doen om de collegiale verhoudingen goed te houden. 36 In sommige gevallen wordt de arbeidsovereenkomst van een zedendelinquent echter wel ontbonden op grond van een dringende reden. Dit kan het geval zijn indien een relatie bestaat tussen het gepleegde delict en de functie van de werknemer 37 of indien de werknemer door zijn veroordeling geruime tijd buiten staat is (of zal blijven) zijn werkzaamheden bij de werkgever uit te voeren. 38 Rechterlijke toetsing van wangedrag van werknemers Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat de vraag of aan de vereisten van art. 7:611 BW is voldaan ten volle door de rechter moet worden getoetst. 39 Net als de ambtenarenrechter zal ook de civiele rechter vaststellen in hoeverre het gedrag dat heeft geleid tot ontslag van de werknemer daadwerkelijk aan hem kan worden toegerekend. In dat verband is ook hier van belang of de werknemer op de hoogte was van de gedragsnorm en in hoeverre deze norm ook daadwerkelijk door de werkgever wordt gehandhaafd. 40 Verder kan de situatie zich voordoen dat onder invloed van overmatig alcohol- of drugsgebruik door de werknemer is gehandeld. Verslaving wordt steeds vaker gezien als een ziekte waarvan de werknemer geen verwijt treft. Het hangt dan af van bijkomende omstandigheden of gedragingen als gevolg van alcohol- of drugsgebruik kunnen leiden tot ontslag of een loonsanctie. 41 Bij de beoordeling van de vraag of een dringende reden voor ontslag aanwezig is en bij de beoordeling van een ontbindingsverzoek, dienen alle omstandigheden van het geval te worden betrokken door de rechter, waaronder de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, de lengte van het dienstverband en de gevolgen van het ontslag. Al deze feiten en omstandigheden worden vol getoetst door de rechter. Zo werd het door een werkgever vanwege het plegen van valsheid in geschriften door een productontwikkelaar hypotheken ingediende ontbindingsverzoek afgewezen, omdat de misstap van de werknemer al lange tijd geleden had plaatsgevonden in een verder onberispelijk dienstverband van 28 jaar. Dit rechtvaardigde niet de zware sanctie van ontbinding van de arbeidsovereenkomst. 42 Ook een bankemployé die geschenken van relaties had aangenomen en op staande voet werd ontslagen, kreeg zijn loonvordering in eerste instantie toegewezen op grond van zijn lange dienstverband van 36 jaar en de ernstige gevolgen van het ontslag. Het hof vond deze omstandigheden echter niet opwegen tegen de ernst van de gedragingen van de werknemer en achtte het ontslag wel geldig. 43 Conclusie Gedragingen in de privésfeer kunnen zowel voor ambtenaren als voor werknemers gevolgen hebben voor hun dienstverband. Voor zowel de ambtenaar als de werknemer is daarbij van belang of een duidelijk verband bestaat tussen de gedragingen in de privésfeer en het werk. Of daarvan sprake is hangt af van de aard van de functie, de mate van integriteit die de functie vereist en of sprake is van een voorbeeldfunctie. Bij ambtenaren zal vaker sprake zijn van voorbeeldfuncties of functies die gezichtsbepalend zijn voor de overheid en dus zal vaker sprake zijn van een verband tussen het gedrag in de privésfeer en het werk. Nu voor veel ambtenaren bovendien gedragscodes bestaan waarin normoverschrijdend gedrag wordt omschreven en er rechtspositieregelingen bestaan die dit gedrag sanctioneren, zal het voor een bestuursorgaan snel duidelijk zijn of er sprake is van gedrag in de privésfeer waartegen maatregelen kunnen worden genomen en zal het bestuursorgaan ook sneller tot toepassing van deze maatregelen (kunnen) overgaan. Dit is met name het geval als het gaat om strafbare gedragingen. Wat betreft de rechterlijke toetsing van ontslagbesluiten heeft de bestuursrechter minder ruimte dan de civiele rechter om alle omstandigheden van het geval te betrekken bij zijn beslissing of er al dan niet een straf kan worden opgelegd door de werkgever indien er sprake is van wangedrag in de privésfeer. Wel kan de bestuursrechter beoordelen of de opgelegde straf evenredig is met het plichtsverzuim.

6 Voetnoten 1 Mevr. mr. S.C. Kuit is advocaat bij Boekel De Nerée N.V. te Amsterdam. 2 HR 14 september 2007, JAR 2007/ Art. 125quater-c en art. 125 AW. 4 E. Verhulp e.a. (red.), Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005, p Zie bijvoorbeeld art. 81 lid 1 ARAR. 6 Zie bijvoorbeeld T. Karssen en W.D. de Vos, Ambtenarenrecht toegelicht, Den Haag: Sdu Uitgevers 2006, p E. Verhulp e.a. (red.), Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005, p CRvB 29 november 2001, TAR 2002, Zie T.A. Karssen, 'Integriteit en ongewenst gedrag bij de overhead', TAR 2007, 10, p. 575 e.v. 10 CRvB 29 november 2001, TAR 2002, CRvB 26 april 2007, TAR 2007, CRvB 25 mei 2000, TAR 2000, Zie CRvB 6 april 2006, TAR 2006, 166 en Rb. Amsterdam (vzr.) 9 oktober 2003, TAR 2003, Rb. 's-gravenhage (vzr.) 19 november 2006, TAR 2006, Zie bijvoorbeeld CRvB 1 november 2001, TAR 2002, 24 en CRvB 29 november 2001, TAR 2002, CRvB 7 juli 2005, TAR 2005, Zie CRvB 13 april 2006, TAR 2006, Zie CRvB 28 september 2006, TAR 2007, 7 en zie ook CRvB 29 november 2007, TAR 2008, H.S.P. Stuiver, Aspecten van ambtenarenrecht, Nijmegen: WLP 2007, p Zie bijvoorbeeld noot 14 en CRvB 25 februari 1999, TAR 1999, H. Troostwijk, 'De toetsing door de ambtenarenrechter van een disciplinaire maatregel; een aantal toetsingsmomenten', Recht op scherp, 1984, p CRvB 8 februari 2001, TAR 2001, CRvB 16 oktober 1977, TAR 1977, CRvB 16 augustus 2007, TAR 2008, CRvB 30 november 2000, TAR 2001, 13. Zie ook L.J.J. Rogier in zijn annotatie bij CRvB 7 november 1991, TAR 1992, Hof Amsterdam 19 juni 1997, JAR 1997/ Ktr. Rotterdam 22 februari 1993, JAR 1993/ Zie Ktr. Lelystad 7 augustus 2007, RAR 2007, HR 18 december 1970, NJ 1971, Ktr. Zwolle 2 september 2003, JAR 2003/ Ktr. Wageningen 9 juli 1999, Prg. 1999, Zie E.J.A. Franssen, 'Kan de verslaafde werknemer nog wel als een goed werknemer worden beschouwd?', Arbeid Integraal 2008/1. 33 Zie noot Zie noot Ktr. Eindhoven 24 november 2003, JAR 2004/6. De kantonrechter wees een ontbindingsverzoek van een arbeidsovereenkomst van een werknemer die was veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een zedenmisdrijf af, omdat het delict waarvoor de werknemer was veroordeeld geen relatie had met zijn werkzaamheden. De kantonrechter nam tevens in overweging dat de duur van de detentie eventueel van belang zou kunnen zijn indien de bedrijfsvoering van de werkgever daardoor ernstige schade zou ondervinden, wat niet het geval bleek. 36 Zie Ktr. Wageningen 5 juli 2006, JAR 2006/203 en Ktr. Eindhoven 3 juni 2005, JAR 2005/ Ktr. Almelo 15 juli 2005, JAR 2005/ Ktr. Bergen op Zoom 27 februari 2003, JAR 2003/ Zie voor een overzicht van literatuur en jurisprudentie A.R. Houweling & S.F.H. Jellinghaus, Sdu Commentaar Arbeidsrecht 2009, Den Haag: Sdu Uitgevers 2008, p. 201 e.v. 40 Zie de uitspraken genoemd in noot 2 en noot 28.

7 41 Zie bijvoorbeeld Ktr. Haarlem 5 september 2007, JAR 2007/239. Geheel anders oordeelde bijvoorbeeld de Ktr. Wageningen 9 juli 1999, Prg. 1999, 5338 en Ktr. Gouda 23 augustus 2007, JAR 2007/ Ktr. Amsterdam 9 april 2008, EA 08-64, LJN BF Zie noot 26. Kluwer

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4756

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4756 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4756 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-07-2009 Datum publicatie 07-08-2009 Zaaknummer AWB 08/1794 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Werknemer in de gevangenis: reden voor ontslag?

Werknemer in de gevangenis: reden voor ontslag? Werknemer in de gevangenis: reden voor ontslag? Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Hechtenis / Detentie 4 3. Geen loon verschuldigd gedurende hechtenis dan wel detentie 5 4. Ontslag op staande voet 6 5. Ontbinding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:4586

ECLI:NL:RBROT:2014:4586 ECLI:NL:RBROT:2014:4586 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-06-2014 Datum publicatie 05-06-2014 Zaaknummer 13/7284, 14/152, 14/2414 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

Thema: Arbeidsrecht - nu - in de toekomst - in de praktijk

Thema: Arbeidsrecht - nu - in de toekomst - in de praktijk Thema: Arbeidsrecht - nu - in de toekomst - in de praktijk Mr. G.W. (Govert) Brouwer 15 januari 2013 1 Programma: I II III De procesgang in het O.O. De procesgang in het B.O. Wet normalisering rechtspositie

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente

Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente Universitair Informatiemanagement Kenmerk: SB/UIM/12/1107/khv Datum: 13 december 2012 Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente Vanuit hun functie hebben ICT-functionarissen vaak verregaande

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:2714

ECLI:NL:RBMNE:2015:2714 ECLI:NL:RBMNE:2015:2714 Instantie Datum uitspraak 16-04-2015 Datum publicatie 06-05-2015 Zaaknummer UTR 13-2648 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013 Mediation in arbeidsverhoudingen mw mr. B.M.M. Tijink VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013 Waar gaat het vandaag over? Onderzoek Situatieve Arbeidsongeschiktheid Verplichtingen werkgever werknemer

Nadere informatie

Programma Wet normalisering rechtspositie ambtenaren WNRA. Normaliseren rechtspositie ambtenaren. mr. Muriël Nolet

Programma Wet normalisering rechtspositie ambtenaren WNRA. Normaliseren rechtspositie ambtenaren. mr. Muriël Nolet Normaliseren rechtspositie mr. Muriël Nolet. Programma Introductie WNRA Bespreking wijzigingen (in proces- en ontslagrecht) Rol van de OR Wet normalisering rechtspositie WNRA - 3 november 2010 initiatief

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

Inleiding in het ontslagrecht

Inleiding in het ontslagrecht I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4194

ECLI:NL:CRVB:2016:4194 ECLI:NL:CRVB:2016:4194 Instantie Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 04-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/7516 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017 Onderwerp: Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017 Ons kenmerk: 16BWB00083 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 4.17 van

Nadere informatie

Versie: 1.0 Datum: 1 oktober 2011. Integriteitscode ICT

Versie: 1.0 Datum: 1 oktober 2011. Integriteitscode ICT Versie: 1.0 Datum: 1 oktober 2011 Integriteitscode ICT Toelichting Voor u ligt de 'Integriteitscode ICT van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). De integriteitscode bevat een overzicht van de huidige

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Aansprakelijkheden van QESHmanagers. veiligheidsfunctionarissen

Aansprakelijkheden van QESHmanagers. veiligheidsfunctionarissen Aansprakelijkheden van QESHmanagers en veiligheidsfunctionarissen Remko Wijling Deltalinqs Arbo contactgroep d.d. 21 april 2017 1 Programmaonderdelen Inleiding Strafrechtelijke aansprakelijkheid? Bestuursrechtelijke

Nadere informatie

(c) Van Delft Advocaten N.V. 2015 1

(c) Van Delft Advocaten N.V. 2015 1 1 Advocaten Mr Erik van Kregten LLM, - strafrecht (inclusief economisch strafrecht en BOPZ-zaken) Mr Wytze van Leuveren MA, - ondernemingsrecht, arbeidsrecht en faillissementsrecht Mr Anke Schellekens,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DGOBR Directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk

Nadere informatie

De bedrijfscode van JNW makelaars.

De bedrijfscode van JNW makelaars. De bedrijfscode van JNW makelaars. Pagina Inleiding 2 1. Toepasselijkheid 2 2. Toezichthouder 2 3. Integer handelen 3 4. Onrechtmatig handelen 3 5. Nieuwe medewerkers 3 6. Cliëntenonderzoek 3 7. Betrokkenheid

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3534

ECLI:NL:CRVB:2016:3534 ECLI:NL:CRVB:2016:3534 Instantie Datum uitspraak 22-09-2016 Datum publicatie 23-09-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/5803 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2020

ECLI:NL:RBMNE:2014:2020 ECLI:NL:RBMNE:2014:2020 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 19-05-2014 Datum publicatie 17-06-2014 Zaaknummer AWB-13_6492 Rechtsgebieden Ambtenarenrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Leidraad Integriteitcode

Leidraad Integriteitcode Leidraad Integriteitcode Datum: juni 2010 SurfIBO Het SURF Informatie Beveiligers Overleg is ingesteld door het platform SURF ICT en Organisatie met als doelen het actief stimuleren van en richting geven

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2019Z02033

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:CRVB:2017:2145 ECLI:NL:CRVB:2017:2145 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3245 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA)

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA) Hoofdstuk 16 Ordemaatregelen en disciplinaire straffen Voorblad A. Opmerkingen Artikel Wijzigingen (V) Communicatie Artikel 16.1 het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6108

ECLI:NL:RBROT:2015:6108 ECLI:NL:RBROT:2015:6108 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 25-08-2015 Datum publicatie 25-08-2015 Zaaknummer ROT 14/7297 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Bodemzaak

Nadere informatie

Einde van de arbeidsovereenkomst. detentie

Einde van de arbeidsovereenkomst. detentie Einde van de arbeidsovereenkomst wegens detentie B.P. van Luyn en J.M. van Poelgeest* 66 Het einde van de arbeidsovereenkomst wegens het enkele feit dat de werknemer gedetineerd is, wordt in de rechtspraak

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

VvA 31 mei 2012. Pauline Burger Advokatenkollektief Utrecht. Advokatenkollektief Utrecht www.advokatenkollektief.nl - 030-2520900

VvA 31 mei 2012. Pauline Burger Advokatenkollektief Utrecht. Advokatenkollektief Utrecht www.advokatenkollektief.nl - 030-2520900 VvA 31 mei 2012 Pauline Burger Advokatenkollektief Utrecht Advokatenkollektief Utrecht www.advokatenkollektief.nl - 030-2520900 De opstelling van een werknemer bij ontslag met het oog op de aanspraak op

Nadere informatie

Ontslagrecht. Prof. A.R. Houweling

Ontslagrecht. Prof. A.R. Houweling Ontslagrecht Prof. A.R. Houweling Het einde van de arbeidsovereenkomst Vier wijzen van eindigen van de aok: 1. Einde van rechtswege 2. Beëindiging met wederzijds goedvinden 3. Opzegging (ontslag) 4. Ontbinding

Nadere informatie

Ontslag op staande voet

Ontslag op staande voet Ontslag op staande voet Ontslag op staande voet is een opzegging wegens een dringende reden waardoor de arbeidsovereenkomst direct eindigt. Deze opzegging vindt plaats zonder vergunning van het UWV. De

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116. 1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke

Nadere informatie

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:431

ECLI:NL:RBLIM:2017:431 ECLI:NL:RBLIM:2017:431 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 26-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB - 15 _ 3656u Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werkgevers

Concurrentiebeding - werkgevers Concurrentiebeding - werkgevers Waarom een concurrentiebeding opnemen? Met een concurrentiebeding wordt een werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

WNRA staat voor de deur Nieuw arbeidsrecht voor ambtenaren

WNRA staat voor de deur Nieuw arbeidsrecht voor ambtenaren WNRA staat voor de deur Nieuw arbeidsrecht voor ambtenaren 13 december 2018 Bruno van Els 1 Onderwerpen 1) Waarom de WNRA (achtergrond en uitgangspunten); 2) Gevolgen invoering WNRA voor ambtenaren: algemeen

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Het huidige arbeidsrecht Het arbeidsrecht kent een gesloten stelsel van ontslagrecht. Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst alleen op de in de wet geregelde manieren

Nadere informatie

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid.

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid. Jaargang 22 (2017) JANUARI nr. 279 Arbeidsrecht Actueel In deze uitgave: Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet WeRk en zekerheid Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:196

ECLI:NL:CRVB:2015:196 ECLI:NL:CRVB:2015:196 Instantie Datum uitspraak 28-01-2015 Datum publicatie 29-01-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-2118 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Veranderende ontslagprocedures

Veranderende ontslagprocedures Veranderende ontslagprocedures Geen keuze meer tussen kantonrechter en UWV mr Daniëlle Edelenbosch-Illingworth Even voorstellen mr Daniëlle Edelenbosch-Illingworth advocaat sinds 2007 specialisatieopleiding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Artikel 9 Herplaatsing

Artikel 9 Herplaatsing Artikel 9 Herplaatsing 1. Bij de beoordeling of binnen de onderneming van de werkgever een passende functie beschikbaar is voor een werknemer die voor ontslag in aanmerking komt, worden arbeidsplaatsen

Nadere informatie

Sanctiebeleid en disciplinaire maatregelen Inhoud

Sanctiebeleid en disciplinaire maatregelen Inhoud Sanctiebeleid en disciplinaire maatregelen Inhoud 1. Beleid sancties en disciplinaire maatregelen 3 2. Bewijsmiddelen 3 3. Bewijsdrempel 3 4. Strafbare feiten 3 5. Soorten disciplinaire maatregelen 3 6.

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werknemers

Concurrentiebeding - werknemers Concurrentiebeding - werknemers Wat is een concurrentiebeding? Een werkgever kan er groot belang bij hebben dat bepaalde werknemers niet bij een (directe) concurrent of als zelfstandige gaan werken. Dit

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BR3781

ECLI:NL:RBROT:2011:BR3781 ECLI:NL:RBROT:2011:BR3781 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2011 Datum publicatie 01-08-2011 Zaaknummer 10/4538 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoger

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018

Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018 Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018 Het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân, gelet op art. 18a Participatiewet en art. 20a van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 13-10-2016 Zaaknummer 200.187.341 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Ontslag op staande voet

NIEUWSBRIEF. Ontslag op staande voet April 2019 Jaargang 3, nummer 4 NIEUWSBRIEF Artikelen Ontslag op staande voet Wat moet je weten als werkgever? I. Wat hoeft niet? II. Wat moet wel? 1. Onverwijlde opzegging 2. Dringende reden 3. Onverwijlde

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Wijziging uitvoering bestuurlijke boete SZW Registratienummer: 00534621 Datum: 13 januari 2015 Portefeuillehouder: M.M. Schlösser Steller: N Bellakhal Nummer: RIB-MS-1503

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:2813

ECLI:NL:CRVB:2014:2813 ECLI:NL:CRVB:2014:2813 Instantie Datum uitspraak 21-08-2014 Datum publicatie 25-08-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2020 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Registratienummer Afdeling Ede, 25565 Samenleving en beleid 10 februari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede; gelet op artikel 18a, van de Participatiewet, artikel 20a van de

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015 Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Rotterdam 2015 De directeur van het cluster Werk en Inkomen, Gelezen het voorstel van 23 januari 2015; gelet op artikel 18a van de Participatiewet; besluit:

Nadere informatie

Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten

Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Jurisprudentie Arbeidsrecht Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Onderwerpen - Introductie - Jurisprudentie WWZ - Overige relevante jurisprudentie Jurisprudentie WWZ -

Nadere informatie

Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13

Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13 Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13 Mr. W.H. Janssen Hoofdstuk 1. Het ambtenarenontslagrecht 15 1.1 Inleiding 15 1.2 De subsidiaire ontslaggrond 17 Hoofdstuk 2. De ontslaggronden 26 2.1 Inleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Opzegging van de arbeidsovereenkomst

Opzegging van de arbeidsovereenkomst Opzegging van de arbeidsovereenkomst Mr.dr. L.C.J.Sprengers Symposium: gevolgen van de WWZ voor het bijzonder onderwijs, 21 mei 2014 Preventieve ontslagtoets Preventieve ontslagtoets blijft gehandhaafd.

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

Analyse proceskansen. Geachte heer R

Analyse proceskansen. Geachte heer R te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BG3749

ECLI:NL:CRVB:2008:BG3749 ECLI:NL:CRVB:2008:BG3749 Instantie Datum uitspraak 30-10-2008 Datum publicatie 10-11-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-7252 AW + 08-4613 AW

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Meldingsregeling misstanden en onregelmatigheden RUG

Meldingsregeling misstanden en onregelmatigheden RUG Meldingsregeling misstanden en onregelmatigheden RUG Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) besluit gelet op: - het belang dat de universiteit hecht aan het voeren van een deugdelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Het ontslag op staande voet in cijfers

Het ontslag op staande voet in cijfers Het ontslag op staande voet in cijfers mr. Marit Beukhof en mr. Rachel Rietveld* 46 1. Inleiding De vraag of het ontslag op staande voet onder de Wwz is veranderd, heeft de afgelopen tijd menigeen beziggehouden.

Nadere informatie

Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering:

Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering: Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering: Geen XYZ-formule, want de voorspelbaarheid "staat of valt" niet met zo'n formule: "zij neemt

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand. b e s l u i t e n :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand. b e s l u i t e n : GEMEENTE HOOGEVEEN Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen, gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma 107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd

Nadere informatie