7 Krachtmoment Je ziet hieronder op schaal 1:100 een stuk materiaal met draaipunt S en een kracht F 1 van 20 N. Bepaal van de kracht het moment.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7 Krachtmoment Je ziet hieronder op schaal 1:100 een stuk materiaal met draaipunt S en een kracht F 1 van 20 N. Bepaal van de kracht het moment."

Transcriptie

1 Momenten 1 wat verstaat een natuurkundige onder evenwicht? 2 geef in een tekening aan wat men onder de arm van een kracht verstaat. Kies daarbij een minder vanzelfsprekende situatie. 3 aan welke voorwaarden moet voldaan zijn in geval van evenwicht? 4 welke bijzonderheden zijn op te merken bij een vaste en een losse katrol en een takel? 5 wat voor verschillen zijn op te merken bij in elkaar grijpende tandwielen t.o.v. van tandwielen die op dezelfde as zijn vastgemaakt? 6 Een homogene staaf kan wrijvingsloos draaien om punt S. De staaf is 1,00 m lang en 500 g zwaar. Het draaien wordt verhinderd door touwtje T. De situatie is op schaal in de tekening weergegeven. Bepaal de spankracht in het touwtje. Uitwerking: Bij lezen van het woord draaien denk je meteen aan M = 0. Bij momenten teken je de krachten, hun werklijnen en de armen ervan. De tekening is op schaal dus je kunt de afstanden gewoon meten. Dat de staaf 1,00 m lang is, speelt daarbij geen rol. Wel dat hij homogeen is. In de originele tekening is d T = 26 mm en d z = 21 mm. M z + M T = 0 0,500 9,81 21 = F T 26 F T = 4,0 N. Pas op als je F T wilt ontbinden in een x- en y-component. Teken dan wel een van de assen door S!

2 7 Krachtmoment Je ziet hieronder op schaal 1:100 een stuk materiaal met draaipunt S en een kracht F 1 van 20 N. Bepaal van de kracht het moment. 8 Zware jongen Bij veel activiteiten is het belangrijk in evenwicht te blijven, ook als er van opzij tegen je wordt geduwd. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is je benen uit elkaar te zetten. Stel je een zware jongen voor van 100 kg met een zwaartepunt 1,10 m boven de grond als hij zijn voeten 50 cm uit elkaar zet. Er wordt met een horizontale kracht op zijn schouder, op 1,60 m hoogte, uitgeoefend. De zware jongen blijft gewoon staan zonder iets extra s te ondernemen. Bereken hoe groot die kracht kan zijn zonder dat hij het risico loopt, omver geduwd te worden. 9 KANTELEN Aan een op de grond liggend homogeen blok wordt getrokken onder een hoek van 40 met een kracht van 20 N. Zie figuur 2. Het touwtje zit vast aan het blok in punt L. Door die kracht in het touwtje dreigt het blok te gaan kantelen om punt K, hetgeen net niet gebeurt. Bereken de massa van het blok.

3 10 ARISTO-GEODREIECK De Aristo-Geodreieck 2, zie foto, is opgehangen aan een pin. Wrijving speelt hierbij geen rol. De foto is loodrecht op de geodriehoek genomen. Uit het gefotografeerde experiment volgt waar het zwaartepunt van deze geodiehoek ligt. Uit de foto is de bijgaande tekening afgeleid, met daarin de geodriehoek, het ophangpunt en de verticale statiefstang Bepaal in de tekening de ligging van het zwaartepunt en licht toe waarom dat het zwaartepunt is. Uitwerking: Van een vrij hangend voorwerp in evenwicht moet het zwaartepunt onder het ophangpunt zitten. Dus op de getrokken streeplijn. Een geodriehoek is symmetrisch. Het zwaartepunt moet dus op de symmetrie-as liggen. Alleen het snijpunt voldoet aan deze voorwaarden en het gezochte zwaartepunt. is

4 11 EEN VLAGGENMAST In figuur 3.1 is een vlaggenmast getekend waarop een wandelaarster zit uit te rusten. In de getekende stand is de mast horizontaal, waarbij hij wordt ondersteund door een paaltje. De mast, die overal even dik is, heeft een massa van 18 kg. De massa van de wandelaarster is 70 kg. De afstand van het draaipunt D van de mast tot de verticale lijn door het zwaartepunt van de wandelaarster is 50 cm. Zie voor de overige afmetingen figuur 3.1. De mast kan zonder wrijving om het punt D draaien. A Toon door berekening aan dat de mast in de gegeven situatie niet gaat draaien. De wandelaarster besluit de mast rechtop te zetten. In de stand van figuur 3.2 houdt ze de mast over een hoek van 20 omhoog. De kracht F die ze hierbij op de mast uitoefent is loodrecht op de mast gericht. De afstand van deze kracht tot het draaipunt D is 3,5 m. Z is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht op de mast. B Bereken hoe groot de kracht is die de wandelaarster nu op de mast uitoefent.

5 A Uitwerking: Er zijn meer redeneringen mogelijk. Bijvoorbeeld: Stel je voor het paaltje is weg. Kies D als draaipunt. Dan werken op de mast drie krachten: De kracht van de vrouw, F vrouw = 70 9,81 = 687 N; de zwaartekracht van de vlaggenmast, F mast = 18 9,81 = 177 N en de kracht in D omhoog. De vrouw zorgt voor een linksdraaiend moment M L = F d = 687 0,50 = 343 Nm. De zwaartekracht van de mast zorgt voor een rechtsdraaiend moment M R = F d = 177 3,2 = 565 Nm. Dat is meer! Geen evenwicht. De mast draait rechtsom en komt tegen het paaltje tot stilstand. Dat paaltje zorgt door een omhoog gerichte kracht voor M L = M R. B Op de mast werken behalve de kracht in het draaipunt, die geen bijdrage in de draaiing levert, de zwaartekracht van de mast en de kracht van de vrouw op de mast. De armen van deze krachten zijn resp: 3,20 cos 20 = 3,0 m en 3,5 m. Dus F r = F r 18 9,81 3,0 = F 3,5 F = 152 N

6 12 BRIEVENWEGER In een PR-actie kreeg ik op het postkantoor een brievenweger. De brievenweger is van karton en moet je tot een driehoekig model vouwen. Zie het gebruik ervan in figuur 1: De brievenweger is in figuur 2 zonder perspectief afgebeeld, is in werkelijkheid 20,8 cm breed en weegt zelf 25 g. De brief die in figuur 1 gewogen wordt, blijkt minder dan 20 g te wegen. Bij meer dan 20 g kantelt de brievenweger en moet je meer portokosten betalen. figuur 2 Bepaal hoe ver het zwaartepunt van de kartonnen brievenweger van het kantelpunt af ligt. 13 PUNAISE In het kruisje van figuur 3 wordt een punaise geprikt. Dit blad kan dan om dat punt heen draaien. De getekende pijl stelt een kracht voor met als schaal 0,10 N/cm. Bepaal de grootte en richting van de kracht die langs de stippellijn moet werken om een evenwichts- situatie te hebben.

7 14 HEIPAAL Een homogene paal van 300 kg en 6,0 m lengte hangt aan een verticale kabel. Deze kabel zit 1,0 m van het bovenste uiteinde van de paal vast en de paal rust met het andere uiteinde op de grond. De hoek die de paal maakt met de horizon is 60. Zie figuur 4. Bereken de spankracht in de verticale kabel. 15 Evenwicht De getekende horizontal homogene balk heeft een massa van 15,0 kg. Hij is scharnierend bevestigd aan de vertikale staven 1 en 2 in de scharnierpunten S. De tekening is op schaal. Bereken de kracht van elk van de staven op de balk; teken elke kracht op de balk in de tekening. Uitwerking: Zie S1 als draaipunt. Teken in het midden van de balk ziet in dat de kracht van staaf 2 op de balk omhoog moet wijzen. Als je S2 als draaipunt ziet, dan snap je dat de kracht van S1 naar beneden moet wijzen om de balk in evenwicht te houden. Teken je die krachten, dan volgt uit F 0 dat F S2 = F S1 + F Z. F Z = mg = 15,0 9,81 = 147 N Met S1 als draaipunt: M zwaartekracht = M staaf 2 F Z d Z = F S2 d S ,5 hokjes = F S2 1 hokje F S2 = 515 N = 5, N F S2 = F S1 + F Z 515 = F S F S1 = 368 N = 3, N F z dus 4,5 hokjes van einde, en je

8 TANDWIEL MET SNAAR 16 De straal van A, B en C is resp. 88, 33 en 44 mm. Verder is alles ideaal. Zie figuur 5, die niet op schaal is. Om A is een touw gewikkeld, waaraan P hangt. Blok P gaat met een constante snelheid van 12 cm/s naar beneden. A en C zijn via een ketting verbonden. Om B zit een touw met daaraan Q. Leid af met welke snelheid Q beweegt. 17 Gekkenwerk heet deze constructie van ideale touwtjes en katrollen met daaraan vier blokjes. De vaste katrollen zijn met stangen aan het plafond bevestigd. Bovendien herken je nog een losse katrol en een takel. De meest rechtse katrol is te ver naar rechts getekend. De touwtjes gaan recht omhoog. Blokje B heeft een massa van 1,0 kg. Leid de massa van de andere blokjes af. Uitwerking: B hangt aan twee touwtjes. Elk touwtje hoeft dus maar 500 g te dragen. A en D zijn dus elk 500 g. C hangt aan 4 touwtjes en is dus 2,0 kg zwaar. A B C D

9 18 Nog meer gekkenwerk. de straal van A, B en C is resp. 5, 2 en 4 cm. Verder weer alles ideaal. Om A is een touw gewikkeld, waaraan P hangt. Blok P gaat met een constante snelheid van 1 cm/s naar beneden. De linker B en C zijn via een ketting verbonden. Om de rechter B zit een touw met daaraan Q. a In welke richting beweegt Q? b c Leid af met welke snelheid Q beweegt. Leid af welke massa Q moet hebben om van een evenwichtssituatie te kunnen spreken. a b c Uitwerking: Als P zakt, draait de linkeras in de aangegeven richting, de ketting, de rechteras ook en dus gaat Q omhoog. Omdat links B op dezelfde as zit als A, moet de omlooptijd dezelfde zijn en dus is de snelheid evenredig met de omtrek en de straal. De omloopsnelheid van de linker B is dus 2/5 van 1 cm/s = 4 mm/s. De ketting en dus ook C bewegen met 4 mm/s. Omdat rechts B op dezelfde as zit als C, is de omlooptijd dezelfde en is de snelheid evenredig met de straal. Punten op de omtrek van B en dus ook Q bewegen met 2/4 maal de snelheid van C, dus met 2 mm/s. Evenwicht links betekent M A = M B m P g 5 = F ketting 2 F ketting = ½ 5 m P g. Evenwicht rechts betekent M C = M B F ketting 4 = m Q g 2 ½ 5 m P g 4 = m Q g 2 m Q = 5 m P. Inmiddels weet je misschien iets over arbeid en energie. De afname van de zwaarte-energie van P moet in evenwicht even groot zijn als de toename van de zwaarte-energie van Q. Per seconde: m P g 0,010 = m Q g 0,002 m Q = 5 m P.

10 A KRUKKEN Je ziet regelmatig leerlingen met krukken lopen. Van zo n kruk is een foto gemaakt en afgebeeld. Onder aan zo n kruk zit een rubberdop tegen uitglijden. De lijnen in de rechter foto lopen evenwijdig aan de pijlen in de linker detailfoto en kunnen als werklijnen beschouwd worden. De pijl met de H erin geeft de richting aan van de kracht die de hand op de kruk uitoefent. Evenzo geeft A de richting van de kracht aan die de onderarm op de kruk uitoefent. De lengte van de getekende pijlen is willekeurig. De massa van de kruk is 615 g. Het zwaartepunt Z bevindt zich op de aangegeven plaats, 64 cm van het contactpunt met de grond. Bij metingen tijdens het lopen bevond de kruk zich op zeker tijdstip in de gefotografeerde stand en bleek de grootte van kracht H 2, N te zijn en was de kruk in evenwicht. Onderstaande vragen hebben betrekking op dat tijdstip. Toon aan dat de kracht A toen 57 N groot was. Gebruik daarbij het contactpunt met de grond als draaipunt. B Bepaal het moment van die kracht H t.o.v. het zwaartepunt Z. C Bepaal de grootte en richting van de kracht van de kruk op de grond. A B C Er werken 5 krachten: F A, F H, F z, F N en F W. Voor evenwicht geldt F 0 en M = 0. Omdat er bij de rubber dop 2 krachten werken die onbekend zijn, is het het handigst om dat punt als draaipunt te kiezen. Dan is het moment van die krachten, F N en F W, al nul en boven het moment van F z. Blijft over M A = M H F A d A = F H d H F A 9,5 = 2, ,2 F A = 57 N. Je krijgt natuurlijk een andere uitkomst als je andere waarden voor 9,5 en 2,2 gebruikt. Bij de foto zijn de afstanden op schaal. Je mag ook een ander punt, bijv. Z als zwaartepunt nemen, maar dan zit je met de onbekende wrijvingspracht die een moment veroorzaakt. Loodlijn neerlaten vanuit Z op de werklijn door H arm = 10 cm, 1,0 cm op de foto. De schaal is 1:10. Dus M H = F H d H = 2, ,10 = 25 Nm De snelste weg is een tekening op schaal. De getekende krachten zijn de krachten op de kruk, waarvoor F 0 De kracht van de kruk op de vloer is tegengesteld aan de kracht waar vloer bij gezet is. De schaal wijst uit dat die kracht 2, N groot is. EVENWICHT In de tekening zie je een balans. Deze balans bestaat uit een in het midden opgehangen homogene stang van 40 g, een schaaltje van 60 g op een afstand van 30 cm van het ophang-

11 punt en een contragewicht. Deze balans is in evenwicht als het midden van het contragewicht zich 4,0 cm links van het ophangpunt bevindt. Als je een voorwerp op het schaaltje legt, krijg je door verschuiving van het contragewicht weer evenwicht. Uit de positie van het contragewicht kun je de massa van het voorwerp op het schaaltje afleiden. Om het bepalen van de massa te vereenvoudigen heeft men aan de kant van het contragewicht een schaalverdeling aangebracht op de stang, een wijzer aan het contragewicht vastgemaakt en de schaalverdeling in grammen geijkt. A B Bereken de massa van het contragewicht. Leid af of de geijkte schaalverdeling lineair is. Uitwerking Het contragewicht zorgt voor een draaiing linksom en het gewicht op het schaaltje samen met het schaaltje voor een draaiing rechtsom. Hun momenten moeten dus even groot zijn. M contra = M schaal m contra g d = m schaal g d m contra 0,040 = 0,060 0,30 m contra = 0,45 kg Eenzelfde berekening geldt als je het schaaltje gaat belasten met een massa m. m contra g d = (m schaal + m) g 0,30. Dus is d een eerste-graadsfunctie in m. De schaal is lineair. Als je d vervangt door x + 0,040, dan is 0,450 x = m 0,30 x/m = 0,67 m/kg ofwel 6,7 mm per gram.

12 TANDWIELEN Twee tandwielen grijpen in elkaar. De verhouding van de tanden is 5:4. Het moment op de as van het grote tandwiel is 20 Nm. Bereken het moment dat daardoor op de as van het kleine tandwiel wordt veroorzaakt. Antw:16 Nm STAAF Je ziet hiernaast een statief met ideaal touw en ideale staaf. Dat ideaal zijn houdt o.a. in dat ze een verwaarloosbare massa hebben. De tekening is op schaal getekend. a. Bepaal door constructie de richting en de grootte van de krachten op knoop K. b. Teken de krachten op de staaf op de juiste plaats en in de juiste richting.

13 VLAGGENMAST Een vlaggenmast, die kan draaien om een as op 20 cm boven de grond wordt rechtop gehouden dankzij een stevige bout op 1,00 m hoogte. De wind trekt aan de mast via de vlag met een kracht van 100 N, die je door een horizontale vector op 8,00 m meter hoogte kunt voorstellen. Bereken de kracht op de as en op de bout, veroorzaakt door de wind. Uitwerking: We brengen eerst een assenstelsel aan. Om de vlaggenmast in evenwicht te houden moet M = 0 M wind + M bout = = F bout 80 F bout = 975 N. Bovendien moet F = 0, dus F wind - F bout + F as = F as = 0 F as = N. Maar pas op! Dat zijn de krachten op de vlaggenmast. De kracht op de bout is dus 975 N naar rechts en op de as 875 N naar links.

14 3. Deze opgave gaat over het blad papier waarop deze opgave staat. De punt achter de drie vooraan de opgave is het draaipunt. Je kunt je voorstellen dat je daar de passerpunt in prikt. Bepaal het moment van beide hiernaast getekende krachten. De krachten zijn elk 10 N groot. KATROL In nevenstaande figuur is een vaste en losse katrol getekend (massa van elke katrol is 4,0 kg). a) Bereken de kracht F die nodig is om de last met constante snelheid omhoog te trekken. b) Bereken de grootte van de spankrachten in de koorden 1,2 en 3 tijdens het trekken.

15 DE HIJSKRAAN De tekening stelt een torenkraan voor. De achterkant van de kraanarm is voorzien van een contragewicht met een massa van 3000 kg. Aan de voet van de kraan bevindt zich ballast met een massa van kg. De loopkat, waaraan last L hangt, kan over de kraanarm rijden tussen de uiterste standen C en D. De massa's van loopkat, kabels en katrollen kunnen verwaarloosd worden. Het massamiddelpunt (= zwaartepunt) van de kraan zonder contragewicht, ballast en last L ligt op de verticaal door D. De massa van de kraan zonder contragewicht, ballast en last L bedraagt 8000 kg. a. Bereken de grootte van de last L die de kraan maximaal mag hijsen als de loopkat in stand C staat. b. Schets in een grafiek het verband tussen de grootte van last L die de kraan maximaal mag hijsen, en de afstand van de loopkat tot D.

16 Basketbal Hierboven is het zijaanzicht getekend van een verplaatsbare opstelling die bij basketball veel wordt gebruikt. Achter op de installatie ligt een groot blok beton, om te voorkomen dat het geheel in het speelveld kiepert. De massa van de installatie zonder het blok beton is 190 kg. Het zwaartepunt van deze installatie bevindt zich in het punt Z 1, het zwaartepunt van het blok in Z 2. Het blok moet zo zwaar zijn, dat een speler van 90 kg aan de ring kan hangen, zonder dat het geheel omkantelt. a. Bereken hoe groot de massa van het blok minimaal moet zijn. b. Bereken hoe groot in dat geval (met die speler aan de ring hangend) de kracht is die het geheel op de bodem uitoefent.

17 Evenwicht In bijgaande tekening, die ook op het antwoordblad is afgebeeld, zie je de laadklep van een vrachtauto afgebeeld met hydraulisch systeem H, bevestigings/draaipunt P en draaipunt S van de klep. Erop staat een homogeen beladen rolcontainer met een massa van 250 kg. Er is evenwicht. We gaan ervan uit dat het hydraulisch systeem alleen bedoeld is om de extra krachten op de laadklep op te vangen die veroorzaakt worden door de rolcontainer. Je mag de massa van de laadklep zelf dan ook verwaarlozen in deze opgave. Tevens gaan we ervan uit dat de tekening op schaal is. a. Bepaal de kracht die het hydraulisch systeem moet uitoefenen op de laadklep. Deze kracht werkt langs de getekende stippellijn. Maak voor metingen gebruik van de tekening op het antwoordvel. b. Teken op het antwoordvel de krachten op de laadklep in de goede verhouding en richting. Antwoordblad:

18 Uitwerking: a. M = 0 F z d z = F H d H 250 9,81 7,9 = F H 3,0 F H = 6,5 kn. b. F = 0 / Z + / H + / S = 0 We hebben F H verplaatst naar S en daar F Z bij opgeteld. Om op som nul uit te komen moet F S de vektor zijn die de 'kring' sluit. Bedenk dat S dus trekt aan de laadklep, terwijl H het eigenlijk weg duwt. Strikt genomen moet niet F Z getekend worden, maar de aktiekracht van de container op de laadklep. Dat zijn de twee kleinere pijltjes bij de wielen. BALK Een balk van 2,0 kg is 50 cm lang en kan vrij draaien in punt S. Aan de andere kant van de balk is een koord bevestigd, dat over een katrol is geslagen. Je ziet daaraan een blokje A hangen. De balk is in evenwicht. a. Bepaal de massa die blok A moet hebben om voor evenwicht te zorgen, als de balk homogeen is. b Het blijkt dat er evenwicht is als A een massa heeft van 200 g. Bereken waar dan het zwaartepunt van de balk moet liggen.

19 HOMOGENE LAT Een homogene lat is draaibaar om S opgesteld. F v stelt de veerkracht voor waarmee de lat in evenwicht wordt gehouden. Je ziet er ook een blokje aan hangen. Voor de waarden verwijs ik naar de tekening. Bereken de waarde F v die de veerunster aanwijst. BUREAULAMP Je ziet hierboven een schets van mijn nieuwe verlichtingsarmatuur boven de tafel. De massa van de horizontale balk, de ophangdraden van de lampen en de twee stangen kun je verwaarlozen. Er hangen twee lampen aan van elk 1,2 kg zwaar. De afstanden zijn allemaal instelbaar; de ingestelde waarde is erbij geschreven. We veronderstellen dat S, het bevestigingspunt van de linker stang als draaipunt van de horizontale balk wordt beschouwd. De lamp is in evenwicht. Bepaal de kracht in de rechter stang. Alternatieve vragen: a. Bepaal de krachten van de stangen op de horizontale balk. b. Teken ze op schaal in de tekening.

20 BUREAULAMP Je ziet hierboven naast elkaar drie schetsen. De linker stelt een lamparmatuur voor om boven een langere tafel te hangen. Er hangen twee lampen aan van elk 1,2 kg zwaar. Vanuit het 'rondje' gaan twee staven naar boven. De streeplijnen heb ik erin gezet. Zoals je in de tekening met een 3 kunt zien, is de afstand y per lamp in te stellen. In tekening 4 zie je dat dat ook kan met de afstand x. In het rondje in het midden heb ik het draaipunt S van de hefboom x1-x2 aangegeven. De massa's van alle onderdelen kun je verwaarlozen; niet die van de lampen zelf! De afstanden y1, y2, x1 en x2 zijn resp.: 0,40 m, 0,50 m, 0,50 m en 0,40 m. De afstanden x1 en x2 zijn gemeten tot S, het snijpunt van de stippellijnen. De afstand tussen de staven is 4 cm. Bepaal de kracht in de rechter staaf die nodig is om de hefboom in evenwicht te houden. TUIMELAAR Getekend is een klok uit een carillon. Zoals je ziet wordt die aangeslagen doordat de beiaardier een kracht F b uitoefent op koord (1). Dan kantelt de tuimelaar die in S kan draaien en trekt touw (2) de klepel tegen de klok. In deze opgave hoef je met de massa van de tuimelaar geen rekening te houden; de tekening is op schaal. De beiaardier oefent een kracht F b = 10 N uit, maar helaas zit de klepel vast, waardoor de tuimelaar in evenwicht blijft. Bereken de kracht in koord (2) onder deze omstandigheden. Teken de krachten die je in je berekening gebruikt ook in de figuur.

21 UITSTEKENDE BALK Een houten balk is 1,00 m lang en weegt 0,93 kg. Deze balk steekt 90 cm over de rand van een werkbank en wordt dank zij een bout op 4 cm van het uiteinde tegen kantelen behoed. Zie de tekening met doorsnede. Bereken de minimale kracht die de bout op de balk uitoefent. Uitwerking: M = 0 F z d z = F p d p (0,93 9,81) 40 = F p 6 F p = 61 N LAADKLEP Een laadklep heeft een massa van 100 kg. De ligging van het zwaartepunt Z is in de tekening die op schaal is, weergegeven. De laadklep kan vrij scharnieren om S en wordt door twee kabels op zijn plaats gehouden. Bepaal de kracht in één zo n kabel als er niets op de laadklep ligt. Uitwerking: Ook hier M = 0 F z d z = F k d k (100 9,81) 19= F k 56 F k = 333 N

22 SLAGBOOM Een homogene balk van 12 kg is 18 dm lang. De benodigde afmetingen kun je verder uit de tekening afleiden. Ten gevolge van de kracht F 1 gaat de balk om punt S draaien over 30 en is dan in evenwicht. F 1 staat loodrecht op balk. de Bereken de grootte van F 1. Uitwerking: De krachten die erop werken zijn de zwaartekracht in het midden, dus 6 dm van het draaipunt S; de kracht F 1 en de kracht in het draaipunt S, die we ernaast geschetst hebben. M = 0 M F1 = M Fz F z d z = F 1 d cos 30 = F 1 9 F 1 = 68 N.

23 EURO S IN EVENWICHT Op een enveloppe is links een eurocent en rechts één euro geplakt. Voor de geïnteresseerde: de afmetingen van de enveloppe zijn 162 mm 113 mm. De enveloppe is opgehangen met een speld, waardoor hij vrij kan draaien. Het draaipunt is het snijpunt in het kruisje ongeveer boven in het midden van de enveloppe. De massa van de 1- munt is 7,7 gram. De massa van de enveloppe is 3,3 gram Bepaal de massa van de eurocent. Uitwerking: F E = 0,077 N F Z = 0,033 N opmeten in de foto, het gaat alleen om de verhoudingen, d 1 = 3,8 cm d Z = 1,0 cm d E = 1,5 cm M 1 + M Z = M E F 1 d 1 + F Z d Z = F E d E F 1 3,8 + 0,033 1,0 = 0,077 1,5 F 1 = 0,022 N m 1 = 2,2 g

24

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 8.1 raaiende voorwerpen Terugblik: krachten A) Gelijk gerichte vectoren B) Tegengestelde vectoren C) Onderling loodrechte

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting door N. 1441 woorden 9 oktober 2012 7,6 27 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova PARAGRAAF 1; KRACHT Krachten herkennen

Nadere informatie

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Begripsvragen: kracht en krachtmoment Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil

Nadere informatie

Oefentoets krachten 3V

Oefentoets krachten 3V (2p) Welke drie effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? Verandering van richting, vorm en snelheid. 2 (3p) Ans trekt met een kracht van 50 N aan de kist. Welke drie krachten spelen hier een rol?

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL

Examen VMBO-GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2017-2018 SE 5-1: Krachten en werktuigen dinsdag 10 november 11.15-12.55 uur natuur- en scheikunde 1 SE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Gebruik het BINAS informatieboek.

Nadere informatie

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde 2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 Woensdag 28 augustus, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Natuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47. Inleiding

Natuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47. Inleiding Natuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47 Inleiding De toets gaat over evenwichtsleer. Daarbij gebruikt men de momentenwet: ΣM=0. Moment M = ± kracht F arm r met als eenheid Nm. Teken is + bij draaiïng

Nadere informatie

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Je tekent een kracht van 18 N bij een schaal van 7 N 3 cm. Hoe lang is

Nadere informatie

krachtenevenwicht Uitwerking:

krachtenevenwicht Uitwerking: krachtenevenwicht theorie: 1 geef het optellen van vectoren en ontbinden in componenten in tekeningen weer. 2 geef het optellen van onderling loodrechte vectoren en ontbinden in onderling loodrechte componenten

Nadere informatie

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? jaar: 1989 nummer: 16 Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? o a. (5N, 5N, 15N) o b. (5N, 1ON, 20N) o c. (10N, 15N, 20N) o d. iedere bovenstaande

Nadere informatie

Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé

Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé Oefening 1 Een groot nieuw brugdek van 40m lang moet over een rivier geplaatst worden. Eén kraan alleen

Nadere informatie

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1 krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

Krachten (4VWO) www.betales.nl

Krachten (4VWO) www.betales.nl www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Naam: Klas: Practicum veerconstante Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30 TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.

Nadere informatie

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt

Nadere informatie

Suggesties voor demo s krachten

Suggesties voor demo s krachten Suggesties voor demo s krachten Paragraaf 1 Demo kracht verschuiven langs werklijn Neem een houten schijf die om het draaipunt kan roteren. Op de schijf zitten schroefjes waar gewichtjes aan kunnen hangen.

Nadere informatie

2. Bereken elk moment in de volgende drie tekeningen. Geef ook aan of het moment linksdraaiend of rechtsdraaiend is.

2. Bereken elk moment in de volgende drie tekeningen. Geef ook aan of het moment linksdraaiend of rechtsdraaiend is. Opgaven over momenten met uitwerkingen 1. F6 = 50 N, l6 = 60 cm (lengte van de arm tussen F6 en het draaipunt is 60 cm), F7 = 30 N. Bereken l7 (afstand van F7 tot het draaipunt) l6 l7 F7 F6 gegeven: F6

Nadere informatie

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 Zie: http://www.math.nyu.edu/~crorres/archimedes/contents.html Archimedes begreep dat met een kleine kracht een zwaar voorwerp kan worden opgetild. Daartoe

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TENTAMEN CTB1210 DYNAMICA en MODELVORMING d.d. 28 januari 2015 van 9:00-12:00 uur Let op: Voor de antwoorden op de conceptuele

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7,

Nadere informatie

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s. C Overige bewegingen cirkelbaan PLATENSPELER In een disco draait men een langspeelplaat. Deze draaien normaliter met 33 omwentelingen per minuut. Op 10 cm van het midden ligt een stofje van 1,2 mg. Dat

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een schets

Nadere informatie

1 Inleiding van krachten

1 Inleiding van krachten KRACHTEN 1 Inleiding van krachten 2 Verschillende soorten krachten 3 Massa en zwaartekracht 4 Zwaartepunt 5 Spiraalveer, veerconstante 6 Resultante en parallellogramconstructie 7 Verschillende aangrijpingspunten

Nadere informatie

Vraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:...

Vraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:... 1 24 januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:... Vraag 1 Een mobiele torenkraan is verplaatsbaar op een spoor (loodrecht op het vlak van de figuur). De giek (het horizontale deel bovenaan de kraan) kan zwenken

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 25

jaar: 1989 nummer: 25 jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.1

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt. Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht

Nadere informatie

Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen.

Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen. Examen 2016 1 ste tijdvak Vliegensvlug landen Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen. Bij het landen haakt de straaljager zich vast aan een kabel en remt

Nadere informatie

Deel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht. 3.1.1 Soorten krachten

Deel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht. 3.1.1 Soorten krachten Deel 3: Krachten 3.1 De grootheid kracht 3.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,

Nadere informatie

Inleiding kracht en energie 3hv

Inleiding kracht en energie 3hv Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; ve Proef door een scholier 1568 woorden 20 januari 2003 4,9 273 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde practicum 1.3 Massa en zwaartekracht; ve De probleemstelling

Nadere informatie

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN II - 1 HOODSTUK SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN Snijdende (of samenlopende) krachten zijn krachten waarvan de werklijnen door één punt gaan..1. Resultante van twee snijdende krachten Het

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,

Nadere informatie

Uitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.

Uitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a. Uitwerkingen Opgave π omtrek diameter Eén radiaal is de hoek, gemeten vanuit het middelpunt van een cirkel, waarbij de lengte van de boog gelijk is aan de straal. c. s ϕ r d. ϕ ω t Opgave π (dus ongeveer

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-02 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-02-versie C - OPGAVEN.doc 1/7 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare

Nadere informatie

Leerstofvragen. 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten

Leerstofvragen. 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten Leerstofvragen 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten 3 De zwaartekrachtpijl begint middenin het voorwerp. Hoe noem je dit punt? 4 Als de kracht op een veer

Nadere informatie

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941 1. Een astronaut vertrekt met zijn ruimteschip van de planeet Zylton. De valversnelling op Zylton is viermaal kleiner dan de valversnelling g op de aarde. Op het moment van de lancering is de verticale

Nadere informatie

MBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2

MBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2 MBO College Hilversum Afdeling Media Hans Minjon Versie 2 Soorten krachten Er zijn veel soorten krachten. Een aantal voorbeelden: Spierkracht. Deze ontstaat als spieren in je lichaam zich spannen. Op die

Nadere informatie

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting) krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

Bergtrein. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. a. Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd.

Bergtrein. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. a. Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd. Bergtrein In een bergachtig gebied kunnen toeristen met een bergtrein naar een mooi uitzichtpunt reizen De trein wordt aangedreven door een elektromotor en begint aan een rit naar boven In figuur 2 is

Nadere informatie

Tentamen io1030 Product in werking (vragenblad) Maandag 12 april 2010; 18:00 21:00 uur

Tentamen io1030 Product in werking (vragenblad) Maandag 12 april 2010; 18:00 21:00 uur Tentamen io1030 Product in werking (vragenblad) Maandag 12 april 2010; 18:00 21:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden en is onderverdeeld in 3 delen (I, II en III). Een aantal vragen

Nadere informatie

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt. Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht

Nadere informatie

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Q1-1 Twee problemen uit de Mechanica (10 punten) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Deel A. De verborgen schijf (3.5 punten) We beschouwen een

Nadere informatie

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T Naam: Klas: Practicum: slingertijd Opstelling en benodigdheden: De opstelling waarmee gewerkt wordt staat hiernaast (schematisch) afgebeeld. Voor de opstelling zijn nodig: statief met dwarsstaaf, dun touw

Nadere informatie

Bewerkingen met krachten

Bewerkingen met krachten 21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N

Nadere informatie

Advanced Creative Enigneering Skills

Advanced Creative Enigneering Skills Enigneering Skills Kinetica November 2015 Theaterschool OTT-2 1 Kinematica Kijkt naar de geometrische aspecten en niet naar de feitelijke krachten op het systeem Kinetica Beschouwt de krachten Bewegingsvergelijkingen

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs Tentamen Natuurkunde I Herkansing 09.00 uur -.00 uur donderdag 7 juli 005 Docent Drs.J.. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 5 opgaven met totaal 0 deelvragen Maak elke opgave op een apart vel voorzien

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 6 opgaven met totaal 20 deelvragen Begin elke opgave op een nieuwe kant

Nadere informatie

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde januari Beschikbare tijd: 2 klokuren

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde januari Beschikbare tijd: 2 klokuren Nationale Natuurkunde Olympiade Eerste ronde januari 2009 Beschikbare tijd: 2 klokuren Lees dit eerst! OPGAVEN VOOR DE EERSTE RONDE VAN DE NEDERLANDSE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2009 Voor je liggen de opgaven

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

3.1 Krachten en hun eigenschappen

3.1 Krachten en hun eigenschappen 3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Kracht Motorkracht Zwaartekracht Normaalkracht Luchtweerstandskracht Rolweerstandskracht Uitgeoefend door Motor Aarde Weg/ondergrond Lucht Weg/ondergrond b

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa v (m/s) OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa Moeite met het maken van s-t en v-t diagrammen?? Doe mee, werk de vragen uit en gebruik je gezonde verstand en dan zul je zien dat het allemaal niet zo

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

krachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N

krachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N Kracht kunnen we herkennen door: Verandering van richting door trekken of duwen. Verandering van vorm a) Plastisch (vorm veranderd niet terug) b) Elastisch (vorm veranderd terug {elastiek}) Versnellen

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur wiskunde 1,2 ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-I Eindexamen wiskunde 1-2 vwo 2007-I Podiumverlichting Een podium is 6 meter diep. Midden boven het podium hangt een balk met tl-buizen. De verlichtingssterkte op het podium is het kleinst aan de rand, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Juli geel Fysica Vraag 1

Juli geel Fysica Vraag 1 Fysica Vraag 1 Een rode en een zwarte sportwagen bevinden zich op een rechte weg. Om de posities van de wagens te beschrijven, wordt een x-as gebruikt die parallel aan de weg georiënteerd is. Op het ogenblik

Nadere informatie

Examentraining Leerlingmateriaal

Examentraining Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok III Kracht en beweging (C1) Energieomzettingen (C2) WAN Domein C. Beweging en energie Subdomein C1. Kracht

Nadere informatie

Proef 1 krachtversterking voelen (1)

Proef 1 krachtversterking voelen (1) Hefbomen. =- ~j ~ 0-:.. ~. Je hebt vast wel eens gezien hoe iemand een blik waarin verf zit open maakte; misschien heb je dat zelf ook weleens gedaan. Je neemt het blik, zet een schroevedraaier onder de

Nadere informatie

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat.

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat. We hebben geprobeerd om de woordenlijst zo begrijpelijk mogelijk te maken zonder ingewikkelde vergelijkingen en lange verklaringen. Voor een gedetailleerder beeld van ingewikkelde begrippen als Kracht,

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-II

natuurkunde havo 2018-II Heftruck Met een heftruck kunnen zware pakketten worden opgetild en vervoerd. Zie figuur 1. figuur 1 Als een pakket te zwaar is, kantelt de heftruck voorover. Neem aan dat het draaipunt D in de voorste

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 18 APRIL 2018 Enige constanten en dergelijke 1 Bollen en katrol (5 pt) Twee bollen met massa s m en M zitten aan elkaar vast met een massaloos koord dat

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 16 augustus 2010, 8u30 naam :................................... Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 Het verloop van het examen Uiterlijk om 12u30 geeft iedereen af. Lees de vragen grondig. De vraag begrijpen

Nadere informatie

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van

Nadere informatie

4. Maak een tekening:

4. Maak een tekening: . De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door

Nadere informatie

5. Krachtenkoppels Moment van krachten

5. Krachtenkoppels Moment van krachten Fysica hoofdstuk 1 : Mechanica 1 e jaar 2 e graad (2uur) 5. Krachtenkoppels Moment van krachten 5.1 Definitie krachtenkoppel: Onder een koppel van krachten verstaat men twee even grote, evenwijdige en

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Rekenmachine met grafische display voor functies

Rekenmachine met grafische display voor functies Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD

CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 ARCHITECTURALE EN BINNENHUISKUNST 25 lesuren, 2009-2010 Bart Wuytens INHOUD DEEL 1: HOEKEN EN AFSTANDEN Hoofdstuk 1: hoeken en afstanden in rechthoekige

Nadere informatie

Juli blauw Fysica Vraag 1

Juli blauw Fysica Vraag 1 Fysica Vraag 1 Een rode en een zwarte sportwagen bevinden zich op een rechte weg. Om de posities van de wagens te beschrijven, wordt een x-as gebruikt die parallel aan de weg georiënteerd is. Op het ogenblik

Nadere informatie

S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg

S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. Een gewapend-betonbalk ligt op planken met een grondoppervlak van 1000 x 50 mm². De volumemassa van gewapend beton is 500 kg/m³. Gevraagd : a) de steunpuntsreacties

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl. et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.

Nadere informatie

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Practicum Bij een gedeelte van het practicum zijn minimaal 3 deelnemers nodig. Leerlingen die op niveau gevorderd, of basis werken kunnen je helpen

Nadere informatie

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur Wiskunde B (oude stijl) Examen HAV Hoger Algemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 0 mei 13.30 16.30 uur 0 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 0 vragen. Voor

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen.

1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen. Naam: Klas: Practicum losse en vaste katrol VASTE KATROL Opstelling: 1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen. Benodigde kracht = ) Maak een

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS 1 12 APRIL 2017 11:00 12:45 uur 1 Eenheden. (3 punten) Een helikopter kan stil hangen in de lucht als de motor van de helikopter een vermogen levert. Een

Nadere informatie

Domein D: Kracht en beweging. Subdomein: Krachten, rust en eenparige beweging

Domein D: Kracht en beweging. Subdomein: Krachten, rust en eenparige beweging Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige beweging 1 In de figuur is het (v,t)-diagram weergegeven van een rechtlijnig bewegend voorwerp. Tussen welke twee tijdstippen is de resulterende

Nadere informatie