VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie

1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING Nr. 11 INTEGRAAL VERSLAG Vergadering van vrijdag 26 juni 2015 Ochtendvergadering INHOUD BERICHT VAN VERHINDERING... 3 REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN... 3 MOTIE VAN AANBEVELING (R.v.O., art.63) van mevrouw Khadija Zamouri, mevrouw Elke Roex en de heer Paul Delva tot besluit van de op 12 juni 2015 in de commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media gehouden interpellaties van mevrouw Khadija Zamouri, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Annemie Maes en de heer Johan Van den Driessche tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de Vlaams-Brusselse Media Stuk 582 ( ) - Nrs.1 en 2 VOORSTEL VAN RESOLUTIE (R.v.O., art.46) van mevrouw Annemie Maes, betreffende het Brussels medialandschap Stuk 581 ( ) Nr.1 Bespreking... 4 Sprekers: Khadija Zamouri Paul Delva Annemie Maes Johan Van den Driessche Stemmingen... 11

2 - 2 - BELEIDSNOTA (R.v.O., art.50,2) Stedelijk beleid, Communicatie en Media, ingediend door het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Stuk 567 ( ) Nr.1 Bespreking Sprekers: Pascal Smet, collegelid Arnaud Verstraete Stefan Cornelis Cieltje Van Achter Elke Roex Brigitte Grouwels Bruno De Lille Paul Delva Joris Poschet Stemming REKENING VAN DE RAAD (R.v.O., art.54,4) Rekening van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het dienstjaar 2014 en Rekening van het Reservefonds Stuk 9 ( ) Nr.1 Bespreking Spreker: Stefan Cornelis Stemming REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN ACTUALITEITSVRAAG (R.v.O., art.61) van mevrouw Liesbet Dhaene aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de huisartsenwachtpost Terranova INTERPELLATIE (R.v.O., art.62) Interpellatie van mevrouw Cieltje Van Achter tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid en tot mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de Strategie 2025 voor Brussel Sprekers: Cieltje Van Achter Bruno De Lille Paul Delva Pascal Smet, collegelid ACTUALITEITSVRAGEN (R.v.O., art.61) van mevrouw Brigitte Grouwels aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, over de toekomst van het Koning Boudewijnstadion van mevrouw Khadija Zamouri aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, met betrekking tot doelgroepenbeleid in sportverenigingen BIJLAGEN TREFWOORDENREGISTER... 55

3 - 3-11e vergadering De vergadering wordt om 9.05 uur geopend. Voorzitter: mevrouw Carla Dejonghe Vergadering van vrijdag 26 juni 2015 OCHTENDVERGADERING BERICHT VAN VERHINDERING De voorzitter: De heer Dominiek Lootens-Stael is verontschuldigd wegens gezondheidsredenen. MEDEDELING VAN DE VOORZITTER De voorzitter: Beste collega s, ik heb jullie een kleine attentie op de banken laten afgeven. Het is vandaag de Dag van de Collega. (De raadsleden ontvingen een wenskaart en een sierspeldje met een symbolische kus.) Jef Van Damme (sp.a): Beste collega, ik wil die kus wel echt ontvangen. REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De voorzitter: Aan de orde zijn de bespreking van en de stemming over de motie van aanbeveling van mevrouw Khadija Zamouri mevrouw Elke Roex en de heer Paul Delva tot besluit van de op 12 juni 2015 in de commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media gehouden interpellaties van mevrouw Khadija Zamouri, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Annemie Maes en de heer Johan Van den Driessche tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de Vlaams-Brusselse Media. Deze bespreking wordt gevolgd door een bespreking van en een stemming over het voorstel van resolutie van mevrouw Annemie Maes. Beste collega s, misschien kan ik voorstellen, aangezien deze motie en het voorstel van resolutie over hetzelfde onderwerp handelen, om deze samen te bespreken? (Instemming) Mevrouw Annemie Maes (Groen): Wij gaan daarmee akkoord. Het is evident: het gaat over hetzelfde onderwerp. De voorzitter: Voor een motie is er 10 minuten spreektijd, voor een voorstel van resolutie is dat 15 minuten, en 5 minuten voor diegenen die volgen. Ik stel voor dat we de 15 minuten van het voorstel van resolutie aanhouden.

4 - 4 - MOTIE VAN AANBEVELING (R.v.O., art. 63) Motie van aanbeveling van mevrouw Khadija Zamouri, mevrouw Elke Roex en de heer Paul Delva tot besluit van de op 12 juni 2015 in de commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media gehouden interpellaties van mevrouw Khadija Zamouri, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Annemie Maes en de heer Johan Van den Driessche tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de Vlaams-Brusselse Media Stuk 582 ( ) Nr. 1 VOORSTEL VAN RESOLUTIE (R.v.O., art. 46) Voorstel van resolutie van mevrouw Annemie Maes, betreffende het Brussels medialandschap Stuk 581 ( ) - Nr.1 Bespreking Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Voorzitter, heel erg bedankt voor het kusspeldje in het kader van de Dag van de Collega. Ik heb het meteen opgestoken, het is hartverwarmend. Collega s, op woensdag 24 juni 2015, vond er op voorzet van mevrouw Elke Van den Brandt in de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand van het Vlaams Parlement een zeer interessant, diepgaand en sereen debat plaats over de toekomst van de Vlaams-Brusselse Media (VBM). Ik raad u allen aan om van het verslag kennis te nemen. Het is beschikbaar op de website van het Vlaams Parlement. Het is echt de moeite waard om te lezen. In zijn antwoord verwijst minister van Cultuur en van Brussel Sven Gatz duidelijk naar de complexiteit van dit debat. Een complexiteit die de laatste weken niet altijd tot uiting kwam in de berichtgeving. We waren allemaal getuige van een mediastorm waarbij de wind die we soms ook zelf aanwakkerden vaak uit 1 richting kwam. In zijn antwoord ging minister Sven Gatz uitgebreid in op de Europese Richtlijn, die 1 van de dringende redenen is van de noodzaak van de strategische oefening van de raad van bestuur. De discussie over de richtlijn is een technisch debat dat ons te ver zou leiden. Punt is dat de Europese regelgeving niet zomaar toelaat aan een onafhankelijke vzw subsidies te geven, onder meer voor media- en journalistieke opdrachten. We weten allemaal dat er zonder overheidssteun geen VBM zou zijn. We moeten voorkomen dat de Europese Commissie subsidiëring aan de VBM in de toekomst onmogelijk maakt. In het Vlaams Parlement was het alvast duidelijk dat voortdoen zoals voorheen geen optie is. We kunnen nu net als vorige week nog eens lang discussiëren over wat de voorbije weken fout liep en anders had gemoeten. Maar dan gaan we voorbij aan waar het echt om draait: de VBM als geheel moet autonoom en los van overheidsbemoeienis een plan indienen waarin zij zich voldoende sterk positioneert voor haar toekomst. De raad van bestuur van de VBM, het strategisch comité binnen deze raad, het managementteam en de collectiviteit van personeelsleden moeten hieraan meewerken. De neuzen moeten in dezelfde richting staan. Dictaten vanuit de politiek zijn uit den boze.

5 - 5 - Wie het verslag van de commissievergadering in het Vlaams Parlement leest, zal alvast opmerken dat er over meerderheid en oppositie heen vertrouwen is om de hoofdredacteur en zijn management hun werk te laten doen binnen het kader dat door de raad van bestuur geschetst werd op zijn vergadering van 16 juni laatsleden. Laat ons dit alstublieft alle kansen geven. Zoals we vorige week gehoord hebben van collegelid Pascal Smet en hebben kunnen lezen in het antwoord van minister Sven Gatz, heeft de overheid vanuit zijn uitgangspunten een overheidssteun toegekend van iets meer dan 8,5 miljoen euro en dit kenbaar gemaakt aan de VBM. De raad van bestuur is daarmee aan de slag gegaan. De eerste poging om te landen is niet gelukt, voornamelijk omdat het personeel onvoldoende betrokken werd in de besluitvorming en omdat bepaalde scenario s te kort door de bocht waren. Het was de keuze van de raad van bestuur om de oefening voort te zetten onder de regie van de hoofdredacteur en het managementteam. Ik begreep dat deze keuze ook goed gevallen is bij het personeel. Laat het managementteam en het personeel nu de rust om verder te werken en de strategie van de raad van bestuur verder in te vullen. Dat is ook de essentie van mijn betoog vandaag: meerderheid en oppositie moeten dit alle kansen geven. De motie zegt immers: De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, gelet op het antwoord van het bevoegd collegelid, gelet op het Bestuursakkoord van de Vlaamse Gemeenschapscommissie dat stelt dat in deze regeerperiode verder vorm gegeven wordt aan de uitbouw van een coherente visie, de crossmediale inzet van journalisten en efficiënte besluitvorming en bestuur, een efficiënte inzet van de middelen en een groter bereik, met het oog op het bereiken van nieuwe doelgroepen, het veranderende medialandschap en de digitalisering, de Europese regelgeving, de nood aan eficiëntie en effectiviteit en de opportuniteiten die crossmediale en redactionele samenwerking bieden, dringt aan op een strategische visie voor de Vlaams-Brusselse Media en vraagt aan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, dat de Raad van Bestuur deze visie verder uitwerkt, dat het College de Raad van Bestuur en het Strategisch Comité hiervoor de nodige tijd geeft om hierover intern overleg te plegen met de personeelsploeg om daar een draagvlak te vinden voor deze hervormingen, om zoals beslist door de Raad van Bestuur van 16 juni 2015 tegen 15 oktober 2015 een concreet plan voor de toekomst van de Vlaams-Brusselse media uit te werken, een redactiestatuut uit te werken met de hoofdredacteur en zijn redactieraad en de journalistieke formats uit te werken die kwaliteitsvolle journalistiek garanderen. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Ik sluit me daar bij aan. De heer Paul Delva (CD&V): De Vlaams-Brusselse Media zijn in de voorbije weken in een storm beland. De hele heisa heeft een pluspunt: de VBM zijn een hot topic geworden, niet alleen in Brussel, maar in heel Vlaanderen. Dat is op zich prima, want het belang van onze media overstijgt overduidelijk onze stad en spreekt de hele Vlaamse Gemeenschap aan. Ik heb nog, samen met collega Khadija Zamouri, in het Vlaams Parlement de tijd gekend dat, als er in de Commissie voor Brussel en Vlaamse Rand gesproken werd over de VBM, alleen de Brusselaars zelf geïnteresseerd waren. Het grote voordeel is nu dat het debat geopend is en veel meer mensen van buiten onze stad de VBM kennen en hun belang inzien. Het is ook heel belangrijk dat veel mensen er hun steun voor hebben uitgesproken, zelfs tot en met de Vlaamse minister-president die openlijk het voortbestaan van FM Brussel steunt. Dat laatste is op zich heel leuk voor FM Brussel en de VBM zelf, maar wellicht wat minder voor zijn eigen vakminister.

6 - 6 - Als zovelen de verschillende pijlers van de VBM willen behouden, zijn er uiteraard ook financiële consequenties. Het Vlaamse niveau moet zich daar bewust van zijn. De VBM doet me soms denken aan het mythische automerk Alfa Romeo: weinig mensen kennen het merk écht goed omdat weinig mensen met een Alfa Romeo rondrijden, maar het merk geniet wel van een enorme golf van sympathie. Ik heb soms het gevoel dat de VBM hetzelfde meemaken. Niet heel veel mensen in Vlaanderen kennen FM Brussel, Brussel Deze Week of tvbrussel, maar er is wel een enorme golf van sympathie ontstaan voor het merk VBM. Dat is een opportuniteit voor ons, de journalisten en iedereen die de VBM in onze stad genegen is. Laat ons op die golf van sympathie verder werken. Na de schok komt de bezinning. Het is geen verhaal van thesis en antithesis, zoals we dikwijls horen. De raad van bestuur heeft een thesis opgesteld waar enorm veel om te doen is geweest. Nu zal de raad van bestuur deze thesis hervormen tot een waar doctoraat. Ze geven zichzelf daarvoor 4 maanden. Dat is ambitieus, maar de raad van bestuur denkt dat het zal lukken. We moeten de raad van bestuur daar dan ook in steunen. Dat is ook een van de elementen die we in de motie van aanbeveling hebben opgenomen. Wie zijn wij om tussen te komen in de datum van 15 oktober 2015, die ze zelf naar voor heeft geschoven? We steunen de raad van bestuur dus om tegen dan een concreet plan te hebben. Voorts moeten we de verantwoordelijkheden goed duiden. Ik denk dat de raad van bestuur gegeven de financiële middelen zijn huiswerk gemaakt heeft. Hij heeft keuzes gemaakt en die ook afgetoetst bij de politieke verantwoordelijken. De CEO heeft het daar zijn we het allemaal over eens heel ongelukkig gecommuniceerd, maar we moeten het volledige plaatje bekijken. Het is dan ook jammer dat de raad van bestuur, en nog meer de individuele leden ervan, in het vizier zijn komen te liggen. Die mensen zetelen er onbezoldigd en investeren uren en uren om de vzw met de beschikbare middelen een toekomst te geven. We moeten de raad van bestuur dus uit de wind zetten, want hij doet zijn werk. We zijn benieuwd naar het plan. Ik voelde me er overigens heel ongemakkelijk bij dat werd ingegaan op het individuele stemgedrag van de bestuursleden. Dat overstijgt mijn bevattingsvermogen. Iedereen geeft er zijn ideëen en plannen en het beste van zichzelf. Laat ons dat respecteren. Geef hen de ruimte om dat plan bij te schaven in de richting die we hebben meegegeven. Collega Khadija Zamouri lichtte de motie al kort toe. Er moet inderdaad meer overleg gepleegd worden met de personeelsploeg, want die werd zeker op het einde te weinig betrokken. Het is ook nodig om er een draagvlak te vinden. We hebben immers gevoeld hoe groot de betrokkenheid van het personeel is. Elk plan van wijziging kan slechts slagen als het personeel betrokken wordt en er een draagvlak wordt gevonden. Het redactiestatuut is voor ons heel belangrijk. De nieuwe hoofdredacteur gaf ook zelf aan daar graag werk van te willen maken, samen met de nieuwe redactieraad. Voorheen bestond die raad niet. De redactieraad zal er kunnen voor zorgen dat de VBM ook in de toekomst behouden kunnen blijven. Ook het uitwerken van journalistieke formats die kwaliteitsvolle journalistiek garanderen vinden we heel belangrijk. Ik denk dat de VBM dit vandaag al doen. Tvbrussel en Brussel vandaag doen dat al met hun lange interviews. Ook de diepgravende reportages van Brussel Deze Week beantwoorden daaraan. Ik hoor ook van vele mensen, binnen en buiten de stad, welke verademing ze dit vinden. Het nieuws wordt immers steeds vluchtiger, waardoor het ook op-

7 - 7 - pervlakkiger dreigt te worden. Het is dus goed dat de VBM dieper kunnen graven en we moeten hen daarvoor alle mogelijkheden geven. In deze tijden van immediatisme, waar iedereen snel en onmiddellijk over alles een mening moet hebben zonder de tijd te krijgen om dieper te graven, zijn de VBM een uitzondering. Dat besef is een van de redenen waarom in Vlaamse niet alleen journalistieke milieus een grote golf van sympathie is ontstaan voor de VBM. Laat ons dat behouden. Mevrouw Khadija Zamouri wees ook terecht op de Europese regelgeving. Ik had er onlangs nog een interessant gesprek over met Hugo Weckx, die nog steeds heel erg betrokken is bij de VBM. Hij lag in 1992, zeer tegen de zin van vele andere Vlaamse ministers, aan de basis van de allereerste financiële steun aan tvbrussel. Het is dus goed om zijn naam vandaag te vernoemen. We staan voor een kruispunt en moeten keuzes maken. De raad van bestuur is daar attent voor. Maar laat ons de prachtige erfenis van onze voorgangers in ere houden en ervoor zorgen dat de VBM de golf van sympathie behoudt. Dat zal pas lukken door, zoals in andere domeinen als onderwijs en cultuur, kwaliteit te blijven bieden. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik zal meteen ook mijn voorstel van resolutie toelichten. Ik ben blij dat het debat in het Vlaams Parlement sereen is verlopen. Zowel meerderheid als oppositie hebben daar baat bij, want we geloven allemaal in een sterke VBM. Misschien verschillen we hier en daar van mening, maar we zijn het erover eens dat we een kwaliteitsvolle maar ook kritische berichtgeving over en door Brussel willen. We hebben geen grote problemen met de motie op zich, maar we hebben toch een aantal vragen. De tekst is heel kort, maar elk woord heeft zijn belang. Ook wat er niet staat is belangrijk. Onze resolutie wil dan ook verder gaan dan deze motie. Ook N-VA wil de motie met haar amendement aanscherpen. De motie geeft vooral een verantwoordelijkheid aan de raad van bestuur, maar ook de ministers, het College van de VGC en de beide parlementen moeten nadenken over een visie die zich niet beperkt tot intern overleg. Elke entiteit heeft zijn eigen rol te spelen en moet daar niet van afwijken. Minsters kunnen echter ook een bemiddelende en ondersteunende rol spelen voor de raad van bestuur, het management, het personeel of de verschillende stakeholders. In het verleden zijn er een aantal dossiers geweest op gewestelijk niveau waarin ministers wel een bemiddelende rol hebben gespeeld. Zo was er een concreet geval met de MIVB waar toenmalig minister Jos Chabert samen met de MIVB en een aantal stakeholders zoals de fietsbeweging rond de tafel is gaan zitten om over de tarieven te praten. Ministers kunnen en moeten dus hun verantwoordelijkheid opnemen. Het volstaat niet om altijd te verwijzen naar de raad van bestuur die dan op zijn beurt weer doorverwijst naar het management. Met het mantra van efficiëntie en groter bereik is er op zich niets verkeerd, maar uit verschillende verklaringen in de weken en dagen nadien van mensen die bezig zijn met journalistiek, moet duidelijk blijken dat er ook zoiets bestaat als journalistieke kwaliteit en onafhankelijkheid, los van de marketing. Daar staat in deze motie geen woord over in. Zoals we ook in onze resolutie zeggen, moeten we flexibel zijn met de deadline van 15 oktober 2015, mocht die te kort blijken.

8 - 8 - In onze resolutie zeggen we ook dat er geen beperking moet zijn tot 1 hoofdredactie en dat er per medium een onafhankelijke hoofdredacteur moet zijn. In de motie staat niet dat FM Brussel behouden moet blijven, dat er een beheersovereenkomst en een financieel plan moet worden opgemaakt, dat het ontslag van de hoofdredacteur van Brussel Deze Week onderzocht moet worden en er staat ook niet in dat er meer transparantie moet zijn. Daarom hebben wij onze resolutie opgesteld en hopen wij dat meerderheid en oppositie die mee zullen steunen. Ik zal nu onze resolutie toelichten. De Vlaams-Brusselse Media (VBM) is de mediagroep die de weekkrant Brussel Deze Week, het magazine Agenda, de radiozender FM Brussel, de regionale tv-zender tvbrussel en de nieuwssite brusselnieuws.be groepeert. De raad van bestuur van VBM heeft samen met de CEO en het management in opdracht van de Vlaamse minister voor media en het VGCcollegelid bevoegd voor Media een plan opgemaakt voor een hervorming van de Brusselse media, met als doel "te voldoen aan de eisen van het huidig medialandschap". Met behulp van een externe consultant werd de rol van de verschillende Vlaams-Brusselse media onder de loep genomen om zo tot een vernieuwd, toekomstgericht mediaplatform te komen. Hierbij zou de nadruk liggen op digitalisering en verbreding van het doelpubliek. Tegelijkertijd wil men het bereik vergroten, zowel ten opzichte van niet-brusselse Vlamingen als ten opzichte van expats. Een belangrijk principe daarbij is de synergie tussen de verschillende mediatakken, die tot daarvoor wat onbenut gebleven is. Op 8 juni 2015 besliste de raad van bestuur op aansporen van de CEO en na goedkeuring door de Vlaamse minister voor Media en het VGC-collegelid bevoegd voor Media dat er binnen de bovengenoemde strategische visie en binnen het kader van het budget geen ruimte meer was voor een radiozender en dat FM Brussel eind juni uit de ether zou gaan. Verder werd de hoofdredacteur van Brussel Deze Week ontslagen, werd er aangekondigd dat een zestal andere personeelsleden geen plaats meer zouden hebben binnen het vernieuwde mediaplatform, evenmin als de talrijke freelancemedewerkers en werd een algemeen hoofdredacteur voor alle media samen aangesteld. De beslissing om FM Brussel af te schaffen is problematisch. Het houdt een verschraling in van het Nederlandstalige media-aanbod in Brussel. Het is immers niet vanzelfsprekend om nog hetzelfde rijke aanbod aan informatie te hebben voor een breed scala van doelgroepen, wanneer een belangrijk deel van de werking stopt. Dit is cruciaal aangezien nieuws over Brussel zo goed als afwezig is in de Vlaamse mainstream media. Ook heeft FM Brussel een unieke positie in het Vlaamse radiolandschap: het houdt de vinger aan de pols van de stad, maar slaagt er tegelijkertijd in om een kwalitatief hoogstaand en divers aanbod te brengen. Bovendien heeft FM Brussel een belangrijke functie als kweekvijver voor radiotalent dat daarna doorstroomt naar de grote Vlaamse media-instellingen, getuige de stortvloed aan reacties vanuit deze hoek. Daarnaast is er ook steun vanuit de Brusselse culturele sector en de Nederlandstalige opleidingen journalistiek voor het behoud van FM Brussel, onder de gemeenschappelijke oproep redfmbrussel join the city. Ten slotte heeft de CEO, het management en de raad van bestuur het personeel, de betrokkenen en de luisteraars van FM Brussel niet of amper geraadpleegd. Hierdoor was er een totaal gebrek aan draagvlak voor de nieuwe plannen.

9 - 9 - De bevoegde Vlaamse minister en het VGC-collegelid hebben op een persconferentie van 11 juni 2015 aangekondigd dat ze de raad van bestuur van het VBM gingen vragen om het hervormingsproces te vertragen, om een breed draagvlak te creëren voor de hervormingen, in overleg te treden met het personeel en na te gaan of, hoe en in welke vorm de radio kan blijven bestaan binnen het nieuwe kader. Het nieuwe hervormingsplan zou er na de zomer al moeten komen. Ze benadrukten dat ze niet op de hoogte waren van hoe weinig de plannen van het bestuur zowel intern als extern gedragen waren. Ten slotte wezen ze er ook nog op dat ze alleen maar kunnen vragen en niets opleggen omdat ze de autonomie van de VBM zeer belangrijk vinden. Tijdens de extra bijeengeroepen VGC-commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van 12 juni 2015 herbevestigde het bevoegde VGC-collegelid dat hij op de hoogte was van het stopzetten van FM Brussel eind juni 2015, van het ontslag van de hoofdredacteur van Brussel Deze Week, van het schrappen van 10% van het personeel en van het aanduiden van 1 algemeen hoofdredacteur. Op 16 juni 2015 heeft de raad van bestuur van VBM beslist om de samenwerking met de heer Michel Tubbax als CEO te beëindigen. Ook werd er beslist dat een werkgroep onder leiding van de nieuwe hoofdredacteur Jeroen Roppe een nieuw strategisch plan moet uittekenen tegen 15 oktober Dit moet binnen een duidelijk budgettair kader gebeuren en gebaseerd op de inzichten van consultant Jan Callebaut. Tot die datum blijft FM Brussel in zijn huidige vorm bestaan. In ons voorstel van resolutie vraagt de Raad aan het College: gelet op de noodzaak om een sterk journalistiek en onafhankelijk Nederlandstalig nieuwsaanbod in Brussel te blijven behouden; gelet op het belang van diverse en kwalitatieve informatie en actualiteit over de hoofdstad en het Brussels gewest; gelet op de noodzaak van een brede waaier aan mediavormen om diverse doelgroepen te bereiken; gelet op de belangrijke rol die FM Brussel speelt in Brussel, niet alleen op vlak van Nederlandstalige nieuwsverspreiding, maar ook als superdiverse en jonge vooruitstrevende stadsradio en als kweekvijver voor radiotalent; gelet op de gemeenschapsvormende kracht van FM Brussel; gelet op het feit dat de VBM een zeventigtal personen tewerkstelt en gesubsidieerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie; gelet op het belang van een breed intern en extern draagvlak om hervormingsplannen tot een goed einde te brengen; gelet op de gezamenlijke persconferentie van de bevoegde Vlaamse minister en het bevoegde VGC-collegelid van 11 juni 2015 en het debat in de Raad over het dossier op 12 juni 2015; gelet op het ontbreken van een beheersovereenkomst waarin de exacte financiële afspraken en bevoegdheden van de verschillende partijen in staan geëxpliciteerd; gelet op de conceptnota, goedgekeurd door de vorige Vlaamse regering en het ontwerp van decreet betreffende het Vlaams-Brusselse mediaplatform dat daaruit volgde, waarin duidelijk staat dat de opdracht van de VBM de 4 mediavormen (tv, print, digitaal en radio) moet omvatten en dat elk onderdeel zijn eigen redactie en hoofdredactie moet hebben; gelet op de beslissingen van de raad van bestuur van de VBM op 16 juni 2015 waarbij de samenwerking met de heer Michel Tubbax werd stopgezet, een werkgroep de opdracht krijgt om tegen 15 oktober 2015 een nieuw hervormingsplan uit te werken en FM Brussel tot dan in zijn huidige vorm blijft bestaan. Overwegende de gezamenlijke bevoegdheid van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel en het Brussels collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid.

10 Vraagt aan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: om te garanderen dat er zo snel mogelijk een kwalitatief participatief project tussen de verschillende stakeholders waaronder ook het personeel, de luisteraars, lezers en de kijkers, over de toekomst van de VBM wordt opgezet en dat zij actief betrokken zullen worden bij het uittekenen van het nieuwe hervormingsplan; om samen met de bevoegde Vlaamse minister de nodige flexibiliteit aan de dag te leggen die nodig is om te komen tot een concreet bijgestuurd toekomstplan dat zowel intern als extern breed gedragen is. Daarbij moet men streven naar het intens laten samenwerken van de verschillende media zonder die media hun eigenheid of onafhankelijkheid te doen verliezen. Daarvoor is het noodzakelijk om per medium een onafhankelijke hoofdredactie te voorzien. Als blijkt dat voor deze oefening meer tijd nodig is dan tot 15 oktober 2015, dan moet dit mogelijk zijn. De N-VA stelt in een amendement de datum van 15 december 2015 voor. Wij prikken er geen datum op. Het is belangrijk dat iedereen de nodige tijd heeft om tot een goed gedragen project te komen. Bovendien vraagt de Raad om in de lijn van de conceptnota en het ontwerp van decreet betreffende het Vlaams-Brussels mediaplatform het behoud van radiozender FM Brussel in de brede waaier van mediakanalen te verzekeren; om zo snel mogelijk een beheersovereenkomst te sluiten die enerzijds een gedetailleerd overzicht bevat van de verantwoordelijkheden van alle stakeholders (de ministers, de raad van bestuur, het management, het personeel, de sociale partners, etcetera) in de werking en de hervorming van de VBM en anderzijds een gedetailleerd financieel plan bevat, met een overzicht van de financiële impact van de transactieplannen én een raming van de verwachte inkomsten en kosten in de komende jaren. Dit is belangrijk voor de transparantie en kan niet wachten tot na de herstructurering; om na te gaan of alle regels zijn gevolgd met betrekking tot de besluitvorming en in het bijzonder het ontslag van de hoofdredacteur van Brussel Deze Week en de andere aangekondigde ontslagen. Beste collega s, vanuit de journalistiek bereiken ons signalen dat er bij het onstlag van mevrouw Anne Brumagne zaken zijn gebeurd die niet correct zijn en dat de verkeerde redenen voor haar ontslag zijn opgegeven. Ik vraag met aandrang om het onstlag van de hoofdredacteur van Brussel Deze Week te herbekijken, omdat uit verschillende hoeken het signaal komt dat zij geen fouten zou gemaakt hebben. Om daarover duidelijkheid te krijgen, vragen we dat de minister zijn verantwoordelijkheid neemt. Verder vraagt de Raad aan het College om alle relevante documenten, waaronder het consultancyrapport zo snel mogelijk publiek te maken en hierover een breder maatschappelijk debat te organiseren. De Raad heeft die documenten nooit gekregen, maar we konden het wel allemaal lezen in de sociale media en de kranten. Het collegelid is blijkbaar even afgeleid, terwijl ik het toch tegen hem heb. (collegelid Bianca Debaets komt de zaal binnen) Collegelid Pascal Smet: Het is vandaag de Dag van de collega. Dan kan mevrouw Annemie Maes mij toch niet kwalijk nemen dat ik mijn collega verwelkom met een kus. Collegelid Bianca Debaets: Mevrouw Annemie Maes, ik mag toch nog goedendag zeggen? Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ja, als dat niet van mijn spreektijd wordt afgetrokken. (Hilariteit)

11 Als de relevante documenten wel overal in de media circuleren, dan vraag ik om te stoppen met die hypocrisie. Iedereen heeft de documenten, behalve wij. Kunnen wij voortaan alle relevante documenten krijgen om een goede bespreking te kunnen voeren? Het getuigt van goed bestuur en transparantie om alle documenten aan de Raad te bezorgen. Wij hopen dat iedereen deze resolutie mee zal steunen. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Er is al veel gezegd over deze problematiek. De N-VA kan zich bij veel zaken aansluiten. Het positieve van heel dit gebeuren is dat de naambekendheid van FM Brussel in Brussel en in Vlaanderen fors is toegenomen en dat het de medewerkers en het personeel dichter bij elkaar heeft gebracht. Daarvoor is wel een zware prijs betaald. Het is belangrijk dat de meerderheid en de oppositie gezamenlijk een standpunt kunnen innemen. Wij zijn bereid om de motie van aanbeveling van de meerderheid te steunen. Wij willen wel 2 zaken corrigeren en hebben daarvoor een amendement ingediend. Ten eerste vinden we de datum van 15 oktober 2015 te nipt. We moeten realistisch zijn. Binnenkort zitten we in de vakantieperiode. Ik denk niet dat het stof al voldoende gaan liggen is om de gesprekken met de medewerkers en het personeel op een positieve wijze in te leiden. Na de vakantieperiode blijven er nog ongeveer 6 weken. Dat betekent dat we onder tijdsdruk vertrouwen moeten winnen van de mensen die dit moeten trekken. Zij moeten zich dan snel in de problematiek inwerken. Het is onnodig om druk te leggen op die mensen. Daarom stellen wij 15 december 2015 voor als uiterste datum. Het is goed om een datum naar voor te schuiven zodat iedereen weet in welk tijdskader er ongeveer kan worden gewerkt. Als het vroeger kan, zoveel te beter, want ik begrijp natuurlijk ook dat de begroting voor volgend jaar moet worden gemaakt en dat dit een impact kan hebben. Door een datum naar voor te schuiven verlichten we wel een beetje de morele druk. Ten tweede vind ik het wat eigenaardig dat er niet uitdrukkelijk sprake is van FM Brussel. Ik denk dat we het er met zijn allen over eens waren dat FM Brussel een rol kan en moet spelen in de toekomst. Dat werd ook bevestigd door de minister-president van de Vlaamse Regering. Het zou een goed signaal zijn om dat uitdrukkelijk te vermelden. Ik hoop dus dat deze 2 amendementen door de aanwezige leden kunnen worden gesteund. Wij gaan in ieder geval de motie van aanbeveling steunen. Stemmingen De voorzitter: Het amendement van de heer Johan Van den Driessche, Liesbet Dhaene en Cieltje Van Achter op de motie van aanbeveling tot besluit van de op 12 juni 2015 in de commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media gehouden interpellaties van mevrouw Khadija Zamouri, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Annemie Maes en de heer Johan Van den Driessche tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de Vlaams-Brusselse Media wordt niet aangenomen met 10 stemmen tegen 5. (Stemming bij handopsteking.) De motie van aanbeveling tot besluit van de op 12 juni 2015 in de commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media gehouden interpellaties van mevrouw Khadija Zamou-

12 ri, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Annemie Maes en de heer Johan Van den Driessche tot de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de Vlaams-Brusselse Media wordt aangenomen met 12 stemmen voor, 3 leden hebben zich onthouden. Hebben ja gestemd: Fouad Ahidar, Els Ampe, René Coppens, Stefan Cornelis, Paul Delva, Brigitte Grouwels, Elke Roex, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Khadija Zamouri, Carla Dejonghe Hebben zich onthouden: Bruno De Lille, Annemie Maes, Arnaud Verstraete Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik wil nog een stemverklaring afleggen. De resolutie bevat uiteraard een aantal zaken waar wij achter staan. We vinden ze echter niet ver genoeg gaan. De elementen die ik daarnet heb vermeld zouden volgens ons ook in de resolutie moeten staan. De voorzitter: Nu volgt de stemming over het beschikkend gedeelte van het voorstel van resolutie van mevrouw Annemie Maes, betreffende het Brussels medialandschap. Met een meerderheid van 12 stemmen tegen 3 wordt het 1 ste tot en met het 6 de dispositief niet aangenomen. Het voorstel van resolutie van mevrouw Annemie Maes, betreffende het Brussels medialandschap in zijn geheel wordt niet aangenomen. 3 leden hebben ja gestemd, 12 leden hebben neen gestemd. Hebben ja gestemd: De heer Bruno De Lille, mevrouw Annemie Maes, de heer Arnaud Verstraete Hebben neen gestemd: Fouad Ahidar, Els Ampe, René Coppens, Stefan Cornelis, Paul Delva, Brigitte Grouwels, Elke Roex, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Khadija Zamouri, Carla Dejonghe De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Mag ik nog een stemverklaring afleggen? De voorzitter: Een stemverklaring is voorbehouden voor de leden die zich onthouden. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Dan mag ik niet zeggen dat wij een probleem hadden met De voorzitter: Goed geprobeerd, maar het antwoord is neen. BELEIDSNOTA (R.v.O., art. 50,2) Beleidsnota Stedelijk beleid, Communicatie en Media ingediend door het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Stuk 567 ( ) Nr 1 Bespreking Collegelid Pascal Smet: Ik zal een korte toelichting geven, want ik neem aan dat de leden de beleidsnota al gelezen hebben.

13 De beleidsnota zoomt in op een aantal instrumenten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie om het sectorbeleid te onderbouwen, te ondersteunen en te verbinden. Het is een beperkte beleidsnota, op een klassieke en herkenbare manier gestructureerd in 2 hoofdstukken: stedelijk beleid en communicatie. Die zijn verder onderverdeeld in strategische en operationele doelstellingen, die elk voor zichzelf spreken. Daarom zal ik, zoals gezegd, deze inleiding beperkt houden. Het stedelijk beleid is als begrip gegroeid vanuit een impulsbeleid gekoppeld aan een impulsfonds. Het vormt een rode draad doorheen alle beleidsdomeinen. Het is een onderstroom. In de beleidsnota hebben we het over de rol die de instrumenten van het stedelijk beleid spelen in de verbinding tussen beleidsdomeinen en in de verbinding tussen het beleid van de VGC en dat van de andere overheden. Die instrumenten zijn, ten eerste: meten en weten. Hier zorgen we, met een beperkte omkadering, voor een zo groot mogelijk rendement op het vlak van het verzamelen, uitwisselen, ontsluiten en communiceren van beleidsrelevante informatie. We doen dat door een beperkte cel van experts aan het werk te zetten, door netwerken op te zetten met studiediensten en onderzoeksinstellingen, data uit te wisselen met Vlaamse en andere overheden, onderzoek te gunnen, te begeleiden en ontsluiten, administratie te professionaliseren op het vlak van meetindicatoren, dataverzameling en verwerking, partnerorganisaties te ondersteunen bij de registratie, de kennis die we hebben beter te visualiseren en te communiceren. Ten tweede, door transversaal te werken, door een strategische beleidsplanning uit te werken gekoppeld aan onze vraag naar afschaffing van sectordecreten, de gemeenschapscentra verder uit te bouwen als lokale motor van het stedelijk beleid, door rode draden te weven op het vlak van kansarmoedebestrijding, diversiteit, gelijke kansen en talentenbeleid en talenbeleid; door het middenveld en de burgers zo veel mogelijk te betrekken bij ons beleid; door ruimte te maken voor projecten die innovatief zijn, niet in een van de sectorvakjes te vatten zijn. Zo zullen de wijkwerkingen dan ook een structurele verankering krijgen. We willen tot slot ook kijken hoe de meet- en weetcel kan uitgroeien tot een klein kenniscentrum voor strategische planning. Ten derde, door inhoudelijk en budgettair in te spelen op het beleid van andere overheden: de Europese fondsen, waarbij u weet dat we bij EFRO al grote successen hebben geboekt - als Europa de fondsen tenminste goedkeurt. Verder, door deelname aan gewestelijke of bicommunautaire programma s; door versterking van de impact en return van werkcontracten; deel uitmaken van een stedelijk netwerk met andere Vlaamse steden en inspelen, binnen de perken van de gemeenschapsbevoegdheid in Brussel, op stadsvernieuwingsprojecten in Vlaanderen. Wat het onderdeel communicatie en media betreft, werkt het College aan een heldere strategie, gebaseerd op transparantie over portaalwebsites voor gemeenschapscommunicatie, een vernieuwde overheidswebsite vgc.be, het verhogen van de professionaliteit binnen de eigen administratie en partnerorganisaties, door de gemeenschapscentra en bibliotheken sterker te gebruiken als lokale informatiebalies en door een plaats te geven aan het Frans en het Engels in de communicatie, waar Nederlands de hoofdtaal blijft. De VGC wil helder communiceren,

14 met al wie interesse heeft voor het Nederlands aanbod in Brussel door een helder en toegankelijk Nederlands te gebruiken, ook door het middenveld en de partners via het Huis van het Nederlands te versterken en door het scheppen van een Nederlandstalige omgeving. Verder willen we dat Muntpunt inzet op zijn netwerkfunctie, op het vlak van informatie, communicatie en kennis, onder andere via gemeenschapscentra en plaatselijke bibliotheken, versterkt door de gemeenschappelijke uitbouw van plaatselijke loketten met geïntegreerde informatie. De N als gemeenschappelijk merkenlogo van al het Nederlandstalige aanbod is intussen gelanceerd. Het zal meteen ook het logo van de VGC vervangen. Het is de bedoeling het gebruik en de aanwezigheid ervan maximaal uit te rollen de komende maanden en jaren. Als u een suggestie heeft voor de kleur van de culturele instellingen mag u die tijdens deze zitting geven. Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Is dat logo niet al vastgelegd? Is de kleur niet appelblauwzeegroen? Collegelid Pascal Smet: Dat is mooi, maar het is voor de onderwijsinstellingen. De kleur voor de culturele instellingen ligt nog niet vast. We kunnen dezelfde kleur kiezen of een andere kleur nemen. Ik vind appelblauwzeegroen zoals trouwens de prachtige jurk van mijn collega zeer mooi. Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Als je die kleur gaat ontleden, zie je dat ze veel andere kleuren bevat. Collegelid Pascal Smet: Ik weet het niet. Ik ga mijn collega niet ontkleden. Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Ik zei ontleden, niet ontkleden. Collegelid Pascal Smet: Ik had ontkleden verstaan, net zoals mijn collega. Maar goed, u mag dus altijd suggesties doen. Onze bedoeling is wel dat de culturele instellingen in Brussel en wat daar rond hangt, of ze nu tot de Vlaamse Gemeenschap of de VGC behoren, dezelfde kleuren hebben. U mag daar uw mening over zeggen. We willen Brussel verder ook promoten als leef-, woon- en werkstad. We willen op die manier een actieve rol spelen in het citymarketingbeleid voor de stad. Maar ja, dat is vandaag een wat bijzondere uitspraak. Dat is iets waarover moet worden nagedacht. Het gewest heeft een logo. Ik heb gezien dat de stad Brussel ook een nieuw logo heeft. Andere gemeenten hebben een logo. Voor een buitenlander is dat onbegrijpelijk. Dat moeten we bekijken in de Regering. Ik ben niet gekant tegen heel dat verhaal van die logo s, maar het is moeilijk om dat te gaan uitleggen in het buitenland. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): 1 stad, 1 logo, 1 bestuur. Collegelid Pascal Smet: Lang voordat u dat zei, was ik dat al aan het verkondigen. Ik herinner me u nog altijd in mijn bureau toen we dat samen bespraken. U was toen in een andere functie. Ik ben nog niet veranderd van mening. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Het was een aloude eis van de VU.

15 Collegelid Pascal Smet: Ik ken mijn geschiedenis. Ik heb de grote voorzitter van de VU in mijn partij. Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): U gaat toch niet mensen vergelijken met een stad. Collegelid Pascal Smet: We gaan het debat nu niet voeren. U weet dat de zoon van de historische voorzitter van de VU, Vic Anciaux, in mijn partij zit. Ik ken dus veel van de VU. (Glimlachjes.) Er is iets belangrijks: Aller à l idéal et comprendre le réel, een uitspraak van Jean Jaurés. In de Brusselse context heeft me dat de afgelopen maanden geholpen. Over het citymarketingbeleid moet het College samen met alle instellingen eens goed nadenken, vooral omdat men het in het buitenland niet goed begrijpt. Cultuurnet voert op dit ogenblik een studie uit, waarin alvast de Nederlandstalige partners op het vlak van de cultuurcommunicatie bevraagd worden met de bedoeling tot meer efficiëntie en slagkracht te komen. Het uiteindelijke doel blijft om samen met de Franstaligen werk te maken van een geïntegreerde, drietalige cultuurcommunicatie. Die opdracht hebben we samen met de Vlaamse Gemeenschap gegeven. Het is immers de bedoeling om goed samen te werken met de Vlaamse Gemeenschap. Tot slot, we hebben het er daarnet over gehad, is het aangewezen dat het College zich aan de timing houdt om tegen het einde van het jaar een convenant af te sluiten met de Vlaams- Brusselse Media over de wijze waarop ze zichzelf organiseren en dat het de middelen kan toekennen. Ik denk hiermee een helder en duidelijk zicht te hebben gegeven over de wijze waarop het College het communicatie- en mediabeleid, maar ook het stedelijk beleid van de VGC ziet. Ik kijk uit naar de suggesties. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Ik zal focussen op het stedelijk beleid. De heer Bruno De Lille zal straks dieper ingaan op het communicatieluik. De nota valt nogal licht uit. Er is momenteel niet zoveel debat mogelijk. Er staan wel interessante uitgangspunten en opties in, maar de nota is te vaag en een beetje te vrijblijvend. In de intro lezen we bijvoorbeeld dat de VGC de handen vuil moet maken en de vinger aan de pols moet houden bij wat er leeft aan de basis. De VGC moet een laboratoriumfunctie ontwikkelen voor nieuwe oplossingen en praktijken. Ik denk dat dit heel goede uitgangspunten zijn, maar in de rest van de nota vinden we daarover te weinig terug. We kunnen aantonen dat de Brusselaars goesting hebben om de stad van de toekomst mee te bedenken en mee vorm te geven, om niet passief toe te kijken hoe de overheid beslissingen neemt en uitvoert of niet uitvoert en om er actief aan mee te doen. Het idee om er iets mee te doen is goed, maar het is onvoldoende uitgewerkt. Op dit punt blijft de nota te vaag. Iemand die niet heeft meegewerkt aan de redactie van de nota, kan zich met de vage omschrijvingen onmogelijk voorstellen wat concreet wordt verwacht. Ik geef een concreet voor-

16 beeld: Voorts willen we in de toekomst rode draden weven tussen de beleidsdomeinen op het vlak van het bestrijden van kansarmoede, diversiteit en gelijke kansen en taalbeleid. Dat zijn uiteraard relevante keuzes, maar één jaar na het aantreden van dit College had ik gehoopt daarover meer concrete voorstellen te vinden. Wat zullen de rode draden inzake armoedebestrijding bijvoorbeeld precies inhouden? Wat zal er voor de Brusselaars op dat vlak veranderen? Ik hoop dat het collegelid hier straks toelichting bij kan geven. Het feit dat de onderbouwing en de screening van het eigen beleid de eerste doelstellingen zijn van deze nota, is niet alleen voor mij, maar ook voor anderen een bevestiging van het aanvoelen dat er een gebrek is aan inhoud. Er is veel aandacht voor meten en weten. Dat is interessant, maar het bevestigt ook het beeld van een organisatie die zichzelf terugtrekt in bureaus, zaken bestudeert en nadenkt. De creatie van een denk- en weettank bevestigt of versterkt dit beeld. Men kan zich afvragen wat een weettank is, maar voor mij is dit vooral een bevestiging van het aanvoelen dat de in het begin aangekondigde terreinstrategie onvoldoende is gecommuniceerd. Op welke manier wordt bijvoorbeeld inzake meet en weet de wil om de handen vuil te maken en op het terrein te komen vertaald? Er zijn mogelijkheden, waaronder het onderdeel waarbij de visuele communicatie zal worden versterkt. Dat is interessant om drempelverlagend te communiceren, maar het is onvoldoende uitgewerkt. Ik zou daar graag meer toelichting over krijgen. Interessant is wel het smart maken van doelstellingen en indicatoren. Heeft dat al iets opgeleverd? Kunt u al een voorbeeld van een smart gemaakte doelstelling geven? Zo niet, wanneer kunnen we daarvan resultaten verwachten? Ook de tweede strategische doelstelling in de nota is op de eigen beleidsplanning gericht en focust op de manier waarop die moet worden gemaakt, dus meer transversaal en geïntegreerd. Ik denk dat het een logische keuze is om de participatie te versterken. Maar ook op dit punt krijgen we helaas nog geen concreet nieuws. Er staat: Elke instantie doet verder, er komt een VGC-brede strategie. Maar die is er op dit moment nog niet. Er wordt ook doorverwezen naar een nieuwe budgetlijn sociale innovatie. Daar is er natuurlijk verder niet veel mee te doen. Graag kreeg ik van het collegelid in dit verband meer toelichting. Wat houdt die sociale innovatie in? Wat kunnen we hiervan verwachten? Wanneer gaat het van start? De derde strategische doelstelling is het versterken van de stadsontwikkeling door mee te werken met de andere overheden, bijvoorbeeld met Europese programma s. Intussen zijn er resultaten. Ik had graag van het collegelid een kort overzicht gekregen van wat er voor de VGC is binnengehaald. Wat zal de VGC doen in het kader van de Europese programma s? Wat zal haar rol zijn? Er staat ook dat, waar mogelijk en opportuun, zal aangesloten worden bij Europese programma s. Ook dit is iets te vaag en te algemeen. Alles proberen brengt het risico mee dat men uiteindelijk niets goed doet. Wat zal er concreet gebeuren inzake armoedebestrijding? Wat is het engagement van de VGC om in het kader van de bestaande strategie op het niveau van het gewest een rol te spelen op dit vlak? Zou het niet interessanter zijn om alsnog, samen met uw collega s, in het College concretere keuzes te maken? Ik zou graag meer informatie krijgen over de concrete deelname van de VGC in het toekomstig planbureau. Hoe zal de VGC hierbij worden betrokken? Zijn daarover concrete afspraken gemaakt?

17 Ten slotte, de laatste strategische doelstelling gaat over de gemeenschapscentra als motor. Hier lag een goede kans om de terreinstrategie van het stedenbeleid vorm te geven. Maar ook daar is er niets concreet. Het enige dat we vinden is dat er advies en ondersteuning zal zijn voor zover de gemeenschapscentra het willen. Begrijp ik het goed dat dit een vrijblijvend aanbod is? Hoe zal dat werken? Hoe zal u zorgen dat er resultaten komen en welke resultaten wil u? Op dit moment is het voor mij onmogelijk een debat te voeren over de beleidskeuzes, omdat niet voldoende duidelijk is wat ze precies inhouden. Ik vind het jammer dat deze kans om een inspirerend beleid te formuleren niet is gegrepen, maar het is nog niet te laat om de dialoog op te starten. Ik hoop dus op een aantal concrete aanvullingen en toelichtingen. De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Overheden krijgen maar al te vaak kritiek dat hun verslaggeving onverstaanbaar, niet bruikbaar, te volumineus, soms tegenstrijdig en te complex is. Daarom wens ik het College te feliciteren met deze overzichtelijke en beknopte beleidsnota die volgens de regels van de kunst van de beheers- en beleidscyclus werd opgesteld, met duidelijke strategische doelstellingen en de daaraan verbonden operationele doelstellingen. Dat zal vervolgens een transparante, coherente en betrouwbare beleidsrapportering toelaten om zowel tegenover de bevolking als tegenover interne en externe controle-instanties verantwoording af te leggen. Ook inhoudelijk wens ik het College te feliciteren, want wie niet groot en sterk is, moet natuurlijk slim zijn. En naast intelligent is dit College natuurlijk ook slim. Maar al te goed weet het dat het zijn stedelijk beleid continu moet screenen en onderbouwen in deze complexe kosmopolitische stad. Samenwerken met anderen en zelfs anderen doen samenwerken moet dan ook in het DNA zitten van de VGC en haar stedelijk beleid om haar ambitie om nieuwe stedelijke realiteiten en praktijken te scouten en erop in te spelen, waar te maken. Daarvoor heeft ze dan ook een stevig onderbouwd instrumentarium ontwikkeld via haar Meet- en Weetcel. We ondersteunen dat de dataverfijningen, -uitwisseling en -ontsluiting verder zullen uitgebouwd worden, zoals opgenomen in de operationele doelstellingen. Ook het ondersteunen van partnerorganisaties, het beter visualiseren en communiceren van data kan er inderdaad enkel maar toe leiden dat de beleidsondersteunende informatie bevattelijk en inzichtelijk wordt ontsloten, waardoor de ambitie om uit te groeien tot een klein kenniscentrum voor strategische planning haalbaar wordt. Samenwerken en doen samenwerken vinden we uitgebreid terug in de tweede strategische doelstelling. Belangrijk daarbij is dat naast de rationalisering van de gewestelijke beleidsinstrumenten ook de sectordecreten door de Vlaamse Regering afgeschaft worden, wat toch ook tot een enorme planlast vermindering zou moeten leiden. Dat kunnen we enkel maar toejuichen. Op termijn ziet het ernaar uit dat we 1 strategische beleidsplanning in samenspraak met de Vlaamse Gemeenschap kunnen overhouden. Of heb ik dat verkeerd begrepen? Die planlastvermindering moet ook duurzaam doorgetrokken kunnen worden naar het middenveld en de diverse sociaal-culturele verenigingen die deze stad nog steeds rijk is. Daardoor kunnen die, en meer bepaald de gemeenschapscentra, inderdaad ten volle motoren van plaatselijk stedelijk beleid worden. De belangen van Nederlandstalige organisaties in de duurzame wijkcontracten kunnen behartigd worden en er kunnen dwarsverbindingen tussen de brede scholen, het lokaal cultuurbeleid en de wijken en hun inwoners gemaakt worden.