Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen Bijlagenrapport april 2009

Transcriptie

1 Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen Bijlagenrapport april 2009

2

3 Bijlagenrapport behorend bij Studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen blad 1 van 80

4 Bijlage 1: Verslagen klankbordgroep 4 juli maart september 2008 Bijlage 2: Verslagen informatiebijeenkomsten 9 en 10 april en 15 oktober december 2008 (inspraak) Bijlage 3: Inventarisatie knelpunten, kansen en ontwikkelingen Knelpuntenkaart Kansenkaart Ontwikkelingenkaart Bijlage 4: Onderbouwing en analyse effecten van de alternatieven 4.1 Weg in het groen 4.2 Resultaten modelberekeningen 4.3 Afwegingsdocument deeltraject noord 4.4 Quick Scan geluid 4.5 Quick Scan luchtkwaliteit blad 2 van 80

5 Bijlage 1: Verslagen klankbordgroep blad 3 van 80

6 1. Verslag klankbordgroep 4 juli 2007 Verslag PSU klankbordgroep studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Woensdag 4 juli 2007, uur, Kardinge, VIP zaal Aanwezig: Jeroen Veltman (provincie Groningen, projectleider), Arno van den Enden (provincie Groningen, projectcoördinator), Anne van der Wal (provincie Groningen), Marcel Meijer, Terry Albronda (Oranjewoud), F. Doesburg (Bewonersorganisatie Noorderhoogebrug), G.W. Weessies (Bewonersorganisatie Beijum), H.H.J. Wedema (ANWB), F. Broersma (Kamer van Koophandel), F. vd Heide (Bedrijventerrein noord / oost), W. Koopmans (Stichting Dorpshuis Noorderhoogebrug), F. Egberink (Bewonersorganisatie Beijum), W. Pauwelissen (Wijkraad Oosterhoogebrug Ulgersmaborg), Ramon Gorseling (De Scheepsraad Lewenborg) Afwezig m.k. 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda A. van der Wal heet iedereen welkom en treedt deze bijeenkomst op als dagvoorzitter. 2. Studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Per 1 januari 2007 is de Oostelijke Ringweg van Groningen overgedragen van het rijk aan de provincie Groningen. Door deze overdracht is het mogelijk om de wens van de provincie Groningen en de gemeente Groningen te vervullen, namelijk een ongelijkvloerse Oostelijke Ringweg. Provincie en gemeente zijn daarom gezamenlijk een studie gestart naar het gewenste eindbeeld van de Oostelijke Ringweg van Groningen. Tijdens deze bijeenkomst wordt u geïnformeerd over de opzet en proces van de studie, de randvoorwaarden, uitgangspunten en het beoogde resultaat. Daarnaast vragen wij u de aandachtspunten, ontwikkelingen etc. aan te vullen en zullen wij in workshopvorm een eerste verkenning doen van de mogelijkheden. 3. Vragenronde 1. Wat is de stand van zaken van de ontwikkeling Meerstad (Euvelgunnetracé) (RWS)? - Communicatie vindt plaats via de website van de ring Groningen 2. Wordt de aansluiting Kardinge weer over de kop gehaald, kapitaalvernietiging? - Deze is vrij recent maar uitvoering / aanleg Oostelijke Ringweg kan die veranderen 3. Is het mogelijk om van aansluiting naar aansluiting parallel aan de oostelijke ringweg een fietspad te realiseren? - Bekijken of hier de vraag naar is, huidige fietsstructuur is echter wel toereikend 4. Wordt er rekening gehouden met het Oosterhamriktracé? - Ja, hier wordt rekening mee gehouden 5. Komt er ook een groene golf in zowel de huidige als de toekomstige situatie? - De groene golf is al geïntroduceerd op de ringweg, het Rijk heeft nog problemen met de bekabeling van de groene golf. Tip ANWB: Besteedt aandacht aan communicatie door middel van extra bebording langs de weg. blad 4 van 80

7 4. Werksessie Groep 1 Onderdoorgang Damsterdiep De verkeerslichten voor de fietser zijn strak afgesteld. Het is bijna niet mogelijk om tijdens een groenfase zowel de oprit als de afrit in een keer te kruisen. Eventueel iets langer of iets vaker groen geven aan de fietser zodat ook rood licht negatie wordt voorkomen. Route door Lewenborg De hoofdroute door Lewenborg wordt in beide richtingen gebruikt als sluiproute. Verkeer dat eigenlijk de ringweg zou moeten volgen en via de aansluiting Damsterdiep zou moeten rijden rijdt nu door de wijk. Daarmee worden een aantal verkeerslichten omzeild. Dit wordt door de bewoners ervaren. Aansluiting Beijum noord: Komende uit Beijum-Noord is het lastig om vanaf de oprit in Noordelijke richting linksaf te slaan richting Winsum. Op een korte afstand moeten meerdere rijstroken gekruist worden om in het linksafvak terecht te komen. De verkeerssituatie is onveilig en heeft een negatief effect op de verkeersstroom. Helderheid moet geboden worden. Pak je kans! Beijum zuid: In de ochtendspits de ring op rijden is problematisch. Lange wachtrijen staan tot ver in de wijk. Korte groentijden zijn de veroorzaker. Mensen rijden nu zelfs via de aansluiting Beijum-Noord om op de ring te komen. Aansluiting Noordelijke ringweg: De bocht vanaf de oostelijke naar de noordelijke ring is krap en er staan adviessnelheid borden van 50 km/uur. Regelmatig levert dit problemen op en raken auto's uit de bocht. Bouw Brugwachter flat: Deze ontwikkeling levert problemen op ten aanzien van de ontsluiting in dit gebied (veel extra verkeer). Rekening houden met ontsluiting van de Hunze en de fietsroutes die door dit gebied lopen. Oosterhamriktracé: De ontwikkeling van het Oosterhamriktracé betekent dat er verschillende ontwikkelingen bij elkaar komen die effecten zullen hebben op de aansluiting bij Kardinge. Wellicht dat hier ook kansen zijn voor een alternatieve ontsluiting van de wijk Beijum-Zuid. Nu heeft deze nog een eigen aansluiting, maar een combinatie met de aansluiting Kardinge en parallelwegen is een optie. Geluidswal Ulgersmaborg: Deze geluidswal is destijds te laag aangelegd. Nu is er afgesproken deze te verhogen. De werkzaamheden liggen al geruime tijd stil, waardoor er extra overlast is voor omwonenden. Verder zijn géén geluidsproblemen bekend. Verlichting bewegwijzering: In een aantal verwijzingsborden is de verlichting defect. Dit is een beheerspunt dat aandacht verdient. Nieuwbouw school: Op deze locatie is uitbreiding van de school gepland. De ontsluiting hiervan op de bestaande infrastructuur verdient aandacht. Transferium: Het gebruik van het transferium zou bevorderd kunnen worden door het verbeteren van de bewegwijzering en uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen (binnen huidige ruimte is dit mogelijk met een andere inrichting van het terrein). Het transferium wordt ook veel gebruikt door de bewoners uit de wijken. Deze blad 5 van 80

8 gaan (zelfs met de auto) naar dit transferium om vervolgens goedkoop het centrum in te kunnen gaan met het openbaar vervoer. Om bij het transferium te komen maken ze (onnodig) gebruik van de ringweg. Behoefte aan een korte route vanuit de wijken naar het transferium. Fietsroute: Bij de ontwikkelingen rond het Oosterhamriktracé zijn er wellicht mogelijkheden hier een fietsroute aan te leggen die rechtstreeks naar Kardinge gaat. Fietsroute: Hier loopt een fietsroute vanuit de stad naar Lewenborg e.d. Op het punt dat aangegeven is op de kaart zou een onoverzichtelijke punt zijn waar fietsers een andere verkeersstroom moeten kruisen. Dit zou beter kunnen. Verlichting: (staat niet op de kaart) De vraag is gesteld of er ook verlichting gaat komen op de Oostelijke Ringweg. Als voorbeeld wordt genoemd het traject Haren - Groningen. Men vindt dit overbodig en zou willen voorstellen niet te veel verlichting te plaatsen. 5. Werksessie groep 2 Aansluiting Hunze: Heeft de Hunze wel twee ontsluitingen nodig of kan dit anders? Aansluiting Kardinge: Aansluiting heeft een afwikkelingsprobleem op de Oostelijke ringweg waardoor de Pop Dijkemaweg als sluiproute wordt gebruikt. Betere afwikkeling is dus automatisch minder verkeer op de Pop Dijkemaweg. De verkeersstructuur in de huidige situatie is onoverzichtelijk en onduidelijk. De weggebruiker heeft te maken met het oversteken van busbaan in combinatie met fietspad en toegang tot het parkeerterrein van Kardinge, dit moet anders. De busbaan wordt ook met regelmaat 'verkeerd' gebruikt door fietsers. Van Simmeren terrein: Rekening houden met extra activiteiten op het van Simmeren-terrein Oosterhamriktracé: Dit heeft invloed op de Oostelijke ringweg, hou hier rekening mee Fietsroute algemeen: Algemene indruk fietsroute is prima in de huidige situatie, géén knelpunten, ontbrekende verbindingen of verkeersonveilige situaties Noorderhoogebrug: Aandacht voor de aansluitingen rond Noorderhoogebrug. Deze kan mogelijk gecombineerd worden met de kruising/aansluiting Hornbach Noordelijke versus Oostelijke ringweg: Hoe wordt omgegaan met de aansluiting traject Groningen - Winsum Aansluiting Beijum: Blijven beide aansluitingen Beijum wel bestaan!? Kunnen zij ook gecombineerd worden? In de ochtendspits is het ontzettend druk en lastig de ring op te rijden. Geluidsproblemen: Geluidsproblemen in de 'normale' situatie zijn niet bekend. Wel de tijdelijke situatie bij geluidswal ter hoogte van Ulgersmaborg. De geluidswal is gedeeltelijk weggehaald. De werkzaamheden liggen al geruime tijd stil, waardoor er onacceptabele geluidsoverlast is voor omwonenden. blad 6 van 80

9 6. Vervolg + afspraken Verwerken aandachtspunten September/oktober informatiebijeenkomst November klankbordgroep December vaststelling voorkeursalternatief door colleges Uitwerking voorkeursalternatief in varianten Voor de zomer 2008 gereed 7. Rondvraag + sluiting blad 7 van 80

10 2. Verslag klankbordgroep 4 maart 2008 Verslag klankbordgroep studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Dinsdag 4 maart 2008, uur, Kardinge zaal VIP2 Aanwezig: Jeroen Veltman (provincie Groningen, projectleider), Rolf Dijkstra (provincie Groningen, projectcoördinator), Bart Bouma, Anne van der Wal, Alma Burema (provincie Groningen), Jan Kerkhof (gemeente Groningen), Terry Albronda (Oranjewoud), H.H.J. Wedema (ANWB), B.F. Bronsema (Bewonersvereniging Zilvermeer), R.A. Gorseling (Bewonersorganisatie de Scheepsraad), F. Doesburg, W.H. Koopmans (Bewonersorganisatie Noorderhogebrug), M. Gerritsen, T. Wagenaar, G.W. Weessies (Bewonersorganisatie Beijum), S.J. Tilkema (Wijkoverleg Oosterhogebrug/Ulgersmaborg), J.R. Wemmenhove, W. Pauwelussen (Wijkraad OHB), J. Abeling en F. vd Waard (Volkstuinen 'de 3 wijken'). Afwezig: Vertegenwoordigers van TLN, Kamer van Koophandel, VVN, Fietsersbond, Milieudefensie, Buurtbelangenvereniging De Hoogte/Selwerderwijk, Bewonersorganisatie De Hunze/van Starkenborgh en Bewonersvereniging Drielanden. 1. Opening, welkom en inleiding Jeroen Veltman heet iedereen welkom. Vervolgens geeft hij kort aan wat het doel van de bijeenkomst is: het presenteren van de stand van zaken. 2. Terugblik Jeroen Veltman presenteert wat de aanleiding voor het project is, wat de uitgangspunten en randvoorwaarden zijn en welk proces tot nu toe is doorlopen. Tot slot blikt hij kort terug op de klankbordbijeenkomst van 4 juli Naar aanleiding van dit deel van de presentatie worden geen vragen gesteld. 3. Presentatie stand van zaken Terry Albronda presenteert de stand van zaken van het project: de conclusies t.a.v. het algemene wegbeeld en de ideeën voor de kruispunten apart. Tijdens de presentatie worden de volgende vragen gesteld: Er wordt een opmerking gemaakt dat het een goed idee zou zijn om de ringweg over de kruisende wegen aan te leggen, omdat de vrachtauto's steeds groter/hoger worden. In reactie hierop wordt gemeld dat de viaducten moeten voldoen aan de eisen ten aanzien van doorrijhoogte. De wens wordt uitgesproken om een extra fietsverbinding te realiseren langs het toekomstige Oosterhamriktracé, mede omdat de verbinding via de Korrebrug niet ideaal is (in verband met lange wachttijden als de brug open is en de onduidelijke routering). De nieuwe fietsverbinding zal niet worden meegenomen in deze studie. Binnen deze studie wordt gekeken naar de mogelijkheid om het viaduct over de ringweg ter hoogte van Kardinge te verbreden, zodat in de toekomst de fietsverbinding gebruik kan maken van dit viaduct. Er wordt opgemerkt dat de oplossingen veel ruimte in beslag nemen: past het allemaal wel? In reactie hierop wordt aangegeven dat de oplossingen passen binnen de eigendomsgrenzen van de provincie en de gemeente. In de nadere uitwerking zal worden gekeken of de oplossingen compacter kunnen. Er wordt gevraagd of de gevaarlijke kruising van het Heerdenpad met de blad 8 van 80

11 Berlageweg kan worden meegenomen in de plannen. Jeroen Veltman geeft aan dat deze kruising buiten deze studie valt, maar dat hij wel aan de gemeente wordt meegegeven als aandachtspunt. 4. Vragen, discussie en opmerkingen Na afloop van de presentatie is er ruim de gelegenheid tot het stellen van vragen en het maken van opmerkingen. Gevraagd wordt of rekening wordt gehouden met de scholenontwikkeling aan de Kluiverboom. Terry Albronda geeft aan dat de gemeente bij het project betrokken is en dat deze ontwikkeling dus bekend is. Opgemerkt wordt dat als het Euvelgunnetracé klaar is, de Oostelijke Ringweg waarschijnlijk wel 50% meer verkeer te verwerken krijgt. Terry Albronda reageert dat met het verkeersmodel wordt berekend hoeveel verkeer er in 2020 (inclusief Euvelgunnetracé en Meerstad) over de Oostelijke Ringweg rijdt en of dit voor problemen gaat zorgen. Opgemerkt wordt dat de plannen er prima uit zien. Opgemerkt wordt dat de oplossingen (m.n. Lewenborg) een grote ruimtelijke impact hebben. In reactie hierop wordt aangegeven dat in de uitwerking wordt onderzocht of de oplossingen compacter kunnen. Opgemerkt wordt dat de oplossingen geen positief effect hebben op het sluipverkeer door Lewenborg. Jeroen Veltman geeft aan dat de doorstroming op de kruising van de Oostelijke Ringweg met de Rijksweg (N360) beter wordt, waardoor de route door Lewenborg minder aantrekkelijk wordt. Oplossingen in Lewenborg (zoals een knip) worden niet in deze studie meegenomen. Gevraagd wordt hoe omgegaan wordt met extra geluidbelasting door de maatregelen. Jeroen Veltman merkt op dat als de geluidbelasting boven de norm uit de Wet Geluidhinder komt, maatregelen genomen zullen (moeten) worden. Gevraagd wordt of er een onderzoek komt naar de impact op de ecologie. Jeroen Veltman merkt op dat op dit moment op basis van een kaart met de stedelijke ecologische structuur wordt gekeken waar die structuur in dit plan versterkt kan worden (bijvoorbeeld door faunapassages). 5. Vervolg Jeroen Veltman geeft aan dat op 9 en 10 april de stand van zaken van het project wordt gepresenteerd tijdens twee informatiebijeenkomsten. De komende periode (maart-mei) wordt gebruikt om een voorkeursalternatief te kiezen. Aansluitend zal dit voorkeursalternatief verder worden uitgewerkt, zodat de studie nog voor de zomervakantie kan worden afgerond. Eind 2008/begin 2009 kan de uitvoering naar verwachting starten. 6. Sluiting Jeroen Veltman sluit rond uur de bijeenkomst. blad 9 van 80

12 3. Verslag klankbordgroep 9 september 2008 Verslag klankbordgroep studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Dinsdag 9 september 2008, uur, Kardinge zaal VIP2 Aanwezig: J. Veltman (provincie Groningen, projectleider), R. Dijkstra (provincie Groningen, projectcoördinator), A. van der Wal, J. (provincie Groningen), E. van Huissteden (gemeente Groningen), A. Beugels van Bewonersvereniging Zilvermeer, A. Kauffman en?? van Bewonersorganisatie Beijum en W. Pauwelussen van Wijkraad Oosterhoogebrug/Ulgersmaborg. Afwezig: Vertegenwoordigers van Vereniging Bedrijven Noord-Oost, De Scheepsraad, TLN, Kamer van Koophandel, Stichting Dorpshuis Noorderhoogebrug, VVN, Buurtbelangenvereniging De Hoogte/Selwerderwijk, Fietsersbond, Bewonersorganisatie De Hunze/van Starkenborgh, ANWB, Milieudefensie, Bewonersvereniging Drielanden en Volkstuinenvereniging "de 3 wijken". 1. Opening, welkom en inleiding Jeroen Veltman heet iedereen welkom. Vervolgens geeft hij kort aan wat het doel van de bijeenkomst is: het presenteren van de stand van zaken en horen wat u ervan vindt. 2. Terugblik Jeroen Veltman presenteert kort wat de belangrijkste conclusies van de klankbordgroep van 4 maart 2008 en de informatiebijeenkomsten van 9 en 10 april 2008 waren en welke zaken wij sindsdien nog hebben uitgezocht/uitgewerkt. Naar aanleiding van dit deel van de presentatie worden geen vragen gesteld. 3. Presentatie stand van zaken/resultaat Jeroen Veltman presenteert het resultaat van de verschillende uitwerkingen (zoals deeltraject Noord, compactheid, geluidbelasting en luchtkwaliteit). Tijdens de presentatie worden de volgende vragen gesteld of opmerkingen gemaakt: Er wordt een opmerking gemaakt dat stil asfalt pas effectief is bij een snelheid van minimaal 100 km/uur. Veltman reageert dat er verschillende soorten stil asfalt zijn; ook soorten die bij een lagere snelheid effect hebben. Er wordt gevraagd hoe het kan dat de luchtkwaliteit in de toekomstige situatie lager is dan in de huidige situatie: men rijdt toch in steeds grotere auto's? Van Huissteden reageert dat het algemene landelijke beeld is dat de 'achtergrondconcentraties' steeds lager worden, auto's worden steeds schoner en zuiniger en het verdwijnen van de verkeerslichten heeft een positief effect. Opgemerkt wordt dat de luchtkwaliteit bij de aansluiting Lewenborg waarschijnlijk hoger zal zijn door de grote toename van verkeer op het moment dat de school uitgebreid is (4.000 auto's per week van en naar het parkeerterrein). Daarnaast worden de genoemde intensiteiten op de Kluiverboom ( mvt/etmaal) in twijfel getrokken, aangezien de gemeente in de vakantie geteld heeft. Postma geeft aan dat de verkeerslichten continu het verkeer tellen dat via de Kluiverboom de Oostelijke Ringweg oprijdt. Uit die gegevens blijkt dat de intensiteit echt rond de mvt/etmaal ligt. Daarnaast is de verwachting dat de luchtkwaliteit niet veel slechter zal worden door de uitbreiding van de school, omdat het aantal voertuigen naar de school relatief maar een klein deel van het verkeer op de Kluiverboom is. blad 10 van 80

13 4. Vragen, discussie en opmerkingen Na afloop van de presentatie is er de gelegenheid om de tekeningen te bekijken en vragen te stellen. Opgemerkt wordt dat de oplossing voor de aansluiting Beijum-Zuid verkeerskundig prima is, maar dat het wel voor extra overlast voor omwonenden zal zorgen, omdat de afrit en de busbaan veel dichterbij de huizen komen te liggen. Vandaar dat we van deze bewoners 'tegenstand' kunnen verwachten. Gevraagd wordt of de busbaan niet opgeheven kan worden, omdat de aanleiding voor de realisatie (de verkeerslichten in de Oostelijke Ringweg) weggenomen wordt. Veltman geeft aan dat hij de zorgen van de bewoners kan voorstellen. Vandaar dat er binnenkort (update: 7 oktober 2008) een apart overleg wordt georganiseerd voor deze bewoners. Opgemerkt wordt dat de realisatie van woonboten in het Boterdiep voor extra verkeer zal zorgen op de Groningerweg. Van Huissteden reageert dat het waarschijnlijk om slechts negen woonboten gaat en dat de extra verkeersdruk dus wel zal meevallen. 5. Vervolg Jeroen Veltman geeft aan dat half oktober 2008 twee informatiebijeenkomsten (Update: 14 en 15 oktober 2008) worden georganiseerd. Daarna zal het definitieve eindbeeld aan de colleges worden voorgelegd ter instemming en daarna aan de Staten en de Raad ter vaststelling. In het voorjaar van 2009 zal vervolgens worden gestart met de uitvoering van de aansluiting Lewenborg. Voordat de uitvoering daadwerkelijk start zal de bevolking nog worden geïnformeerd over de uitvoering. Gevraagd wordt of de provincie of de gemeente de meeste invloed heeft bij de besluitvorming. Veltman geeft aan dat, ondanks dat de Oostelijke Ringweg van de provincie is, beide overheden het eens moeten zijn over de plannen. 6. Sluiting Jeroen Veltman sluit de bijeenkomst. blad 11 van 80

14 Bijlage 2: Verslagen informatiebijeenkomsten blad 12 van 80

15 1. Verslag Informatiebijeenkomst 9 april 2008 Verslag van: Informatiebijeenkomst Studie eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen Datum: 9 april 2008, uur (wijkcentrum het Dok) Aanwezig: Gedeputeerde Henk Bleker (voorzitter), Jeroen Veltman (projectleider), Bart Bouma, Johan Postma, Anne van der Wal, Alma Burema (provincie Groningen), Jan Kerkhof, Rob van Gemert (gemeente Groningen), Terry Albronda (adviesbureau Oranjewoud) en bewoners van de betrokken wijken. Notulist: Rian van Zantvoort (Notuleerservice Mooi Werk) Gedeputeerde Bleker opent de informatieavond en heet alle aanwezigen van harte welkom. Doel van de avond is informatie geven over het voornemen om de kruispunten aan de Oostelijke Ringweg ongelijkvloers te maken. Aanwezigen kunnen daarover vragen stellen en hun mening geven. Projectleider Jeroen Veltman geeft een presentatie van de plannen. De presentatie is beschikbaar via de website Eerste indrukken Als de weg verhoogd wordt, is de wal dan wel hoog genoeg om het lawaai tegen te houden? De norm qua geluidsbelasting is wettelijk vastgesteld. Op het moment dat de norm wordt overschreden, dan zullen maatregelen worden genomen. Loopt dit project gelijk op met het Kolibriproject en met de introductie van de tram? Het loopt niet gelijk op met de tram; deze richt zich eerst op de verbinding van het Centraal Station naar het Zernike. Er wordt wel rekening gehouden met het project, maar de realisering van de Oostelijke ringweg gaat eerder spelen. Doorstromen van verkeer is goed, maar meer auto s is ook slecht voor het milieu. Wordt hier aandacht aan besteed? De provincie en de gemeente zullen proberen de groei van auto s af te remmen door te investeren in het openbaar vervoer: de tram, meer treinen, meer stations en meer spoor. Niettemin zal het aantal auto s naar verwachting toenemen en het is ook slecht voor het milieu wanneer deze stilstaan in een file met een draaiende motor. De geluidsdruk van de ringweg is nu al 70 decibel. Met namen vrachtwagens van Groningen richting Delfzijl en andersom veroorzaken geluidsoverlast. Is hier al rekening mee gehouden? Dit is aan de orde gekomen in de studie naar de weg Groningen-Delfzijl. Van Ten Boer tot aan Groningen rijdt het verkeer langzaam of staat het vast; dit is een extra belasting voor de bebouwde omgeving. Er wordt nu onderzoek gedaan naar een nieuwe weg ten noorden van Ten Boer richting de Eemshavenweg om het probleem te beperken. De vraag daarbij is: waar willen mensen heen? Het traject Groningen-Ten Boer valt ook binnen de regiovisie over de verbetering van het openbaar vervoer. De studie is niet specifiek op vrachtwagens gericht, maar er wordt wel gekeken naar de effecten. Hopelijk zal in de toekomst het vrachtverkeer meer via de N33 rijden. Groningen zit procentueel gezien nog wel onder het gemiddelde qua vrachtverkeer op de provinciale wegen. Krijgt de weg aan de zuidkant van het Eemskanaal ook een aansluiting bij Driebond? Nee, die optie wordt niet meegenomen in de studie naar de weg Groningen-Delfzijl. Deze zou dan op een vreemde en erg dure wijze door Meerstad heen moeten. blad 13 van 80

16 Wordt de Driebondsweg opgewaardeerd wanneer Meerstad aangelegd wordt? Ja. De aanpak van de kruising van de N360 staat ook niet los van de omliggende wegen en de ontwikkeling van Meerstad. Er komen meer transferia, maar ook meer parkeergarages. Is dit geen vreemde combinatie? De gemeente wil veel straatparkeerplaatsen opheffen, om de straten 'op te schonen'. De parkeergarages zijn met name bedoeld ter compensatie van het verlies van deze straatparkeerplaatsen. Transferia zijn bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren; waarom staan er dan geen grotere overdekte wachtruimtes bij transferium Kardinge? De gemeente Groningen ontwikkelt op dit moment een visie voor Kardinge. Deze opmerking zal in de visie worden meegenomen. Wat gaat er met de bruggen in de Oostelijke Ringweg gebeuren tijdens de spits? Er zijn afspraken gemaakt over wanneer de brug wel en niet open mag. De vaarweg van Lemmer naar Delfzijl is een drukke economische route; hier is het dan ook belangrijk dat deze op gezette tijden open kan. Bij minder belangrijke vaarwegen kunnen de bruggen makkelijker dicht. Iemand merkt op dat grote schepen weer vrachtwagens schelen. Aansluiting Kardinge/Ulgersmaborg: Wat gebeurt er met de busbaan? Deze schuift op naar het Zuidoosten. De busbaan op het viaduct wordt voor auto s. Er komen dus twee viaducten naast elkaar. Aansluiting Lewenborg/Ulgersmaborg Hoe snel stijgt de weg als je vanaf de Kluiverboom naar de ringweg rijdt? De ringweg ligt nu twee meter lager dan de Kluiverboom, straks komen de opritten 2,5 à 3 meter hoger te liggen dan de Kluiverboom. Het hellingspercentage verandert dus niet heel veel. Hoe is het parkeerterrein van de Parkallee te bereiken? En gaat de groenstrook weg? Ten opzichte van de Parkallee ligt de ringweg verdiept. De Parkallee zelf zal verdubbeld worden wanneer dit noodzakelijk blijkt. Er wordt rekening gehouden met de groenstrook. Aansluiting Rijksweg (N360): Wordt er rekening gehouden met de grote hoeveelheden fietsers, waaronder ook kleine kinderen, die dagelijks langs deze route komen? Hier wordt zeker rekening mee gehouden. De oversteektijden van de N360 zijn te kort, dit is al eens eerder opgenomen. En het uitdraaihek van de Bristol loopt gelijk aan het fietspad en is daarmee gevaarlijk. Dit zal worden opgepakt. Zit de rijksweg aan haar tax en wordt vanuit daar verder geredeneerd? Ja, in het kader van de studie naar de weg Groningen-Delfzijl. Er staat vaak file bij het kruispunt Kielerbocht naar de Autoboulevard. Dit kruispunt wordt omgebouwd tot een knooppunt. blad 14 van 80

17 Om vanuit Lewenborg naar transferium Kardinge te gaan, moet op dit moment via de ringweg worden gereden. Dit is om. Kan het niet anders? Ja, dit is inderdaad om. Maar we hechten heel veel waarde aan de vrijliggende busbanen van en naar Beijum en Lewenborg. Kunnen de verkeerstellingen de volgende keer objectief gedaan worden en niet in de vakantie? Dat schijnt inderdaad eens voorgekomen te zijn, maar nu worden tellingen permanent gedaan. Permanente telpunten zijn ook nodig om afwijkingen te kunnen bepalen. Wordt er rekening gehouden met de belangen van de fietsersbond? Ja, er zijn bijvoorbeeld ook ideeën om parallel aan de nieuwe parallelweg tussen Beijum- Noord en de Groningerweg een fietspad aan te leggen. Kan men als gevolg van de maatregelen ook een toename van verkeer en dus overlast verwachten? Het verkeer op de ringweg zal waarschijnlijk iets toenemen, het verkeer in heel Groningen zal in de toekomst nu eenmaal toenemen. We verwachten wel dat het sluipverkeer zal afnemen. Daarnaast hoeft er minder opgetrokken en afgeremd te worden en de auto s zullen over het algemeen sneller passeren. Hierdoor zal het verkeer minder last veroorzaken. Maar verplichte geluidsberekeningen zullen uitwijzen of de normen overschreden worden. Is dit het geval dan volgen er maatregelen. Gedeputeerde Bleker dankt alle aanwezigen voor hun inbreng. De opmerkingen worden meegenomen en na de zomer ontvangen de bewoners meer informatie. (Meer informatie is terug te vinden op: ) blad 15 van 80

18 2. Verslag informatiebijeenkomst 10 april 2008 Verslag van: Informatiebijeenkomst 'Studie eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen' Datum: 10 april 2008, uur (wijkcentrum het Dok) Aanwezig: Provinciesecretaris Henk Jan Bolding (voorzitter), Jeroen Veltman (projectleider), Rolf Dijkstra (projectcoördinator), Bart Bouma, Anne van der Wal, Alma Burema (provincie Groningen), Eric van Huissteden (gemeente Groningen), Terry Albronda (adviesbureau Oranjewoud) en bewoners van de betrokken wijken. Notulist: S. van de Mortel (Notuleerservice Mooi Werk) Provinciesecretaris Bolding opent de informatieavond en heet alle aanwezigen van harte welkom. Doel van de avond is informatie geven over het voornemen om de kruispunten aan de Oostelijke Ringweg ongelijkvloers te maken. Aanwezigen kunnen daarover vragen stellen en hun mening geven. Gedeputeerde Bleker en wethouder Dekker zijn vanavond verhinderd. Projectleider Jeroen Veltman geeft een presentatie van de plannen. De presentatie is beschikbaar via de website Eerste indrukken Mevrouw Rutgers vraagt hoe bij de aansluiting van de Groningerweg op de Oostelijke Ringweg rekening wordt gehouden met de verkeersstroom vanuit Winsum. Het verkeer moet een grotere beweging maken en er zal veel groot verkeer door de wijken komen. Jeroen Veltman geeft op de tekeningen aan hoe het verkeer vanuit Winsum wordt geleid. In het ene alternatief komen de auto s langs het bedrijventerrein. De overlast zal dan minimaal zijn. In het andere alternatief gaat het verkeer over de parallelweg die misschien iets dichter bij de woonwijk komt te liggen. Het streven is echter om de situatie zo compact mogelijk te houden en rekening te houden met de wijk. Er wordt gewezen op een artikel in het Dagblad van het Noorden. Daarin werd geschreven over een studie naar de nieuwe weg naar Winsum, met een aansluiting op de ringweg. Op dat moment zou er minder verkeer vanaf de Winsumerweg op de Oostelijke Ring komen. Jeroen Veltman vertelt dat dit plan ter inspraak ligt. De provincie neemt aan het eind van het jaar een besluit. Dan wordt ook bekend of hiermee rekening moet worden gehouden bij de plannen voor de Oostelijke Ringweg. De heer Koopmans merkt op dat het Groninger Landschap een boerderij heeft aangekocht en daarbij een parkeerplaats wil aanleggen. Hij vraagt of dat een probleem is. Bart Bouma antwoordt dat de plannen bekend zijn. In de ideeën, die nu gepresenteerd zijn, is er nog geen rekening mee gehouden. Er wordt wel overlegd over de aansluiting op de Ring en faciliteiten rond de boerderij. Er wordt gevraagd om uit te leggen waarom een fietspad of een busbaan niet gecombineerd kan worden met een Haarlemmermeerconstructie, maar wel met een klaverblad. Jeroen Veltman legt aan de hand van een tekening uit waarom de combinatie niet mogelijk is zonder het verkeer te doorkruisen. Er komen zo n fietsers per dag voorbij en het is niet wenselijk om die stroom te doorkruisen. Er wordt gevraagd of het mogelijk is een extra viaduct aan te leggen. Jeroen Veltman geeft aan dat naar die optie gekeken is. Het fietspad moet dan te ver worden uitgebogen. Er wordt gevraagd of de op- en afritten verdiept worden aangelegd. blad 16 van 80

19 Jeroen Veltman antwoordt dat het viaduct op ongeveer vijf meter boven de weg komt. De rotondes liggen ongeveer twee meter boven wegniveau. De woningen liggen ook ongeveer op die hoogte. Er wordt opgemerkt dat, wanneer langs het Oosterhamriktracé een fietspad wordt aangelegd, de fietsstromen zich zullen verplaatsen. Mensen kiezen dan waarschijnlijk minder vaak voor de route via de Korrewegbrug. Jeroen Veltman zal deze opmerking meenemen en uitzoeken of een nieuw fietspad invloed heeft op de gepresenteerde oplossingen. Mevrouw de Vries vraagt of er bij Kardinge aan de kant van Beijum een fietspad komt. Jeroen Veltman antwoordt dat het niet de bedoeling is om dit fietspad in het kader van de Ringweg aan te leggen. De gemeente zou dat moeten doen. De opmerking wordt meegenomen. Als andere plannen bij het werk aan de Ring passen, kunnen ze worden meegenomen. In principe gaat het hier wel om een ander project. De heer Wiersema vraagt wie, provincie of gemeente, over geluidsoverlast van de rotondes gaat. Jeroen Veltman antwoordt dat het een gezamenlijk project is. De gevolgen voor de woningen zijn ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De Eric van Huissteden vult aan, dat de normen voor geluidsoverlast voortkomen uit de wet. Ze zijn voor zowel de gemeente als de provincie gelijk. Het maakt dus niet zo veel uit wie er aan het bouwen is. Als dat nodig is, worden geluidswerende maatregelen tegelijk met de bouw genomen. Er volgt een pauze, waarin aanwezigen tekeningen kunnen bekijken, vragen kunnen stellen en op flip-overs hun opmerkingen kwijt kunnen. Jeroen Veltman geeft extra uitleg over geluidsoverlast. Er wordt een studie gedaan, maar deze is nog niet helemaal af. Er worden geluidsberekeningen gemaakt, waarbij ook naar de toekomstverwachting wordt gekeken. De berekeningen worden naast de normen voor geluidshinder gelegd. De geluidsnormen worden op de gevels van de huizen berekend. Als de normen overschreden worden, moeten er maatregelen worden genomen. Voorbeelden van maatregelen zijn stiller asfalt, zoals ZOAB, geluidschermen of wallen. Er wordt gevraagd waarom er niet meteen geluidsarm asfalt wordt aangelegd. Jeroen Veltman antwoordt, dat eerst wordt berekend of de maatregelen nodig zijn. Geluidsarm asfalt is lastiger in onderhoud en duurder, dus er wordt eerst gekeken of aanleg noodzakelijk is. De heer Wiersema merkt op dat er wordt verwacht, dat er in de toekomst minder mensen in het noorden wonen. Wellicht groeit het aantal auto s minder sterk. Jeroen Veltman antwoordt dat daarmee rekening wordt gehouden in de berekeningen. Er komen ook meer tweeverdieners, die beiden een auto hebben. Bovendien gebruiken mensen hun auto vaker voor vrijetijdsbesteding. Er wordt gevraagd of de tram wordt meegenomen in de prognose. Jeroen Veltman antwoordt, dat rekening wordt gehouden met de plannen die zeker zijn. Het is niet de verwachting, dat de tram voor tien procent minder verkeer op de Ring zal zorgen. Er wordt gevraagd hoe mensen vanaf de Ringweg worden doorgestuurd naar de Eemshavenweg, via de Oostelijke of Westelijke Ring. Jeroen Veltman antwoordt dat hiermee in de berekening van het model geen rekening kan worden gehouden. Mensen bepalen zelf welke route ze nemen. Als de Ringweg helemaal is aangepast, zijn de Westelijke en Oostelijke route van gelijke kwaliteit. Er kan wel naar de bebording worden gekeken, maar mensen maken uiteindelijk zelf een keuze. blad 17 van 80

20 De heer Bottema vraagt naar de geluidsoverlast en overlast van uitlaatgassen bij de rotondes en aan- en afvoerwegen, aangezien zij mogelijk dichter bij de woningen komen te liggen. De heer Bouma legt uit dat de Ringweg, maar ook de aan- en afvoerwegen, in de berekeningen worden meegenomen. Met de overlast wordt dus rekening gehouden. Er wordt gevraagd naar geluidswering en verlichting op de viaducten. Zij kunnen storend zijn voor de woningen. Jeroen Veltman antwoordt, dat de precieze aankleding nog moet worden uitgezocht. Als dat nodig blijkt, komen er ook op de viaducten geluidswerende maatregelen. Bewoners zullen daarover dan worden geraadpleegd. De heer Bouma vult aan dat de provincie dimbare verlichting op de Ringweg en rotondes wil aanleggen. Daarnaast straalt moderne verlichting beter uit op het wegdek en minder naar de omgeving als in het verleden. De heer Faber wijst op de risico s van hoogspanningsleidingen en vraagt of de leidingen hoger worden gelegd. Jeroen Veltman antwoordt, dat in de plannen voor de Ringweg niets met de leidingen wordt gedaan. De leidingen zijn een gegeven. Vanuit de zaal wordt opgemerkt, dat vorige week een bouwaanvraag is ingediend voor het verhogen van de kabels. Er wordt gevraagd wat er tegen fijn stof wordt gedaan. De heer van der Wal antwoordt, dat uit onderzoek is gebleken dat fijn stof alleen op de Zuidelijke Ringweg misschien een probleem is. Aan de Oostelijke Ringweg is er geen probleem en blijft men onder de wettelijke norm. Aan de hand van rapporten kan dit onderbouwd worden. Jeroen Veltman vult aan, dat eerst wordt gekeken of er problemen verwacht kunnen worden. In de tweede stap wordt gekeken naar welke oplossingen mogelijk zijn. De heer van Leeuwen merkt op dat ZOAB pas effectief is bij een snelheid van 100 km/uur. Hij vraagt wat de snelheid op de Ring wordt. Jeroen Veltman antwoordt dat het uitgangspunt is, dat de snelheid 70 km/uur blijft. Er bestaan ook andere vormen van stil asfalt. Er wordt gevraagd naar de planning. Jeroen Veltman antwoordt, dat er naar gestreefd wordt, dat alles voor 2015 klaar is. Er wordt snel gestart, hopelijk al aan het einde van dit jaar. Eerst wordt de aansluiting in Lewenborg aangepakt. In 2010 wordt de aansluiting van de Bedumerweg op de Noordelijke Ringweg verbeterd. Bij de planning wordt er op gelet, dat niet overal tegelijk aan de Ring wordt gewerkt. Met het Rijk is de afspraak gemaakt, dat van Zuid naar Noord wordt gewerkt, maar hierin is enige verandering mogelijk. Er wordt ook gekeken naar wat handig is. Er wordt gevraagd of er rekening wordt gehouden met een middenberm voor dieren die op de weg terechtkomen. Jeroen Veltman antwoordt dat er eco-viaducten komen en wildhekken, zodat dieren niet kunnen oversteken, maar naar een viaduct geleid worden. De heer van der Wal vult aan, dat er groenzones komen. Zo komen er kleine tunnels en viaducten waar dieren kunnen oversteken. Door de wildschermen kunnen dieren niet op de weg komen. De heer Wagenaar vraagt wat er met de Korrewegbrug gaat gebeuren. De heer van der Wal antwoordt dat de brug wordt aangepakt in het kader van de opwaardering van de vaarweg Lemmer-Delfzijl. De brug moet hoger worden of open kunnen. De heer Knuit vraagt of rekening wordt gehouden met de waardevermindering van huizen. blad 18 van 80

21 Jeroen Veltman antwoordt dat te zijner tijd overlegd wordt met direct omwonenden en dat ook naar het aspect van waardevermindering wordt gekeken. Aansluiting Beijum-Zuid/Hunze: Er wordt opgemerkt dat de rotonde vrij dicht bij de huizen komt te liggen. Er wordt gevraagd of er is overwogen om de rotondes dichter bij de Ringweg te leggen om de huizen te ontzien. Jeroen Veltman antwoordt, dat rekening moet worden gehouden met de boogstralen van de op- en afritten en van de rotondes. Als de rotondes verder van de huizen kunnen, zal dat worden gedaan. In de uiteindelijke uitwerking wordt geprobeerd zo compact mogelijk te werken. Er wordt gevraagd of de kruising kan vervallen en kan worden overgenomen door de fly-over bij Kardinge. Dan zal er minder geluidsoverlast zijn voor de woningen. Er kan bijvoorbeeld een ventweg op het niveau van de Ringweg komen, die wordt aangesloten via een rotonde. Er is ook ruimte voor een extra parallelweg van de Hunze naar Kardinge. Een andere mogelijkheid is het verkeer via een parallelweg naar de busbaan van Kardinge sturen. Jeroen Veltman antwoordt, dat gekeken is naar de combinatie van de kruising Beijum-Zuid met die van Kardinge. Dit is echter lastig vanwege de ringstructuur in de wijk. De heer Bolding zegt toe, dat wordt gekeken naar de alternatieven bij Kardinge en Beijum. De heer Betten merkt op, dat de busbaan steeds meer richting de woningen opschuift en dat daarvoor groen wordt opgegeven. Als de Ringweg compacter wordt, kan er weer ruimte teruggewonnen worden. Jeroen Veltman antwoordt dat compact wordt gewerkt, waar dat kan. Na de zomer horen bewoners meer over de plannen. Er wordt gevraagd of de busbaan als parallelbaan langs de Ringweg kan worden aangelegd, zodat de baan in het talud wordt geïntegreerd. Jeroen Veltman antwoordt, dat hiernaar gekeken kan worden. Er wordt gevraagd naar de gevolgen voor de ringweg van Beijum zelf. De voorzitter zegt toe, dat wordt gekeken naar de gevolgen van de plannen voor de ringstructuur van Beijum. Beijum-Noord Alternatief 1: De heer van Zweeden vraagt naar de gevolgen voor het volkstuinencomplex. Jeroen Veltman antwoordt, dat er in principe geen gevolgen zijn voor het complex. De parallelweg zal niet door de volkstuinen lopen. Er wordt gevraagd of er rekening wordt gehouden met een extra fietspad van Beijum naar de Hornbach. Jeroen Veltman antwoordt dat hiernaar gekeken kan worden. Er wordt opgemerkt, dat het jammer is dat niet gekeken is naar de mogelijkheid van het doortrekken van de Winsumerweg over het universiteitsterrein naar de Friesestraatweg. De heer van der Wal antwoordt dat ooit naar deze mogelijkheid is gekeken, maar dat dit te ingewikkeld bleek. In de MER-studie is dit uiteindelijk niet meegenomen. Beijum-Noord Alternatief 2: blad 19 van 80

22 De heer Bakker vraagt om de voor- en nadelen van beide opties nog eens naast elkaar te zetten. Jeroen Veltman antwoordt dat de voor- en nadelen voor iedereen verschillen. In alternatief 1 is er een kruising minder en ontstaat een rustiger wegbeeld. Er komen twee parallelwegen en het verkeer wordt aan twee kanten van de weg gespreid. De routes zijn logisch. Het alternatief is goed inpasbaar. Het fietspad wordt gelijkvloers gekruist en er komen twee beweegbare bruggen. In alternatief 2 zijn er geen parallelwegen en zijn er op een relatief kort stuk weg drie aansluitingen. In deze optie worden fietsroutes niet doorkruist en blijft de oude structuur van het Boterdiep behouden. Er wordt gevraagd naar de weg naar Winsum in het tweede alternatief. De boog, die het verkeer moet maken, lijkt meer tijd te kosten. Jeroen Veltman antwoordt aan de hand van de tekeningen, dat het verkeer dezelfde route volgt als dat naar het bedrijventerrein. De boog is weliswaar langer, maar er zijn geen verkeerslichten meer waarvoor mensen moeten wachten. In de tweede variant wordt op de wegen zeventig gereden. Op de parallelwegen mag maar vijftig gereden worden. Er wordt gevraagd waar de verkeerstromen worden doorsneden. Jeroen Veltman antwoordt dat er nu een T-kruising getekend staat, maar dat rotondes het uitgangspunt zijn. Hier wordt dus nog naar gekeken. Er wordt gevraagd of in de nieuwe opzet wordt overwogen om de busbaan naar Kardinge te schrappen, zodat een betere doorstroming wordt bereikt. Jeroen Veltman antwoordt, dat dit veel problemen zou opleveren, omdat er dan langere routes komen en daardoor hogere kosten. Het busplein is nu efficiënt ingericht. Provinciesecretaris Bolding dankt alle aanwezigen voor hun inbreng. De opmerkingen worden meegenomen en na de zomer ontvangen de bewoners meer informatie. (Meer informatie is terug te vinden op: ) blad 20 van 80

23 3. Verslag informatiebijeenkomst 14 oktober 2008 Verslag van: Informatiebijeenkomst 'studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen' Datum: 14 oktober 2008, uur (kerkelijk centrum 'de Bron', Beijum) Aanwezig: Wethouder Dekker (gemeente Groningen, voorzitter), de heer Veltman (provincie Groningen, projectleider), de heer Dijkstra, de heer van der Wal, de heer Bouma, de heer van Zweeden, de heer Brinkman (provincie Groningen), de heer van Huissteden (gemeente Groningen) en circa 125/150 bewoners van de betrokken wijken. Verslag: Filize Munting (Notuleerservice Mooi Werk) 1. Opening/mededelingen Wethouder Dekker opent de bijeenkomst om uur, heet de aanwezigen welkom namens de provincie Groningen en de gemeente Groningen en legt het programma uit. Het doel van de avond is enerzijds informatie geven over de stand van zaken van de studie en anderzijds om van de betrokken bewoners te horen wat ze van de plannen vinden. Tijdens deze bijeenkomst komen de aansluitingen Beijum-Zuid/de Hunze, Beijum-Noord/de Hunze en Groningerweg aan de orde. 2. Presentatie projectleider Veltman Projectleider Veltman geeft een presentatie waarin hij ingaat op de uitgangspunten van de studie, het doorlopen proces en de inventarisatie. Vervolgens presenteert hij de principekeuzes voor het eindbeeld en de effecten die dit heeft op de omgeving. De presentatie en dit verslag zijn te vinden op de website Tijdens de presentatie wordt een aantal vragen gesteld. De heer Jonker vraagt of er ook nagedacht is over de mogelijkheid om hier een tunnel aan te leggen. De heer Veltman antwoordt dat dit financieel niet haalbaar is. Er wordt aangegeven dat alternatief 2 de Hornbach heel veel klanten gaat kosten, omdat iedereen vanaf de Eemshavenweg via de aansluiting Beijum-Noord moet rijden om bij de Groningerweg uit te komen. De heer Veltman geeft aan dat er geen ruimte is om deze stroom op een veilige manier rechtstreeks te leiden naar de Hornbach. Daarnaast gaat het maar om een heel klein deel van het verkeer. Ongeveer 90% van het verkeer van of naar de Groningerweg komt uit of gaat in Zuidelijke richting. Bovendien geeft de Hornbach zelf de voorkeur aan alternatief 2. Opgemerkt wordt dat in alternatief 2 heel veel verkeer gebruik moet maken van de aansluiting Beijum-Noord om bij de Groningerweg te komen. Wethouder Dekker geeft aan dat we ook hebben overwogen de aansluiting eraf te halen, maar dit geeft als groot nadeel dat de Groningerweg en Hornbach alleen indirect benaderbaar zijn. We hechten veel waarde aan die aansluiting. 3. Vragen en opmerkingen Na afloop van de presentatie is er de gelegenheid tot het maken van opmerkingen of het stellen van vragen. De heer Remmers vraagt waar de geluidsschermen komen. De heer Veltman geeft aan dat uit de Quick Scan naar voren is gekomen, dat op veel plekken geluidsreducerend asfalt voldoende is om aan de norm te voldoen. Op sommige plekken wordt de situatie in 2020 door het toepassen van geluidsreducerend asfalt zelfs blad 21 van 80

24 beter dan de situatie nu. Waar de geluidschermen precies moeten worden geplaatst is nog niet bekend, maar de verwachting is dat dit met name bij op- en afritten nodig is. De heer Scheffer vraagt of er geen gebruik kan worden gemaakt van het terrein waar vroeger 'Tuinland' stond, om een oplossing te vinden voor de aansluitingen Groningerweg en Beijum-Noord/de Hunze. De heer Veltman geeft aan dat die grond van een projectontwikkelaar is, die van plan is om daar (grondgebonden) woningen te bouwen. Er wordt aangegeven dat, sinds de ring er ligt, de weg steeds drukker is geworden en dat de geluidsoverlast steeds verder toeneemt. Daarom is het een goed idee om alles ongelijkvloers te maken. Heeft het ongelijkvloers maken van de ringweg nog effect op de drukte op de weg. De heer Veltman geeft aan dat er vanuit gegaan wordt dat het verkeer nog verder zal groeien. Doordat de ringweg aantrekkelijker is wordt met name een groei verwacht op de ringweg (de nieuwe Oostelijke Ringweg kan deze extra lasten aan) en mogelijk een afname op het onderliggend wegennet. De heer Bos vraagt wie bepaalt waar de geluidschermen komen. De heer Veltman geeft aan dat voldaan moet worden aan de Wet Geluidhinder en dat op basis daarvan besloten moet worden waar er extra maatregelen noodzakelijk zijn. De heer Boerema geeft aan dat de geluidsoverlast steeds erger wordt. Bij westenwind is het niet eens mogelijk om een raam open te zetten. Dit wordt met de huidige plannen dus nog erger. Zeker omdat de busbaan in dit plan dichter bij de huizen komt te liggen. De heer Schaafsma sluit zich hier bij aan en vraagt of een busbaan eigenlijk nog wel noodzakelijk is. Wethouder Dekker geeft aan dat lijn 6 een van de meest intensieve busroutes in de stad is. Daarnaast geeft ze aan dat nieuwe autowegen niet ten koste mogen gaan van een busverbinding. In de uitwerking zal bekeken worden of de busbaan misschien verder van de bebouwing af kan. De verwachting is dat door de plannen de geluidsbelasting niet verslechterd. De heer Sikkens sluit zich aan bij de vorige twee sprekers. Daarnaast vraagt hij zich af waarom er nog geen geld is voor een nieuw fietspad naar Kardinge, terwijl er wel geld voor een ecoduct is. Wordt er voorrang aan de dieren gegeven? Wethouder Dekker geeft aan dat ze haar best gaat doen om ervoor te zorgen dat de nieuwe fietsverbinding er komt. Er wordt aangegeven dat een nieuwe fietsroute langs het Oosterhamriktracé veel handiger zou zijn. Er wordt gevraagd of de geluidswal die naast de busbaan bij de aansluiting Beijum- Zuid/de Hunze ligt ook opschuift op het moment dat de busbaan wordt verschoven. Daarnaast wordt gevraagd waar wordt de studie over geluidsoverlast op wordt gebaseerd. Wordt er ook tijdens de bouwwerkzaamheden gemeten? Er wordt gesuggereerd om tijdens de werkzaamheden te starten met de realisatie van de geluidswal, zodat de omwonenden zo min mogelijk last hebben. De heer Bouma geeft aan dat de geluidwal zal worden verschoven op het moment dat de busbaan moet verschuiven. De heer Brinkman geeft aan dat geluidhinder wordt berekend met behulp van wettelijk voorgeschreven modellen en deze zijn behoorlijk betrouwbaar. Er zijn altijd marges, zo hebben bijvoorbeeld energieprijzen ook invloed op de verkeersstromen. Er wordt gevraagd of de rotonde bij de aansluiting Beijum-Zuid/de Hunze nog verschoven kan worden. blad 22 van 80

25 De heer Veltman geeft aan dat hier tijdens de uitwerking nader naar gekeken zal worden. Pas in die fase wordt een definitief besluit over de precieze plek van de rotondes genomen. Opgemerkt wordt dat de geluidoverlast dus gebonden is aan wettelijke normen. Maar in de praktijk heeft wind veel invloed. De vraag is om de situatie zo optimaal mogelijk te maken, dus creatief oplossingen verzinnen om de overlast zo laag mogelijk te houden. Opgemerkt wordt dat het verkeer vanaf de Eemshavenweg allemaal via de aansluiting Beijum-Noord/de Hunze moet om bij de Groningerweg uit te komen, ook vrachtverkeer. Het vrachtverkeer moet dus twee rotondes nemen. Dit geeft veel meer hinder. De heer Veltman geeft aan dat het klopt, maar dat verkeer in dit alternatief langer gebruik maakt van de ringweg, dan in het andere alternatief (met parallelstructuur). Er wordt opgemerkt dat het belangrijk is dat de weefvakken voldoende lengte hebben, want het weefvak bij de aansluiting Driebond is maar 150/200 meter lang en daar zijn nu al erg gevaarlijke situaties. Mevrouw de Wit geeft aan dat de belasting voor de omwonenden van de aansluiting Beijum-Zuid/de Hunze zal toenemen, omdat de rotonde dichter bij de huizen komt te liggen. Alle bussen die vanaf de busbaan linksaf moeten en alle inwoners van de Hunze zullen van de rotonde gebruik maken. Gevraagd wordt of de belasting door het verkeer dat van de Rijksweg (N360) komt ook is meegenomen in de berekeningen. De heer Veltman geeft aan dat er op dit moment een studie wordt uitgevoerd naar de wegverbinding Groningen-Delfzijl (N360). In die studie wordt onderzocht of een mogelijke kortsluiting van de Rijksweg (N360) naar de Eemshavenweg (N46) een oplossing biedt voor de problematiek op de Rijksweg (N360). Als de kortsluiting zal worden gerealiseerd, zullen hier (voor zover nu bekend) tussen de zeven en elf duizend auto s gebruik van maken. Een deel van dit verkeer zal vervolgens vanaf de Eemshavenweg (N46) de Oostelijke Ringweg oprijden. De extra belasting die dit met zich meebrengt voor de Oostelijke Ringweg is zeer klein en kan prima worden afgewikkeld. De Oostelijke Ringweg zal blijven functioneren tot 2020 en langer. Gevraagd wordt wanneer bekend wordt of de geluidbelasting hoger dan wel lager wordt. De heer Veltman geeft aan dat er meer duidelijkheid is op het moment dat de kruisingen verder uitgewerkt worden. Medio 2009 zal worden gestart met de uitwerking van de aansluiting Beijum-Zuid/de Hunze. Gevraagd wordt of alles niet wat verder doorgetrokken kan worden naar de weilanden ten westen van de knoop Noordelijke Ringweg/Oostelijke Ringweg? Daar is voldoende ruimte en daardoor ontstaat er voor de omwonenden van de aansluiting Beijum-Noord veel minder overlast. Daarnaast wordt aangegeven dat de rotondes in het ontwerp veel te krap zijn voor vrachtwagens. De heer Veltman geeft aan dat als je het verkeer eerst richting de weilanden laat rijden, ze nog niet op de Groningerweg zijn. Wethouder Dekker vult aan dat er al heel zorgvuldig is gekeken naar alle opties. Opgemerkt wordt dat er per dag ongeveer auto s langs het bedrijventerrein Noorderhoogebrug rijden richting de Oostelijke Ringweg. Gevraagd wordt of alles niet enorm vast gaat lopen op de rotonde en de oprit naar de Oostelijke Ringweg in dit alternatief. Zeker als er op zondag bij Hornbach uitverkoop is. Wethouder Dekker geeft aan dat een groot deel van het verkeer uit de richting Winsum via de oprit bij Noorderhoogebrug richting de Noordelijke Ringweg/Bedumerweg gaat. Er is niet alleen gekozen voor dit alternatief, omdat hij gunstig is voor Hornbach, hij is ook compacter en leidt juist tot een betere doorstroming. blad 23 van 80

26 Opgemerkt wordt dat niet alleen de Fossemaheerd last van de huidige plannen, ook de Bottemaheerd. Het fietspad is naar links gelegd. De bewoners van de Bottemaheerd hebben nu ook een rotonde in de achtertuin. Daar is veel bezwaar tegen. De heer Veltman geeft aan dat het vanavond vooral over de hoofdlijnen gaat, later wordt ingegaan op de uitwerking per kruising. Dan zijn er meer details en informatie. Er wordt gevraagd hoe het zit met bestemmingsplanwijzingen. De heer van Huissteden geeft aan dat we in sommige situaties bestemmingsplannen zullen moeten wijzigen. Na nog een opmerking over meer geluid- en stankoverlast merkt wethouder Dekker op dat alle plannen als doel hebben Groningen bereikbaar te houden. De auto is niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Op de ring zijn er knelpunten, wat uiteindelijk ten koste gaat van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Er wordt al fors ingezet op openbaar vervoer, maar ook op ontwikkeling van de oostelijke ringweg. We gaan in overleg met bewoners over optimale oplossingen, uw opmerkingen kunnen leiden tot verbeteringen. Tegelijkertijd realiseren we ons dat een aantal bewoners het niet eens zullen zijn met de uiteindelijke plannen. Dit is niet te voorkomen. Gevraagd wordt of de maximumsnelheid op de ring 70 km/uur blijft. Wethouder Dekker geeft aan dat minister Eurlings plannen had om regionale weg op te waarderen tot 100 km/uur-wegen, maar de maximumsnelheid op de Oostelijke Ringweg blijft 70 km/uur. Gevraagd wordt waarom er geen officiële inspraakprocedure is. De heer Veltman geeft aan dat er nog op verschillende manieren invloed kan worden uitgeoefend op de plannen: (1) tijdens de informatiebijeenkomst vanavond, (2) door middel van een brief aan GS of B&W, (3) door zich aan te melden voor het spreekuur van GS of B&W of (4) door spreektijd aan te vragen tijdens de commissievergaderingen. Wethouder Dekker reageert hierop door op te merken dat de bewoners de kans moeten krijgen om gebruik te maken van de normale inspraakprocedure. Op elke vraag moet een beargumenteerd antwoord komen, want men heeft te maken met de belangen van allerlei verschillende mensen. In de stad Groningen worden dingen op deze manier geregeld. Ze zegt toe te regelen dat er een inspraakprocedure komt. Update: Er zal een officiële inspraakprocedure komen. De inspraakperiode loopt van 18 november 2008 tot en met 9 januari Tijdens de inspraakperiode kan men een schriftelijke reactie geven op het concepteindbeeld. Daarnaast is er de gelegenheid om tijdens een inspraakavond (hierover zal in de kranten nader worden bericht), mondeling in te spreken op het eindbeeld. De inspraakreacties zullen worden gebundeld in een nota van Commentaar en Reacties, waarin bij alle opmerkingen een (onderbouwd) antwoord zal komen te staan. Deze nota zal, samen met het definitieve eindbeeld, worden voorgelegd aan de colleges van GS en B&W ter instemming. Sluiting Wethouder Dekker sluit de bijeenkomst om uur en wenst de aanwezigen nog een prettige avond. blad 24 van 80

27 4. Verslag informatiebijeenkomst 15 oktober 2008 Verslag van: Informatiebijeenkomst 'studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen' Datum: 15 oktober 2008, uur (kantine van het Alfa College, Lewenborg) Aanwezig: Gedeputeerde Bleker (provincie Groningen, voorzitter), de heer Veltman (provincie Groningen, projectleider), de heer Dijkstra, de heer Bouma, de heer van Zweeden, de heer Brinkman (provincie Groningen), de heer Kerkhof (gemeente Groningen) en circa 50/60 bewoners van de betrokken wijken. Verslag: Inge Marije van den Berg (Notuleerservice Mooi Werk) 1. Opening De voorzitter, gedeputeerde Bleker, opent de bijeenkomst om uur en heet iedereen van harte welkom namens de gemeente Groningen en de provincie Groningen. Hij geeft aan dat het doel van de avond is om enerzijds informatie te geven over de stand van zaken van de studie en anderzijds om van de betrokken bewoners te horen wat ze van de plannen vinden. Tijdens deze bijeenkomst komen de aansluitingen Kardinge/Ulgersmaborg en Lewenborg/Ulgersmaborg aan de orde. 2. Presentatie Projectleider Veltman geeft een presentatie waarin hij ingaat op de uitgangspunten van de studie, het doorlopen proces en de inventarisatie. Vervolgens presenteert hij de principekeuzes voor het eindbeeld en de effecten die dit heeft op de omgeving. De presentatie en dit verslag is te vinden op de website 3. Vragen en opmerkingen Na afloop van de presentatie is er de gelegenheid tot het maken van opmerkingen of het stellen van vragen. De heer Fransen geeft aan dat tijdens de presentatie (bij de uitgangspunten) wordt gesproken over de verticale ligging van de weg. Deze zal ongewijzigd blijven. Wat verstaat u daaronder? De heer Veltman geeft aan dat het betekent dat de weg (Oostelijke Ringweg) niet hoger of lager zal komen te liggen dan nu. De heer Fransen vraagt wat 'de Waterknoop' is die in de presentatie werd genoemd. De heer Kerkhof geeft aan dat 'de Waterknoop' een ontwikkeling van woningen is op het kruispunt van het van Eemskanaal en het van Starkenborghkanaal. Onder de bewoners is hij beter bekend als de Tasmantoren. De heer Fransen vraagt of het mogelijk is om in het bezit te komen van de gemeentelijke ecologische hoofdstructuur. De heer Fransen vermeldt zijn adres en de documenten zullen worden toegestuurd. Mevrouw Wolters-de Jong vraagt zich af of je vanaf de ringweg richting Lewenborg geen grote opstoppingen krijgt als die uitbreiding van de school er komt? Verkeer vanaf de Oostelijke Ringweg zal dan voorrang moeten verlenen aan verkeer vanaf de school. Gedeputeerde Bleker geeft aan dat het verkeer vanaf de ringweg voorrang heeft op het verkeer vanaf de school, want verkeer op de rotonde heeft voorrang. Verkeer vanuit Lewenborg richting de ringweg zal op de rotonde wel voorrang moeten verlenen aan verkeer vanaf de school. De verwachting is dat dit niet tot opstoppingen zal leiden, omdat er tijdens de ochtendspits (als het meeste verkeer van Lewenborg naar de ringweg rijdt) weinig verkeer vanaf de school zal komen (alleen veel verkeer naar de school). Een ongelijkvloerse oplossing (zoals door iemand in de zaal gesuggereerd wordt) is te duur. Dit is de beste oplossing. blad 25 van 80

28 Mevrouw Huisman vraagt zich af of er ook een goede oversteek over de Oostelijke Ringweg wordt gecreëerd als de school uitbreidt. De heer Kerkhof geeft aan dat de huidige fietsstructuur ongewijzigd blijft. De gemeente heeft het beleid om de fietsstructuur zo veel mogelijk los te koppelen van de autostructuur. Vlakbij het Alfa College zijn er op dit moment als twee vrijliggende fietsviaducten over de ringweg. De heer Luiten vraagt of de hoeveelheid verkeer vanaf Lewenborg de ringweg op zal afnemen door deze plannen. De heer Luiten doelt hierbij op het sluipverkeer door de wijk. De heer Veltman geeft aan dat op dit moment geen concrete cijfers bij de hand zijn van het sluipverkeer. De verwachting is wel dat op het moment dat de nieuwe structuur goed functioneert (dit zal uit onderzoek moeten blijken), de nieuwe route aantrekkelijker wordt. Hierdoor zou het eventuele sluipverkeer door Lewenborg minder kunnen worden. De heer Schoonboom geeft aan dat er in Lewenborg een vmbo-school zit. Daar zijn veel jonge leerlingen, die van het Openbaar Vervoer en de fiets gebruik maken. Deze leerlingen moeten ook van de (nu al gevaarlijke) oversteek in de Kluiverboom gebruik maken. Hoe zal dat er in de toekomst uit komen te zien? De heer Kerkhof geeft aan dat dit een aandachtspunt is en het zeker mee zal worden genomen in de detailuitwerkingen (van de uitbreiding van de school). Meer leerlingen betekent meer aandacht voor deze oversteek. De heer Rijnen vraagt of er op de Kluiverboom ook stil asfalt zal worden aangelegd. De heer Bouma geeft aan dat op de Kluiverboom ook stil asfalt komt. De heer Rijnen vraagt zich af wat het hellingspercentage van de Kluiverboom wordt om op het viaduct te komen. Aangegeven wordt dat dit op de tekeningen kan worden bekeken die zijn klaargelegd. Gevraagd wordt wanneer (bij de uitvoering) het groen weer wordt hersteld/aangelegd. Er wordt voor gepleit om dit zo snel mogelijk te doen. De heer Bouma geeft aan dat het groen pas weer wordt aangelegd op het moment dat alles weer netjes en vlak is. Dit zal aan het einde van het project plaatsvinden. Dus na ongeveer twee jaar. De heer Dijkstra vraagt hoe de geluidswallen eruit komen te zien. De heer Veltman geeft aan dat dat nog onduidelijk is. Hierover zal meer duidelijkheid komen bij de detailuitwerkingen. De voorkeur van de bewoners gaat uit naar schermen die bijvoorbeeld begroeid zijn met klimop of een ander soort groen. Mevrouw Knuttel geeft aan dat in de presentatie duidelijk werd dat er tijdens de uitvoering zand gestort zal worden en dat er dan tijdelijke aansluitingen zullen ontstaan. Ze vraagt of dat binnen een jaar klaar is en wanneer ermee zal worden begonnen? De heer Veltman geeft aan dat hierover meer duidelijkheid zal worden gegeven in de bijeenkomst (over de uitwerking) die gepland wordt voor de zomer van De heer Hesselink geeft aan dat hij in de presentatie de (cijfermatige) onderbouwing van de keuzes mist. Cijfers over verkeersstromen, geluidshinder en luchtverontreiniging. Hij zou graag concrete cijfers willen zien. De heer Veltman geeft aan dat bij de keuzes onder andere gebruik gemaakt is van verkeersmodellen. Hierin is gekeken naar de situatie in Er is bewust voor gekozen om deze cijfers niet op te nemen in de presentatie. Tijdens de inspraakavond zullen het eindrapport en het bijlagenrapport ter inzage worden gelegd. In deze rapporten is meer achtergrondinformatie te vinden. De ringweg zal goed blijven doorstromen. Per kruising blad 26 van 80

29 zal een bijeenkomst georganiseerd worden over de detailuitwerkingen. Hier zullen cijfers genoemd worden. Mevrouw Douglas vraagt waar nu al een concrete toename van geluidshinder zal zijn. De heer Veltman geeft aan dat waar het verkeer toeneemt, ook de hoeveelheid geluid zal toenemen. Op de tekeningen zijn geluidscontouren weergegeven. Dit zijn slechts indicaties. Hierover kunnen dus nog geen concrete uitspraken gedaan worden. Details zullen in de uitwerkingen komen. Door stil asfalt is wel een grote geluidreductie te bereiken. Op sommige locaties zal het geluidniveau na de herinrichting zelfs lager liggen dan voor de herinrichting. De heer de Roo vraagt of er ook een nulmeting luchtkwaliteit wordt gedaan. De heer Veltman reageert dat uit berekeningen blijkt dat we in de nieuwe situatie ruim 50% onder de normen voor luchtkwaliteit uitkomen. Gedeputeerde Bleker vult aan dat we in de provincie Groningen maar heel weinig problemen hebben met luchtkwaliteit, zeker in vergelijking met de Randstad. Mevrouw Woudenberg vraagt of stil asfalt hetzelfde is als ZOAB en of stil asfalt het water ook goed kan afvoeren. ZOAB is een vorm van stil asfalt. Stil asfalt kan het water wel goed afvoeren. Het toepassen van stil asfalt geeft ongeveer een geluidreductie van 3dB. Een afname van 3dB betekent een halvering van het geluidniveau. De heer Visser merkt op dat het tussen de rotonde en de ringweg erg druk is met fietsers, bussen, voetgangers en auto s en dat dit nu al voor overlast zorgt. De provincie en de gemeente zullen samen naar oplossingen kijken. Aangegeven wordt dat er bij de aansluiting Lewenborg vier rijstroken zullen samenkomen, terwijl er maar een afslag naar Ulgersmaborg is. Zullen die rijbanen geen problemen veroorzaken bij de genoemde afslag? De opmerking wordt in de uitwerking meegenomen. De heer Hesselink vraagt wie (provincie of gemeente) aanspreekpunt is voor eventuele planschade (doordat er sprake is van geluidhinder en luchtverontreiniging), cq. waardevermindering van de huizen. Tijdens de bijeenkomst kan geen goed antwoord gegeven worden op deze vraag. Na afloop van de bijeenkomst is uitgezocht bij wie men terecht kan voor planschade. Antwoord: Mocht men van mening zijn dat er sprake is van planschade, dan is de provincie Groningen hiervoor aanspreekpunt zijn. Met de gemeente Groningen worden afspraken gemaakt over het eventueel toekennen van planschade als gevolg van o.a. het wijzigen van het bestemmingsplan. Voor de beoordeling van eventuele planschade en de hoogte hiervan zal een onafhankelijk bureau worden ingeschakeld. Gevraagd wordt of het niet veel logischer is om de detailuitwerkingen mee te nemen in de plannen voor de besluitvorming? De heer Bouma reageert dat er voor de zomer van 2009 er een detailuitwerking voor de aansluiting Lewenborg zal zijn. Tijdens een aparte informatiebijeenkomst kan gereageerd worden op deze uitwerking. Gevraagd wordt wanneer het eerste zand er zal komen? De heer Bouma geeft aan dat dat in het najaar van 2009 zal zijn. De heer Nieuwenhuis (Fietsersbond) vraagt of het fietspad bij Kardinge voldoende capaciteit zal hebben? Dit zal een aandachtspunt zijn bij de verdere uitwerkingen. Mevrouw Douglas vraagt of er na de detailuitwerkingen nog een bezwaarprocedure is. blad 27 van 80

30 De heer Veltman reageert dat hierover nadere toelichting zal worden gegeven tijdens de informatiebijeenkomst over de uitwerking/uitvoering. Als er een bestemmingsplan gewijzigd moet worden, kan er in ieder geval bezwaar worden ingediend. De provincie en de gemeente gaan nog in overleg over de officiële inspraakprocedure. Update: Er zal een officiële inspraakprocedure komen. De inspraakperiode loopt van 18 november 2008 tot en met 9 januari Tijdens de inspraakperiode kan men een schriftelijke reactie geven op het concepteindbeeld. Daarnaast is er de gelegenheid om tijdens een inspraakavond (hierover zal in de kranten nader worden bericht), mondeling in te spreken op het eindbeeld. De inspraakreacties zullen worden gebundeld in een nota van Commentaar en Reacties, waarin bij alle opmerkingen een (onderbouwd) antwoord zal komen te staan. Deze nota zal, samen met het definitieve eindbeeld, worden voorgelegd aan de colleges van GS en B&W ter instemming. 4. Vervolg Gedeputeerde Bleker geeft kort aan wat de vervolgprocedure is. Naar aanleiding hiervan zijn geen verdere vragen. 5. Sluiting Gedeputeerde Bleker bedankt de aanwezigen voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit de bijeenkomst om uur. Na afloop van de bijeenkomst heeft men nog de gelegenheid om de tekeningen te bekijken en vragen te stellen. blad 28 van 80

31 5. Verslag inspraakbijeenkomst 8 december 2008 Verslag van: Inspraakbijeenkomst studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen Datum: Maandag 8 december 2008, uur (Alfa College, Lewenborg) Aanwezig: Gedeputeerde Bleker (provincie Groningen, voorzitter), de heer Veltman (provincie Groningen, projectleider), de heer Dijkstra (provincie Groningen, projectcoördinator), de heer Bouma, de heer Postma (provincie Groningen), de heer van Huissteden (gemeente Groningen) en ongeveer 50 bewoners van omliggende wijken. Verslag: Mevrouw van den Berg (Notuleerservice Mooi Werk) en de heer Dijkstra (provincie Groningen) Opening Gedeputeerde Bleker opent de bijeenkomst om uur en heet iedereen van harte welkom. Hij geeft aan dat wethouder Dekker van de gemeente Groningen vanwege privéomstandigheden helaas niet aanwezig kan zijn. Gedeputeerde Bleker legt uit dat het om een officiële inspraakavond gaat. Er ligt nu een plan op tafel. Iedereen heeft tot en met 24 januari 2009 de gelegenheid om zijn of haar reactie te geven op dit plan. De Provincie moet daarop officieel reageren via een Nota van Reactie en Commentaar. Dit maakt onderdeel uit van de finale besluitvorming in het voorjaar De in het verslag met een letter aangegeven reacties zijn meegenomen in de Nota Reacties en Commentaar. Presentatie plan De heer Veltman, projectleider van het project 'studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg Groningen', presenteert kort het plan dat op dit moment ter inzage ligt en waarop vanavond (en schriftelijk) officieel ingesproken kan worden. Inspraak en vragen van omwonenden Mevrouw Scholtens Mevrouw Scholtens vraagt of het bestaande fietsviaduct over de ringweg ter hoogte van de kartbaan blijft bestaan. De heer Veltman geeft aan dat dit fietsviaduct blijft bestaan. (A) Mevrouw Wagenmakers woont en werkt op bedrijventerrein Noorderhoogebrug Mevrouw Wagenmakers geeft aan dat ze het stuk grond op bedrijventerrein Noorderhoogebrug destijds als A-locatie heeft gekocht, maar ze is bang dat dit straks een achteraflocatie zal worden, omdat verkeer vanuit Noordelijke richting niet meer op het bedrijventerrein kan komen. De heer Veltman legt uit hoe het bedrijventerrein in de toekomst bereikbaar is. Verkeer van- en naar de Eemshavenweg (ongeveer 5% van het verkeer op de kruising; ongeveer 2300 auto's per dag, 1150 heen en 1150 terug) zal inderdaad gebruik moeten maken van de aansluiting Beijum-Noord/de Hunze. Mevrouw Wagenmakers geeft aan dat hierdoor het bedrijventerrein zeer slecht bereikbaar wordt en de bedrijven hierdoor benadeeld worden. Er zijn nog vier betrokkenen die zich bij mevrouw Wagenmakers aansluiten. (B) De heer Nieuwhoff De heer Nieuwhoff vraagt of het mogelijk is om tussen Beijum en de Hornbach een nieuw fietspad te realiseren. Op dit moment moeten fietsers helemaal omfietsen. De heer Veltman legt uit dat in dit plan geen fietspad of een fietsbrug is opgenomen. blad 29 van 80

32 De heer Nieuwhoff geeft aan dat een voetgangersbrug ook een mogelijkheid zou kunnen zijn, als een fietsbrug te duur is. (C) De heer Datema (Sijgersmaheerd) De heer Datema vraagt of de oplossing voor deaansluiting Beijum-Noord (een half klaverblad) definitief zo blijft, of dat er nog een alternatief is, namelijk de huidige oprit (iets verkort) handhaven. Daarnaast vraagt de heer Datema hoeveel verkeer er ongeveer op de oprit rijdt. De heer Veltman geeft aan dat er op de afrit op dit moment ongeveer motorvoertuigen per etmaal rijden. Op het moment dat de oprit wordt omgeklapt komen er voor de bewoners ongeveer 4.000/4.500 motorvoertuigen bij. Vervolgens legt de heer Veltman uit dat een adviesbureau op dit moment aan het onderzoeken is of de alternatieve oplossing verkeerskundig goed functioneert. Medio januari 2009 zullen de resultaten hiervan bekend worden. Wanneer blijkt dat de oplossing goed functioneert, dan zal dit alternatief aan het bestuur worden geadviseerd. (D) Mevrouw de Jongvoegt toe dat ze vindt dat de gezondhe id van de omwonenden belangrijker is dan de afwikkeling van het verkeer op de oprit. Conclusie: (C) de heer Datema, (E) de heer Aldershof, (F) de heer Siekman, (G) de heer Kolbeek, (H) mevrouw Derksen (allen Sijgersmaheerd) en (D) mevrouw de Jong hebben het klemmende verzoek om de oprit te handhaven. De heer Aldershof (Sijgersmaheerd) De heer Aldershof vraagt wat de afmetingen van dete plaatsen rotondes worden? De rotondes bij Eemspoort zijn voor vrachtverkeer te klein. De heer Veltman legt uit dat in de uitwerkingsfase pas definitief wordt bepaald of er rotondes moeten komen. Als er rotondes komen, zullen ze echter wel groter worden dan bij de Eemspoort. De heer Aldershof vraagt zich af of ze dan niet inde tuin van de buurvrouw komen. Daarnaast geeft hij aan dat hij het jammer vindt dat er vanavond nog geen alternatief voor de aansluiting Beijum- Noord is gepresenteerd, terwijl deinspraakprocedure al wel loopt. De heer Arkemasluit zich hierbij aan. Gedeputeerde Bleker legt uit dat iedereen nu de gelegenheid heeft om in te spreken op het plan. Als blijkt dat de alternatieve oplossing voor de aansluiting Beijum-Noord goed functioneert, dan kunnen wij die waarschijnlijk overnemen. Mocht blijken dat hij niet functioneert, dan moeten wij nog een keer goed kijken naar het huidige plan, want meerdere personen geven vanavond aan niet te kunnen leven met het huidige voorstel. (I) De heer Arkema De heer Arkema verzoekt of onderzocht kan worden of het verkeer dat in dit plan van de rotonde bij de Sijgersmaheerd gebruik moet maken, ook gebruik zou kunnen maken van het nieuwe klaverblad op de aansluiting van de Eemshavenweg op de Oostelijke Ringweg (en de nieuwe weg naar Winsum). Dit zou een grote ontlasting zijn voor de bewoners van de Sijgersmaheerd. Houdt men rekening met deze mogelijkheid? De heer Veltman legt uit dat we rekening hebben gehouden met de plannen voor de nieuwe weg naar Winsum: we hebben gekeken of de ideeën uit het plan voor de Oostelijke Ringweg ook ruimtelijk passen in de plannen voor de aansluiting van de nieuwe weg naar Winsum en we hebben gekeken of de Oostelijke Ringweg en haar aansluitingen ook verkeerskundig goed functioneren op het moment dat er een nieuwe weg naar Winsum is aangelegd. In beide gevallen (met en zonder nieuwe weg naar Winsum) functioneert de voorgestelde oplossing. blad 30 van 80

33 (J) De heer Kaufmann De heer Kaufmann en een groot aantal andere bewoners zijn het niet eens met de geboden oplossingen voor Beijum-Zuid. Suggestie: een tunnel in plaats van een viaduct. De heer Veltman legt uit dat voor een eventuele tunnel de ringweg verhoogd moet worden. Dit zou nadelig zijn voor de geluidsbelasting op de woningen. Als je de ringweg op haar huidige niveau laat liggen, moet de tunnel heel erg diep en daarmee ook heel erg lang worden. De inschatting is dat, als je de ringweg op nulniveau zou leggen (2 meter hoger dan nu), de tunnel al 240 meter eerder moet beginnen om voldoende diep onder de ringweg door te kunnen. Een ander probleem zullen de kosten zijn. Een tunnel van deze lengte zal naar schatting 12 tot 13 miljoen euro kosten, terwijl een viaduct 2 tot 3 miljoen kost. Daarmee zou de investering in de Oostelijke Ringweg stijgen van ongeveer 30 miljoen naar 40 miljoen. (K) De heer Berg De heer Berg geeft aan dat hij vindt dat er weinig gesproken wordt over het verminderen van overlast voor de bewoners. Daarnaast wordt de geluidbelasting veel te theoretisch benaderd. Op dit moment ondervinden de bewoners rondom de ringweg en met name de bewoners van de Fossemaheerd (in verband met de wind uit het zuidwesten), al veel geluidhinder van het verkeer en de heer Berg heeft de indruk dat de geluidnormen op een aantal plaatsen al ruim worden overschreden. De heer Berg vraagt wat voor geluidswerende voorzieningen er in het plan zijn opgenomen en of er ook al metingen zijn gedaan. In het plan zou geprobeerd moeten worden om de geluidbelasting terug te brengen. We moeten niet genoegen nemen met een gelijkblijvend geluidniveau. De heer Veltman geeft aan dat er geld gereserveerd is voor deze voorzieningen, maar er zijn nog geen concrete plannen. Er is wel een Quick Scan geweest die een grove indicatie geeft van de geluidbelasting. Zodra de plannen verder uitgewerkt zijn, zullen we concrete plannen presenteren. Daarnaast geeft de heer Veltman aan dat er geen metingen zijn verricht. De geluidbelasting wordt altijd met behulp van berekeningen bepaald, omdat een meting geen betrouwbaar beeld geeft. Daarnaast is de situatie op dit moment dusdanig anders dan de situatie na de herinrichting, dat extrapoleren van metingen een zeer onbetrouwbaar beeld oplevert. Daarnaast schrijft de Wet Geluidhinder voor dat het geluidniveau altijd berekend moet worden. De berekeningen zijn ook getoetst met behulp van metingen en hieruit blijkt dat de berekeningen de werkelijkheid zeer goed benaderen. De heer Berg vraagt of als de geluidshinder in werkelijkheid groter blijkt te zijn dan de berekeningen uitwijzen, de plannen dan alsnog gewijzigd kunnen worden. In het verslag zal hier antwoord op worden gegeven. Antwoord: In de Wet Geluidhinder is bepaald dat, om het geluidniveau op de gevel vast te stellen, er moet worden gerekend. Over het algemeen komen de berekeningen zeer dicht in de buurt van de metingen. Berekeningen hebben een conservatief karakter waardoor veelal iets hogere resultaten worden verkregen. Voor de vergelijking van de metingen met berekeningen moet voor beide waarden dezelfde correcties worden toegepast. Vanwege deze inzichten zullen we na afloop van de werkzaamheden geen metingen uit laten voeren om de berekeningen te controleren. Op basis van dit uitgangpunt zullen de plannen dan ook niet worden gewijzigd. In het kader van de "EU-Richtlijn Omgevingslawaai" moet de provincie voor de Oostelijke Ringweg wel elke vijf jaar een geluidbelastingkaart en actieplan maken. In dit actieplan worden maatregelen uitgewerkt om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken. Het eerste actieplan voor de Oostelijke Ringweg is, na een formele inspraakprocedure, kort geleden vastgesteld. De maatregelen uit dit actieplan zullen worden meegenomen in dit project. Vijf jaar na het eerste onderzoek (geluidbelastingkaart) zal er opnieuw een geluidbelastingkaart moeten worden gemaakt, waarna een actieplan wordt vastgesteld. Op dat moment wordt dus opnieuw gekeken hoe groot de geluidbelasting op de omgeving is en welke maatregelen noodzakelijk zijn om een bepaald ambitieniveau te bereiken. Ook dan zal de besluitvorming hierover via een openbare inspraak procedure plaatsvinden. blad 31 van 80

34 (L) De heer van Ham (Fossemaheerd) De heer van Ham geeft aan dat je met het huidige plan voor de aansluiting Beijum-Zuid, een enorme 'wrikking' van het verkeer krijgt bij de busbaan. Kun je het half klaverblad niet iets kantelen en de fietsbrug iets verplaatsten, zodat er meer ruimte ontstaat voor het verkeer en er minder 'wrikking' zal zijn. Los je ook meteen de 'wrikking' in het fietspad op. De heer Veltman geeft aan dat we het vanavond hebben over de principekeuzes. Op het moment dat we met de detailuitwerking aan de slag gaan zal er opnieuw contact gezocht worden met de omwonenden, om te kijken of we hier en daar wat kunnen wrikken. (M) De heer Post sluit zich aan bij de heer van Ham. Hij geeft aan dat de busbaan (waar heel veel bussen over rijden) bovendien dicht bij de bebouwing komt en daardoor een hele hoop geluidsoverlast veroorzaakt. (B) De heer Nieuwhoff De heer Nieuwhoff geeft aan dat hij dagelijks hinder ondervindt van het verkeer op de Oostelijke Ringweg: zowel geluidhinder (waait over de geluidwallen heen) als problemen met luchtkwaliteit. Beide worden veroorzaakt door het feit dat de geluidswallen te laag zijn. Het is daarom noodzakelijk om serieuze maatregelen te nemen tegen de geluidproblematiek. Omdat de provincie heeft besloten om de geluidwering in 'groene sferen' te doen, heeft de heer Nieuwhoff als alternatief (verzachtende maatregel) een geluidwal van bloembakken (ca. 2 meter bij 50 centimeter) ontworpen. Hij zou graag zien dat de provincie hier serieus naar zou kijken en het ontwerp gaat beoordelen. Daarnaast verwacht de heer Nieuwhoff een enorme toename van het verkeer door de nieuwe aansluiting van het Euvelgunnetracé (mensen die vergeten af te slaan richting de Zuidelijke Ringweg). De heer de Rooij (Vaargeul) De heer de Rooij zag vorige week tot zijn grote verbazing dat de geluidsbelasting van het nieuwe schoolgebouw niet voldoet aan de gemeentelijke normen. Er zou hiervoor een ontheffing aangevraagd worden. Meneer zou graag meer informatie willen over de geluidsbelasting die de scholen zullen veroorzaken. En waarom is er tijdens de vorige bijeenkomst niets over deze scholen gezegd m.b.t. geluidsbelasting? Gedeputeerde Bleker geeft aan dat deze vraag buiten de plannen van de Oostelijke Ringweg valt. Een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur zal buiten de bijeenkomst om contact opnemen met de heer de Rooij om de vraag te beantwoorden. (N) De heer Wiersma De heer Wiersma vraagt of het niet beter is om te wachten met de besluitvorming voor de aansluiting Beijum-Noord totdat er een besluit is over de nieuwe weg naar Winsum, zodat gekeken kan worden of één en ander gecombineerd kan worden. De heer Veltman geeft aan dat er tot nu toe geen oplossing is gevonden in een combinatie van de aansluiting Beijum-Noord, de aansluiting Groningerweg en de knoop Noordelijke Ringweg/Oostelijke Ringweg. Naar aanleiding van deze avond zullen we nog een keer kijken of hier mogelijkheden liggen. De heer de Vries (Fossemaheerd) De heer de Vries geeft aan dat er bij de aansluiting Beijum-Zuid gekozen is voor een half klaverblad om de zeer drukke fietsstructuur te ontzien. Is er echter ook rekening gehouden met het feit dat de fietsintensiteit in de toekomst wel eens sterk zou kunnen afnemen door de realisatie van het nieuwe fietspad langs het Oosterhamriktracé? Er wordt rekening gehouden met het aantal fietsers zoals die op dit moment is. Een nieuw fietspad langs het Oosterhamriktracé is een wens van de gemeente Groningen. Hiervoor is voorlopig nog geen geld beschikbaar. Het Oosterhamriktracé wordt pas op de lange termijn gerealiseerd. Nog geruime tijd na de voltooiing van de Oostelijke Ringweg zullen er dus nog ruim fietsers over het fietspad fietsen. blad 32 van 80

35 (O) De heer Bueving De heer Bueving sluit zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Wagenmakers met betrekking tot de aansluiting van de Groningerweg. Zowel de ontwikkelingen rondom de nieuwe weg naar Winsum als de plannen voor de Oostelijke Ringweg zorgen ervoor dat de hoeveelheid verkeer dat langs het bedrijventerrein rijdt sterk afneemt. De heer Bueving verwijst hierbij naar de ontwikkelingen rondom de bedrijventerreinen Driebond en Eemspoort en de gevolgen die dat heeft voor de bedrijven daar. (P) De heer Nieuwenhuis (Fietsersbond) De heer Nieuwenhuis onderstreept het verzoek van de heer Nieuwhoff om een fietsverbinding te realiseren over het Boterdiep tussen Beijum en de Hornbach. De heer Andela De heer Andela vraagt wanneer de Oostelijke Ringweg klaar zou moeten zijn. De heer Veltman geeft aan dat de Oostelijke Ringweg rond 2014/2015 klaar moet zijn. (Q) De heer Pauwelussen De heer Pauwelussen spreekt de wens uit dat mensen meer van de fiets gebruik moeten maken en minder van de auto. De heer Pauwelussen geeft aan dat hij in het rapport heeft gelezen dat de aansluiting van de N361 zal worden vormgegeven als een half klaverblad. Hij wil daarbij opmerken dat het nog lang niet zeker is dat het 4B+ alternatief wordt aangenomen door de toetsingscommissie van de MER. De heer Veltman geeft aan dat het gaat om de aansluiting van de Groningerweg (ookwel N361) op de Oostelijke Ringweg en niet over de nieuwe weg naar Winsum. Op blz. 19 in het bijlagenrapport staat dat er gekeken zal worden naar een busbaan als parallelbaan langs de Ringweg. Hier zal na de bijeenkomst nog naar worden gekeken. Reactie: De OV-verbinding die de binnenstad met Beijum verbindt, is een belangrijke verbinding binnen de stad. Het is een vrijliggende en conflictvrije verbinding waarover frequent OV rijdt. Deze belangrijke kwalitatief hoogwaardige openbaar vervoerverbinding dient gehandhaafd te blijven. De voorgestelde suggestie om de bus over de ringweg te laten gaan, al dan niet via een parallelbaan, nemen wij niet over. Het is voor een belangrijke verbinding als deze niet wenselijk om deze minder rechtstreeks te maken en ook niet om deze met ander verkeer te mengen. Mevrouw de Jong Mevrouw de Jong geeft aan dat er tijdens de vorige bijeenkomst is gesproken over ecoducten, maar ze zijn vanavond niet op de kaarten opgenomen. Waar komen die ecoducten te liggen en hoeveel kost de realisatie van een ecoduct. De heer Veltman geeft aan dat de ecoducten worden gecombineerd met de huidige fietsviaducten. Dit zullen geen grote investeringen zijn. (E) De heer Aldershof De heer Aldershof vraagt zich af of de projectontwikkelaar die de grond heeft gekocht waar Tuinland op stond, toen al wist dat de afrit van de Oostelijke Ringweg zou verdwijnen. Hij vraagt zich af waarom de afrit in het plan wordt omgeklapt naar de andere kant van de Cuypersweg ("de bewoners van de nieuwe huizen kunnen daar toch een huis kopen met de wetenschap dat daar een afrit ligt?"). De heer van Huissteden geeft aan dat de projectontwikkelaar nog niet kon weten dat de afrit daar gaat verdwijnen. Bij het maken van het stedenbouwkundig plan (waar al inspraak over is geweest) is ook nog rekening gehouden met de bestaande afrit. blad 33 van 80

36 De heer Aldershof vraagt vervolgens van wie de grond is vanaf de huidige afrit tot aan de Oostelijke Ringweg en wat daarmee gaat gebeuren. De heer Veltman geeft aan dat die grond van de provincie Groningen is. De heer Bouma vult aan dat die grond nodig is voor het talud van de ringweg en de invulling van de weg in het groen. Tot slot vraagt de heer Aldershof of de bewoners zelf een bureau moeten inhuren om geluidmetingen te verrichten. Gedeputeerde Bleker geeft aan dat daarvoor berekeningen zullen worden gemaakt. Van de berekeningen is bekend dat die altijd heel dicht bij de werkelijkheid zitten. De heer Postma De heer Postma vraagt of er, behalve met een sterke toename van het verkeer, bij de geluidberekeningen ook rekening wordt gehouden met het feit dat de weg omhoog loopt. De heer Veltman laat weten dat dit in de berekeningen wordt meegenomen. (C) De heer Datema (Sijgersmaheerd) De heer Datema merkt op dat hij zich zorgen maakt over de overlast die het extra verkeer langs de Sijgersmaheerd met zich meebrengt. De afrit ligt al heel dicht op de huizen aan de Sijgersmaheerd en de oprit komt daar ook nog bij. Het geluid dat het verkeer op de op- en afrit produceert is niet tegen te houden door middel van schermen. En een nadeel van de schermen is weer dat het uitzicht verpest wordt. Hierdoor zal de waarde van ons huis sterk dalen. De heer Datema nodigt de heer Veltman nogmaals uit om bij hem thuis te komen kijken. De heer Veltman gaat hiermee akkoord. De heer Kaufmann Is er in de berekeningen rekening gehouden met hoogteverschillen? De heer Veltman geeft aan dat de hoogteverschillen ook in het model zitten. Mevrouw Huisman Mevrouw Huisman vraagt of het mogelijk is om de wens van de provincie om bij Kardinge een viaduct aan te leggen en de wens van de gemeente om een nieuw fietspad aanleggen langs het Oosterhamriktracé te combineren. De heer van Huissteden legt uit dat het viaduct zo wordt gemaakt dat er in de toekomst een fietspad naast kan komen. De aanpassing van het viaduct op dit moment kost veel minder dan wanneer we dat doen op het moment dat er geld is voor het fietspad. Uiteindelijk zal het fietspad er dus wel komen, alleen de gemeente heeft hem opgenomen in de langetermijnplanning.. Mevrouw sluit zich tevens aan bij de opmerkingen van de heer de Vries. Mevrouw Douglas (Zilvermeer) De bewoners van de Zilvermeer zijn in afwachting van een uitnodiging van gemeente en provincie in aanvulling op deze bijeenkomst. (R) De heer Bronsema (Zilvermeer) De heer Bronsema heeft het verzoek om bij de aansluiting Lewenborg het viaduct over de ringweg te vervangen door een tunnel onder de ringweg door. De tunnel zou moeten beginnen ter hoogte van de sierwal rond de wijk Zilvermeer. In aanvulling daarop geeft de heer Bronsema aan dat het wel degelijk mogelijk is om tunnels goedkoper te realiseren. Bij Spijk ligt een heel goedkope tunnel (nog gerealiseerd in de periode dat de heer Musschenga gedeputeerde was). blad 34 van 80

37 De heer Bronsema vraagt hoeveel auto s er over de Kluiverboom en de Parkallee rijden. De heer Veltman laat weten dat er jaarlijks tellingen gedaan worden en er zijn ook verkeersmodellen die de ontwikkeling in de toekomst weergeven. De cijfers worden in het verslag opgenomen. Reactie: Jaar Telperiode Intensiteit maart - 23 maart mvt/etmaal maart - 28 maart mvt/etmaal maart - 11 maart mvt/etmaal Tabel 1: telcijfers Kluiverboom Van de Parkallee zijn helaas geen telcijfers bekend. De heer Bronsema laat weten dat er door schatting van de inwoners zelf 3,5 miljoen auto s per jaar over de Kluiverboom en de Parkallee rijden. De heer Bronsema geeft aan dat hij heeft begrepen dat tijdens de werkzaamheden er een grote hoeveelheid zand langs de weg komt te liggen. Bij harde wind zal dit gaan stuiven. Hoe wordt dit opgelost? Er wordt geantwoord dat dit zand zal worden afgedekt met klei, dat vrijkomt tijdens de werkzaamheden. De heer Bronsema vraagt hoe de ontsluiting van Zilvermeer zal zijn tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Er wordt geantwoord dat er een tijdelijke aansluiting aangelegd zal worden om het verkeer af te wikkelen. De heer Bronsema twijfelt of dit klopt. De heer Bronsema geeft aan dat Zilvermeer is gebouwd als een duidelijke A1 locatie. Wat zal het voor gevolgen hebben als er rotondes aangelegd worden en er daardoor files ontstaan? De heer Bronsema benadrukt dat het verkeer alleen maar zal toenemen. De heer Veltman geeft aan dat in de uitwerking zal worden gekeken of de rotonde goed kan functioneren. De bewoners van Zilvermeer hebben het dringende verzoek (eis) om een geluidswal te realiseren voor de wijk. De huidige wal functioneert als doorgever van het geluid. Let op: de waterleiding loopt daar parallel aan de Kluiverboom. De heer Bronsema vraagt waar de bezwaren kunnen worden ingediend. De heer Veltman geeft aan dat dit staat aangegeven in de brochure en is terug te lezen op internet. De heer Bronsema geeft aan dat de bewoners de plannen voor de uitbreiding van de school en de plannen voor de Oostelijke Ringweg als één samenhangend geheel zien. Bij wie moeten de bezwaren worden ingediend: bij de gemeente of bij de provincie? De heer Veltman reageert dat de uitbreiding van de school een plan van de gemeente is en in het kader van dit project voor ons een gegeven is. Gedeputeerde Bleker vult aan dat bezwaren die betrekking hebben op de uitbreiding van de school dus bij de gemeente moeten worden ingediend en bezwaren die betrekking hebben op de Oostelijke Ringweg bij de provincie. De heer Bronsema dient ter plekke zijn bezwaren schriftelijk in bij gedeputeerde Bleker. blad 35 van 80

38 De heer Poelma De heer Poelma vraagt of de lijnen op de tekeningen ook kloppen met de werkelijkheid, want als de lijnen ook maar een klein beetje verschuiven, dan heb je de bewoners weer in de gordijnen. De heer Veltman antwoordt dat het besteksniveau later komt. Er komen aparte avonden waarbij de plannen op detailniveau besproken zullen worden. De heer Krieg De heer Krieg geeft aan dat de vorige keer de fietsontsluiting bij het Alfacollege behandeld is. Er zou toch nog een inspraak komen voor de inwoners van Lewenborg en Oosterhoogebrug? De heer Veltman reageert dat de inspraakavond bedoeld is voor de plannen zoals ze nu zijn: op hoofdlijnen. In april, als Provinciale Staten en de gemeenteraad hierover een besluit hebben genomen, zal er een overleg komen over de detailuitwerkingen van de plannen. In deze detailuitwerking komt de fietsoversteek ook aan de orde. (S) De heer van der Velde De heer van der Velde vraagt wat de status is van de bijeenkomsten over de detailuitwerkingen. Zijn er dan nog mogelijkheden voor inspraak? De heer Veltman reageert dat er dan in principe geen formele inspraakperiode meer zal volgen. De detailuitwerking zal tijdens overleggen met de omwonenden worden besproken. Als er bestemmingsplannen gewijzigd moeten worden, kunt u sowieso officieel inspreken en mocht er echt grote ontevredenheid bestaan over de detailuitwerkingen dan kan er alsnog worden overgegaan tot een formele inspraak. Update: Inmiddels is besloten dat er per deeluitwerking een aparte officiële inspraakprocedure zal zijn. De heer van der Velde vult aan dat hij vindt dat de keuze om wel of niet een rotonde toe te passen een essentieel onderdeel van het plan op hoofdlijnen is. De heer Veltman reageert dat we in de uitwerking uitzoeken of een rotonde noodzakelijk is, maar voorlopig houden we rekening met een rotonde, omdat deze de grootste ruimtelijke impact heeft. (T) Mevrouw Koopmans Mevrouw Koopmans vraagt of er per kruising een speciale avond georganiseerd zal worden. De heer Veltman bevestigt dit. Door middel van advertenties en persoonlijke uitnodigen wordt men hiervan op de hoogte gebracht. Mevrouw Koopmans geeft aan dat op verschillende plekken die net gereconstrueerd zijn het verkeer al vastloopt. Hoe kan dat (de tellingen kloppen toch zeggen jullie)? De heer Veltman geeft aan dat toekomstsituaties met verkeersmodellen worden gesimuleerd. Mevrouw Koopmans geeft aan geen vertrouwen te hebben in de modellen, omdat de praktijk uitwijst dat sommige nieuwe situaties toch niet functioneren. Gedeputeerde Bleker zegt toe dat in het verslag aangegeven zal worden welke modellen wij gebruiken. Reactie: Het plan is met behulp van het verkeersmodel van de Regio Groningen-Assen doorgerekend voor de situatie in 2020 (met een groei van ongeveer 40% van het verkeer op de Oostelijke Ringweg). Uit deze doorrekening is gebleken dat de (ongelijkvloerse) ringweg het verkeer prima kan verwerken. Daarnaast is uit een zogenaamde 'robuustheidstoets' gebleken dat de Oostelijke Ringweg nog voldoende capaciteit over heeft om ook na 2020 goed te kunnen functioneren. De capaciteit wordt in 2020 nog lang niet bereikt en daarmee is er ruimte om een verdere (autonome) groei van het autoverkeer op te kunnen vangen. blad 36 van 80

39 (J) De heer Kaufmann De heer Kaufmann is van mening dat de busbaan tussen Kardinge en Beijum-Zuid kan worden opgeheven. De heer Veltman geeft aan dat wethouder Dekker op 14 oktober jl. op deze opmerking heeft gereageerd: de busbaan zal blijven bestaan. De heer de Boer De heer de Boer vraagt hoe de wijken zullen worden ontsloten tijdens de werkzaamheden. De heer Veltman geeft aan dat er voor alle kruisingen een plan zal worden gemaakt. Het uitgangspunt is dat het verkeer op de ringweg kan blijven stromen en de omliggende wijken een alternatieve aansluiting krijgen. De heer de Boer vraagt of er op de ringweg vaste bruggen geplaatst worden in plaats van beweegbare bruggen, zodat het verkeer beter kan doorstromen. De bruggen in het studiegebied van de Oostelijke Ringweg zijn al vaste bruggen. De heer Gevraagd wordt of er ook normen zijn voor de afmetingen van rotondes. De heer Veltman geeft aan dat er richtlijnen zijn en dat de rotondes waarschijnlijk net zo groot worden als de rotondes op de N360 (Groningen-Delfzijl). Dus met een straal van 20 meter. Vrachtwagens tot een lengte van 25 meter kunnen probleemloos van de rotondes gebruik maken. De heer Bronsema De heer Bronsema wil graag weten wat het percentage verkeerstoename is waarmee rekening wordt gehouden. De heer Veltman geeft aan dat rekening wordt gehouden met een groei van ongeveer 30% tussen 2004 en 2020, in de omgeving van aansluiting Lewenborg. Toevoeging: Op basis van de modelberekeningen wordt rekening gehouden met een groei van het verkeer rondom de aansluiting Lewenborg ten opzichte van 2004 met ongeveer 40%. Mevrouw Gevraagd wordt naar de procedure na 24 januari en wat er dan nog kan veranderen aan de plannen. De heer Veltman geeft aan dat alle officiële inspraakreacties worden verwerkt in een Nota van Reactie en Commentaar. Deze nota wordt samen met een advies van de projectgroep voorgelegd aan het college van Gedeputeerde Staten en het college van Burgemeester & Wethouders. Deze kunnen vervolgens instemmen met het (eventueel gewijzigde) plan. Zodra ze hebben ingestemd met het plan krijgen alle insprekers een kopie van het besluit en de Nota van Reactie en Commentaar. Vervolgens wordt het plan voorgelegd aan de commissies (de vergadering is openbaar, dus daar mag iedereen bij aanwezig zijn en iedereen kan spreekrecht aanvragen) en daarna aan Provinciale Staten en de Gemeenteraad ter vaststelling. Gevraagd wordt in hoeverre invloed uitgeoefend kan worden op de detailuitwerking. Gedeputeerde Bleker geeft aan dat iedereen tijdens informatieavond kan aangeven wat ze van de uitwerking vinden. Gedeputeerde Bleker benadrukt dat nu het moment is om officieel in te spreken. blad 37 van 80

40 De heer Kaufmann De heer Kaufmann vraagt of de bezwaren individueel behandeld en beantwoorden worden of moet men in groepen reageren. Gedeputeerde Bleker geeft aan dat er gereageerd kan worden in alle mogelijke vormen. In de nota van Reacties en Commentaar zal antwoord worden gegeven op de vragen. Deze nota van Reacties en Commentaar wordt naar alle insprekers verstuurd na instemming met het eindbeeld door de colleges. De heer Nieuwhoff De heer Nieuwhoff vraagt of de kwaliteit of de kwantiteit de doorslag geeft bij de beoordeling van de reacties. Gedeputeerde Bleker antwoordt dat wanneer een bezwaar feiten en argumenten bevat er dieper op in moet worden gegaan. De provincie kan er dan beter gehoor aan geven. Het aanhalen van feiten is dus van groot belang. (U) De heer Fichtmuller Aangegeven wordt dat het jammer is dat de bewoners bij de aansluiting Beijum-Noord overlast zullen krijgen van de nieuwe oplossing, terwijl daar op dit moment geen probleem is (de doorstroming is goed). De heer Veltman geeft aan dat er een aantal problemen is die aan de oorsprong hebben gelegen voor de keuze om de gehele ringweg ongelijkvloers te maken: doorstromingsproblemen (nu, maar met name ook in de toekomst) en verkeersveiligheidsproblemen (met name bij de kruisingen met verkeerslichten). Voor een algemeen probleem op de ringweg is dus een algemene oplossing (ongelijkvloers) gekozen. Voor de aansluitingen Groningerweg en Beijum-Noord hebben we eerder twee oplossingen gepresenteerd: de huidige oplossing en een oplossing met een parallelstructuur tussen beide aansluitingen. In beide gevallen moet de aansluiting Beijum-Noord veranderd worden in een half klaverblad. Naar aanleiding van een vervolgopmerking geeft de heer Veltman aan dat er meerdere redenen waren om uiteindelijk voor dit alternatief te kiezen, niet alleen de Hornbach heeft daar invloed op gehad. De heer Fichtmuller geeft aan dat hij een voorkeur had gehad voor het andere alternatief. De heer Bulten De heer Bulten vraagt wat het effect is voor de plannen, als blijkt dat de geluidshinder op dit moment al boven de norm ligt. Gedeputeerde Bleker merkt op dat als blijkt dat de geluidshinder over de norm gaat, er maatregelen genomen zullen worden. (V) De heer Boomsma Al het verkeer vanaf de Hornbach dat naar de Eemshavenweg moet, gaat langs Beijum-Noord. Wanneer dat verkeer toeneemt, zal er ook meer overlast komen. De heer Boomsma wil duidelijk maken dat hij dit geen goed plan vindt. Kan er geen telling worden gedaan om te bepalen hoeveel verkeer er vanaf de Hornbach komt? Om uur sluit gedeputeerde Bleker de bijeenkomst, na de aanwezigen te hebben bedankt voor de aanwezigheid en inbreng. blad 38 van 80

41 Bijlage 3: Inventarisatie knelpunten, kansen en ontwikkelingen blad 39 van 80

42 1. Knelpuntenkaart blad 40 van 80

43 2. Kansenkaart blad 41 van 80

44 3. Ontwikkelingenkaart blad 42 van 80

45 Bijlage 4: Onderbouwing en analyse effecten van de alternatieven blad 43 van 80

46 1. Weg in het groen Landschappelijke inpassing Oostelijke Ringweg Groningen. De Oostelijke Ringweg was tot voor kort een rijksweg die landelijk geen hoge prioriteit had om verbeterd te worden. Per 1 januari 2007 is de N46 aan de Provincie Groningen overgedragen. Voor de overdracht heeft de Provincie Groningen geld gekregen van het Rijk om het onderhoud uit te kunnen voeren en om de weg te reconstrueren. Met het Rijk is afgesproken dat de Provincie Groningen in de periode alle kruisingen op de Oostelijke Ringweg ongelijkvloers maakt. Dit jaar zal de Provincie samen met de Gemeente Groningen een studie uitvoeren naar het gewenste eindbeeld van de Oostelijke Ringweg. Medio 2008 kan dan begonnen worden met de voorbereidingen voor de aanpak van de eerste kruising. Bij deze voorbereidingen zullen direct belanghebbenden, zoals inwoners van aangrenzende woonwijken en bedrijven, worden betrokken. Een onderdeel van de totale planvorming is de landschappelijke inpassing van de weg in zijn omgeving. In de praktijk betekend dit, dat er nagedacht wordt over het groen, in al zijn facetten, rondom het tracé. Groen als structuurdrager, groen als decor, groen als accentvorming, groen als ecologie, e.d. Structuurdrager Het huidige beeld van de weg wordt gekenmerkt door de lagere ligging van de weg ten opzichte van het maaiveld en de grote hoeveelheid beplanting op de taluds en geluidswallen. Hierdoor wordt de weg ervaren als een groene vallei. Het streven is dit beeld ook na de reconstructie na te streven. Door de werkzaamheden zal veel groen moeten worden verwijderd. Het vergraven van de grondtaluds ten behoeve van op- en afritten en geluidswerende voorzieningen maakt het vaak niet mogelijk de huidige beplanting te behouden. In de planvorming is nieuwe beplanting voorzien in de vorm van struiken en bomen. Extra ten opzichte van het huidige situatie is, dat de weg aan beide zijden begeleid wordt door een bomenrij die op een constante breedte uit de rand van de weg geplaatst wordt. De heesters komen op en aan de achterzijde van het talud. Ter hoogte van Kardinge wordt de bomenrij onderbroken om de visuele koppeling te maken met de daar aanwezige ruimtelijke structuur. Bomen komen in deze zone terug in de vorm van groepjes van drie stuks die verspreid door het gebied geplaatst worden. Samen met de heesterclums zorgen ze voor een begeleiding van de weg met een totaal andere uitstraling zodat de confrontatie tussen de Oostelijke Ringweg en Kardinge goed tot uiting komt. De boomsoorten die gekozen zijn voor de wegbegeleiding zijn inheems en hebben naast een karakteristieke uitstraling een positieve bijdrage aan de ecologie. Bomen en struiken direct gerelateerd aan de weg. Populier Populus x canescens Schijndel Zomereik Quercus robur blad 44 van 80

47 Haagbeuk Iep Carpinus betulus Ulmus x hollandica Groeneveld De weg begeleidende bomen worden op een rij geplant maar de soorten worden gemengd. De bomen die in groepjes van drie worden geplant zijn per groepje van het zelfde soort. Bij de kruisingen loopt de boomstructuur met de op- en afritten mee tot aan de kruisende weg. Decor Boven aan het talud worden heesters geplant, wat het totaalbeeld van de groene vallei versterkt. Door inheemse soorten te gebruiken krijgt de ecologie een extra impuls. Zie voor de plaatsing van de bomen en de struiken de profielen. Struiken op de geluidswallen. Eénstijlige meidoorn en Tweestijlige meidoorn Sleedoorn Hazelaar Wilde liguster Gele kornoelje Egelantier en Viltroos Kardinaalsmuts Gelderse roos Klimop Zwarte vlier Boswilg en Bittere wilg Gewone vogelkers Basis profiel indien er voldoende ruimte is. Dit profiel heeft de voorkeur door de minder steile taluds. blad 45 van 80

48 Minimaal profiel indien er minder ruimte is. Basis profiel bij het viaduct indien er voldoende ruimte is. blad 46 van 80

49 Accentvorming De ongelijkvloerse kruisingen krijgen een speciale en van het gangbare assortiment, afwijkende beplanting. De gekozen beplanting zorgt voor een accent op de kruising. De kruising krijgt hierdoor, een uniek uiterlijk waardoor herkenning optreedt in de reeks van kruisingen over de Oostelijke Ringweg. Bomen en struiken die de kruisingen accentueren. Rode beuk Fagus sylvatica Bloodgood Kardinaalsmuts Euonymus fortunei Dart s Blanket Blauwe ceder Picea pungens Moeras cypres Taxodium distichum Bamboe Fargesia robusta Zie voor de plaatsing van de soorten de plantekening. Rode beuk Moeras cypres Euonymus fortunei Dart s Blanket Blauwe ceder Bamboe Ecologie Vanuit het Ecologisch Structuurplan wordt de taak opgelegd in de planvorming ruimte te creëren voor natuurontwikkeling. Naast boom- en struikvormers is er ook behoefte aan ruimte voor kruidachtigen, poelen en verlandingszones bij de watergangen en mogelijkheden voor muurplanten bij kunstwerken. Naast de hiervoor genoemde toepassing van bomen en heesters zijn op de plantekening de locaties aangegeven van de te vormen poelen en verlandingszones. Ten opzichte van de poelen waar een zekere minimale afstand tot elkaar van minder belang is, is het voor de heesters, met name voor blad 47 van 80

50 de in de heesters verblijvende fauna, van groot belang dat de afstand tussen de heesterclums niet te groot wordt. De heesters fungeren als stepping stones zodat er voldoende beschuttingsmogelijkheden zijn op een bereikbare afstand. De ruimte tussen de bomen en heesters wordt vervolgens ingezaaid met een kruidenmengsel. De heesters dienen zo geplaatst te worden dat ze de kleine zoogdieren richting de ecotunnels leiden. Deze tunnels, onder de kruisende wegen, zijn noodzakelijk om de dieren een veilige route te bieden naar de andere kant van de weg. Hoogte, breedte, aanlanding en inrichting van de tunnelmonding dienen nog uitgewerkt te worden. Daar we ook te maken hebben met grotere zoogdieren is het noodzakelijk een raster parallel aan de Oostelijke Ringweg te plaatsen die er voorzorgt dat er geen dieren op de weg komen. Het raster komt op het talud aan de bovenzijde van de bomen te staan. Zo mogelijk nét opgenomen in het stuikenvak. De afstand tussen de bomenrij en het raster is een efficiënt te beheren afstand van minimaal twee meter. Op twee plaatsen worden niet optimaal liggende fietsbruggen over de Oostelijke Ringweg omgevormd tot ecoducten. De aanlanding van de bruggen worden heringericht zodat het voor de fauna een aantrekkelijke oversteek wordt. De rasters sluiten aan op de aanlandingsplekken van de ecoducten zodat de grotere zoogdieren hier veilig kunnen oversteken. De veel gebruikte fietsbrug in de route Stadsweg bij Kluiverboom/Lewenborg wordt uitgebreid met een zone ten behoeve van een ecoduct zodat ook deze noodzakelijke ecologische verbinding ontstaat. Ecologische structuur Legenda ecologische structuur blad van 80

51 Bijlage Klaas van Nierop Eco Profiel Oostelijke Ringweg Structuren: 1. Bomen 2. Struiken 3. Kruiden 4. Poelen 5. Muurplanten Ad. 1 Bomen 1. Optimaal is menging van Eik, Iep, Els, Zoete kers, Haagbeuk Voordelen: * veel minder ziekte gevoelig * meer biodiversiteit 2. Kleine boomgaardjes met Groningse fruitboomsoorten in combinatie met poelen en kruidenvegetatie. Ad. 2 Struiken Eénstijlige meidoorn en Tweestijlige meidoorn Sleedoorn Hazelaar Wilde liguster Gele kornoelje Egelantier en Viltroos Kardinaalsmuts Gelderse roos Klimop Zwarte vlier Boswilg en Bittere wilg Gewone vogelkers Optimaal ecologisch dwarsprofiel Ad 3: Kruiden Algemeen inzaaien met : Cruydthoeck Hogeland mengsel Ad 4. Poelen Kleine wateren met holle oevers en een doorsnee van ca. 10 meter in de buurt van bosjes/struiken Ad 5. Mogelijkheden voor muurplanten bij kunstwerken Kalkrijke mortel NB Alle soorten: genetisch inheems materiaal. Doelsoorten: Gewone agrimonie, donzige klit, pinksterbloem Dotter Voorjaarshelmbloem blad 49 van 80

52 Bunzing Dwergmuis Wezel Egel Ruige dwergvleermuis Grootoorvleermuis Hooibeestje, Oranje zandoogje Gehakkelde aurelia Glassnijder Nachtegaal, Putter, Braamsluiper Poelkikker en Kleine watersalamander Klaas van Nierop Mei blad 50 van 80

53 2 Resultaten modelberekeningen Memo betreft Verkeerskundige doorrekening alternatieven Oostelijke Ringweg Groningen projectnummer datum 13 november 2008 In deze memo wordt de verkeerskundige analyse en onderbouwing van het eindbeeld voor de Oostelijke Ringweg Groningen (ORG) beschreven. Basis voor de analyse en conclusies is de doorrekening van verschillende alternatieven met behulp van verkeersmodellen. In de memo wordt achtereenvolgens ingegaan op de gehanteerde modellen en uitgangspunten, de geanalyseerde alternatieven, de effecten van de alternatieven op verkeersstromen en verkeersdoorstroming en op de robuustheid van de eindoplossing. Doorrekening met een verkeersmodel Om inzicht te verkrijgen in de verkeerseffecten van de alternatieven zijn deze doorgerekend met een zogenoemd statisch verkeersmodel. Hiervoor is gebruik gemaakt van het prognosemodel Regiovisie Groningen - Assen (RGA), versie Met dit model kunnen de effecten op routekeuze, verkeersintensiteiten en globaal de verkeersafwikkeling in beeld worden gebracht van veranderingen in de infrastructuur (het wegennet). Daarbij wordt rekening gehouden met de veranderingen in de vervoersvraag door ontwikkelingen op het gebied van wonen en werken, maar ook op het gebied van welvaartsontwikkeling en verkeer- en vervoerbeleid. Alle doorrekeningen van de alternatieven zijn uitgevoerd voor het toekomstjaar Ten behoeve van de analyses, zijn de resultaten van deze berekeningen afgezet tegen een referentiesituatie, die uitgaat van de huidige situatie, maar waarin wel alle bekende, harde plannen en ontwikkelingen zijn opgenomen. De referentiesituatie voor 2020 wordt gekenmerkt door de volgende relevante punten: Prognosejaar 2020; Vormgeving Oostelijke Ringweg Groningen als in huidige situatie; Realisatie van Langman-maatregelen voor Zuidelijke Ringweg voltooid; Ontwikkeling Meerstad. Uitgangspunt voor de modelberekeningen is de modelrun, die bekend staat als: "Regiovisiemodel Groningen-Assen -> variant Tram Zernike Variant A". In de afbeelding op de volgende pagina zijn de verkeersintensiteiten van de referentiesituatie weergegeven. In bijlage 1 is op basis van de verhoudingen tussen Intensiteit en Capaciteit (ICverhouding) een weergave van de te verwachten kwaliteit van de verkeersafwikkeling in die referentiesituatie gegeven. 1 Het gebruikte model is eigendom van Rijkswaterstaat Noord-Nederland, het OV-bureau Groningen Drenthe, de provincies Groningen en Drenthe en de gemeenten Groningen en Assen. Een volledige beschrijving en documentatie van het gebruikte verkeersmodel wordt gegeven in de rapportage "Verkeersmodel Regiovisie Groningen-Assen versie 1.2, Technische rapportage", juni 2006 blad 51 van 80