Oriëntatie. Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders. Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa. Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oriëntatie. Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders. Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa. Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria"

Transcriptie

1 Studiewijzer MODULE 1 Arm en rijk Gedaan Score Oriëntatie 3 Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 1 Arm en rijk in je eigen woonplaats 2 Veranderingen in de wijk 3 Herinrichting van de wijk Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus) 4 Examentrainer Eindtoets hoofdstuk Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa 1 Verschillen in welvaart 2 Verschillen in welzijn 3 Verklaar de Europese verschillen 4 Invloed van de EU op welvaart en welzijn 5 De ontwikkeling van Nederland Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus) 6 Examentrainer Eindtoets hoofdstuk Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria 1 Arm en rijk in de VS 2 Landbouw en voedselproductie in de VS 3 Wereldwijde invloed van de VS 4 Landbouw in de VS en Nigeria 5 Olie in Nigeria (gt) 6 Gezondheid in Nigeria (gt) Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus) 7 Examentrainer 8 Arm en rijk op kaarten Eindtoets hoofdstuk Topografie module Eindtoets module 1 2

2 Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders Oriëntatie Figuur 1 Waar wonen de rijkste Nederlanders?! Wat weet jij al over arm en rijk? In deze oriëntatie blikken we terug op begrippen die je al eens eerder hebt gehad en die te maken hebben met het onderwerp van dit hoofdstuk: arm en rijk. Daarnaast krijg je alvast een indruk van waar je in dit hoofdstuk verder mee te maken gaat krijgen. Koopkracht Nederland 2010 laag gemiddeld hoog Koopkracht Nederland 2010 laag gemiddeld hoog 1 Arm en rijk gaat natuurlijk over welvaartsverschillen. Die verschillen heb je niet alleen tussen Europa en Afrika, maar ook binnen Europa. Zelfs in Nederland bestaan verschillen in welvaart. a Zet de volgende werelddelen in de goede volgorde. Begin met het rijkste werelddeel. Afrika Azië Europa Europa, Azië, Afrika. b Zet de volgende landen in de goede volgorde. Begin met het rijkste land. Italië Luxemburg Nederland Roemenië Luxemburg, Nederland, Italië, Roemenië. c Woon jij in een rijk of arm gebied in Nederland? Bijv. in een rijk gebied, want ik woon in een wijk met grote huizen. 2 Elke paragraaf begint met een openingsfoto over het onderwerp. Bekijk de openingsfoto s in deze module. Welke foto spreekt je het meest aan? Beschrijf deze foto en geef aan waarom je deze hebt gekozen. Bijv. hoofdstuk 2, paragraaf 1, want daar zie je een dure auto (rijk) voor een winkel die failliet is (arm). 3 Bekijk de volgende begrippen. Zet een streep door de omschrijving die niet in het rijtje thuishoort. armoede / migratie / welvaart / werkloosheid renoveren / slopen / veiligheid / wonen landbouw / industrie / voedsel / honger industrie / platteland / stad / veel bevolkingsgroei 4 Bekijk figuur 1. a Streep steeds het foute antwoord door. De hoogste inkomens vind je in Nederland: in het noorden / zuiden in het oosten / westen in de stad / op het platteland b In Nederland wonen ook heel wat miljonairs. In welke gemeente denk je dat de meeste miljonairs wonen? Waarom? In de omgeving van Haarlem. Daar zijn voorzieningen die aan sluiten bij de behoeften van miljonairs. 5 Noteer de volgende gebieden op de juiste plaats in figuur 2. Kies uit: Bloemendaal Verenigde Staten Roemenië Nederland Nigeria Stadskanaal. Figuur 2 Arm Rijk Nederland Stadskanaal Bloemendaal Europa Roemenië Nederland Wereld Nigeria Verenigde Staten 6 a Ken je mensen die in armoede leven? Zo ja, waarom vind je deze mensen arm? Bijv. ja, mijn tante is arm, ze leeft van een uitkering en kan nooit op vakantie. b Zou jij geld schenken aan arme Nederlanders als je zelf rijk genoeg was? Beargumenteer je antwoord. Bijv. ja, want ik vind dat de rijkdom eerlijker verdeeld moet worden. c Zou je later in een beroepssituatie willen werken waar je met arme mensen te maken krijgt? Leg uit waarom wel of niet. Bijv. ja, want ik wil graag mensen helpen en arme mensen hebben dat meer nodig dan rijke. 3

3 Eigen omgeving 1 Arm en rijk in je eigen woonplaats 1 Bekijk bron 1. a Ik denk dat de foto van bron 1 genomen is in een arme / rijke wijk, want bijv. rijke, want de achtergrond lijkt een stadscentrum. b Noem een verschil tussen de wijk waarin jij woont en deze wijk. Bijv. in mijn wijk staan geen flats, zoals op deze foto. c Noem een overeenkomst tussen de wijk waarin jij woont en deze wijk. Bijv. ook in mijn wijk zijn speelvoorzieningen voor kinderen. zijn de oudste wijken en ze liggen om het stadscentrum heen. Andere wijken zijn nieuwer en liggen meer aan de rand. c Geef met een kruis op de kaart aan in wat voor soort woongebied jij woont. Als je in een dorp woont, geef je aan met welke woonwijk jouw woonomgeving het meest overeenkomt. Figuur 1 De verschillende woongebieden in een stad. Arme en rijke wijken 2 In Nederland zijn verschillen tussen arme en rijke wijken. Lees de volgende woorden: zwerver / miljonair / kraken/ villa / oprijlaan / steeg / dure auto / parkeerplaats / openbaar vervoer / koopwoningen / huurwoningen / restaurant / uitkering / werkloos / bonus van de baas. a Zet een streep onder de woorden die bij een rijke wijk horen. De woorden die overblijven horen bij een arme wijk. b Welvaart en welzijn zijn niet hetzelfde. Welk woord bij vraag a vind jij het beste bij welvaart passen? Waarom? Bijv. uitkering, want dat gaat over het inkomen van iemand. c Welk woord vind jij het beste bij welzijn passen? Waarom? Bijv. oprijlaan, want dat zegt iets over de woon- en leefomstandigheden. A binnenstad A woongebieden ( ) B B C C bedrijventerrein groenzone water 3 Bestudeer bron 2. a Deze bron gaat over welvaart / welzijn in Den Haag, want het gaat over inkomens. b Aan de rand / Rondom het centrum van Den Haag zijn de meeste arme wijken. c Geef een omschrijving van de woningen en woonomstandigheden in de armere wijken. Bijv. etagewoningen van slechtere kwaliteit aan smallere straten met veel verkeer. 5 Bestudeer bron 3 en de kenmerken die per wijk zijn aangegeven. De bebouwingsdichtheid verschilt per woongebied. Streep in de volgende zinnen de onjuiste woorden door. a In wijken met een lagere bebouwingsdichtheid wonen meer / minder mensen. b Vanaf het centrum naar de buitenwijken wordt de bebouwingsdichtheid hoger / lager. 6 Een woongebied bestaat vaak uit verschillende wijken. In Hoe zien arme en rijke wijken eruit? 4 Kijk goed naar figuur 1 en bron 3. a In figuur 1 zie je de letters A, B en C. Geef voor de onderstaande wijken aan welke letter erbij hoort. Arbeiderswijken: A. Woongebieden : B. Woonwijken van na 1970: C. b Licht je keuze bij vraag a toe. Arbeiderswijken figuur 2 staat een aantal kenmerken van woonwijken. a Geef in de tweede kolom aan hoe per kenmerk de situatie in je eigen wijk is. b Welke conclusie kun je trekken aan de hand van je antwoorden in figuur 2? Mijn woonwijk is een arme / rijke wijk, want: bijv. een arme wijk, want in mijn wijk staan goedkope huizen en zijn de straten smal. 4

4 Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders Figuur 2 Kenmerken van wijken. Wonen Werken Verkeer Recreatie Voorzieningen In mijn wijk staan veel huurhuizen / koophuizen. staan huizen dicht op elkaar / ver van elkaar af. vind je vooral veel werkgelegenheid in winkels / kantoren / fabrieken / anders: zijn de straten breed / smal. zijn veel / weinig groen voorzieningen. komen wel / geen mensen uit andere wijken om luxeproducten te kopen. Wie wonen in armere of rijkere wijken? 7 a In een wijk wonen vaak dezelfde soort mensen. Maak steeds de juiste keuze voor de mensen die in rijkere wijken wonen. hoge / lage inkomens hoge / lage opleiding veel / weinig werklozen Economie. meer ouderen / jongeren paren met / zonder kinderen minder / meer alleenstaanden meer / minder eenoudergezinnen meer allochtonen / autochtonen Samenstelling van de bevolking. b Als je de verschillen in bevolking onderzoekt, bestudeer je de samenstelling van de bevolking en de economie. Zet deze woorden op de goede plaats bij vraag a. 8 In dit hoofdstuk gaat het uiteindelijk om de wijk waarin jij woont. a Bij welke twee vragen heb je al een beschrijving gegeven van de kenmerken van je eigen wijk? Bij vraag 4 en vraag 6. b Bekijk bron 3 nog eens. In wat voor soort wijk zou je later willen wonen? Licht je antwoord toe. Bijv. in een nieuwbouwwijk van na 1970, omdat je daar mooie, grote huizen hebt. 9 Figuur 3 is een overzicht van kenmerken voor woonomstandigheden en bewonerskenmerken in wijken. a Vul in de tweede kolom de woonomstandigheden voor een arbeiderswijk in. b Vul in de vierde kolom de bewonerskenmerken voor een arbeiderswijk in. c Woonomstandigheden en bewonerskenmerken hangen vaak met elkaar samen. Maak de volgende zinnen kloppend. In wijken met veel huurhuizen, zullen meer / minder mensen met lagere inkomens en meer / minder werklozen wonen. Deze mensen hebben vaak een hogere / lagere opleiding gevolgd. In deze wijken is het voor bedrijven niet / wel aantrekkelijk om zich er te vestigen. Figuur 3 Wat is de invloed van de kenmerken van een wijk op de bevolking die er woont? Wat zie je in de wijk? Woonomstandigheden Wie woont in de wijk? Bewonerskenmerken Wonen Inkomen Werken Meer huur- dan koophuizen Weinig werkgelegenheid Opleiding Gemiddeld lage inkomens Gemiddeld lage opleiding Verkeer Smalle straten Werk Gemiddeld veel werklozen Recreatie Weinig groen Samenstelling van de Voorzieningen Simpele winkels bevolking Bijv. gemiddeld veel allochtonen, veel alleenstaanden 5

5 Nederland Eigen omgeving en Europa 2 Veranderingen in de wijk 6 1 Bekijk bron 1. Op deze foto zie je Java-eiland, een wijk in Amsterdam. Hier wonen mensen in grotere of kleinere appartementen aan het water. De appartementen zijn nieuw en modern. a Vul de volgende woorden in op de juiste plaats: haven nieuwbouwwijk centrum rand van de stad bebouwingsdichtheid. Het Java-eiland is een nieuwbouwwijk vlak bij het centrum van Amsterdam. De oude haven werd te klein voor de grotere schepen, de werkgelegenheid verdween, het eiland kwam braak te liggen. Nu is de bebouwingsdichtheid in deze wijk veel hoger dan in een nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. b Wat voor huishoudens zullen vooral op Java-eiland wonen? Zet een streep onder de goede antwoorden: paren met kinderen, paren zonder kinderen, alleenstaanden, eenoudergezinnen. c Ik denk dat Java-eiland een arme / rijke wijk is, want bijv. een rijke, want Java-eiland bestaat vooral uit appartementen waar paren zonder kinderen of alleenstaanden voldoende ruimte hebben om te wonen. Ontwikkeling van de bevolking in wijken 2 Hoe goed ken je de straat waarin jij woont? a Noteer voor de negen omliggende woningen (drie aan de linkerkant, drie aan de rechterkant en drie aan de overzijde van de straat) wie er wonen en tot wat voor soort huishoudens zij gerekend kunnen worden. Onderstreep het juiste antwoord: bij mij in de buurt wonen vooral eenoudergezinnen / paren met kinderen / paren zonder kinderen / alleenstaanden. b Denk je dat er de afgelopen twintig jaar veel veranderd is in de samenstelling van de huishoudens in jouw buurt? Licht je antwoord toe. Bijv. ja, toen de wijk net gebouwd was, woonden hier veel jonge gezinnen, nu wonen er veel oude(re) gezinnen. 3 Bekijk bron 2. a Leg uit hoe je kunt zien dat er sprake is van vergrijzing in de leeftijdsgrafieken. Het aandeel ouderen wordt steeds groter. b Leg uit hoe je kunt zien dat er sprake is van ontgroening. Het aandeel jongeren wordt steeds kleiner. c Waarom zal de leeftijdsgrafiek voor de meeste buurten en wijken er anders uitzien dan die voor Nederland in zijn geheel? Een wijk heeft een meer eenzijdige bevolkingssamenstelling dan Nederland als geheel. d Leg uit wat de leeftijdssamenstelling in een wijk te maken kan hebben met de welvaart. De meeste ouderen en de meeste jongeren hebben minder hoge inkomsten. 4 Bekijk figuur 1. a Welke veranderingen zullen plaatsvinden als het om de samenstelling van huishoudens gaat? De meerpersoonshuishoudens nemen af, de alleenstaanden nemen toe. b Welke begrip uit paragraaf 2 past het beste bij de gegevens uit figuur 1? Gezinsverdunning. c Waardoor daalt de gemiddelde woningbezetting? Maak de zinnen kloppend. Er zijn meer / minder scheidingen, waardoor mensen langer alleen wonen. Jongeren gaan eerder / later het huis uit, maar wonen langer / minder lang zelfstandig. Door de vergrijzing neemt het aantal alleenstaanden toe / af, want mensen blijven langer alleen achter als hun partner sterft. Figuur 1 Veranderingen in de samenstelling van huishoudens in Nederland. meerpersoonshuishouden met kind meerpersoonshuishouden zonder kind eenpersoonshuishouden overig % personen in huishoudens Sommige wijken worden armer 5 a Sommige wijken worden minder aantrekkelijk om in te wonen. Mensen die het zich kunnen veroorloven, trekken weg. Wie trekken weg? Streep steeds het foute antwoord door.

6 Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders mensen met hogere / lagere inkomens mensen met een hogere / lagere opleiding allochtonen / autochtonen b Wat gebeurt er met de voorzieningen in zo n wijk? Winkels sluiten hun deuren, allochtone winkels openen hun deuren. 6 Gebruik bron 3. Kijk ook nog eens naar bron 2 van paragraaf 1. a Vind jij het prettig om in jouw buurt te wonen, is de leefbaarheid in jouw buurt hoog? Ja / Nee, want bijv. ja, want ik woon in een mooi huis en dichtbij is een park. b Streep de foute antwoorden door. In Benoordenhout is de leefbaarheid hoger / lager dan in de Schilderswijk. In Benoordenhout is het percentage mensen met een lager inkomen hoger / lager dan in de Schilderswijk. De Schilderswijk is een armere / rijkere wijk dan Benoordenhout. c Maak de volgende zin af. In wijken met hoge inkomens is de leefbaarheid groter. d Leg uit dat de leefbaarheid kan afnemen in een wijk als de bevolkingssamenstelling verandert. Als er meer mensen met lage inkomens in een buurt komen, kan de buurt verpauperen. Sommige wijken worden rijker 7 Sommige arbeiderswijken verpauperen. In andere arbeiderswijken neemt de leefbaarheid juist toe. a Waarom willen alleenstaanden of paren zonder kinderen in bepaalde arbeiderswijken wonen? Ze liggen dicht bij / ver van het centrum. Er zijn goedkopere / duurdere woningen. Er zijn veel / weinig voorzieningen. b De doorgestreepte woorden bij a horen bij het stadscentrum / een nieuwbouwwijk. Welke huishoudens gaan daar met name wonen? Paren met kinderen. Als er meer mensen met hogere / lagere inkomens komen wonen. Als er veel / weinig voorzieningen in de wijk te vinden zijn. b Hoe groot is de kans dat je eigen woonwijk een probleemwijk wordt? Licht je antwoord toe met behulp van de onderstaande punten. De kans is groot / klein dat mijn woonwijk later een probleemwijk wordt, want: argument 1, soorten woningen: bijv. er staan veel koopwoningen in de wijk. argument 2, inwoners: bijv. er wonen veel mensen met hoge inkomens. argument 3, voorzieningen: bijv. er zijn veel voorzieningen in de buurt van mijn woonwijk. 9 Bekijk figuur 2. Oude arbeiderswijken kunnen zich op twee manieren ontwikkelen. Streep de foute woorden in het schema door. Figuur 2 Verpaupering of meer leefbaarheid? Verpaupering Meer / minder voorzieningen Mensen met hoge / lage inkomens trekken in de wijk De rijkere bevolking trekt weg / vestigt zich hier Oude arbeiderswijken Goedkopere / duurdere woningen dicht bij het centrum Meer alleenstaanden met hogere / lagere inkomens 8 De vraag bij bron 1 luidt: wordt deze wijk later een probleemwijk? a Wanneer kan een wijk een probleemwijk worden? Streep de foute antwoorden door. Als er veel huurwoningen / koopwoningen in de wijk staan. Meer / minder voorzieningen Hogere leefbaarheid 7

7 Casus Eigen omgeving 3 Herinrichting van de wijk 8 1 Bron 1 is een foto die is genomen in de Rotterdamse wijk Katendrecht. a Geef een omschrijving van de bevolking in de wijken die worden gesloopt. Mensen met een lage opleiding, lage inkomens, meer werkloosheid, vaak allochtonen. b Geef een omschrijving van de bevolking die in de nieuwe huizen komt wonen. Bevolking met een hogere opleiding, hogere inkomens, meer autochtonen. c Hoe zou jij het vinden als je moest verhuizen, omdat je woning werd gesloopt? Bijv. vervelend, want hier wonen mijn vrienden en heb ik het naar mijn zin. Probleemwijken 2 Bestudeer bron 3. a Zoek op de kaart van Amsterdam de onderstaande wijken op. Zet achter elke wijk een A (= arbeiderswijk) of een W (= woongebieden ). De Kolenkit: W. De Pijp: A. Flatwijk de Bijlmer: W. b Welke wijken krijgen nu de meeste aandacht van de overheid: de arbeiderswijken of de woongebieden ? De woongebieden In de periode zijn veel flatwijken gebouwd. a De flatwijken zorgden uiteindelijk niet voor een prettige woonomgeving, want: de mensen wilden liever een tuintje voor en achter dan een flat. er was te veel groen aangelegd. in de flats had men weinig contact met de buren. b De inrichting van de flatwijken speelt een rol bij het gevoel van onveiligheid dat mensen er hebben. Leg deze zin uit. In flatwijken zijn de woonkamers niet op straatniveau, waardoor mensen het minder snel in de gaten hebben als er iets gebeurt. Oplossingen 4 In de arbeiderswijken waren de woningen van slechte kwaliteit. In deze wijken heeft veel stadsvernieuwing plaatsgevonden. De woningen werden gesloopt en er werden nieuwe woningen gebouwd (saneren). Sommige woningen werden juist goed opgeknapt (renoveren). a In bron 1 zie je saneren / renoveren. b Bedenk samen met een klasgenoot een argument vóór iedere oplossing en een argument tegen. Vul ze in figuur 1 in. Figuur 1 Saneren of renoveren? Argument voor Argument tegen Saneren Betere huizen Huren gaan omhoog Renoveren Goedkoper voor gemeente Mensen willen andere huizen c Waarvoor kiezen jullie en waarom? Wij kiezen bij stadsvernieuwing voor saneren / renoveren, want bijv. saneren, want daardoor verandert het huizenaanbod echt en trek je makkelijker andere mensen aan. 5 Zet achter elke omschrijving het juiste begrip. Kies uit: saneren renoveren restaureren. We verhuizen drie maanden naar een wisselwoning. Het huis wordt opgeknapt. Daarna gaat de huur helaas wel omhoog. renoveren De flat waar ik ben geboren gaat tegen de vlakte. Er komen nieuwe koophuizen op deze plaats. saneren Het mooie grachtenpand wordt in zijn oude glorie hersteld. De plafonds worden opnieuw gestuukt. Helaas hebben we de oude bakstenen voor de voorgevel nog niet gevonden. restaureren De wijkenaanpak 6 a De gemeente wil met de wijkenaanpak de bevolkingssamenstelling veranderen. Waarom? Door de eenzijdige samenstelling komen de wijken in een neerwaartse spiraal die doorbroken moet worden. b De regering streeft naar gemengde wijken, waar allerlei bevolkingsgroepen naast elkaar wonen. Overleg met een klasgenoot. Wat vinden jullie? Wij zijn daarvoor / daartegen, want bijv. daartegen, want het is fijn om met één groep bij elkaar te wonen. Of: daarvoor, want juist door ver - schillende groepen krijg je een betere mix.

8 Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 7 Bekijk bron 2 en 3. a Wat was de grootste probleemwijk in Amsterdam? De Kolenkit. b In het verleden zijn heel wat mensen erg blij geweest dat ze in de Kolenkit konden gaan wonen. Wie kwam het eerste in de wijk wonen? Zet de volgende woorden op de goede plaats in figuur 2: alleenstaande allochtoon paar met kinderen autochtoon paar met kinderen. c Noteer in figuur 2 ook de volgende jaartallen op de juiste plaats: Figuur 2 Wie kwamen in de Kolenkit wonen? Allochtoon paar Dit huis is veel groter. De kinderen slapen met zijn tweeën op met kinderen / 1980 een kamer en wij hebben een islamitische slagerij en de markt om de hoek. Alleenstaande / 2010 Autochtoon paar met kinderen / 1950 Een woning dicht bij het centrum en vlak bij de ringweg. Met de auto ben ik zo op het werk. Als ik uit wil gaan, ben ik met de fiets zo in het centrum. Eindelijk een eigen huis, niet meer bij onze ouders op zolder. Het huis is ruim en nieuw. 8 Bestudeer bron 2. a In de Kolenkit worden meer / minder woningen gebouwd. Dit staat in het bestemmingsplan. De bebouwingsdichtheid in de Kolenkit wordt hoger, want er worden meer huizen gebouwd dan er gesloopt worden. b In de Kolenkit worden meer woningen gesaneerd / gerenoveerd. c Hoe kan een gemeente de bevolkingssamenstelling van een wijk makkelijker beïnvloeden: door saneren of door renoveren? Licht je antwoord toe. Door saneren, want dan kun je echt andere woningen (groter, luxer) bouwen. 9 Door de wijkenaanpak in de Kolenkit zal het huizenaanbod veranderen (zie figuur 3). a Omschrijf de belangrijkste verandering in het huizenaanbod. Meer en duurdere huur- en koopwoningen. b Wat voor gevolgen heeft dit voor de bevolkingssamenstelling? Er zullen meer mensen met hogere inkomens komen en minder allochtonen en mensen met lagere inkomens. Figuur 3 Verandering in het huizenaanbod in de Kolenkit. Soort huizen Vóór de herinrichting Na de herinrichting Sociale huurwoningen 95% 56% Duurdere huurwoningen 4% 14% Koopwoningen 1% 30% 10 a Bekijk figuur 4. Wat is volgens deze figuur het effect van de wijkenaanpak in de Kolenkit? De tevredenheid over de buurt neemt toe. b Denk je dat Amsterdammers de Kolenkit in de toekomst een aantrekkelijke woonwijk vinden? Ja, want: bijv. er komen betere woningen en meer verschillende inkomens. Nee, want: bijv. de Kolenkit scoort nog een stuk lager dan andere wijken in Amsterdam. Figuur 4 Tevredenheid over de buurt Kolenkit 5,5 5,6 6,0 Amsterdam 7,1 7,2 7,3 11 Moeten we probleemwijken slopen of niet? a Slopen en nieuwbouw is één manier om de leefbaarheid van wijken te vergroten. Welke andere manier ken je? Wijken kunnen ook gerenoveerd worden. b Leg uit waarom een verbeterd huizenaanbod tot een hogere welvaart van wijken kan leiden. Als er betere huizen in een wijk staan, komen er ook rijkere mensen wonen. 12 Streep de begrippen door die niet in het rijtje thuishoren. Bespreek je keuze klassikaal. a brede straten / industrie / groenvoorzieningen / koopwoningen b gezinsverdunning / leefbaarheid / ontgroening / vergrijzing c alleenstaanden / allochtonen / eenoudergezinnen / paren met kinderen d renoveren / restaureren / saneren / verpauperen 9

9 Eigen Examentrainer omgeving 4 Examentrainer Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad. 2p 1 Gebruik bron 1 en 2. Waar vindt tegenwoordig de meeste sanering plaats: in de wijk van bron 1 of die van bron 2? Verklaar je keuze. 2p 2 Gebruik bron 1 en 2. Neem de letters a tot en met d over op je antwoordblad en noteer steeds het juiste woord. In de wijk van bron 1 wonen in vergelijking met de wijk van bron 2: a b c d meer / minder allochtonen. meer hoogopgeleiden / laagopgeleiden. meer mensen met hogere / lagere inkomens. meer / minder alleenstaanden. 2p 3 Gebruik bron 3. In de tabel staat de leeftijdsopbouw van een armere wijk / rijkere wijk. Beargumenteer je keuze, op basis van de bron. 2p 4 Gebruik bron 3. Welk begrip is het meest van toepassing op de tabel met leeftijdsopbouw in bron 3: ontgroening of vergrijzing? Licht je antwoord toe. 2p 5 Gebruik bron 4. Dit is de stadsplattegrond van Alkmaar. In welke twee gebieden zul je het meest waarschijnlijk probleemwijken vinden? Verklaar je keuze. 2p 6 Gebruik bron 4. Welke wijk hoort bij welke uitspraak? Noteer de letter uit de bron. Er blijft één letter over. 1 In deze wijk vind je de meeste winkelvoorzieningen. 2 In deze wijk zijn de verschillen tussen de woningen het kleinst. 3 Deze wijk maakt kans om populair te worden bij jonge stellen zonder kinderen. 4 In deze wijk wonen vooral gezinnen met kinderen. 2p 7 Gebruik bron 5. Bij welk woongebied horen deze cijfers van Amsterdam? Kies uit: het centrum een nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. Beargumenteer je antwoord. 1p 8 Gebruik bron 5. Licht de volgende uitspraak toe: De woningbezetting is gedaald, hoewel de bebouwingsdichtheid is toegenomen. 10

10 Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 3p 9 Gebruik bron 5. Uit deze tabel kun je aflezen dat in de loop van de tijd de volgende zaken hebben plaatsgevonden: a meer ontgroening / vergrijzing; b wel / geen veranderingen in de bebouwingsdichtheid; c meer / minder alleenstaanden dan gezinnen. 1p 10 Gebruik bron 5. Stel dat de wijk van deze tabel de komende jaren gemiddeld rijker wordt. Aan welke leeftijdscategorie zul je dat het beste kunnen merken? Kies uit: jaar jaar jaar. 1p 11 Waarom wonen in armere wijken vaak meer allochtonen dan in rijkere wijken? Kies het juiste antwoord. A Allochtonen hebben door taalachterstand een lagere opleiding en vaak een lager inkomen. B Autochtonen wonen liever in rijkere wijken. C Allochtonen wonen liever in wijken met een hogere bebouwingsdichtheid. D Autochtonen zijn minder vaak alleenstaand. 1p 12 Gebruik bron 6. De Laan van Spartaan is een nieuwbouwproject in Amsterdam. Leg uit dat de Laan van Spartaan een gemengde wijk moet worden. 1p 13 Gebruik bron 6. Welke uitspraak is juist? I De Laan van Spartaan is ontstaan door saneren. II Sportvoorzieningen bevorderen de leefbaarheid in een wijk. A Alleen I is juist. B Alleen II is juist. C Beide zijn juist. D Beide zijn onjuist. 11

11 Nederland en Europa 1 Verschillen in welvaart 1 Bekijk bron 1. a Is er bij jou in de buurt een straat die vergelijkbaar is met deze foto? Licht je antwoord toe. Bijv. ja, de Nieuwlandstraat. Dat is ook een straat waar rijkere mensen komen, maar waar sommige winkels leegstaan. b Wat zegt de foto in bron 1 over de welvaart in Nederland? Nederland is een rijk en welvarend land, maar dat geldt niet altijd voor iedereen. Welvaart meten 2 Welvaart kun je op verschillende manieren meten. Bekijk figuur 1. a Bestudeer de tabel en geef beargumenteerd aan welk land de meeste welvaart kent. Luxemburg, want daar is het bbp per hoofd het grootst en hebben de meeste mensen een auto. b Bepaal op basis van de tabel in figuur 1 welke kenmerken je het beste kunt gebruiken om welvaart te meten. Zet de vier kenmerken in de juiste volgorde. 1 Bbp per hoofd. 2 Auto s per inwoners. 3 Percentage van de bevolking onder de armoedegrens. 4 Bbp. Figuur 1 Welvaartsverschillen in drie Europese landen. Nederland Luxemburg Roemenië Bbp (in miljoen euro) Bbp per hoofd (in euro) Bevolking onder nationale armoedegrens (in %) Aantal auto s per inwoners , a Bekijk figuur 1 nog een keer. Welke twee uitspraken zijn goed? Roemenië heeft een hoger bbp dan Luxemburg. Luxemburg heeft de kleinste bevolking. Luxemburg heeft een laag bbp, maar een hoog bbp per hoofd doordat het een klein land is in oppervlakte. Het bbp geeft een betere indruk van de welvaart van een land dan het bbp per hoofd. b De belangrijkste verklaring voor het verschil tussen bbp en bbp per hoofd is: de bevolkingsomvang van een land. de oppervlakte van een land. het aantal miljonairs in een land. 4 a Lees de volgende uitspraken. I In landen met een hoog bbp per hoofd zijn geen verschillen tussen arme en rijke regio s. Het brp (bruto regionaal product) is overal gelijk. II In landen met een hoog bbp hebben mensen veel gebruiksgoederen zoals auto s. Uitspraak I is fout. Uitspraak II is fout. Beide uitspraken zijn fout. Beide uitspraken zijn goed. b In landen met een laag bbp per hoofd leven meer / minder mensen onder de armoedegrens. Wereldwijd ligt de armoedegrens op een bbp per hoofd van twee dollar per dag / maand / jaar. Verschillen in welvaart 5 Gebruik bron 3. Binnen de EU zijn erg grote verschillen in welvaart. In de rijkste regio Londen verdienen de mensen 290% meer dan het EU-gemiddelde, in de armste regio Nord-Est in Roemenië verdient men 23% van het EU-gemiddelde. a Geef twee argumenten waarom het gebied rond Londen zo rijk is. Veel mensen werkzaam in de diensten, veel kantoren. b De regio Nord-Est in Roemenië zal dicht bij / ver van de hoofdstad liggen, want juist die regio s zijn armer. 6 a Maak van de volgende gegevens in figuur 2 twee cirkeldiagrammen van de beroepsbevolking. b Zet de landen Verenigd Koninkrijk en Roemenië op de juiste plaats in de onderste rij. 7 a Geef een omschrijving van de beroepsbevolking in arme landen. Veel mensen werkzaam in de landbouw, weinig in de diensten. b Geef een omschrijving van de beroepsbevolking in rijke landen. Veel mensen werkzaam in de diensten, weinig in de landbouw. 12

12 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa Figuur 2 Verdeling van de beroepsbevolking. Land A Land B Landbouw 1,6% 41,7% Industrie 25,4% 28,1% Diensten 73,1% 30,2% Cirkeldiagram Land A Land B In de rijkste gemeenten werken meer mensen in de diensten. In rijkere gemeenten is het brp altijd hoger dan in armere gemeenten. Figuur 3 Afwijking van het gemiddeld inkomensniveau per gemeente. Land c Vul in. Hoe meer landbouw, hoe lager Verenigd Koninkrijk Roemenië mensen werkzaam zijn in de het bbp per hoofd is. d Leg uit dat de verschillen in het brp per hoofd in een stad groter zijn dan op het platteland. Bijv. op het platteland doen meer mensen hetzelfde werk. Welvaart in Nederland 8 Vergelijk de welvaart van Nederland met die van andere Europese landen in bron 3. Maak van de volgende landen drie groepen die het beste bij elkaar passen wat betreft welvaart. Groep 1 is de rijkste groep en groep 3 de armste. Bulgarije Denemarken Griekenland Groot-Brittannië Italië Nederland Polen Portugal Roemenië Slowakije Spanje Zweden. Groep 1: Denemarken, Groot-Brittannië, Nederland, Zweden. Groep 2: Griekenland, Italië, Portugal, Spanje. Groep 3: Bulgarije, Polen, Roemenië, Slowakije. 9 a In Nederland bestaan ook verschillen in welvaart. Teken de twee rijkste gemeenten (Wassenaar en Bloemendaal) en de twee armste gemeenten (Pekela en Stadskanaal) in op de kaart van figuur 3. b Welke uitspraken zijn goed? Rond de hoofdstad zijn de inkomens gemiddeld hoger dan in de grensregio s. In de armste gemeenten werken meer mensen in de diensten. gemiddeld zeer laag inkomen gemiddeld laag inkomen gemiddeld hoog inkomen gemiddeld zeer hoog inkomen 10 Bekijk de kaarten in bron 3 en figuur 3 nog eens. a Vergelijk Nederland met Polen, Spanje en Zweden. Geef antwoord op de vraag of Nederlanders rijk zijn. Licht je antwoord toe met twee redenen. Bijv. ja, Nederlanders zijn rijk, want het bbp per hoofd is in vergelijking met Polen en Spanje hoog en de verschillen in brp per hoofd zijn klein. b Vind je het belangrijk dat we in Nederland rijk zijn? Bespreek deze vraag klassikaal. Bijv. ja, want met geld kun je meer dingen doen. Of: nee, want geld maakt niet gelukkig. 11 In Nederland en Europa zijn er welvaartsverschillen. Zet telkens een streep door de regio die er niet bij hoort. a Randstad / Bloemendaal / Pekela / Utrecht b grensregio / hoofdstad / Zuid-Italië c Noord-Europa / Oost-Europa / West-Europa d Roemenië / Bulgarije / Italië / Letland 13

13 Nederland en Europa 2 Verschillen in welzijn 1 Bekijk bron 1. a Leg uit wat bron 1 met het begrip welzijn te maken heeft. Uit de foto blijkt dat de twee mensen meer dan genoeg te eten hebben. b In Nederland blijkt bijna de helft van de bevolking te zwaar te zijn. Waarom start de overheid regelmatig campagnes voor een gezonde leefwijze? Bijv. gezonde mensen zijn minder vaak ziek en leven langer. Welzijn meten 2 a Vul in: armoede analfabetisme en onderwijs levensverwachting. Om welzijn te meten wordt vaak de HDI (Human Development Index) gebruikt. Deze meet de gemiddelde prestaties van een land op het gebied van gezondheidszorg (levensverwachting ), kennis (analfabetisme en onderwijs ) en de levensstandaard (armoede ). b Gezondheidszorg / kennis / de levensstandaard gaat het meest over welvaart, want het gaat over de armoede in een land. Figuur 1 HDI-score voor acht landen. Landen in Europa HDI Landen buiten Europa HDI Nederland 0,910 Bolivia 0,663 Polen 0,813 Suriname 0,680 Portugal 0,809 Mozambique 0,322 Bulgarije 0,771 Indonesië 0,617 3 Tussen landen zijn verschillen in welzijn. a Maak de uitspraken goed af door hoog laag in te vullen en de foute woorden door te strepen. In rijke landen: is het opleidingsniveau hoog ; gaan veel / weinig kinderen dood, de zuigelingensterfte is laag ; worden de mensen wel / niet ouder, de levensverwachting is hoog. b Geef zelf een beschrijving van het welzijn in een arm land, zoals je dat bij vraag a hebt gedaan. In arme landen is het opleidingsniveau lager, de zuigelingensterfte hoger en de levensverwachting lager. c Bekijk figuur 1. Streep de foute woorden door. Hoe hoger / lager de HDI, hoe meer welzijn in een land. Het gemiddelde welzijnsniveau in Nederland is hoog / laag. Het gemiddelde welzijnsniveau in Europa is hoog / laag. De verschillen in welzijn zijn in Europa groot / klein. Verschillen in Nederland 4 Gebruik bron 3. a Hoeveel procent van de Nederlanders geeft aan zeer gelukkig te zijn? 40% of meer. b Wat is volgens jou belangrijker voor geluk: welvaart of welzijn? Licht je antwoord toe. Bijv. welzijn, want als mensen in goede woon- en leefomstandigheden leven, zullen ze zich sneller gelukkig voelen dan wanneer ze veel geld hebben. 5 Gebruik figuur 2. a Autochtonen hebben een hoger opleidingsniveau dan Turken en Marokkanen, want zij zijn slimmer / hebben geen taalachterstand. b Op welke groep lijkt het opleidingsniveau van de Turken en Marokkanen van jaar het meest? Op dat van autochtonen van jaar. c Welke twee uitspraken zijn goed? Meer dan de helft van de allochtonen van jaar heeft alleen basisonderwijs. Meer dan de helft van de autochtonen heeft een opleidingsniveau van mbo 2/havo of hoger. De achterstand van allochtonen in opleidingsniveau wordt steeds kleiner. 6 Gebruik figuur 3. a Geef een omschrijving van de gebieden waarin je er langer dan een uur over doet om een traumacentrum te bereiken. De Waddeneilanden, Zeeland en delen van Friesland. b Wat is de belangrijkste reden dat er in deze gebieden geen traumacentrum is? Er wonen weinig mensen, de bevolkingsdichtheid is er laag. c Heeft figuur 3 vooral met welvaart of met welzijn te maken? Licht je antwoord toe. Met welzijn: het gaat over gezondheidszorg. Dat heeft met leefomstandigheden te maken. 7 a Vroeger gingen de mensen eerder dood dan tegenwoordig, de levensverwachting is toegenomen. 14

14 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa Figuur 2 Verschil in opleidingsniveau tussen autochtonen en Turken / Marokkanen. Autochtonen Turken en Marokkanen Opleiding jaar jaar jaar jaar Basisonderwijs 2% 12% 13% 52% Vmbo / mbo 1 10% 26% 34% 28% Havo / vwo / mbo 2, 3, 4 46% 35% 36% 13% Hoger onderwijs 42% 27% 17% 7% Maar ook de oorzaken waardoor mensen overlijden zijn veranderd. Aan welke oorzaken overlijdt men tegenwoordig in Nederland? Streep de foute antwoorden door: cholera / hart- en vaatziekten / honger / (long) kanker / de pest. b Hoe noemen we de ziekten bij vraag a? Welvaartsziekten. Figuur 3 Reistijd tot het dichtstbijzijnde traumacentrum. Reistijd in minuten minder dan groter dan 40 traumacentrum In arme landen is de levensverwachting lager dan in rijke landen. Onjuist: in Zuid-Europa is de levensverwachting hoger dan in Noord- en West-Europa, terwijl Zuid-Europa armer is. b Vergelijk bron 3 (geluk) met bron 3 uit paragraaf 1 (brp). Noem een voorbeeld van een rijker en een armer land waaruit blijkt dat geluk en welvaart niet met elkaar samenhangen. Bijv. Finland is rijk, maar weinig mensen zijn zeer gelukkig. Portugal is een armer land, maar relatief veel mensen voelen zich er gelukkig. c De levensverwachting is in Oost-Europa lager / hoger dan in West-Europa. Dit komt door: slechtere / betere gezondheidszorg; een gezondere / ongezondere leefwijze; een hoger / lager opleidingsniveau. Verschillen in Europa 8 a Vergelijk bron 2 (levensverwachting) met bron 3 uit paragraaf 1 (bruto regionaal product). Is de volgende uitspraak juist of onjuist? Licht je antwoord toe. 9 a Als je kijkt naar het afgelopen jaar, welk cijfer (van 1 tot 10) zou jij jezelf dan geven om aan te geven hoe gelukkig je bent? Bijv. een 7,5. b Bespreek de antwoorden op vraag a klassikaal. Hoe scoren jullie als klas in vergelijking met bron 3? Bijv. lager, want er waren maar een paar leerlingen die zichzelf een 9 hebben gegeven. 10 Zet de verschillen tussen welvaart en welzijn op een rij door het schema van figuur 4 in te vullen. Figuur 4 Verschillen in welvaart en welzijn. Welvaart Welzijn Hoe meet je dat? Bbp per hoofd HDI Verschillen in Nederland In West -Nederland zijn de inkomens hoger dan in Oost -Nederland. Verschillen in Europa Noord- en West-Europa zijn rijker dan Oost- en Zuid-Europa. Mensen met een hogere opleiding leven ge- zonder dan mensen met lagere opleiding. Mensen in Oost -Europa hebben een lagere levensverwachting de rest van Europa. dan mensen in 15

15 Nederland en Europa 3 Verklaar de Europese verschillen 1 Bekijk bron 1. Je ziet een dakloze jongen in de hoofdstad van Bulgarije: Sofia. Met het plastic bekertje bedelt hij voor geld bij bezoekers van McDonald s. a Waarom is het slim van deze jongen dat hij bij McDonald s gaat bedelen? In Bulgarije kunnen met name de rijkere mensen een bezoek aan McDonald s betalen. b Leg uit waarom deze foto goed aansluit bij het thema arm/rijk van deze module. Juist de rijkere mensen gaan eten bij McDonald s, dat is een goede plek voor de armere om te bedelen. Verschillen binnen Europa 2 In Europa zijn verschillen in welvaart (par. 1) en welzijn (par. 2). a Zet de woorden Noord-, Oost-, Zuid- en West-Europa op de juiste plaats in figuur 1. b De rijkere delen van Europa zijn Noord en West, de armere delen zijn Oost en Zuid. Geef deze volgens de legenda aan in de kaart. c In rijkere delen is het welzijn ook vaak hoger, maar Oost- Europa is het deel dat echt een lager welzijn kent. Geef dit volgens de legenda aan in de kaart van figuur 1. Politieke en economische oorzaken 3 a Zet achter elke omschrijving van het politieke systeem het juiste deel van Europa. Vroegere communistische landen: Oost. Bijvoorbeeld Spanje leefde tot 1975 onder een dictatuur: Zuid. Lange traditie van democratie: Noord en West. Nu zijn alle landen kapitalistisch en democratisch. b De vroegere communistische landen zijn rijker / armer dan de kapitalistische landen, want zij konden meer / minder handeldrijven en daardoor meer / minder investeren in de economie. Figuur 1 Politiek Economie... Noord-Europa democratie diensteneconomie welzijn hoog laag welvaart hoog laag Politiek Economie... West-Europa democratie diensteneconomie Politiek Economie... Oost-Europa... vroeger communisme oude industrieën... Zuid-Europa vroegere dictaturen... Politiek... Economie... veel landbouw 16

16 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa 4 Gebruik bron 2. a Verklaar waarom de EU ook weleens geschreven wordt als EU 27. De EU telt 27 lidstaten. b Maak de juiste combinaties. Kies uit: EU 12 EU 15. A Deze vijftien landen waren als eerste lid van de EU. EU 15. B Na 2004 zijn nog twaalf landen lid geworden van de EU. EU 12. c Zet achter elke uitspraak of deze vooral over de EU 15 of de EU 12 gaat. Communistische landen: EU 12. Kapitalistische landen: EU 15 (en nu ook EU 12). Landen met grotere economische groei: EU 12. Landen met kleinere economische groei: EU 15. Landen in de EU met hoog welzijnsniveau: EU 15. Landen in de EU met lagere welvaart: EU 12. d Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. Is de groei van het brp per hoofd in de EU een gunstige ontwikkeling voor iedereen? Licht je antwoord toe. Bijv. nee, want de één heeft meer van de groei kunnen profiteren dan de ander. Een groeiende bevolking 5 Bestudeer bron 2. a Maak de volgende zinnen goed af. Ierland heeft een bevolkingsgroei / bevolkingsafname, vooral door de migratie. Nederland heeft een bevolkingsgroei / bevolkingsafname, vooral door de natuurlijke bevolkingsgroei. b Omschrijf de verschillen tussen de EU 12 en EU 15. EU 12: bevolkingsgroei / bevolkingsafname door meer sterfte dan geboorte en meer vertrek dan vestiging. EU 15: bevolkingsgroei / bevolkingsafname door meer geboorte dan sterfte en meer vestiging. 6 a Zet voor elke uitspraak een B (= Bulgarije) of een N (= Nederland). N meer immigratie B meer emigratie B meer sterfte meer geboorte N b Nederland heeft een betere gezondheidszorg dan Bulgarije. Streep steeds het foute antwoord. Nederland heeft: betere / slechtere voeding; meer / minder hygiëne; een hogere / lagere levensverwachting; een hogere / lagere zuigelingensterfte; meer / minder kinderen per vrouw. c De vergrijzing zal in de EU 12 sneller toenemen dan in Nederland, want het aantal geboorten is lager en er is meer migratie. 7 Van de EU zijn sinds landen lid. a Het doel van de EU is: vrede, welvaart en vrijheid voor alle burgers brengen. Wat was de belangrijkste reden voor samenwerking vlak na de Tweede Wereldoorlog? Vrede. Wat is nu de belangrijkste reden om samen te werken? Welvaart. b Worden de verschillen in de EU groter of kleiner? Verklaar je antwoord. Bijv. in bron 3 zie je dat de armste regio s de snelste groei kennen, dus worden de verschillen kleiner. 8 Hebben Bulgaarse kinderen dezelfde kansen als kinderen in Nederland? Licht je antwoord toe. Bijv. nee, want in arme landen zijn er minder mogelijkheden voor onderwijs, werk en inkomen. Of: ja, want Bulgarije is ook lid van de EU en dat biedt mogelijkheden om te groeien. 9 Gebruik nogmaals figuur 1. Je hebt de verschillen in welvaart en welzijn al ingetekend in deze kaart. a Geef in figuur 1 voor ieder deel van Europa aan wat de politieke oorzaken zijn voor de verschillen in welvaart. Kies uit: vroeger communisme democratie vroegere dictaturen. b Geef in figuur 1 voor ieder deel van Europa aan wat de economische oorzaken zijn voor de verschillen in welzijn. Kies uit: diensteneconomie veel landbouw oude industrieën. 17

17 Nederland en Europa 4 De invloed van de EU op welvaart en welzijn 1 Bekijk bron 1. a Beschrijf wat er op deze foto te zien is. Een bord waarop staat aangegeven dat een project gefinancierd wordt door de EU. b Onderzoek of er bij jou in de buurt ook van dit soort projecten zijn. Presenteer je bevindingen aan je klasgenoten. Bijv. in Zeeland in de Smitschorrepolder is een voorlichtingsen opleidingscentrum voor glastuinbouw gefinancierd. Meer welvaart en welzijn 2 Bekijk figuur 1. De Europese integratie is in de loop van de tijd veel sterker geworden. Hoe? Maak de goede combinaties. 1C, 2A, 3B Figuur 1 Voordelen van de EU. Kenmerk Voorbeeld 1 Economie A Vrede en stabiliteit 2 Politiek B Vrij verkeer van personen 3 Bevolking C Arbeids- en afzetmarkt van 500 miljoen mensen 3 Gebruik figuur 2. a Vul de volgende tekst in: De EU heeft een grotere afzetmarkt dan de VS en Japan samen. Het bbp in de EU is lager dan dat van de VS en Japan samen. Dat komt doordat het bbp per hoofd in de EU lager is dan in de VS en Japan. b Waarom is een grote arbeids- en afzetmarkt belangrijk voor de inwoners van een gebied? Door een grotere afzetmarkt kunnen er meer producten afgezet worden. c Kijk nog eens naar bron 3 van paragraaf 1. Hoe verklaar je het lagere bbp per hoofd in de EU in vergelijking met het bbp per hoofd in de VS of Japan? Binnen de EU zijn er ook landen met gemiddeld lage inkomens. Figuur 2 Verschillen tussen de grootmachten. Landen EU totaal VS Japan Bbp (x miljard euro) Bbp per hoofd (euro) Bevolking 500 miljoen 295 miljoen 127 miljoen Wordt Nederland rijker van de EU? 4 Door de Europese integratie is de welvaart van landen binnen de EU gestegen. Sommige bronnen geven aan dat de gemiddelde Nederlander door het lidmaatschap van de EU ongeveer euro per jaar meer verdient. a Waarom profiteert Nederland als handelsland vooral van het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en informatie? Voor een handelsland is het belangrijk dat er zo min mogelijk handelsbelemmeringen zijn. b Zijn er ook nadelen van een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en informatie? Bijv. bedrijven verlaten Nederland om zich te vestigen in landen met een lager uurloon. c Wat voor voordelen heb jij zelf door het vrij verkeer van personen binnen de EU? Gemakkelijk reizen, studeren, werken in andere landen. d Gebruik bron 3. Nederland (en andere rijke landen) zijn netto betalers aan de EU. Leg uit dat de welvaart in deze landen toch toeneemt. Door de grotere arbeidsen afzetmarkt is er meer handel. 5 Gebruik bron 4. a Waarom groeit de handel tussen Nederland en Polen sterk sinds 2004? In 2004 trad Polen toe tot de EU. b Waarom stijgt ook de invoer uit Polen sinds 2004 sterk? Noem twee redenen. 1 De productie in Polen is toegenomen, doordat in Polen goedkoper geproduceerd kan worden dan in de EU Ook vanuit Polen kan men gemakkelijker goederen exporteren na de toetreding tot de EU. 6 a In Nederland wonen tegenwoordig veel Polen. Door het vrije verkeer van personen binnen de EU neemt deze groep verder toe. Leg uit waarom dit een voordeel is voor Polen, voor Nederland en voor de migrant zelf. Voor Polen: minder werkloosheid. Voor Nederland: arbeidsmigranten voor banen die Nederlanders niet (willen) doen. Voor de migrant: verdient (meer) geld. 18

18 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa b De komst van grote groepen Polen heeft ook nadelen. Beschrijf deze voor Polen, voor Nederland en voor de migrant zelf. Voor Polen: jonge mensen trekken weg. Voor Nederland: ze zijn concurrenten op de Nederlandse arbeidsmarkt. Voor de migrant: soms worden ze uitgebuit. c Bespreek je antwoorden bij opdracht a en b klassikaal. Tot welke conclusie komen jullie? Er zijn meer voordelen / meer nadelen aan de komst van Poolse migranten, want: bijv. meer voordelen, want Polen leveren een bijdrage aan het Nederlandse bbp. EU-beleid 7 De EU heeft een stimuleringsbeleid voor regionale ontwikkelingsgebieden. a Welke delen van Europa profiteren het meest van het stimuleringsbeleid van de EU? Oost- en Zuid- Europa. Deze gebieden zijn netto betalers / ontvangers van EU-gelden. b Welke gebieden zou jij de meeste steun geven als je de president van de EU was? Bijv. de EU 12-landen, want als die rijker worden, is dat goed voor de hele EU. c Binnen de EU zie je grote verschillen in welvaart. De EU wil welvaart voor iedereen en investeert in de armste / rijkste regio s. Dit doet ze om het concurrentievermogen te verhogen, want zij wil welvaart voor alle inwoners. 8 Gebruik figuur 3.Welk kenmerk hoort bij welk voorbeeld? Maak de goede combinaties. 1B, 2C, 3A Figuur 3 Nadelen van de EU. Kenmerk Voorbeeld 1 Economie A Veel Polen, Roemenen en Bulgaren die hier werken kennen onze taal niet. 2 Politiek B Wij betalen meer aan de EU dan wij krijgen. 3 Bevolking C Macht afstaan aan Brussel. 9 Worden wij rijker van Europa? a Vind jij uitbreiding van de EU een gunstige ontwikkeling? Geef eerst twee argumenten voor en twee argumenten tegen uitbreiding. Trek dan je conclusie. Argumenten voor: Bijv. Nederland kan daardoor meer handelen. Wij kunnen als Nederlanders naar meer landen op vakantie en in meer landen werken of studeren. Argumenten tegen: Bijv. bedrijven kunnen zich snel naar andere landen in de EU verplaatsen. Andere landen ontvangen meer geld van de EU dan Nederland. Conclusie: ik vind de uitbreiding van de EU gunstig / ongunstig. b Bespreek klassikaal de vraag of wij rijker worden van Europa. Noteer hier je eigen standpunt en argumenten. Bijv. we worden rijker, want een handelsland is gebaat bij vrede en een open economie, waar vrij verkeer van goederen, diensten en informatie is. 10 Zet de volgende woorden op de goede plaats in figuur 4: stimuleringsbeleid vrede en stabiliteit aanpassen Europese regelgeving kost geld vertrek vestiging grotere arbeids- en afzetmarkt. Figuur 4 Geeft de EU meer welvaart en welzijn? Armere gebieden (EU 12) Rijkere gebieden (EU 15) Politiek Aanpassen Europese regelgeving Vrede en stabiliteit kost geld Economie Stimuleringsbeleid Grotere arbeids- en afzetmarkt Bevolking Vertrek Vestiging 19

19 Casus 5 De ontwikkeling van Nederland 1 Gebruik bron 1. a Waarom vinden sommige mensen het een schande dat in Nederland een voedselbank bestaat? Nederland is een rijk land en de regering zou ervoor moeten zorgen dat niemand honger heeft. b Waarom staat de voedselbank spullen in te zamelen bij Albert Heijn? Mensen die zelf boodschappen hebben gedaan kunnen spullen geven, voor arme mensen die het nodig hebben. Figuur 1 Hoe gebruik je de Basisbosatlas? Naam Waar? Wat? Bladwijzer Binnenkant omslag Snel opzoeken van gebieden Inhoudsopgave 3-5 Onderwerpen per bladzijde Zaakregister Alfabetische lijst van onderwerpen Namenregister Alfabetische lijst van namen 2 Gebruik figuur 1. In dit werkboek gebruiken we de Basisbosatlas 60e editie. Daar heb je natuurlijk al vaker mee gewerkt. Als je dingen wilt opzoeken in de atlas zijn daarvoor vier manieren. Je ziet ze in de eerste kolom. a Zet in de tweede kolom op welke bladzijde je dit onderdeel kunt vinden in de BB (= Basisbosatlas). b Zet in de derde kolom een korte omschrijving: wat vind je precies op die bladzijden? 3 Bekijk de bronnen in het handboek. a Streep de foute woorden door voor Nederland. B In steden zijn de inkomens gemiddeld hoger / lager dan op het platteland. A Het verschil tussen de levensverwachting voor mannen en die voor vrouwen is de laatste 150 jaar groter / kleiner geworden. b Bij aardrijkskunde vergelijk je onderwerpen en gebieden met elkaar. Dat kun je op twee manieren doen: A aangeven hoe een onderwerp zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld; B aangeven wat de verschillen tussen gebieden zijn voor een onderwerp. Wat hoort waarbij? Zet voor de uitspraken bij vraag a de juiste letter: A of B. 4 Gebruik bron 3. a Beschrijf de ontwikkeling van de beroepsbevolking in Nederland. Het aantal mensen dat in de landbouw werkt, is afgenomen. Het aantal mensen dat in de diensten werkt, is toegenomen. b Welke uitspraken zijn goed? Hoe lager het brp per hoofd is, hoe meer mensen werkzaam zijn in de landbouw. In geen van de noordelijke provincies is het brp hoog. Hoe lager het inkomen, hoe meer werkloosheid. 5 Gebruik bron 6 en 7. a Lees de volgende uitspraken: I Nederlanders worden nu bijna twee keer zo oud als in II In Bulgarije is het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen groter dan in Nederland. Uitspraak I is juist. Uitspraak II is juist. Beide zijn onuist. Beide zijn juist. b Zoek de kaart over zuigelingensterfte in Europa op en vergelijk deze met bron 7. Vul de volgende zin in. Hoe lager de zuigelingensterfte, hoe hoger de levensverwachting. 6 Bekijk in de atlas de kaarten over economie (werken) en zorg in Nederland. a In welke twee provincies is het inkomen in Nederland het hoogst? Noord-Holland en Utrecht. 20

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw 3 + 4 vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen Inhoud 3 vmbo-kgt MODULE 1 Arm en rijk Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 5 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en

Nadere informatie

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1p 1 Welk begrip hoort bij deze omschrijving? Inkomensverschillen tussen gebieden in een land. 2 Neem de letters A, B en C over op je antwoordblad.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting door een scholier 1149 woorden 21 juni 2004 5,3 162 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk

Nadere informatie

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist Bevolking Waar zit iedereen? Waar zit iedereen? Bevolkingsspreiding Vraag 1 van 9 Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist B. Onjuist De manier waarop de bevolking over een gebied

Nadere informatie

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

DE WERELD VAN DE GROTE STAD DE WERELD VAN DE GROTE STAD VIER KENMERKEN VAN HET BEGRIP STAD Een bepaalde omvang, per land verschillend Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied Een beroepsbevolking die

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door M. 1649 woorden 1 juni 2013 5, 105 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 2, Nederland verandert Paragraaf 1, Amsterdam, de

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Zekerheden over een onzeker land

Zekerheden over een onzeker land Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING kaarten 1 en 2 Spreiding allochtonen in Den Haag kaart 1 kaart 2 uit Indonesië totaal

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1. Opdracht Expert Overheidsbeleid Het crisisteam is samengesteld. Jij bent als expert overheidsbeleid ingevlogen om vast te stellen wat de overheid doet om ruimtelijk ongelijkheid te verminderen. De deskundigheid

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout Antwoorden Aardrijkskunde H bevolking.7 t/m.9 en workitout Antwoorden door een scholier 49 woorden april 08,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk Bevolking - antwoorden.7

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

1 Amsterdam, de opbouw van een stad

1 Amsterdam, de opbouw van een stad 1 Amsterdam, de opbouw van een stad 1 2 a Met de handel in specerijen in Oost-Indië. b Er waren nog geen moderne vervoermiddelen dus moesten de arbeiders naar de fabriek lopen. c Er kwamen regels voor

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU? Instructie: Wat weet je van de landen van de EU? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen gaan in tweetallen aan de slag en krijgen een werkblad. Welk land hoort bij de omschrijving? Elke lidstaat van

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden door een scholier 1209 woorden 24 februari 2013 4,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Discovery 1: Noord- Europa IJsland

Nadere informatie

De Geo. 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. www.degeo-online.nl. 1ste druk

De Geo. 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. www.degeo-online.nl. 1ste druk De Geo 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 2 www.degeo-online.nl 1ste druk 2 De toekomst van Nederland Start 1 a Onbereikbaarheid Randstad; vergrijzing; waterberging op de

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 De gemeenschap van mijn overgrootvader vormt een van oudste minderheidsgroepen

Nadere informatie

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni 2008 5,5 10 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde INLEIDING Deze P.O. bestaat uit hoofd- en deelvragen. Ik ga dit onderzoek uitvoeren in mijn eigen omgeving;

Nadere informatie

De trek naar de stad 1. Wonen in Lagos 2. Blad 1. Mega Enorm groot. Een megastad is een enorm grote stad.

De trek naar de stad 1. Wonen in Lagos 2. Blad 1. Mega Enorm groot. Een megastad is een enorm grote stad. 5 Lastige woorden Blad De trek naar de stad Mega Enorm groot. Een megastad is een enorm grote stad. Uitkering Geld dat je krijgt van de regering, bijvoorbeeld als je niet kunt werken. Voorbehoedsmiddel

Nadere informatie

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni 2009 6,1 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2.1 Migratie Wat is migratie? migratie = van woonplaats veranderen Als je let op de

Nadere informatie

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren.

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren. Praktische-opdracht door Mere 1507 woorden 11 juni 2015 7 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Stap 2 Een wijk kiezen Wij kozen de Binnenstad! Dit leek ons een interessante wijk om te

Nadere informatie

a) Waar denk je aan bij het begrip welzijn? Noteer zoveel mogelijk woorden in het onderstaande woordweb. Welzijn

a) Waar denk je aan bij het begrip welzijn? Noteer zoveel mogelijk woorden in het onderstaande woordweb. Welzijn Hoe gelukkig zijn we? In het leven heeft iedereen geluk centraal staan. Maar wat betekent dat nu eigenlijk: gelukkig zijn? Welke elementen bepalen nu eigenlijk of je nu wel of niet gelukkig bent?. Ieder

Nadere informatie

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B. In jouw stad of dorp zijn er vast wel wijken waar mensen met wat hogere inkomens wonen en wijken waar mensen met wat lagere inkomens wonen. Er wordt beweerd dat mensen met een hoger inkomen meer en verder

Nadere informatie

VERSCHIL ZAL ER ZIJN AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW. tussen buurten, wijken en regio s in Nederland

VERSCHIL ZAL ER ZIJN AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW. tussen buurten, wijken en regio s in Nederland AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW VERSCHIL ZAL ER ZIJN tussen buurten, wijken en regio s in Nederland 1. Inleiding... 1 2. Verschillen lokaal... 2 3. Verschillen regionaal... 5 Limburg loopt leeg... 5 Verandering

Nadere informatie

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin. Meander Samenvatting groep 6 Thema 5 Allemaal mensen Samenvatting Stedenbouw Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier opgebouwd. In het midden ligt de binnenstad of het centrum. Rondom het centrum

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II LEEFBAARHEID EN ZORG IN STEDELIJKE EN LANDELIJKE GEBIEDEN figuur 2 Woningen in de vier grote steden naar eigendom per 1 januari 2000 in procenten Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht X Y Z Nederland Het

Nadere informatie

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1. Antwoordmodel: Expert Overheidsbeleid Het crisisteam is samengesteld. Jij bent als expert overheidsbeleid ingevlogen om vast te stellen wat de overheid doet om ruimtelijk ongelijkheid te verminderen. De

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52440 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij Explicitering bij de eindtermen aardrijkskunde Van toepassing bij centraal examen 2006 Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden KB en GL/TL De kandidaat kan Eindterm 1 de woon- en leefsituatie

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Waarom hebben rijkere mensen minder kinderen?

Waarom hebben rijkere mensen minder kinderen? Waarom hebben rijkere mensen minder kinderen? Voordat je aan de opdrachten begint is het de bedoeling dat je eerst het filmpje bekijkt over Acatsya uit Kirgizië (bron 1). Kirgizië is een land in Centraal-Azië.

Nadere informatie

Armoede in Nederland vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63397

Armoede in Nederland vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63397 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/63397 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau Voor de docent Inhoud In 214 en 215 maakte de olieprijs in de een vrije val: in juli 214 kostte een vat olie nog ruim 1 dollar, in januari 215 nog maar 47 dollar. De prijs is sindsdien wel weer iets gestegen,

Nadere informatie

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin. Meander Samenvatting groep 6 Thema 5 Allemaal mensen Samenvatting Stedenbouw Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier opgebouwd. In het midden ligt de binnenstad of het centrum. Rondom het centrum

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Feiten voor koplopers

Feiten voor koplopers Feiten voor koplopers 1 e MBO Koplopersoverleg Amsterdam, 25-10-2011 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Feiten 2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2 miljoen)

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

-Per dag ongeveer 200 mensen erbij (515 baby s maar er sterven 375 mensen)

-Per dag ongeveer 200 mensen erbij (515 baby s maar er sterven 375 mensen) Samenvatting door Saskia 1335 woorden 8 april 2014 7,5 16 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2.1 Vergrijzing en ontgroening De bevolking groeit -Bevolkingsteller (CBS = Centraal Bureau voor

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerweg: TL Klas: 3 Vak: Aardrijkskunde Methode: De Geo Toetsnr 3.1.1 Arm en rijk H1 + Atlasopdrachten Wat moet je voor de toetsing doen? Weet hoe de verschillen ontstaan tussen arm en rijk in NL, VS en

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK Inhoudsopgave 8 Nederland 1900-191 Module 1 Nederland en Indonesië HET CULTUURSTELSEL NEDERLAND BREIDT ZIJN INVLOED UIT HET NATIONALISME 6 50

Nadere informatie

Mijn wijk vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82609

Mijn wijk vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82609 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82609 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Nederland en europa vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Nederland en europa vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82614 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze Profit Europa is een van s werelds meest welvarende regio s en heeft een van de grootste interne markten. Deze positie wordt echter bedreigd door de snelle opkomst van Azië, maar ook door het steeds groter

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een

Nadere informatie

Armoede in Nederland hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Armoede in Nederland hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52445 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 Probleemwijken Groot aandeel sociale huurwoningen Slechte kwaliteit woonomgeving Afname aantal voorzieningen Toename asociaal gedrag Sociale en etnische spanningen

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door L. 989 woorden 30 november 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AK HOOFDSTUK 1. VWO 2. Primaire sector: landbouw, visserij, mijnbouw, jacht. Secundaire sector: industrie,

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria Nigeria 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria Marèl Smit & Anne Jekel H3T3 1.Bevolking en welvaart in Nigeria Nigeria

Nadere informatie

Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa

Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa Inleiding In deze opdracht gaan we de invloed van de EU vergelijken. De vergelijking wordt gemaakt tussen twee landen: Nederland en Spanje. We nemen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Stad en Land hv onderbouw WERKBLAD

Stad en Land hv onderbouw WERKBLAD kenmerken Stad en Land hv onderbouw WERKBLAD Opdracht 1 Bekijk de foto. Wat zie je? Schrijf je eerste indruk op: Streep nu door wat NIET van toepassing is op deze foto: platteland stad nieuw oud centrum

Nadere informatie

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd 2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun

Nadere informatie

Spijkerkwartier. Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Spijkerkwartier Gemeente Arnhem

Spijkerkwartier. Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Spijkerkwartier Gemeente Arnhem Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Gemeente Inhoud : Oppervlakte en Bodemgebruik Bevolking naar geslacht Bevolking naar leeftijd Bevolking naar etnische groepen Huishoudens Bevolkingsontwikkeling Woningvoorraad

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door L. 382 woorden 27 juni 206 0 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H3 Par 2 Een stad heeft 4 kenmerken: - een bepaalde, per land verschillende omvang;

Nadere informatie

MINDER ARMOEDE MILLENNIUMDOEL 1. Beantwoord de volgende vragen en gebruik daarbij de kaart MINDER ARMOEDE.

MINDER ARMOEDE MILLENNIUMDOEL 1. Beantwoord de volgende vragen en gebruik daarbij de kaart MINDER ARMOEDE. MILLENNIUMDOEL 1 MINDER ARMOEDE kaart MINDER ARMOEDE. 1. Wat betekent de extreme armoedegrens? 2. In welk werelddeel liggen de meeste landen waar mensen onder de armoedegrens van 1,25 dollar per dag leven?

Nadere informatie

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

De hereniging van Duitsland

De hereniging van Duitsland De hereniging van Duitsland 9 november is voor onze oosterburen een bijzondere dag. Op die dag in 1989 viel namelijk de Berlijnse muur en die ingrijpende gebeurtenis wordt nog steeds elk jaar in het hele

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Migratie en vervoer Opgave 1 Segregatie en integratie 1 maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat: op nationale schaal er een concentratie in het westen

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE CSE BB

AARDRIJKSKUNDE CSE BB Examen VMBO-BB 2006 tijdvak 2 woensdag 21 juni 9.00-10.30 uur AARDRIJKSKUNDE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Eindtoets hoofdstuk 1

Eindtoets hoofdstuk 1 WERELDWIJS 1 VMBO-BK 1 DE WERELD ONTDEKKEN MET DE ATLAS EINDTOETS Eindtoets hoofdstuk 1 1 Hoe zoek je in de atlas? Noteer het juiste hulpmiddel. Kies uit: het namenregister de bladwijzer het zaakregister.

Nadere informatie

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007 Fact sheet nummer 2 maart 2007 Autochtonen in Amsterdam De samenstelling van de Amsterdamse bevolking is de laatste jaren sterk veranderd. Het percentage autochtonen neemt af; het percentage allochtonen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II Eindexamen aardrijkskunde havo 000-II 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Maximumscore de aantrekkingskracht van Frankrijk als voormalig koloniaal moederland / de gemeenschappelijke taal Maximumscore Uit

Nadere informatie

Welzijn vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Welzijn vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 November 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82615 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus Inleiding In het eerste jaar van Geogenie ben je begonnen vanuit België naar de wereld te kijken. In het tweede jaar heb je veel geleerd over Europa en in

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Oog in Al

Praktische opdracht Aardrijkskunde Oog in Al Praktische opdracht Aardrijkskunde Oog in Al Praktische-opdracht door een scholier 2986 woorden 28 januari 2003 3,4 14 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Korte inleiding: Oog in Al heeft die naam gekregen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I Eindexamen aardrijkskunde havo 000-I 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Uit het antwoord moet blijken dat in de centrale stad (Amsterdam) het percentage 75-plussers afneemt, terwijl dit percentage in

Nadere informatie

1. Noem twee andere projecten dan het Designer Outlet Center die goed zijn voor de economie van Roermond. 2. Ga naar

1. Noem twee andere projecten dan het Designer Outlet Center die goed zijn voor de economie van Roermond. 2. Ga naar Roermond is in de 20 ste eeuw had veel werkloosheid en een zwakke economie. Dat betekend dat er veel mensen geen werk hadden. Ook was er weinig geld voor groei en ontwikkeling. 1. Noem twee andere projecten

Nadere informatie

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas:

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas: DE EUROPESE UNIE MAVO 2 2016 Naam: Klas: INLEIDING De Eerste Wereldoorlog vernietigde grote delen van Europa en de wereld. Nog nooit had een strijd tussen landen voor zoveel doden, gewonden, materiële

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. Deze wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. De wijk telt bijna

Nadere informatie

8 6 Samenwerking in de wereld. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog.

8 6 Samenwerking in de wereld. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog. Dirk komt thuis. Dirk heeft gewonnen met voetballen. Hij is heel blij. Maar dan ziet hij zijn moeder. Zijn moeder kijkt niet blij. De moeder van Dirk denkt

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl I

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl I LEEFBAARHEID EN ZORG IN STEDELIJKE EN LANDELIJKE GEBIEDEN kaarten 4, 5, 6 en 7 kaart 4 kaart 5 kaart 6 kaart 7 foto s 3, 4, 5 en 6 foto 3 foto 4 Een stadswijk in Alkmaar Een stadswijk in Alkmaar - 1 -

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006 Grote steden in demografisch perspectief WPRB Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken WPRB Ingesteld door de minister van OCW Vinger aan de

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k DE STAD Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k Inhoud Introductie... 2 Ruimteverdeling... 3 Bouwstijl... 5 Het stadswapen... 7 Onderzoek en presentatie... 12 Beoordelingscriteria...

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie