NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN. éénmeting landelijk onderzoek, juni
|
|
- Pieter-Jan Bauwens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN één landelijk onderzoek, juni
2 1-METING DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIAAL DOMEIN Juni 2015 Inhoudsopgave Achtergrond bij het onderzoek 2 Belangrijkste uitkomsten.3 Professionele hulp of zorgontvangers 6 Waardering professionele hulp 8 Zelfredzaamheid..13 Mantelzorg en vrijwillige hulp..19 Sociale wijkteam en keukentafelgesprek 20 De decentralisaties: kennis en meningen..25 Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 1
3 ACHTERGROND BIJ HET ONDERZOEK Sinds 1 januari dit jaar is er veel veranderd in de zorg. Sommige taken die eerst bij de Rijksoverheid of bij de provincie lagen, zijn taak van de gemeenten geworden. Het gaat om de jeugdzorg, zorg voor langdurig zieken of ouderen en de zorg voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze drie grote decentralisaties zijn sinds 1 januari 2015 van kracht. Doel van het onderzoek I&O Research volgt in samenwerking met Zorg+Welzijn, het vakblad dat professionals in het sociaal domein ondersteunt de ontwikkelingen met longitudinaal onderzoek. Het onderzoek heeft tot doel het in kaart brengen en in de tijd volgen van wat de invloed is van de decentralisaties op: de zelfredzaamheid van burgers in relatie tot professionele hulp en de overheid de tevredenheid met (de kwaliteit van) de geboden professionele hulp en zorg De vragenlijst start met de vraag of Nederlanders te maken hadden met 16 situaties in het sociaal domein (zelf of hun omgeving), sinds 1 januari 2015 (1-1 ). Daarna is onder andere gevraagd naar de mate waarin men bij deze situaties in deze periode hulp kreeg van professionals en/of van naasten, de waardering van de professionele hulp, de zelf ingeschatte zelfredzaamheid en hun houding ten aanzien van en vertrouwen in de decentralisaties in het sociaal domein. In de één is speciale aandacht besteed aan de sociale wijkteams en keukentafelgesprekken. Verantwoording I&O Research voerde de nul uit in december 2014 en de één in mei In de nul werkten en in de één respondenten mee aan het onderzoek. (In december 2015 volgt de twee.) Het onderzoek is uitgevoerd in het I&O Research Panel. Het I&O Research Panel is geworven op basis van aselecte personen- en huishouden-steekproeven op traditionele manier (geen zelfaanmelding). De respondenten hebben geen financiële vergoeding gehad voor hun aanmelding voor het panel. Ook voor deelname aan dit onderzoek kregen respondenten geen vergoeding. De onderzoeksresultaten zijn na herweging op leeftijd, geslacht, opleiding en regio representatief voor alle Nederlandse inwoners (18-89 jaar). Dit is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. I&O Research I&O Research is een bureau voor beleids- en marktonderzoek. I&O Research is het achtste marktonderzoekbureau van Nederland. In de publieke sector behoort I&O Research tot de top drie. I&O Research heeft vestigingen in Enschede, Hoorn en Nieuwegein. I&O Research is lid van de MarktOnderzoeksAssociatie (MOA), maakt deel uit van de Research Keurmerk Groep en onderschrijft de internationale ICC/ESOMAR gedragscode voor markt- en sociaalwetenschappelijk onderzoek. I&O Research is ISO 9001 en ISO gecertificeerd. Het I&O Research Panel is ISO gecertificeerd. Dit is de norm voor online Access Panels. Noot voor redacties Het overnemen van uitkomsten uit deze publicatie is alleen toegestaan met expliciete vermelding van I&O Research als bron. 1 In de 0- gingen de vragen over heel Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 2
4 BELANGRIJKSTE UITKOMSTEN Conclusies na vijf maanden: tevredenheid over kwaliteit zorg neemt licht af De eerste ná de nul in december 2014 wijst uit dat Nederlanders die de eerste vijf maanden van 2015 cliënt waren in het sociaal domein minder tevreden zijn over de ontvangen zorg dan in De zorg wordt met een 7,3 weliswaar nog steeds als ruim voldoende beoordeeld, maar het wás een 7,7. Een significante daling van 0,4 punten. Het aandeel dat een onvoldoende gaf steeg van 9 naar 12 procent. Mensen geven een onvoldoende om redenen die de decentralisaties nu juist moesten wegnemen: te veel organisaties die niet goed samenwerken en steeds dezelfde gegevens moeten doorgeven. Tabel 1 Belangrijkste parameters 0- en 1-0-METING 1-METING Basis 2 : Allen Allen Maakte 1 van de 16 sociaal domein situaties mee (zelf of naaste) 56% 53% ZELF Maakte zelf 1 van de 16 sociaal domein situaties mee 33% 31% Kreeg zelf professionele hulp (basis: situatie meegemaakt) 63% 58% Kreeg zelf professionele hulp (basis: allen) 21% 18% Waardering professionele hulp 7,7 7,3 Zelfredzaamheid t.o.v. professionele hulp/zorg 6,9 7,0 Contact met sociaal wijkteam (basis: zocht professionele hulp) 10% Waardering sociaal wijkteam 6,9 Keukentafelgesprek gehad (basis: zocht professionele hulp) 14% Waardering keukentafelgesprek 6,4 NAASTE Naaste maakte 1 van de 16 sociaal domein situaties mee 35% 33% Naaste kreeg professionele hulp (basis: situatie meegemaakt) 84% 81% Naaste kreeg professionele hulp (basis: allen) 29% 27% Waardering professionele hulp voor naaste 7,2 7,0 Vooral lagere waardering en onduidelijkheid in de jeugdzorg De waardering voor de geboden professionele hulp daalde vooral onder mensen die hier een beroep op deden vanwege situaties die te maken hadden met jeugd en jongeren met problemen of hulpvragen. Hier worden ook de laagste scores genoteerd (veelal lager dan een 7). Het zijn ook de mensen waarvan de kinderen een probleem ervaren die het vaakst iets zeggen te hebben gemerkt van de decentralisaties. Gemiddeld zegt 15% van de Nederlanders zelf ( aan den lijve ) iets te hebben gemerkt van de veranderingen, bij de jeugdzorg-situaties ligt dat tussen 30% en 40%. De jeugdzorg lijkt ook te weinig duidelijkheid te verschaffen aan (potentiële) cliënten. Het aandeel Nederlanders (in het algemeen) dat goed weet wat er verandert door de decentralisaties daalde van 44 procent in december naar 40 procent nu. Deze daling komt bijna geheel voor rekening van degenen die te maken hadden met situaties in de jeugdzorg. 2 Basis = alle Nederlanders, tenzij anders vermeld. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 3
5 Hier daalde het aandeel dat goed op de hoogte is van rond de 50 procent naar 40 procent of lager. In de andere domeinen zien we deze daling niet. Zoals een cliënt het zelf uitdrukt: Waar vroeger hulp via Jeugdzorg werd verleend, gebeurt dat nu door een team dat nog niet precies weet hoe het is georganiseerd. Het is voor mij onduidelijk wat Jeugdzorg is geworden. Sociale wijkteams Het sociale wijkteam dient een centrale rol te spelen in de zorg aan burgers door gemeenten. In een sociaal wijkteam werken professionals uit verschillende zorg- en welzijnsdisciplines samen aan oplossingen voor vragen en problemen rond ziekte en beperking, zelfstandig wonen en voorzieningen. Het sociale wijkteam neemt in de hoofden van de Nederlanders echter nog lang niet deze centrale plek in. Enerzijds denkt nog maar een klein deel van de Nederlanders aan het sociale wijkteam als zich een probleem aandient. Het is nog niet top of mind. Anderzijds zijn degenen die er wel mee in contact kwamen óf erg tevreden, óf erg ontevreden. Indien Nederlanders gevraagd wordt waar men als eerste zou aankloppen indien zich een probleem in de jeugd- of ouderenzorg zou aandienen, zou men niet als eerste naar het sociale wijkteam, maar naar de huisarts, thuiszorg, psycholoog of Bureau Jeugdzorg stappen. Alleen bij psychische hulp voor ouderen is het wijkteam met 14% een van de instanties waar Nederlanders aan denken (na de psycholoog, maatschappelijk werker en huisarts). Van degenen die hulp of zorg zochten had 10 procent daadwerkelijk contact met het sociale wijkteam 3 van de gemeente. Zij beoordelen de hulp die zij van het wijkteam/buurtteam kregen met een 6,9. Een op de vijf (20%) geeft een onvoldoende. Zij geven een onvoldoende omdat er te weinig specialistische kennis aanwezig is, het lang duurde voordat ze werden geholpen, er niet goed samengewerkt werd en zij steeds dezelfde gegevens moesten geven. We zien een sterke verdeeldheid in de waardering van het wijkteam: een relatief groot deel (9%) geeft een 1 of een 2, maar meer dan de helft geeft een 8 of hoger. De relatief lage scores voor het wijkteam (zowel op top-of-mind-awareness als tevredenheid) kunnen duiden op startproblemen en kinderziektes, in elk geval brengen ze nu nog niet waarvoor ze zijn opgericht: meer en betere regie van de verschillende zorgverleners en minder kastje-naar-de-muur - beleving bij de cliënten. De bekendheid en profilering van de wijkteams dient vergroot te worden en de kwaliteit van de geboden hulp en zorg kan beter. Keukentafelgesprek In een keukentafelgesprek achterhalen burgers die een hulpvraag hebben samen met de gemeente of ze in aanmerking komen voor ondersteuning vanuit de gemeente. Wat heeft iemand nodig? Wat kan hij zelf doen? Wat kan zijn omgeving doen? En wat zou de gemeente kunnen doen? 3 Informatie bij de vraag: In een sociaal wijkteam werken professionals van verschillende zorg- en welzijnsorganisaties samen zoals de wijkverpleegkundige, opbouwwerker, maatschappelijk werker, WMO-consulent en ouderenadviseur. Samen met bewoners in de wijk zoekt het sociaal wijkteam naar praktische oplossingen voor vragen en problemen rond ziekte en beperking, zelfstandig wonen en voorzieningen. Het sociale wijkteam wordt ook wel genoemd: Wijkteam, Buurtteam, Jeugdteam Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 4
6 Van degenen die hulp of zorg zochten heeft 14 procent een zogenaamd keukentafelgesprek gehad. Het gesprek wordt met een 6,4 beoordeeld, 27 procent geeft een onvoldoende. Ook hier is de klacht vaak dat er niet goed wordt geluisterd, er te weinig specialistische kennis aanwezig is en men steeds het verhaal opnieuw moest vertellen. De mensen die wel zorg of hulp kregen naar aanleiding van het gesprek beoordelen het gesprek aanzienlijk hoger (7,2) dan degenen die deze zorg of hulp niet kregen (3,6). Vertrouwen in verbetering dankzij decentralisaties in toekomst laag maar licht gestegen Nog steeds hebben Nederlanders er weinig vertrouwen in dat de zorg en hulp ná de decentralisaties op termijn beter zal zijn dan daarvóór. Het aandeel dat hier geen of weinig vertrouwen in heeft bleef staan op 54 procent. Een lichtpuntje is dat het aandeel mensen dat er wel vertrouwen in heeft dat de decentralisatie van zorgtaken naar de gemeenten de zorg op termijn zal verbeteren licht is gestegen: van 13% naar 17% van alle Nederlanders. De decentralisatie-index een index die een combinatie van tevredenheid met hoe het was en vertrouwen in hoe het wordt uitdrukt is met één punt gedaald: van 42 in december naar 41 nu. Dit komt doordat naast de lichte stijging van het vertrouwen de tevredenheid over de geleverde zorg in 2015 is gedaald. Het lijkt er op dit moment op dat er een schifting onder de betrokkenen plaatsvindt: een deel van de Nederlanders heeft minder goede ervaringen opgedaan, raakt ontevreden en krijgt niet meer vertrouwen. Een ander (kleiner) deel blijft even tevreden en krijgt ook (iets) meer vertrouwen. Het is nu aan de gemeenten, de sociale wijkteams en de professionele hulpverleners het vertrouwen te doen toenemen en de tevredenheid niet verder te laten dalen. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 5
7 1. PROFESSIONELE HULP OF ZORG ONTVANGEN Het aandeel mensen dat in de eerste vijf maanden van 2015 te maken had met een van de 16 situaties die gelieerd zijn aan de transities in het sociaal domein en daarbij hulp of zorg kreeg van professionals is min of meer gelijk aan In december kreeg 63 procent zelf hulp of zorg (21% van alle Nederlanders), nu is dat 58 procent (18%) van allen. De daling laat zich zien bij vrijwel alle situaties en is significant. Het aandeel mensen waarbij familie of vrienden te maken had met een van de zestien situaties en die professionele hulp kregen was tijdens de nul 84 procent (29% van allen) en bij de één 81 procent (27% van allen). Op basis van de één is echter niet te zeggen of men daadwerkelijk minder vaak hulp krijgt, aangezien de één betrekking had op een kortere periode (de eerste 4,5 maand van 2015) dan de nul (heel 2014). Of daadwerkelijk minder Nederlanders zorg ontvangen zal moeten blijken uit de twee (december 2015). Tabel 2 Al dan niet professionele hulp of zorg ontvangen 0-METING 1-METING Basis 4 : Allen Allen ZELF OF GEZIN Maakte zelf 1 vd 16 sociaal domein situaties mee 33% 31% Kreeg zelf professionele hulp (basis: situatie meegemaakt) 63% 58% Kreeg zelf professionele hulp (basis: allen) 21% 18% FAMILIE OF VRIENDEN Naaste maakte 1 vd 16 sociaal domein situaties mee 35% 33% Naaste kreeg professionele hulp (basis: situatie meegemaakt) 84% 81% Naaste kreeg professionele hulp (basis: allen) 29% 27% Van de mensen die geen hulp kregen, noch voor zichzelf noch voor een naaste, heeft 16 procent wel hulp gezocht maar niet gekregen. In tabel 3 zien we de belangrijkste redenen waarom mensen die hulp zochten geen hulp kregen: vaker dan in de nul omdat de instelling of de overheid (de gemeente) vond dat hij of zij die hulp niet nodig had. Tabel 3 Top 3 van redenen waarom mensen die hulp zochten geen hulp kregen 0-METING 1-METING 1. De overheid vond dat ik geen hulp nodig had 16% 27% 2. Te hoge kosten 10% 10% 2. Ik werd steeds doorverwezen maar kreeg geen hulp 9% 10% Weet niet 23% 19% 4 Basis = alle Nederlanders, tenzij anders vermeld. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 6
8 In tabel 4 de belangrijkste redenen waarom mensen geen hulp zochten. Tabel 4 Top 3 van redenen waarom mensen geen hulp zochten 0-METING 1-METING 1. Toch geen hulp nodig 20% 29% 2. Genoeg hulp van naasten 32% 21% 3. Weet niet 19% 16% Zorgontvangers ontvangen per saldo iets minder zorg Van de groep mensen die de afgelopen vijf maanden te maken had met een van de situaties kreeg 44% ook vóór 1 januari 2015 professionele zorg. Van deze groep krijgt 10 procent nu geen professionele hulp meer en 30 procent geeft aan minder professionele hulp te ontvangen. Daarentegen geeft 10 procent aan juist meer professionele hulp te krijgen. Bij de overige 50 procent is de zorg gelijk gebleven. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 7
9 2. WAARDERING PROFESSIONELE HULP Waardering gedaald De gemiddelde waardering voor de professionele hulp is gedaald van een 7,7 naar een 7,3. Het aandeel dat een onvoldoende geeft steeg van 9 naar 12 procent. Ook de waardering voor de professionele hulp aan naasten is gedaald, van een 7,2 naar een 7.0. De daling is hier minder sterk, maar laat dezelfde richting zien. Hier geeft 15 procent een onvoldoende (was 12%). Tabel 5 Waardering hulp of zorg (basis: zelf of naaste hulp ontvangen) 0-METING 1-METING Basis 5 : Allen Allen Waardering professionele hulp (zelf/gezin) 7,7 7,3 Aandeel onvoldoendes 9% 12% Waardering professionele hulp aan naaste 7,2 7,0 Aandeel onvoldoendes 12% 15% De waardering daalde vooral onder mensen die een beroep deden op de professionele zorg vanwege onderstaande situaties of problemen: Tabel 6 Situaties met sterkste (en significante) daling waardering (basis: zelf hulp ontvangen) 0-METING 1-METING Hulpmiddelen nodig 7,8 7,2 Kind gedragsproblemen 7,7 7,1 Volwassene verst. Beperking 7,8 7,2 Kind fysieke problemen/langdurige ziekte 7,5 6,9 Eenzaamheid 7,5 6,9 Financiële problemen 7,6 6,9 Afstand tot arbeidsmarkt 7,6 6,9 Moeite met opvoeding 7,4 6,7 Kind problemen met justitie 6 7,4 5,6 Het valt op dat vooral de waardering voor de zorg aan jeugd en jongeren met problemen laag scoort en dat hier ook forse dalingen worden genoteerd. 5 Basis = professionele hulp ontvangen 6 Kleine substeekproef (n=36) dus voorzichtigheid bij interpretatie is geboden. Verschil is significant. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 8
10 Onvoldoendes: organisaties werken niet goed samen Waarom geeft men een onvoldoende? Vooral omdat te veel organisaties niet goed samenwerken (fors gestegen: van 26% naar 38%) en omdat steeds dezelfde gegevens moeten worden gegeven (gestegen van 17% naar 25%). Het aandeel dat aangeeft dat er niet goed werd geluisterd is licht gedaald (van 44% naar 36%). Van de mensen die een onvoldoende geven heeft een kwart contact gehad met het sociale wijkteam en 20 procent had een keukentafelgesprek. Ook zij geven aan dat te veel organisaties niet goed samenwerken en dat steeds dezelfde gegevens moeten worden gegeven. Ook het aandeel onvoldoendes voor de professionele hulp aan naasten is gestegen, van 12% naar 15%. De redenen waarom een onvoldoende wordt gegeven zijn vergelijkbaar met die bij de zorg en hulp die men zelf heeft ontvangen, maar de verschuivingen zijn minder groot. Tabel 7 Redenen waarom mensen een onvoldoende geven voor de hulp die zij of hun naasten kregen ZELF PROFESSIONELE HULP GEKREGEN NAASTE PROFESSIONELE HULP GEKREGEN Te veel organisaties die niet goed samenwerken 26% 38% 48% 45% Er werd niet goed naar me (hem/haar) geluisterd, probleem werd niet begrepen 44% 36% 29% 26% Ik (hij/zij) moest steeds weer mijn (zijn/haar) verhaal vertellen 31% 36% 25% 24% Duurde te lang voor ik (hij/zij) geholpen werd/wordt 24% 29% 48% 34% Ik (hij/zij) moest steeds weer dezelfde gegevens geven 17% 25% 21% 23% Ik (hij/zij) werd niet geholpen 20% 18% 27% 23% Te duur 20% 14% 11% 8% Te veel doorverwijzingen 17% 15% 21% 22% Privacy niet gewaarborgd 5% 6% 5% 5% Anders 28% 28% 18% 24% Profiel van ontevreden cliënten Degenen die de hulp of zorg van professionele organisaties met een onvoldoende waarderen wijken niet sterk af van het gemiddelde. Waarin wijken ze wel af? Ontevreden cliënten: zijn iets jonger dan gemiddeld (iets vaker tot 35 jaar of jaar) zijn iets lager opgeleid dan gemiddeld (iets vaker alleen basisonderwijs en vaker MBO) hebben vaker een beneden modaal inkomen dan gemiddeld, maar ook vaker 1 tot 2x modaal 7 zijn iets vaker dan gemiddeld arbeidsongeschikt zijn iets vaker dan gemiddeld samenwonend met inwonende kinderen wonen vaker in kleinere gemeenten (< inwoners) hebben politiek relatief veel affiniteit met SP en PVV (huidig voorgenomen stemgedrag) Degenen die zorg of hulp ontvingen geven hun eigen zelfredzaamheid op een schaal van 1 tot 10 (zie ook hoofdstuk 3) een 6,0 8. Degenen die de ontvangen hulp met een onvoldoende beoordelen geven hun zelfredzaamheid met 5,3, degenen die een voldoende geven met 6,4. Anders gezegd: degenen die minder zelfredzaam zijn, zijn iets minder tevreden over de ontvangen hulp dan de zelfredzamen. 7 Minder vaak: modaal en 2x modaal of meer 8 Alle Nederlanders beoordelen hun zelfredzaamheid met een 7,0. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 9
11 Een op de zeven Nederlanders heeft decentralisaties aan den lijve ervaren Van alle Nederlanders zegt 15 procent zelf iets gemerkt te hebben van deze veranderingen in de zorg. Van degenen die een situatie in het sociaal domen meemaakten (zeg maar: de doelgroep) heeft 23 procent hier zelf iets van gemerkt 9. Met name mensen met een kind in de jeugdzorg en jeugdreclassering kregen te maken met de veranderingen in de zorg. Ouderen en volwassenen met problemen of hulpvraag lijken er minder van te hebben gemerkt. Van degenen die de decentralisaties aan den lijve ondervonden kreeg maar liefst 91% professionele hulp of zorg (tegen 18% van alle Nederlanders). Zij beoordelen de hulp en zorg met een 7,1 (gemiddeld is dat een 7,3) en hun eigen zelfredzaamheid met een 5,5 (gemiddeld 7,0). Wat merkte men er dan van? In de antwoorden klinkt een aantal elementen door: het is onduidelijk hoe het gaat worden het is moeilijker zorg te krijgen men krijgt geen hulp meer (huishoudelijke hulp, thuiszorg) men is nu meer geld kwijt aan zorg of schoonmaak er wordt vaker een beroep op omgeving gedaan mee te helpen bij zorg voor naasten PGB s De problemen met de PGB s worden ook genoemd: in 6% van de gevallen, meestal gaat het er dan om dat men geen PGB meer krijgt, iets minder vaak gaat het over de chaos bij de uitbetaling. Hieronder een aantal citaten die dit alles illustreren: Waar vroeger hulp van Cardea via Jeugdzorg werd verleend, gebeurt dat nu door een team dat nog niet precies weet hoe het is georganiseerd. Het is voor mijn onduidelijk wat Jeugdzorg is geworden. Oudste dochter wordt begeleid voor dyslexie. Er was in het begin onduidelijkheid of vergoeding via verzekering bleef lopen. Jongste dochter is ook een vermoeden van dyslexie, geen idee bij wie we moeten zijn om voor vergoeding onderzoek in aanmerking te komen. Vanuit het verzorgingstehuis van mijn vader en van mijn tante verzoek om meer te helpen bij zaken die anders door hen geregeld werden. Voor zijn zoon en dochter niet gelukt psychische hulp te krijgen, particulieren houden het af omdat financiering nog niet helder is, GGZ mag niet meer, praktijkondersteuner kost heel veel tijd, heeft chronisch te weinig uren, eerst eerstelijnshulp, ook al is dat te licht, zoon met last van autistische kenmerken mag niet naar Centrum Autisme, dochter eindeloos op wachtlijsten en wordt geweigerd door Jeugdtherapeuten wegens niet weten hoe de financiering gaat. Op het moment dat er tijdelijke extra zorg voor mijn vader nodig was, bleek niemand te weten hoe dit te regelen (gemeente, huisarts, thuiszorg verzekering). We werden van het kastje naar de muur gestuurd. Voor de gemeente is alles nieuw, ze weten het zelf ook niet en zorgverzekeringen voor langdurige zorg PGB zijn helemaal de weg kwijt. 9 Van degenen die geen situatie meemaakten merkte 5% er zelf iets van. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 10
12 Strengere selectie/voorwaarden voor zorg. Minder zorg(uren), minder geld, meer eigen bijdrage. Moeilijkheden tijdens overgang: thuiszorgzuster kreeg loon/wachtgeld uitbetaald, werd gesommeerd (hopelijk onterecht) dit weer terug te betalen. Zelfs professionals als casemanager, dementiezorg en cliëntondersteuner MEE tezamen (!!!) werden maanden van het bureaucratische kastje naar de muur gestuurd. Niemand wist goed wie wat waar hoe nieuwe aanvraag/regelprocedures moesten lopen. Is nu gelukkig min of meer oké. Maar was flinke uitzoek en regelklus voor prof hulpverleners en alle mantelzorgers. Waardeloos. Alles duurt alleen maar heel erg lang. Als een arts de indicatie geeft, dan moet een MBO-er van een gemeentelijke organisatie de beoordeling doen. Machtsmisbruik en traineren zijn de sleutelwoorden. Onbehoorlijke behandeling van de betrokkenen. Er zijn nog zo veel wachtenden voor u. Meer kunnen we niet doen. Ik werk zelf ook in de gezondheidszorg, maar gelukkig niet via de gemeente. Oplossing: gekwalificeerde mensen inzetten en geen charlatans en huisvrouwen met een bijbaantje die alleen geïnteresseerd zijn in het maken van hun uren en het daaraan verbonden salaris. Thuiszorg die verzorging en verpleging bood heeft "verzorgingstaken" afgeschaft. Dit moet volgens hen door mantelzorgers of vrijwilligers gedaan worden. Mantelzorgers komen daardoor voor een nog zwaardere opgave te staan; ze kunnen zelf geen verzorging bieden (helpen bij de maaltijd), dus moeten ze daarvoor een vrijwilliger zoeken hetgeen veel frustratie geeft, tijd kost en naast een volledige werkweek nauwelijks is op te brengen; je zou er zelf ziek van worden. Haast mensonterend dat een oude vrouw van 92 die nog alleen thuis woont, door een maatschappij zo in de steek gelaten wordt; ze moet het maar zien te redden met haar enige dochter die niet in de buurt woont, die zelf een gezin heeft met 3 kinderen en een volledige baan heeft. Het gaat om mijn oude moeder. Zij zal minder zorg krijgen. Ik ben enig kind en doe wat ik kan, maar heb zelf ook een baan. Zij is 93 en wil op zich zelf blijven wonen. Het enige lichtpuntje is "t Trefpunt in de wijk waar ouderen heen kunnen om een kopje koffie te drinken en soms samen te eten. Als dat stopt is het gauw einde verhaal. Vóór januari '15 kreeg ik hulp van de thuiszorg voor persoonlijke verzorging en huishouden. Aangezien ik de bui zag hangen, dat ik na januari financieel "uitgekleed" zou worden, heb ik een particulier huishoudelijke hulp genomen en ben ik zelf de persoonlijke verzorging weer gaan doen. Naar nu blijkt zou ik inderdaad 220,00 euro per maand duurder uit geweest zijn. Van 3 uur thuishulp naar 2 uur. Mijn vader was plots z'n PGB kwijt, omdat onduidelijk was waar en wanneer het opnieuw aangevraagd moest worden. Ook de verzorgende moesten lang op hun geld wachten omdat de declaraties ingewikkeld en moeizaam verliepen via het zorgkantoor. Sociale werkvoorzieningen vallen weg omdat gemeentes het zelf moeten gaan doen met veel minder geld, waardoor ik niet meer in aanmerking kom voor een baan bij die Sociale werkplaatsen. Om de zorg niet te hoeven toekennen worden er steeds meer irreële drempels opgegooid. Kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit vanuit bezuinigingen voortvloeit. Als mantelzorger zou ik bijvoorbeeld graag gebruik willen maken van respijtzorg. Om de accu op te laden heb ik dit als mantelzorger nodig. Op het moment dat ik in de thuissituatie niet meer voor mijn kind kan zorgen dan is de maatschappij mijns inziens duurder uit. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 11
13 Figuur 1 Percentage mensen dat zelf ( aan den lijve ) iets gemerkt heeft van de veranderingen in de zorg? (basis: situatie sociaal domein meegemaakt) Kind met verstandelijke beperking 40% Kind had problemen met politie, justitie, reclassering 37% Iemand met afstand tot de arbeidsmarkt vanwege een beperking Kind met gedrags- of psychische problemen 33% 33% Kind met fysieke problemen/langdurige ziekte 32% Volwassene met verstandelijke beperking 31% Moeite met de opvoeding van kind(eren). 30% Volwassene met gedrags- of psychische problemen 30% Kan niet zelfstandig het huishouden organiseren Hulpmiddelen nodig (bijv. rollator, scootmobiel, krukken, aanvullend openbaar vervoer) Kan het huis niet schoonhouden 30% 29% 29% Eenzaam voelen 28% Kan niet rondkomen / financiële problemen Oudere kan niet (goed) zelfstandig wonen / (beginnende) dementie/alzheimer Volwassene met fysieke problemen/langdurige ziekte Oudere die in een verpleeg- of verzorgingstehuis woonde of is gaan wonen 27% 26% 26% 23% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 12
14 3. Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid gelijk De zelfredzaamheid van mensen die zelf of in hun gezin te maken hebben met een van de voorgelegde zestien situaties is met een 7,0 min of meer gelijk aan de 6,9 10 uit de Dat dit geen betekenisvol verschil is zien we ook aan het percentage dat zegt niet of minder zelfredzaam te zijn. Dit percentage bleef 29%. Degenen die zorg of hulp ontvingen geven hun eigen zelfredzaamheid een 6,0 12. Tabel 8 Belangrijkste parameters, 0- en 1- (op schaal van 1 tot 10) 0-METING 1-METING Basis 13 : Allen Allen Zelfredzaamheid t.o.v. professionele hulp/zorg 6,9 7,0 Aandeel niet of minder zelfredzaam (<6) 29% 29% Zoals in tabel 10 en 11 te zien is, is de zelfredzaamheid gedaald bij mensen die hun huishouden niet zelf kunnen organiseren, hun huis niet kunnen schoonhouden, volwassenen en kinderen met fysieke problemen en volwassenen en kinderen met gedrags- en/of psychologische problemen. De zelfredzaamheid is daarentegen gestegen bij mensen die zich eenzaam voelen en mensen met financiële problemen. Tabel 9 Situaties met lage zelfredzaamheid, 0- en 1-0-METING 1-METING Oudere die in verpleeg- of verzorgingshuis woonde of is gaan wonen 4,7 4,1 Kind met verstandelijke beperking 4,8 4,5 Oudere kan niet (goed) zelfstandig wonen 4,9 4,6 Volwassene met verstandelijke beperking 5,3 4,9 Kan huishouden niet zelfstandig organiseren 5,6 5,3* Kan het huis niet schoonhouden 6,1 5,9* Kind met fysieke problemen, langdurig ziek 6,6 5,7* * = significante daling 10 Verschil is niet significant. 11 Op een schaal van 1 tot 10 waarbij 1 staat voor geheel afhankelijk van professionele hulp en 10 volledig zelfredzaam. 12 Alle Nederlanders beoordelen hun zelfredzaamheid met een 7,0. 13 Basis = alle Nederlanders Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 13
15 Tabel 10 Overzicht van voorkomende situaties bij zich zelf of het gezin N KRIJGT HULP VAN NAASTE KRIJGT PROFESSIONELE HULP ZELFREDZAAMHEID T.A.V. VAN PROF HULP WAARDERING PROF HULP HULP OMGEVING BELANGRIJK PROF HULP BELANGRIJK ikzelf of mijn gezin TOTAAL % 30% 63% 58% 6,9 7,0 7,7 7,3* 73% 79% 67% Kan huishouden niet zelfstandig organiseren % 53% 73% 69% 5,6 5,3* 7,5 7,2* 79% 85% 76% 85% Kan het huis niet schoonhouden % 46% 67% 65% 6,1 5,9* 7,7 7,3* 77% 83% 77% 84% Heeft financiële problemen % 29% 52% 48% 6,3 6,7** 7,6 6,9* 67* 82% 66% 70% Heeft hulpmiddelen nodig (rollator, scootmobiel etc.) % 46% 72% 62% 6,1 6,1 7,8 7,2* 80% 81% 78% 83% Kind met fysieke problemen, langdurig ziek % 34% 73% 74% 6,6 5,7* 7,5 6,9* 80% 84% 75% 80% Volwassene met fysieke problemen % 38% 69% 65% 6,9 6,7* 7,8 7,3* 78% 82% 73% 79% Kind met gedrags- of psychische problemen % 22% 83% 77% 6,8 6,5* 7,7 7,1* 74% 89% 61% 72% Volwassen met gedrags- of psychische problemen % 32% 80% 75% 6,8 6,5* 7,7 7,3* 80% 78% 71% 76% Kind met verstandelijke beperking % 35% 86% 85% 4,8 4,5 7,6 7,1* 87% 93% 74% 90% Volwassene met verstandelijke beperking % 36% 79% 77% 5,3 4,9 7,8 7,2* 84% 71% 79% 80% Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 14
16 N KRIJGT HULP VAN NAASTE KRIJGT PROFESSIONELE HULP ZELFREDZAAMHEID T.A.V. VAN PROF HULP WAARDERING PROF HULP HULP OMGEVING BELANGRIJK PROF HULP BELANGRIJK ikzelf of mijn gezin Moeite met de opvoeding van kinderen % 23% 69% 66% 6,6 6,2 7,4 6,7* 76% 86% 62% 67% Iemand met 'afstand tot de arbeidsmarkt' vanwege een beperking % 32% 70% 65% 6,3 6,2 7,6 6,9* 78% 82% 75% 82% Kind had problemen met politie, justitie % 14% 75% 66% 5,9 6,7 7,4 5,6* 90% 100% 60% 65% Oudere kan niet (goed) zelfstandig wonen % 51% 81% 84% 4,9 4,6 7,5 7,3 85% 81% 81% 83% Oudere die in verpleeg- of verzorgingshuis woonde of is gaan wonen % 50% 74% 85% 4,7 4,1 7,6 7,7 83% 80% 78% 94% Eenzaam voelen % 29% 60% 55% 6,4 6,9** 7,5 6,9* 77% 75% 70% 78% *Er is sprake van een significante daling (p=0,05) **Er is sprake van een significante stijging (p=0,05) Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 15
17 Tabel 11 Overzicht van voorkomende situaties bij naasten N GEEFT HULP AAN NAASTE NAASTE KRIJGT PROFESSIONELE HULP WAARDERING PROF HULP Naasten (familie, vrienden, buren) TOTAAL 81% 81% 84% 81% 7,2 7,0* Kan huishouden niet zelfstandig organiseren % 94% 89% 90% 7,1 6,9* Kan het huis niet schoonhouden % 92% 88% 86% 7,1 6,9* Heeft financiële problemen % 87% 76% 72% 6,8 6,7 Heeft hulpmiddelen nodig (rollator, scootmobiel etc.) Kind met fysieke problemen, langdurig ziek % 89% 89% 87% 7,2 7,0* % 79% 84% 80% 7,0 6,8 Volwassene met fysieke problemen % 89% 89% 86% 7,2 7,1* Kind met gedrags- of psychische problemen Volwassen met gedrags- of psychische problemen % 81% 91% 78% 6,8 6, % 88% 89% 88% 6,8 6,6* Kind met verstandelijke beperking % 75% 86% 75% 6,9 6,6 Volwassene met verstandelijke beperking % 87% 88% 91% 6,9 6,9 Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 16
18 N GEEFT HULP AAN NAASTE NAASTE KRIJGT PROFESSIONELE HULP WAARDERING PROF HULP Naasten (familie, vrienden, buren) Moeite met de opvoeding van kinderen % 76% 84% 75% 6,7 6,8 Iemand met 'afstand tot de arbeidsmarkt' vanwege een beperking % 83% 84% 83% 6,7 6,6 Kind had problemen met politie, justitie % 81% 83% 78% 6,6 6,3 Oudere kan niet (goed) zelfstandig wonen % 90% 93% 90% 7,1 7,1 Oudere die in verpleeg- of verzorgingshuis woonde of is gaan wonen % 86% 94% 92% 7,2 7,0* Eenzaam voelen % 93% 85% 84% 7,0 6,8 *Er is sprake van een significante daling (p=0,05) **Er is sprake van een significante stijging (p=0,05) Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 17
19 Profiel van minder zelfredzamen Zoals gezegd beoordelen drie op de tien Nederlanders hun eigen zelfredzaamheid ten opzichte van de instellingen en de overheid met een onvoldoende. Het profiel van deze groep ziet er iets anders uit dan dat van degenen die ontevreden zijn over de geboden hulp, al is er wel een relatie. Niet of minder zelfredzame burgers: zijn iets ouder dan gemiddeld (iets vaker jaar of 65+) zijn lager opgeleid dan gemiddeld (iets vaker alleen basisonderwijs, LBO/VMBO of MBO) hebben vaker een minimum inkomen dan gemiddeld zijn relatief vaak werkzoekend, arbeidsongeschikt of gepensioneerd zijn te vinden in alle huishoudsamenstellingen (samenwonend, alleenstaand, wel/geen kinderen) wonen zowel in middelgrote als grote gemeenten, iets minder vaak in kleine gemeenten hebben licht grotere affiniteit met SP, PVV en 50plus (huidig voorgenomen stemgedrag) Degenen die minder zelfredzaamheid zijn waarderen de ontvangen hulp iets lager dan gemiddeld: 7,1 versus 7,3 gemiddeld. De zelfredzamen geven de ontvangen zorg een 7,5. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 18
20 4. Mantelzorg en vrijwillige hulp Mantelzorg en vrijwillige hulp Van de groep die zelf een situatie meemaakte ontving 30% hulp uit de naaste omgeving, dit was tijdens de 0-34%. Met name de incidentele hulp is gedaald. De groep die hulp geeft aan een naaste is in omvang gelijk gebleven. Een op de vijf mensen die hulp biedt aan zijn naaste geeft aan dat hij het vaak te zwaar vindt of zich overbelast voelt. Deze groep heeft te maken met een van de situaties bij zichzelf of in het gezin. En bij ongeveer de helft is gelijktijdig ook nog sprake van een van de situaties bij familie of vrienden. Het belang van de mantelzorg is gestegen. Tijdens de nul gaf 29 procent van de mensen die te maken hadden met een van de zestien situaties bij zichzelf of in het gezin aan dat zij niet zonder mantelzorg konden, tijdens de 1- is dit 35 procent. Figuur 2 Het belang van mantelzorg (basis: mantelzorg ontvangen) 1-35% 44% 13% 8% 0% 0-29% 47% 15% 7% 3% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Essentieel, ik kan niet zonder Heel belangrijk Tamelijk belangrijk Niet zo belangrijk maar prettig Ik kan er makkelijk zonder Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 19
21 5. Sociale wijkteam en keukentafelgesprek Sociale wijkteams nog niet voor de hand liggende eerste loket We hebben de respondenten in het onderzoek vijf situaties voorgelegd met de vraag waar men als eerste zou aankloppen, mocht deze situatie zich voordoen. Het blijkt dat de gang naar de huisarts nog steeds het meest voor de hand ligt. Bij alle vijf situaties scoort de huisarts hoog. Bij kinderen of jongeren met psychische of gedragsproblemen is Bureau Jeugdzorg de meest voor de hand liggende hulpverlenende organisatie, gevolgd door psycholoog of huisarts. Het sociale wijkteam scoort hier met 4% erg laag. Als men te maken heeft met een oudere met psychische problemen klopt men vaak aan bij een psycholoog of maatschappelijk werker. En alleen bij deze situatie scoort ook het sociale wijkteam, met 14%, relatief hoog. Bij de andere situaties is het sociale wijkteam voor slechts maximaal 5% het voor de hand liggende eerste loket. Het lijkt erop dat het sociale wijkteam, ondanks de multidisciplinaire en integrale opzet, vooral met ouderenzorg wordt geassocieerd. Tabel 12 Stel dat u professionele zorg of hulp nodig heeft, waar zou u dan als eerste aankloppen? (basis: allen) ZIEKTE HULP VOOR OUDEREN MET LICHAMELIJKE PROBLEMEN HULP VOOR OUDEREN MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OF EENZAAMHEID HULP VOOR KINDEREN/JONG EREN LICHAMELIJKE PROBLEMEN / BEPERKINGEN HULP VOOR KINDEREN/JONG EREN MET PSYCHISCHE OF GEDRAGSPROBLE MEN Huisarts 52% 31% 20% 23% 13% Ziekenhuis / specialist 33% 11% 2% 10% 2% Thuiszorg 6% 25% 6% 3% 1% Bureau Jeugdzorg 0% 0% 0% 15% 25% Psycholoog 1% 0% 21% 2% 17% Gemeente / WMO-loket 2% 16% 5% 9% 2% Maatschappelijk werk 1% 3% 18% 5% 7% (Sociale) wijkteam 1% 4% 14% 3% 4% CJG 0% 0% 1% 8% 9% Ik weet het niet 2% 3% 4% 5% 4% Niet van toepassing 5% 7% 9% 18% 17% Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 20
22 Sociale wijkteams roepen enthousiasme en teleurstelling op Het sociale wijkteam speelt een centrale rol in de transities. In een sociaal wijkteam werken professionals uit verschillende zorg- en welzijnsdisciplines samen aan oplossingen voor vragen en problemen rond ziekte en beperking, zelfstandig wonen en voorzieningen. Van de mensen die hulp of zorg zochten naar aanleiding van een of meerdere situaties in het sociaal domein had 10 procent daadwerkelijk contact met het sociale wijkteam 14 van de gemeente. Van de mensen die professionele hulp krégen is dit 14 procent. Zij beoordelen de hulp die zij van het wijkteam/buurtteam kregen met een 6,9. Een op de vijf mensen die contact heeft gezocht met het sociale wijkteam geeft een onvoldoende (20%). Zij geven een onvoldoende omdat er te weinig specialistische kennis aanwezig is, het lang duurde voordat ze werden geholpen, er niet goed samengewerkt werd of omdat zij steeds dezelfde gegevens moesten geven. Daarentegen geeft meer dan de helft een 8 of hoger. VOLDOENDE ONVOLDOENDE 14 Vraagstelling: In een sociaal wijkteam werken professionals van verschillende zorg- en welzijnsorganisaties samen zoals de wijkverpleegkundige, opbouwwerker, maatschappelijk werker, WMO-consulent en ouderenadviseur. Samen met bewoners in de wijk zoekt het sociaal wijkteam naar praktische oplossingen voor vragen en problemen rond ziekte en beperking, zelfstandig wonen en voorzieningen. Het sociale wijkteam wordt ook wel genoemd: Wijkteam, Buurtteam, Jeugdteam Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 21
23 Enkele letterlijke citaten bij de vraag: kunt u in uw eigen woorden omschrijven hoe de hulp van het sociale wijkteam verliep? Positief Contact gehad met de WMO-consulent van de gemeente. Na dit gesprek werd ondersteuning via de WMO toegezegd. Aansluitend ontving ik hulp via de thuiszorg waar ik zeer tevreden mee ben! Wijkverpleegkundige was betrokken en dacht mee. Ze was moeilijk bereikbaar. Verder is de WMO medewerker geweest. Ze was duidelijk en professioneel. Afspraak snel gemaakt met 2 personen. Men luisterde goed. De oplossing was erop gericht om de eigen organisatie in te zetten voor controle op de medicijnen. Voor oplossingen van het eenzaamheidsprobleem moest ik elders zoeken. Hulp na opname ziekenhuis kwam via transferverpleegkundige meteen tot stand. Verpleegkundige sociaal team stond heel snel op de stoep. Goede uitleg en advisering. Geruststellend en heel plezierig! Prettig gesprek en goede hulp gekregen. Deze hulp verliep prima, want daardoor kon de persoon naar de dagopvang. Kritisch Aanvraag bij de gemeente voor PGB, verwezen naar het wijkteam, deze stuurde een formulier. Dit ingevuld en opgestuurd. Eind april kreeg ik een mail dat de aanvraag zo uitgebreid was, dat er waarschijnlijk geen huisbezoek nodig was voor de toekenning. Daarna niets meer gehoord. Per 1 mei is de PGB verlopen en ontvangen wij geen toelage meer. Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd en niet alleen het wijkteam, maar ook de gemeente, de GGD, de SVB en het CIZ weten niet hoe het probleem van onze zoon opgelost moest worden en verwijzen naar elkaar, waardoor we nu in mei nog altijd met ditzelfde probleem zitten. Ondanks dat het CIZ een herindicatie heeft afgegeven op 17 jan. weet blijkbaar niemand wie er n.a.v. deze herindicatie ervoor zorgt dat er geld in de pot van zijn PGB bij het SVB komt. Ze hebben meegedacht of ik wel of niet PGB aan kon vragen voor mijn dochter met autisme en ze zijn op zoek naar een vrijwilliger voor haar. PGB heb ik op hun advies niet aangevraagd omdat ik het toch niet zou krijgen, maar daar twijfel ik intussen aan. Daarnaast heb ik nog niets terug gehoord over hoe het staat met de vrijwilliger, terwijl er gezegd is dat ik op een urgentielijst stond. Op hun aanraden heb ik wel een betaalde oppas gevonden op een site, oudermatch.nl. Oordeel keukentafelgesprek sterk afhankelijk van al dan niet krijgen hulp Met een keukentafelgesprek bepalen gemeente en burger in samenspraak wat iemand nodig heeft, wat hij zelf kan of wat kan zijn omgeving doen, en wat zou de gemeente kunnen doen? Van degenen die hulp zochten heeft 14 procent een zogenaamd keukentafelgesprek gehad 15. Dit gesprek vond over het algemeen persoonlijk (face-to-face) plaats, in 80 procent van de gevallen bij de mensen thuis. Zeven op de tien (70%) die een keukentafelgesprek hadden kregen daadwerkelijk hulp of zorg naar aanleiding van dit gesprek, een kwart (24%) kreeg geen professionele hulp of zorg. De overigen weten het (nog) niet. 15 Toelichting bij de vraag: Een keukentafelgesprek is een gesprek dat burgers die een hulpvraag hebben samen met de gemeente voeren om in aanmerking te komen voor ondersteuning vanuit de gemeente. Tijdens het keukentafelgesprek komt de specifieke situatie van de burger aan bod: hoe ziet zijn leven eruit, wat is precies zijn vraag, wat wil hij daarmee bereiken? Met een keukentafelgesprek wordt bepaald wat iemand nodig heeft, wat kan hij zelf of wat zijn omgeving kan doen, en wat de gemeente zou kunnen doen? Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 22
24 Het gesprek wordt met een 6,4 matig gewaardeerd, 27 procent geeft een onvoldoende. Redenen hiervoor zijn: er werd niet goed geluisterd/het probleem werd niet begrepen, te weinig specialistische kennis of men moest steeds het verhaal opnieuw vertellen. Het oordeel over het keukentafelgesprek lijkt sterk afhankelijk van het al dan niet verkrijgen van hulp. Degenen die zorg of hulp kregen naar aanleiding van het gesprek beoordelen het aanzienlijk hoger (7,2) dan degenen die geen zorg of hulp kregen (3,6). Enkele citaten uit de antwoorden op de vraag: Kunt u in uw eigen woorden omschrijven hoe het keukentafelgesprek verliep?: Positief Dit is voor mijn moeder. En dat gesprek liep voorspoedig. De zorg die zij al had wordt door de gemeente gecontinueerd. Het gesprek verliep zeer professioneel, met veel inzicht in de aanvraag, van zowel de kant van de aanvragers als van de zorgverleners. Deze mensen doen geweldig werk! De vragen zijn zakelijk en to the point, ik had het gevoel dat er echt werd geluisterd naar wat ik nodig heb; er werd ook goed uitgelegd wat de mogelijkheden en beperkingen zijn. Ik had al 6 jaar huishoudelijke hulp via zorgorganisatie, rekeningen via het CAK. Ik had altijd 3 uur per week, maar de gemeente X had daar niet genoeg geld voor, dus krijg ik nu sinds 1 april nog maar 2 uur per week. Dit gesprek verliep heel goed, en wij konden mevr. alles goed uitleggen hoe alles bij moeder in huis reilde en zeilde en zij vond dat wij dat uitstekend voor moeder hadden geregeld maar ze maakte een kanttekening dat er wel veel voor mij over bleef en ze wilde voorkomen dat het voor mij niet allemaal te veel zou worden, wij hebben een fijn gesprek gehad en moeder hield dan ook de uren die ze al had en mocht het toch te veel worden moesten we aan de bel trekken. Kritisch tot negatief Het was gezellig en duidelijk, had ik ook al verwacht, van drie uur naar twee uur in de week. Later bleek de gegeven info aangaande het lappen van de ramen toch niet helemaal te kloppen. Bij het gesprek kwam het er voornamelijk op neer dat de hoofdmoot van alle aanpassingen/hulpmiddelen voor mijn eigen rekening zou komen, dus hebben we besloten om alles zo te laten zoals het was tot het echt niet anders meer kan. Dan praat ik over een traplift, rolstoel, rollator of bed beneden en hulp in de huishouding. Moeizaam, ik moest de medewerkster echt overtuigen over het aantal uren dat de gemeente mijn vrouw geeft ten aanzien van de thuiszorg. Ik had bij het gesprek ondersteuning gevraagd van een mantelzorger makelaar. Een erg jonge medewerker met te weinig ervaring kwam alleen in plaats van met z'n 2-en zoals afgesproken, stuurde heel erg naar bepaalde organisaties. Keek niet naar de best passende oplossing. Gesprek verliep goed, alleen de uitkomst stond bij voorbaat al vast, MINDER TIJD VOOR ZORG!! Bij mijn moeder thuis, in aanwezigheid van mijzelf en mijn moeder. Het was een prettig gesprek maar de uitkomst was minder. Een derde van de zorg is weggenomen. De relatie ouder en professional is zeer ongelijkwaardig, getrainde professional stelde onduidelijke strikvragen met grote gevolgen. Er werden woorden in de mond gelegd door degene van de gemeente, die het keukentafelgesprek voerde. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 23
25 Op de volgende pagina wederom een wordcloud die de belangrijkste termen tonen, voor degenen die tevreden zijn (voldoende) en degenen die niet tevreden zijn over het keukentafelgesprek. VOLDOENDE ONVOLDOENDE Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 24
26 6. DE DECENTRALISATIES: KENNIS EN MENINGEN Kennis licht afgenomen, vooral in jeugdzorg Aan het eind van de vragenlijst is deze tekst voorgelegd: Sinds 1 januari dit jaar is er veel veranderd in de zorg. Sommige taken die eerst bij de Rijksoverheid of bij de provincie lagen, zijn nu de taak van de gemeenten. Het gaat om de jeugdzorg, zorg voor langdurig zieken of ouderen en de zorg voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals mensen die werken bij een sociale werkplaats. Deze hele operatie wordt wel de 3 grote decentralisaties genoemd. In december zei 44% hier goed van op de hoogte te zijn, 49% wist dat er iets ging veranderen en 7% wist er (bijna) niets van. Vijf maanden later zegt nog 40% goed te weten wat er is veranderd en 53% is op de hoogte, maar weet niet precies wat. Opnieuw 7% weet er niets van. Wat opvalt is dat in de nul degenen die te maken hadden met situaties in kinder- en jeugdzorg goed op de hoogte waren, terwijl nu juist hier de kennis (de duidelijkheid) sterk is afgenomen. Figuur 3 Bekend met wat decentralisaties betekenen, naar situatie sociaal domein (% goed op de hoogte) Hulpmiddelen nodig 50% 49% Kan het huis niet schoonhouden 49% 49% Kan niet zelfstandig het huishouden 49% 47% Volwassene met verstandelijke beperking 47% 46% Volwassene met langdurige ziekte 47% 47% Oudere kan niet zelfstandig wonen / 45% 47% Oudere in verpleeg- of verzorgingstehuis 45% 43% Kind met fysieke problemen/langdurige 45% 56% Eenzaam voelen 43% 45% Volwassene met gedrags- of psychische 42% 44% Kind met gedrags- of psychische problemen 42% 49% Financiële problemen 42% 41% Afstand tot de arbeidsmarkt ivm beperking 41% 47% Kind met verstandelijke beperking 38% 51% Moeite met de opvoeding van kind(eren) 37% 46% Kind problemen met politie, justitie, 33% 45% 0% 25% 50% 1-0- Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 25
27 Nauwelijks verandering in draagvlak en mogelijkheid te participeren De meningen met betrekking tot de participatiesamenleving, mantelzorg en eigen bijdragen zijn de afgelopen vijf maanden weinig veranderd. Een ruime meerderheid (55%) van de Nederlanders is het eens met de stelling We moeten toe naar een samenleving waarin mensen elkaar meer gaan helpen. Dit was 57% in december Een derde (32%) vindt het realistisch meer zorg van familieleden te vragen met betrekking tot zorgbehoevende naasten, 44% vindt dat niet realistisch. Dit is nu precies gelijk. Vier op de tien Nederlanders (39%) zeggen in een situatie te verkeren die het onmogelijk maakt nog meer te doen voor zijn of haar naasten, ook dit is nauwelijks veranderd (was 41%). Tien procent is bereid zelf een deel van de hulp en ondersteuning te gaan betalen die nu wordt verzorgd door de overheid. Ook hier is nauwelijks iets in veranderd. Figuur 4 Stellingen Participatie en zorg voor elkaar (basis: allen) In mijn situatie is het niet mogelijk nog meer te doen voor mijn naasten % 41% 21% 22% 27% 27% Het is realistisch om meer zorg van familieled en te vragen voor hun zorgbehoe vende naaste % 32% 17% 19% 44% 44% Ik ben bereid om een deel van de hulp en ondersteu ning die ik nu krijg van de overheid zelf te gaan betalen % 11% 13% 14% 32% 31% We moeten toe naar een samenlevi ng waarin mensen elkaar meer gaan helpen (0- ) % 57% 21% 22% 21% 18% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens Neutraal Oneens Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 26
28 Draagvlak voor bezuinigingen op zorg blijvend laag Het draagvlak voor de bezuinigingen in de zorg was en blijft laag. Met stelling 1. Het is begrijpelijk dat de overheid bezuinigt op de zorg. Op deze manier blijft de zorg betaalbaar is bijna twee derde (63%) het oneens. In december was dat eveneens 63%. Tevredenheid gedaald, vertrouwen in de toekomst iets gestegen Net als in de nul hebben we een aantal stellingen voorgelegd die in kaart brengen hoe de algehele tevredenheid is met de decentralisaties in het sociale domein en het vertrouwen dat het op de korte of langere termijn goed komt met de zorg, geleverd door gemeenten. Dat de tevredenheid was gedaald zagen we al eerder, maar blijkt ook uit deze stellingen. Met stelling 4. ( Ik ben al met al tevreden over de hulp en zorg die ik krijg van professionele instellingen en de overheid ) is nu nog 30% het eens, dit was 37% in december. Het aandeel dat het er niet mee eens is steeg van 17% naar 20%. Ruim de helft (54%) van de Nederlanders heeft er net als in december geen vertrouwen in dat de zorg van professionele instellingen en de overheid door de decentralisaties op termijn beter zal zijn dan daarvóór (stelling 2). Het aandeel dat hier wel vertrouwen in heeft steeg licht: van 13% naar 17%. En tenslotte is ook het deel dat tevreden is met de hulp uit de naaste omgeving (stelling 4) licht gedaald: van 48% naar 45%. Figuur 5 Stellingen m.b.t. draagvlak, vertrouwen en tevredenheid (basis: allen) 1. Het is begrijpelijk dat de overheid bezuinigt op de zorg. Op deze manier blijft de zorg betaalbaar % 27% 63% 63% 8% 9% 2. Ik heb er vertrouwen in dat hulp/zorg van instellingen en overheid door de decentralisatie s op termijn beter zal zijn dan daarvóór % 13% 54% 54% 29% 33% 3. Ik ben al met al tevreden over de hulp en zorg die ik krijg van professionele instellingen en de overheid % 37% 20% 17% 50% 47% 4. Ik ben al met al tevreden over de hulp en zorg die ik krijg van mijn omgeving % 48% 13% 12% 41% 40% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% (helemaal) mee eens (Helemaal) mee oneens Weet niet/ n.v.t. Juni 2015 I&O Research 1- De decentralisaties in het sociaal domein 27
NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN
NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN Februari 2015 I&O Research volgt ontwikkelingen met longitudinaal onderzoek. Nulmeting in december 2014. Negen op de tien Nederlanders kregen iets
Nadere informatie1-meting NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN. I&O Research
NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN I&O Research Peter Kanne en Rachel Beerepoot Congres Transformatie in het sociaal domein Jaarbeurs Utrecht, 18 juni 2015 1-meting 1-meting De decentralisaties
Nadere informatieVuurwerk: veel draagvlak voor alternatieven
Vuurwerk: veel draagvlak voor alternatieven Minderheid (14%) steekt af, gemiddeld voor 30 à 40 euro Afsteektijden goed bekend; één op de vijf afstekers houdt zich er niet aan Meerderheid voor algeheel
Nadere informatieRAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN
RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN Meer Democratie Mei 2015 Rapportage onderzoek Partijpolitieke benoemingen Meer Democratie 1 Persbericht NEDERLANDERS: PUBLIEKE FUNCTIES OPEN VOOR IEDEREEN
Nadere informatieTWEE OP DRIE NEDERLANDERS: ZWARTE PIET MOET BLIJVEN
TWEE OP DRIE NEDERLANDERS: ZWARTE PIET MOET BLIJVEN Opleiding wederom splijtzwam Ouders kunnen veranderende Zwarte Piet prima uitleggen aan hun kinderen 1 december 2016 Meerderheid vindt maatschappelijke
Nadere informatieSLOTPEILING PROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN
SLOTPEILING PROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN 16 maart 2015 VVD, PvdA en SP stijgen PVV en D66 leveren in Aftreden bewindslieden bevestigt kiezers vooral in partijvoorkeur VVD en PvdA tonen licht herstel;
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...
Nadere informatieBREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND
Rapport BREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND Peiling I&O Research 23 januari 2019 www.ioresearch.nl Brexit lijkt EU-gevoel in Nederland te versterken Nederlanders zien vooral nadelen
Nadere informatieNEDERLANDERS WILLEN GEEN NEXIT
Ondanks euroscepsis: NEDERLANDERS WILLEN GEEN NEXIT Persbericht I&O Research 14 maart 2016 VVD en PVV grootste partijen Op dit moment zou de VVD 27 zetels halen, op de voet gevolgd door de PVV (25 zetels).
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Landsmeer Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/134 Datum Augustus
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13
Nadere informatieUitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016
Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies
Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeenten 2016 Gemeente AHA! marktonderzoek en marketingadvies Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/142 Datum
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus
Nadere informatiePOLITIEKE PEILING I&O RESEARCH
POLITIEKE PEILING I&O RESEARCH Persbericht 1 februari 2016 PVV en VVD gaan virtueel aan kop Op dit moment zou de PVV 27 zetels halen, op de voet gevolgd door de VVD (26 zetels). Rekening houdend met statistische
Nadere informatieOOK ONDER KIEZERS VERDEELDHEID OVER NIEUWE DONORWET
Rapport OOK ONDER KIEZERS VERDEELDHEID OVER NIEUWE DONORWET Peiling I&O Research februari 2018 8 februari 2018 www.ioresearch.nl OOK ONDER KIEZERS VERDEELDHEID OVER DONORWET Nipte meerderheid voor nieuwe
Nadere informatieBESTUURLIJKE VERNIEUWING?
BESTUURLIJKE VERNIEUWING? De rol van de provincie en de Eerste Kamer 11 maart 2015 Nederlanders willen leden Eerste Kamer direct kunnen kiezen 1 I&O Research vroeg in haar laatste peiling 2 naar een aantal
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16
Nadere informatieWEERSTAND TEGEN TRUMP TOEGENOMEN
WEERSTAND TEGEN TRUMP TOEGENOMEN 4 maart 2017 In deze peiling besteedden we speciale aandacht aan vier gebeurtenissen: twee debatten (RTL- en Radio 1-debat), de manier waarop Henk Krol de verlaging van
Nadere informatieKWART NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT FOC
KWART NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT FOC Trekkracht van Factory Outlet Centres uiteenlopend Veel gemeenten en winkeliersverenigingen staan voor de uitdaging om hun winkelgebieden op peil te houden en winkelsluitingen
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieToelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016
Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over
Nadere informatieANGST VOOR TERRORISME IS GEEN REDEN OM THUIS TE BLIJVEN
Rapport ANGST VOOR TERRORISME IS GEEN REDEN OM THUIS TE BLIJVEN Terrorisme speelt wel een rol bij keuze vakantiebestemming 6 juli 2017 www.ioresearch.nl I&O Research vakantiepeiling zomer 2017 Belangrijkste
Nadere informatieClientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd
Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning
Nadere informatieAanvraag voorzieningen bij een terugtredende overheid
Aanvraag voorzieningen bij een terugtredende overheid Medisch Maatschappelijk Werk SEIN Siebe Dijkgraaf Opbouw presentatie Nieuwe Wetgeving in 2015 Proces van aanvragen Vragen Links Wat veranderd er in
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Moerdijk Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Ede Juli 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/104
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018 Gemeente Houten Mei 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieIk heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?
Ik heb een vraag...... over zorg, huiselijk geweld en kindermishandeling, hulp en ondersteuning, opvoeding en jeugdhulp, ziekenhuisopname, beschermd wonen, schulden, werkloosheid, mijn arbeidsbeperking
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Ede Juni 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/99 Datum Juni 2017 Opdrachtgever
Nadere informatieVragenlijst over uw ervaringen met de Wmo
Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo gemeente Utrechtse Heuvelrug Deze vragenlijst gaat over u. U kunt hem alleen invullen, of samen met uw naaste (bijvoorbeeld uw partner of mantelzorger). Uw antwoorden
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel
Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Meting 2016 Juli 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Samenvatting De gemeente Boxtel vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met
Nadere informatieHET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE
Rapport HET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE Onderzoek I&O Research Februari 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Datum
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste
Nadere informatieDecentralisaties Ook de gemeente Waddinxveen heeft er mee te maken. Wat houden de decentralisaties in? Waar komt het vandaan? Waarom? 7 Oktober 2014 Waar komt het vandaan? Samen voor elkaar: de samenleving
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEID WMO GROESBEEK 2015
KLANTTEVREDENHEID WMO GROESBEEK 2015 Juni 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 7543 EZ Enschede Rapportnummer 2015/49 Datum Juni 2015 Opdrachtgever Gemeente Groesbeek Auteurs:
Nadere informatieOnderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin
Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Augustus 2015 2 Samenvatting De gemeente wil weten hoe
Nadere informatieANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE
ANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE Vervolganalyse Peiling september 2017 1. Belangrijkste uitkomsten 1.1 Electoraal speelveld Forum voor Democratie is een geduchte concurrent van 50 Plus en PVV en ook van VVD,
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Nijkerk Juli 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/109 Datum Juli 2016 Opdrachtgever
Nadere informatieJONGEREN & DEMOCRATIE
Rapport JONGEREN & DEMOCRATIE Onderzoek i.o.v. Vrij Nederland Januari 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2017/012 Datum Januari
Nadere informatieMeldactie AWBZ oktober 2010
pagina 1 van 13 Meldactie AWBZ oktober 2010 Inleiding Zeven cliëntenorganisaties werken samen om de gevolgen van de veranderingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in kaart te brengen.
Nadere informatieIk heb een vraag over:
Ik heb een vraag...... over zorg, huiselijk geweld en kindermishandeling, hulp en ondersteuning, opvoeding en jeugdhulp, ziekenhuisopname, beschermd wonen, schulden, werkloosheid, mijn arbeidsbeperking
Nadere informatieGemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016
Gemeente IJsselstein Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Concept 12 juli 2016 DATUM 12 juli 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL Concept OPDRACHTGEVER Gemeente IJsselstein Boulevard
Nadere informatieWordt de mantelzorger lokaal ondersteund?
Onderzoeksresultaten Mantelzorgondersteuning in uw gemeente juni 2017 Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund? Het Nationaal Mantelzorgpanel is gevraagd of zij bekend zijn met lokale mantelzorgondersteuning
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016
Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning
Nadere informatieRapport meldactie Administratieve lasten Jolet van der Steen, junior beleidsmedewerker Patiëntenfederatie NPCF Januari 2016
Rapport meldactie Administratieve lasten Jolet van der Steen, junior beleidsmedewerker Patiëntenfederatie NPCF Januari 2016 Rapport Administratieve lasten 1 COLOFON Patiëntenfederatie NPCF Postbus 1539
Nadere informatieGemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2014. 8 juli 2015
Gemeente Zeist Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 8 juli 2015 DATUM 8 juli 2015 TITEL Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Gemeente Zeist Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0
Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd Gemeente Bloemendaal 5 oktober 2016 V1.0 Inhoudsopgave Doelstelling Blz. 3 Werkwijze Blz. 4 Onderzoeksdoelgroep Blz. 5 Resultaten cliëntervaringsonderzoek Blz. 6 Toegang
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieVeel onduidelijkheid bij familieleden van mensen met een verstandelijke beperking over veranderingen in de langdurige zorg
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding (Voss, H., Meulenkamp, T., Marangos, A.M. & Boeije, H. Veel onduidelijkheid bij familieleden van mensen
Nadere informatieBijlagen. Ga na wanneer de indicatie van de cliënt afloopt. Heeft hij recht op het overgangsrecht? Kan er een aanbod gedaan worden vanuit de gemeente?
Informatie voor mantelzorgers (en begeleiders) Mantelzorgers zijn alle mensen uit de omgeving van de cliënt die aan de cliënt hulp en zorg verlenen. Dat kan op verschillende gebieden en in verschillende
Nadere informatieGEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018
Rapport GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018 Twee derde van de kiezers nog onzeker over stemkeuze 16 maart 2018 www.ioresearch.nl Twee derde van de kiezers nog onzeker over stemkeuze Eén op drie kiezers stemt
Nadere informatieSociale samenhang in Groningen
Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen
Nadere informatieDEMOCRATIE IN DOELGROEPEN
Rapport DEMOCRATIE IN DOELGROEPEN Meningen van en over minderheden en hun stemgedrag 8 maart 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Datum 9 maart 2017 Auteurs
Nadere informatieInwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait. december 2018
Inwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait december 2018 In deze rapportage van Mijnkwaliteitvanleven.nl leest u de uitkomsten en ervaringen van inwoners van de gemeente Schiedam.
Nadere informatieGemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017
Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Ede September 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum September
Nadere informatieFries burgerpanel Fryslân inzicht
Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Hof van Twente Juli 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/101 Datum Juli
Nadere informatieDe Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014
De Wmo 2015 Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014 Inhoud van de presentatie 1. Wat zijn de belangrijkste trends 2. Hoe is het nu geregeld? 3. Hooflijnen nieuwe stelsel 4. PGB in de Wmo 5. Eigen
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning
Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning Daniëlle Jansen (NIVEL) Wendy Werkman (Alzheimer Nederland) Anneke L. Francke (NIVEL) Samenvatting en aanbevelingen Het
Nadere informatieBetrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015
Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Uitgevoerd door Dimensus
Nadere informatieAlfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014
Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17
Nadere informatieDe vele gezichten van MDRplus
De vele gezichten van MDRplus blijvend beter M aatschappelijke Dienstverlening Rijnmond MDRplus denk niet in problemen maar in oplossingen Maatschappelijke Dienstverlening Alexander (MDA) heeft een nieuwe
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus
Nadere informatieZorg verlenen en zorg ontvangen 2012
Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt
Nadere informatieGemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties
Gemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties Decentralisatie AWBZ, Participatiewet en Jeugdzorg Bijeenkomst inwoners 12 november 2014 Tamara van de Wijdeven Nieuwe taken gemeente: AWBZ/Wmo Decentralisatie
Nadere informatie1 Inleiding... 2. 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2. 3 Informatie... 4. 4 De aanvraag... 8. 5 Procedure... 14. 6 Wachttijd...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2 3 Informatie... 4 4 De aanvraag... 8 5 Procedure... 14 6 Wachttijd... 16 7 Bejegening... 19 7 Toegewezen aanvragen...
Nadere informatieHet vertrouwen in Woonwaard
Het vertrouwen in Woonwaard Achtste peiling Huurderspanel Woonwaard Woonwaard juli 2014 Inleiding Aanleiding en doel onderzoek Woonwaard peilt periodiek de mening van de huurders over uiteenlopende onderwerpen
Nadere informatieCliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015
Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 25-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Verantwoording en achtergrond...
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling Gemeente Groesbeek Juni 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Zuiderval 70 7500 AN Enschede Tel. (053) 4825000 www.ioresearch.nl Rapportnummer : 2014/050
Nadere informatieResultaten vragenlijst wachttijdbeleving
Resultaten vragenlijst wachttijdbeleving Inleiding In 218 en 219 werken cliëntenorganisaties samen in het project Jeugdhulp doen we samen. Tijdens dit project onderzoeken we op een aantal thema s hoe het
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Nazorg na ontslag uit het Refaja ziekenhuis
Nazorg na ontslag uit het Refaja ziekenhuis NAZORG NA ONTSLAG UIT HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U ontvangt deze folder omdat u na het ontslag uit het ziekenhuis mogelijk nog hulp of zorg nodig heeft.
Nadere informatieNEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET
Rapport NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET Peiling I&O Research februari 2018 14 februari 2018 www.ioresearch.nl Nederlanders per saldo nog steeds voor sleepwet TWEEDE KAMER VVD grootste partij,
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD Gemeente Nuth Augustus 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/147 Datum Augustus 2017
Nadere informatieMantelzorgers maken weinig gebruik van vergoedingen zorgverzekeraars
Onderzoeksresultaten Zorgverzekeraars en hulp bij mantelzorg, november 2017 Mantelzorgers maken weinig gebruik van vergoedingen zorgverzekeraars Vergoedingen bij mantelzorg nauwelijks van invloed op keuze
Nadere informatieCliënten Wmo hebben meegewerkt aan het cliëntervaringsonderzoek
Verreweg de meeste Wmo-cliënten in de gemeente Westerwolde rapporteren positieve ervaringen. De scores liggen rond het gemiddelde in de 13 gemeenten waarvoor het Sociaal Planbureau Groningen het cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieGemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieUitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015
Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse
Nadere informatiebox-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend
meewerkend box-tial Stuk ter kennisname Datum: 28 juni 2017 Registratienummer: 28 juni 2017 Portefeuillehouder: Contactpersoon: S. van Vlerken, S.v.VIerken@MijnGemeenteDichtbij.nl, 0411-655391. Onderwerp
Nadere informatie18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde
Bewonersonderzoek Deventer 2009: onderdeel mantelzorg Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers
Nadere informatieNieuwe Wmo: dagbesteding en individuele begeleiding
Nieuwe Wmo: dagbesteding en individuele begeleiding Wat verandert er in 2015? Veel mensen die niet meer alles zelf kunnen, lukt het prima om hun leven te organiseren met hulp van familie of buren. Maar
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Gemeente Eersel Juli 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/131 Datum Juli 2017 Opdrachtgever
Nadere informatieNiet alles verandert in de zorg
Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;
Nadere informatieERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE
ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:
Nadere informatieDe huisarts aan het. Kunnen ouderen langer thuis blijven wonen en kan de mantelzorg dit aan?
SP Onderzoek De huisarts aan het woord deel 3 Kunnen ouderen langer thuis blijven wonen en kan de mantelzorg dit aan? Renske Leijten, SP-Kamerlid Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ineke Palm, Wetenschappelijk
Nadere informatieGemeente Utrechtse Heuvelrug
Gemeente Utrechtse Heuvelrug Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Onderzoeksrapportage 19 september 2016 DATUM 19 september 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL Onderzoeksrapportage
Nadere informatieCliënt ervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp
Cliënt ervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle 2016 Status: definitief Versie 8-11-2016 Voor nadere informatie: Madelinde Tuk, senior Adviseur en Onderzoeker m.tuk@zwolle.nl 038 498
Nadere informatieWat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 9. Startvraag A B C D E F G H Start van het proces: Klant komt in het loket Startvraag Waar kan ik u mee helpen? Antwoord van de klant De klant vertelt zijn verhaal in zijn eigen
Nadere informatieErvaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017
Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...
Nadere informatieInhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot
Inhoudsopgave Inleiding... 4 Leeswijzer... 5 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 6 De gemeente... 6 Het Wmoloket... 6 Het gesprek... 7 2. Het gesprek voorbereiden... 8 Woonsituatie... 9 Huishouden...
Nadere informatieDe zorg na uw ziekenhuisopname
De zorg na uw ziekenhuisopname Universitair Medisch Centrum Groningen U ontvangt deze folder omdat u na het ontslag uit het ziekenhuis mogelijk nog hulp of zorg nodig heeft. U heeft bijvoorbeeld behoefte
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 ISD de Kempen: resultaten gemeente Eersel Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500
Nadere informatieBij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.
rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):
Nadere informatieFeitenkaart Mantelzorgers
Feitenkaart Mantelzorgers Peiling onder het Digitaal Stadspanel Achtergrond De gemeente wil graag weten hoe mantelzorgers ondersteund kunnen worden en wat de gemeente daarin zou kunnen betekenen. Om antwoord
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet
Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Management Summary Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten vanuit de Wmo en Jeugdwet. Onderzoeksbureau Flycatcher
Nadere informatieKwaliteitsonderzoek begeleiding
Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek
Nadere informatiePROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN
PROVINCIALE STATENVERKIEZINGEN Meerderheid coalitie en C3 in Eerste Kamer onzeker 7 ruari 2015 Provinciale Staten gaan meer leven Kiezers stemmen rechtser dan ze zelf zijn Met betrekking tot de Provinciale
Nadere informatie