Aanwijzingen voor feedback geven op het Eindwerkstuk

Transcriptie

1 Voor docenten en studenten Aanwijzingen voor feedback geven op het Eindwerkstuk DEEL 1 - Verslag van een coachtraject PraktijkCasus (4 á 5 A4) DEEL 2 Ontwikkelingsverslag (2 A4) Het schrijven van een eindwerkstuk is (net als het behalen van het theorie-examen, de 90% aanwezigheidsplicht en het inleveren van de 8 RV s) een onderdeel voor het behalen van het diploma. Inleiding Er zijn 2 soorten toetsen: de summatieve toets (= beoordelend --> gericht op bepaling van zakken of slagen) en de formatieve toets (= feedbackgevend --> ontwikkelings-gericht). Ons theorie examen is een summatieve toets. Het praktijkexamen was dat t/m L18 ook, maar we zetten hier nu onze vraagtekens bij, vanwege de volgende punten: a) Studenten gaven aan niet in de praktijk beoordeeld te willen worden door iemand die hen niet kent. b) het feit dat wanneer studenten zakten voor hun Praktijkwerkstuk, dit meestal aan de manier van opschrijven lag, niet zozeer aan de kennis & kunde; c) en vooral vanwege de vele opmerkingen van studenten dat zij juist op het praktijkwerkstuk feedback zozeer gemist hebben. Om deze redenen heeft de Examen Commissie in intensief overleg met de directie besloten de toetsstatus van het Praktijkwerkstuk te wijzigen naar een formatieve toets. We kunnen het behalen van het diploma voor de opleiding BC vergelijken met het behalen van het rijbewijs: je hebt voldoende begrip, kennis en kunde om de weg op te kunnen, maar alleen door veel ervaring op te doen word je een geroutineerde chauffeur. Het diploma is dus, evenals het rijbewijs, een startkwalificatie. De ontwikkeling stopt daar dus niet maar wordt vervolgd in de praktijk en in eventuele vervolgopleidingen. Het Eindwerkstuk wordt derhalve vanaf L19 niet meer beoordeeld, maar van feedback voorzien en besproken tijdens de laatste supervisie. Deze supervisie dient als afsluiting van het totale opleidingsjaar, waarin de studenten de laatste feedback krijgen van hun supervisiedocent en 2 medestudenten. Hiermee wordt recht gedaan aan het feit dat het Eindwerkstuk wordt behandeld door iemand die de student goed kent en de feedback kan relateren aan de ontwikkelingsthema s van de student (POAP). Eindwerkstuk - formatief praktijkexamen Het praktijkexamen in de vorm van het Eindwerkstuk is dus een formatieve toets, met feedback en gericht op de professionele en persoonlijke ontwikkeling van de student. In de Casus laat de student zien dat hij de theorie beheerst en de kennis en kunde kan toepassen op het juiste moment, in diverse fases en situaties van een coachtraject. Het gaat om methoden en technieken die worden ingezet, op welk moment en waarom, met welk doel en met welk resultaat. Dit alles in relatie tot het proces dat de cliënt doormaakt tijdens het coachtraject, de coachvraag en de doelen die hij/zij wil bereiken. De mate van succes van het coachtraject is niet het belangrijkste aandachtspunt. Samengevat zijn het kunnen beargumenteren van bewuste keuzes, het naderhand kunnen beoordelen van de effectiviteit (of wellicht het ontbreken daarvan) en het kunnen reflecteren op eigen handelen en functioneren als coach in dit coachtraject belangrijke aspecten voor feedback. Het is dus niet erg als de student bijvoorbeeld door overdracht, onervarenheid of anderszins in de problemen raakte, zolang men kan aangeven dat men zich er bewust van is hoe/waarom het gebeurde, hoe men het herkende en wat ervan geleerd is en/of wat ermee gedaan is. De essentie is dat de student laat zien dat hij professioneel coacht door: een coachvraag te formuleren, tot een helder doel te komen, 1

2 het plegen van relevante interventies, de aanpak en het proces, te laten zien hoe bewust hij zich is van eigen houding, rol en handelen en het effect daarvan op de cliënt. Welke feedback geef je op het Eindwerkstuk? Hieronder tref je een lijst van aandachtspunten, die je zouden kunnen helpen bij het lezen van het Eindwerkstuk en het geven van feedback. Het is niet uitputtend, voeg jouw eigen bemerkingen er aan toe. Van belang zijn de thema s en POAPs van de student. Vorm van de feedback De supervisiedocent geeft de hoofdpunten van zijn feedback op schrift en de twee medestudenten mondeling laat één van de andere studenten tijdens de feedback aantekeningen maken, zodat de student ook deze feedback op schrift heeft DEEL 1 - de Praktijkcasus 1. Contact en contract / Intake. In het kort de aanleiding, wat er vooraf ging aan de totstandkoming van het intakegesprek, inclusief toelichting op het belang van een coachtraject voor de cliënt; Beschrijving van de wijze waarop student cliënt heeft gevonden en contact heeft gelegd met cliënt; Beschrijving van de door cliënt aangedragen thematiek/problematiek als aanleiding om contact te zoeken/ te opteren voor een coachtraject; Beschrijving van het belang van een coachtraject voor cliënt in relatie tot de thematiek/ problematiek; De argumentatie voor het aangaan van een coachtraject/intakegesprek getuigt van de professionele visie van student op de thematiek/problematiek van cliënt; Wederzijdse verwachtingen zijn besproken; Er zijn concrete afspraken gemaakt over praktische zaken als aantal gesprekken, frequentie, locatie e.d; Er zijn concrete afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden; huiswerk/het maken van RV s etc. 2. De uiteindelijke coachvraag. Welke vraag had de cliënt en hoe van initiële vraag gekomen tot de werkelijke coachvraag, inclusief een correcte omschrijving van de coachvraag. De initiële thematiek/problematiek is vertaald naar dat waar de cliënt in het coachtraject aan wil werken ; De vertaling houdt duidelijk verband met de oorspronkelijke thematiek/problematiek; De geformuleerde kwestie/vraag is samen met de cliënt nader uitgewerkt tot een definitieve coachvraag; De definitieve coachvraag is door de cliënt zelf geformuleerd; De definitieve coachvraag is positief geformuleerd (niet over wat de cliënt niet meer wil, maar over wat deze wél wil); De definitieve coachvraag getuigt van eigenaarschap/egobetrokkenheid van de cliënt (gaat over de cliënt zelf, over iets dat hij/zij zelf kan bereiken); De definitieve coachvraag begint met hoe en is actie- of onderzoeksgericht; Een korte/summiere beschrijving van het proces, van binnenkomst van cliënt tot (definitieve) coachvraag; 2

3 Een heldere, concrete beschrijving van het proces dat heeft geleid tot de definitieve coachvraag; 3. Het coachdoel wat wil de cliënt bereikt hebben? Hoe van vraag naar doel gekomen, inclusief de vertaling van het oorspronkelijke coachdoel naar een werkbare beschrijving van het doel: specifiek, realistisch & tijdgebonden. Het doel is voldoende specifiek geformuleerd en het is toetsbaar achteraf (of het bereikt is); Er is een duidelijke relatie tussen het doel en de coachvraag; Het doel is positief geformuleerd; Er is sprake van eigenaarschap; Het proces is beschreven (hoe is men tot het doel gekomen?); Beschrijving van eigen ervaringen/worsteling als coach in dit proces om tot een werkbaar doel te komen (waar liep stud. 4. Professionele en persoonlijke voorbereiding. Hoe men zich inhoudelijk en persoonlijk op het traject en de gesprekken hebt voorbereid. Heldere beschrijving van inhoudelijke, professionele voorbereiding per gesprek / voor het traject; Heldere beschrijving van persoonlijke voorbereiding per gesprek / voor het traject; Heeft de voorbereiding een duidelijke link naar het vorige gesprek/doel/coachvraag). 5. Aanpak, interventies en de onderbouwing daarvan: Argumentatie van de keuzes die zijn gemaakt in werkwijze en methodieken, inclusief visie & reflectie op het resultaat van elk, gespecificeerd per gesprek. Gebruikte werkwijzen en methodieken zijn relevant en worden correct toegepast gegeven het doel, de context; Steekhoudende onderbouwing van de keuze voor de werkwijze/methodiek (wat beoogt student); Beschrijving van wat de student precies gedaan heeft bij elke werkwijze/methodiek; Beschrijving van het resultaat per gekozen werkwijze/methodiek; 6. Het verloop van het proces. Het proces dat men de cliënt heeft zien doormaken tijdens het traject, de stappen die cliënt wel en niet heeft gemaakt en welke conclusies men hieruit heeft getrokken. Concrete, specifieke beschrijving van het proces dat de cliënt heeft doorgemaakt; Beschrijving van de verschillende stappen die de cliënt heeft gemaakt in relatie tot vraag/doel; Beschrijving van stappen die de student beoogde, maar die de cliënt niet heeft gemaakt; Correcte en goed onderbouwde conclusies. 7. Het resultaat. Wat de status is op moment van afronden: doel(en) wel/niet gehaald? Zo ja, waaruit maakt men dat op? Zo niet: wat is er bereikt en wat is blijven liggen? Wat was het effect dat het coachtraject heeft gehad op de cliënt en zijn/haar proces. Specifieke beschrijving van wat bereikt is (en wat is blijven liggen) m.b.t. het doel; Steekhoudende onderbouwing van conclusies (relatie met het afgelegde traject/proces); Beschrijving van effect van coachtraject op cliënt; Goed onderbouwde conclusies omtrent effect van coachtraject op de cliënt. 3

4 8. Afronding en afsluiting/evaluatie. Hoe is het coachtraject afgerond (ook als het nog niet klaar is) en afgesloten, inclusief evaluatie (wat is op welke wijze geëvalueerd?). Welke consequentie is getrokken uit het resultaat: afsluiten (en hoe gaat cliënt nu verder?), of eventueel voortzetting van het traject, waarom en welke afspraken hierover zijn gemaakt. Hoe de cliënt het traject en functioneren van de coach heeft beleefd en wat cliënt vindt van het behaalde resultaat. Het coachtraject is mondeling afgerond/(tussentijds) geëvalueerd; Heldere beschrijving van wat besproken is in de afronding; Specifieke beschrijving van de besproken onderwerpen: wat is geëvalueerd? Duidelijk onderscheid gemaakt tussen wat student vindt en wat cliënt vindt; Duidelijke en onderbouwde conclusie van student over het al of niet klaar zijn van het proces; Duidelijke link gelegd met coachdoel(en) in de evaluatie; Student heeft ook eigen functioneren als coach geëvalueerd met cliënt; 9. Eigen functioneren. Het gaat hier om de mate van zelfreflectie. Hier gaat het om de zelfreflectie op het eigen functioneren. Welke ontwikkelpunten/thema s/valkuilen is men tegengekomen in het traject en hoe daarmee omgegaan en met welk resultaat. Wat wil men in het vervolg anders doen, wat nog te leren, waarin verder willen? Beschrijving van specifieke elementen van eigen functioneren als coach, gerelateerd aan dit coachtraject; Terugkoppeling naar en leer- en ontwikkelpunten & -thema s tijdens de opleiding (o.a. RV s, POAP); Beschrijving van het eigen leerproces tijdens dit traject; wat heb ik nog te doen (taak) of te leren. 10. Bijlage: RV van de cliënt (zie het formulier "RV van Examencliënt") Is het verslag congruent met het eigen verslag wat betreft coachvraag, coachdoelen, proces en resultaat. In de eigen woorden van de cliënt. Het RV is duidelijk in de eigen woorden van de cliënt geschreven; Het verslag van de cliënt is op alle onderdelen congruent met dat van de coach; De conclusie over het al dan niet klaar zijn en een mogelijk vervolg in het RV komt overeen met wat in het verslag van de student staat. Let op! Van de PraktijkCasus mogen geen RV s ingediend worden voor feedback bij je supervisiedocent. Men voert dit traject geheel zelfstandig uit. Het kan echter voorkomen dat men tegen problemen aanloopt, waar men ruggespraak over zou willen hebben met anderen. Dan kan men dit inbrengen in de eigen intervisiegroep en het daar met collega-studenten bespreken. DEEL 2 Feedback op het Ontwikkelverslag: Mijn ontwikkeling als coach Het gaat erom dat de eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling tijdens de opleiding helder is beschreven en dat men zich bewust is van wat en hoe er is geleerd en waar men nu staat als coach. Men geeft blijk van het vermogen tot zelfreflectie op de eigen ontwikkeling. 4

5 Het Ontwikkelingsverslag heeft maximaal 2 A4-kantjes, waarin het volgende aan de orde komt: Dit zijn de belangrijkste punten: 1. Wat waren je ontwikkelpunten (POAP s) bij de start en halverwege de opleiding, hoe heb je hieraan gewerkt en met welk resultaat Geef een korte en heldere beschrijving van minimaal één POAP die je aan de start hebt geformuleerd en van minimaal één POAP halverwege de opleiding en beschrijf ook wat je ermee/eraan hebt gedaan en wat er is veranderd. 2. Hoe en in welke mate ben je als persoon gegroeid Reflecteer specifiek op je eigen persoonlijke ontwikkeling, dus in hoeverre en op welke manier ben je in de loop van de opleiding veranderd als persoon. 3. Beschrijf je professionele ontwikkeling als coach Reflecteer specifiek op je eigen professionele ontwikkeling, dus wat/waarvan heb je vooral geleerd tijdens de opleiding en op welke manier en wat is daarvan het resultaat, in je werk, als coach. 4. Beschrijf wat je nog te leren hebt en hoe je dat gaat doen Vertel over je persoonlijke en professionele leer- en aandachtspunten, gerelateerd aan je ervaringen tijdens de opleiding, en geef aan wat je van plan bent om te doen aan jouw verdere ontwikkeling en hoe je eventuele belemmeringen gaat overwinnen. 5. Wat was voor jou in dit leerjaar het allerbelangrijkste en waarom Vertel wat je als het meest belangrijke hebt ervaren en licht dit toe. Let ook op: Stijl - is het helder, concreet en in goed Nederlands geschreven (geen containerbegrippen, stijlfouten & spelfouten). Vorm - is het stuk netjes ingedeeld (overzichtelijk, met koppen en tussenkopjes). Studieadvies (vanuit de docent) Indien zich een duidelijke rode draad laat zien in het Eindwerkstuk, is het voor de student prettig om een studieadvies te krijgen (onderwerpen, thema s, vervolgopleidingen bij de Alba-academie). Een studieadvies geven is niet verplicht. 5