Strabismus-operatie. Informatie voor ouders/verzorgers van een kind dat een strabismus-operatie ondergaat

Transcriptie

1 Strabismus-operatie Informatie voor ouders/verzorgers van een kind dat een strabismus-operatie ondergaat

2 2

3 In overleg met de behandelend arts heeft u besloten tot een strabismus operatie bij uw kind. Als uw kind jonger dan twaalf jaar is, heeft de arts daarvoor uw toestemming nodig. Is uw kind twaalf jaar of ouder, dan is behalve uw toestemming ook de toestemming van uw kind zelf nodig. Vanaf zestien jaar mag uw kind zelfstandig over een medische behandeling beslissen. Toestemming kunt u alleen geven nadat de arts u informeert over: De aandoening. Mogelijke onderzoeken en behandeling(en). De gevolgen. De mogelijke risico s en vooruitzichten. Eventuele alternatieven. Ook uw kind zelf heeft recht op informatie van de arts, wat past bij een kind kan begrijpen. Daarentegen heeft de arts ook informatie van u nodig en rekent hierbij op uw medewerking. Met behulp van de informatie die de arts u heeft gegeven, beslist u of u wel of niet toestemt in het onderzoek of de behandeling. Over de rechten van uw kind kunt u meer lezen in de brochure Patiëntenrechten en kinderen. Het doel van de operatie is om de oogstand te verbeteren en daardoor de samenwerking van de ogen te stimuleren. Uw oogarts en de orthoptist hebben u uitleg gegeven over de ingreep. In deze folder kunt u die informatie nalezen. Ook willen wij u met deze folder helpen bij de voorbereiding van uw kind op de operatie en het korte verblijf in het ziekenhuis. Onze ervaring is dat het kinderen meestal gerust stelt als ze weten wat er in het ziekenhuis gaat gebeuren. 3

4 Wat is strabismus? Een andere naam voor strabismus operatie is scheelzien operatie. Strabismus betekent dat beide ogen niet in dezelfde richting kijken. Bij sommigen staat één oog naar binnen (naar de neus) gedraaid of naar buiten (naar het oor) gedraaid. Anderen kijken afwisselend scheel met het ene en het andere oog. En soms is er een verticale afwijking. Wat gebeurt er bij een strabismus-operatie? Een strabismus operatie is een operatie aan de oogspieren. Deze spieren (die het oog bewegen) bevinden zich aan de buitenkant van de oogbal. Tijdens de operatie worden de oogspieren verplaatst. De oogarts voert de operatie meestal uit aan twee ogen om de stand van de ogen zo symmetrisch mogelijk te krijgen. De operatie gebeurt onder algehele anesthesie (narcose) en duurt ongeveer drie kwartier. Vóór de operatie Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk. Dit wordt ook wel pre-operatief onderzoek of pre-operatieve voorbereiding genoemd. Daarom gaat u aansluitend aan het bezoek van de oogarts naar het spreekuur van de anesthesioloog. De anesthesioloog schat in welke risico s aan de operatie en aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. In de folder Verdoving (anesthesie) bij kinderen kunt u hierover meer lezen. Soms moet uw kind de dag voor de operatie nog naar de orthoptist voor een laatste onderzoek. De opnameplanning laat u ongeveer twee weken van tevoren weten op welke dag de operatie is gepland en hoe laat u zich met uw kind op de afdeling dagbehandeling voor kinderen C52-K moet melden. 4

5 Voorbereiding op de opname In de folder verdoving (anesthesie) bij kinderen vindt u informatie over de voorbereiding op de opname. Lees de volgende vragen goed door: Gebruikt uw kind medicijnen? Is uw kind overgevoelig voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen? Gebruikt uw kind bloedverdunnende medicijnen? Of staat uw kind onder controle van de trombosedienst? Denk bij bloedverdunnende medicatie aan bijvoorbeeld acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine. Draagt uw kind een pacemaker (of een ICD)? Heeft uw kind preventief antibiotica nodig? Als u op een van de bovenstaande vragen ja antwoordt, meldt dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van polikliniek. Als uw kind bekend is bij de trombosedienst, neem de doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. Het kan zijn dat tijdelijk gestopt moet worden met deze bloedverdunnende medicijnen. Uw behandelaar vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen dient te stoppen en wanneer u weer kan beginnen met de medicijnen. In sommige gevallen zoals bij kinderziektes of koorts kan de operatie niet doorgaan. Ook als uw kind een oogontsteking zonder koorts heeft kan de operatie niet doorgaan. Dit is het geval als het oog rood is. En/of de oogleden gezwollen zijn. En jeuken en/of er wat vuil uit het oog komt. Soms constateert de oogarts de oogontsteking pas bij inspectie van het oog op de operatiekamer en besluit dan de operatie uit te stellen. Om misselijkheid en braken tijdens of na de operatie zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat uw kind voor de operatie een bepaalde periode niet eet en drinkt. Hoe dit moet 5

6 staat in de folder Verdoving (anesthesie) bij kinderen. Opname Op de dag van de opname mag uw kind niet verkouden zijn of koorts hebben. Wilt u daarom die ochtend de temperatuur van uw kind opnemen? Wanneer uw kind verkouden is of een temperatuur boven de 38ºC heeft, vragen wij u contact op te nemen met de oogkliniek. Uw kind wordt opgenomen op de afdeling dagbehandeling voor kinderen, C52-K. U kunt op: lezen wat dit voor uw kind betekent. Ook kunt u foto s bekijken hoe uw kind onder narcose gebracht wordt. In het CWZ is het mogelijk bij uw kind te blijven als het in narcose wordt gebracht. Na de operatie wordt u door de verpleegkundige van de afdeling naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) gebracht. Na de operatie Als uw kind weer helemaal wakker is, gaat het met u terug naar de afdeling dagbehandeling voor kinderen. Vaak hebben kinderen na de operatie last van prikkende en wat rode ogen die moeilijk open te houden zijn. Soms is er sprake van dubbel zien. U hoeft zichhierover geen zorgen te maken, dit gaat meestal vanzelf over. Omdat de ogen lange tijd niet recht hebben gestaan, kan het enige tijd duren voordat ze weer aan de nieuwe oogstand gewend zijn. Na de operatie kan uw kind braken en misselijk zijn. Aan het eind van de dag is dit voorbij. Meestal mag uw kind de dag van de operatie weer naar huis. Na een week wordt de stand van de ogen gecontroleerd. U krijgt hiervoor een afspraak bij de orthoptist. 6

7 Na de operatie moeten de ogen rechter staan bij het naar voren kijken in vergelijking met de situatie vóór de operatie. Als dit niet het geval is kan dit het gevolg zijn van een losgeraakte hechting van een verplaatste spier. Indien u twijfelt aan de oogstand kunt u contact opnemen met de oogkliniek, telefoon (024) Mocht u in het weekend twijfelen over de oogstand dan kunt u gerust op maandag contact opnemen. Uw kind mag niet: Zwemmen. (dit geldt tot 3 weken na de operatie). In stoffige ruimtes komen. Het is verstandig om stoffige ruimtes (bijvoorbeeld een manege) te vermijden In de zandbak spelen. Wees voorzichtig met het spelen in de zandbak. Geen zonnebril dragen (Vooral de eerste week is het belangrijk geen zonnebril te dragen: dit kan een nadelige invloed hebben op de oogstand). Bijwerkingen en complicaties Enige pijn na de operatie is gewoon. Uw kind krijgt hiervoor zonodig een pijnstiller. De verpleegkundige vertelt u welke en hoeveel pijnstillers u uw kind thuis mag geven. Dit is afhankelijk van leeftijd en gewicht. In de meeste gevallen is één operatie voldoende om een nagenoeg rechte oogstand te krijgen. Soms zijn er meerdere operaties nodig. Op langere termijn kan de oogstand verslechteren en kan weer een operatie nodig zijn. Soms is tijdelijk een prismabril nodig. Een zeer zeldzame complicatie van de operatie is een inwendige oogontsteking. U merkt dit doordat het kind last heeft van: hangerigheid, koorts, zwelling van de oogleden en een toenemend verschil in roodheid tussen de beide ogen. Neemt u dan direct contact op met de oogkliniek, telefoon (024) en buiten kantooruren met de afdeling spoedeisende hulp, telefoon (024) Een intensieve behandeling is dan nodig en genezing is niet altijd mogelijk. 7

8 Hoe bereidt u uw kind voor? Wij raden u aan uw kind beetje bij beetje te vertellen wat er vóór en na de operatie gaat gebeuren. Vertel uw kind dat het waarschijnlijk een dag in het ziekenhuis moet blijven. Uw kind heeft tijd nodig om die informatie op zijn gemak te verwerken. Bereid uw kind voor op de onbekende wereld van het ziekenhuis, de operatie en hoe uw kind zich na de operatie voelt. Uw kind (zeker als het nog jong is) begrijpt waarschijnlijk niet direct uw hele verhaal over de operatie en het ziekenhuis. Laat uw kind navertellen wat u heeft gezegd. U weet dan of alles duidelijk is. Zonodig kunt u enkele dingen opnieuw uitleggen. Om uw kind voor te bereiden, kunt u het volgende verhaaltje vertellen of het uw kind zelf laten lezen. Wat gebeurt er als je voor je ogen naar het ziekenhuis moet? Toen je de laatste keer bij de oogarts was, heeft hij/zij je iets verteld. Hij zei dat je ogen rechtgezet konden worden. Daarvoor moet je wel naar het ziekenhuis. Als je met papa of mama naar het ziekenhuis gaat, mag je jouw knuffelbeest meenemen. In het ziekenhuis zijn er verplegers en verpleegsters. Een van hen zal je de kamer wijzen. Je wordt gewogen en ze meten hoe lang je bent. Je krijgt een armbandje om waar je naam op staat. Daarna mag je gaan spelen. Als je aan de beurt bent, krijg je een pyjama van het ziekenhuis. De verpleger of verpleegster geeft je een medicijndrankje. Van dit drankje krijg je een droge mond. Je wordt er ook een beetje slaperig van. Daarna ga je met een verpleegster naar de operatiekamer. Mama of papa mag mee. De dokter en de zuster hebben doekjes voor hun mond. Zij dragen een muts en speciale kleding. Er staan machines in de kamer. Je krijgt een prikje in je arm of je moet in een kapje blazen. Het kapje ruikt vies. Dan val je gauw in slaap. 8

9 Terwijl jij slaapt, zet de dokter je ogen recht. Als je weer wakker wordt, lig je in een speciale kamer. Dat noemen ze de uitslaapkamer. Papa of mama is hier ook. Je ogen prikken alsof er zand in zit. Je kunt ze moeilijk open houden. Je ogen tranen en er kan een druppeltje bloed in zitten. Dat mag mama, papa of de verpleger voorzichtig wegvegen. Er zijn mensen die denken dat het oog uit de oogkas wordt gehaald. Of dat in het oog wordt geopereerd. Dit is niet zo. Alleen de spieren aan de buitenkant van het oog worden verplaatst. Als je kijkt, kan het zijn dat je alles twee keer ziet. Daar hoef je niet van te schrikken.dat gaat na een poosje vanzelf weer over. Ook kun je je misselijk voelen. Misschien moet je spugen. Je moet daarom héél voorzichtig zijn met drinken. Meestal kun je dezelfde dag dat je wordt geopereerd, met papa of mama weer naar huis. Er mag geen vuil in je ogen komen. Daarom mag je niet met zand spelen. Je mag ook drie weken niet zwemmen. Je mag weer naar school zodra je beter bent. Na een week ga je weer voor controle naar de orthoptist. Die kan dan zien hoe mooi je ogen zijn geworden. Waarom uw kind voorbereiden? Ervaringen wijzen uit dat kinderen met een goede voorbereiding zich prettiger voelen dan onvoorbereide kinderen als ze weer thuis zijn. Het vertrouwen in ouders/verzorgers is hoger als er daadwerkelijk gebeurd wat ze is verteld. Voorbereiden helpt, maar neemt niet per definitie de angst weg bij een kind, waardoor het kind nog steeds kan tegenstribbelen tijdens de behandeling. 9

10 Vragen Als u na het lezen nog vragen heeft, neem dan contact op met de medewerkers van de oogkliniek. Zij geven u graag meer informatie. Telefoon (024) Bericht van verhindering Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd, bel dan zo snel mogelijk de opnameplanning. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen. Telefoon (024)

11 11

12 Adres en telefoonnummer Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos SZ Nijmegen Oogkliniek (B01) Telefoon (024) Opnameplanning Telefoon (024) Website: 12 G450-L / 08-15