De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN VLAMO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN VLAMO"

Transcriptie

1 Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN VLAMO 1

2 Inhoud Inleidend Hoe actief zijn de leden in hun discipline? Profielen Eigenschappen van beoefening Hoe komt men in contact met instrumentale muziek? Op eigen houtje? Via welke personen komt men in contact met instrumentale muziek? Activiteitsgraad van de introducerende personen Organisaties of andere kanalen waardoor men in contact kwam met instrumentale muziek Opleidingen Frequenties Evaluatie De presentatie van instrumentale muziek Wanneer beoefent men? Dagen waarop men beoefent Momenten waarop men beoefent Internetgebruik Internetgebruik: algemeen Functionaliteiten: waarvoor gebruikt men het internet? Professionaliteit Economische aspecten Uitgaven aan amateurkunst Inkomsten De verwachtingen ten aanzien van Vlamo Specifieke vragen

3 Inleidend Dit onderzoeksrapport bespreekt de resultaten van een websurvey naar de activiteiten van de leden van Vlamo. Het rapport maakt deel uit van een groter onderzoeksproject naar amateurkunstbeoefening in Vlaanderen uitgevoerd door de UGent en de VUB in opdracht van het Forum voor Amateurkunsten in de periode van augustus 2008 tot september Het onderzoeksproject is het eerste kwantitatieve survey-onderzoek in Vlaanderen dat zich volledig op amateurkunstbeoefening richt. Drie doelstellingen onderbouwen het onderzoek. Ten eerste is het de bedoeling om de lacune aan systematisch verzamelde data omtrent amateurkunstbeoefening op te vullen. Ten tweede -en in het verlengde daarvan- is het daarbij de bedoeling om amateurkunstbeoefening op een zeer gedetailleerde manier te meten. Hierdoor willen we -ten derde- cruciale input kunnen leveren voor het beleid en de sector van de amateurkunsten door het aanleveren van betrouwbare participatiecijfers, profielen van deelnemers te schetsen, behoeften van beoefenaars in kaart te brengen, drempels tot participatie weer te geven, de percepties rond amateurkunsten in kaart te brengen en een zeer uitgebreide vergelijking te maken tussen beoefenaars en niet beoefenaars. In overleg met het Forum voor Amateurkunsten werd geopteerd voor een combinatie van een bevolkingsonderzoek en een ledenonderzoek. Het bevolkingsonderzoek betreft een schriftelijke bevraging van een aselecte steekproef uit het Rijksregister bij een representatief staal van de Vlaamse bevolking. Daarnaast werden een aantal onderzoeksvragen beantwoord door middel van secundaire analyses op basis van de survey Cultuurparticipatie in Vlaanderen (Lievens, Waege en De Meulemeester, 2006). Deze survey betreft face-to-face enquêtes bij 2848 Vlamingen tussen 14 en 85 jaar oud op basis van een representatieve aselecte steekproef uit het Rijksregister. De survey Cultuurparticipatie in Vlaanderen bevat tevens informatie over de aanwezige gezinsleden. Aan iedere respondent die mondeling ondervraagd werd, werd namelijk gevraagd of alle andere aanwezige gezinsleden een korte schriftelijke vragenlijst invulden. De resultaten van het bevolkingsonderzoek en de secundaire analyses worden apart gerapporteerd in een algemeen eindrapport. Om meer gedetailleerde uitspraken te kunnen doen over actieve beoefenaars van de verschillende amateurkunsten werkten we na intensief overleg met elke Vlaamse landelijke amateurkunstorganisatie een webenquête uit. Deze online bevraging bij de leden of geregistreerde geïnteresseerden van de amateurkunstenorganisaties is tweeledig. Naast een generiek deel dat voor iedere organisatie gelijk loopt, kreeg iedere organisatie de ruimte een aantal zeer specifieke vragen te stellen aan hun leden. Iedere organisatie stelde zijn adressenbestand van zijn leden ter beschikking. Van iedere organisatie werd een aselecte toevalssteekproef van 10% getrokken. De geselecteerde leden 1 werden via mail gecontacteerd met de uitnodiging om deel te nemen aan de online bevraging (totaal: verzonden mails). Er werd een strikt opvolgingsdesign gehanteerd: in 1 Hoewel niet alle amateurkunstorganisaties met hetzelfde systeem van lidmaatschap werken, definiëren we een lid van een organisatie hier zeer pragmatisch als een persoon die zich in het aangeleverde adressenbestand van de organisatie bevindt. 3

4 totaal werden 2 herinneringsmails gestuurd ter verhoging van de responsgraad. Tabel 1 geeft een overzicht van de gerealiseerde respons per organisatie. De brutoresponsgraad betreft het aantal ingevulde enquêtes (volledig of deels ingevuld) gedeeld door het aantal verzonden enquêtes. De nettoresponsgraad is correcter en houdt rekening met het aantal ongeldige adressen. Het gaat hier dus met andere woorden over het aantal ingevulde enquêtes (volledig of deels ingevuld) gedeeld door het aantal verzonden s (exclusief de ongeldige adressen). In het totaal merken we dat 35,92% van de leden de online bevraging invulde. De leden van OPENDOEK, Centrum voor Beeldexpressie, Vlamo, Muziekmozaïek en Koor&Stem volgen dit algemeen patroon min of meer. Bij Creatief Schrijven en Danspunt ligt de responsgraad wat lager: respectievelijk 31,20% en 26,46% van hun leden vulde de webenquête in. Een opvallend hogere respons vinden we terug bij de leden van KUNSTWERK[t]: daar vulde 57,06% van de leden de webenquête in. Tabel 1 : Overzicht van responsgraad per organisatie Verzonden (N) Respons (N) Bruto- respons (%) Netto-respons (%) Poppunt Danspunt Creatief Schrijven OPENDOEK Centrum voor Beeldexpressie Vlamo Muziekmozaïek Koor&Stem KUNSTWERK[t] TOTAAL In de rest van dit rapport gaan we enkel in op de resultaten van de leden van Vlamo. Dit ledenrapport dient dan ook als complementair gezien te worden aan het algemeen rapport. Dit ledenrapport is in eerste instantie een synthese van de cijfers die zich in het algemeen rapport bevinden. In tweede instantie wordt een aantal punten verder uitgediept en bevat het rapport uiteraard de resultaten van de organisatiespecifieke vragen (die niet in het algemeen rapport opgenomen worden). Voor uitgebreide vergelijkingen met andere sectoren en andere thema s verwijzen we naar het algemeen eindrapport. 4

5 1 Hoe actief zijn de leden in hun discipline? Hoe actief zijn de leden in hun discipline? Om dit na te gaan werd na overleg met het Forum voor Amateurkunsten en iedere landelijke amateurkunstorganisatie een uitgebreide vraag opgesteld waarin gepeild werd naar zeer verschillende vormen van amateurkunst. Omdat deze vraag in het generieke deel van het websurvey vervat zit, werd in het totaal gepeild naar 75 creatieve activiteiten (zie vraag 5 in vragenlijst als bijlage). Voor elke activiteit vroegen we de respondenten aan te geven of en hoe vaak ze die activiteit beoefend hebben. Er werd gewerkt met een referentieperiode van 6 maanden voorafgaand aan de bevraging. De intensiteit van beoefening werd gemeten aan de hand van de volgende zespuntenschaal: 1. Een uitzonderlijke keer 2. Maandelijks 3. Meermaals per maand 4. Wekelijks 5. Meermaals per week 6. Dagelijks We operationaliseren het actief lid zijn van Vlamo als iemand die in de laatste 6 maanden voorafgaand aan de bevraging actief één van de volgende twee activiteiten beoefende: 1. Klassieke muziek spelen (v5.66) 2. Muziek spelen in een harmonie, harmonie of brassband (v5.69) Op basis van deze operationalisering concluderen we dat meer dan drie vierde van de leden (77,6%) van Vlamo in de afgelopen 6 maanden actief was in de één van de bovenstaande sectorspecifieke activiteiten. Een groep van 16,1% van de leden is nooit actief geweest op vlak van instrumentale muziek. Een absolute minderheid van 6,3% was vroeger wel actief, maar was dat niet meer tijdens de laatste zes maanden voorafgaand aan de bevraging (zie Tabel 2). We gingen niet alleen na hoeveel actieve leden er zijn, door de zespuntenschaal zijn we in staat om een onderscheid te maken tussen occasionele en frequente beoefenaars. We definiëren een frequente beoefenaar als iemand die minstens wekelijks zijn activiteit beoefent. Daarnaast gaat men ook als frequente beoefenaar door als men minstens twee activiteiten minstens meermaals per maand uitoefent. We stellen duidelijk meer frequente dan occasionele beoefenaars vast. Meer dan 70% (73,1%) van de leden is actief in de sectorale activiteiten op een frequente basis. Een kleinere groep van 4,5% van de leden is slechts op occasionele basis actief (zie Tabel 2). 5

6 Tabel 2: Hoe actief zijn de leden in hun discipline (in %)? % leden van Vlamo Nooit beoefend 16,1 Enkel vroeger, nu niet meer 6,3 Momenteel beoefenaar 77,6 Totaal (N) 100,0 (N=758) Niet beoefenaar 22,4 Occasionele beoefenaar 4,5 Frequente beoefenaar 73,1 Totaal (N) 100,0 (N=758) Een andere manier om na te gaan hoe actief de leden van Vlamo zijn in hun discipline is om de tijd die ze eraan besteden in kaart te brengen. Figuur 1 brengt de tijdsbesteding van de verschillende sectoren in kaart door middel van een boxplot. Een boxplot is een visualisering van de heterogeniteit onder de respondenten van een groep (zie Figuur 1). De onderkant van de box of doos wordt afgemeten op het 25ste percentiel, dit is de waarde waaronder 25% van de respondenten van de groep zich bevindt. De bovenkant van de doos wordt afgemeten op de waarde van het 75ste percentiel. Op die manier bevindt zich dus in iedere doos 50% van de respondenten van de groep en krijgen we een idee van de spreiding van de antwoorden. De dikke zwarte streep in het midden van de doos duidt de mediaan aan of de waarde waaronder 50% van de respondenten van de groep zich bevindt. De zogenaamde whiskers (de korte streepjes in de grafiek) werden ingesteld op telkens het 5de en het 95ste percentiel. De gemiddelden worden voorgesteld door de ruitvormige figuren binnen de verschillende boxplots. We constateren dat de actieve leden van Vlamo gemiddeld 8,3 uren per week besteden aan hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek. Uit de voorstelling van de spreiding merken we dat 25% van de leden minder dan 4 uur per week besteedt aan hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek. De helft van de respondenten besteden er 6 uur of minder aan per week en ¾ van de actieve leden besteedt er 10 uur of minder aan. Figuur 1 Tijdsbesteding: gemiddeld aantal uren per week de afgelopen 6 maanden. 6

7 2 Profielen Nu we een eerste beeld hebben van de activiteitsgraad van de leden van Vlamo, gaan we in dit deel na wat voor personen dit zijn. We doen dit door de verdeling na te gaan op een aantal profielvariabelen zowel voor de leden die we als actief 2 konden benoemen als voor de overige leden. Wat geslacht betreft constateren we dat er meer mannen dan vrouwen zijn onder de leden van Vlamo. Dit stellen we zowel vast bij de actieve als de niet-actieve leden, hoewel dit overwicht licht groter is bij de niet-actieve leden (62,6% vs. 58,6%). Wat leeftijd betreft merken we dat de actieve leden voornamelijk afkomstig zijn uit de leeftijdsgroepen tussen de 18 en 54 jaar (76,5%). Opvallend is dat slechts 16,2% van de actieve leden ouder is dan 54 jaar. In vergelijking met de actieve leden constateren we bij de niet-actieve leden een wat ouder profiel. Zo bevat de groep niet-actieve leden ca. 15 procentpunten minder jarigen en ongeveer 7 procentpunten meer jarigen. Beide verschillen blijken statistisch significant. Wat opleidingsniveau betreft stellen we bij de actieve leden vast dat net de helft in het hoger onderwijs afstudeerde. Ongeveer één op vijf van de actieve leden behaalde ten hoogste een diploma hoger secundair onderwijs, terwijl slechts een absolute minderheid van 7,4% niet verder studeerde dan het lager secundair onderwijs. Daarnaast constateren we dat zo n 22,3 % van de actieve leden momenteel nog studeert. De niet-actieve leden wijken nergens noemenswaardig af van de verdeling die we vaststellen bij de actieve leden. Enkel valt op dat het aandeel studenten wat lager ligt dan bij de actieve leden (16,7% vs. 22,3%). Deze vaststelling loopt dan ook in lijn met de eerde vastgestelde verschillen in leeftijdsverdeling (waarbij actieve leden een jonger profiel hebben). De bevraagde studierichtingen die de respondenten gevolgd hebben of momenteel nog volgen, werden herschikt tot 3 categorieën. Een eerste categorie omvat de studierichtingen waarvan het object van de opleiding een sterk culturele dimensie omvat, zoals: talenonderwijs, lerarenopleiding en kunstonderwijs. Daarnaast werden de opleidingen waarvan het studieobject sterk gericht is op de omgang, verzorging en/of het contact met mensen en die aldus sterk dienstverlenend van aard zijn, samengenomen. Het betreft hier onder andere: de medische en paramedische sector, economisch, administratief en commercieel onderwijs, juridisch en bestuurlijk onderwijs, openbare orde en veiligheid. Tenslotte werden de meer technische en materieel georiënteerde opleidingen samengenomen zoals het agrarisch onderwijs, opleidingen gericht op transport en verkeer, kleding en textiel en de exacte wetenschappen. Ongeveer een derde van de actieve leden van Vlamo studeerde of studeert in een culturele richting. Zo n 30% koos voor een studierichting die uitzicht kan geven op een beroep waarin dienstverlening centraal staat. En opnieuw iets meer dan een derde van de actieve leden (35,3%) studeerde een eerder technisch-materiële richting. We stellen verder vast dat de niet-actieve leden nergens noemenswaardig afwijken van het profiel van de actieve leden op vlak van gevolgde studierichting. Wat beroepsstatus betreft, constateren we dat de overgrote meerderheid van de actieve leden van Vlamo momenteel aan het werk 3 is (63,4%). Een minderheid van ca. 5% is momenteel inactief 4 en 2 Actieve beoefening van klassieke muziek of muzikaal actief in een fanfare, harmonie of brassband. 3 ook GESCO, RVA-stage, PWA, interim, dienstencheques en meewerkend in gezins- of familiebedrijf 4 werklozen, voltijds huisman/huisvrouw, ziekte- of bevallingsverlof, werkonbekwaam/invalide of op zoek naar eerste werk 7

8 zo n 8,8% gepensioneerd. Vergelijken we dit profiel met de niet-actieve leden dan wordt weer duidelijk dat de niet-actieve leden een duidelijk ouder profiel hebben. Zo bevat de groep niet-actieve leden wat minder studenten enerzijds en statistisch significant meer gepensioneerden anderzijds. We gingen ook de verdeling na wat de gezinssituatie van de respondenten betreft. Hiervoor maakten we het onderscheid tussen studenten, alleenwonenden zonder kinderen, samenwonenden zonder kinderen, samenwonenden waarvan het jongste kind jonger is dan 10 jaar, waarvan het jongste kind tussen 10 en 18 jaar is en waarvan het jongste kind ouder dan 18 jaar is. Wat de actieve leden betreft merken dat ongeveer 62,1% samenwonend is. Ongeveer een vierde van de actieve leden woont samen met partner en heeft kinderen die ouder zijn dan 18 jaar. Een kleine 11% van de actieve leden woont samen met de partner en heeft kinderen tussen de 10 en 18 jaar. Slechts een kleine 14% van hen woont samen met de partner en heeft jonge kinderen (jongste kind is jonger dan 10 jaar). Daarnaast merken we dat ongeveer 15% van de actieve leden alleen woont, geen kinderen heeft (en geen student meer is). Vergelijken we deze verdeling met de niet-actieve leden dan vallen een aantal grote verschillen op. Ten eerste stellen we het verschil weer vast wat het aandeel studenten betreft (minder studenten bij de niet-actieve leden). Daarnaast valt op dat de groep niet-actieve leden minder samenwonenden bevat met kinderen tussen 10 en 18 jaar bevat (een statistisch significant verschil van 6,9 procentpunten). We komen met andere woorden ook hier het oudere profiel van de niet-actieve leden tegen. De niet-actieve leden zijn duidelijk minder vaak nog student en vaker samenwonenden met middeljonge of oudere kinderen. Naast deze vaak gebruikte profielvariabelen gingen we na in welke mate de woonplaats van de leden van Vlamo verstedelijkt is. Voor de opdeling naar graad van verstedelijking werd daarbij Van Hecke (1997) gevolgd die de Vlaamse gemeenten in zes groepen indeelt op basis van hun score op acht verschillende functies (o.a. detailhandel, cultuur, onderwijs, ). De middencategorieën ( centrumgemeenten in de regionaalstedelijke gebieden, centrumgemeenten in de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden, centrumgemeenten in de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau en gemeenten die grenzen aan Brussel ) werden samengenomen. Op die manier werden drie groepen onderscheiden: 1) centrumgemeenten in grootstedelijke gebieden (Antwerpen, Brussel of Gent), 2) centrumgebieden en 3) niet-centrumgebieden. Uit Tabel 3 blijkt dat de grootste groep van de actieve leden van Vlamo (56,6%) in een niet-centrumgebied woont. Ongeveer een derde van de actieve leden woont in een ander centrumgebied, terwijl slechts 8,9% van de actieve leden in een grootstedelijk gebied woont. Een vergelijking met de verstedelijking van de woonplaatsen van de niet-actieve leden brengt geen noemenswaardige verschillen aan het licht (kleine en niet statistisch significante verschilscores). We vroegen de respondenten ook naar het netto maandelijks inkomen van hun gezin. Met het netto-huishoudensinkomen beodoelen we het totaal van de inkomsten van het gezin (eigen loon en dat van de eventuele partner) en dit na aftrek van de belastingen 5. Uit de inkomensverdeling in Tabel 3 blijkt dat de ongeveer 30% van de actieve leden van Vlamo een maandelijks inkomen heeft tussen 2500 en Verder blijkt dat zo n 10% van de actieve leden een inkomen heeft tussen de 1500 en Een duidelijke minderheid van 11,3% heeft een lager inkomen van tussen de 600 en Vergeleken we dit inkomenprofiel met dat van de niet-actieve leden dan vallen weinig noemenswaardige verschillen op. 5 Inbegrepen: loon, maaltijdcheques, eventueel kindergeld, uitkeringen, pensioen of andere inkomsten uit kapitaal, creatieve hobby s, onroerende goederen, etc. 8

9 Naast dit objectief inkomen werd ook gepeild naar het subjectieve inkomen. De respondenten werd gevraag op een zevenpuntenschaal aan te geven in welke mate men comfortabel kan leven met het gezinsinkomen. De schaal liep van 1 (het is zeer moeilijk om rond te komen) tot 7 (het is zeer gemakkelijk om rond te komen). Categorieën 1 en 2 werden samengenomen, 3, 4 en 5 vormen de middencategorie, en 6 en 7 vormen de rechtse pool. Uit een inspectie van antwoordverdelingen van de actieve leden blijkt dat de grootste groep van de actieve leden (62,6%) niet gemakkelijk maar ook niet moeilijk kan rondkomen met z n gezinsinkomen. Voor zo n 30% van de actieve leden is het (zeer) gemakkelijk om rond te komen terwijl het voor zo n 6,5% moeilijk of zeer moeilijk is om rond te komen. Uit een vergelijking van deze antwoordverdelingen met die van de niet-actieve leden blijken geen statistisch significante verschillen (zie Tabel 3). Tabel 3: Profielen van actieve en niet-actieve leden vergeleken (kolompercentages). Nietactieve leden Actieve leden Verschilscore Geslacht man 62,6 58,6 4,0 vrouw 37,4 41,4-4,0 (N) Leeftijd ,4 7,2 0, ,4 39,9-15,5* ,7 36,6 4, ,0 13,3 3, ,4 2,9 7,4* (N) Opleidingsniveau studenten 16,7 22,3-5,7 max lager secundair onderwijs hoger secundair onderwijs 10,1 7,4 2,7 26,8 20,2 6,6 hoger onderwijs 46,4 50,0-3,6 (N) Studierichting cultureel 32,8 34,7-1,9 dienstverlenend 29,7 30,0-0,3 technisch materieel 37,5 35,3 2,2 (N) Beroepsactiviteit studenten 16,4 22,5-6,0 Gezinssituatie werkenden 60,0 63,4-3,4 inactieven 7,1 5,3 1,8 gepensioneerden 16,4 8,8 7,7* (N) niet samenwonende studenten zonder kinderen niet samenwondenen geen studenten zonder kinderen 16,4 22,2-5,8 9,4 15,6-6,2 9

10 Verstedelijking woonplaats samenwonend zonder kinderen samenwonend jongste kind is jonger dan 10 samenwonend, en jongste kind tussen 10 en 18 samenwonend, jongste kind is ouder dan 18 (N) grootstedelijk centrum 14,1 13,1 0,9 11,7 14,7-3,0 18,0 11,1 6,9* 30,5 23,2 7,2 6,7 8,9-2,2 ander centrum 40,7 34,5 6,2 niet-centrum 52,6 56,6-4,0 (N) Inkomen objectief geen eigen inkomen 13,8 21,2-7,4 Rondkomen met inkomen [ 600; 999] 0,8 3,4-2,7 [ 1000; 1499] 8,5 7,9 0,6 [ 1500; 1999] 11,5 9,9 1,6 [ 2000; 2499] 14,6 10,5 4,1 2500; 3749] 33,8 30,1 3,7 [ 3750; 4999] 10,0 11,9-1,9 > ,9 5,1 1,9 (N) (zeer) moeilijk om rond te komen Tussen beide (3,4,5) (zeer) gemakkelijk om rond te komen (N) *Statistisch significante verschillen tussen actieve en niet-actieve leden (p<0.05) 6,0 6,5-0,5 62,7 62,6 0,1 31,3 30,9 0,4 10

11 3.1 Hoe Op Via Activiteitsgraad 3 Eigenschappen van beoefening komt men in contact met instrumentale muziek? Hieronder gaan we in op de vraag hoe de leden van Vlamo met hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek in contact kwamen. We maken daarbij het onderscheid tussen de invloed van een aantal personen enerzijds en een aantal organisaties of andere kanalen anderzijds. Omdat deze analyse zich ook in het algemene eindrapport bevindt, zullen we de resultaten hier slechts kort bespreken en een uitvoerige vergelijking met andere sectoren achterwege laten. eigen houtje? Door welke personen kwamen de beoefenaars van instrumentale muziek in contact met hun hobby? Om deze vraag te kunnen beatwoorden geven we eerst een beeld van de respondenten die aangeven dat ze op eigen houtje in contact kwamen met instrumentale muziek. Tabel 4 biedt de resultaten. We merken op dat het aandeel leden van Vlamo dat alleen in contact kwam met hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek 6,9% bedraagt. Tabel 4 Percent beoefenaars dat alleen in contact kwam met zijn sector (in%), Categorie % N 1. Instrumentale muziek 6,9 504 welke personen komt men in contact met instrumentale muziek? Tabel 5 geeft de procentuele verdeling van de personen waardoor de actieve leden van Vlamo in contact kwamen met hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek. We merken in de eerste plaats het belang op van de ouders als introducerende personen (63,3%). Op de tweede plaats komen vrienden of kennissen als personen waardoor men in contact kwam met instrumentale muziek (43,1%). Andere gezinsleden (32,8%) en leden van de ruimere familie (20,7%) worden bij instrumentalisten ook zeer vaak genoemd als personen die hun in contact brachten met hun hobby. De rol van collega s is daarentegen te verwaarlozen (3%). van de introducerende personen Nu deze eerste blik is geworpen gaan we in wat volgt na in welke mate deze contactpersonen zelf ook actief instrumentale muziek beoefenen/beoefenden. Tabel 5 geeft een overzicht van de activiteitsgraad voor de verschillende personen die de beoefenaars in contact brachten met instrumentale muziek. Vrienden of kennissen, de tweede belangrijkste contactpersonen voor het aanvatten van instrumentale muziek, blijken zelf ook zeer actief. In 84,2% van de gevallen beoefenen of beoefenden de introducerende vrienden zelf ook activiteiten op vlak van instrumentale muziek. Voor de ouders die de belangrijkste introductiepersonen zijn met betrekking tot instrumentale muziek, stellen we een activiteitsgraad vast van 64,3%. De overige gezinsleden die de beoefenaars in contact brachten 11

12 3.1.4 Organisaties met amateurkunst zijn dan weer iets actiever (84,4%). Meer bepaald blijkt dat 78,7% van de introducerende leerkrachten zelf ook actief is of was op vlak van instrumentale muziek. Hoewel slechts in 3% van de gevallen collega s een introducerende rol speelden, zijn ze wel opvallend actief: in 78,6% van de gevallen beoefenen of beoefenden deze collega s zelf ook activiteiten op vlak van instrumentale muziek. Tabel 5 Personen waardoor men in contact kwam met zijn/haar hobby vrienden of kennissen mijn ouders iemand uit mijn gezin een specifieke leerkracht uit mijn school iemand uit mijn ruimere familie collega's (N) Bracht in contact met instrumentale muziek Waarvan zelf ook actief 43,1% 84.2% 63,3% 64.3% 32,8% 84.4% 13,0% 78.7% 20,7% 84.5% 3,0% 78.6% 469 of andere kanalen waardoor men in contact kwam met instrumentale muziek We gingen ook na in welke mate men in contact kwam met instrumentale muziek via een aantal organisaties of andere kanalen. Grafiek 1 geeft de sectorspecifieke antwoordverdelingen. Het belangrijkste introducerend medium voor instrumentale muzikanten betreft live optredens of concerten (64,60%). Op de tweede plaats komt het DKO met ongeveer de helft (53,20%) van de beoefenaars die aangeven daardoor in contact te zijn gekomen met instrumentale muziek. Het DKO wordt opmerkelijk vaker aangehaald dan de kunsteducatie buiten het DKO als introducerend kanaal (15,70%). Vervolgens zien we dat ook de school een belangrijke rol speelt (50,60%). Deze drie introductiekanalen worden duidelijk veel meer vermeld in vergelijking met de andere bevraagde kanalen (zie Grafiek 1). 12

13 Grafiek 1: Introducerende instanties ter beoefening van instrumentale muziek (N=553) 13

14 3.2 Opleidingen Frequenties Evaluatie In welke mate leiden de actieve leden van Vlamo zich op in hun discipline? Trekken ze daarvoor naar het DKO of naar andere instanties? En op welke manier evalueren de beoefenaars deze opleidingen? Grafiek 2 biedt de resultaten. Zo n 31% van de actieve leden van Vlamo volgde de laatste 6 maanden voorafgaand aan de bevraging een opleiding aan het DKO, bijna de helft (47,54%) heeft dat vroeger gedaan, terwijl ongeveer een vijfde nooit een DKO opleiding volgde. Wat het opleidingsaanbod buiten het DKO betreft, constateren we dat ongeveer 18% van de actieve beoefenaars momenteel (de laatste 6 maanden voorafgaand aan de bevraging) een alternatieve opleiding volgde, ca. 38% van de actieve leden volgde vroeger al een alternatieve opleiding, terwijl ongeveer 42% van de beoefenaars dat nooit volgde. Grafiek 2: Gevolgde opleidingen van de actieve leden van Vlamo (in %) (N=568) van de opleidingen We gingen na in welke mate de huidige of vroegere studenten die momenteel actief lid zijn van Vlamo tevreden zijn over hun opleiding aan het DKO/buiten het DKO 6. Grafiek 3 geeft de resultaten. Daaruit blijkt dat men over de meeste aspecten van de gevolgde opleiding (zowel DKO als buiten DKO) zeer tevreden is. Slechts bij twee criteria valt een duidelijk lagere tevredenheid op: de hulp en de motivatie die de opleiding aanreikt om naar een professioneel kunstenaarschap over te stappen enerzijds en de opvolging buiten de lessen anderzijds. Wat de hulp en de motivatie om over te schakelen tot een professioneel kunstenaarschap betreft, stellen we vast dat ongeveer een vijfde (heel) ontevreden is over dit aspect wat het DKO betreft. Een ander beeld verschijnt bij de opleidingen buiten het DKO. Daar is de groep die het in het midden houdt veel kleiner (9,05%) en zowel de groep die er (heel) tevreden over is als de groep die er (heel) ontevreden over is, blijkt dan weer groter. 6 Werd bevraagd als een kunstopleiding buiten het deeltijds kunstonderwijs (workshops, lessenreeksen, vormingen buiten de academie) 14

15 Een tweede punt waar men in het algemeen minder tevreden over is, betreft de opvolging buiten de lessen. Hoewel 53,33% van de (ex-) DKO studenten daar (heel) tevreden over is, is de groep die er effectief (heel) ontevreden over is niet zo denderend groot (14,32%). Een grote groep van de (ex)dko studenten houden het in het midden en zijn er noch tevreden noch ontevreden over (32,35%). Ook hier verschijnt een ander beeld bij de alternatieve opleidingen. Daar is de groep die het in het midden houdt veel kleiner (7,50%) en zowel de groep die er (heel) tevreden over is als de groep die er (heel) ontevreden over is, blijkt dan weer groter. Deze polarisering heeft er waarschijnlijk mee te maken dat deze geëvalueerde opleidingen in tegenstelling tot het DKO- een amalgaam betreft van verschillende opleidingsmogelijkheden en cursussen die niet allemaal dezelfde doelstellingen hebben. 15

16 Grafiek 3 Bovenaan: DKO evaluatie door actieve leden van Vlamo. Onderaan: Evaluatie van opleidingen buiten DKO door actieve leden van Vlamo. 16

17 3.3 De presentatie van instrumentale muziek Hoe actief zijn de leden van Vlamo in het laten zien of horen van hun werk aan anderen? We gingen na of en in welke mate de actieve leden hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek het afgelopen jaar aan de volgende personen lieten zien/horen: 1. Gezinsleden 2. Leden uit de ruimere familie 3. Vrienden of kennissen 4. Collega s 5. Andere beoefenaars (amateurs) 6. Andere beoefenaars (professionals) 7. Mensen die men nog niet kende (via optredens, tentoonstellingen, publicaties of online) Eerst en vooral blijkt dat 63,1% van de actieve leden al ooit iets wat ze gemaakt, ingestudeerd, gecreëerd of geproduceerd hebben op vlak van instrumentale muziek heeft laten horen of zien aan anderen. Ongeveer een derde van de actieve leden van Vlamo heeft met andere woorden nog nooit iets laten zien of horen aan anderen wat hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek betreft. Tabel 6: Presentatie van amateurkunsten aan anderen door de actieve leden van Vlamo (in %). Ooit laten horen of zien Nooit laten horen of zien Totaal (N) 63,1 36,9 582 Daarnaast gingen we na aan welke personen men deze activiteiten heeft laten zien of horen het afgelopen jaar. Aan de hand van onderstaande schaal werd de intensiteit daarvan gemeten. Om de resultaten overzichtelijk te presenteren brachten we de intensiteit terug tot 4 categorieën: nooit, uitzonderlijk ( een uitzonderlijke keer of meermaals per jaar ), occasioneel ( maandelijks of meermaals per maand ) en frequent ( wekelijks, meermaals per week of dagelijks ). Grafiek 4 biedt de resultaten. 1. Nooit 2. Een uitzonderlijke keer 3. Meermaals per jaar Uitzonderlijk 4. Maandelijks 5. Meermaals per maand Occasioneel 6. Wekelijks 7. Meermaals per week Frequent 8. Dagelijks Uit Grafiek 4 maken we op dat de activiteiten op vlak van instrumentale muziek het vaakst worden getoond aan gezinsleden en andere (amateur) beoefenaars. Opvallend is de grote groep beoefenaars die op frequente basis (dus minimum wekelijks) zijn activiteiten laat horen of zien aan andere gezinsleden (35,0%). Aan leden van de ruimere familie, vrienden en kennissen en aan een onbekend publiek worden de activiteiten iets minder vaak getoond, hoewel meer dan 60% van de beoefenaars 17

18 3.4 Wanneer Dagen Momenten dat minstens op uitzonderlijke basis doet. Aan professionele beoefenaars wordt in mindere mate getoond (bijna een derde van de beoefenaars doet dat nooit). Toch is er geen sprake van een breuklijn tussen de amateurs en de professionals: een groep van 16,4% toont zijn activiteiten op frequente basis aan professionele beoefenaars. Grafiek 4: Presentatie van activiteiten op vlak van instrumentale muziek (in %) (N=366) beoefent men? waarop men beoefent Op welke dagen beoefenen de actieve leden van Vlamo hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek? Tabel 7 geeft een overzicht. Daaruit blijkt dat de meeste actieve leden tijdens weekdagen hun hobby beoefenen (96,4%). Op zaterdagen zijn er iets minder beoefenaars (82,1%) en op zondagen daalt het aantal beoefenaars tot 76,6%. Tijdens de schoolvakanties ligt de activiteit nog wat lager: slechts 70,3% van de actieve leden van Vlamo beoefent zijn activiteiten op vlak van instrumentale muziek tijdens de schoolvakanties. Tabel 7: Dagen waarop de actieve leden van Vlamo beoefenen (in%) Weekdag (niet vakantie) Zaterdag (niet vakantie) Zondag (niet vakantie) Tijdens de schoolvakanties Instrumentale muziek 96,4 82,1 76,6 70,3 waarop men beoefent We merken dat de actieve leden van Vlamo wat vaker tijdens de week hun hobby beoefenen dan tijdens het weekend. Hieronder geven we een beeld van de tijdstippen waarop men doorgaans beoefent (zie Tabel 8). 18

19 3.5 Internetgebruik Internetgebruik: 18,89% van de leden die op weekdagen actief zijn op vlak van instrumentale muziek hebben daar geen vast tijdstip voor. De meeste beoefenaars doen het echter wel s avonds tussen 18 en 22 uur. Na 22 uur beoefent ongeveer een kleine 10% van de actieve leden. Zoals eerder vastgesteld behoort 63,4% van de actieve leden dan ook tot de werkende bevolking die overdag waarschijnlijk geen tijd hebben voor andere zaken. We merken dat slechts 6,77% van de actieve leden tijdens weekdagen in de voormiddag beoefent, slechts 75,88% beoefent tussen 12 en 14 uur en een kleine 15% beoefent tussen 14 en 18uur. Tijdens het weekend valt op dat veel meer beoefenaars geen vast tijdstip van beoefening hebben. (Voor zaterdag gaat het om 32,85% en voor zondag om 41,03%). Opvallend is ook dat er al vaker in de namiddag (tussen 14 en 18 uur) wordt beoefend en wat minder vaak s avonds (tussen 18 en 22 uur) in vergelijking met weekdagen. De beoefenaars die tijdens de schoolvakanties actief zijn, kunnen in het gros van de gevallen (56,48%) geen vast tijdstip aanduiden waarop ze actief zijn. Ongeveer één derde van de beoefenaars beoefent tijdens de schoolvakanties tussen 18 en 22 uur. Een kleine 20% doet dat in de namiddag tussen 14 en 18uur. Tabel 8: Tijdstip van beoefening (in % van degenen die actief zijn op de aangegeven dagen) (Multiple respons). Geen vast 8u-12u 12u-14u 14u-18u 18u-22u Na22u tijdstip Weekdag 18,89 6,77 5,88 14,80 76,83 9,80 Zaterdag 32,85 23,22 14,23 27,20 37,24 7,53 Zondag 41,03 31,61 13,23 25,11 20,63 4,26 Schoolvakanties 56,48 10,76 11,25 19,56 32,76 5,62 Hieronder gaan we in op het internetgebruik in het kader van de beoefening van instrumentale muziek. We schetsen allereerst een beeld van het aandeel e-amateurs. Met e-amateurs bedoelen we beoefenaars die gebruik maken van het internet in het kader van de beoefening van hun amateurkunst. Vervolgens geven we een beeld van de functionaliteiten van dit internetgebruik: waarvoor gebruikt men het internet in het kader van amateurkunstbeoefening? Omdat deze analyse zich ook bevindt in het algemeen rapport, bespreken we enkel de cijfers van de actieve leden van Vlamo. algemeen 79,8% van de actieve leden van Vlamo kan geclasseerd worden als e-amateur. Slechts 20,2% van de actieve leden van Vlamo maakt geen gebruik van het internet in het kader van zijn of haar activiteiten op vlak van instrumentale muziek. In de volgende paragraaf gaan we na waarvoor men het internet gebruikt. 19

20 3.5.2 Functionaliteiten: Tabel 9 Aandeel e-amateurs 1. Instrumentale muziek 79,8 544 waarvoor gebruikt men het internet? Tabel 10 brengt voor de e-amateurs in kaart waarvoor men het internet gebruikt bij het uitoefenen van instrumentale muziek. De beoefenaars van instrumentale muziek gebruiken het internet in de eerste plaats om informatie over technieken op te zoeken (66,1%). Werk van anderen beluisteren komt op de tweede plaats (60,8%). De derde belangrijkste reden waarvoor instrumentalisten het internet gebruiken is om activiteitenkalenders in verband met hun sector te raadplegen (59,2%). Vervolgens constateren we dat ongeveer een derde van de instrumentalisten het internet gebruikt om zoekertjessites af te schuimen om materialen aan te bieden of te zoeken, terwijl slechts 3% het internet als verkoopskanaal van eigen werk gebruikt. Ongeveer een derde van de e-amateurs in deze sector gebruikt het internet om via promo te voeren voor optredens en voorstellingen. Vervolgens blijkt dat ongeveer een vierde van de instrumentalisten zijn eigen werk (of dat van de groep) toont op een eigen website, terwijl slechts 13,6% dat doet via open websites als Youtube of Myspace. Online sociale netwerken waarop men andere beoefenaars kan leren kennen, worden door 18% van de instrumentalisten (18%) gebruikt. Op online discussiefora en communities is slechts 11,1% van de e-amateurs van deze sector actief. Tabel 10 Functionaliteiten van het internetgebruik in het kader van amateurkunstbeoefening (in % e-amateurs) Instrumentale muziek activiteiten vinden op activiteitenkalender 59,2% werk van anderen bekijken of beluisteren, erover lezen, etc. 60,8% informatie over technieken en instrumenten, etc opzoeken 66,1% promo via 30,9% wat ikzelf en/of mijn groep doe(t) tonen op een eigen website 25,6% spullen of materialen vinden en/of aanbieden op zoekertjessites 32,5% andere beoefenaars leren kennen via online sociale netwerken 18,0% wat ikzelf en/of mijn groep doe(t) tonen op open websites 13,6% op online discussiefora en communities informatie vernemen en/of discussiëren 11,1% verkoopskanaal voor eigen werk 3,0% (N)

21 3.6 Professionaliteit In welke mate zien de actieve leden van Vlamo zichzelf als amateur dan wel als professional (wat betreft hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek)? Aan de respondenten werd gevraagd op een zevenpuntenschaal aan te geven in welke mate ze zichzelf als amateur danwel als professional beschouwen. Grafiek 5 geeft de resultaten voor de actieve leden van Vlamo. We constateren dat ca. 38% van de actieve leden van Vlamo zichzelf als amateur beschouwen ( 1 of 2 op de schaal). Ca. 52% plaatst zich in het midden van de schaal (bij 3, 4 of 5 ). Een groep van ca. 9% van de actieve leden beschouwt zich wat hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek betreft als professional ( 6 of 7 op de schaal). Grafiek 5: Subjectieve zelfevaluering van professionaliteit bij actieve leden van Vlamo (in%) (N=585). Tabel 11: Subjectieve zelfevaluering van professionaliteit bij actieve leden van Vlamo (N=585). Std. Dev. Instrumentale muziek 3,05 1,585 21

22 3.7 Economische Uitgaven aspecten Hoeveel geld besteden de leden van Vlamo aan (verschillende aspecten van) de beoefening van hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek? Zijn er ook inkomsten aan verbonden, en zo ja, op welk gebied? In dit hoofdstuk zoeken we een antwoord op deze vragen. In overleg met het Forum voor Amateurkunsten en de negen landelijke amateurkunstorganisaties werden over deze economische aspecten drie vragenbatterijen opgesteld en opgenomen in het online ledenonderzoek. We starten dit deel met een analyse van de uitgaven verbonden aan amateurkunstbeoefening. In een volgend luik richten we ons op de inkomsten. Voor een meer uitvoerige analyse van de economische aspecten verbonden aan amateurkunstbeoefening verwijzen we naar het algemeen eindrapport. Hier zullen we de analyses beperken tot de actieve leden van Vlamo. aan amateurkunst De uitgaven werden gemeten voor negen mogelijke uitgavenposten. Telkens werd de beoefenaars gevraagd aan te geven hoeveel ze er het voorbije jaar persoonlijk aan spendeerden: 1. Lidgeld 2. Instrumenten of materiaal (vb. kleding, onderhoud, software, enz.) 3. Infrastructuur (vb. repetitielokaal, ateliers, enz.) 4. Promotie van zichzelf (strooibriefjes, Internetsites, enz.) 5. Vervoer 6. Tentoonstelling- of voorstellingsruimtes, concertzalen of andere podia huren 7. Cursussen of vorming 8. Informatie en documenten (vb. scripts, partituren, boeken, cd-rom, dvd, enz.) 9. Andere Voor elk van deze uitgavenposten werd aan de respondenten gevraagd de kosten ervan aan te geven in zeven categorieën: 1. Niets 2. Minder dan Tussen 50 en Tussen 250 en Tussen en Tussen en Meer dan

23 Totale uitgaven 7 Grafiek 6 geeft een overzicht van de totale uitgaven van de actieve leden van Vlamo op jaarbasis. Op vraag van de sector worden de totalen in 7 categorieën voorgesteld. In het algemeen blijkt dat de beoefening van activiteiten op vlak van instrumentale muziek voor de overgrote meerderheid van de actieve leden van Vlamo niet kosteloos is. Slechts 12,67% van de actieve leden geeft niets of minder dan 50 uit aan de beoefening van hun hobby op jaarbasis. Ongeveer een vierde besteedt tussen de 50 en 250 aan hun hobby per jaar. Ongeveer 40% tussen 250 en 999. Tot slot stellen we een grote groep beoefenaars van 23,45% vast die meer dan uitgeven aan hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek op jaarbasis. We constateren zelfs een kleinere groep van 4,73% die tussen 5000 en uitgeven op jaarbasis. Een te verwaarlozen groep van 0,95% geeft meer dan per jaar uit aan de beoefening van hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek. Doorheen de volgende paragrafen zal duidelijk worden waaraan deze uitgaven zoal besteed worden. Grafiek 6 Totale uitgaven aan instrumentale muziek op jaarbasis door actieve leden van Vlamo (in %). 7 (1) Voor de berekening van de totalen gingen we na hoeveel keer de verschillende bedragen werden genoemd per respondent. Daarbij werden de volgende drempels gehanteerd. (Uitgaande van een normaalverdeling nemen we het midden van iedere categorie als richtbedrag ter bepaling van de drempels) a. Wie twee tot acht maal minder dan 50 aanduidde, komt terecht in de categorie b. Wie twee tot acht maal tussen 50 en 249 aanduidde, komt terecht in de categorie c. Wie twee tot acht maal tussen 250 en 999 aanduidde, komt terecht in de categorie d. Wie twee tot acht maal tussen 1000 en 4999 aanduidde, komt terecht in de categorie e. Wie twee tot acht maal tussen 5000 en aanduidde, komt terecht in de categorie van meer dan (2) De open antwoorden van de categorie andere werden zoveel mogelijk teruggebracht tot de voorgelegde antwoordcategorieën. Er bleven te weinig open antwoorden over, om zinvol te analyseren. 23

24 Uitgavenposten voor de actieve leden van Vlamo Uit Tabel 12 blijkt ten eerste twee aantal uitgavenposten waaraan relatief weinig wordt uitgegeven: het huren van ruimte (Tentoonstelling- of voorstellingsruimtes, concertzalen of andere podia huren), infrastructuur (vb. repetitielokaal, ateliers, enz.) en de promotie van zichzelf (via strooibriefjes, internetsites, enz.). Zo heeft ca. 91,3% van de actieve leden van Vlamo geen kosten aan het huren van ruimten om activiteiten op vlak van instrumentale muziek te tonen aan anderen. Ook voor andere infrastructuur zoals repetitielokalen en voor zelfpromotie geldt dat een overgrote meerheid (respectievelijk 87,0% en 89,2%) van de actieve leden er geen kosten aan heeft. Naast deze uitgavenposten waaraan relatief minder wordt uitgegeven stellen we een aantal uitgavenposten vast waaraan duidelijk meer wordt uitgegeven. In de eerste plaats stellen we vast dat de actieve leden van Vlamo het meeste geld uitgeven aan instrumenten of materiaal. Vergeleken met de overige uitgavenposten vinden we hier een zeer grote groep leden terug (13,2%) die er meer dan per jaar aan uitgeven. Daarnaast merken we dat ook vervoer een relatief grote uitgavenpost is. Hoewel een vierde van de actieve leden geen geld besteedt aan vervoer, geeft meer dan een derde (32,1%) van de beoefenaars er tussen 50 en 249 aan uit. We vinden zelfs een kleine groep terug van 2,6% die meer dan aan vervoer besteden op jaarbasis. Naast drie lagere uitgavenposten (het huren van ruimte, infrastructuur en zelfpromotie) en twee hogere uitgavenposten (instrumenten of materiaal en vervoer) constateren we drie uitgavenposten die een tussenpositie innemen: lidgeld, opleidingen en informatie en documenten. Tabel 12: Uitgavenposten door de actieve leden van Vlamo (rijpercentages) (N=529). niets < >= 1000 lidgeld 47,4 27,4 22,1 1,9 1,1 instrument 28,7 18,5 25,3 14,2 13,2 infrastructuur 87,0 5,7 3,8 3,0 0,6 Promotie 89,2 4,5 3,6 1,9 0,8 vervoer 25,1 24,0 32,1 16,1 2,6 ruimte huren 91,3 1,5 3,4 3,6 0,2 cursus of vorming 65,4 7,2 21,4 5,1 0,9 info doc 45,7 24,2 21,2 6,8 2, Hoe worden deze kosten opgevangen? In wat volgt gaan we na op welke manieren deze uitgaven worden opgevangen. Tabel 13 geeft een overzicht. We maken daarbij het onderscheid tussen degenen die deze uitgaven zelf opvangen, (deels) terugbetaald krijgen door ouders of een vereniging en degenen die eventueel op overheidssteun kunnen rekenen om de kosten (deels) te compenseren. We gingen ook na in welke mate er sprake is van compensatie van de kosten door de opbrengsten aan amateurkunst. 24

25 3.7.2 Inkomsten Tabel 13 Manieren waarop uitgaven worden opgevangen (in %, Multiple Respons). Eigen rekening (deels) betaald door ouders (deels) betaald door vereniging (deels) compensatie door de overheid (deels) compensatie door opbrengsten Instrumentale muziek 49,6 22,9 41,3 21,3 12,3 (494) (N) We constateren dat ongeveer de helft van de actieve leden van Vlamo de kosten verbonden aan de uitoefening van hun hobby voor eigen rekening nemen. Voor ca. 23% van de actieve leden helpen de ouders in het terugbetalen van de kosten. In 41,3% van de gevallen wordt er (deels) bijgesprongen door de vereniging waarvan men lid is. Bij iets meer dan één vijfde van de actieve leden van Vlamo is er sprake van (partiële) compensatie van de kosten door overheidssteun. Tot slot merken we op dat een kleinere groep van 12,3% van de actieve leden van Vlamo zijn uitgaven (deels) kan compenseren door inkomsten op vlak van instrumentale muziek. In de volgende paragraaf gaan we dieper in op deze inkomsten. Naast de uitgaven verbonden aan amateurkunst werd met het ledenonderzoek ook nagegaan in welke mate er inkomsten verbonden zijn aan de beoefening van amateurkunst. In dit deel schetsen we eerst een algemeen beeld van de totale inkomsten. Vervolgens zoomen we in op de verschillende inkomstenbronnen. De berekening van de totalen is gebaseerd op de inkomsten uit de volgende categorieën: Figuur 2: Inkomsten uit amateurkunst: bevraagde inkomstenbronnen 1. Lesgeven 2. Verkoop van kunstwerken 3. Optredens of voorstellingen 4. Verkoop van cd s, dvd s, boeken, enz 5. Promotie en merchandising 6. Andere We merken op dat de totale inkomsten op dezelfde wijze werden berekend als de totale uitgaven. Zoals Grafiek 7 laat zien, haalt een duidelijke meerderheid van 75,83% van de actieve leden van Vlamo helemaal geen inkomsten of minder dan 50 per jaar uit hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek. Ongeveer 17% van de actieve leden haalt er tussen 50 en 1000 uit per jaar. Slechts 3,33% genereert tussen 1000 en 4999 per jaar aan inkomsten, terwijl een kleinere groep van 3.96% meer dan aan inkomsten genereert door hun activiteiten op vlak van instrumentale muziek. Voor een uitvoerige vergelijking met de andere sectoren verwijzen we naar het algemeen rapport. In de volgende paragraaf gaan we na hoe deze inkomsten worden verworven. 25

26 Grafiek 7 Inkomsten uit de beoefening van instrumentale muziek door de actieve leden van Vlamo Inkomstenbronnen Zoals Tabel 14 duidelijk maakt worden de meeste inkomsten gegenereerd door het geven van optredens of voorstellingen. Hoewel bijna drie vierde van de leden van Vlamo er niets aan verdient per jaar, constateren we een groep van 9,4% die tussen 50 en 249 per jaar verdient door het geven van optredens. We stellen ook een groep van 8,6% vast die er meer dan 250 per jaar aan verdient. Er zijn niet zoveel actieve leden die geld verdienen door les te geven. Slechts 11,5% van de actieve leden van Vlamo verdient daar namelijk iets aan. Toch valt hier ook een kleine groep beoefenaars op die meer dan 1000 per jaar verdienen door les te geven (4,4%). Voor de overige inkomstenbronnen (verkoop van kunstwerken of andere creatieve output, en promotie en merchandising) stellen we vast dat er amper inkomsten aan verbonden zijn. Tabel 14 Inkomsten uit de beoefening van instrumentale muziek bij de actieve leden van Vlamo (rijpercentages(n=480). niets < >= 1000 lesgeven 88,5 1,7 2,7 2,7 4,4 verkoop van kunstwerken 98,8 0,6 0,4 0,0 0,2 optredens of voorstellingen 73,3 8,8 9,4 4,8 3,8 verkoop van cds, dvds, boeken, enz 97,3 1,5 0,6 0,2 0,4 promotie en merchandising 98,8 0,6 0,6 0,0 0,0 26

27 3.8 De verwachtingen ten aanzien van Vlamo Wat verwachten de leden van Vlamo eigenlijk van Vlamo? Om dit na te gaan werd in overleg met het Forum voor Amateurkunsten en ieder van de negen landelijke amateurkunstorganisaties een aantal verwachtingen opgelijst. Aan de leden werd gevraagd om 5 diensten aan te duiden die men het meest belangrijk acht. Tabel 15 geeft de resultaten. We bespreken de belangrijkste 5 verwachtingen. De belangrijkste verwachting die de leden van Vlamo hebben ten aanzien van hun steunpunt betreft het verdedigen van de belangen van hun sector naar de overheid toe. Bijna de helft van de leden gaf dit op als belangrijke verwachting. Daarnaast blijkt dat 42,3% van de leden verwacht dat Vlamo de discipline van instrumentale muziek promoot. Vervolgens merken we dat bijna 40% van de leden verwacht dat Vlamo informatie en documentatie aanreikt. Vervolgens stellen we drie verwachtingen vast die telkens door ongeveer een derde van de leden van Vlamo werden aangeduid: het organiseren van wedstrijden, het zorgen voor verzekeringen en het organiseren van artistieke cursussen en vorming. Uit Tabel 15 blijkt tot slot nog dat slechts 3,3% van de ondervraagde leden (0,7%) de diensten van Vlamo overbodig vinden. Omdat we eerder vaststelden dat een substantiële groep van 22,4% van de leden van Vlamo niet als actieve beoefenaar van instrumentale muziek kon geklasseerd worden en uit de profielvergelijking bleek dat deze beoefenaars een wat ouder profiel hebben, maken we in Tabel 15 het onderscheid tussen actieve en niet-actieve leden. We stellen een aantal verschillen vast. Zo duiden de niet actieve beoefenaars een aantal verwachtingen minder vaak aan zoals voorzien in werkmaterialen, internationale podiumkansen bieden en het promoten van de discipline. Een aantal andere verwachtingen worden daarentegen wat vaker door niet-actieve leden aangeduid zoals ondersteuning geven op vlak van infrastructuur en interculturele samenwerking stimuleren (zie Tabel 15). Tabel 15 Verwachtingen ten aanzien van Vlamo Niet-actieve leden Actieve leden Alle leden informatie en documentatie aanreiken 39,4 39,7 39,7 organiseren van artistieke cursussen en vorming 36,4 33,7 34,1 voorzien in werkmaterialen 11,1 31,2 28,0 podiumkansen bieden 27,3 28,9 28,6 ondersteuning geven op vlak van infrastructuur 22,2 16,9 17,7 kansen bieden voor meer samenwerking 6,1 8,3 8,0 ideeën aanreiken en vernieuwende impulsen geven 19,2 18,0 18,2 internationale (podium)kansen bieden/stimuleren 6,1 13,2 12,0 interculturele samenwerking stimuleren 14,1 10,7 11,2 ondersteunende maatregelen bieden als opstap naar professioneel niveau 5,1 7,8 7,3 begeleiding/coaching op artistiek vlak 19,2 15,7 16,3 ondersteuning op administratief/juridisch vlak 29,3 26,4 26,8 organiseren van wedstrijden 32,3 35,1 34,6 zorgen voor verzekeringen 35,4 36,0 35,9 ontmoetingen orgaiseren tussen beoefenaars 18,2 21,9 21,3 27

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN MUZIEKMOZAIEK

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN MUZIEKMOZAIEK Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN MUZIEKMOZAIEK

Nadere informatie

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN CREATIEF SCHRIJVEN

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN CREATIEF SCHRIJVEN Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN CREATIEF

Nadere informatie

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN POPPUNT

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN POPPUNT Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN POPPUNT

Nadere informatie

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KOOR&STEM

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KOOR&STEM Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KOOR&STEM

Nadere informatie

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KUNSTWERK[T]

De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KUNSTWERK[T] Dries Vanherwegen (UGent) John Lievens (UGent) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Mark Elchardus (VUB) De amateurkunsten in beeld gebracht: DE LEDENBEVRAGING VAN KUNSTWERK[T]

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE FAMEUS FABULEUS BERCHEM

RESULTATEN ENQUÊTE FAMEUS FABULEUS BERCHEM RESULTATEN ENQUÊTE FAMEUS FABULEUS BERCHEM Een onderzoek uitgevoerd door Tine Gillis, Lisa Mets, Jordan Paxton, Roxanne Thielemans en Kato van Hoorick in naam van Fameus vzw en Karel de Grote Hogeschool

Nadere informatie

Hoog opgeleid, laag inkomen

Hoog opgeleid, laag inkomen Hoog opgeleid, laag inkomen De situatie van buitenschoolse kunstdocenten en artistiek begeleiders Henk Vinken en Teunis IJdens Een groot deel van de voorzieningen voor actieve cultuurparticipatie bestaat

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

INKOMSTEN BEELDENDE KUNSTENAARS

INKOMSTEN BEELDENDE KUNSTENAARS INKOMSTEN BEELDENDE KUNSTENAARS In het kader van de opdracht coördinatie en verruiming van het sociaal overleg in de artistieke sector wil het Kunstenloket met dit onderzoek nagaan op welke manier beeldende

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

in beeld gebracht amateurkunsten

in beeld gebracht amateurkunsten amateurkunsten in beeld gebracht Dries Vanherwegen (UGent) Jessy Siongers (VUB) Wendy Smits (VUB) Guido Vangoidsenhoven (VUB) Promotoren: John Lievens (UGent) Mark Elchardus (VUB) amateurkunsten in

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Sportparticipatie van de 55-plusser in Vlaanderen. Marc Theeboom Inge Derom Zeno Nols

Sportparticipatie van de 55-plusser in Vlaanderen. Marc Theeboom Inge Derom Zeno Nols Sportparticipatie van de 55-plusser in Vlaanderen Marc Theeboom Inge Derom Zeno Nols Participatiesurvey 2014 (PaS 2014) Wetenschappelijke Steunpunten Cultuur, Jeugd, Sport en Media (2012-2016) Representatieve

Nadere informatie

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties Tess Poppe 26 maart 205 Inhoud DEEL I Knelpuntberoepen OCMW s... 2. Overzicht functies... 2.. Verpleegkundige... 3..2 Hoofdverpleegkundige...

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

3.6 Informatie en communicatie

3.6 Informatie en communicatie 3.6 Informatie en communicatie Binnen dit hoofdstuk gaan we dieper in op de informatiekanalen via dewelke de Belgen zich informeren over de klimaatverandering. Daarnaast staan we stil bij de informatiekanalen

Nadere informatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Situering Onze maatschappij houdt ons graag een ideaalbeeld voor van een gezonde levensstijl, waarbij

Nadere informatie

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN?

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? Lessen uit scholenonderzoek in Vlaanderen Jessy Siongers Universiteit Gent Vrije Universiteit Brussel Steunpunt Cultuur & Jeugdonderzoeksplatform

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar

Belg wil stoppen met werken op 62 jaar ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 4 februari 2008 Belg wil stoppen met werken op 62 jaar - Resultaten unieke bevraging overgang van werk naar pensionering - Werkende 50-plussers

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Opportuniteiten voor sportstimulering van de 55-plusser in Vlaanderen. Inge Derom Marc Theeboom Zeno Nols

Opportuniteiten voor sportstimulering van de 55-plusser in Vlaanderen. Inge Derom Marc Theeboom Zeno Nols Opportuniteiten voor sportstimulering van de 55-plusser in Vlaanderen Inge Derom Marc Theeboom Zeno Nols Inhoud van de presentatie Ex-sporters, mogelijke herintreders Redenen om te sporten Mogelijke drempels

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen Loont passie? Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen Muzikale Terzake - 14.12.2016 - AB, Brussel Inleiding 2014: studie acteurs in Vlaanderen, 2014

Nadere informatie

Rapport solidariteitsbarometer

Rapport solidariteitsbarometer Datum: 14-10-2014 Voor: db Document: nota Volg nr. : ph Rapport solidariteitsbarometer 1. Inleiding Met de solidariteitsbarometer wilde Ziekenzorg CM de opvattingen van de Vlaming over solidariteit in

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010 Steekproef Voor de uitvoering van het onderzoek is een aselecte, naar de vier Brabantse regio s gestratificeerde steekproef uit het PTT afgiftepunten bestand particuliere huishoudens via Cendris aangeschaft.

Nadere informatie

Vlaams Archeologencollectief

Vlaams Archeologencollectief Vlaams Archeologencollectief Resultaten enquête verloning 7 Resultaten VLAC-enquête 7 Inhoudstafel. Algemene informatie. Verdeling respondenten. Private sector. Functie. Ervaring. Brutoloon. Contract 9.

Nadere informatie

Snapshot Amateurkunsten

Snapshot Amateurkunsten Snapshot Amateurkunsten Een overzicht van bevindingen uit bevolkings- en scholenonderzoek 2004-2014 Dries Vanherwegen, Jessy Siongers & John Lievens Vakgroep sociologie Onderzoeksgroep CuDOS - UGent AMATEURKUNSTEN

Nadere informatie

Wie doen er aan sport en cultuur?

Wie doen er aan sport en cultuur? Beoefenen en/of en, en/of Capita selecta zijn ers ook beoefenaars? zijn liefhebbers ook liefhebbers? beoefenen 46 19 en 52 32 Zijn ers ook beoefenaars? Zijn ers van ook de mensen die amateurkunst beoefenen?

Nadere informatie

IDENTIFICATIEFICHE CULTURELE VERENIGING

IDENTIFICATIEFICHE CULTURELE VERENIGING IDENTIFICATIEFICHE CULTURELE VERENIGING Periode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 > indienen vóór 31 maart 2019 Gegevens vereniging: Naam: VZW: Ondernemingsnummer (alleen indien vzw): Officieel

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

4. Profiel van de respondenten.

4. Profiel van de respondenten. 23 4. Profiel van de respondenten. 4.1 Geslacht : Hoeveel mannen en vrouwen hebben de vragenlijst ingevuld? Aantal deelnemers die geantwoord hebben. 163 vrouwen 132 mannen 163 vrouwen hebben effectief

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen Loont passie? Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen Hoorzitting Vlaams Parlement, Commissie Cultuur, 31 januari 2017 Inleiding Aanleiding: studie

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Cultuur- en gemeenschapscentra Franne Mullens

FACTS & FIGURES Cultuur- en gemeenschapscentra Franne Mullens Inleiding Vanaf de jaren 60 70 van de vorige eeuw werden in Vlaanderen verschillende lokale cultuur- en gemeenschapscentra opgericht. Deze lokale en toegankelijke cultuurtempels hadden tot doel, net als

Nadere informatie

TTALIS. Schoolleiders doorheen de. loopbaan: deelname aan en intensiteit van professionalisering

TTALIS. Schoolleiders doorheen de. loopbaan: deelname aan en intensiteit van professionalisering Schoolleiders doorheen de TTALIS loopbaan: deelname aan en intensiteit van professionalisering Bevindingen uit de Teaching And Learning International Survey (TALIS) 2013 IN FOCUS Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De steekproefenquête naar de arbeidskrachten (EAK), in België opgezet door de

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016 Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 1. BASISGEGEVENS In werden 19326 begeleidingen pakket 1 en 6415 begeleidingen pakket 2 beëindigd. Uiteindelijk hebben 18901 klanten (pakket 1) en 6287

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Individuele interviews (n=39) met kinderen en jongeren (K/J) tussen 6 en 18 jaar met een handicap. Wanneer gemeten? 2014

Individuele interviews (n=39) met kinderen en jongeren (K/J) tussen 6 en 18 jaar met een handicap. Wanneer gemeten? 2014 Verdiepingsstudie: Vrije tijd als handicapsituatie Hoe gemeten? Individuele interviews (n=39) met kinderen en jongeren (K/J) tussen 6 en 18 jaar met een handicap. Wanneer gemeten? 2014 Bron Onderzoek Vrije

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door Team Mirror Handleiding Team Mirror Rapport Vertrouwelijk document uitgegeven door www.unicorngroup.be Met deze handleiding geven we je als facilitator de nodige achtergrond om de resultaten van het Team

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande

Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande Verwerking bevraging behoefte opvang en opvoedingsondersteuning van nietschoolgaande kinderen Representativiteit Er was een respons van 42 deelnemers, op een totaal bereik van 115 aangeschreven gezinnen,

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen? Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over het pensioensbewustzijn van Nederland op verschillende thema s, waaronder pensioenleeftijdsverwachting. In opdracht van GfK Intomart 2013 33213 Delta

Nadere informatie

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Partnerkeuze bij allochtone jongeren Partnerkeuze bij allochtone jongeren Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel

Nadere informatie

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012 In samenwerking met 1 547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven 2 Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool BS Alexanderschool/ Denekamp Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Alexanderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

4. Samenwerking. 78 Hoofdstuk 6

4. Samenwerking. 78 Hoofdstuk 6 78 Hoofdstuk 6 Uiteraard combineren organisaties vaak verschillende vormen van cultuureducatie. 104 van de 440 organisaties die deze vraag invulden (23,6%) gaven aan elke vorm van cultuureducatie aan te

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders spelen vaak een belangrijke rol in het leven

Nadere informatie

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen Structuur van de presentatie 1. Opzet & methode 2. Demografisch profiel 3. Analyse van

Nadere informatie

1. Woonplaats: Hoofdgemeente: Deelgemeente:

1. Woonplaats: Hoofdgemeente: Deelgemeente: 1 Vragenlijst is bedoeld voor de bedrijfsleider van het landbouwbedrijf. 1. Woonplaats: Hoofdgemeente: Deelgemeente: 2. Leeftijd: jaar 3. Geslacht: O M O V 4. Welke landbouwactiviteiten worden uitgevoerd?:

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Wie doen er aan sport en cultuur?

Wie doen er aan sport en cultuur? Wie doen er aan sport en? Eerste presentatie van gegevens uit de Vrijetijdsomnibus 2012 HUP Wie doen er aan sport en? Sport en hebben veel gemeen. Het zijn allebei vormen van vrijetijdsbesteding (behalve

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Samenvatting 2012/2013

Samenvatting 2012/2013 Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Hoekstien Enige tijd geleden heeft onze school BS De Hoekstien deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 193993 ouders

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Tabel 72. Verdeling van personen die al dan niet carpoolen (beroepsactieven en studerenden)

Tabel 72. Verdeling van personen die al dan niet carpoolen (beroepsactieven en studerenden) 7 Carpooling Tabel 72. Verdeling van personen die al dan niet carpoolen (beroepsactieven en studerenden) CARPOOL Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

Retentie in het beroep van leraar

Retentie in het beroep van leraar Retentie in het beroep van leraar Een analyse op basis van de longitudinale SONAR-data Ilse Laurijssen Retentie in het beroep van leraar Een analyse op basis van de longitudinale SONAR-data Ilse Laurijssen

Nadere informatie

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis Enige tijd geleden heeft onze school BS Het Veenpluis deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 225988

Nadere informatie

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2018

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2018 Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 1. Basisgegevens In werden 22942 begeleidingen pakket 1 en 9639 begeleidingen pakket 2 beëindigd. Uiteindelijk hebben 22928 klanten (pakket 1) en 8665

Nadere informatie

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek Bios2 thema reeks Oktober 2014 Het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen verzamelt via de rapporteringstool Bios2 al geruime tijd

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie