Bestemming en Besteding van de Ondersteuningsmiddelen PassendWijs

Transcriptie

1 Bestemming en Besteding van de Ondersteuningsmiddelen PassendWijs INLEIDING Het SWV PassendWijs heeft afspraken gemaakt en besluiten genomen over de wijze waarop de beschikbare ondersteuningsmiddelen worden verdeeld, bestemd en besteed. Deze afspraken en besluiten zijn opgenomen in de grondslagen bij de meerjarenbegroting, een bijlage bij de meerjarenbegroting die reeds in het bezit van alle aangesloten schoolbesturen is. Belangrijk hierbij is dat zowel de MJB als de Grondslagen uitgaan van een centrale aanpak en een centrale begroting. Het SWV PassendWijs werkt organisatorisch en inhoudelijk in vijf (5) subregio s, maar deze subregio s zijn geen formele gremia in de zin van financiële entiteiten. Wel is besloten dat elke subregio jaarlijks een regionaal plan van aanpak op bestuurlijk niveau ontwerpt, op grond waarvan de ondersteuningsmiddelen aan de besturen worden toegekend. De verdeling, besteding en bestemming vinden hun oorsprong in de Meerjarenbegroting (MJB) van PassendWijs. Deze MJB kent een looptijd van 1 augustus 2015 tot 31 juli Vanuit de MJB wordt de begroting 2016 opgesteld. Voor de verdeling van de rijksbudgetten voor de ondersteuning heeft het bestuur van het samenwerkingsverband de volgende systematiek bepaald o.b.v. de grondslagen en de wettelijke verplichtingen en regelgeving. Het budget voor de bestuurlijke en administratieve organisatie wordt gesteld op maximaal 8% van de ontvangen rijksbudgetten na aftrek van de ondersteuningskosten voor SO en kosten Sbao De kosten van de inrichting van de wettelijke Commissie van Advies (CvA) worden ten laste gebracht van het budget voor de bestuurlijke en administratieve organisatie Er wordt een financiële buffer aangelegd als weerstandsvermogen Het restant van de budgetten voor lichte en zware ondersteuning wordt verdeeld onder de besturen in het samenwerkingsverband. Verdeling vindt plaats op basis van leerlingaantal per regio en per bestuur uitgaande van de leerlingenaantallen op 1 oktober van elk schooljaar, op basis van een goedgekeurd regionaal plan van aanpak door de directeur van het SWV. Daarna vindt verdeling plaats na doorbelasting personele kosten voortkomend uit het tripartiete akkoord en weergegeven in de Raamovereenkomst Expertise PassendWijs en daaraan toegevoegde individuele detacheringsovereenkomsten. De peildatum voor de groeitelling in het speciaal (basis)onderwijs is bepaald op 1 februari. Voor leerlingen die tussen de teldatum 1 oktober en de daarop volgende peildatum geplaatst werden in het speciaal(basis) onderwijs, worden de ondersteuningskosten en de basiskosten ten laste gebracht van de rijksbudgetten voor de ondersteuning. Bij afname van het leerlingenaantal op de peildatum wordt het te verrekenen bedrag per afgenomen leerling in mindering gebracht op het schoolondersteuningsbudget. Het budget voor bijzondere regelingen en voorzieningen, zoals project SLB Over-Betuwe, Leerlingen met het syndroom van Down in Bao (solidariteit), mogelijke groei van leerlingen 1

2 in het SOen en inzet van Ergotherapeuten komen ten laste van het rijksbudget voor zware ondersteuning. Het budget voor crisisplaatsen in het SO (gegarandeerde reservering van 10 plaatsen) komt ten laste van het rijksbudget voor lichte ondersteuning. Grondslagen van de bekostiging De Rijksoverheid hanteert een tweetal grondslagen voor de bepaling van de bekostiging 1. Leerlingaantallen 2. Bedragen t.b.v. de bekostiging van de ondersteuning Vereveningscorrectie Bij de invoering van Passend Onderwijs wordt voor de zware ondersteuning een normbudget ingevoerd. Als gevolg daarvan wordt de bekostiging van de zware ondersteuning geëgaliseerd. In de afgelopen jaren zijn aanzienlijke regionale verschillen zichtbaar geworden in het verbruik van ondersteuningsmiddelen. Er zijn Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs die als gevolg van de egalisering een aanzienlijke korting op de ondersteuningsmiddelen moeten zien op te lossen, terwijl andere samenwerkingsverbanden juist ruimer in de middelen komen te zitten. Om de samenwerkingsverbanden die gekort worden de gelegenheid te geven zich aan te passen, heeft de overheid besloten een vereveningsperiode in te lassen. De verschillen zullen daardoor geleidelijk genivelleerd worden. Het samenwerkingsverband Passend Wijs zal in de vereveningsperiode gekort worden op het budget voor zware ondersteuning. De korting wordt gefaseerd afgebouwd. Vanaf 1 augustus 2021 is het volledige normbudget beschikbaar. Het vastgestelde correctiebedragen Personeel wordt voor het schooljaar met 3,315% geïndexeerd. Het vastgestelde correctiebedrag Materieel wordt voor het kalenderjaar 2016 met 2,10% aangepast. Voor een gedetailleerde uitwerking van de correctie verwijzen we naar bijlage 2. SO Niet-beïnvloedbaar Hier gaat het om de SO leerlingen met een categorie 2 (LG) en categorie 3 (MG) indicatie die te allen tijde in het SO geplaatst worden en daar ook blijven gedurende hun schoolloopbaan. Deze leerlingen krijgen een TLV voor de periode dat hun SO schoolloopbaan duurt. SO beïnvloedbaar Hier gaat het om SO leerlingen die we duiden als de categorie 1 leerlingen. Wellicht komt een aantal van deze leerlingen met extra ondersteuning in aanmerking voor terugplaatsing in het SBO of BAO. 2

3 Tevens gaat het om leerlingen waarvoor een SO categorie 1 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) wordt aangevraagd, maar die door de Commissie van Advies worden voorgedragen voor een SBO beschikking, dan wel een BAO-BAO plaatsing. Personele verplichtingen Zwaar (regulier) Het betreft hier de ambulant begeleiders en andere personeelsleden die voorheen (peildatum is 1 mei 2012) vanuit LGF en REC-middelen werden bekostigd. In het zgn. Tripartiete Akkoord is opgenomen dat het SWV een inspanningsverplichting heeft voor deze medewerkers tot 1 augustus Voor de medewerkers die in de nieuwe structuur van het SWV een plaats hebben gekregen, loopt de inzet ook na 1 augustus 2016 door o.b.v. de bepalingen opgenomen in de Raamovereenkomst Expertise PassendWijs en de daarin opgenomen individuele detacheringsovereenkomsten. Middelen scholen (zwaar) De scholen kunnen beschikken over de lichte en zware ondersteuningsmiddelen na verrekening van een aantal centrale posten, zoals management/organisatie, verantwoording en monitoring en solidariteit. De scholen ontvangen deze middelen van hun besturen o.b.v. een door de directeur van het SWV goedgekeurd regionaal plan van aanpak per subregio. Expertiseteam (licht) De scholen en besturen en de subregio s kunnen beschikken over ondersteuning van zgn. ondersteuningsteams waarin de expertise en experts zijn verenigd die voorheen waren verbonden aan de REC s en de SWV en WSNS. Bekostiging Sbao Dit betreft de personele ondersteuningsbekostiging van de speciale basisscholen voor het aantal leerlingen dat de eerste twee procent van alle leerlingen in het regulier basisonderwijs en het speciale basisonderwijs van het samenwerkingsverband overstijgt. Voor de eerste twee procent betaalt het Rijk de basisbekostiging en de personele ondersteuningsbekostiging rechtstreeks uit aan de speciale basisscholen. Daarnaast is in dit bedrag de personele basis- en ondersteuningsbekostiging opgenomen voor de verwachte leerlingengroei tussen 1 oktober en 1 februari. Conform de afspraken, opgenomen in de grondslagen meerjarenbegroting. Personele verplichtingen (licht) Het hierboven al eerder genoemde Tripartiete Akkoord voorziet ook in een inspanningsverplichting tot 1 augustus 2016 voor de personeelsleden die op 1 mei 2012 in dienst waren, dan wel 3

4 werkzaamheden verrichten voor de swv en WSNS en bekostigd werden vanuit de middelen WSNS. Ook hier geldt dat voor de medewerkers die in de nieuwe structuur van het SWV een plaats hebben gekregen, loopt de inzet ook na 1 augustus 2016 door. Grensverkeer Er is in de begroting in dit stadium nog geen bedrag opgenomen voor inkomend grensverkeer. Er is sprake van grensverkeer wanneer leerlingen uit een basisschool van een aangrenzend dan wel ander samenwerkingsverbanden worden geplaatst in een school voor speciaal basis onderwijs in dit samenwerkingsverband. De bekostiging wordt dan overgedragen door het aangrenzende dan wel andere samenwerkingsverband. De directeur van het SWV is in overleg met de aanpalende SWV-en over het opstellen van een nieuwe regeling voor grensverkeer. Uitgaande van een eerste verkenning en analyse van het grensverkeer, kan geconstateerd worden dat het aantal in- en uitgaande grensverkeer leerlingen in evenwicht is over een periode van de afgelopen drie jaar. Grensverkeer van SO leerlingen wordt automatisch door DUO verrekend o.b.v. de T-1 systematiek. Meerjarenperspectief Bij het overzicht van de geraamde baten en lasten en bij het overzicht van de bestuursbudgetten (bijlage 1.) wordt een meerjarenbeeld gegeven. Hierin is rekening gehouden met een jaarlijkse krimp in het leerlingenaantal van het samenwerkingsverband. Dit is gedaan omdat diverse publicaties over de demografische ontwikkeling aangeven dat er in de komende jaren een afname van het aantal inwoners in deze regio wordt verwacht. Het bestuur is uitgegaan van een jaarlijkse krimp van 1% van het leerlingentotaal in haar regio. In het meerjarenperspectief wordt ook duidelijk wat de invloed is van de toepassing van de vereveningscorrectie tot 1 augustus De verevening begint op 1 augustus 2016, wanneer de uitbetaling van normbudgetten totaal wordt ingevoerd. Het meerjarenperspectief biedt vooralsnog niet meer dan een globale verwachting. Er is op dit moment nog onvoldoende zicht op de consequenties van nog te nemen beslissingen over de inrichting van het samenwerkingsverband. Op basis van de monitoring zal gewerkt worden aan een meer beleidsrijke meerjarenbegroting. Uitgangspunten bij toedeling ondersteuningsmiddelen van het SWV a. Regio CvA is bepalend (expertise in de school) b. Secretariële ondersteuning bundelen in de zin dat de ondersteuning ook gebruikt kan worden in de CvA en het MT (centraal en regionaal) 4

5 c. Regiocoördinatoren ook inzetten t.b.v. de ondersteuning van de regionale CvA. d. Daarnaast bedrag per leerling uit de zware middelen e. Lichte middelen zo veel als mogelijk terug naar de regio s en schoolbesturen f. Vanaf 2017 centraal budget voor verwijzing en ondersteuning plus een bedrag per leerling naar de regio s en schoolbesturen Kaders voor het toedelen van beschikbare middelen aan de regio s a. De omvang van de vrij beschikbare regionale middelen wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het SWV in de begroting van het kalenderjaar. b. De inzet van de vrij beschikbare regionale middelen wordt gecoördineerd door de regiocoördinator in overleg met de deelnemende schoolbesturen. c. Invulling van de posities van de coördinatoren gebeurt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het SWV onder leiding van de directeur van het SWV i.o.m. de schoolbesturen uit de regio. d. De vrij beschikbare middelen worden op regioniveau ingezet, geoormerkt per schoolbestuur op basis van het aantal leerlingen. De directeur van het SWV PassendWijs dient goedkeuring te geven aan het plan van inzet in de regio. e. Uitgangspunt is dat de regio een eigen ondersteuningsstructuur inricht. f. In de opzet van deze structuur wordt rekening gehouden met de benodigde expertise op de verschillende scholen (vraag gestuurd). g. De ondersteuningsstructuur wordt vormgegeven door per regio (of wijkniveau) een ondersteuningsteam in te richten, dat ten principale flexibel en dynamisch kan worden ingezet ook in de andere regio s o.b.v. de ondersteuningsbehoefte en de daarbij gewenste expertise. h. Wanneer de regio een ander model voorstelt waarbij er een structuur op bijvoorbeeld het niveau van het schoolbestuur of school wordt ingericht, zal in elk geval duidelijk moeten worden gemaakt hoe de samenhang van de totale expertise in de regio wordt gewaarborgd. i. Bij de invulling van de personele bezetting wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de beschikbare expertise bij de huidige betrokken medewerkers. De medewerkers die hierbij onder het tripartiete akkoord vallen hebben voorrang boven andere medewerkers. j. Totdat alle bestaande verplichtingen zijn herplaatst dient het bestuur of de directeur van het SWV goedkeuring te verlenen aan de benoeming van medewerkers op deze middelen. k. Zodra alle bestaande verplichtingen zijn herplaatst wordt er bij vacatures in eerste instantie geworven bij alle deelnemende besturen in het SWV en vervolgens bij onvoldoende respons dan wel kwaliteit - extern. 5

6 l. Het ondersteuningsteam ondersteunt bij alle vragen om ondersteuning op het niveau van de BaO-scholen (eventueel inclusief ondersteuning bij het voorbereiden en inrichten van een TLV). m. Het SWV richt, indien gewenst door alle regio s, op het niveau van het SWV (centraal) nog een kleine structuur in van specialistische expertise, waar alle regio s gebruik van kunnen maken. n. Het SWV richt een virtuele expertisebank in waarin wordt vastgelegd welke expertise er in het SWV (op centraal, regio en schoolniveau) te vinden is. Wanneer regio s hier gebruik van willen maken stemmen zij dit onderling met elkaar af. Afspraken aangaande de bekostiging voor SBO en SO a. Er wordt een groeiregeling ingesteld conform de landelijke groeiregeling SO. b. De teldatum 1 oktober is bepalend voor de bekostiging schooljaar daaropvolgend. c. Tenzij er op 1 oktober sprake is van groei van tenminste één groep (N-factor) t.o.v. van de laatste teldatum of op 1 februari van ten minste een halve groep (halve N-factor). d. De N factor = 12 leerlingen voor SBO en Categorie 1 en 2 SO en 7 voor categorie 3 SO. e. De laatste teldatum is afhankelijk van eventuele groei die is geweest. Dit kan zijn op 1 oktober dan wel 1 februari. f. Bij een groeitelling op 1 oktober van enig schooljaar (met minimaal een hele N-factor), vindt uitbetaling van het personele deel voor zowel de basis- als ondersteuningskosten plaats vanaf 1 januari daarop volgend. g. Bij groei op 1 februari van enig schooljaar ( met minimaal een halve N-factor) vindt uitbetaling van het personele deel voor zowel de basis- als ondersteuningskosten plaats vanaf het daarop volgende schooljaar. De materiële instandhouding bij groei wordt niet bekostigd conform deze systematiek, maar volgt de landelijke richtlijnen en regelgeving h. Voor de toekenning van groeibekostiging dienen de officiële overzichten van DUO-BRON te worden overlegd. i. Het MT voert in opdracht van het dagelijks bestuur een inventarisatie en analyse uit van de groei in met name - de SBO scholen in Arnhem en Rheden/Rozendaal. De uitkomsten van deze inventarisatie en analyse kunnen leiden tot een eenmalige compensatie regeling voor die SBO en SO scholen die een significante groei (meer dan een N-factor) hebben doorgemaakt in de periode 1 februari 2015 tot 1 augustus j. De uitkomsten van deze inventarisatie zijn gereed uiterlijk 10 juli

7 Bekostiging ondersteuningsgroep in Elst Deze specifieke ondersteuning gericht op leerlingen met een cluster 3 indicatie wordt voor één schooljaar (schooljaar ) verlengd. In het schooljaar wordt een tweede groep ingericht. O.b.v. de inhoudelijke en financiële onderbouwing die door de regio Overbetuwe is aangeleverd, wordt vanuit het centrale budget van het SWV een bijdrage geleverd aan dit project. De bijdrage uit de regionale ondersteuningsmiddelen (de voormalige LGF-middelen voor school en ambulante begeleiding)aan de eerste groep, wordt gecontinueerd. Nader uit te werken onderwerpen a. Uitwerken PO-VO verbinding met MT is gerealiseerd in de zin van een zgn aanpak b. Toepassen van het solidariteitsfonds zware ondersteuning op centraal niveau (SO). Dit is alleen bedoeld voor leerlingen met een categorie 2 en 3 status, die rechtstreeks vanuit de voorschoolse voorzieningen, crisissituatie of de thuissituatie in het SO moeten instromen en leerlingen in het BaO met het Syndroom van Down. - Het gaat dus om leerlingen waarbij direct duidelijk is dat hun passende onderwijsplek in het SO ligt en (nog) niet in het regulier onderwijs. Daarbij zal het voornamelijk gaan om leerlingen met een zgn. categorie 2 (LG) en categorie 3 (MG) Toelaatbaarheidsverklaring (TLV). - Het gaat ook over leerlingen met het Syndroom van Down, die binnen het regulier onderwijs kunnen worden begeleid en ondersteund. Dit om te voorkomen dat deze doelgroep omwille van financieel beleid te allen tijde direct wordt doorverwezen naar het SO. Scholen die een leerling met het Syndroom van Down gaan begeleiden, kunnen zo lang de leerling de school bezoekt (of bij alsnog plaatsing op het SO) een beroep doen op het solidariteitsfonds. Hiervoor moet dan altijd een arrangement (OPP) gemaakt worden, waarin duidelijk wordt gemaakt wat de ondersteuningsbehoefte van zowel de leerling als de leerkracht en de school is. Toekenning vindt plaats op centraal niveau. c. Alle leerlingen die niet onder het solidariteitsfonds vallen, moeten in principe worden aangemeld bij een basisschool in de subregio waar die leerling woonachtig is. d. Voor de leerlingen met een ondersteuningsvraag in de voorschoolse periode, wordt de afspraak met de voorschoolse voorzieningen gemaakt dat deze leerlingen uiterlijk op de leeftijd van 3 jaar en 9 maanden worden aangemeld bij een school in de subregio. e. Besluitvorming eenmalige bekostiging groei SBO en SO 7

8 Monitoring en evaluatie Monitoring en evaluatie op zowel kwalitatief als kwantitatief niveau vindt plaats door het MT o.b.v. wettelijk vastgestelde indicatoren en modules die in overeenstemming zijn met het Toezichtkader Passend Onderwijs van de Inspectie. Daar waar het gaat om de monitoring van de ondersteuningsmiddelen richten we ons onder meer op: De uitvoering en opbrengsten van het regionaal plan van aanpak inclusief de besteding en bestemming van de bestuurlijk geoormerkte middelen Het aantal aanvragen en toekenningen van Toelaatbaarheidsverklaringen voor het SO en SBO en de kosten die daaraan verbonden zijn. De inzet, effectiviteit van en tevredenheid over het functioneren van de regionale Ondersteuningsteams De eventuele groei van het SO en het SBO Het aantal succesvolle terugplaatsingen Het aantal crisisplaatsingen De directe en onder instroom in het regulier en speciaal (basis) onderwijs. Het gebruik van het solidariteitsfonds. 8