Onderzoek AMK Flevoland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek AMK Flevoland"

Transcriptie

1 Onderzoek AMK Flevoland Utrecht, april 2005

2 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten Hoofdstuk 5 Analyse en beoordeling Hoofdstuk 6 Aanbevelingen

4 4

5 Samenvatting Op verzoek van het ministerie van VWS heeft de Inspectie jeugdzorg bij alle AMK s in Nederland onderzoek verricht naar het primaire proces van afhandeling van adviesvragen en meldingen bij het AMK. Het AMK speelt een belangrijke rol in de aanpak van kindermishandeling en de inspectie wilde weten of er op vergelijkbare wijze wordt gewerkt. Kan de cliënt steeds dezelfde kwaliteit verwachten? Bij goede proceskwaliteit zijn er procesregels en inhoudelijke criteria, de medewerkers kennen die en passen ze toe. Binnen het AMK verwacht de inspectie interne controle. Het onderhavige rapport geeft de resultaten weer voor het AMK Flevoland. Tot 1 januari 2005 nog onderdeel van de Hulpverleningsdienst Flevoland. Vanaf 1 januari 2005 is het AMK organisatorisch ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg Flevoland. Op hoofdlijnen zijn de resultaten als volgt: Bij de eerste inschatting gebruiken de medewerkers van AMK Flevoland vastgelegde, maar op basis van ervaring toe te passen, criteria om in te schatten wat de ernst is van de gemelde situatie en of er sprake is van advies/consult of een melding. Geen vaste criteria gelden voor het inschatten wat de (professionele) melder zelf nog aan activiteiten kan ondernemen. Alle adviezen worden intern getoetst door collega of praktijkleider, maar de afwegingen bij het afsluiten van advies/consult traject zijn niet altijd duidelijk uit de dossiers op te maken en de (terug)verwijzing bevat geen concrete afspraken. Alle geregistreerde meldingen van kindermishandeling, die het AMK onderzoekt worden tijdig in het multidisciplinair overleg (MDO) besproken. Indien nodig wordt een vooronderzoek gedaan: het verifiëren bij betrokken professionals of die het vermoeden van kindermishandeling onderschrijven. Na overleg in het MDO wordt de overgang naar onderzoek door het AMK gemarkeerd door de mededeling aan de ouder(s). Deze mededeling komt echter later dan gewenst. De interne toetsing en procesbewaking zijn georganiseerd, maar de doorlooptijd van onderzoek is langer dan gewenst. Het resultaat van een onderzoek leidt tot schriftelijke (volgens standaard) verwijzing naar de Raad vd Kinderbescherming, waarna het dossier wordt gesloten of tot een verwijzing naar diverse hulpverleningsvormen als bjzf, algemeen of schoolmaatschappelijk werk. Deze verwijzing bevat in de onderzochte dossiers geen indicatie voor de inhoud van de vervolghulpverlening. De inspectie is van oordeel dat: Herkenbare adviezen worden gegeven en dat de interne sturing geregeld is, maar dat de afspraken over eigen activiteiten van bellers/melders niet voldoende zijn geborgd; De criteria voor (voor)onderzoek helder zijn en toegepast worden, maar de doorlooptijd is langer dan gewenst en dit kan mogelijk onveilige situaties voor kinderen in stand houden; 5

6 Het zorgwekkende is, dat niemand zicht houdt op de veiligheid van kinderen nadat een verwijzing naar de Raad heeft plaatsgevonden; Dat de aangetroffen indicaties voor vervolghulpverlening te weinig concreet waren, het is onvoldoende, dat medewerkers rappelleren als ze zich bij het afsluiten van het dossier nog zorgen maken; De inspectie beveelt samenvattend het AMK (in casu het bjz Flevoland) aan: De inhoudelijke kwaliteitsbewaking te optimaliseren door MDO en procesbewaking in stand te houden, de criteria voor onderzoek te handhaven, de criteria voor inschattingen van de (on)mogelijkheden voor eigen activiteiten van (professionele) bellers vast te leggen en wederzijdse verwachtingen te bespreken om misverstanden te voorkomen. De procesbeheersing nog verder te verbeteren door de inschattingen in het dossier op te nemen, de termijnen van informeren ouders en eindoordeel onderzoek in acht te nemen, de verantwoordelijkheden over en weer uit te wisselen en de verwijzing naar Raad of vervolghulp op basis van het AMK onderzoek binnen bjz F te verankeren. 6

7 Hoofdstuk 1 Aanleiding Maatschappelijk staat het verschijnsel kindermishandeling en de vraag hoe dit voorkomen kan worden, dan wel zo snel mogelijk aangepakt, in de belangstelling. Het AMK speelt een belangrijke rol in de aanpak van kindermishandeling. De rol van het AMK is geregeld in de Wet op de Jeugdhulpverlening en in de opvolgende Wet op de Jeugdzorg, die per in werking is getreden. In de wetgeving wordt tot uitdrukking gebracht hoe in de maatschappij wordt gedacht over kindermishandeling: als er sprake is van kindermishandeling dan moet de kindermishandeling zo spoedig mogelijk stoppen. Er zijn echter aanwijzingen dat dit proces in de praktijk niet zo soepel verloopt als gewenst. Er zijn wachtlijsten bij de start, stagnaties tussendoor en onduidelijkheden bij de overdracht. Er zijn verontrustende berichten over in de pers, klagers geven er bij de Inspectie jeugdzorg signalen over af, er is rapportage over de wachtlijsten en de inspectie heeft in meerdere malen bij calamiteitenonderzoek tekortkomingen geconstateerd. Dat het bij de cliënten van het AMK om een kwetsbare groep gaat die bij een niet goed lopend proces veel risico loopt, bleek ook uit de risico analyse van de inspectie. De aanwijzingen dat een aantal mishandelde kinderen ondanks de aanmelding bij het AMK niet op tijd de benodigde zorg krijgen, maken dat de inspectie onderzoek wil doen bij de AMK s. Ook het ministerie van VWS wilde een onderzoek. Het ministerie vond het belangrijk om aan het begin van het inwerkingtreden van de Wet op de jeugdzorg te onderzoeken hoe de AMK s in de praktijk te werk gaan. Het is belangrijk dat meldingen van kindermishandeling overal in Nederland op dezelfde manier worden behandeld. De inspectie heeft met het ministerie afgesproken dat de inspectie haar onderzoek doet in 2004 voor het inwerkingtreden van de Wet op de jeugdzorg. Indeling van het rapport In Hoofdstuk 2 staat de probleemstelling bij het onderzoek omschreven. In dit hoofdstuk wordt ook nader ingegaan op de onderzoeksvragen en het doel van het onderzoek. Hoofdstuk 3 bevat informatie over de uitvoering van het onderzoek. Dit beschrijft de gehanteerde werkwijze, de gebruikte bronnen, de normen en de afspraken over handhaving. De onderzoeksresultaten staan in Hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk vindt u de informatie die werd verkregen van de medewerkers en uit de dossiers. Daarbij wordt als fasering in het proces een onderscheid gemaakt tussen de inschatting van de ernst van de situatie bij het eerste contact, het (voor)onderzoek en het vervolg daarvan. 7

8 In Hoofdstuk 5 staan de analyse en de beoordeling van de resultaten. Hoofdstuk 6 gaat over de aanbevelingen die de Inspectie Jeugdzorg doet op basis van haar bevindingen. In een bijlage vindt u het toetsingskader dat de inspectie bij het onderzoek heeft gehanteerd. 8

9 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek Probleemstelling onderzoek Mishandelde kinderen die bij het AMK zijn aangemeld krijgen niet in alle gevallen tijdig de benodigde zorg. De aanwijzingen dat een aantal mishandelde kinderen ondanks de aanmelding bij het AMK niet op tijd de benodigde zorg krijgen, maken dat de inspectie onderzoek wil doen bij de AMK s. Een goed functionerend AMK is één van de voorwaarden om te komen tot de benodigde zorg. In verband daarmee wil de inspectie onderzoeken hoe de kwaliteit van het primair proces van het AMK is vanaf het eerste contact met het AMK (de start) tot het op gang brengen van de hulp aan het kind (het vervolg). De inspectie bekijkt ook of er op vergelijkbare wijze wordt gewerkt. Kan de cliënt steeds (binnen ieder AMK en tussen de afzonderlijke AMK s) dezelfde kwaliteit verwachten? Onderzoeksvragen Wat is de kwaliteit van het primair proces van het AMK en wordt er landelijk bij de AMK s op dezelfde manier gewerkt? 0 Wat is de kwaliteit van de start van het primair proces (eerste contact: advies, consult en melding) 0 Wat is de kwaliteit van het onderzoeksproces 0 Wat is de kwaliteit van het vervolg (verwijzing naar hulpverleners èn naar de Raad voor de Kinderbescherming) De inspectie verstaat onder een goede proceskwaliteit dat er procesregels en inhoudelijke criteria zijn, dat de medewerkers daarvan kennis hebben en ze zo toepassen dat het helder en te volgen is en dat er interne controle is. De inspectie beperkt zich bij haar vraagstelling tot het Toetsingskader toezicht AMK (zie bijlage) Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is een beeld te geven van de gang van zaken bij het AMK in de praktijk. Het ministerie van VWS wil weten of de AMK s zich houden aan de formele regels, maar ook of zij in staat zijn de risico s gedurende hun primaire proces te herkennen, ondervangen en zonodig door te verwijzen. 9

10 De resultaten In dit rapport doet de inspectie verslag van het onderzoek. Op basis van de bevindingen trekt de inspectie conclusies en doet zo nodig aanbevelingen om verbeteringen aan te brengen. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij alle AMK s. Het vastgestelde instellingsrapport zendt de inspectie aan het betreffende AMK en aan de betrokken provincie/grootstedelijke regio. In een landelijk rapport zal de inspectie de stand van zaken bij alle AMK s in Nederland weergeven. Het ministerie van VWS krijgt daardoor informatie die zij nodig heeft om te bepalen of deze sector extra sturing nodig heeft. Ook in het landelijk rapport zullen aanbevelingen gedaan worden. 10

11 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek Werkwijze De inspectie heeft een projectplan en een toetsingskader opgesteld, waarover zij overleg heeft gevoerd met het ministerie van VWS. De AMK s, de provincies en het ministerie van Justitie zijn geïnformeerd over het onderzoek en de normen die de inspectie hanteert. De inspectie heeft iedere provincie/grootstedelijke regio gevraagd of zij voorafgaand aan het onderzoek bereid is te verklaren dat zij maatregelen zal nemen wanneer de uitkomsten van het rapport daartoe aanleiding geven. De inspectie maakt gebruik van dossieronderzoek en informatie van de medewerkers van het AMK. Deze laatstgenoemde informatie werd verkregen via: ❸ Een vragenlijst met voorgestructureerde vragen, door de inspectie uitgereikt en ingevuld terugontvangen van drie medewerkers van het AMK, en daarna ❸ een groepsinterview met open vragen, gehouden onder dezelfde drie medewerkers. Bronnen In dit onderzoek zijn dossieronderzoek en interviews met medewerkers de bronnen. De inspectie heeft besloten geen beleidsonderzoek te doen, nadat bij een pilotonderzoek bleek dat voor beleid veelal werd verwezen naar het Protocol van handelen bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van afhankelijkheid en onvrijheid. Dit protocol heeft de inspectie als sectornorm meegenomen in haar toetsingskader. Apart beleidsonderzoek leek niet voldoende meerwaarde te hebben. Bovendien komt het onderzoek voort uit de behoefte aan informatie over de gang van zaken in de praktijk. Dossieronderzoek, gecombineerd met interviews, kan in deze informatie voorzien. De informatie van de medewerkers laat zien of zij weten hoe zij te werk moeten gaan; de dossiers geven inzicht in hoe de uitvoering van de werkzaamheden plaatsvindt en wordt vastgelegd. De vragen aan de medewerkers zijn gebaseerd op het toetsingskader. In het onderzoek worden geen cliënten betrokken. Het primair proces bij het AMK kent diverse soorten cliënten, zoals daar zijn de melder, het betrokken kind, het gezinsverband waartoe het kind behoort. Het onderzoek is bedoeld om het primair proces bij de AMK s in beeld te brengen. De vraag hoe dit primair proces in de praktijk wordt ervaren door de cliënten is een verdieping van de vraag naar kwaliteit. Voor deze verdieping is in dit onderzoek niet gekozen. De gevallen waarbij snel blijkt dat iemand helemaal niet bij het AMK moet zijn, heeft de inspectie hier buiten beschouwing gelaten en zich gericht op die gevallen waarin er wel een actie van het AMK volgt. 11

12 Normen De inspectie heeft een toetsingskader opgesteld (zie bijlage). Hierin komen aan de orde: ❸ eisen uit wet- en regelgeving; ❸ eisen die de sector zelf heeft geformuleerd in het door haar opgestelde protocol van handelen bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van onafhankelijkheid en onvrijheid; ❸ hoe de inspectie deze eisen interpreteert, dus wat de cliënt volgens de inspectie op basis van deze eisen mag verwachten; ❸ wat de inspectie in de dossiers van het AMK verwacht aan te treffen. Afspraken over handhaving De inspectie heeft haar plan en toetsingskader aan de provincie Flevoland voorgelegd bij brief van 5 november 2004 met de vraag of zij voorafgaand aan het onderzoek bereid is te verklaren dat zij maatregelen zal nemen wanneer de uitkomsten van het rapport daartoe aanleiding geven. De provincie heeft aangegeven, dat het AMK Flevoland nog tot 1 januari 2005 onder HulpverleningsdienstFlevoland (GGD en Brandweer) ressorteert. Vanaf die datum is Bureau jeugdzorg Flevoland verantwoordelijk en dat zal dan ook worden aangesproken op het uitvoeren van mogelijk door de inspectie gegeven aanbevelingen. Daarbij zullen eveneens de resultaten van het regio RAAK project, waarin Flevoland en het AMK (Almere en Urk) participeren, worden betrokken. Zie hiervoor ook het Provinciaal Beleidskader Jeugdzorg met o.a. aandacht voor specialistische diagnostiek, gezinscoaching en screening op kindermishandeling door Flevolandse ziekenhuizen. Flevoland vindt dat het AMK binnen de landelijke normen voor wacht- en doorlooptijd moet blijven (monitoring per kwartaal). De preventieactiviteiten voorkomen van kindermishandeling (VKM) blijven bij de HulpverleningsdienstFlevoland in goede afstemming met de preventieactiviteiten van Bureau jeugdzorg Flevoland. 12

13 Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten Inleiding De inspectie heeft eind 2004 bij het AMK Flevoland in totaal 15 dossiers onderzocht. Het betrof dossiers die in 2004 waren afgehandeld. In vijf dossiers had het AMK advies of consult gegeven, in vijf dossiers een melding in ontvangst genomen, deze onderzocht en de zaak verder verwezen. De laatste vijf betroffen doorgeleidingen of verwijzingen naar de Raad voor de Kinderbescherming. Ook heeft de inspectie drie medewerkers van het AMK vragenlijsten met voorgestructureerde vragen en meerkeuze-antwoorden voorgelegd. Met dezelfde medewerkers is een groepsinterview gehouden, waarbij open vragen gesteld zijn. 1. De eerste inschatting 1.1 Criteria bij het eerste contact Informatie van de medewerkers De medewerkers geven aan dat het AMK Flevoland criteria heeft om te bepalen wat het risico is van een kindermishandelingsituatie. Deze lopen uiteen van leeftijd van de kinderen tot het gebruik maken van risicotaxatiemodel (dat echter nog in ontwikkeling is). De medewerkers gebruiken bij het inschatten voornamelijk hun ervaring en noemen dan: mate van bedreiging voor het kind, de leeftijd van het kind, zijn er personen in de omgeving van het kind die het kunnen beschermen? Ter toelichting verwijzen ze naar het protocol van handelen AMK. De urgentie (hoog/midden/laag) en verdere afwegingen bespreekt men in het multidisciplinair overleg (MDO). De motivering wordt in het dossier opgenomen. Bij het eerste contact hebben de medewerkers geen expliciete criteria om te bepalen wat de mogelijkheden zijn van iemand die belt om zelf adequaat met de kindermishandelingsituatie om te gaan. Die mogelijkheden worden per situatie afgetast, waarbij de medewerkers onderscheid maken tussen een professional en een particulier en in het algemeen de positie van de beller t.o.v. het betreffende kind/gezin. Een professional wordt geacht advies te vragen, de medewerkers leggen dat ook uit tijdens het eerste contact. In het eerste contact legt men werkwijze AMK uit en wordt duidelijk wat de beller wil: een advies (meestal éénmalig) of een consult (meerdere consultatieve - contacten om de activiteiten van de professional of particulier te kunnen volgen en begeleiden) of een formele melding (die leidt tot verificatie door AMK en aansluitend onderzoek). 13

14 1.2 Advies/consult Informatie van de medewerkers In het eerste adviesgesprek maken de AMK medewerkers samen met de betreffende professional een risico-inschatting, bespreken de verantwoordelijkheden en geven advies. In het advies houdt men rekening met de mogelijkheden/beperkingen van de beroepsbeoefenaar, bijvoorbeeld een leerkracht. In het interview met de inspectie wijzen de medewerkers erop dat sommige professionals meer activiteiten verwachten van het AMK en liever zelf geen slecht nieuws gesprek voeren, met andere woorden zelf de kindsignalen bespreekbaar maken met ouders. Zij merken ook op dat professionals op dit punt bijgeschoold (kunnen) worden door de afdeling Voorkoming Kindermishandeling (VKM), onderdeel van de HulpverleningsdienstFlevoland. Indien nodig wordt gewezen op de mogelijkheid een formele melding te doen, na een advies van het AMK blijft immers de beller zelf verantwoordelijk voor het volgen van de zaak, die hij/zij heeft ingebracht. De zaak wordt op naam van de beller drie maanden in het registratiesysteem bewaard en dan geanonimiseerd. In de schriftelijke vragenlijst meldt één van de medewerkers dat altijd wordt besproken hoe de informatie (eventueel vertrouwelijk) wordt geregistreerd, wat de verwachtingen van de beller zijn en welke vervolgafspraken worden gemaakt. Er wordt standaard een verslag gemaakt van de adviesgesprekken. De medewerkers vertellen in het interview dat er interne controle plaatsvindt voor wat betreft het eerste contact en adviesgesprek met degene die belt: een collega of de praktijkleider toetst de adviezen. De bewaking van het proces van eerste inschatting en uitvoering advies/consult ligt bij de praktijkleider. Informatie uit de dossiers De vijf onderzochte dossiers bevatten het advies dat het AMK Flevoland heeft gegeven. In alle vijf dossiers is vastgelegd dat door dezelfde AMK-medewerker na het adviesgesprek binnen 14 dagen nader contact is opgenomen met de adviesvrager. In één dossier was achteraf geregistreerd en dus niet te achterhalen binnen welke termijn het nader contact had plaatsgevonden. Uit de verslagen van deze nadere contacten blijkt wat het resultaat is geweest van de aanpak van de adviesvrager. Bijvoorbeeld (terug) verwijzing naar bjz. In een ander geval werd de adviesvrager bedreigd ging naar de politie en het AMK adviseerde een formele melding te doen. De adviezen en de afspraken zijn herkenbaar, zij het summier omschreven, opgenomen in het dossier. In één geval komt beller op advies van politie naar AMK, maar AMK verwijst weer terug naar politie. In een ander geval wordt de melder (familielid) terugverwezen naar eigen contacten met de vader van het gemelde kind. De motivering voor deze besluiten is niet helder in de dossiers opgenomen. Waarom wordt niet bij de school geïnformeerd? Wat gebeurt er met een mededeling over afwezigheid elektra in het huis van het kind? 14

15 1.3 Melding Informatie van de medewerkers In antwoord op de vraag of een melding van een beller over (een vermoeden van) kindermishandeling zonder meer als melding behandeld wordt, merken de medewerkers op, dat zij zich eerst zelf een oordeel vormen. Dat kan leiden tot een adviesgesprek of een consult met vervolgafspraken. Indien de beller volhardt bij een melding, terwijl de AMK medewerker van mening is dat advies/consult kan volstaan, wordt een vervolgafspraak gemaakt. Deze zaken worden binnen vijf werkdagen in het MDO besproken en eventueel vindt nader overleg met de praktijkleider plaats. Men maakt geen standaard afspraken met een melder. Eén medewerker meldt op de vragenlijst, dat hij/zij particuliere melders informeert als de melding niet in onderzoek wordt genomen en dat met professionals werkafspraken worden gemaakt. In het interview wordt benadrukt, dat bij een melding altijd geverifieerd wordt of er contacten zijn met bjz en/of de Raad voor de kinderbescherming. Soms is door het gebruik van verschillende (achter)namen dan nog niet makkelijk de juiste koppeling te leggen. De afspraken worden volgens de medewerkers op verschillende plaatsen in het dossier opgenomen. Afspraken staan bijvoorbeeld vermeld in de beschrijving van het einde van een contact. De AMK-medewerkers maken wel altijd een verslag van het gesprek. Alle meldingen worden binnen vijf werkdagen intercollegiaal getoetst in het MDO. Hier wordt besloten over al dan niet onderzoek door AMK, de overwegingen hierbij worden door de praktijkleider in het dossier opgenomen. Indien besloten wordt een melding niet in onderzoek te nemen wordt de melder op de hoogte gesteld en volgt een gesprek over de afwegingen, eventuele alternatieven en nader advies aan melder. Informatie uit de dossiers In de vijf dossiers die als melding geregistreerd werden blijkt dat er altijd intercollegiale toetsing (op het registreren als melding) heeft plaatsgevonden binnen 5 werkdagen aan de hand van de informatie opgetekend bij het eerste contact met bijvoorbeeld school, buren, familie, huisarts, zedenpolitie. 2. Het (voor)onderzoek Informatie van de medewerkers De medewerkers van het AMK Flevoland geven aan dat zij onderscheid maken tussen vooronderzoek en onderzoek. Bij een vooronderzoek zijn de ouders nog niet op de hoogte. Een 15

16 vooronderzoek vindt plaats, na overleg in het MDO, bij ernstige situaties, anonimiteit van de melder, herleidbaarheid van de melder, vaak bij niet-professionele melders. Het AMK heeft criteria om te bepalen of vooronderzoek noodzakelijk is. Die criteria kennen de medewerkers, soms onder verwijzing naar het protocol uit het hoofd, ze worden niet tijdens het werk geraadpleegd. Afwegingen die leiden tot die beslissing worden wel in het dossier opgenomen. In de vragenlijst geven de medewerkers aan dat in het MDO soms besloten wordt dat er geen onderzoek behoeft te worden gedaan. De praktijkleider registreert dit in het dossier. Bij een beslissing om over te gaan tot onderzoek maakt men altijd een plan van aanpak. Daarin is een aantal elementen opgenomen dat in ieder plan van aanpak van het AMK moet terugkomen. Daarnaast is er ruimte voor een persoonlijke aanvulling op basis van de verkregen informatie. Het AMK laat de melder niet standaard weten of zij naar aanleiding van de melding tot onderzoek overgaat. Als er geen onderzoek plaatsvindt, zoekt men wel contact met de melder. Er is bij een onderzoek zoveel als mogelijk contact met de ouders. De standaardonderwerpen voor het contact met de ouders zitten in het hoofd en zijn tevens afhankelijk van de inhoud van de melding. Het verslag van het gesprek met de ouders wordt opgenomen in het dossier. Tijdens het onderzoek is er soms contact met het kind. Eigen grens daarbij is de leeftijd van het kind 12 +, ook het verslag daarvan wordt opgenomen in het dossier. Medewerkers geven naar de ouders altijd aan welke informanten zij willen betrekken bij het onderzoek. Daarbij wordt altijd toestemming gevraagd aan de ouders. Het AMK laat de informant weten wanneer de ouders geen toestemming geven, dan is het aan de informant of hij/zij het AMK toch wil informeren. Er is een aantal vaste onderwerpen voor het gesprek met de informant. De AMK-medewerkers maken een verslag van het gesprek voor het dossier. Het resultaat van het onderzoek met de afwegingen staat altijd in het dossier. De praktijkleider toetst het eindresultaat. De medewerkers bespreken dit in het MDO of er volgt een teambespreking uit. Men weet dat er eisen zijn waar het eindresultaat aan moet voldoen en verwijst naar het protocol van handelen van het NIZW. Deze eisen loopt men niet standaard allemaal na. Informatie uit de dossiers Uit de dossiers blijkt dat het AMK Flevoland na een melding en een besluit tot (voor)onderzoek een summier plan van aanpak opstelt. Het plan van aanpak voor het vooronderzoek bevat maar een punt: het vaststellen of het vermoeden van kindermishandeling wordt gedeeld door professionele informanten zoals AMW, zedenpolitie, huisarts of school. De vooronderzoeken werden (op één geval na) binnen 4 weken na ontvangst van de melding uitgevoerd. Informanten in het vooronderzoek zijn beroepsmatig bij het gezin/kind betrokken. Er zit een verslag van het vooronderzoek is in het dossier in de vorm van aantekeningen van de (telefonische) kontakten. In de dossiers is vastgelegd wanneer contact is opgenomen met de ouders of wanneer ze schriftelijk zijn geïnformeerd. Dit moment markeert in drie gevallen (na 2 à 3 mnd na ontvangst 16

17 melding) de overgang naar onderzoek zonder zichtbare afwegingen. In twee gevallen wordt de melding overgedragen aan een andere instelling in verband met vertrek moeder naar elders. In geen van de vijf dossiers is te lezen, dat voor contact met het kind/de kinderen toestemming gevraagd wordt aan de ouders. In één geval heeft een medewerker van het AMK contact met de kinderen tijdens huisbezoek. In twee gevallen jonger dan 12 jr. verloopt het contact via de school. In de betreffende vier dossiers is vastgelegd dat er toestemming is van de ouders voor contact met informanten. De melder wordt op de hoogte gesteld van de stappen die zijn ondernomen naar aanleiding van de melding. Dit gebeurt meestal op initiatief van de melder en soms vanuit het AMK zelf. In de dossiers is een oordeel naar aanleiding van het onderzoek vastgelegd. Dit oordeel is voorzien van een motivering. Het oordeel vindt soms aanzienlijk later plaats dan 13 weken na het besluit om de melding te gaan onderzoeken. Uit de dossiers blijkt niet dat het eindoordeel van het onderzoek nader wordt beoordeeld, het wordt wel besproken in het MDO 3. Het vervolg 3.1 Verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming Informatie van de medewerkers In de vragenlijsten geven de medewerkers aan, dat zij bij een verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming gebruik maken van een vastgestelde lijst met onderdelen die van belang zijn. Het besluit wordt genomen door de praktijkleider. Na verwijzing nemen de medewerkers slechts indien nodig, bijvoorbeeld bij actuele ontwikkelingen contact op met de Raad. Informatie uit de dossiers In de vijf dossiers, die zijn afgesloten met een doorgeleiding/verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming is drie maal sprake van voorafgaand onderzoek door het AMK. Na het onderzoek wordt resp. na 6, 14 en 21 dagen een schriftelijke verwijzing aan de afdeling intake van de Raad gestuurd. Hierin wordt een aanduiding gegeven van de risico s voor het kind of andere gezinsleden, de mate waarin de situatie acuut is en de mate waarin de ouders bereid zijn mee te werken aan hulpverlening. De problematiek wordt helder omschreven. Het blijkt dat een verwijzing niet (snel) leidt tot het gevraagde resultaat: een onderzoeksrapport van de Raad. Een verzoek ligt bijvoorbeeld maanden op de wachtstapel bij de Raad. De besluitvorming over het rapport wordt vertraagd door gebrek aan coördinatie tussen hulpverleners tijdens de onderzoeksperiode of door een grote hoeveelheid overlegmomenten. De verantwoordelijkheden binnen het AMK zijn wel helder, maar het proces na de verwijzing wordt niet duidelijk in de dossiers van het AMK. 17

18 In de twee overige dossiers is sprake van (een verzoek tot) onmiddellijke doorgeleiding zonder voorafgaand onderzoek door het AMK. De doorgeleiding wordt bemoeilijkt (een maal wordt pas maand na melding doorgeleid) door onduidelijkheid over verantwoordelijkheden van LVG, j-ggz, bjz, Raad en AMK 3.2 Verwijzing naar de hulpverlening Informatie van de medewerkers Bij het afsluiten van een onderzoek moet het vervolg helder zijn, dit wordt volgens de medewerkers besproken in het MDO, waarbij zij in het vragenformulier verwijzen naar het protocol AMK. In het interview wordt toegelicht, dat wanneer er nog bepaalde zorgen zijn er in het dossier een rappel wordt ingebouwd om na te vragen of afgesproken plan wordt uitgevoerd of met de school nogmaals observaties door te spreken. Indien nodig wordt een dergelijke check als nieuwe melding beschouwd en start een nieuw onderzoek. Bij het verwijzen en overdragen van informatie gebruikt men niet altijd de vastgestelde lijst. Bij een overdracht naar bjz (het AMK Flevoland is op het moment van onderzoek nog geen onderdeel van bjz) zijn er vaste afspraken, met andere instanties worden telefonisch of schriftelijk afspraken gemaakt. Informatie uit de dossiers In twee dossiers is sprake van overdracht tijdens het onderzoek (naar ander AMK) en rondom de afsluiting van het onderzoek naar een andere Maatschappelijk Werkinstelling. In de overige drie dossiers is een schriftelijke verwijzing naar hulpverlening aanwezig met overwegingen waarom hulp moet worden geboden, het oordeel van het AMK over de problematiek, met de mededeling dat het AMK de verantwoordelijkheid overdraagt. In deze dossiers werden geen duidelijke plannen aangetroffen voor de aanpak van de problematiek na de overdracht. Wel werd na verloop van tijd contact opgenomen om te verifiëren wat de stand van zaken was. In één geval leidde dat tot een nieuwe melding. De drie betreffende dossiers zijn op het punt van de overdracht niet geheel transparant, omdat niet duidelijk werd wat werd besloten, er nog zorgen bestonden over de vraag of de mishandeling daadwerkelijk was gestopt. Het procesverloop was wel helder, maar de termijnen werden overschreden. 18

19 Hoofdstuk 5 Analyse en beoordeling 1. De eerste inschatting 1.1 Criteria bij het eerste contact Op papier geven de medewerkers aan dat het AMK Flevoland criteria heeft voor het inschatten van de ernst van de kindermishandeling. Mondeling noemt men eensgezind dezelfde punten. In de praktijk worden ze op basis van ervaring toegepast en altijd intercollegiaal getoetst in het multidisciplinair overleg (MDO). De medewerkers gebruiken geen expliciete criteria om de mogelijkheden of beperkingen van een beller om zelf activiteiten te ondernemen in te schatten. Zij maken wel onderscheid tussen professionals en particulieren. Professionals vragen in principe advies. Bij het eerste contact wordt geverifieerd wat de beller wil advies of consult. De criteria voor het inschatten van de risico s voor kinderen zijn bekend en worden toegepast. Voor het beoordelen van de mogelijkheden van professionals vaart men op eigen kennis van de beroepsgroep en opvattingen over wat diegene, die belt zelf zou moeten doen (bijvoorbeeld een leerkracht). Gecombineerd met het feit, dat uit de dossiers in de meeste gevallen niet blijkt welke inschatting is gemaakt is dit oordeel niet geborgd. 1.2 Advies/consult Samen met de professionals maken medewerkers van het AMK een risico-inschatting en geven een advies over door de beller te ondernemen activiteiten. In alle vijf onderzochte dossiers advies/consult was sprake van nader contact binnen 14 dagen na het eerste adviesgesprek. De nadruk die gelegd wordt (moet worden) op het wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de professional of particuliere beller duidt er wellicht op, dat de verwachtingen over en weer niet helder zijn. Bellers verwachten soms meer van het AMK dan advies. Indien nodig wordt aangeraden alsnog een melding te doen. Dan wordt het dossier advies/consult afgesloten (op naam van de beller) en een dossier Melding geopend: op naam van het kind. Door het registreren op naam van de beller kan een kind bij herhaalde melding niet worden herkend. Alle adviezen worden intern getoetst door collega of de praktijkleider. De procesbewaking ligt bij de praktijkleider, maar de afwegingen in het besluitvormingproces zijn voor een deel niet duidelijk uit de dossiers op te maken. Informatie wordt om niet te achterhalen redenen niet gebruikt. Terugverwijzingen bevatten niet altijd concrete afspraken. 1.3 Melding Er zijn volgens de medewerkers geen vaste afspraken over het informeren van de melder over de (onderzoeks) activiteiten van het AMK. In de praktijk maken ze onderscheid professional/particulier. Uit de dossiers blijkt, dat de afspraak niet vermeld staat, maar dat wel in alle gevallen traceerbaar is, dat melders worden geïnformeerd. Alle meldingen worden tijdig 19

20 binnen het MDO besproken en de overwegingen, blijkt ook uit de dossiers worden toegevoegd door de praktijkleider. Beoordeling inspectie Naar het oordeel van de inspectie worden advies/consultvragers van herkenbare adviezen voorzien en er wordt tijdig besproken of het gewenste resultaat is bereikt. Het wordt niet echt duidelijk wat (het nut van) het verschil is tussen advies en consult. Als het toch tot een melding komt waarom moet de beller dan een nieuwe melding doen? Het is positief, dat de interne sturing en de intercollegiale toetsing duidelijk geregeld is, met procesbewaking door de praktijkleider. Het is echter niet geborgd hoe medewerkers een inschatting maken van de (on)mogelijkheden van een beller om zelf actie te ondernemen. Daar dit kan betekenen, dat onuitvoerbare afspraken worden gemaakt is dat ongewenst. Het wordt voor een deel wel ondervangen door tijdig terug te bellen, maar dat is geen garantie. Bij het afsluiten van een consult zijn de afwegingen niet altijd helder en worden vervolgactiviteiten aan de consultvrager overgelaten. Dat is ongewenst, want er is dan geen toets of de gemelde mishandeling van het kind is gestopt. Hoewel uit de onderzochte dossiers blijkt dat melders wel geïnformeerd worden is het toch ongewenst, dat de medewerkers niet op grond van duidelijke afspraken verplicht zijn de melders te informeren. 2. Het (voor)onderzoek Een vooronderzoek, waarbij de ouders nog niet op de hoogte zijn, vindt bij AMK Flevoland plaats op basis van een aantal criteria (ernstige situaties, anonimiteit melder, herleidbaarheid melder). Men verwijst daarbij naar het protocol, dat in de praktijk niet geraadpleegd wordt, dat kent men. Het doel van het vooronderzoek zo blijkt uit de dossiers is altijd het vaststellen of een vermoeden van kindermishandeling gedeeld wordt door professionele informanten. Er is wel een aantal vaste elementen in het plan van aanpak voor het onderzoek, maar door de medewerkers worden, afhankelijk van de inhoud en de beschikbare informatie, aanvullende punten opgenomen. De ouders worden geïnformeerd over het starten van het onderzoek en gevraagd om toestemming informanten te raadplegen. In drie betreffende gevallen (de andere twee werden overgedragen) werden de ouders echter eerst 2 tot 3 maanden na de melding - bij de start van het onderzoek - geïnformeerd. Dit kan voor kinderen tot onveilige situaties leiden. De afwegingen om al dan niet tot onderzoek over te gaan konden niet worden achterhaald. In de onderzochte dossiers kon de toestemming van ouders voor overleg met de kinderen niet worden achterhaald. De medewerkers geven aan dat ze dit in voorkomende gevallen wel doen. Het AMK Flevoland geeft invulling aan de interne controle door intercollegiale toetsing en procesbewaking door de praktijkleider. Het onderzoek duurt echter in veel gevallen langer dan 20

21 de gewenste 13 weken, ook hier geldt dat dan de veiligheid van het kind niet gewaarborgd is/hoeft te zijn. De stappen in het onderzoek zijn wel helder omschreven en navolgbaar, maar in een enkel geval is er veel onduidelijke communicatie met diverse betrokkenen, zodat het oordeel niet (op tijd) tot stand komt. Beoordeling inspectie De inspectie is van oordeel, dat de criteria voor (voor)onderzoek helder zijn en toegepast worden, maar de mate waarin de persoonlijke toevoegingen een rol spelen kan niet worden vastgesteld. Dit brengt een gevaar van een door persoonlijke bril gekleurde informatieverzameling met zich mee. Het is op basis van het huidige onderzoek voor de inspectie niet toetsbaar, of dit gevaar altijd wordt ondervangen door de interne toetsing. Het eindoordeel van het AMK komt later tot stand dan volgens het protocol, dit is ongewenst in verband met de mogelijke onveilige situaties voor de betrokken kinderen. 3. Het vervolg 3.1 Verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming Bij een verwijzing naar de Raad voor de Kinderbescherming wordt altijd gebruik gemaakt van schriftelijke verwijzing met vaste onderwerpen op basis van het eindoordeel van het eigen AMK onderzoek. Na de verwijzing ziet het AMK geen taak meer voor zichzelf, tenzij zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. Er is dus geen zicht op het verloop van het onderzoek door de Raad en de ontwikkelingen (in het gezin) van het kind/ de kinderen. Zij zou/ zouden nog steeds in gevaar kunnen zijn. Zodra het AMK heeft verwezen wordt het dossier gesloten. In twee van de onderzochte dossiers was sprake van een verzoek tot onverwijld doorgeleiden naar de Raad. Deze doorgeleiding werd bemoeilijkt door onduidelijke verantwoordelijkheden van betrokken instanties, zoals j-ggz, LVG, bjzf en AMK. Beoordeling inspectie De inspectie is van oordeel, dat het zorgwekkend is, dat niemand zicht houdt op de veiligheid van de kinderen zodra een verwijzing naar de Raad heeft plaatsgevonden. Wellicht wordt dat in dit geval mede veroorzaakt door het feit, dat het AMK formeel nog geen onderdeel van bjzf is, maar dat vormt geen excuus. De jeugdbescherming is immers tot na het onderzoek van de Raad nog niet in beeld. Het is zorgelijk, dat kinderen in de knel kunnen komen door onduidelijke (interpretatie van) verantwoordelijkheden van betrokken partijen. 21

22 3.2 Verwijzing naar de hulpverlening Cliënten van het AMK Flevoland worden bij afsluiting van het onderzoek (nog) zelfstandig verwezen naar diverse hulpverleningsvormen zoals bjzf, algemeen maatschappelijk werk of school maatschappelijk werk met afspraken over rappel, maar zonder duidelijke indicatie over de inhoud van de vervolghulpverlening. Met de instanties waarnaar verwezen wordt (met uitzondering van bjzf, daarmee bestaan vaste afspraken) worden volgens de medewerkers eventuele afspraken telefonisch of schriftelijk gemaakt. In de onderzochte dossiers waren de afspraken schriftelijk bevestigd en na verloop van tijd geverifieerd. Beoordeling inspectie De inspectie is van oordeel, dat de aangetroffen indicaties voor vervolghulpverlening te weinig concreet waren over de inhoud van de noodzakelijke hulp. De inspectie is van mening, dat de indicatie voor vervolghulp, dan wel terugverwijzing naar voorliggende voorzieningen conform de Wjz voortaan door bjz Flevoland dient te worden gegeven. Het rappelleren als er bij het afsluiten van het onderzoek nog zorgen bestaan is een goede zaak, maar of bij de afsluiting dan terecht de verantwoordelijkheid kan worden overgedragen blijft een vraag. Het is ongewenst dat er voor de overdracht geen vaste regels bestaan. Het proces wordt daarmee onoverzichtelijk, er wordt niet getoetst of coördinatie van zorg nodig is en er worden geen afspraken gemaakt over de termijn van overdracht. Volgens de sectornorm moet binnen 6 maanden gerappelleerd en geëvalueerd worden, dit mag niet afhankelijk zijn van de mate waarin medewerkers van het AMK zich zorgen maken. 22

23 Hoofdstuk 6 Aanbevelingen Op basis van de voorgaande analyse en beoordelingen van de inspectie beveelt zij het AMK Flevoland (en daarmee inmiddels het bureau jeugdzorg Flevoland) het volgende aan: Met betrekking tot de inhoudelijke kwaliteitsbewaking: Houd vooral vast aan de intercollegiale toetsing via het MDO en de procesbewaking door de praktijkleider, dit zijn goede instrumenten voor kwaliteitsbewaking; Blijf de criteria voor (voor)onderzoek strikt toepassen en zorg dat persoonlijke toevoegingen niet kunnen leiden tot een scheef ingekleurd oordeel over de situatie van te onderzoeken kindermishandeling; Zorg ervoor dat de inschattingen van medewerkers van het AMK van de (on)mogelijkheden van de beller/melder (al dan niet professional) op grond van duidelijke criteria plaatsvinden, idem bij de afsluiting van een advies/consult, dat bevordert de onderlinge vergelijkbaarheid; Zorg voor een goede, effectieve discussie over de wederzijdse verwachtingen, van AMK naar professionals en omgekeerd; dit kan veel misverstanden voorkomen; Denk hierbij na over het nut van onderscheid tussen advies en consultvragen; Met betrekking tot het de procesbeheersing: Zorg dat de inschattingen bij het eerste contact ook in het dossier worden gedocumenteerd; Bewaak de termijnen, met name voor het informeren van de ouders en het tot stand komen van het eindoordeel nog zorgvuldiger; Leg de afspraken over hoe de melder wordt geïnformeerd vast (of implementeer bestaande sectorafspraken); Schep samen met betrokken partijen de Raad voor de kinderbescherming, de jeugd- GGZ en de LVG sector duidelijkheid over de verantwoordelijkheden van een ieder, opdat cliënten, kinderen in het bijzonder niet uit het zicht kunnen raken; Draag in het kader van de implementatie van de Wjz tijdig over binnen BjzF, opdat de verwijzing naar geïndiceerde hulp of terug naar voorliggende voorzieningen vanuit één punt georganiseerd worden; ****** 23

Onderzoek AMK Rotterdam

Onderzoek AMK Rotterdam Onderzoek AMK Rotterdam Inspectie jeugdzorg Utrecht, maart 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 - Uitvoering onderzoek...

Nadere informatie

Onderzoek AMK. Noord-Holland

Onderzoek AMK. Noord-Holland Onderzoek AMK Noord-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2005 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 3 Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk

Nadere informatie

Utrecht, mei 2005. Onderzoek AMK Gelderland

Utrecht, mei 2005. Onderzoek AMK Gelderland Utrecht, mei 2005 Onderzoek AMK Gelderland 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 11 Hoofdstuk 4 Onderzoeksresultaten...

Nadere informatie

Utrecht, maart 2005. Onderzoek AMK Overijssel

Utrecht, maart 2005. Onderzoek AMK Overijssel Utrecht, maart 2005 Onderzoek AMK Overijssel 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 11 Hoofdstuk 4

Nadere informatie

Onderzoek. AMK provincie Friesland

Onderzoek. AMK provincie Friesland Onderzoek AMK provincie Friesland Utrecht, mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk 1 Aanleiding...7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek...9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek...11 Hoofdstuk

Nadere informatie

Bellen met het AMK, en dan?

Bellen met het AMK, en dan? Bellen met het AMK, en dan? Een onderzoek naar de werkwijze van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Inspectie jeugdzorg Utrecht, augustus 2005 2 Samenvatting Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

Nadere informatie

Onderzoek AMK Zuid-Holland

Onderzoek AMK Zuid-Holland Onderzoek AMK Zuid-Holland Inspectie jeugdzorg Utrecht, juli 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 -... 11 Uitvoering

Nadere informatie

Onderzoek AMK Groningen

Onderzoek AMK Groningen Onderzoek AMK Groningen Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 9 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Helmond

Onderzoek AMK Helmond Onderzoek AMK Helmond Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Indeling van het rapport... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Probleemstelling

Nadere informatie

Onderzoek AMK Breda. Inspectie jeugdzorg

Onderzoek AMK Breda. Inspectie jeugdzorg Onderzoek AMK Breda Inspectie jeugdzorg Utrecht, mei 2005 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1 - Aanleiding... 7 Hoofdstuk 2 - Probleemstelling onderzoek... 9 Probleemstelling onderzoek... 9 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Drenthe

Onderzoek AMK Drenthe Onderzoek AMK Drenthe Inspectie jeugdzorg mei 2005 Inhoudsopgave Samenvatting... 1 Hoofdstuk 1 Aanleiding... 3 Hoofdstuk 2 Probleemstelling onderzoek... 5 Hoofdstuk 3 Uitvoering onderzoek... 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

Onderzoek AMK Zeeland

Onderzoek AMK Zeeland Onderzoek AMK Zeeland Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...5 Hoofdstuk 1...7 1.1 Aanleiding...7 1.2 Centrale onderzoeksvraag...7 1.3 Toetsingskader...7 1.4

Nadere informatie

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 2 Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard, Presentatie Kindermishandeling Is elke vorm van: Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

secundaire preventie kindermishandeling

secundaire preventie kindermishandeling Bijlage 2 Meldcodes van VWS/NIZW 1 en KNMG De samenvattingen van de meldcode kindermishandeling van VWS/NIZW en van de KNMG zijn beide in deze bijlage afgedrukt. In beide meldcodes worden de stappen van

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Een no-nonsense benadering vormgegeven door gedreven en erkende professionals DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Hoofdlocatie: Oostwaarts 5 E,2711 BA Zoetermeer Telefoonnummer:

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht Het houdt niet op, tot dat je iets doet. Inleiding Om het aantal slachtoffers van Huiselijk geweld en Kindermishandeling te verminderen,

Nadere informatie

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID Landelijk Netwerk Veilig Thuis KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID Utrecht, 1 juli 2016 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Kaders zicht op veiligheid voor Veilig Thuis... 4 2.1

Nadere informatie

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus Protocol meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling OBS Prins Claus Linschoten januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leerkrachten... 3 Intern begeleider/directrice... 3 Verwijsindex...

Nadere informatie

Kindermishandeling en het onderwijs

Kindermishandeling en het onderwijs 0900-1231230 Kindermishandeling en het onderwijs Belangrijke vindplaats Tijdsfactor Mate van contact Mate van professionaliteit Belangrijke bron van steun (beschermende factor) Belangrijke bron van informatie

Nadere informatie

Protocol van handelen Advies- en Meldpunten Kindermishandeling

Protocol van handelen Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Protocol van handelen Advies- en Meldpunten Kindermishandeling bij vermoedens van kindermishandeling in relaties van afhankelijkheid en onvrijheid Paul Baeten Colofon Protocol van handelen Advies- en Meldpunten

Nadere informatie

Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld

Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld Fase 1: De vraagouder heeft een vermoeden De vraagouder legt de waarnemingen( eventueel) aan de gastouder

Nadere informatie

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder?

Landelijk toezicht AMK Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Landelijk toezicht AMK 2009 Ziet het AMK het kind en koppelt zij terug aan de melder? Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting Naar aanleiding van vragen in de Tweede

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg p~ãéåî~ííáåö= Naar aanleiding van de uitkomsten van een eerder pleegzorgonderzoek

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen

Nadere informatie

MELDFORMULIER VEILIG THUIS

MELDFORMULIER VEILIG THUIS MELDFORMULIER VEILIG THUIS Meldingsformulier voor professionals bij (vermoedens) van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en/of ouderenmishandeling Toelichting Veilig Thuis spant zich in voor het

Nadere informatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april 2017 1 Aanleiding

Nadere informatie

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen 1 Contactpersoon L.M.E.Menenti l.m.e.menenti@ nationaalrapporteur.nl T 06-4682 7508 S.J. Tjalsma s.j.tjalsma@ nationaalrapporteur.nl Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd Bevindingen

Nadere informatie

Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld

Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld Als er binnen Stad & Esch een vermoeden bestaat van kindermishandeling en/of huiselijk geweld, dan zal Stad & Esch handelen in de volgende stappen:

Nadere informatie

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Kwaliteit van het AMK Rotterdam Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2010 heeft de Inspectie

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003 Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 23 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving kan contact

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders

Nadere informatie

AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling

AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling 2 AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling Een kind kan niet altijd voor zichzelf opkomen. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is er om kinderen

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel

Nadere informatie

Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE

Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE Als beroepskracht krijgt u soms of regelmatig te maken met kinderen van wie van u vermoedt dat zij thuis mishandeld worden. In deze

Nadere informatie

Werkconferentie. Veilig Thuis Gelderland Midden. Aan de slag met de Verbeterde Meldcode. November 2018

Werkconferentie. Veilig Thuis Gelderland Midden. Aan de slag met de Verbeterde Meldcode. November 2018 Werkconferentie Aan de slag met de Verbeterde Meldcode Veilig Thuis Gelderland Midden November 2018 1 Waarom gaat de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland veranderen? 1. Onvrede

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Informatie vooraf Als huisarts, leerkracht, verpleegkundige, kinderopvang begeleider, hulpverlener, zelfstandige beroepsbeoefenaar, kun je te maken krijgen

Nadere informatie

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Utrecht

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Utrecht Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Utrecht Inspectie Jeugdzorg Utrecht, februari 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen

Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen Bijlage 1: Concept Bestuurlijke Opdracht Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen Opdrachtgever: Portefeuillehouders Zorg en Welzijn Regio Rijk van Nijmegen Opdrachtnemers:

Nadere informatie

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Kwaliteit van het AMK Groningen Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2012 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO INTERNE WERKWIJZE SBPE MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING juli 2014 Inhoud MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING... 3 1. ALGEMEEN...

Nadere informatie

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Logopedie en Kindermishandeling Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) Juni 2009 Inleiding Omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In 2009 heeft

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV 25.05 primair onderwijs

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV 25.05 primair onderwijs Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV 25.05 primair onderwijs 2012 M E L D C O D E H U I S E L I J K G E W E L D E N K I N D E R M I S H A

Nadere informatie

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: 29-1-2014 Doorkiesnummer: (0411) 65 5590

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: 29-1-2014 Doorkiesnummer: (0411) 65 5590 Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: 29-1-2014 Doorkiesnummer: (0411) 65 5590 Onderwerp Bijlage 1: Model- Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling gemeente Boxtel Het College van Burgemeester

Nadere informatie

Veilig Thuis Gelderland-Midden

Veilig Thuis Gelderland-Midden Veilig Thuis Gelderland-Midden Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling PRIVACYVERKLARING Datum: 29-11-2018 Status: Vastgesteld door MT & OR 1. Wetgeving Veilig Thuis gebruikt uw persoonsgegevens

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING]

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING] 2019 [MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING] Vanaf 1 juli 2013 is het, voor beroepskrachten in een aantal sectoren waaronder onderwijs, verplicht om een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Nadere informatie

Notitie Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Notitie Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE datum 30-9-2015 contactpersoon Martin de Leau onderwerp Meldcode implementatie telefoon (076) 525 05 30

Nadere informatie

Wat Wie Actie Tijdspad. - registreert. - deelt signalen in kindbespreking; - registreert.

Wat Wie Actie Tijdspad. - registreert. - deelt signalen in kindbespreking; - registreert. Protocol Opvallend gedrag en Route Meldcode De ontwikkeling van kinderen stopt niet na schooltijd. Hun sociale en cognitieve vaardigheden zijn altijd in beweging, juist wanneer kinderen zich ontspannen

Nadere informatie

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg Toelichting Sinds januari 2011 bieden BJ Brabant en Combinatie Jeugdzorg vrij toegankelijke zorg. Dit betekent dat voor deze zorg geen indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig is. De cliënt wordt aangemeld

Nadere informatie

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo Een zorgverlener kan in zijn of haar praktijk te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom is de meldcode huiselijk

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Stichting Werkplaats Kindergemeenschap Voortgezet Onderwijs Stichting Werkplaats Kindergemeenschap 2019 Inleiding Wat houdt de meldcode in? De meldcode Huiselijk

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling CvB/180717 Heerenveen, 18 juli 2017 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1 Inleiding In het najaar van 2008 kondigden de staatsecretaris van VWS en de ministers van Justitie en voor Jeugd en

Nadere informatie

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

Onderzoek naar onveiligheid

Onderzoek naar onveiligheid Onderzoek naar onveiligheid Advies- en Meldpunt huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling Iemand uit uw omgeving maakt zich ernstig zorgen over de veiligheid van u, uw partner of kinderen.

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst IB-netwerken

Informatiebijeenkomst IB-netwerken Informatiebijeenkomst IB-netwerken De zorgstructuur, producten en rollen van de verschillende partners in de keten voor veiligheid/bescherming van het kind in Apeldoorn Opzet bijeenkomst Algemene toelichting:

Nadere informatie

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit. Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit. Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nieuwegein. Nr. 132680 28 september 2016 Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit Het college van burgemeester

Nadere informatie

Factsheet radarfunctie Veilig Thuis

Factsheet radarfunctie Veilig Thuis Factsheet radarfunctie Veilig Thuis Om in te schatten of er in een situatie sprake is van acute of structurele onveiligheid is het van belang een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de aard en ernst

Nadere informatie

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek Cibap vakschool & ontwerpfabriek dt-18-278 Stappenplan verbeterde meldcode 1 Voorwoord Voor u ligt de meldcode van Cibap vakschool voor verbeelding. Aanleiding is dat uit onderzoek is gebleken dat veel

Nadere informatie

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt. Inleiding Dit protocol beschrijft de stappen die een medewerker in de vrouwenopvang behoort te zetten bij (vermoedens van) kindermishandeling van kinderen van cliënten die verblijven in de vrouwenopvang.

Nadere informatie

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden

Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden Kwaliteit van de Advies- en Consultfunctie van het AMK Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden Inspectie Jeugdzorg Utrecht, februari 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2551 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Quick scan Ambulant begeleid wonen

Quick scan Ambulant begeleid wonen Quick scan Ambulant begeleid wonen 21-07-2006 Rapport n.a.v. het onderzoek van de Inspectie jeugdzorg bij Jarabee Inspectie jeugdzorg Juli 2006 Inleiding De Inspectie jeugdzorg wil een inschatting maken

Nadere informatie

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING]

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING] 2018 [MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING] Vanaf 1 juli 2013 is het, voor beroepskrachten in een aantal sectoren waaronder onderwijs, verplicht om een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander Doel van de meldcode: Professionals ondersteunen bij het omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Nadere informatie

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA)

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) Inspectie Jeugdzorg Utrecht, juni 2011 2 Inspectie Jeugdzorg Samenvatting In

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Calamiteiten- en incidentenregeling

Calamiteiten- en incidentenregeling Calamiteiten- en incidentenregeling Inhoud Procesbeschrijving... 3 Verplichting tot melden... 3 Calamiteit zonder melding... 3 Ontvangstbevestiging... 3 Nader onderzoek... 3 Invoeren verbetermaatregelen...

Nadere informatie

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) + Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) = Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling : AMHK Voor alle

Nadere informatie

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld Doelstelling In deze meldcode wordt de werkwijze/ het stappenplan beschreven als professionals vermoedens hebben van mishandeling. De meldcode is een hulpmiddel

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling 17 November 2016 Pagina 1 van 6 KINDVEILIGHEID EN WELZIJN Kinderen van ouders met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Kindermishandeling. voor minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard,

Kindermishandeling. voor minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, Kindermishandeling Is elke vorm van: voor minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Handreiking professionals privacy Centrum Jeugd en Gezin Zeist

Handreiking professionals privacy Centrum Jeugd en Gezin Zeist Handreiking professionals privacy Centrum Jeugd en Gezin Zeist NB: Deze handreiking is een korte samenvatting en werkinstructie van het privacyreglement Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Zeist. Raadpleeg

Nadere informatie

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Doel Richtlijn voor handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld, ouderenmishandeling of kindermishandeling.

Nadere informatie

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2005 1 2 Inhoudsopgave Aanleiding onderzoek...5

Nadere informatie

Per 1 januari Welkom bij uw instelling. Samenvoeging AMK en SHG. integrale aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties.

Per 1 januari Welkom bij uw instelling. Samenvoeging AMK en SHG. integrale aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Veilig Thuis Per 1 januari 2015 Samenvoeging AMK en SHG. Doel: integrale aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Handelingsprotocol enkele uitgangspunten Veilig Thuis VD1 geeft prioriteit aan de

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Limburg Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft op

Nadere informatie

MELDCODE SCALA COLLEGE

MELDCODE SCALA COLLEGE MELDCODE SCALA COLLEGE Stappenplan bij zorgen over de thuissituatie van leerlingen en mogelijke signalen of vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling S.C.A.L.A. kan als acroniem gebruikt

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Procedure signaalgestuurdtoezicht

Procedure signaalgestuurdtoezicht Procedure signaalgestuurdtoezicht Beschrijving van het proces dat start na een melding van een calamiteit en/of geweldsincident in het kader van de Wmo 2015 1 Definities Aanbieder: natuurlijke persoon

Nadere informatie

Verbeterde Meldcode, afwegingskaders en werkwijze Veilig Thuis

Verbeterde Meldcode, afwegingskaders en werkwijze Veilig Thuis Verbeterde Meldcode, afwegingskaders en werkwijze Veilig Thuis 1 Meldcode in het kort Doel: sneller en adequater hulp bieden bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, zodat het geweld stopt.

Nadere informatie

Als de Raad u om informatie vraagt

Als de Raad u om informatie vraagt Als de Raad u om informatie vraagt Inhoud 3 > Als de Raad u om informatie vraagt 5 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Onderzoek door de Raad 7 > Uw medewerking is belangrijk 8 > Uw medewerking bij

Nadere informatie