Wegwijzer Pensioenen Handreiking voor de beoordeling van uw pensioen(regeling)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wegwijzer Pensioenen Handreiking voor de beoordeling van uw pensioen(regeling)"

Transcriptie

1 FNV Bondgenoten Wegwijzer Pensioenen Handreiking voor de beoordeling van uw pensioen(regeling)

2 Voorwoord FNV Bondgenoten vindt het belangrijk om duidelijkheid te geven over pensioenen. Er is een nieuwe Pensioenwet en de afgelopen jaren zijn bijna alle pensioenregelingen veranderd. VUT en prepensioen bestaan alleen nog als aflopende zaak. Tegelijk zijn voor jongeren de meeste pensioenregelingen duidelijk verbeterd. Hoe zit dat? Tijd om uit te leggen hoe u uw pensioenregeling moet beoordelen. Deze brochure beschrijft een groot aantal zaken die in pensioenregelingen voorkomen. Daarmee hopen we dat het een handreiking kan zijn bij het beoordelen van uw eigen pensioenregeling. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Basisvoorzieningen 2.1 AOW 2.2 ANW 2.3 WIA 3. Aanvullend pensioen 3.1 Hoe spaar je aanvullend pensioen? De omkeerregel 3.2 De Pensioenwet 4. Pensioenopbouw 4.1 Elementen van pensioenopbouw Pensioengevend pensioen Franchise en pensioengrondslag Deelnemersjaren en opbouwpercentage Pensioenpremie 4.2 Typen pensioen Eindloonregeling Middelloonregeling Collectief beschikbare premieregeling Beschikbare premieregeling 4.3 Indexatie van pensioenen Indexatie tijdens de opbouw van het pensioen Indexatie na ingang van het pensioen Financiering van indexatie 5. Pensioen voor uzelf, uw partner en voor kinderen 5.1 Ouderdomspensioen, op 65 of eerder 5.2 Partnerpensioen 5.3 Wezenpensioen 5.4 Herschikken van pensioenen 5.5 VUT en prepensioen VUT Prepensioen 6. Pensioen bij arbeidsongeschiktheid 6.1 WIA, WGA en IVA WGA-hiaatverzekering voordat je 65 jaar wordt De premievrije opbouw voor pensioen na 65 jaar 6.2 WAO De WAO-hiaatverzekering voordat je 65 jaar wordt De premievrije opbouw voor pensioen na 65 jaar De excedentverzekering 7. De pensioenbreuk, mogelijk een pensioentekort? 7.1 Door verandering van werkgever 7.2 Door (echt-)scheiding 7.3 Ik haal de zeventig procent niet 8. Uitvoering van pensioenregelingen 8.1 Het bedrijfstakpensioenfonds 8.2 Het ondernemingspensioenfonds 8.3 De verzekeringsmaatschappij 8.4 Medezeggenschap 8.5 Behoorlijk bestuur en verantwoording 9. Diverse onderwerpen 9.1 Deeltijd, premievrije aanspraak, afkoop, indexeren voor gepensioneerden en slapers gelijk 9.2 Individuele voorzieningen 10. Pensioenalfabet 1. Inleiding Om te kunnen leven heb je inkomen nodig. Dat inkomen krijg je normaal gesproken door te werken. Werkt u van uw 22e tot uw 62e jaar (dat is 40 jaar) en verdient u zo uw inkomen, dan heeft u daarna (gemiddeld) van uw 62e tot uw 82e jaar (dat is 20 jaar) inkomen nodig dat u in die 40 jaar verdiend hebt. U moet dus in 40 jaar voor 60 jaar verdienen. Om dat voor elkaar te krijgen werkt u al gauw (meer dan) een vijfde van uw werkweek voor uw inkomen van later. Dáárover gaat pensioen. Als u 65 jaar bent hoeft u in Nederland niet meer te werken en krijgt u inkomen uit pensioen. Het Nederlandse pensioenstelsel kent daarvoor drie pijlers of onderdelen: > de wettelijke basisvoorzieningen, zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (ANW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA); > het aanvullende pensioen via de regeling van uw werkgever; > de individuele voorzieningen, zoals levens- en lijfrenteverzekeringen, sparen van kapitaal, eigen woning etc. Pensioeninkomen Individuele voorzieningen: > lijfrente- en levensverzekeringen > eigen vermogen Aanvullend pensioen AOW De wettelijke regelingen AOW/ANW/WIA vormen de basis, voor veel mensen hun voornaamste inkomen. In deze wegwijzer worden de basisvoorzieningen op hoofdlijnen weergegeven. Op mogelijke uitzonderingen en overgangsregelingen bij deze wettelijke voorzieningen gaan we niet in. Het zwaartepunt in deze brochure ligt bij de aanvullende pensioenregelingen. Wat betaalt u er voor? Hoe is het geregeld? Wie voeren deze regelingen uit? Hoe bouwt u pensioenrechten op en waarover? Welke pensioenen zijn verzekerd? Loopt u tegen een pensioenbreuk aan? In paragraaf 9.2 komen we kort op de derde pijler terug. De wettelijke bedragen zijn van peildatum 1 januari Basisvoorzieningen In dit hoofdstuk beschrijven we kort enkele basisvoorzieningen. De Algemene Ouderdomswet voorziet in een basispensioen vanaf 65-jarige leeftijd. De Algemene Nabestaandenwet voorziet onder voorwaarden in een basisinkomen. De wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen voorziet in een inkomen bij arbeidsongeschiktheid. Voor velen vormen de AOW en de ANW de hoofdmoot van het pensioeninkomen. 2.1 AOW Iemand die in Nederland woont en/of in loondienst werkt is vanaf zijn 15e verjaardag verzekerd voor de Algemene Ouderdomswet. Verzekerd betekent in dit geval dat er dan jaarlijks 1/50 deel van het recht op de AOW-uitkering wordt toegekend. De AOW-uitkering gaat in op de eerste van de maand waarin u 65 jaar wordt. Voor ieder jaar dat u niet in Nederland woont of in het buitenland werkt, is er een korting op de uitkering van 2%. Als u op uw 27e jaar in Nederland bent komen wonen, dan mist u de opbouw van = 12 jaar AOW-recht en vindt er dus een korting plaats van 12 x 2% = 24%. Heeft u geen andere inkomensbronnen dan kan aanvulling vanuit de bijstand plaatsvinden. De AOW is op 1 januari 1957 van kracht geworden. De AOW-uitkering is gekoppeld aan het netto minimumloon. Dat loon stijgt mee met de landelijke loonontwikkeling. Dus is de AOW welvaartsvast. Per 1 januari 2009 bedraagt de AOW (bruto) voor een gehuwde/samenwonende 686,78 per maand, en per jaar 8.725,68 inclusief vakantie-uitkering. Voor een alleenstaande zijn die bedragen 1.001,94 per maand en ,28 per jaar inclusief vakantie-uitkering. Een alleenstaande ontvangt een uitkering die neer komt op 70% van het netto minimumloon. Een gehuwde of samenwonende krijgt een uitkering van 50% van het netto minimumloon. Degene die vóór 2015 met 65 jaar AOW krijgt, kan een toeslag aanvragen voor de partner die nog geen 65 jaar is en dus nog geen AOW krijgt. Deze toeslag bedraagt maximaal 50% van het netto minimumloon en is afhankelijk van het inkomen van de partner. Een uitkering ingevolge de sociale verzekeringswetten, voor zover die niet ontvangen wordt via de werkgever wordt volledig in mindering gebracht op de toeslag. Van het inkomen uit arbeid is vrijgesteld 15% van het minimumloon, plus 1/3 deel van hetgeen boven dit bedrag wordt verdiend. De mogelijkheid om deze toeslag aan te vragen stopt op 2 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 3

3 1 januari Degenen die vanaf die datum 65 jaar worden, worden geacht zelf hun pensioen te hebben opgebouwd. De AOW-uitkering moet drie maanden voor het bereiken van de 65e verjaardag worden aangevraagd bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Een formulier hiervoor wordt doorgaans zes maanden voor de 65e verjaardag automatisch door de Sociale Verzekeringsbank toegezonden. Als u een periode in het buitenland hebt gewerkt of gewoond, is het verstandig om de aanvraag zo snel mogelijk in te dienen. Van tijd tot tijd wordt er in de politiek heftig gesproken over de vraag of de AOW wel betaalbaar blijft. De FNV meent dat dat wel het geval is, zonder het nemen van draconische maatregelen. 2.2 ANW Vanaf 1 juli 1996 is de Algemene Nabestaandenwet (ANW) van kracht. In deze wet is geen onderscheid meer tussen gehuwden en samenwonenden. Gevolg hiervan is dat het recht op een uitkering komt te vervallen als de nabestaande gaat samenwonen. De ANW vervangt de Algemene Weduwenen Wezenwet (AWW). Die is op 1 oktober 1959 van kracht geworden. Zoals de naam al aangeeft was dit een voorziening voor weduwen en wezen. Omdat vanaf 1 januari 1989 deze beperkte doelgroep moest worden uitgebreid met weduwnaars en dat erg duur ging worden, volgde een wetswijziging. Afgezien van enkele (op zich niet onbelangrijke overgangsbepalingen) heeft een nabestaande recht op een uitkering als de nabestaande nog geen 65 jaar oud is en > de verzorging doet van kind(eren) jonger dan 18 jaar, of > voor 45% of meer langdurig arbeidsongeschikt is, of > geboren is voor 1 januari 1950 Het recht op een uitkering vervalt zodra niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan. Dus bijvoorbeeld op de 18e verjaardag van het jongste kind. De uitkering bedraagt 70% van het minimumloon en in het geval er een kind jonger dan 18 jaar is, nog eens 20% van het minimumloon. Per 1 januari 2009 bedraagt de ANW (bruto bedragen) per maand 1.068,98 en per jaar ,40 inclusief vakantie-uitkering. Voor een kind tot 18 jaar komt daar (bruto bedragen) nog bij per maand 244,26 en per jaar 3.164,88 inclusief vakantieuitkering. De uitkering van 20% in verband met het aanwezig zijn van een kind onder 18 jaar is inkomensonafhankelijk. Op de uitkering van 70% vindt een inkomenstoets plaats, dat wil zeggen dat de uitkering wordt verrekend met bepaalde andere inkomensbronnen. Voor deze toets wordt onderscheid gemaakt tussen inkomsten uit arbeid en uitkeringen. Uitkeringen (zoals WIA/WAO-, WW-, ZW- en Bijstandsuitkering) worden, voor zover ze niet via de werkgever worden ontvangen, volledig in mindering gebracht op de uitkering. Van het inkomen uit arbeid is vrijgesteld: > 50% van het minimumloon, plus > 1/3 deel van hetgeen boven dit bedrag wordt verdiend. De ANW-uitkering moet worden aangevraagd bij de Sociale Verzekeringsbank. 2.3 WIA De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen regelt de basisvoorziening in geval van arbeidsongeschiktheid. Is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid, dat wil zeggen van meer dan 80% èn als binnen vijf jaar geen uitzicht op verbetering bestaat, dan wordt de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) van toepassing. Deze regeling geeft recht op een inkomen van 75% van het laatstverdiende loon tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Er wordt overigens 75% betaald van een loon dat niet hoger is dan de grens van het maximumdagloon. Dit begrip uit de sociale verzekeringswetgeving geeft aan tot aan welk inkomensniveau werknemersverzekeringen geregeld worden. Verdient u meer dan dit maximumdagloon, dan is dat meerdere niet verzekerd via deze wetten (en ook niet via bijvoorbeeld de WW). Het maximale dagloon (bruto) bedraagt 183,15 (niveau per 1 januari 2009). Is de arbeidsongeschiktheid 35 tot 80%, of is er uitzicht op verbetering binnen vijf jaar, dan is er de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Deze regeling voorziet gedurende een loongerelateerde periode in een inkomen van minstens 70% van het oude loon (vandaar de term loongerelateerd). Die loongerelateerde periode duurt zes maanden als u jonger bent dan 23 jaar en de periode duurt negen maanden als u ouder bent dan 23 jaar. Mensen van 28 jaar en ouder die vóór 1 januari 2008 in de WIA zijn gekomen, komen nog in aanmerking voor een langere loongerelateerde periode. Na de loongerelateerde periode komt de vervolguitkering, die bij voldoende werken een uitkering levert van 70% van het verschil tussen het oude loon en wat het nieuwe loon volgens de WIA zou kunnen zijn. Voldoende werken is de resterende verdiencapaciteit voldoende benutten: als u voor 60% arbeidsongeschikt bent verklaard, dan bent u tegelijk voor 40% arbeidsgeschikt verklaard. Die 40% moet u minstens voor de helft benutten, dat is voldoende. Wordt er niet of onvoldoende gewerkt (minder dan de helft van het arbeidsgeschikte deel), dan wordt 70% van het minimumloon maal het arbeidsongeschiktheidspercentage als uitkering gegeven. Dus bij 50% arbeidsongeschiktheid en 20% benutting verdiencapaciteit wordt er dan de helft van 70% van het minimumloon, dat is 50% van 70% = 35% van het minimumloon uitgekeerd. Dat betekent dus een zware inkomensterugval. Bij minder dan 35% arbeidsongeschiktheid is er geen uitkering. 3. Aanvullend pensioen Aanvullend pensioen is de aanvulling op het inkomen bovenop de basisvoorziening AOW. Als u gewend bent om van meer te leven dan het minimum, dan wilt u boven de AOW aanvullend pensioen. 3.1 Hoe spaar je aanvullend pensioen? De omkeerregel Door de zogenaamde omkeerregel stimuleert de belasting het sparen voor aanvullend pensioen. De pensioenpremie wordt afgetrokken van uw inkomen voordat de loonbelasting of inkomstenbelasting wordt berekend. Als het pensioen wordt uitgekeerd als inkomen, dan moet er over dit pensioeninkomen wèl belasting worden betaald. De omkeerregel heeft grenzen. Zo mag u bijvoorbeeld bovenop de AOW in een regeling een pensioen opbouwen dat, samen met die AOW, op 65-jarige leeftijd niet meer is dan 100% van uw loon. Voor dat aanvullend pensioen kunt u sparen via de pensioenregeling bij een werkgever. Die regeling moet met een premie betaald worden. Die premie wordt niet uitbetaald als loon. U kan pensioen dus zien als uitgestelde beloning. U werkt nu en krijgt later loon. Die regeling moet dan wel overeengekomen zijn. Daarover en hoe zo n regeling eruit moet zien, gaan de Pensioenwet en de Wet op de Loonbelasting (deels). 3.2 De Pensioenwet In de Pensioenwet is het uitgangspunt dat pensioen een overeenkomst is tussen werkgever en werknemer. De werkgever bij wie u gaat werken, moet u binnen een maand na het begin van uw contract schriftelijk informeren over de vraag of er een aanbod gedaan wordt voor een pensioenovereenkomst en wie die overeenkomst uitvoert. In veel gevallen zal dit aanbod tot pensioenovereenkomst gedaan worden via de arbeidsovereenkomst. Een werkgever is niet verplicht om met zijn personeel een afspraak te maken over pensioen. Ook over de hoogte van de te bereiken pensioenen en welke pensioenen er moeten worden afgesproken is niets in de wet geregeld. De werkgever die een pensioen overeenkomt moet het pensioen duidelijk omschrijven. Dit wordt meestal vastgelegd in een pensioenreglement. Daarin staat wat voor de uitvoering van de regeling wordt verstaan onder: > wie deelnemer is in de pensioenregeling; > welke pensioenen er worden toegezegd; > hoe de pensioenen worden berekend; > hoe en onder welke voorwaarden de pensioenen worden verhoogd. De Pensioenwet vereist dat er jaarlijks aan deelnemers op een goede manier voorlichting wordt gegeven, bijvoorbeeld over de hoogte van de toeslagverlening (voor de Pensioenwet indexatie genoemd). De Pensioenwet eist ook dat de pensioenuitvoerder of de werkgever jaarlijks verantwoording aflegt over het gevoerde beleid, bijvoorbeeld hoe het besluit over indexatie tot stand is gekomen. Als een werkgever een pensioenafspraak maakt met (een deel van) zijn personeel, dan moet hij zich aan strenge regels houden. Die regels zijn er in de eerste plaats om er voor te zorgen dat een afgesproken pensioen ook daadwerkelijk kan worden uitgekeerd als het zover is. Een van de regels is bijvoorbeeld dat de financiering van de pensioentoezegging buiten het bedrijf moet plaatsvinden zodat bij faillissement de tot dan toe opgebouwde rechten geen gevaar lopen. 4. Pensioenopbouw De AOW bedraagt 70% van het minimumloon voor een alleenstaande. Aanvullend pensioen beoogt aanvulling tot bijvoorbeeld 70% van het laatstverdiende loon. Maar lang niet elke pensioenregeling haalt een dergelijk niveau van overbrugging tussen AOW en laatstverdiende loon. Daarvoor wordt er in een regeling vaak niet genoeg gespaard. En vooral, ook al is de regeling goed genoeg, er wordt vaak niet lang genoeg aan de regeling meegedaan. 4.1 Elementen van pensioenopbouw Welke pensioenen er worden toegezegd en hoe dit recht wordt opgebouwd staat beschreven in het pensioenreglement. Om iets te kunnen zeggen over het pensioen van een individu is inzicht nodig in de regeling en moet je het pensioenreglement lezen. Veel regelingen lijken op elkaar, maar de verscheidenheid is toch enorm groot. Naast 80 regelingen van BPF-en zijn er nog ongeveer 700 regelingen van OPF-en en tenminste direct verzekerde regelingen Pensioengevend salaris De hoogte van het salaris is een belangrijk gegeven voor de pensioenopbouw. Wat als pensioengevend salaris wordt aangemerkt staat beschreven in het pensioenreglement. Soms beperkt dit zich tot 12 maal het maandsalaris per 1 januari van enig jaar. Bij een andere regeling gaat men uit van alle (vaste) inkomensbestanddelen (maandsalaris, vakantietoeslag, ploegentoeslag, eindejaarsuitkering, 13e maand etc.). Soms is het gedefinieerd als het SV-loon 4 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 5

4 (hetzelfde loonbegrip dat wordt gebruikt voor de Sociale Verzekeringen). Dan wordt dus ook het incidentele overwerk bij het pensioengevend salaris geteld Franchise en pensioengrondslag Als u een pensioeninkomen nastreeft van ongeveer 70% van uw laatstverdiende inkomen, dan telt in die 70% wel de AOW mee. Voor de AOW betaalt u al premie. Als u alleenstaande bent en u verdient het minimumloon, dan krijgt u met de AOW al 70% van het minimumloon als pensioeninkomen. U hoeft dan dus geen extra aanvullend pensioen op te bouwen. Het loon waarover u geen pensioen opbouwt, heet franchise. (Spreek uit fransjiese, niet te verwarren met frensjais, van bijvoorbeeld een franchiseketen van winkels). En als die franchise gelijk is aan het minimumloon, dan bouwt u dus over dat deel van het loon, dat gelijk is aan (of minder dan) het minimumloon geen pensioen op. Verdient u meer dan het minimumloon in zo n regeling, dan bouwt u over dat meerdere wèl pensioen op. De pensioengrondslag is dat meerdere, uw pensioengevend salaris minus de franchise. U bouwt dus pensioen op over de pensioengrondslag. De genoemde 70% pensioenopbouw is dus 70% van de pensioengrondslag. En daarmee geldt simpel: hoe groter de pensioengrondslag, des te meer aanvullend pensioen u opbouwt. Omgekeerd: hoe hoger de franchise, des te kleiner de pensioengrondslag en des te minder aanvullend pensioen bouwt u op. Bij een hoge franchise Franchise Pensioengrondslag Opbouw 70% 7000 AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 51% Bij een lage franchise Franchise Pensioengrondslag Opbouw 70% AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 74% Een pensioenregeling wordt dus gunstiger, naarmate de franchise lager is (als het opbouwpercentage tegelijk niet ook daalt, zie 5.1.3). FNV Bondgenoten heeft gekozen voor een zo hoog mogelijke pensioenopbouw tot 65 jaar en streeft dus in de onderhandeling over pensioenregelingen een zo laag mogelijke franchise bij een zo hoog mogelijk opbouwpercentage na. De belastingwetgeving bepaalt een minimum in de franchise. Deze minimale franchise gaat uit van een AOW van gehuwden en samenwonenden. Deze AOW is ongeveer 50% van het minimumloon. (Gehuwden ontvangen zo samen ongeveer 100% van het minimumloon.) In pensioenreglementen zie je de franchise bij deze AOW verwoord in de formule 10/7 (of 100/70) maal de AOW voor gehuwden. De minimale franchise voor 2009 is ,00. Onder voorwaarden mag die franchise zelfs nog lager zijn. Bij een dergelijke franchise kan iedereen een goed pensioen opbouwen. Er zijn nog heel wat regelingen met een heel hoge franchise, bijvoorbeeld ,00. In die regelingen bouwt alleen een kostwinner voldoende pensioen op, ervan uitgaande dat die 100% AOW krijgt. Een franchise ter grootte van het minimumloon ( ,40) komt wel voor, maar meestal wordt er een andere formule gebruikt. Namelijk 10/7 (of 100/70) maal de AOW-uitkering voor een gehuwde of samenwonende (zonder toeslag). In heel wat regelingen is de ontwikkeling van de franchise gekoppeld aan de loonontwikkeling in het bedrijf of de bedrijfstak. Als de ontwikkeling van de AOW dan eens achterblijft bij het loon, schiet de opbouw van het toekomstig pensioen ten opzichte van de AOW tekort. Het is zinvol (en in heel wat regelingen ook afgesproken) om periodiek te bezien of de franchise moet worden aangepast Deelnemersjaren en opbouwpercentage Hoe langer u deelneemt aan een regeling, des te langer wordt er pensioenpremie voor u gespaard. Dat klinkt logisch, maar het is goed te bedenken dat u meestal niet 40 jaar lang in één pensioenregeling meedoet. En dat dus de opbrengst van die ene pensioenregeling minder zal zijn dan het maximum, Bij een hoge franchise Franchise Pensioengrondslag Opbouw 70% 7000 AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 51% Bij een lage franchise Franchise Pensioengrondslag Opbouw 70% AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 74% dat vaak gebaseerd is op 40 jaar deelname. U krijgt jaarlijks een stukje van het maximaal haalbare. In de vorige paragraaf werd gesproken over 70%. En als u 40 jaar meedoet in een regeling die 70% belooft, dan is in die regeling het jaarlijkse opbouwpercentage 70:40=1,75%. Maar dat hoeft niet. Het kan ook 1,6% zijn, of 2,0%. Bij volledige opbouw Franchise Pensioengrondslag Opbouwpercentage 1,75% Deelnemersjaren 40 Opbouw AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 74% Bij minder deelnemingsjaren Franchise Pensioengrondslag Opbouwpercentage 1,75% Deelnemersjaren 20 Opbouw 7000 AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 51% Bij een laag opbouwpercentage Franchise Pensioengrondslag Opbouwpercentage 1,75% Deelnemersjaren 40 Opbouw AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 74% Bij een hoog opbouwpercentage Franchise Pensioengrondslag Opbouwpercentage 2,25% Deelnemersjaren 40 Opbouw 1000 AOW gehuwd 1 persoon 8310 Totaal pensioen Percentage van loon 88% Pensioenpremie In principe geldt: hoe meer premie voor een regeling betaald wordt, des te hoger zal de opbrengst zijn. Pensioenpremies zijn niet hetzelfde als de werknemersbijdrage. Die laatste vindt u op de loonstrook terug; de pensioenpremie die de werkgever in totaal afdraagt, niet. Pensioenpremies verschillen van regeling tot regeling. In de ene regeling is bijvoorbeeld een opbouw van partnerpensioen meegenomen (kost ook premie) en in de andere niet (die zal dus goedkoper zijn). In de ene regeling zal de toekomstige verhoging van pensioenen (indexatie) beter gefinancierd zijn dan in de andere. Als het pensioenfonds veel vermogen heeft ten opzichte van wat er uitgekeerd moet worden, dan kan een deel van dat vermogen gebruikt worden voor verhoging van pensioenen. Vaak is voor de financiering van verhogingen apart nog een flinke premie nodig. En dan zijn er nog de verschillen tussen verzekerde regelingen en pensioenfondsen. Verzekeraars hebben een winstoogmerk, pensioenfondsen niet. Dat maakt de premie bij verzekeraars hoger, bij dezelfde kwaliteit regeling. Een belangrijk punt in de verschillen van premie is het aantal mensen dat meedoet aan een regeling. Als er in een regeling heel veel mensen meedoen, dan worden de risico s met veel meer mensen gedeeld. Bijvoorbeeld: hoe oud worden mensen en hoe lang moeten ze dus pensioen uitgekeerd krijgen. Of: de beleggingsopbrengsten vallen in een jaar tegen. Met meer mensen kan je meer risico s delen en dat vertaalt zich uiteindelijk in een lagere premie. Laat u geen zand in de ogen strooien. Als uw werkgever de pensioenpremie betaalt, dan doet hij dat uit de loonruimte. Als u zelf een deel van de pensioenpremie betaalt, dan komt dat uit dezelfde loonruimte. Het is goed dat uw loonstrook duidelijk maakt dat er een pensioenregeling is waarvoor betaald moet worden. De hoogte van de AOW-premie is bijna 17,9% over de eerste twee belastingschijven. Voor uw pensioen wordt ook al gauw 12% van de loonsom betaald, dus tot dik ,00 werkt u bijna een derde van de tijd voor uw pensioen. 4.2 Typen pensioen Pensioenregelingen verschillen qua beoogd doel. Sommige regelingen beogen een pensioen dat gerelateerd is aan het inkomen dat u verdient met het werk dat u doet. Andere regelingen beogen de opbouw van een kapitaal, waarmee later een pensioen kan worden gekocht. En er zijn ook regelingen die geen pensioen als doel stellen, maar een premie. Hieronder is een aantal regelingen beschreven. Voor elk van die regelingen geldt dat u een pensioen opbouwt op basis van uw pensioengrondslag. Voor 6 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 7

5 elk van die regelingen geldt ook (logischerwijs): hoe langer u meedoet in de regeling, des te meer komt u in de buurt van het doel van die regeling. Tegenwoordig zijn middelloonregelingen het meest voorkomend. En die regelingen zijn goed, zolang de opgebouwde pensioenen beschermd worden tegen inflatie en nog beter, meegroeien met de welvaart. Door indexatie dus, het verhogen van de pensioenen door het volgen van de prijsindex (waardevast) of loonindex (welvaartsvast). Hoe meer garanties er in een regeling zitten, hoe hoger de premie zal zijn Eindloonregeling Zoals hiervoor is beschreven zijn het pensioengevend salaris en de franchise belangrijke factoren voor de berekening van het pensioen. Het pensioentype, het opbouwpercentage en het aantal deelnemersjaren zijn nog drie belangrijke factoren. Bij een eindloonsysteem wordt in de meest zuivere vorm het pensioen berekend over de laatst vastgestelde pensioengrondslag. Hoe het salaris zich dus in de loop van de jaren heeft ontwikkeld is dan niet van invloed op de hoogte van het uiteindelijke pensioen. Maar niet iedereen werkt altijd bij dezelfde baas tot aan zijn pensioendatum. Daarom hebben we het ook over de jaarlijkse pensioenopbouw. Veelal gaat men er vanuit dat een volledige pensioenopbouw plaatsvindt bij 40 deelnemersjaren (het aantal jaren dat u aan de regeling deelneemt). Om een pensioen te behalen van 70% moet dus per jaar 1,75% (40 x 1,75% = 70%) van de pensioengrondslag worden opgebouwd. Als u minder dan 40 jaren deelneemt aan de pensioenregeling, wordt de beoogde 70% dus niet bereikt met deze regeling. Backservice 2006 Backservice 2007 Er vindt een pensioenopbouw plaats van 1,75% van de pensioengrondslag in dat jaar. Bij een eindloonsysteem zal daarnaast ook bekeken moeten worden of de pensioengrondslag in het voorgaande jaar lager was. Als dat zo is moet er ook nog een extra stuk pensioen over het voorgaande jaar worden opgebouwd (backservice). Dat maakt de eindloonregeling tamelijk duur. Ideale situatie bij een eindloonregeling: Bij een volledige opbouwperiode en een franchise die is afgeleid van de AOW-uitkering die betrokkene daadwerkelijk krijgt, is het pensioeninkomen gelijk aan 70% van het laatste pensioengevend salaris. Zijn er nu ook mensen die in de praktijk zo een ideale situatie bereiken? Nee, de eindloonregeling komt nauwelijks meer voor en is voor het overgrote deel vervangen door de middelloonregeling Middelloonregeling Bij een zuiver middelloonsysteem vindt de pensioenopbouw net als bij een eindloonsysteem jaarlijks plaats. Er wordt daarbij niet gekeken naar de pensioengrondslag van het voorgaande jaar en dus wordt er geen backservice ingekocht. Als dat consequent wordt doorgevoerd, dan zal de waardevermindering van het geld de reeds opgebouwde rechten behoorlijk aantasten. (Bij een inflatie van 2% per jaar, is een euro na 35 jaar nog maar de helft waard.) Daarom wordt er meestal uitgegaan van een geïndexeerde middelloonregeling. Als de jaarlijkse indexatie gelijk is aan uw jaarlijkse algemene loonsverhoging, dan wordt daarmee bereikt dat de opgebouwde rechten welvaartsvast zijn. Wie extra salarisverhoging krijgt in verband met het groeien naar het eindloon in de schaal of vanwege Backservice 2008 Backservice 2009 BS 2006 Opbouw 2004 Opbouw 2005 Opbouw 2006 Opbouw 2007 Opbouw 2008 Opbouw 2009 Indexatie 2006 Indexatie 2006 Indexatie 2005 Indexatie 2005 Indexatie 2004 Opbouw 2003 Opbouw 2004 Indexatie 2006 Opbouw 2005 Opbouw 2006 Opbouw 2007 een promotie, bouwt daarover in de toekomst pensioen op. Over deze salarisverhogingen ten gevolge van het maken van carrière wordt bij een middelloonregeling geen backservice ingekocht. Als je er vanuit gaat dat iedere werknemer wel enige carrière zal maken, moet daar bij het ontwikkelen van de regeling rekening mee worden gehouden. Men kijkt daarbij naar wat normale carrièrepaden in het bedrijf of de bedrijfstak zijn. Op basis daarvan wordt een lagere franchise gebruikt en/of een hoger opbouwpercentage. Bij veel geïndexeerde middelloonregelingen bouwt men jaarlijks 2% pensioen op. Dus meer dan de 1,75% die bij de meeste eindloonregelingen wordt gebruikt. Als een eindloonregeling wordt gewijzigd in een geïndexeerde middelloonregeling, kan dat gunstig uitpakken voor de oudere deelnemer. Die zal zijn carrière wel gemaakt hebben en nog alleen maar genieten van de algemene loonstijgingen. Deze deelnemer bouwt de laatste deelnemersjaren dan meer pensioen op dan in de oude eindloonregeling. Dit komt dan doordat er een lagere franchise en/ of hoger opbouwpercentage wordt toegepast terwijl de indexatie dezelfde uitkomst geeft als de backservice van de eindloonregeling Collectief beschikbare premieregeling In een eindloonregeling of een middelloonregeling heeft u een pensioenafspraak met de werkgever die een pensioendoel met een pensioenniveau vaststelt. Is in de tijd onderweg naar dat doel de economie wat ongunstiger geworden, dan is de werkgever volgens die pensioenafspraak mede verantwoordelijk voor het handhaven en halen van het doel. Dat kan veel geld kosten en werkgevers hebben niet altijd zin in dat risico. Om dat risico naar de werknemers te verschuiven wil de werkgever het liefst naar een andere financiering van de pensioenregeling. Bij uitzondering werkt de FNV mee aan zulke financieringsconstructies. Goede afspraken zijn dan nodig voordat besloten wordt tot een collectief beschikbare premieregeling (je ziet vaak CDC van collectieve defined contribution). Vaak willen werkgevers een premiemaximum afspreken, zodat er in economisch slechte tijden door de werknemer zelf moet worden bepaald wat een goed pensioen nog waard is. In een aantal gevallen van met name ondernemingspensioenfondsen is een dergelijke afspraak gemaakt. De maximale premie moet dan voldoende zijn om nieuwe pensioenrechten te financieren. Van die maximale premie wordt zo mogelijk ook de minimumpremie gemaakt. Dat betekent dat er voor de werkgever geen kortingen mogelijk zijn. Daarnaast is er gezorgd voor een goede start. FNV Bondgenoten heeft er bij deze regelingen aan gewerkt dat door de werkgever voor alle gespaarde toezeggingen en te vervullen indexaties een maximale dekking aan het pensioenfonds is meegegeven. Daarmee zijn alle tekorten uit het verleden weggewerkt. FNV Bondgenoten maakt de afspraken voor een dergelijke regeling nooit langer dan vijf jaar. Daarna moet opnieuw gekeken worden of de afgesproken premie voldoende is voor een goede pensioenregeling in de daarop volgende jaren Beschikbare premieregeling Bij de besproken pensioensystemen was er steeds sprake van een pensioentoezegging. Bij een beschikbaar premiesysteem is dat niet het geval. Er wordt door de werkgever een jaarlijkse premie toegezegd van x% van het salaris of van de pensioengrondslag. Om de hoogte van de beschikbare premie vast te stellen wordt berekend hoeveel premie er, onder normale omstandigheden nodig is om een streefpensioen te kunnen bereiken. Duidelijk is dat de werkgever hier weinig risico loopt en dat de risico s (lang leven, inflatie, rendement) overwegend bij de werknemer komen te liggen. Van de beschikbare premie moet op de eerste plaats een kapitaal worden opgebouwd (pensioenkapitaal) waarmee op de pensioendatum een ouderdomspensioen, eventueel gecombineerd met een partnerpensioen, kan worden ingekocht. Een deel van de premie is nodig om het overlijdensrisico (partnerpensioen) of arbeidsongeschiktheidsrisico (vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid) te verzekeren. Om de premie te kunnen vaststellen hanteert men een aantal aannames, net als bij eindloon en middelloonregeling. Zo wordt uitgegaan van normale carrièrepatronen. Bij het beschikbare premiesysteem gaat men ook een inschatting maken van de beleggingsopbrengst die tijdens de opbouwperiode gemaakt kan worden op de bedragen die zijn gestort. Verder gaat men uit van verwachtingen omtrent sterven en lang leven. Als de persoonlijke carrière afwijkt zal er meer of minder pensioenkapitaal worden opgebouwd. Als u sneller carrière maakt dan de aanname, zal een hogere premie eerder beschikbaar komen en dat zal leiden tot een hoger pensioen. Als de werkelijke beleggingsopbrengst hoger is dan werd aangenomen, kan er een hoger pensioen worden ingekocht. Maar als de beleggingsverwachting niet wordt gehaald zal het streefpensioen dus ook niet worden gehaald. Hetzelfde geldt voor inschattingen omtrent sterven en lang leven. De levenskansen veranderen langzaam: we worden ouder, maar hoeveel zal er veranderd zijn over 10 of 20 jaar? Een langere levensverwachting op de pensioendatum dan was ingeschat, betekent een lager pensioen. De risico s hiervan liggen bij het beschikbare premiesysteem bij de individuele deelnemer. In het verkooppraatje, dat bij het aanprijzen van zo n regeling gebruikt wordt, heeft men het over een geïndividualiseerde pensioenregeling waarbij alleen de positief uitvallende risico s 8 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 9

6 worden benadrukt. Daarnaast wordt gezegd dat de individuele regeling mee kan worden genomen naar een nieuwe werkgever of kan worden voortgezet als men voor zichzelf gaat beginnen. Dat zijn geen echte voordelen. Voortzetting van het spaargedeelte kan vaak nog wel. Maar de dekking van het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico kan niet of tegen een veel hogere premie worden voortgezet. Ook is de kans groot dat de nieuwe werkgever een pensioenregeling kent waaraan men verplicht moet deelnemen. Veel meer dan gewoon waardeoverdracht laten plaatsvinden zit er dan ook niet in. De vakbeweging in Nederland (en ook de werkgeversvertegenwoordigingen in de Stichting van de Arbeid en de SER) is tegen beschikbare premieregelingen tenzij het om een kleine aanvullende regeling gaat. 4.3 Indexatie van pensioenen Een niet geïndexeerd pensioen is een slecht pensioen. Bij 2% inflatie is in 10 jaar tijd een derde van uw pensioen verdwenen. Indexatie van pensioenen is een van de belangrijkste onderwerpen in uw pensioenregeling geworden. Indexatie is verhoging van pensioen aan de hand van een index. Wordt de prijsindex gebruikt, dan worden pensioenen verhoogd met de verhoging van de prijzen. En zo worden de pensioenen waardevast gehouden. Wordt er verhoogd met de loonindex, dan wordt de verandering in lonen gevolgd. In dat geval spreken we van het welvaartsvast houden van pensioenen. Veruit de meeste pensioenregelingen zijn middelloonregelingen en in het hoofdstuk over middelloon zagen we al dat die regeling indexatie nodig heeft, omdat u anders aan het eind van de regeling nog maar heel weinig hebt gespaard. FNV Bondgenoten vindt dat indexaties met 95% zekerheid moeten kunnen worden gegeven. FNV Bondgenoten streeft daarbij naar loonindexatie, tenminste tijdens de opbouw van pensioen. Let wel: de premieopslag voor indexatie is een opslag die indexatie over het verleden betaalt. Indexaties in de toekomst, na ingang van het pensioen of het stoppen van premie betalen, moeten komen uit het rendement op het belegd vermogen. De Pensioenwet geeft met het Financiële Toetsingskader (FTK) strakke regels voor pensioenfondsen over indexatie en de financiering daarvan. Die regels gaan ook over de wijze waarop pensioenfondsen de benodigde premie berekenen en hoe veel zij mogen verwachten van de rendementen op beleggingen. Pensioenfondsen moeten hun deelnemers informeren over de vraag hoe veel er de afgelopen jaren is geïndexeerd en hoe groot de kans is op indexatie in de komende jaren Indexatie tijdens de opbouw van het pensioen Tijdens de opbouw van uw pensioen kan een pensioen geïndexeerd worden uit opbrengsten van door het pensioenfonds vergaard vermogen. Als het pensioenfonds ruim voldoende vermogen heeft, kan de indexatie gegeven worden uit het vermogen. Bij een middelloonregeling zorgt tijdens het opbouwen van het pensioen (dus voor deelnemers die nog niet met pensioen zijn) een opslag op de premie voor een grotere kans op (volledige) indexatie. Op die manier is meer zekerheid voor de geïndexeerde opbouw van een middelloonpensioen te geven. Bij een eindloonregeling wordt steeds pensioen ingekocht voor het laatste (hogere) loon. In dat geval wordt dus tijdens de opbouw onvoorwaardelijk geïndexeerd Indexatie na ingang van het pensioen Ook na ingang van uw pensioen moet er geïndexeerd worden. Veel regelingen maken een onderscheid tussen op te bouwen pensioenen (van deelnemers die nog niet met pensioen zijn) en ingegane pensioenen. De op te bouwen pensioenen worden dan naar de loonindex verhoogd en de ingegane pensioenen naar de prijsindex. FNV Bondgenoten is voor het gelijk indexeren van op te bouwen en ingegane pensioenen. Alleen als er expliciet betaald wordt voor de indexatie van op te bouwen pensioenen, kan daarvan worden afgezien. Indexaties uit beleggingsopbrengsten van het fondsvermogen komen alle deelnemers toe Financiering van indexatie Om in de toekomst het pensioen te kunnen uitbetalen wordt er door het pensioenfonds gespaard. Het overgrote deel van de pensioenpremie gaat hiervoor in een spaarpot. Als dat letterlijk zou worden gedaan levert dat niets extra s op. Daarom wordt die spaarpot dan ook belegd. Bij het vaststellen van de pensioenpremie gaat men er vaak van uit dat de belegging van de spaarpot jaarlijks tenminste 4% rendement oplevert. Het Financiële Toetsingskader geeft de precieze grenzen aan van deze veronderstelde rekenrente. Bij het vaststellen van de premie wordt geen rekening gehouden met toekomstige indexeringen. Die moeten helemaal uit extra rendement, de overrente, (rendement boven 4%) worden gefinancierd. Als er dus geen overrente wordt gemaakt, is er geen geld om de pensioenen te indexeren. Daarom staat in bijna elke pensioenregeling dat er sprake is van een voorwaardelijk recht op indexatie. Veelal in termen van het bestuur streeft er naar met uiteindelijk ook de mededeling dat het bestuur beslist over de hoogte van de indexatie. In veel discussies die worden gevoerd wordt nog wel eens gesteld dat men recht heeft op indexatie omdat men er toch voor heeft betaald. Dat is dus een onjuiste veronderstelling. Elk pensioenfondsbestuur doet zijn uiterste best om de indexatie zo constant mogelijk te laten plaatsvinden. Om dat te kunnen doen moeten er beleggingsrisico s genomen worden. Alleen beleggen in staatsleningen levert nooit een rendement op dat gelijk is aan of hoger is dan 4% plus het gewenste indexatiepercentage. Daarom wordt een deel van het vermogen belegd in aandelen en onroerend goed. Op de lange termijn levert dat een hoger rendement op, maar er schuilt ook een risico in. Dat risico is in 2001, 2002, 2003 en 2008 duidelijk gebleken. Maar ondanks het instorten van de beurzen heeft het overgrote deel van de pensioenfondsen toch nog kunnen indexeren omdat er forse beleggingsbuffers (vermogen om een daling van de waarde van de beleggingen op te kunnen vangen) waren aangelegd. Of de indexeringen ook in de toekomst kunnen plaatsvinden hangt dus voor een groot deel af van de beursontwikkelingen. Als gevolg van de huidige kredietcrisis hebben veel pensioenfondsen een herstelplan moeten indienen bij De Nederlandsche Bank. In deze situatie is het hoogstwaarschijnlijk een aantal jaren niet mogelijk om te indexeren. Als we echter niet bereid zijn om bij het beleggen enig risico te nemen zal er nagenoeg nooit volledig geïndexeerd kunnen worden. 5. Pensioen voor uzelf, uw partner en voor kinderen U spaart voor pensioen voor uzelf. Maar er zijn ook mensen afhankelijk van uw inkomen nu en later mogelijk van uw pensioeninkomen. Mocht u voor uw pensionering overlijden, dan is een pensioen voor uw partner en uw kinderen vaak gewenst. 5.1 Ouderdomspensioen, op 65 of eerder Over het algemeen gaat het ouderdomspensioen in op de eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt, hetzelfde als bij de AOW. Zoals hiervoor al is gemeld is de hoogte van het op te bouwen ouderdomspensioen (OP) afhankelijk van het pensioensysteem, de gehanteerde franchise, het opbouwpercentage, het aantal deelnemersjaren en van hetgeen onder pensioengevend salaris wordt begrepen. Doelstelling van de vakbond is om op 65 jaar zo veel mogelijk pensioen te hebben gespaard: 100% van het laatstverdiende loon. Dat betekent namelijk dat er op de leeftijd van 62 jaar al een heel behoorlijk pensioen staat en dat mensen er voor kunnen kiezen om desgewenst voor hun 65e jaar met pensioen te gaan. 5.2 Partnerpensioen Onder het partnerpensioen wordt verstaan een pensioen dat ingaat bij overlijden van de deelnemer en wordt uitgekeerd aan de partner van de deelnemer. Een eenmaal ingegaan partnerpensioen zal (in principe) worden uitgekeerd zolang die partner leeft. Vroeger sprak men niet over partnerpensioen of nabestaandenpensioen, maar over weduwepensioen. Daar is later ook het weduwnaarspensioen bij gekomen en nog later partnerpensioen. Tegenwoordig wordt het begrip partner ruim uitgelegd. Het gaat om de echtgenoot, echtgenote, de geregistreerde partner en de partner waarmee langdurig wordt samengewoond. Het begrip partner betekent niet in elke pensioenregeling hetzelfde. Het is daarom verstandig om in het pensioenreglement na te lezen wat in die regeling onder het begrip partner wordt verstaan. Soms is langdurig samenwonen voldoende, maar het komt ook voor dat er een notariële akte wordt verlangd en dat de partner wordt aangemeld bij de pensioenuitvoerder. Let dus op als u samenwoont. In veel regelingen is het partnerpensioen direct of indirect gekoppeld aan het te bereiken ouderdomspensioen. Veel voorkomend is 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Hier wordt het begrip te bereiken ouderdomspensioen gebruikt om ervoor te zorgen dat bij overlijden voor de pensioendatum toch een redelijk partnerpensioen kan worden uitgekeerd. Men berekent dan eerst het ouderdomspensioen dat zou zijn bereikt als betrokken deelnemer was blijven deelnemen aan de regeling tot aan de pensioendatum, met hetzelfde pensioengevend salaris. Vervolgens wordt 70% van dat bedrag als partnerpensioen uitgekeerd. Soms wordt het partnerpensioen niet gekoppeld aan het te bereiken ouderdomspensioen maar direct aan de pensioengrondslag in het jaar van overlijden. Bijvoorbeeld 50% van de in het jaar van overlijden geldende pensioengrondslag. Vaak wordt gewerkt met opbouw partnerpensioen. Bij deze vorm van partnerpensioen wordt voor het levenslang dekken van het overlijdensrisico (dus ook na beëindiging van het dienstverband) een kapitaal gereserveerd. Gevolg hiervan is dat bij voortijdige beëindiging van het deelnemerschap dit bedrag, in de vorm van een premievrij partnerpensioen wordt meegegeven. Soms wordt gewerkt met partnerpensioen op risicobasis. Hierbij is tijdens het deelnemerschap het overlijdensrisico gedekt. Bij beëindiging van het deelnemerschap stopt deze dekking echter. De betreffende werknemer doet er dan verstandig aan om bij zijn nieuwe werkgever na te gaan of het overlijdensrisico direct gedekt is en voldoende niveau heeft. Als er ook na beëindiging van het deelnemerschap een partnerpensioen verzekerd moet zijn, dan zal hiervoor een deel van het ouderdomspensioen ingeruild moeten worden. 10 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 11

7 Een partnerpensioen van 70% van het te bereiken levenslange ouderdomspensioen levert voor een nabestaande vaak onvoldoende inkomen op. Zoals bij het vaststellen van het ouderdomspensioen rekening wordt gehouden met een basisvoorziening (de AOW) zo ging men er vanuit dat er ook voor de nabestaande een basisvoorziening (de Algemene Weduwen- en Wezenwet) was. Dat is sinds 1 juli 1996 niet meer zo. De huidige basisvoorziening (de Algemene Nabestaanden Wet, ANW) keert feitelijk bijna alleen nog maar uit als er kinderen onder de 18 jaar zijn. Het volgende voorbeeld maakt duidelijk hoe belangrijk een verzekering van het ANW-gat kan zijn. Deelnemersjaren 5 Te gaan 25 Opbouw 1,75% Pensioen Partnerpensioen Percentage van loon zonder ANW-uitkering 37% ANW-uitkering Inkomen inclusief ANWuitkering Percentage van loon 80% Iemand komt na vijf dienstjaren te overlijden, had nog 25 jaar te gaan tot datum pensioen en de pensioenregeling voorziet daarbij in een nabestaandenpensioen gebaseerd op een ouderdomspensioen met 30 opbouwjaren. Inclusief ANW-uitkering is er dan bruto 80% van het loon voor de achterblijvende partner. Zonder ANW-uitkering zou er een inkomen ontstaan van circa 37% van het loon. Als de nabestaande niet voor een ANW-uitkering in aanmerking komt en alleen het partnerpensioen uit de aanvullende pensioenregeling ontvangt zal dat tot armoede leiden. Als deze nabestaande niet in staat is om zelf inkomen te verwerven (door bijvoorbeeld te gaan werken) is de Bijstandswet bepalend voor het inkomensniveau. Daarom zijn er diverse pensioenregelingen waar dit ANW-gat voor iedereen is verzekerd (collectieve dekking). De benamingen hiervoor zijn divers, maar ze voorzien in een uitkering aan de nabestaande (boven het gewone partnerpensioen) tot de 65e verjaardag van de nabestaande. Het is altijd een risicoverzekering en bij beëindiging van het dienstverband vervalt de verzekering direct. De werknemer doet er dan verstandig aan bij zijn nieuwe werkgever meteen te onderzoeken of ook daar een collectieve ANW-gatverzekering bestaat. Er zijn nogal wat pensioenregelingen waar de deelnemers de mogelijkheid hebben om dit ANW-gat individueel aanvullend te verzekeren. Betrokkene zal in deze situatie tezamen met zijn/haar partner moeten bekijken of deze verzekering wenselijk is. Ons advies is: bekijk het inkomen en de uitgaven van de partner als u morgen zou komen te overlijden. Zo is er bijvoorbeeld wel eens een hypotheeklast die wegvalt als een van beide partners komt te overlijden. Als inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn kan van een ANW-gatverzekering worden afgezien. Zo niet, sluit dan een aanvullende risicoverzekering bij het pensioenfonds of bij de verzekeraar via de werkgever. Dit is altijd goedkoper dan zelf rechtstreeks bij een verzekeringsmaatschappij een verzekering af te sluiten. En realiseer u: hoe jonger u bent en zeker als u vrouw bent, hoe lager de premie voor toch een tamelijk groot (overlijdens) risico. 5.3 Wezenpensioen Ook het wezenpensioen is een vorm van nabestaandenpensioen. Het voorziet in een uitkering aan de kinderen van de deelnemer indien deze komt te overlijden. Een eenmaal ingegaan wezenpensioen wordt aan het kind uitgekeerd tot een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld 18 of 21 jaar) is bereikt. In veel pensioenregelingen wordt daar nog een periode (tot bijvoorbeeld 27 jaar) aan toegevoegd voor het geval het kind studeert of arbeidsongeschikt is. De hoogte van het wezenpensioen per kind is net als bij het partnerpensioen meestal gekoppeld aan het te bereiken ouderdomspensioen. Bijvoorbeeld 14% hiervan. Soms wordt het totale wezenpensioen gemaximeerd door te stellen dat er voor maximaal twee of drie kinderen pensioen wordt uitgekeerd. Het maximale pensioen wordt dan gelijkelijk over de betreffende kinderen verdeeld. Ook andere maximeringen, soms in combinatie met het partnerpensioen, komen voor. Het wezenpensioen wordt in bijna alle regelingen verdubbeld als beide ouders niet meer in leven zijn. 5.4 Herschikken van pensioenen In de meeste pensioenregelingen heeft men de mogelijkheid om de opgebouwde pensioenrechten voor ingang hiervan te herschikken, dat wil zeggen dat je de totale pensioenrechten in een andere verhouding kunt verdelen over de diverse pensioensoorten. Men dient er rekening mee te houden dat dit altijd ruim van te voren (reken op tenminste een half jaar) moet worden aangevraagd. Overleg met de werkgever is meestal verstandig. De werkgever weet zo op tijd waar hij aan toe is en dat versoepelt ook de uitwisseling tussen administratie en fonds. Uitgangspunt bij het herschikken is het kapitaal dat voor de diverse pensioensoorten nodig is om toekomstige uitkeringen te kunnen doen. Bij een verzekering op risicobasis wordt alleen premie betaald voor het dekken van het risico en wordt er geen kapitaal gevormd voor toekomstige uitkeringen. Voor een ouderdomspensioen (levenslang en tijdelijk) wordt bijna de gehele premie weggelegd voor later. Voor opbouw partnerpensioen geldt dat voor een deel van de premie. De hoogte van het kapitaal wordt dus bepaald door hetgeen is weggelegd om aan de toekomstige verplichtingen (uitbetaling van de toegezegde pensioenen) te kunnen voldoen. Men noemt dit de waarde van de verzekering. Bij het vaststellen van deze waarde gaat men uit van een gemiddelde. Dat (fictieve) gemiddelde bestaat uit een paar van een man en een vrouw, waarbij de vrouw drie jaar jonger is. Er wordt bij een individuele berekening wel rekening gehouden met het geslacht (mannen leven korter dan vrouwen) en met de leeftijd van de deelnemer (hoe ouder hoe eerder het ouderdomspensioen moet ingaan). Het herschikken zal bij pensioenfondsen echter altijd op sekseneutrale basis plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds zal periodiek de herschikkingsfactoren vaststellen. Ze kunnen dus per pensioenfonds verschillend zijn. Deze verschillen worden voornamelijk veroorzaakt door de verhouding tussen de aantallen mannen en vrouwen in een pensioenregeling. Het herschikken vindt altijd op kostenneutrale basis, voor de gehele regeling, plaats. Dat wil zeggen dat de totale waarde van alle pensioenen in de regeling gelijk blijft. Er worden voor het herschikken geen kosten aan de deelnemer in rekening gebracht. In de Pensioenwet is de uitruil van partnerpensioen in een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen of omgekeerd een wettelijk voorgeschreven recht. Alle andere vormen van herschikken zijn alleen mogelijk als dat in het pensioenreglement is vermeld. Uitruil partnerpensioen voor ouderdomspensioen Iedereen die na pensionering geen behoefte heeft aan een partnerpensioen (omdat er geen partner is of de partner zelf een goed pensioen heeft opgebouwd) kan de waarde van het partnerpensioen gebruiken om het ouderdomspensioen te verhogen. Dat geldt natuurlijk niet voor het partnerpensioen op risicobasis. Dit heeft geen waarde. Bij een pensioenregeling waar uitsluitend mannen aan deelnemen, zal, als het opbouwpartnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen is, het ouderdomspensioen met ruim 25% verhoogd kunnen worden. Bij een pensioenregeling waaraan nagenoeg alleen vrouwen deelnemen mag je blij zijn als er een verhoging van 10% kan worden gegeven. Dit grote verschil wordt veroorzaakt doordat het partnerpensioen van een vrouwelijke deelnemer weinig waarde heeft. Dit komt omdat de kans dat de mannelijke partner (standaard wordt uitgegaan van drie jaar leeftijdsverschil) haar overleeft en het partnerpensioen tot uitkering komt, zeer klein is. Er is collectief dus weinig kapitaal voor gespaard, een lage waarde. Daarbij komt dat een vrouw gemiddeld vijf jaar langer leeft dan een man. Dus een lagere waarde die over een langere periode moet worden verdeeld. Bij de bepaling van de uitruilfactor zal het bestuur van het pensioenfonds ook moeten inschatten hoeveel mannen en hoeveel vrouwen er gebruik zullen gaan maken van de mogelijkheid tot uitruil. Als de inschatting is dat er uitsluitend vrouwen en een enkele mannelijke vrijgezel gebruik van zullen maken, zal de uitruilfactor lager zijn dan bij de inschatting dat er net zoveel vrouwen als mannen gebruik van zullen maken. Uitruil van ouderdomspensioen voor partnerpensioen Ouderdomspensioen kan worden omgezet in partnerpensioen. Dat is vooral van belang in een pensioenregeling waar het partnerpensioen op risicobasis is verzekerd. Bij deze uitruil vindt het tegengestelde effect plaats van wat hiervoor is beschreven. Het partnerpensioen voor een vrouwelijke deelnemer kost bijna niets (de kans dat het tot uitkering komt is klein) terwijl de waarde van het ouderdomspensioen hoger is dan voor een man. Het is niet onwaarschijnlijk dat het bestuur van het pensioenfonds zal inschatten dat het vooral mannen zullen zijn die behoefte hebben aan een partnerpensioen na pensionering. Andere vormen van herschikken Omdat het steeds gebruikelijker wordt om zelf te kiezen voor het moment waarop men met pensioen gaat groeit ook de behoefte om bij pensionering het totale pensioenpakket (levenslang ouderdomspensioen, tijdelijk ouderdomspensioen en partnerpensioen) in samenhang te bekijken. Een wat hogere uitkering voor 65 jaar, dus verschuiven van levenslang naar tijdelijk ouderdomspensioen, of omgekeerd. Wat meer of minder partnerpensioen. De eerste 10 jaar na pensionering een hogere uitkering dan daarna. Allemaal mogelijkheden om de gewenste inkomenssituatie na pensionering voor ieder individu zo dicht mogelijk te benaderen (de totale waarde blijft gelijk). Raadpleeg het pensioenreglement om te zien of deze keuzemogelijkheden daarin zijn opgenomen. 5.5 VUT en prepensioen VUT en prepensioen zijn vormen van financiering van eerder met pensioen gaan dan op de leeftijd van Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 13

8 Deze vormen van financieren zijn alleen nog in een overgangsregeling beschikbaar voor werknemers die voor 1 januari 1950 geboren zijn. Verder zijn in alle pensioenregelingen deze financieringsvormen afgeschaft VUT Voor VUT betaalt u de premie die nodig is om de huidige mensen die met de VUT zijn te financieren. U betaalt dus geen premie voor een op te bouwen eigen recht. Tot dusver ging men met de VUT op de afgesproken leeftijd. Ging men later, dan ontving men geen hogere VUT-uitkering. Per 1 januari 2006 moeten VUT-regelingen echter een spaar-vut - bepaling bevatten. Dat betekent dat als u een jaar later met de VUT gaat, u de waarde van dat jaar mag gebruiken om uw resterende uitkering te verhogen, tot maximaal 100% van uw laatst verdiende inkomen. Dat bezorgt de laatste nog bestaande VUTregelingen wel enige moeilijkheden, want, zoals hierboven beschreven, er is niet gespaard voor dat recht. De VUT is echter een aflopende zaak. Over zes jaar is de laatste VUT-regeling gesloten Prepensioen Prepensioen is gebruikt als vervanger van de VUT. Voor prepensioen werd premie betaald. Die premie werd gebruikt om een recht mee op te bouwen. Niet om het inkomen mee te betalen van de mensen die met prepensioen of VUT zijn dus. Ook prepensioenregelingen kunnen alleen nog voortbestaan voor mensen die voor 1 januari 1950 geboren zijn. Voor alle andere (voormalige) deelnemers aan prepensioenregelingen bestaat er hoogstens nog een gespaard kapitaal. Dit kapitaal kon door het pensioenfonds met ingang van 1 januari 2005 ter beschikking worden gesteld aan de deelnemer, aan zijn levensloopregeling of aan zijn pensioenregeling. Veruit de meeste fondsen hebben besloten om het opgebouwde kapitaal te laten staan voor de pensioenregeling van de deelnemer. 6. Pensioen bij arbeidsongeschiktheid Sinds 29 december 2005 is de WAO, de Wet Arbeidsongeschiktheid, vervangen door de WIA, de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsgeschiktheid. Bij de laatste wet zijn afspraken gemaakt die er op neerkomen dat mensen meer betaald moeten worden naarmate ze meer werken. En dat uitkeringen als arbeidsongeschiktheidspensioen nog maar beperkte vormen mogen aannemen. De wet geldt voor alle mensen die ziek zijn geworden vanaf 1 januari WIA, WGA en IVA In 3.3 werd aangegeven wat de basisvoorziening WIA inhoudt: tot het maximale dagloon een uitkering van 75% van uw laatstverdiende loon bij een arbeidsongeschiktheid van meer dan 80% zonder uitzicht op herstel (de IVA). Als u minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt, dan is er geen basisvoorziening. Tussen 35% en 80% arbeidsongeschiktheid is er bij voldoende werk nog een redelijk inkomen, maar bij onvoldoende werk een zware inkomensterugval WGA-hiaatverzekering voordat u 65 jaar wordt In pensioenregelingen mag maar een beperkte verzekering worden geboden tegen inkomensterugval. Alle andere inkomensverzekeringen moeten worden geregeld via een verzekeringsmaatschappij. Pensioenfondsen kunnen een vast bedrag of een vast percentage van het loon voor alle inkomensgroepen verzekeren. Dus ook voor het inkomen boven de grens van het maximale dagloon voor werknemersverzekeringen De premievrije opbouw voor pensioen na 65 jaar Als u volledig arbeidsongeschikt bent ontvang u geen loon. In veel pensioenregelingen gaat u dan toch door met het opbouwen van pensioen. Anders zou u na uw pensionering geen aanvullend pensioen ontvangen omdat u arbeidsongeschikt was. In veel regelingen is dat voorkomen door het, zonder premie te betalen, opbouwen van een pensioen. Dit heet wel premievrije voortzetting, premievrije doorbouw of premievrije opbouw. De werkgever en de werknemer betalen geen premie meer en toch wordt het pensioen opgebouwd. De premie daarvoor wordt betaald uit een verzekering die bekostigd is uit een opslag op de premie voor alle deelnemers aan de pensioenregeling. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan wordt uw pensioenopbouw in veel regelingen voor dat gedeelte (premievrij) voortgezet. Bent u minder dan 35% arbeidsongeschikt, dan is er meestal geen voortzetting van pensioenopbouw voor dat deel. In de meeste pensioenregelingen is afgesproken dat voor premievrije voortzetting als basis het loon wordt genomen zoals dat gold voor aanvang van arbeidsongeschiktheid (of ziekte). Bij bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen wordt dat loon veelal geïndexeerd, zodat de basis van uw premievrije opbouw niet langzamerhand door inflatie verschrompelt. Bij verzekerde regelingen is die indexatie vaak niet aanwezig! Het is belangrijk om te weten dat het een verzekering op risicobasis is. De verzekering en dus de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico wordt beëindigd bij het einde van het dienstverband. Dat kan zeer vervelend zijn als deze beëindiging plaatsvindt als u ziek bent. Als deze ziekte, nadat het dienstverband is beëindigd, overgaat in arbeidsongeschiktheid zal er dus geen vrijstelling van premiebetaling plaatsvinden. Wij raden dan ook iedereen aan om in zo een situatie de pensioenverzekeringen zelf voort te zetten. Het is niet goedkoop, maar het verdient zich ruimschoots terug. 6.2 WAO Omdat voor veel mensen de WAO nog geldt, behandelen we hier nog kort de pensioensituatie voor die gevallen. Naast de basisvoorziening WAO zijn aanvullende verzekeringen mogelijk als pensioen. Omdat u niet meer kunt werken of minder dan 100% is een pensioenaanvulling mogelijk voordat u 65 jaar wordt en een pensioenaanvulling nadat u 65 jaar wordt De WAO-hiaatverzekering voordat u 65 jaar wordt De WAO keert bij (volledige) arbeidsongeschiktheid lang niet altijd 70% van het salaris uit. Na verloop van tijd (en voor jongeren onder de 33 jaar zelfs direct) krijgt u een vervolguitkering en zakt het niveau. Een WAO-hiaatverzekering vult dit weer aan tot 70%. Voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten geldt hetzelfde en is er een aanvulling naar het uitkeringsniveau dat voor de vervolguitkering gold. De uitkeringen WAO hebben een iets ingewikkelder staffel dan die van de WIA. Zie onderstaande staffel. Mate van arbeidsongeschiktheid 0-15% % % % % % % 50,75 80% of meer 70 Uitkeringspercentage Om het vrijstellingspercentage te berekenen voor de premievrije voortzetting van pensioenopbouw, moet het uitkeringspercentage door 70% gedeeld worden. Dus bij een arbeidsongeschiktheid van 35-45% een vrijstelling van 28% : 70% = 40%. Bij nogal wat pensioenregelingen is deze WAO-hiaatverzekering niet in het standaardpakket opgenomen. De deelnemer kan voor deze dekking kiezen en zal dan ook zelf de premie moeten betalen. In veel regelingen waar het wel in het standaardpakket zit moet de premie ook door de deelnemers betaald worden De premievrije opbouw voor pensioen na 65 jaar Als bij arbeidsongeschiktheid de pensioenopbouw gewoon doorgaat zonder dat er premie betaald moet worden, is er feitelijk ook sprake van een verzekering. Bij volledige arbeidsongeschiktheid wordt jaarlijks de premie, die anders door de werkgever (en werknemer) betaald moest worden, door deze verzekering betaald. Dit heet premievrije opbouw of premievrije voortzetting van pensioenopbouw. Bij nagenoeg alle bedrijfstakpensioenfondsen en de meeste ondernemingspensioenfondsen wordt het salaris dat gold voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid, jaarlijks aangepast met de algemene loonstijging. De pensioenopbouw blijft dan in de pas lopen met het loon alsof u was blijven werken (maar wel zonder extra salarisverhogingen in verband met functiejaren of carrière). Bij direct verzekerde regelingen (bij een levensverzekeringsmaatschappij) geldt de vrijstelling vaak voor de situatie zoals die was voor de arbeidsongeschiktheid. Dus geen indexatie. Dat geldt bij verzekeringsmaatschappijen voor vrijwel al hun pensioenproducten. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling verleend op overeenkomstige wijze als hiervoor is beschreven. Het is belangrijk om te weten dat het een verzekering op risicobasis is. De verzekering en dus de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico wordt beëindigd bij het einde van het dienstverband. Dat kan zeer vervelend zijn als deze beëindiging plaatsvindt als u ziek bent. Als deze ziekte, nadat het dienstverband is beëindigd, overgaat in arbeidsongeschiktheid zal er dus geen vrijstelling van premiebetaling plaatsvinden. Wij raden dan ook iedereen aan om in zo een situatie de pensioenverzekeringen zelf voort te zetten. Het is niet goedkoop, maar het verdient zich ruimschoots terug. Zelfs als u het geld er voor zou moeten lenen. Let op: premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (WAO) is niet altijd verzekerd (geweest). Gedeeltelijke vrijstelling is in veel pensioenregelingen later ingevoerd en verfijnd. Vanaf 2008 zijn wachttijden voor arbeidsongeschiktheid en nabestaandenpensioen bij wet verboden De excedentverzekering Bij de WAO en de WGA is sprake van een maximale uitkering die gebaseerd is op het inkomen van ongeveer 183,15 per dag (1 januari 2009). Deelnemers met een inkomen boven dit bedrag hebben bij volledige arbeidsongeschiktheid geen uitkering van 70% van hun salaris, maar van 70% van 183,15 dagloon. Dat kan dus een zeer grote inkomensachteruitgang betekenen. Om dit te voorkomen is in veel regelingen een WAO-excedentverzekering opgenomen. Vaak neemt de werkgever de hiervoor verschuldigde premie voor zijn rekening. 14 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 15

9 7. De pensioenbreuk, mogelijk een pensioentekort? 7.1 Door verandering van werkgever Bij beëindiging van een dienstverband zal de premiebetaling voor de pensioenopbouw stoppen. Dit is alleen niet zo als je aan een bedrijfstakpensioenfonds deelneemt en je aansluitend gaat werken bij een nieuwe werkgever die bij hetzelfde bedrijfstakpensioenfonds is aangesloten. In alle andere gevallen wordt bij het beëindigen van de premiebetaling de pensioenverzekering premievrij gemaakt. Voor opgebouwde pensioenen moeten er dan evenredige rechten worden meegegeven naar een andere regeling. Dat kan natuurlijk alleen voor de pensioenen die niet op risicobasis zijn verzekerd. De verzekeringen op risicobasis vervallen bij beëindiging van de premiebetaling (net als een brandverzekering als je verhuist). Hoe worden die evenredige rechten bepaald? Op veel pensioenopgaven wordt jaarlijks vermeld wat de opgebouwde rechten op 1 januari van dat jaar zijn. Dat is de jaarlijkse pensioenopbouw plus bij een eindloonregeling de inkoop van de backservice en bij een geïndexeerde middelloonregeling de inkoop van de indexatie tot dat moment. Als dat het moment is waarop je uit de pensioenregeling gaat zijn dat de evenredige rechten. Voor de periode dat er na 1 januari nog pensioen wordt opgebouwd, komt er nog wat bij: een evenredig deel van de jaarlijkse opbouw. Bij drie maanden dus bijvoorbeeld: 3/12 x 1,75% x pensioengrondslag (die voor dat jaar geldt). Als u daarna aan een nieuwe pensioenregeling gaat deelnemen die inhoudelijk precies hetzelfde is, hoeft er geen sprake te zijn van een pensioenbreuk. Dat is echter alleen zo als bij de nieuwe werkgever: > een eindloonregeling geldt, u hetzelfde gaat verdienen, geen carrière meer maakt en het premievrije pensioen (van de vorige pensioenregeling) wordt geïndexeerd op basis van de loonontwikkeling; > een geïndexeerde middelloonregeling geldt en het premievrije pensioen wordt geïndexeerd op basis van de loonontwikkeling. Bij overgang naar een nieuwe werkgever waar een eindloonregeling van kracht is zou, zonder maatregelen, er dus bijna altijd een pensioenbreuk ontstaan. Om die goeddeels teniet te doen is waardeoverdracht de oplossing. De totale waarde van de oude pensioenregeling wordt dan ingebracht bij de nieuwe regeling en dat gebeurt zonder dat er kosten in mindering worden gebracht. Altijd verstandig om te doen dus in zo een situatie. Bij waardeoverdracht wordt vaak bepaald hoeveel extra dienstjaren de waardeoverdracht oplevert. Deze extra jaren zijn alleen gelijk aan het aantal jaren dat aan de oude regeling is deelgenomen als de regelingen precies hetzelfde zijn en het aanvangssalaris bij de nieuwe werkgever precies gelijk is aan het eindsalaris bij de vorige werkgever. Als het aanvangssalaris maar iets hoger is zal het aantal extra dienstjaren al wat lager zijn. Als de regelingen verschillen treedt hierdoor al een verschil op. Of waardeoverdracht zinvol is als bij de nieuwe werkgever een geïndexeerde middelloonregeling van kracht is hangt af van de wijze waarop het premievrije pensioen bij de oude regeling wordt geïndexeerd in vergelijking met de indexatie van de nieuwe regeling. In veel regelingen worden de premievrije pensioenen geïndexeerd op basis van de prijsontwikkeling (waardevast) terwijl de opgebouwde rechten voor de actieve deelnemers worden geïndexeerd op basis van de loonontwikkeling (welvaartsvast). Ervan uitgaande dat het laatste beter is, is het ook dan verstandig om waardeoverdracht te laten plaatsvinden als de nieuwe middelloonregeling de actieve rechten verhoogt met de loonindex. Het is in dit verband zinvol om na te gaan hoe de indexaties in de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden (volledig of gedeeltelijk) en hoe groot de kans is dat er in de toekomst weer volledige indexatie plaatsvindt. Zowel de oude als de nieuwe werkgever moeten u wijzen op de mogelijkheid van waardeoverdracht, maar u moet het wel zelf aanvragen. Dit moet binnen zes maanden na opname in de pensioenregeling van de nieuwe werkgever plaatsvinden. Het aanvragen begint met de mededeling dat u overweegt om waardeoverdracht te laten plaatsvinden. Dit deelt u mede aan de nieuwe pensioenuitvoerder. Deze vraagt bij de oude pensioenuitvoerder de benodigde gegevens op en zal daarna een offerte uitbrengen. Als u die heeft moet u beslissen over de waardeoverdracht. Als het pensioenfonds bij de vorige of de nieuwe werkgever in onderdekking zit, is waardeoverdracht tijdelijk niet mogelijk. U moet wel uw waardeoverdracht alvast aanvragen, maar de verwerking ervan zal pas plaatsvinden als de dekkingsgraad weer boven de 100% is. 7.2 Door (echt-)scheiding Bij beëindiging van een relatie wordt het tijdens de duur van de relatie opgebouwde pensioen verdeeld. De partner van de deelnemer krijgt op de eerste plaats het tot de datum van (echt)scheiding opgebouwde partnerpensioen. Het tijdens het huwelijk (of geregistreerd partnerschap) opgebouwde ouderdomspensioen wordt onder de twee partners gelijkelijk verdeeld. Dit kan een behoorlijke pensioenbreuk opleveren die alleen maar verminderd kan worden door extra persoonlijke voorzieningen. Soms voorziet een pensioenregeling in die mogelijkheid. Dat zal altijd goedkoper zijn dan in een verzekerde regeling. Het pensioen dat de partner krijgt blijft in principe gekoppeld aan de deelnemer. Het partnerpensioen gaat dus in als de ex komt te overlijden en het ouderdomspensioen gaat in als de ex met pensioen gaat. De partner heeft het recht om dat ouderdomspensioen om te zetten in een ouderdomspensioen op het leven van de partner zelf. Een zelfstandig pensioen dus. De wet Verevening pensioenen is goed voor een aparte brochure over dit onderwerp. 7.3 Ik haal de zeventig procent niet De meeste pensioenregelingen zijn in de loop der tijd verbeterd. Vaak is men begonnen met een vaste bedragenregeling. Vervolgens werd een loongerelateerde pensioenopbouw ingevoerd misschien zelfs wel een eindloonregeling. Maar om in een eindloonregeling aan een pensioen van 70% te komen moet je 40 jaar aan een eindloonregeling hebben deelgenomen. Dat is in de praktijk zelden het geval. Andere belangrijke veroorzakers van een pensioentekort zijn: > vergeleken met het niveau van de huidige, goede regelingen vallen de in het verre verleden opgebouwde rechten altijd tegen; > wie waardeoverdracht pleegt van een slechte naar een goede pensioenregeling zal altijd pensioenjaren tekort komen; > degenen die meer verdienen dan een in de pensioenregeling opgenomen maximum pensioengevend salaris komen ook nooit aan een pensioen van 70% tenzij er een excedentpensioen wordt meeverzekerd; > het pensioengevend salaris is lager dan het bruto jaarsalaris, bijvoorbeeld als over het overwerk en ploegentoeslag geen pensioen wordt opgebouwd; > het pensioen wordt nog berekend op de veronderstelling dat elke gepensioneerde een volledige AOW-uitkering (100% minimumloon) krijgt; > deeltijd dienstverband of (langdurige) werkloosheid in het verleden, terwijl nu voltijds wordt gewerkt. Overigens komt het omgekeerde ook voor: vroeger een voltijds dienstverband, terwijl nu deeltijds wordt gewerkt. Het pensioen kan dan prettig hoog uitvallen. Zo zijn er veel redenen te bedenken en oorzaken aan te wijzen waarom het (toekomstige) pensioen geen 70% van het laatste jaarsalaris zal bedragen. Dat hoeft geen probleem te zijn want waar het om gaat is dat er na pensionering evenwicht is tussen inkomsten en uitgaven. Wat u daarvoor nodig hebt is inzicht in het te verwachten inkomen, uw financiële verplichtingen (hypotheek, huur, etc.) en uw wensen (vakanties, hobby s, etc.). Tijdig inzicht krijgen en bijsturen voorkomt teleurstellingen. 8. Uitvoering van pensioenregelingen FNV Bondgenoten is van mening dat grote bedrijfstakpensioenfondsen het beste zijn voor de regeling van pensioenen. Hoe groter de aantallen mensen, des te goedkoper kan de administratie georganiseerd worden. Des te gunstiger is de verdeling van risico s en des te gunstiger kan er belegd worden ten behoeve van indexaties en het laag houden van de premie. 8.1 Het bedrijfstakpensioenfonds Een bedrijfstakpensioenfonds (BPF) wordt door de sociale partners tot stand gebracht. Het is het logisch gevolg van een bedrijfstakbrede afspraak over de inrichting van een pensioenregeling. Dit gebeurt bijna altijd op hetzelfde niveau als waarop de cao tot stand komt. Voor de uitvoering van de regeling wordt dan een bedrijfstakpensioenfonds opgericht. Er zijn er ruim 80 in Nederland. Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ABP, Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PfZW), Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie en Bedrijfspensioenfonds voor de Detailhandel zijn enkele grote BPF-en. Maar er zijn ook kleinere, zoals voor de Medewerkers Apotheken, Handel in Bouwmaterialen, de Baksteenindustrie. Een bedrijfstakpensioenfonds voert de pensioenafspraak met de werknemer namens de werkgever uit. De werkgever blijft verantwoordelijk voor de premiebetaling en het tijdig aanleveren van de voor de uitvoering van de regeling benodigde gegevens zoals personeelsgegevens, salarissen, wie er in deeltijd werkt, beëindiging dienstverband enzovoorts. Het bestuur van een bedrijfstakpensioenfonds is paritair samengesteld. Dit betekent dat het bestuur altijd uit een even aantal bestuursleden bestaat waarvan de helft wordt aangewezen door de werkgeversvereniging(en) en de andere helft door de vakbonden. Dus door de partijen die betrokken zijn geweest bij de onderhandelingen over de inhoud van de pensioenregeling. Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling en zal hiervoor een werkorganisatie oprichten of het werk uitbesteden aan een (gespecialiseerd) administratiekantoor dan wel een verzekeringsmaatschappij. Het bestuur blijft echter verantwoordelijk voor het geheel en zal ook jaarlijks moeten rapporteren aan de toezichthouder, De Nederlandsche Bank, over de vraag of er voldoende middelen zijn om de afgesproken pensioenen te betalen en of de administratie en de beleggingen degelijk worden uitgevoerd. Een bedrijfstakpensioenfonds kan, net zoals een 16 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 17

10 cao, door de overheid verplicht worden gesteld voor een gehele bedrijfstak. Ook de niet bij de werkgeversvereniging aangesloten werkgevers moeten hier dan aan meedoen. Het gevolg hiervan is dat ook voor de werknemers bij die bedrijven de regeling geldt. Een werkgever kan vrijstelling van de verplichte deelname krijgen, maar dan moet hij voor zijn personeel wel een pensioenregeling getroffen hebben. Een en ander is geregeld in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Kortweg Wet BPF In een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds wordt gewerkt met een doorsneepremie wat wil zeggen dat de premie voor alle deelnemers in de bedrijfstak gelijk is, onafhankelijk van de leeftijd van een deelnemer. Dat is belangrijk, omdat de kosten voor de inkoop van een pensioen voor een ouder persoon hoger zijn dan voor een jongere. Een bij een bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgever met een werknemersbestand dat gemiddeld ouder is dan in de rest van de bedrijfstak, betaalt dezelfde premie als de andere bedrijven. Dat is solidariteit tussen bedrijven. Die zorgt er voor dat een oudere werknemer niet duurder is dan de jongere werknemer met eenzelfde salaris. En dat zorgt er dan weer voor dat oudere werknemers op de arbeidsmarkt meer kansen houden en dus mee blijven betalen aan de pensioenregeling. 8.2 Het ondernemingspensioenfonds Een ondernemingspensioenfonds is verbonden aan een onderneming of concern (groep van ondernemingen). Er zijn in Nederland ruim 600 ondernemingspensioenfondsen. Net als bij bedrijfstakpensioenfondsen zijn er hele grote, zoals Unilever, KLM, Philips, Randstad, Rabobank, maar ook hele kleintjes. De regeling komt soms tot stand in overleg met de vakbonden. Het komt voor dat de vakbonden niet betrokken zijn bij het arbeidsvoorwaardenoverleg en dan kan de ondernemingsraad bij het tot stand komen of wijziging van de regeling worden betrokken. Het komt ook voor dat in de statuten van een OPF staat dat besluiten over wijziging van de regeling worden genomen door de deelnemersraad. Ook bij een ondernemingspensioenfonds is het bestuur verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling. Anders dan bij een bedrijfstakpensioenfonds is het niet wettelijk verplicht dat het bestuur paritair is samengesteld. De werknemersvertegenwoordigers moeten tenminste de helft van de zetels krijgen. Meer mag dus ook, maar dat komt in de praktijk zelden voor. Voor de financiering van de pensioenen wordt er tussen de werkgever en het OPF een financieringsregeling afgesproken. Zolang de werkgever aan de hieruit voortvloeiende verplichtingen voldoet, is de werkgever niet meer verantwoordelijk voor de pensioentoezegging. In principe is een ondernemingspensioenfonds iets minder veilig dan een bedrijfstakpensioenfonds. Want ook bij een ondernemingspensioenfonds lopen de deelnemers een risico. Als het bedrijf failliet gaat (en die kans is groter dan dat een gehele bedrijfstak uitsterft), is er alleen het fondsvermogen om de toegezegde aanspraken na te komen. 8.3 De verzekeringsmaatschappij Voor het overgrote deel van de werknemers in Nederland zijn de pensioentoezeggingen ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds of een ondernemingspensioenfonds. Voor ongeveer 10% van de werknemers met wie een pensioen is afgesproken, is deze afspraak direct ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij. Het aantal verzekerde pensioenregelingen is erg groot. Bij benadering gaat het om een aantal tussen de en Volgens de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) heeft de ondernemingsraad instemmingsrecht bij het tot stand komen en wijzigen van zo n regeling. De bij een verzekeringsmaatschappij ingekochte pensioenen worden vaak niet automatisch geïndexeerd Voor het indexeren van de pensioenen dient een apart fonds te worden opgericht. Een andere mogelijkheid is dat voor aanpassing aan de prijsstijging een jaarlijkse verhoging plaatsvindt en dat daar een aparte premie voor betaald wordt. De opgebouwde pensioenen komen wel altijd volledig tot uitkering. De kans dat een verzekeringsmaatschappij failliet gaat is namelijk zeer klein. 8.4 Medezeggenschap De Pensioenwet schrijft voor dat deelnemers medezeggenschap hebben bij de uitvoering van pensioenregelingen. In de wet is in een aantal artikelen vastgesteld dat er deelnemersraden moeten komen bij bedrijfstakpensioenfondsen, met ook gepensioneerde deelnemers daarin. Gepensioneerden bij ondernemingspensioenfondsen mogen kiezen voor het opnemen van gepensioneerden in het bestuur van het fonds in plaats van een deelnemersraad. Maar als een ondernemingspensioenfonds vervolgens een deelnemersraad wil instellen, dan kan dat. En ook kunnen 5% van alle deelnemers (inclusief gepensioneerden) dit in een stemming eisen. Verder wordt in de Pensioenwet omschreven dat deelnemersraden op een aantal onderwerpen adviesrechten hebben en eventueel in beroep kunnen gaan bij de Ondernemingskamer van de rechtbank in Amsterdam. Een aantal artikelen van de Wet op de Ondernemingsraden is van toepassing: een deelnemersraad moet voorzieningen hebben om te kunnen functioneren en leden zijn beschermd tegen ontslag. Bij verzekerde regelingen is de werkgever in ieder geval verplicht om met de ondernemingsraad en een vereniging van gepensioneerden te onderhandelen over de verzekeringsovereenkomst of verandering van verzekeringsmaatschappij. 8.5 Behoorlijk bestuur en verantwoording Pensioenfondsbesturen worden getoetst in hun doen en laten door externe toezichthouders, de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De Pensioenwet schrijft daarbij voor dat pensioenfondsbesturen zelf al het nodige doen aan controle en verantwoording. Deze controle en verantwoording moet openbaar inzichtelijk zijn. Besturen moeten duidelijk maken hoe ze zijn samengesteld en hoe ze hun deskundigheid op peil houden. De aldus samengestelde, deskundige besturen moeten verhelderen op grond van welke criteria ze besluiten nemen. Hoe de procedures werken die tot die besluitvorming leiden. Welke adviseurs worden ingeschakeld om criteria te ontwikkelen. Hoe de adviezen van de deelnemersraad verwerkt zijn en hoe er een interne controle wordt georganiseerd die het bestuur bij de les houdt in het volgen van zijn eigen procedures. Over het geheel van zijn handelen legt het bestuur dan verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan, waarin belanghebbenden zitten: werknemers, werkgevers en gepensioneerden. Pensioenfondsbesturen worden bij het beleggen ook aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een zo hoog mogelijk rendement voor een betere indexering en een lagere pensioenpremie kan niet zo maar worden behaald door te beleggen in duistere zaken. En een publieke rel ontstaat al snel rondom de beleggingen, bijvoorbeeld in clusterbommen. Dergelijke rellen schaden de reputatie van pensioenfondsen als pensioenuitvoerder met onbesproken gedrag en zijn alleen daarom al ongewenst. Bij verzekerde regelingen moet de werkgever verantwoording afleggen aan de ondernemingsraad en een vereniging van gepensioneerden. Over de indexaties van pensioenen en ook over een afgesproken winstdelingsregeling moet de werkgever verantwoording afleggen. Als in het verzekeringscontract sprake is van een zogenaamd gesepareerd depot (het bij de verzekering betrokken kapitaal wordt als aparte beleggingsrekening behandeld), dan moet de werkgever ook over de resultaten en de aanwending van die resultaten verantwoording afleggen. 9. Diverse onderwerpen 9.1 Deeltijd, premievrije aanspraak, afkoop, indexeren voor gepensioneerden en slapers gelijk Als er met een deel van het personeel pensioen wordt afgesproken, dan moet deze groep duidelijk beschreven worden en dan geldt de afspraak voor alle werknemers van deze groep, met ingang van 1 januari 2008 minimaal vanaf de leeftijd van 21 jaar, voor mannen en vrouwen, voor deeltijdwerkers en voor werknemers met een tijdelijk contract. Na het stoppen van de deelname aan een pensioenregeling blijft een aanspraak op pensioen over, waarvoor verder geen premie betaald wordt, een premievrije aanspraak. Als er gespaard is voor partnerpensioen (dus niet alleen een premie betaald is om een overlijdensrisico te verzekeren), dan blijft bij beëindiging van het deelnemen aan de pensioenregeling ook een premievrije aanspraak over voor partnerpensioen. Afkoop van pensioen is alleen mogelijk als het om een gering pensioen gaat. Onder een gering pensioen verstaat de Pensioenwet een jaarlijks pensioen van 417,74 (2009). Een pensioenuitvoerder mag pas afkopen twee jaar nadat de pensioenopbouw is gestopt. Sinds 2007 mogen de kleine pensioenen ook bij einde deelneming worden afgekocht. Het beleid van FNV Bondgenoten is dat er geen afkoop van kleine pensioenen voor de pensioendatum plaatsvindt. We willen dan enkel de waardeoverdracht stimuleren. Dit om te voorkomen dat werknemers met veel korte dienstverbanden te weinig pensioen op de pensioendatum hebben opgebouwd. Een pensioenfonds moet bij beloofde indexeringen ook het nodige kapitaal sparen en mag geen indexering beloven waarvoor niet gespaard wordt. Als de ingegane pensioenen (dat wil zeggen: de uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden) worden verhoogd, dan moeten naast ingegane pensioenen alle opgebouwde rechten van gewezen deelnemers (de werknemers die een tijd aan de regeling hebben deelgenomen, maar nu elders werken; ook wel slapers genoemd) op dezelfde wijze worden verhoogd, bijvoorbeeld met de prijsindex. 9.2 Individuele voorzieningen Of een individuele voorziening noodzakelijk is hangt van de persoonlijke omstandigheden af. Het is altijd verstandig om na te gaan wat de inkomsten en uitgaven zullen zijn als een van de partners overlijdt. Niet alleen de inkomsten uit loon, maar ook bijvoorbeeld een eigen huis waarvan de hypotheek geheel of gedeeltelijk wordt afgelost bij overlijden van een 18 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 19

11 van de partners. Er kan ook een levensverzekering tot uitkering komen. De achterblijver kan weer gaan werken. Als blijkt dat de overblijvende partner in financiële problemen komt is het verstandig om daar een voorziening voor te treffen. Daarna moet gekeken worden naar de inkomsten en uitgaven na pensionering. Als daarin geen evenwicht is, zijn er mogelijkheden om dat te verbeteren. Een eigen huis is (na aflossing) een kapitaal bezit. Zo zal het verstandiger zijn om er voor te zorgen dat de hypotheek is afgelost bij pensionering dan een lijfrentekoopsom te storten. Daarna kan de waarde van de woning gebruikt worden om eventuele gaten te vullen. Het kan zelfs verstandig zijn om het eigen huis te verkopen en verder in een huurwoning te gaan leven. Als dat geen oplossing is kan overwogen worden om gebruik te maken van de bijspaarmogelijkheid in de pensioenregeling. De kosten hiervoor zullen vaak lager zijn dan voor eenzelfde voorziening bij een verzekeringsmaatschappij. Daar moet ook betaald worden voor de winst die dat bedrijf maakt en voor de provisie van de tussenpersoon. Er zijn ook mensen met een behoorlijk salaris die een deel daarvan beleggen. Weer anderen weten dat er straks een erfenis op hun af zal komen. Kortom, er zijn veel wegen om een mogelijk pensioentekort te verminderen. Wat ons betreft komt de lijfrenteverzekering bij een verzekeringsmaatschappij pas als laatste uit de bus. Waarom? Omdat: > er hoge kosten in rekening worden gebracht; > het eindresultaat veelal (te) mooi wordt voorgesteld; > alleen een vast rendement gegarandeerd wordt; > het zwaarste argument van de verzekeraars de fiscale aftrekbaarheid is. Of dat later echt een voordeel is hangt af van het verschil in de belastingtarieven nu vergeleken met die in de toekomst. En dus wéten we niet eens of er een echt fiscaal voordeel is. Denk dus goed na! 10. Pensioenalfabet Aanvullend pensioen Pensioenvoorzieningen als aanvulling op de AOWuitkering. Actuariële berekening Door de actuaris gemaakte pensioenberekening waarbij factoren als levensverwachtingen, overlijdensrisico, verwacht rendement en dergelijke een rol spelen. Afkoopverbod Algemeen verbod om uw rechten op pensioen voor de pensioendatum af te kopen. Er zijn uitzonderingen: bij pensioenen kleiner dan 417,74 (2009) bruto per jaar (bij einde deelneming en op de ingangsdatum van het pensioen) en de belangrijkste uitzondering: waardeoverdracht. FNV Bondgenoten pleit voor waardeoverdracht in plaats van afkoop. ANW Algemene Nabestaandenwet. AOW Algemene Ouderdomswet. Pensioen dat wordt uitgekeerd vanaf 65 jaar. AOW-premie De premie die wordt betaald voor het staatspensioen, dat elke ingezetene opbouwt tussen 15 en 65 jaar. Backservice Pensioenrechten over achterliggende dienstjaren bij loonsverhogingen. Bedrijfstakpensioenfonds Uitvoeringsorgaan van pensioenregeling(en) ten behoeve van werknemers in een of meerdere bedrijfstakken of delen ervan. Afkorting: BPF. Beschikbare premie Regeling waarbij sprake is van een premietoezegging in plaats van een pensioentoezegging. De premie wordt door de werkgever en/of werknemer gestort op een individuele verzekering. De pensioenuitkering is afhankelijk van de gestorte premies en de rendementen daarop. Deze regelingen kennen geen solidariteit; de risico s liggen uitsluitend bij de deelnemer. Deelnemer Werknemer die deelneemt in een pensioenregeling. Deelnemersraad Raad die het bestuur van het pensioenfonds gevraagd en ongevraagd adviezen geeft met betrekking tot aangelegenheden van het fonds waarbij het bestuur verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Deelnemerstijd De periode dat men deelneemt aan een pensioenregeling. Deze kan worden uitgedrukt in jaren, maanden en/of (werk)dagen. Dienstjarenregeling Eindloon- of middelloonsysteem gebaseerd op het aantal dienstjaren dat men in de regeling doorbrengt. Dispensatie Ontheffing van de verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds. De Nederlandsche Bank Toezichthoudend orgaan voor de pensioenfondsen en verzekeraars. De Nederlandsche Bank functioneert tevens als pensioenmonitor voor de minister van SZW. Afkorting: DNB. Voorloper van DNB was Pensioenen Verzekeringskamer. Eindloonregeling Pensioenregeling waarbij het pensioen een percentage is van de laatst geldende pensioengrondslag. Excedentregeling Dit is een extra pensioenregeling boven op het maximum van het aanvullend pensioen. Fiscale omkeerregel Pensioenpremies zijn fiscaal aftrekbaar, uitkeringen zijn belast. Flexibel pensioen Een pensioenregeling waarbij de pensioendatum en de hoogte van het pensioen naar eigen keuze kan variëren. Hierbij is een onderscheid te maken in interne en externe flexibilisering. Van interne flexibilisering spreken we wanneer een werknemer binnen de pensioenregelingen kan schuiven met bijvoorbeeld de uittredingsleeftijd. Van externe flexibilisering spreken we wanneer een uitruil kan plaatsvinden binnen het totale pakket arbeidsvoorwaarden. Bijvoorbeeld door vakantiedagen, atv-dagen, overwerktoeslagen en dergelijke te ruilen voor extra pensioen. Franchise Het loondeel waarover geen pensioen wordt opgebouwd omdat dat gedeelte geacht wordt gedekt te zijn door de AOW-uitkering. Deel van het salaris dat bij de bepaling ook van de pensioenpremie buiten beschouwing wordt gelaten. FVP Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering. Gedurende de duur van de loongerelateerde WW-uitkering wordt de pensioenopbouw 20 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 21

12 van oudere (boven 40 jaar) werklozen voortgezet op kosten van deze stichting. Geïndexeerde middelloonregeling Een middelloonregeling waarbij reeds opgebouwde pensioenrechten worden aangepast aan de loonontwikkeling (welvaartsvast) of de prijsstijging (waardevast). Gemitigeerd eindloonregeling Een variatie op het eindloonsysteem. Salarisverhogingen na een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld 55 jaar) tellen niet mee voor het pensioen. Een ander benaming is gematigde eindloonregeling. Indexeren Het periodiek verhogen van opgebouwde pensioenrechten om deze aan te passen aan de stijging van het loon- of prijsniveau. Ingezetene Iemand die in Nederland woont (en niet in het buitenland werkt) en daardoor recht op AOW opbouwt en verzekerd is voor de ANW. Invaliditeitspensioen Een pensioen voor een arbeidsongeschikte werknemer in aanvulling op de wettelijke WAO-uitkering. Kapitaaldekking Stelsel waarbij op individuele basis financiële reserves worden gevormd voor de pensioenverplichtingen. Het pensioenfonds c.q. de verzekeraar moet voldoende in kas hebben om te zijner tijd te kunnen voldoen aan de pensioenverplichtingen. Daarvoor worden de premies geheven en belegd. Later worden hiervan de uitkeringen betaald. Lijfrente Systeem waarbij periodieke uitkeringen worden gedaan zolang een persoon in leven is. Stopt het lijf met leven, dan stopt ook de uitkering ( rente ). Zie ook bij koopsompolis. Middelloonregeling Pensioenregeling waarbij het pensioen berekend wordt over het, gedurende de deelnemersjaren, verdiende gemiddelde salaris en de bijbehorende franchises. Nabestaandenpensioen Periodieke uitkering ten behoeve van de nagelaten betrekkingen van de deelnemer. Verzamelbegrip voor weduwepensioen, weduwnaarspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Omslagstelsel Een financieringsstelsel waarbij de werkenden jaarlijks de uitkeringen voor dat jaar met elkaar opbrengen (VUT en AOW). Ondernemingspensioenfonds Uitvoeringsorgaan van pensioenregelingen ten behoeve van werknemers in een bepaalde onderneming of concern. Afkorting: OPF. Opbouwstelsel Een systeem waar per dienstjaar een vast percentage van de pensioengrondslag voor dat jaar aan pensioen wordt opgebouwd. Ouderdomspensioen Periodieke uitkering vanaf de pensioendatum. Partnerpensioen Een uitkering aan de partner van overleden deelnemer. Pensioenbreuk Een breuk in de pensioenopbouw die op kan treden bij het beëindigen van een actief deelnemerschap aan een pensioenregeling voor het bereiken van de pensioendatum. Zie ook bij waardeoverdracht. Pensioenconvenant Afspraak tussen het kabinet en de sociale partners waarbij laatstgenoemden ervoor zorgen de pensioenregelingen te moderniseren en de overheid de AOW op peil zal houden. Pensioendatum Datum waarop het ouderdomspensioen ingaat. Pensioengevend salaris Het salaris dat wordt gehanteerd bij de vaststelling van het pensioen oftewel de salarisbestanddelen die meetellen voor de opbouw van het pensioen. Pensioengrondslag Dit is het pensioengevend salaris minus franchise. Pensioenpremie Bedrag dat de werkgever c.q. de werknemer in het pensioenfonds stort. Pensioenpromotie Hiermee wordt een salarisstijging (met name in eindloonregelingen) bedoeld die vlak voor de pensionering van de werknemer plaatsvindt en die als doel heeft om de pensioengrondslag en daarmee de pensioenuitkering te verhogen. Pensioenreglement De juridische tekst van de pensioenregeling. Hierin kunt u onder meer de wijze waarop het pensioen wordt opgebouwd en berekend terugvinden. Pensioenreparatie De mogelijkheid om pensioenverlies of te weinig pensioenopbouw in het verleden te herstellen. Pensioen-richtleeftijd De datum waarop men volgens het reglement met pensioen kan gaan. Pensioenverevening Bij scheiding kunnen partners een afspraak maken over de verdeling van pensioenrechten. Standaard hebben beide partners recht op 50% van elkaars ouderdomspensioen over de periode waarin zij samengeleefd hebben plus het gehele, tot de scheiding opgebouwde, partnerpensioen. Premiegrondslag Het bedrag waarover premie moet worden afgedragen. Meestal gelijk aan de pensioengrondslag. Prepensioen Pensioen tot 65 jaar. Is meestal in plaats van de VUT gekomen. Dit pensioen staat los van het normale ouderdomspensioen. PW Pensioenwet. Bepaalt onder meer dat bedrijven hun pensioentoezeggingen moeten veilig stellen bij een pensioenfonds of verzekeraar en kapitaaldekking moeten toepassen. Vervangt per 1 januari 2007 de Pensioen- en Spaarfondsenwet. Rekenrente De rente op het belegde vermogen die het pensioenfonds gemiddeld moet behalen om te kunnen voldoen aan de pensioenverplichtingen. Uitruilmogelijkheid Hiermee wordt met name de uitruil tussen ouderdoms- en partnerpensioen bedoeld. Verzekeraars Voeren pensioenregelingen uit voor werknemers aan wie door de werkgever een pensioentoezegging is gedaan maar die niet bij een bedrijfs- of ondernemingspensioenfonds is aangesloten. Colofon: Dit is een uitgave van Stichting FNV Pers t.b.v. FNV Bondgenoten Oplage: 2000 Vormgeving: RAAK Grafisch Ontwerp, Utrecht Druk: Verweij Printing September Vroegpensioen Een geïntegreerde pensioenregeling waarbij het levenslange ouderdomspensioen ingaat voor 65 jaar tezamen met een tijdelijk ouderdomspensioen tot 65 jaar. Dit laatste vanwege het ontbreken van een AOW-uitkering en de hogere inhoudingen voor de 65e verjaardag. VUT-regeling Vrijwillige uittredingsregeling, waarbij de werknemer de mogelijkheid krijgt voor de eigenlijke pensioendatum de dienst te verlaten. Een gangbare voorwaarde is dat de werknemer tenminste tien jaar in de bedrijfstak werkzaam is geweest. VUT is geen pensioen en wordt via het omslagstelsel gefinancierd. Tijdens de VUT loopt de pensioenopbouw door. In 2004 is de fiscale voorziening voor de VUTregeling afgeschaft. Er is een overgangsregeling voor de mensen die voor 1950 zijn geboren. Waardeoverdracht Bij wisseling van werkgever (en van pensioenregeling) wordt de waarde van de opgebouwde pensioenrechten overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Dit ter (gedeeltelijke) voorkoming van een pensioenbreuk. Waardevast pensioen Een pensioenrecht dat jaarlijks wordt aangepast aan de prijsindex. Als je nu van je pensioen een brood kan kopen, kan je dat over tien jaar ook nog. Welvaartvast pensioen Een pensioenrecht dat jaarlijks wordt aangepast aan de hand van de loonindex. Als je nu een brood kan kopen van je pensioen, kan je er over tien jaar ook nog beleg bij kopen. Wezenpensioen Uitkering voor kinderen van een werknemer die bij zijn overlijden nog niet een bepaalde leeftijd hebben bereikt. De leeftijdsgrens is meestal gesteld op 18 of 21 jaar en voor studerende kinderen dikwijls op 27 jaar. 22 Wegwijzer Pensioen Wegwijzer Pensioen 23

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht 2015. Uitkeringsovereenkomst

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht 2015. Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015 Uitkeringsovereenkomst Actieve deelnemer Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft inzicht in uw inkomen dat u van Hagee

Nadere informatie

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe Pensioenfonds Avebe Pensioen 1-2-3 Meer informatie over uw pensioenregeling Welkom bij Pensioenfonds Avebe. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Dat is belangrijk

Nadere informatie

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt. Startbrief Deelnemen aan de pensioenregeling van bpf GBP Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt. Pensioen bestaat

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat uw deelneming aan de beroepspensioenregeling is beëindigd.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2018 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling

Nadere informatie

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat uw deelneming aan de beroepspensioenregeling

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar de oudedagsvoorziening

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw,

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw, Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw, Welkom bij Pensioenfonds Hoogovens! U bouwt pensioen bij ons op. Dit doet u via uw werkgever. Elke pensioenuitvoerder heeft zijn eigen regeling. In dit

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij

Nadere informatie

Welkomstbrief. Meer weten? Kijk op pensioentextielverzorging.nl

Welkomstbrief. Meer weten? Kijk op pensioentextielverzorging.nl Welkomstbrief Meer weten? Kijk op pensioentextielverzorging.nl Inhoud 1. Inleiding 4 1.1 Welke informatie krijg je over je pensioen? 4 1.2 Wat is pensioen? 4 1.3 Welke pensioenregeling heb je? 4 1.4 Heb

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld? Hoe is uw pensioen geregeld? De Ahold Pensioenregeling 2015 Geachte heer, mevrouw, Welkom bij Ahold Pensioenfonds! Als u 21 jaar of ouder bent, bouwt u vanaf uw datum in dienst pensioen bij ons op. Dit

Nadere informatie

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op De Ahold Pensioenregeling 2015 Welkom bij Ahold Pensioenfonds! Met ingang van uw 21ste verjaardag of latere datum in dienst bouwt u pensioen bij ons op. Dit doet u via Ahold Delhaize. Elk pensioenfonds

Nadere informatie

TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht. Uitkeringsovereenkomst

TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht. Uitkeringsovereenkomst TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht 2013 Uitkeringsovereenkomst In deze toelichting vindt u meer informatie over uw uniform pensioenoverzicht en uw pensioenregeling. Ook leggen we de gebruikte begrippen

Nadere informatie

De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro. 11 december 2007

De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro. 11 december 2007 De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro 11 december 2007 Wat is pensioen? Wat is Pensioen? Een uitkering bij: Ouderdom (65 jaar) Overlijden Arbeidsongeschiktheid (tot 65 jaar)

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen? Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. In dit overzicht staat ook wat uw eventuele partner

Nadere informatie

TOELICHTING uniform pensioenoverzicht

TOELICHTING uniform pensioenoverzicht TOELICHTING uniform pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Belangrijk om in de gaten te houden: Uw pensioenoverzicht van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) is een momentopname per 31 december 2014.

Nadere informatie

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen. Hoe is jouw pensioen geregeld? Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Je bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Je krijgt dit ouderdomspensioen

Nadere informatie

Brochure. Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

Brochure. Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Brochure Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 50 jaar de

Nadere informatie

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Stichting PENSIOENFONDS CAPGEMINI Nederland Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie

Nadere informatie

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen. Hoe is jouw pensioen geregeld? Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Je bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Je krijgt dit ouderdomspensioen

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld? Hoe is uw pensioen geregeld? Wat is Pensioen 1-2-3? Pensioen 1-2-3 is een initiatief van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars. In drie stappen, van hoofdlijn tot in detail, wordt u wegwijs

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975 pagina 1 van 7 Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 1 januari 2019 Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: 999999 Relatienummer: xyz123456 Uw partner

Nadere informatie

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw 3 Welkom! Informatie over uw pensioenregeling bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de sector

Nadere informatie

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort Deze brochure is bedoeld voor alle medewerkers van Delta Lloyd die 18 jaar of ouder zijn en geeft je een goed overzicht van je pensioenregeling. Jouw Delta Lloyd Pensioen

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op Welkom bij Ahold Delhaize Pensioen! Met ingang van je 21ste verjaardag of latere datum in dienst bouw je pensioen bij ons op. Dit doe je via Ahold Delhaize. Elk pensioenfonds heeft zijn eigen pensioenregeling.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

BEWAAR UW PENSIOENOVERZICHT ZORGVULDIG. LEES OOK DE TOELICHTING. DEZE IS ONDERDEEL VAN HET UNIFORM PENSIOENOVERZICHT.

BEWAAR UW PENSIOENOVERZICHT ZORGVULDIG. LEES OOK DE TOELICHTING. DEZE IS ONDERDEEL VAN HET UNIFORM PENSIOENOVERZICHT. Stand per 31 december 2008 Uw pensioenregeling bij Bijvoorbeeld N.V. Uitkeringsovereenkomst Voorbeeldwerkgever B.V. Kenmerk: 987456 U krijgt elk jaar een pensioenoverzicht omdat u deelneemt in een pensioenregeling

Nadere informatie

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Wat krijgt u in uw pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever McCain Foods Holland B.V. pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in uw pensioenregeling.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw Pluspensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Pensioenfonds Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Toelichting bij uw Uniform Pensioenoverzicht 2018

Toelichting bij uw Uniform Pensioenoverzicht 2018 Toelichting bij uw Uniform Pensioenoverzicht 2018 Geachte heer/ mevrouw, Via uw werkgever neemt u deel aan de pensioenregeling van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen (Bpf

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw,

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw, Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw, Welkom bij Pensioenfonds Hoogovens! U bouwt kapitaal op in onze nettopensioenregeling. Dit doet u via uw werkgever naast uw deelname aan de collectieve

Nadere informatie

Veelgestelde vragen en antwoorden

Veelgestelde vragen en antwoorden Veelgestelde vragen en antwoorden Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw

Nadere informatie

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen Bij een eindloonregeling bouwt u veel meer pensioen op als u gedurende uw werkzame leven behoorlijk carrière maakt (lees salarisstijgingen ontvangt). Want u ontvangt het pensioen over uw laatste en dus

Nadere informatie

UNIFORM PENSIOENOVERZICHT 2011 Delta Lloyd Levensverzekering NV DATUM PERSOONLIJK PENSIOEN PLAN september 2011

UNIFORM PENSIOENOVERZICHT 2011 Delta Lloyd Levensverzekering NV DATUM PERSOONLIJK PENSIOEN PLAN september 2011 UNIFORM PENSIOENOVERZICHT 2011 Delta Lloyd Levensverzekering NV DATUM PERSOONLIJK PENSIOEN PLAN september 2011 ONZE REFERENTIE: UPO0000035929 Stand per 01.01.2011 Productnaam PERSOONLIJK PENSIOEN PLAN

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Ouderdomspensioen Rekenvoorbeeld 1 10 Algemeen Pensioenfonds KLM KLM Health Services Pensioen Laag 2 april 2016

Ouderdomspensioen Rekenvoorbeeld 1 10 Algemeen Pensioenfonds KLM KLM Health Services Pensioen Laag 2 april 2016 Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. In de eerste laag leest u in het kort de belangrijkste informatie over uw pensioenregeling. In deze laag 2 vindt u meer informatie over alle onderwerpen in laag 1. In

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen Algemeen 1 Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiële situatie (en de situatie voor uw eventuele nabestaanden) bij pensionering,

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Aardappelen

Uw pensioen in de Groothandel in Aardappelen STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Uw pensioen in de Groothandel in Aardappelen Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische

Nadere informatie

Werkt u in deeltijd of gaat u in deeltijd werken, dan bouwt u vanaf dat moment naar rato pensioen op.

Werkt u in deeltijd of gaat u in deeltijd werken, dan bouwt u vanaf dat moment naar rato pensioen op. 7 juni 2016 Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen U bouwt ouderdomspensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Cargill. Standaard krijgt u dit ouderdomspensioen vanaf uw 67e

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

StichtingPensioenfondsNIBC

StichtingPensioenfondsNIBC StichtingPensioenfondsNIBC Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen.

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

PER 1 JANUARI 2015 IS UW PENSIOEN VERANDERD WAT BETEKENT DIT PRECIES VOOR U?

PER 1 JANUARI 2015 IS UW PENSIOEN VERANDERD WAT BETEKENT DIT PRECIES VOOR U? PENSIOEN Wijzigingen per 1 januari 2015 Opbouwpercentage blijft gelijk Risico partnerpensioen voor de pensioendatum is verlaagd Pensioenleeftijd is verhoogd Opgebouwde pensioenaanspraken worden omgezet

Nadere informatie

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Wat krijgt u in uw pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever AZL N.V. pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in uw pensioenregeling. Pensioen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer aan deze pensioenregeling; - U bent arbeidsongeschikt. Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Wat krijgt u in uw pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever Stichting Autoriteit Financiële Markten pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in

Nadere informatie

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijg je in onze pensioenregeling? Pensioen 1-2-3 Hoe is je pensioen geregeld? Beschikbare premieregeling In dit Pensioen 1-2-3 lees je wat je wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie

Nadere informatie

Stand per datum einde deelneming 01-01-2012 GarantiePlusPensioen

Stand per datum einde deelneming 01-01-2012 GarantiePlusPensioen Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming 2012 Stand per datum einde deelneming 01-01-2012 Product GarantiePlusPensioen Pensioenuitvoerder Onderlinge 's-gravenhage Soort overeenkomst premieovereenkomst

Nadere informatie

Afscheid van uw oude baan. Uw pensioen bij uitdiensttreding

Afscheid van uw oude baan. Uw pensioen bij uitdiensttreding Afscheid van uw oude baan Uw pensioen bij uitdiensttreding Uit dienst Verandert u van baan? Begint u voor uzelf? Of bent u werkloos geworden? In al deze gevallen verandert uw leven. U moet veel regelen.

Nadere informatie

Lees hier meer over de afschaffing van de AOW Partnertoeslag

Lees hier meer over de afschaffing van de AOW Partnertoeslag Aanvullend pensioen Pensioen is in de meeste gevallen opgebouwd uit drie pijlers: pensioen vanuit de overheid (AOW), pensioen opgebouwd via een of meerdere werkgevers en het pensioen dat je zelf hebt opgebouwd.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en

Nadere informatie

Einde dienstverband en uw pensioen

Einde dienstverband en uw pensioen Einde dienstverband en uw pensioen INHOUD PAGINA 1. Inleiding 2 2. Het op de ontslagdatum opgebouwde pensioen 3 3. Het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum 3 4. Het wezenpensioen 3

Nadere informatie

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling Veelgestelde vragen nettopensioenregeling Vragen en antwoorden over pensioenopbouw en verzekeren nabestaandenpensioen over uw pensioengevend salaris boven 100.000 Pagina 1 van 7 Vragen en antwoorden Wat

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Uw pensioen in de Groothandel in Eieren STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de

Nadere informatie

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan. Waardeoverdracht bij indiensttreding Meer weten? www.kpnpensioen.nl Wat is waardeoverdracht? 4 Zoek en vind 11 Een nieuwe baan 3 Is waardeoverdracht verstandig? Goed om te weten 6 Zo vraagt u aan 10 9

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer Wat u moet weten over uw pensioen Op dit pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering.

Nadere informatie

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl Update! bpfhibin.nl stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen December 2014 Kunt u uw werknemers uitleggen wat er per 1 januari 2015 is veranderd aan hun pensioen? WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering. Hierop staan ook de bedragen

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2 Vervallen dekking partnerpensioen... 4 1.3 Recht

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Welkom bij de Nationale APF. U bouwt via uw werkgever Stichting Autoriteit Financiële Markten pensioen bij ons op. In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in

Nadere informatie

Burgerservicenummer (BSN) Dit is het nummer waaronder u geregistreerd staat bij de gemeente waar u bent ingeschreven.

Burgerservicenummer (BSN) Dit is het nummer waaronder u geregistreerd staat bij de gemeente waar u bent ingeschreven. Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling

Nadere informatie

Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in de Pensioenregeling NN. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl,

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2016 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2016 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2016 Uitkeringsovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland De heer U. Pensioenoverzicht Januarilaan 1 2010 XX SCHIPHOL-RIJK Tupolevlaan 1 1119 NW Schiphol-Rijk Postbus 22610 1100 DC Amsterdam-Z.O. Tel 020-526 26 26 Fax

Nadere informatie

Veelgestelde vragen. Algemeen

Veelgestelde vragen. Algemeen Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw eventuele nabestaanden) bij pensionering,

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? Basispakket In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u

Nadere informatie

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling Yvonne Bloem Administrateur Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland Westeinde 62 Postbus 2 1600 AA Enkhuizen Tel. 0228-366 435 Fax. 0228-366 445 yvonne.bloem@syngenta.com Betreft: Startbrief in verband

Nadere informatie

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 leest u wat u wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden Pensioen voor uw gezin Wat er is geregeld voor uw nabestaanden Pensioen voor uw gezin 3 Inhoud U bent deelnemer in de pensioenregeling van Pensioenfonds Hoogovens. Als u overlijdt, laat u misschien een

Nadere informatie

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijg je in onze pensioenregeling? Pensioen 1-2-3 Hoe is je pensioen geregeld? In dit Pensioen 1-2-3 lees je wat je wel en niet krijgt in onze pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over je pensioen. Die vind

Nadere informatie