Effect van groenbemesters als bodembedekker op slakken, 2004 & 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effect van groenbemesters als bodembedekker op slakken, 2004 & 2005"

Transcriptie

1 Effect van groenbemesters als bodembedekker op slakken, 2004 & 2005 Invloed van de teelt van groenbemesters op de slakkenpopulatie, getoetst in bakken- en veldproeven en toetsen van zaadcoating van groenbemesters met mollusciciden ter bescherming tegen slakken Hilfred Huiting, Albert Ester, Cpar Crombach & Roelof Gruppen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO nr Augustus 2006

2 2006 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. Dit projectrapport geeft het resultaat weer van onderzoek dat door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV is gedaan in opdracht van: Hoofdproductschap Akkerbouw Postbus LS Den Haag Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV, sector AGV Sector AGV Adres : Edelhertweg 1, Lelystad Postbus 430, 8200 AK Lelystad Tel. : Fax : info.ppo@wur.nl Internet :

3 Inhoudsopgave pagina SAMENVATTING INLEIDING VELDPROEF 1 WR Objectomschrijving Proefveldgegevens Waarnemingen Opkomst groenbemesters Opkomst volgvrucht suikerbieten Verloop van het onderzoek Statistiek Resultaten Opkomst groenbemesters Opkomst volgvrucht suikerbieten Conclusies en discussie Opkomst groenbemesters Opkomst suikerbieten VELDPROEF 2 WR Objectomschrijving Proefveldgegevens Waarnemingen Groenbemesters Volgvrucht suikerbieten Verloop van het onderzoek Statistiek Resultaten Groenbemesters Volgvrucht suikerbieten Discussie en conclusies BAKKENPROEF 1 AGV Objectomschrijving Proefgegevens Waarnemingen Gevoeligheid groenbemesters voor slakkenvraat Schuileigenschappen groenbemesters voor slakken Statistiek Resultaten Gevoeligheid groenbemesters voor slakkenvraat Schuileigenschappen groenbemesters voor slakken Discussie en conclusies Gevoeligheid groenbemesters voor slakkenvraat Schuileigenschappen groenbemesters voor slakken... 22

4 5 BAKKENPROEF 2 AGV Objectomschrijving Proefgegevens Waarnemingen Statistiek Resultaten Conclusies en discussie BIJLAGE 1 WEERGEGEVENS BIJLAGE 2 EFFECT GETOETSTE GEWASSEN OP AALTJESPOPULATIE... 35

5 Samenvatting Slakken kunnen in diverse gewsen schade veroorzaken. Het schadebeeld varieert van kwantitatieve tot kwalitatieve schade. Over het algemeen beperkt de zwaarste aantting zich tot de zwaardere gronden. In bouwplannen, waarin de bodem lang bedekt blijft, vinden slakken een uitstekende habitat, om zich schuil te houden en zich te vermeerderen. Een voorbeeld hiervan is het lössgebied in Zuid-Limburg, waar de grond 's winters verplicht bedekt moet blijven, om erosie te beperken. Teelt van suikerbieten na een groenbemester leidt geregeld tot zware aantting door slakken. Doel van dit onderzoek is het vinden van een methode om de vermeerdering van slakken gedurende de winter zoveel mogelijk tegen te gaan. Er is gezocht naar groenbemesters die een ongunstige invloed op de slakkenpopulatie hebben, doordat ze ofwel een voor slakken ongunstige planthabitus hebben, of doordat ze voor slakken ongunstige stoffen afscheiden. Ook is gekeken naar mogelijkheden van zaadcoating van het groenbemesterzaad, als aanvulling. De zomer van 2003, voorafgaand aan de eerste veldproef w droog en warm. Samen met het late zaaitijdstip op 22 september, vroege nachtvorst en een vrij koude winter zorgde dit voor weinig slakken in de proef 2003/2004 en weinig gewmsa van de groenbemesters. Het resultaat w dat in de volgteelt suikerbieten weinig verschillen werden gevonden. Alleen bieten na rogge gaf een uitschieter naar beneden, maar dit is verklaard door het onvoldoende afsterven van de rogge, waardoor het bietenzaad onvoldoende vocht kreeg om tot normale planten te kunnen ontwikkelen. De omstandigheden bij zaai van de in opzet vrijwel ongewijzigde proef in 2004/2005 waren normaal. Er werd gezaaid op 30 augustus. De normale (gunstige) groeiomstandigheden zorgden voor een normale ontwikkeling van de (geschikte) gewsen. Wikke en facelia kwamen naar voren als gewsen met potentie als groenbemester die slakken weinig kans geeft. Beide gewsen gaven een vrij dicht gew hoog percentage grondbedekking maar zijn vorstgevoelig en zakten gedurende de winter terug naar ca. 25% grondbedekking. Beide gewsen gaven een normaal opkomstpercentage in de volgteelt suikerbieten. De overige gewsen waren minder geschikt als groenbemester, om uiteenlopende redenen. Zo gaf bladrammen een fors gew gewhoogte 71 cm en sterft het slechts langzaam af. Soedangr is ongeschikt om als nateelt in te zetten; het gew kwam wel op, maar kwijnde meteen erna weg. Beide koolzaadrsen (0 en 00) zijn kouderesistent. Doodspuiten met 2,5 l/ha glyfosaat bleek onvoldoende onder de gegeven omstandigheden, wat leidde tot een negatieve invloed op het resultaat van beide gewsen. Verschil tussen enkelnul en dubbelnul koolzaad werd niet gevonden. In een bakkenproef werd zowel het effect van slakken op kieming, opkomst en aantting van groenbemesters als het effect van de groenbemesters op de slakkenpopulatie bekeken. Dit laatste werd, gelijk aan de veldproeven, gedaan door opkomst en aantting van suikerbieten te bepalen. De meeste van de getoetste groenbemesters zijn in meer of mindere mate gevoelig voor aantting door slakken. De gele lupine gaf hierbij een beter resultaat dan blauwe lupine, terwijl het enkelnul koolzaad een beter resultaat liet zien dan het dubbelnul koolzaad. Wel w bij gele lupine en enkelnul koolzaad het percentage aangette planten hoog; de aantting w niet zodanig dat het gew er lt van had. Er waren flinke verschillen tussen de getoetste groenbemesters in de schuileigenschappen. Enerzijds de gewsen die een flinke msa vormen in het najaar en (deels) winterhard zijn; Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

6 bladrammen, enkel- en dubbelnul koolzaad, bladkool en winterrogge. Anderzijds zijn er de gewsen die vrij open blijven en afvriezen gedurende de winter; blauwe en gele lupine, boekweit, wikke en soedangr. Deze gewsen hebben een voor de suikerbietenteler gunstig effect. Vragen kunnen hier echter gesteld worden over de goede bemestende en bodembedekkende eigenschappen. Er werd een bakkenproef met een vergelijk van behandeld zaaizaad met onbehandeld zaad uitgevoerd. Van de gewsen bladrammen, gele mosterd en facelia werd het zaad behandeld met 20, 40 en 80 ml molluscicide. Uit de proef kwam geen beschermingseffect van zaadbehandeling naar voren. Bij geen van de waarnemingen werd een beschermingseffect waargenomen. Dit gold voor alledrie gewsen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 6

7 1 Inleiding Slakken kunnen in diverse gewsen schade veroorzaken, zowel in akkerbouw- als tuinbouwgewsen. Het schadebeeld varieert per gew, van kwantitatieve schade, zoals het veroorzaken van wegval van tarwe en suikerbieten, tot kwalitatieve schade, zoals het aanvreten van spruitjes aan de spruitkoolplant. Over het algemeen beperkt de zwaarste aantting zich tot de zwaardere gronden. In het geval van kwalitatieve schade kunnen lage aantallen slakken deze echter al veroorzaken, zodat ook op lichtere grond schade kan optreden. Daarnat vinden slakken in bouwplannen, waarin de bodem lang bedekt blijft, een uitstekende habitat en ze kunnen zich daar flink vermeerderen. Een voorbeeld hiervan is het lössgebied in Zuid-Limburg, waar de grond 's winters verplicht bedekt moet blijven, om erosie te beperken. Suikerbieten worden hier bijvoorbeeld direct in de door vorst of toepsing van herbiciden afgestorven groenbemester gezaaid, wat geregeld leidt tot zware aantting door slakken. Daarnat is lössgrond goed vochthoudend, wat opbouw en instandhouding van slakkenpopulaties bevordert. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

8 2 Veldproef 1 WR Objectomschrijving In tabel 1 zijn de gebruikte gewsen en rsen weergegeven. Het zaad van alle gewsen w onbehandeld, dus (ook) zonder fungiciden. De zaaizaadhoeveelheden waren conform toepsing in de praktijk. Gewsen met cursief afgedrukte Nederlandse namen zijn winterhard. Tabel 1. Gebruikte gewsen en rsen, 2003/2004. Objec t Gew Latijnse naam R Zaaizaadhoeveelheid (kg/ha) A Wikke Vicia sativa Hifa 210 B Facelia Phacelia tanacetifolia Amerigo 9 C Bladrammen Raphanus sativus Commodore 16 D Soedangr Sorghum sudanense Piper 35 E Winterrogge Secale cereale Nikita 130 F Koolzaad Brsica napus Jet neuf (0) 8 G Koolzaad Brsica napus Express (00) 8 In bijlage 2 zijn de effecten van de teelt van deze groenbemesters op aaltjes weergegeven, voor zover deze bekend zijn. 2.2 Proefveldgegevens Proefplaats : Wijnandsrade Grondsoort : Löss Voorvrucht : Wintertarwe Type proef : Gewarde blokkenproef Groenbemesters Zaaidatum : 22 september 2003 Zaaimethode : Rijenzaai, rijenafstand 14,3 cm Datum doodspuiten : 15 maart Suikerbieten Zaaidatum : 2 april 2004 R : Tobago. Rijenafstand : 50 cm Zaaiafstand : 18 cm Zaaidiepte : 2 cm De neerslag (mm) en de minimum- en maximumtemperatuur per etmaal over de proefperiode zijn weergegeven in bijlage Waarnemingen Opkomst groenbemesters Op 13 oktober 2003 werd het aantal aanwezige planten geteld Opkomst volgvrucht suikerbieten Op 21 april, 17 mei en 8 juni 2004 werd het aantal aanwezige bietenplanten geteld. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 8

9 2.4 Verloop van het onderzoek 22 : Zaaidatum; door droge zomer zeer droge omstandigheden bij zaai september 15 maart : Hele proef doodgespoten. 2 april : Zaaidatum suikerbieten. Zaaivoor sloot moeilijk, vooral in de roggeveldjes. 2.5 Statistiek De plantentellingen zijn statistisch geanalyseerd met behulp van F-toetsen (α = 0,05) en met paarsgewijze Student-toetsen met de procedure PPAIR. Hierbij zijn de behandelingen met letters verdeeld in homogene groepen (significant bij P < 0,05). 2.6 Resultaten Opkomst groenbemesters In de veldjes met soedangr stonden op 13 oktober slechts 62 planten per m²; dit w betrouwbaar lager dan het aantal aanwezige planten van de andere gewsen (tabel 2). Tabel 2. Aantal aanwezige planten per m², 13 oktober Objec Gew Aantal Aantal planten per m² t zaden/m² A Wikke d. B Facelia e C Bladrammen b... D Soedangr a.... E Winterrogge b c.. F Koolzaad (0) c d. G Koolzaad (00) c.. Gemiddeld 131 LSD (α = 0,05) 23 F-prob. < 0, Opkomst volgvrucht suikerbieten Na een teelt van winterrogge werden betrouwbaar minder suikerbietenplanten geteld dan na de overige gewsen, op 21 april, 17 mei en 8 juni 2004 (tabel 3). De gewsen wikke, facelia, bladrammen en soedangr resulteerden onderling niet in verschillen in opkomst. Ook werd geen verschil in aantal planten per m² gevonden tussen het enkelnul en het dubbelnul koolzaad. Tabel 3. Aantal aanwezige suikerbietenplanten per m² op drie datums, Objec Voorvrucht 21 april 17 mei 8 juni t A Wikke 5,4... d 8,0. bc d 8,1. b c B Facelia 4,8.. c d 8,1.. c d 8,2. b c C Bladrammen 5,6... d 8,2.. c d 8,4.. c D Soedangr 5,2... d 8,3... d 8,3.. c E Winterrogge 1,6 a... 4,2 a... 4,3 a.. F Koolzaad (0) 3,8. b.. 7,3. b.. 7,5. b. G Koolzaad (00) 4,3. b c. 7,5. bc. 7,6. b c Gemiddeld 4,4 7,4 7,5 LSD (α = 0,05) 0,8 0,7 0,8 F-prob. < 0,001 < 0,001 < 0,001 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

10 2.7 Conclusies en discussie Opkomst groenbemesters De zomer voorafgaand aan het inzetten van de proef w warm en erg droog. De effecten hiervan vooral droge grond en daardoor weinig slakken waren bij het zaaien van de groenbemesters nog goed merkbaar. Het aantal opgekomen planten verschilde flink per gew. Hier spelen geweigenschappen een rol, zoals kiemkracht en koudegevoeligheid. Opvallend is de lage opkomst van de rogge, terwijl dit gew als vrij taai bekend staat; het groeit ook op armere gronden relatief goed. De lage opkomst van soedangr is te verklaren doordat het gew warmteminnend is en waarvan de rsen die op de markt zijn weinig aan de Nederlandse omstandigheden zijn aangept Opkomst suikerbieten De opkomst van de suikerbieten w gemiddeld normaal. De opkomst van de suikerbieten na rogge w significant lager dan die na de andere gewsen, op alledrie de beoordelingsdatums (tabel 3). De gewsen waar de opkomst onder de 8 planten per m² lag, waren rogge en beide koolzaadrsen; dit zijn alle winterharde gewsen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10

11 3 Veldproef 2 WR Objectomschrijving In tabel 5 zijn de gebruikte gewsen en rsen weergegeven. Tabel 4. Gebruikte gewsen en rsen, 2004/2005. Objec t Gew Latijnse naam R Zaaizaadhoeveelheid (kg/ha) A Wikke Vicia sativa Hifa 210 B Facelia Phacelia tanacetifolia Amerigo 9 C Bladrammen Raphanus sativus Commodore 16 D Soedangr Sorghum sudanense Piper 35 E Winterrogge Secale cereale Nikita 130 F Koolzaad Brsica napus Jet neuf (0) 8 G Koolzaad Brsica napus Express (00) 8 In bijlage 2 zijn de effecten van de teelt van deze groenbemesters op aaltjes weergegeven, voor zover deze bekend zijn. 3.2 Proefveldgegevens Proefplaats : Wijnandsrade Grondsoort : Löss Voorvrucht : Wintertarwe Type proef : Gewarde blokkenproef Groenbemesters Zaaidatum : 30 augustus 2004 Zaaimethode : Rijenzaai, rijenafstand 14,3 cm Datum doodspuiten : 18 maart Suikerbieten Zaaidatum : 13 april Per veldje werd een strook van 3 m. breed gemulcht met een hakenfrees en de overige 6 m. niet. R : Heracles. Rijenafstand : 50 cm Zaaiafstand : 16 cm Zaaidiepte : 2 cm De neerslag (mm) en de minimum- en maximumtemperatuur per etmaal over de proefperiode zijn weergegeven in bijlage Waarnemingen Groenbemesters Op 10 september 2004 werd het aantal aanwezige planten geteld Op 9 november 2004 werden de gewhoogte en het percentage grondbedekking geschat. Op 16 maart 2005, na de winter, werd nogmaals het percentage grondbedekking geschat. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 11

12 Figuur 1. Het 'gew' soedangr temidden van tarwe-opslag, 9 november Volgvrucht suikerbieten Op 4 en 24 mei en 14 juni 2005 werd het aantal aanwezige suikerbietenplanten geteld, het onbewerkte deel en het bewerkte deel apart. Op 17 juni 2005 werd per veldje een standcijfer gegeven volgens onderstaande indeling: 2 : vrijwel geen planten; opnieuw zaaien 3 : erg weinig planten, die daarbij verschillen in ontwikkelingsstadium 4 : grote open plekken, ca. 50% opbrengstderving 5 : onregelmatig gew, enkele open plekken, flinke opbrengstderving 6 : enige onregelmatigheid, iets achterblijvende ontwikkeling, max 10% opbrengstderving 7 : vrijwel normale opbrengst, enige onregelmatigheid 8 : normale opbrengst, egaal, heterogeen gew 3.4 Verloop van het onderzoek 30 augustus/ : Zaaidatum; zaaien ging net, na veel regen in augustus. 2 september 29 december : Alle gewsen, behalve soedangr, vrijwel 100% grondbedekking. Soedangr vrijwel afwezig. Tarwe-opslag in deze veldjes, met 30 à 90% grondbedekking. In niet-winterharde gewsen (wikke, facelia, bladrammen) veel vorstschade te zien. 16 maart : Koolzaad vertoont dode plekken als gevolg van sneeuw op het gew. 18 maart : Hele proef doodgespoten. 13 april : Zaaidatum suikerbieten. 4 mei : Eerste opkomsttelling suikerbieten. Koolzaadgewsen waren niet goed dood. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 12

13 Figuur 2, links. Slecht afgestorven koolzaad, na opkomst van de suikerbieten, 2 juni Figuur 3, rechts. Veldje met koolzaad, na handmatig verwijderen ervan; slechte stand suikerbieten, 17 juni Statistiek De plantentellingen zijn statistisch geanalyseerd met behulp van F-toetsen (α = 0,05) en met paarsgewijze Student-toetsen met de procedure PPAIR. Hierbij zijn de behandelingen met letters verdeeld in homogene groepen (significant bij P < 0,05). 3.6 Resultaten Groenbemesters In de veldjes met koolzaad, zowel enkelnul als dubbelnul, waren op 10 september ruim 260 planten per m² opgekomen; deze aantallen waren betrouwbaar hoger dan de opkomst van de andere gewsen (tabel 5). Tabel 5. Aantal opgekomen planten per m², 10 september Objec Gew Aantal planten per m² t A Wikke 113 a. B Facelia 134 a. C Bladrammen 93 a. D Soedangr 119 a. E Winterrogge * F Koolzaad (0) 261. b G Koolzaad (00) 265. b Gemiddeld 164 LSD (α = 0,05) 45 F-prob. < 0,001 * = nog geen planten opgekomen; niet geteld Facelia en bladrammen vormden, met 66 en 71 cm geschatte gewhoogte, de twee hoogst opgroeiende gewsen op 9 november (tabel 6). Deze twee gewsen resulteerden ieder in meer dan 95% grondbedekking. Zowel het enkelnul als het dubbelnul koolzaad resulteerden in evenveel grondbedekking. Soedangr, met 4 cm geschatte gewhoogte, w het kleinst; significant lager dan de overige gewsen. Dit gew gaf ook slechts 1% grondbedekking, op 9 november. Op 16 maart resulteerden winterrogge en beide koolzaadsoorten nog steeds in rond 90% grondbedekking, terwijl wikke, facelia en bladrammen rond 20% grondbedekking schommelden. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 13

14 Tabel 6. Gewhoogte (cm) op 9 november 2004 en percentage grondbedekking op 9 november 2004 en 16 maart Objec t Gew Gewhoogte Percentage grondbedekking 9 november 16 maart A Wikke 26. b c. 84. b. 27 a. B Facelia d 96.. c 24 a.. C Bladrammen d 96.. c 16 a.. D Soedangr * 4 a... 1 a b. E Winterrogge 18. b b c F Koolzaad (0) 35.. c c 89. b c G Koolzaad (00) 31.. c c 89. b c Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob. < 0,001 < 0,001 < 0,001 * = grondbedekking op 16 maart inclusief grondbedekking van tarwe-opslag Volgvrucht suikerbieten Zonder voorafgaande grondbewerking resulteerden de teelten van bladrammen, soedangr en winterrogge op 4 mei in betrouwbaar minder opgekomen suikerbietenplanten dan de overige gewsen (tabel 7). Facelia als groenbemester gaf ook meer planten per m² dan koolzaad. Ook na lichte grondbewerking resulteerden bladrammen, soedangr en winterrogge in de laagste aantallen suikerbieten per m², betrouwbaar lager dan het enkelnul en het dubbelnul koolzaad als voorvrucht. Winterrogge resulteerde ook in een lager aantal bietenplanten dan wikke, facelia en bladrammen. Tabel 7. Aantal suikerbietenplanten per m², vergelijk directzaai en zaai na lichte grondbewerking, op 4 mei Objec Gew Directzaai Bewerkt t A Wikke 9,2. b 9,5. b c. B Facelia 9,8. b 10,0.. c d C Bladrammen 4,9 a. 9,0 a b c. D Soedangr 5,1 a. 8,1 a b.. E Winterrogge 4,5 a. 7,3 a... F Koolzaad (0) 8,4. b 11,4... d G Koolzaad (00) 8,0. b 11,6... d Gemiddeld 7,1 9,6 LSD (α = 0,05) 2,1 1,8 F-prob. < 0,001 < 0,001 Op 24 mei resulteerden wikke en facelia bij directzaai in meer suikerbietenplanten per m² dan de overige gewsen (tabel 8). Het enkelnul koolzaad gaf meer aanwezige suikerbietenplanten per m² dan het dubbelnul koolzaad. Bladrammen en winterrogge gaven minder aanwezige bieten dan de koolzaadgewsen als voorvrucht. Na lichte grondbewerking resulteerden het enkelnul en het dubbelnul koolzaad als voorvrucht in de hoogste aantal suikerbietenplanten per m². Onderling verschilden enkelnul en dubbelnul koolzaad niet in opkomst. Wikke, bladrammen, soedangr en winterrogge gaven betrouwbaar minder suikerbietenplanten per m² dan enkelnul en dubbelnul koolzaad. Teelt van bladrammen en enkelnul en dubbelnul koolzaad gaven na een lichte grondbewerking voor zaai van de suikerbieten flink meer planten per m² dan bij directzaai. Tabel 8. Aantal suikerbietenplanten per m², vergelijk directzaai en zaai na lichte grondbewerking, op 24 mei Objec Gew Directzaai Bewerkt t A Wikke 8,4... d 6,8. b c. B Facelia 8,9... d 7,6.. c d C Bladrammen 2,3 a... 5,2 a b.. D Soedangr * 4,3 a b c. 5,2 a b.. E Winterrogge 3,5 a b.. 4,8 a... F Koolzaad (0) 6,5.. c d 9,0... d G Koolzaad (00) 5,1. b c. 8,5.. c d Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 14

15 Gemiddeld 5,6 6,7 LSD (α = 0,05) 2,6 1,8 F-prob. < 0,001 < 0,001 Ook op 14 juni resulteerden teelten van wikke en facelia bij directzaai in betrouwbaar meer suikerbietenplanten per m² dan de overige groenbemesters (tabel 9). Bladrammen gaf significant minder bietenplanten per m² dan alle andere gewsen, behalve winterrogge. Het koolzaad, zowel enkelnul als dubbelnul, wikke en facelia gaven hogere aantallen opgekomen bietenplanten na lichte grondbewerking dan bladrammen, soedangr en winterrogge. Alleen bij bladrammen en koolzaad gaf het uitvoeren van een lichte grondbewerking een aanzienlijk hoger aantal suikerbietenplanten per m² ten opzichte van directzaai. Tabel 9. Aantal suikerbietenplanten per m², vergelijk directzaai en zaai na lichte grondbewerking, op 14 juni Objec Gew Directzaai Bewerkt t A Wikke 9,1.. c 7,3. b. B Facelia 9,3.. c 8,0. b c C Bladrammen 2,7 a.. 5,5 a.. D Soedangr * 4,6 a b. 5,5 a.. E Winterrogge 3,8 a b. 5,2 a.. F Koolzaad (0) 6,4. b. 9,3.. c G Koolzaad (00) 5,1 a b. 8,7. b c Gemiddeld 5,9 7,1 LSD (α = 0,05) 2,7 1,7 F-prob. < 0,001 < 0,001 Na het telen van de groenbemesters wikke en facelia werd de stand van het gew suikerbieten significant hoger gewaardeerd dan na teelt van de overige gewsen (tabel 11). Na wikke en facelia werd de opbrengst als vrijwel normaal tot normaal ingeschat, terwijl bij de overige gewsen minimaal een flinke opbrengstderving werd verwacht. Tabel 10. Stand van het gew op 17 juni Objec Gew Stand van het gew t A Wikke 7,5. b B Facelia 7,9. b C Bladrammen 3,9 a. D Soedangr 5,0 a. E Winterrogge 4,1 a. F Koolzaad (0) 5,0 a. G Koolzaad (00) 4,8 a. Gemiddeld 5,5 LSD (α = 0,05) 1,8 F-prob. < 0, Discussie en conclusies De omstandigheden rondom inzetten van de proef waren gemiddeld te noemen. Geen droogte van betekenis (zoals in 2003) en regelmatig een bui regen. De normale groeiomstandigheden zorgden er wel voor, dat de gewsen zich normaal konden ontwikkelen. Wikke heeft potentie als groenbemester die slakken weinig kans geeft. Het gew gaf een vrij dicht en kort gew (tabel 6). Op 16 maart w de grondbedekking nog 27%. Wikke vermeerdert enkele plantparitaire aaltjessoorten, maar is zelf voor zover bekend niet gevoelig; zie hiervoor bijlage 2. De waarde van facelia als 'slakkenonvriendelijke' groenbemester is vergelijkbaar met die van wikke. In vergelijking met wikke werd het gew in het najaar hoger en ook het grondbedekkingspercentage w hoger dan dat van wikke. Overigens verschilden bij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 15

16 beide gewsen de resultaten van directzaai en mulchzaai zaaien na licht inwerken van de gewresten vrijwel niet. Facelia vermeerdert enkele plantparitaire aaltjessoorten, maar is zelf voor zover bekend niet gevoelig; zie bijlage 2. Bladrammen is geen 'slakkenonvriendelijke' groenbemester. Het gew groeit in het najaar hoog op en geeft een hoog percentage grondbedekking. Hoewel het gew vorstgevoelig is w toch de opkomst van de suikerbieten laag. Dit kwam op 4 mei gelijk tot uitdrukking in het deel directzaai, terwijl het deel mulchzaai nog een goede opkomst liet zien (tabel 7 en 8). Op 24 mei w de opkomst ten opzichte van 4 mei in beide delen van de veldjes gehalveerd; naderhand trad hierin geen verandering meer op. Soedangr is niet geschikt als groenbemester na een tarweteelt. Winterrogge vormt een vrij dicht gew met een hoog grondbedekkingspercentage en is daarom niet geschikt als 'slakkenonvriendelijke' groenbemester. Het gew gaf bij de eerste waarneming, op 4 mei, de laagste aantallen aanwezige suikerbietenplanten, zowel in het deel directzaai als in het deel mulchzaai. Zowel het enkelnul als het dubbelnul koolzaad lees bladkool als groenbemester heeft potentie als 'slakkenonvriendelijke' groenbemester. Koolzaad is winterhard en geeft gedurende de winterperiode een niet zo hoog, maar wel dicht gew, met in maart nog bijna 90% grondbedekking. Goed zichtbaar waren de verschillen tussen het deel directzaai en het deel mulchzaai. Het deel directzaai geeft onvoldoende resultaat, terwijl het deel mulchzaai aan de goede kant van de streep lijkt uit te komen. Overigens is het verschil tussen enkelnul en dubbelnul koolzaad minimaal. Ook w de opkomst van de suikerbieten wat lager dan bij enkelnul koolzaad, maar tussen beide gewsen werden geen significante verschillen gevonden. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 16

17 4 Bakkenproef 1 AGV4362 Doel van deze proef is het vtstellen van het effect van de getoetste groenbemestinggewsen op een bekende slakkenpopulatie. De proef viel uiteen in twee delen. Eerst werden de groenbemestinggewsen vergeleken op hun gevoeligheid voor aantting door slakken rondom opkomst. Vervolgens werden de bakken zonder slakken gebruikt voor het tweede deel van de proef. Hierin werden de gewsen vergeleken op hun eigenschappen als habitat voor de slakken. Dit werd vtgesteld door de aantting in een volgvrucht suikerbieten te bepalen. 4.1 Objectomschrijving In tabel 11 zijn de gebruikte gewsen en rsen weergegeven. Gewsen met cursief afgedrukte Nederlandse namen zijn winterhard. Tabel 11. Gebruikte gewsen, rsen en zaaizaadhoeveelheden, 2004/2005. Obj. Gew Latijnse naam R Slak Zaadhoeveelheid kg/ha g/m² A Bladrammen Raphanus sativus Commodore ,6 B Bladrammen Raphanus sativus Commodore ,6 C Blauwe lupine Lupinus angustifolius Sonnet D Blauwe lupine Lupinus angustifolius Sonnet E Gele lupine Lupinus luteus Juno F Gele lupine Lupinus luteus Juno G Koolzaad Brsica napus Jet neuf (0) + 6-9/8-12 0,8 H Koolzaad Brsica napus Jet neuf (0) 6-9/8-12 0,8 I Koolzaad Brsica napus Express (00) + 6-9/8-12 0,8 J Koolzaad Brsica napus Express (00) 6-9/8-12 0,8 K Bladkool Brsica napus Stego L Bladkool Brsica napus Stego M Boekweit Fagopyrum esculentum (niet bekend) + ± 10 kg 1 N Boekweit Fagopyrum esculentum (niet bekend) ± 10 kg 1 O Wikke Vicia sativa Hifa P Wikke Vicia sativa Hifa Q Winterrogge Secale cereale Nikita R Winterrogge Secale cereale Nikita S Soedangr Sorghum Piper ,5 T Soedangr Sorghum Piper 35 3,5 4.2 Proefgegevens Proeflocatie : PPO-agv Lelystad Grondsoort : Klei Grondbewerking : Ploegen en bewerken met triltandcultivator. Rijenafstand : 12,5 cm Type proef : Gewarde blokkenproef Groenbemesters Zaaimethode : Øyord 2 m. Zaaidatum : 6 september 2004 Zaaidiepte : ± 2 cm Datum doodspuiten : 5 april Suikerbieten Zaaidatums : 25 april en 26 mei R : Antacia Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 17

18 Rijenafstand : 50 cm Zaaiafstand : 20 cm De neerslag (mm) en de minimum- en maximumtemperatuur per etmaal over de proefperiode zijn weergegeven in bijlage Waarnemingen Gevoeligheid groenbemesters voor slakkenvraat Opkomst Op 17 september en 5 en 13 oktober werd het aantal aanwezige planten per bak geteld Aantting In de bakken waar slakken waren toegevoegd werd op 17 september en 5 en 13 oktober het aantal door slakken aangette planten geteld Schuileigenschappen groenbemesters voor slakken Grondbedekking groenbemesters Op 11 november 2004 en 3 januari en 22 februari 2005 werd per bak het percentage grondbedekking geschat Opkomst suikerbieten Op 3 en 10 mei werd het aantal opgekomen bietenplanten per bak geteld in het eerste zaaisel. In het tweede zaaisel gebeurde dit op 7 en 14 juni. Voorafgaand aan de eerste telling van de tweede zaai werden de plantjes van de eerste zaai verwijderd Aantting suikerbieten Het aantal aangette planten in het eerste zaaisel werd geteld op 10 mei, in het tweede zaaisel op 7 en 14 juni. 4.4 Statistiek De gegevens zijn statistisch geanalyseerd met behulp van F-toetsen (α = 0,05) en met paarsgewijze Student-toetsen met de procedure PPAIR. Hierbij zijn de behandelingen met letters verdeeld in homogene groepen (significant bij P < 0,05). 4.5 Resultaten Gevoeligheid groenbemesters voor slakkenvraat Het gew bladrammen is, samen met gele mosterd, de belangrijkste groenbemester als volgteelt na een cultuurgew. Daarom kan dit gew gezien worden als een referentie bij de bepalingen van aantting aan de groenbemester Opkomst Op 17 september, 11 dagen na zaai, werd alleen bij winterrogge een betrouwbaar lagere opkomst gevonden in bakken met slakken ten opzichte van bakken zonder slakken (tabel 12). Op 5 oktober gaven bij de gewsen blauwe lupine, dubbelnul koolzaad, bladkool, winterrogge en soedangr bakken met slakken betrouwbaar minder planten per m² dan Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 18

19 bakken zonder slakken. Op 13 oktober w het aantal aanwezige planten per m² in bakken met slakken significant lager dan dat in bakken zonder slakken bij de gewsen bladrammen, blauwe lupine, dubbelnul koolzaad, bladkool en winterrogge en soedangr. Tabel 12. Aantal aanwezige planten per m² op drie datums, Gew Slak 17 september 5 oktober 13 oktober Bladrammen d h i j h i.. Bladrammen 13.. c d j j. Blauwe lupine + 6 a b c d def g e f g.... Blauwe lupine 10 a b c d i j i j. Gele lupine + 7 a b c d cdef d e f g.... Gele lupine 8 a b c d ef g f g.... Koolzaad a b c d f g e f g.... Koolzaad 0 4 a b c f gh g h... Koolzaad a b c... 1 a a Koolzaad 00 6 a b c d f gh g h... Bladkool b c d cde a b c Bladkool 6 a b c d j j. Boekweit + 3 a b c... 4 ab a b Boekweit 2 a abc a b c Wikke + 6 a b c d bc a b c d Wikke 2 a b cde c def..... Winterrogge e f gh g h... Winterrogge f k k Soedangr + 1 a cd b c d e Soedangr 1 a gh i g h... Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob. < 0,001 < 0,001 < 0,001 Op 17 september w het relatief aantal aanwezige planten in bakken met slakken bij geen van de gewsen betrouwbaar lager dan bij bakken met slakken (tabel 13). Op 5 oktober resulteerden bij blauwe lupine, dubbelnul koolzaad, bladkool, boekweit, winterrogge en soedangr bakken met slakken in een betrouwbaar lagere relatieve opkomst dan bakken zonder slakken. Op 13 oktober w het relatief aantal aanwezige planten in bakken met slakken significant lager dan dat in bakken zonder slakken bij de gewsen bladrammen, blauwe lupine, dubbelnul koolzaad, bladkool, boekweit, wikke, winterrogge en bladrammen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 19

20 Tabel 13. Relatief aantal aanwezige planten t.o.v. het aantal gezaaide zaden op drie datums, Gew Slak 17 september 5 oktober 13 oktober Bladrammen d e e 73.. c. Bladrammen 100 a b c d e d Blauwe lupine b c d c d. 51. b.. Blauwe lupine 100 a b c d e d Gele lupine b c d d e 89.. c d Gele lupine 100 a b c d e d Koolzaad d e e 82.. c d Koolzaad a b c d e d Koolzaad a b... 1 a a... Koolzaad a b c d e d Bladkool c d e 35. b c.. 13 a... Bladkool 100 a b c d e d Boekweit b c d. 15 a b a... Boekweit 100 a b c d e d Wikke e e 75.. c. Wikke 100 a b c d e d Winterrogge + 58 a b c c b.. Winterrogge 100 a b c d e d Soedangr + 0 a c b.. Soedangr 100 a b c d e d Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob. 0,020 < 0,001 < 0, Aantting Op 17 september resulteerden blauwe en gele lupine, enkelnul en dubbelnul koolzaad, bladkool, boekweit, wikke en soedangr in minder aangette planten per m² dan bladrammen en winterrogge (tabel 14). Het aantal aanwezige planten w echter eveneens laag, met gemiddeld 11 planten per m² (tabel 12). Op 5 oktober resulteerden blauwe lupine, dubbelnul koolzaad, bladkool, boekweit, wikke en soedangr in betrouwbaar minder aangette per m² dan bladrammen. Het dubbelnul koolzaad gaf significant minder aangette planten per m² dan het enkelnul koolzaad. Op 13 oktober resulteerden blauwe en gele lupine, enkelnul en dubbelnul koolzaad, bladkool, boekweit, wikke en soedangr in minder aangette planten per m² dan bladrammen. Dubbelnul koolzaad, bladkool, boekweit, wikke en soedangr gaven minder aangette planten per m² dan winterrogge. Tabel 14. Aantal aangette planten per m² op drie datums, Gew 17 september 5 oktober 13 oktober Bladrammen 6,8.. c 66,0... d 70,0.... e Blauwe lupine 2,5. b. 29,0. b c. 39,3.. c d. Gele lupine 0,8 a b. 40,8.. c d 41,0... d. Koolzaad 0 1,8 a b. 44,5.. c d 44,5... d. Koolzaad 00 1,3 a b. 0,5 a... 0,0 a.... Bladkool 1,8 a b. 32,8.. c. 13,8 a b... Boekweit 1,0 a b. 4,0 a b.. 2,8 a.... Wikke 2,0 a b. 22,8 a b c. 21,0. b... Winterrogge 5,0.. c 67,5... d 56,0... d e Soedangr 0,3 a.. 22,5 a b c. 22,5. b c.. Gemiddeld 2,3 33,0 31,1 LSD (α = 0,05) 2,1 27,9 16,8 F-prob. < 0,001 < 0,001 <0,001 Op 17 september, 11 dagen na zaai, gaf gele lupine een betrouwbaar lager percentage aangette planten dan bladrammen (tabel 15). Op 5 oktober werden geen verschillen in het percentage aangette planten gevonden tussen de gewsen. Op 13 oktober resulteerden bladkool en boekweit in een significant lager percentage aangette planten dan bladrammen. In bakken met dubbelnul koolzaad waren geen planten aanwezig. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 20

21 Tabel 15. Percentage aangette planten per m² op drie datums, Gew 17 september 5 oktober 13 oktober Bladrammen 49,7. b 78,4 a 92,4.. c Blauwe lupine 43,8 a b 58,6 a 84,3. b c Gele lupine 11,8 a. 90,8 a 92,6.. c Koolzaad 0 32,1 a b 77,3 a 96,2.. c Koolzaad 00 15,6 a b 50,0 a 0,0 a.. Bladkool 16,3 a b 49,4 a 49,1. b. Boekweit 22,5 a b 45,8 a 50,0. b. Wikke 33,6 a b 87,4 a 93,6.. c Winterrogge 14,3 a b 99,5 a 98,2.. c Soedangr 12,5 a b 69,3 a 91,4.. c Gemiddeld 25,2 70,6 74,8 LSD (α = 0,05) 37,7 54,8 40,5 F-prob. 0,381 0,449 < 0, Schuileigenschappen groenbemesters voor slakken Het gew bladrammen is gebruikt als een referentie bij de bepalingen van aantting aan de groenbemester Grondbedekking groenbemesters Zowel op 11 november 2004 als op 3 januari en 22 februari resulteerden blauwe en gele lupine, enkelnul en dubbelnul koolzaad, boekweit, wikke en soedangr in een significant lager percentage grondbedekking dan bladrammen (tabel 16). Bij soedangr w het bedekkingpercentage nul. Blauwe lupine gaf bij elke waarneming een betrouwbaar hoger grondbedekkingpercentage dan gele lupine. Op 22 februari gaven de meest vorstgevoelige gewsen blauwe en gele lupine, boekweit, wikke en soedangr een significant lager grondbedekkingpercentage dan de andere gewsen. Tabel 16. Percentage grondbedekking op drie datums, 2004/2005. Gew Winterhar 11 november 3 januari 22 februari d Bladrammen 66,3.... e f 68, f g 80,0... d Blauwe lupine 41,3.. c... 41,3.. c ,3. b.. Gele lupine 28,8. b ,8. b ,3 a... Koolzaad ,8... d.. 55,0... d e.. 60,0.. c. Koolzaad ,5.. c d.. 46,3.. c d... 55,0.. c. Bladkool + 58,8... d e. 61,3.... e f. 77,5... d Boekweit 4,3 a ,0 a ,3 a... Wikke 6,3 a ,3 a b ,8 a... Winterrogge + 71, f 76, g 87,5... d Soedangr 0,0 a ,0 a ,0 a... Gemiddeld 37,8 37,6 41,6 LSD (α = 0,05) 12,3 12,7 10,2 F-prob. < 0,001 < 0,001 < 0, Opkomst suikerbieten In het eerste zaaisel van de suikerbieten werd zowel op 3 als op 10 mei geen verschil in het percentage opgekomen suikerbietenplanten gevonden tussen de voorafgaande teelten van groenbemesters (tabel 17). In de tweede zaai resulteerden zowel op 7 als op 14 juni (12 en 19 dagen na zaai) teelten van blauwe en gele lupine, boekweit, wikke en soedangr in meer bietenplanten per m² dan bladrammen. Er waren geen verschillen in opkomst van de suikerbieten tussen blauwe en gele lupine en tussen enkelnul en dubbelnul koolzaad. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 21

22 Tabel 17. Percentage aanwezige suikerbietenplanten op vier datums, twee zaaidatums, Gew Winterhard Eerste zaaisel, 25 april Tweede zaaisel, 26 mei 3 mei 10 mei 7 juni 14 juni Bladrammen a b.. 31 a b.. Blauwe lupine c d 65.. c d Gele lupine d d Koolzaad a b c. 43. b.. Koolzaad a b.. 33 a b.. Bladkool a a... Boekweit d d Wikke d d Winterrogge b c. 48. b c. Soedangr d d Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob. 0,964 0,422 < 0,001 < 0, Aantting suikerbieten Op 10 mei gaf geen van de teelten van groenbemesters een betrouwbaar verschil in het percentage aangette suikerbietenplanten in vergelijking met teelt van bladrammen (tabel 18). Op 7 juni resulteerden teelt van gele lupine, boekweit, wikke en soedangr in een lager percentage aangette suikerbietenplanten dan teelt van bladrammen. Op 14 juni gaf teelt van blauwe en gele lupine, boekweit, wikke en soedangr een lager percentage aangette suikerbietenplanten dan teelt van bladrammen. Tabel 18. Percentage aangette suikerbietenplanten op drie datums, twee zaaidatums, Gew Winterhard Eerste zaaisel, 25 april Tweede zaaisel, 26 mei 10 mei 7 juni 14 juni Bladrammen 50,0 a b 52,5. b c 85,5. b Blauwe lupine 45,8 a b 24,6 a b. 31,9 a. Gele lupine 18,8 a b 15,8 a.. 30,3 a. Koolzaad ,5 a. 66,4.. c 75,9. b Koolzaad ,4 a b 66,1.. c 96,4. b Bladkool + 29,2 a b 56,1.. c 81,3. b Boekweit 18,8 a b 15,9 a.. 26,0 a. Wikke 37,5 a b 17,8 a.. 25,4 a. Winterrogge + 6,3 a. 67,1.. c 78,0. b Soedangr 71,3. b 10,6 a.. 17,0 a. Gemiddeld 32,5 39,3 54,8 LSD (α = 0,05) 53,3 29,5 26,5 F-prob. 0,366 < 0,001 < 0, Discussie en conclusies Gevoeligheid groenbemesters voor slakkenvraat De meeste van de getoetste groenbemesters zijn in meer of mindere mate gevoelig voor aantting door slakken. Op 13 oktober, ruim vijf weken na zaai, w er alleen bij gele lupine, enkelnul koolzaad, boekweit en wikke geen verschil in het aantal aanwezige planten tussen bakken met en zonder slakken. De gele lupine gaf hierbij een beter resultaat dan blauwe lupine, terwijl het enkelnul koolzaad een beter resultaat liet zien dan het dubbelnul koolzaad Schuileigenschappen groenbemesters voor slakken Er zijn flinke verschillen tussen de getoetste groenbemesters in de schuileigenschappen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 22

23 Enerzijds waren er gewsen die een flinke msa vormen in het najaar; bladrammen, koolzaad, bladkool en winterrogge. Deze gewsen komen als ongunstig naar voren. Anderzijds zijn er de gewsen die vrij open blijven en afvriezen gedurende de winter; lupine, boekweit, wikke en soedangr. Deze gewsen hebben een voor de suikerbietenteler gunstig effect. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 23

24 5 Bakkenproef 2 AGV4671 Doel van deze proef is het bepalen van de meerwaarde van zaadcoating van groenbemesterszaad met een molluscicide. Een dergelijke werking zou de populatieopbouw van slakken helpen reduceren. 5.1 Objectomschrijving In tabel 21 zijn de gebruikte gewsen, rsen, zaaizaadhoeveelheden en de doseringen molluscicide eergegeven. Tabel 19. Gebruikte gewsen en rsen, doseringen metaldehyde en zaaizaadhoeveelheden, Obj. Gew Latijnse naam R Dos. ml/kg zaad molluscicide Slak Zaadhoeveelheid kg/ha A Bladrammena Raphanus sativus Commodor s e B Bladrammena Raphanus sativus Commodor s e C Bladrammena Raphanus sativus Commodor s e D Bladrammena Raphanus sativus Commodor s e E Bladrammena Raphanus sativus Commodor s e F Gele mosterd Sinapis alba Achilles G Gele mosterd Sinapis alba Achilles H Gele mosterd Sinapis alba Achilles I Gele mosterd Sinapis alba Achilles J Gele mosterd Sinapis alba Achilles K Facelia Phacelia Amerigo tanacetifolia L Facelia Phacelia Amerigo tanacetifolia M Facelia Phacelia Amerigo tanacetifolia N Facelia Phacelia Amerigo tanacetifolia O Facelia Phacelia tanacetifolia Amerigo Proefgegevens Proeflocatie : PPO-agv Lelystad Grondsoort : Klei Grondbewerking : Bewerken met triltandcultivator. Zaaimethode : Øyord 2 m. Zaaidatum : 8 september 2005 Zaaidiepte : ± 2 cm Rijenafstand : 12,5 cm Type proef : Gewarde blokkenproef De neerslag (mm) en de minimum- en maximumtemperatuur per etmaal over de proefperiode zijn weergegeven in bijlage 1. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 24

25 5.3 Waarnemingen Op 16, 19 en 27 september werd het aantal opgekomen planten per bak (1 m²) geteld. Op die datums en op 11 oktober werd het aantal aangette planten geteld. Op 1 november werden het percentage grondbedekking en de gewhoogte geschat. 5.4 Statistiek De gegevens zijn statistisch geanalyseerd met behulp van F-toetsen (α = 0,05) en met paarsgewijze Student-toetsen met de procedure PPAIR. Hierbij zijn de behandelingen met letters verdeeld in homogene groepen (significant bij P < 0,05). 5.5 Resultaten Op 16 september resulteerde bij zowel bladrammen als gele mosterd en facelia geen van de behandelingen in een betrouwbaar verschil in relatieve opkomst in vergelijking met onbehandeld zaad zonder slakken (tabel 20). Op 19 september resulteerde 80 ml/kg molluscicide bij bladrammen in een betrouwbaar lagere relatieve opkomst dan het onbehandeld zaad zonder slakken. Bij gele mosterd en facelia werden geen verschillen in opkomst gevonden. Op 27 september gaf toepsing van 40 ml/kg molluscicide bij facelia een significant lagere relatieve opkomst dan het onbehandeld zaad zonder slakken. Tabel 20. Relatieve opkomst ten opzichte van het onbehandeld zaad zonder slakken per gew op drie datums, Gew Dosering Slak 16 september 19 september 27 september molluscicide Bladrammen a b b c b Bladrammen a b 74.1 a b a b Bladrammen a b 70.7 a b b Bladrammen a b 76.9 a b a b Bladrammen a a a b Gele mosterd a b b c b Gele mosterd a b 85.1 a b c 78.1 a b Gele mosterd a b 83.9 a b c 83.8 a b Gele mosterd b b c b Gele mosterd a b c b Facelia a b b c b Facelia a b 73.5 a b b Facelia a b 89.6 a b c 80.1 a b Facelia a b 73.8 a b a. Facelia a b 80.4 a b a b Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob Zowel op 16 als op 19 september werd in het percentage aangette planten bij geen van de drie gewsen een betrouwbaar verschil tussen de zaadbehandelingen en onbehandeld met slakken gevonden (tabel 21). Ook tussen doseringen molluscicide op één van de gewsen werden geen significante verschillen gevonden. Op 27 september gaf bij bladrammen zaadbehandeling met 80 ml/kg zaad molluscicide een betrouwbaar lager percentage aangette planten dan het onbehandeld zaad. Ook Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 25

26 resulteerde deze zaadbehandeling in een lager aanttingpercentage dan behandeling met 40 ml/kg zaad. Bij gele mosterd en facelia werden geen verschillen gevonden tussen de zaadbehandelingen en het onbehandeld zaad met slakken. Op 11 oktober werd bij bladrammen, gele mosterd en facelia geen significant verschil in het percentage aangette planten gevonden tussen zaadbehandelingen en het onbehandeld zaad met slakken. Tabel 21. Percentage aangette planten per gew op drie datums, Gew Dosering Slak 16 september 19 september 27 september 11 oktober molluscicide Bladrammen a b c 1.7 a b a b a Bladrammen b c f h f g Bladrammen a b c d e f g h f g Bladrammen c e f h g Bladrammen a b c c d e f f g ef g Gele mosterd a b. 1.0 a a b c a Gele mosterd a b. 2.8 a b d e f c d e f. Gele mosterd a b c b c d e e f g f g Gele mosterd a b. 3.3 a b c d e b c d... Gele mosterd a b c 8.8 a b c d e d b c d... Facelia a a a a Facelia a b c 5.6 a b c d d e b..... Facelia a b c 5.9 a b c d b c d b c.... Facelia a b c 7.6 a b c d e d e f d e f. Facelia a b c 3.5 a b c c d b c d e.. Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob < < 0,001 Op 1 november werden bij bladrammen en gele mosterd geen verschillen in grondbedekking en gewhoogte gevonden tussen de zaadbehandelingen en het onbehandeld zaad met slakken (tabel 22). Bij facelia gaf zaadbehandeling met 40 ml/kg molluscicide een betrouwbaar lager percentage grondbedekking dan het onbehandeld zaad met slakken. Er werd geen verschil in gewhoogte gevonden tussen het behandelde faceliazaad en het onbehandeld zaad met slakken. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 26

27 Tabel 22. Percentage grondbedekking en gewhoogte (cm) op 1 november Gew Dosering Slak Grondbedekking Gewhoogte molluscicide Bladrammen b c d e b Bladrammen a b a b Bladrammen a b b Bladrammen a b Bladrammen a b c d b Gele mosterd a b c b Gele mosterd a b b Gele mosterd a b Gele mosterd b c d e b Gele mosterd a b c a b Facelia d e b Facelia c d e 92.9 a b Facelia e 92.9 a b Facelia a b a. Facelia b c d e 92.9 a b Gemiddeld LSD (α = 0,05) F-prob Conclusies en discussie Uit de proef komt geen beschermingseffect van zaadbehandeling met 20, 40 of 80 ml/kg molluscicide naar voren. Bij geen van de waarnemingen, op opkomst, aantting, grondbedekking en gewhoogte, werd een duidelijk beschermingseffect van molluscicide waargenomen. Hierbij werd geen verschil gevonden tussen de drie gewsen bladrammen, gele mosterd en facelia. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 27

28 Bijlage 1 Weergegevens WR889 Minimum- en maximumtemperatuur ( C) op 1,50 m hoogte per etmaal, augustus 2003 t/m mei 2004, weerstation KNMI, Matricht. Datum augustus septembe r oktober november decembe r januari februari maart april mei min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max Ge m Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 28

29 Neerslag (mm) per etmaal, augustus 2003 t/m mei 2004, Wijnandsrade. Datum augustus septembe r oktober november decembe r januari februari maart april mei Tot Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 29

30 WR994 Minimum- en maximumtemperatuur ( C) op 1,50 m hoogte per etmaal, augustus 2004 t/m juni 2005, weerstation KNMI, Matricht. Datum augustuseptembe novemb decemb oktober januari februari maart april mei juni s r er er min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max. min. max Ge m Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 30

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004 Bestrijding van slakken in graszaad, 2004 Zaadbehandeling van Engels raaigraszaad met pesticiden ter bescherming tegen slakken Albert Ester & Hilfred Huiting Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector

Nadere informatie

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2005

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2005 Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2005 Zaadbehandeling van wintertarwezaad met pesticiden ter bescherming tegen slakken Hilfred Huiting & Albert Ester Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector

Nadere informatie

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004 Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004 Zaadbehandeling van wintertarwezaad met pesticiden ter bescherming tegen slakken Albert Ester & Hilfred Huiting Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector

Nadere informatie

Effect van groenbemesters als bodembedekker op slakken, 2006

Effect van groenbemesters als bodembedekker op slakken, 2006 Effect van groenbemesters als bodembedekker op slakken, 2006 Invloed van de teelt van groenbemesters op de slakkenpopulatie, getoetst in twee veldproeven Hilfred Huiting, Albert Ester & Caspar Crombach

Nadere informatie

Bestrijding van slakken in graszaad, 2006

Bestrijding van slakken in graszaad, 2006 Bestrijding van slakken in graszaad, 2006 Zaadehandeling van Engels raaigraszaad met pesticiden ter escherming tegen slakken Hilfred Huiting & Alert Ester Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV Sector AGV

Nadere informatie

Bestrijding emelten in grasland 2004

Bestrijding emelten in grasland 2004 Bestrijding emelten in grasland 2004 Toetsing van chemische en biologische middelen tegen emelten (Tipula spp.) in een veld- en in vitro proef Klaas van Rozen en Albert Ester Praktijkonderzoek Plant &

Nadere informatie

Slakkenbestrijding in ijsbergsla 2004

Slakkenbestrijding in ijsbergsla 2004 Slakkenbestrijding in ijsbergsla 2004 Bestrijding van de akkeraardslak met Nemaslug in semi-veldproef Klaas van Rozen en Albert Ester Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV November 2004 Projectrapport

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

Bestrijding van trips in prei

Bestrijding van trips in prei Bestrijding van trips in prei Effectiviteit van twee insecticiden, in verschillende doseringen en toepassingsintervallen, op tripsaantasting in prei Hilfred Huiting & Gijs van Kruistum Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Bossigheid in Zantedeschia

Bossigheid in Zantedeschia Bossigheid in Zantedeschia Is vervroegd afsterven van weefselkweekplantjes en het daarna koud bewaren van de knollen een van de oorzaken van bossigheid P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Bestrijding van naaktslakken met UVC-licht

Bestrijding van naaktslakken met UVC-licht Bestrijding van naaktslakken met UVC-licht Uitvoering van veldwerkzaamheden in 2010 en 2011. Klaas van Roozen, Roelof Gruppen en Jan Lamers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. E.G. Schepel HLB BV Februari 2007 Projectnummer: 2993 Dit project

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02 Onderzoek biologische onkruidbestrijding in suikerbieten 2005 06R02 Onderzoek biologische onkruidbestrijding in suikerbieten 2005 P. Wilting Stichting IRS Postbus 32 4600 AA Bergen op Zoom Telefoon: 0164-27

Nadere informatie

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai H. de Putter Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 110118 2001 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006).

Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006). Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006). Auteur(s): Ing J.R. Kalkdijk, Dr. Ir. A. Evenhuis en Dr. Ir. H.T.A.M. Schepers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector

Nadere informatie

Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag. Ir. L. van den Brink

Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag. Ir. L. van den Brink Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag Ir. L. van den Brink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte

Nadere informatie

AGRITON INHOUDSOPGAVE:

AGRITON INHOUDSOPGAVE: ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ INHOUDSOPGAVE: 1. Doel proef... 2 2. Proefgegevens.... 2 3. Objecten en spuitdatums.... 3 4. Resultaten... 3 4.1 Algemeen...

Nadere informatie

Groen Blauw Stimuleringskader Zaaikaart

Groen Blauw Stimuleringskader Zaaikaart Groen Blauw Stimuleringskader Zaaikaart 2013 Bloemrijke rand, kruidenrijke zoom, graslandflora- en faunarand en akkerflora- en faunarand Aanleiding Deze zaaikaart is opgesteld voor de pakketten bloemrijke

Nadere informatie

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Groenbemester als vervanging vals zaaibed Groenbemester als vervanging vals zaaibed Onkruidonderdrukking door groenbemesters 24 januari 2019, Wiepie Haagsma Onkruidbeheersing in de praktijk Vruchtwisseling en gewaskeuze Hoofdgrondbewerking Teeltwijze

Nadere informatie

Bestrijding emelten in grasland 2005

Bestrijding emelten in grasland 2005 Bestrijding emelten in grasland 2005 Toetsing van chemische en biologische middelen tegen emelten (Tipula spp.) : voor- en najaarsveldproeven Ing. Klaas van Rozen en Albert Ester Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus Bestrijding van Myrothecium in lisianthus 2015 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 14512 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Bestrijding van Fusarium in lisianthus Bestrijding van Fusarium in lisianthus 2014 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 13485 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Onderzoek van 2003 t/m 2006 P.J. van Leeuwen, P. Vink en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bollen november 2006 PPO nr.

Nadere informatie

Screening opslagbestrijding raaigrassen in rietzwenkgras. M.G. van Zeeland & J. Hoek

Screening opslagbestrijding raaigrassen in rietzwenkgras. M.G. van Zeeland & J. Hoek Screening opslagbestrijding raaigrassen in rietzwenkgras (AGV4792) VERTROUWELIJK M.G. van Zeeland & J. Hoek Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente

Nadere informatie

Interactie Moddus en Actirob

Interactie Moddus en Actirob Interactie Moddus en Actirob Effect op zaadopbrengst Engels raaigras 2011 Expertisecentrum graszaad en graszoden Proefboerderij Rusthoeve en DLV Plant p/a Noordlangeweg 42 4486PR Colijnsplaat C Sam de

Nadere informatie

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van : Vanggewas na maïs Informatie en productenoverzicht Lid van : 2 Vanggewas na maïs Een vanggewas is een groenbemestingsgewas dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen,

Nadere informatie

Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras

Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras Oogst 2007 en meerjarenanalyse J.R. van der Schoot en L. van den Brink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene

Nadere informatie

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot

Nadere informatie

Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras

Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras Oogst 2006 ing. J.R. van der Schoot, ir. G.E.L. Borm en L. van den Brink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw,

Nadere informatie

Bestrijding van de maden van de wortelvlieg

Bestrijding van de maden van de wortelvlieg Bestrijding van de maden van de wortelvlieg Granulaat toediening en een volvelds bespuiting tegen de maden van de wortelvlieg Psila rosae in waspeen 2006 Klaas van Rozen & Albert Ester Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Aan de slag met erosie

Aan de slag met erosie Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging 2004-2006 Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 325115105

Nadere informatie

Wintergerst als groenbemester en stikstofvanggewas. W.C.A. van Geel & H.A.G. Verstegen

Wintergerst als groenbemester en stikstofvanggewas. W.C.A. van Geel & H.A.G. Verstegen Winter als groenbemester en stikstofvanggewas W.C.A. van Geel & H.A.G. Verstegen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO nr. 3253013350 juni 2008 2008 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

Het effect van fungiciden op vroeg ontstane stengelphytophthora (2004). Auteurs: Ing J.R. Kalkdijk, Dr. Ir. A. Evenhuis en Dr. Ir. H.T.A.

Het effect van fungiciden op vroeg ontstane stengelphytophthora (2004). Auteurs: Ing J.R. Kalkdijk, Dr. Ir. A. Evenhuis en Dr. Ir. H.T.A. Het effect van fungiciden op vroeg ontstane stengelphytophthora (2004). Auteurs: Ing J.R. Kalkdijk, Dr. Ir. A. Evenhuis en Dr. Ir. H.T.A.M Schepers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV Projectnummer

Nadere informatie

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Bestrijding van koolvlieg in radijs Bestrijding van koolvlieg in radijs A.A.E. Bulle, G.J. Messelink Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen augustus 2007 Projectnummer 3242018600 2007 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

GEWIS: invloed van opnameperiode en van herbevochtiging op de effectiviteit van enkele insecticiden, 2003

GEWIS: invloed van opnameperiode en van herbevochtiging op de effectiviteit van enkele insecticiden, 2003 GEWIS: invloed van opnameperiode en van herbevochtiging op de effectiviteit van enkele insecticiden, 2003 Ing. H.F. Huiting en ing. J.G.N. Wander Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV Projectrapport

Nadere informatie

Curatieve en eradicatieve (stop) werking van fungiciden tegen Phytophthora 2009

Curatieve en eradicatieve (stop) werking van fungiciden tegen Phytophthora 2009 Curatieve en eradicatieve (stop) werking van fungiciden tegen Phytophthora 2009 J. Spruijt, H.T.A.M. Schepers en A. Evenhuis Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenteteelt

Nadere informatie

Groenbemesters en Pratylenchus in een bouwplan met zetmeelaardappelen

Groenbemesters en Pratylenchus in een bouwplan met zetmeelaardappelen Groenbemesters en Pratylenchus in een bouwplan met zetmeelaardappelen Resultaten van drie jaar onderzoek Auteur(s) E. Brommer & L.P.G. Molendijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Akkerbouw,

Nadere informatie

Verbetering signalering ritnaalden

Verbetering signalering ritnaalden Verbetering signalering ritnaalden Proeven onder gecontroleerde omstandigheden ter verbetering van de effectiviteit van signalering van ritnaalden met aardappelknollen, 2008 Hilfred Huiting & Albert Ester

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE AGRO-VITAL

INHOUDSOPGAVE AGRO-VITAL ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- INHOUDSOPGAVE 1. Doel proef... 2 2. Proefgegevens... 2 3. Objecten

Nadere informatie

Screening middelen tegen bodemplagen in kool

Screening middelen tegen bodemplagen in kool Screening middelen tegen bodemplagen in kool Veldonderzoek naar middelen om emelten en aardvlooien te bestrijden in koolgewassen 2009 in opdracht van Productschap Tuinbouw Ing. Klaas van Rozen & Albert

Nadere informatie

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2015

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2015 Bestrijding bodeminsecten in rettich 2015 april 2016 PT projectnummer: 14967.07 Proefnummers: 150148 H. de Vries Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228)

Nadere informatie

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN CRITERIA CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE VOOR HET ONDERZOEK VAN RASSEN MET HET OOG OP HUN

Nadere informatie

Onkruidbestrijding in Nerine

Onkruidbestrijding in Nerine Onkruidbestrijding in Nerine P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit November 2009 PPO nr. 32 360209 00 / PT nr. 12509 2009 Wageningen,

Nadere informatie

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Precisieplant tulp Basis voor precisielandbouw A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Bestrijding van maden van de wortelvlieg

Bestrijding van maden van de wortelvlieg Bestrijding van maden van de wortelvlieg Bestrijding van de made van de wortelvlieg Psila rosae in knolselderij 2006 Klaas van Rozen & Albert Ester Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. PPO-AGV Lelystad

Nadere informatie

Inhoudsopgave: AGRITON

Inhoudsopgave: AGRITON ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Inhoudsopgave: 1. Doel proef.... 2 2. Proefgegevens.... 2 3. Objecten.... 2 4. Resultaten.... 4 4.1 Algemeen.... 4 4.2 Resultaten

Nadere informatie

Bemesting in maïs. Oktober 2011

Bemesting in maïs. Oktober 2011 Bemesting in maïs uitgevoerd in opdracht van: Agriton BV Oktober 2011 Proefnummer: 11647 Oktober 2011 H. de Vries Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon +31 (228) 56 31 64 Fax +31

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele Onderzoek naar de mogelijkheden voor een cultuurkook P. J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit PPO

Nadere informatie

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Onderzoek in 2006 en 2007 in opdracht van: Verenigingen Voor Bedrijfsvoorlichting Communicatie in 2006 en 2007 in opdracht van: Provincie Groningen Onderzoek en communicatie

Nadere informatie

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN Vandergeten J.P. & Vanstallen M. Prov. Vlaams-Brabant - Tollembeek 2 NKG & Erosiebestrijding wordt vanaf het eerste jaar waargenomen dubbel effect: - op niveau

Nadere informatie

Zaaizaad ontsmetting en bemesting in wintertarwe. Oktober 2011

Zaaizaad ontsmetting en bemesting in wintertarwe. Oktober 2011 Zaaizaad ontsmetting en bemesting in wintertarwe uitgevoerd in opdracht van: Agriton Oktober 2011 Proefnummer: 11608 Oktober 2011 H de Vries Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon

Nadere informatie

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2013

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2013 Bestrijding bodeminsecten in rettich 2013 januari 2014 PT projectnummer: 14864 Proefnummers: 13599 & 13691 H. de Vries Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia P.J. van Leeuwen, A.Th. J. Koster, J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen januari 2005 PPO nr.330928 2005 Wageningen,

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

Inzet RTK-GPS in de teelt van een gewas.

Inzet RTK-GPS in de teelt van een gewas. Inzet RTK-GPS in de teelt van een gewas. Met RTK-GPS schoffelen in cichorei na zaaien met RTK-GPS. Auteur: Pieter Bleeker Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenteteelt

Nadere informatie

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2014

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2014 Bestrijding bodeminsecten in rettich 2014 januari 2015 PT projectnummer: 14967.05 Proefnummers: 14824 & 14836 H. de Vries Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax

Nadere informatie

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink Voortgezet diagnostisch onderzoek naar een betere beheersing van een aantasting door de schimmel Colletotrichum acutatum bij de bollenteelt van tulpen cv. Giuseppe Verdi Voortgezet diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Boerenexperiment No 4 aanvulling Boerenexperiment No 4 aanvulling Aardappels op zware grond, aanvulling op rapport Aanvulling en Resultaten en ervaringen van de groenbemestervelden op zware klei, najaar 2012 Achtergrond De toepassing

Nadere informatie

Effect van hennep op de populatiedichtheid van Pratylenchus penetrans

Effect van hennep op de populatiedichtheid van Pratylenchus penetrans Effect van hennep op de populatiedichtheid van Pratylenchus penetrans Proef in opdracht van Hempflax Agro BV en Productschap Akkerbouw Ing. K.H. Wijnholds en Ir. H. Hoek Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen. Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen. Ing. K.H. Wijnholds Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Businessuni Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente

Nadere informatie

AGRO VITAL Inhoudsopgave:

AGRO VITAL Inhoudsopgave: ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Inhoudsopgave: 1. Doel proef... 2 2. Proefgegevens... 2 3. Objecten en spuitdatums... 3 4. Resultaten... 3 4.1 Algemeen...

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Actirob, MCPA en middel X op zaadopbrengst in 2012 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Optimalisatieonderzoek herbiciden in veldbeemd

Optimalisatieonderzoek herbiciden in veldbeemd Optimalisatieonderzoek herbiciden in veldbeemd AGV4042, oogst 2004 ing. M. G. van Zeeland en ir. G.E.L. Borm Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente

Nadere informatie

Groenbemesters in het bouwplan. Wiepie Haagsma Wouter Klaasse Bos

Groenbemesters in het bouwplan. Wiepie Haagsma Wouter Klaasse Bos Groenbemesters in het bouwplan Wiepie Haagsma Wouter Klaasse Bos Groenbemesters: een goede keuze! Groenbemesters in het bouwplan Wiepie Haagsma, Leendert Molendijk Kennisdag 4 februari 2019 Hoe selecteer

Nadere informatie

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN Gert Van de Ven (Hooibeekhoeve/LCV) Koen Vrancken (PIBO Campus vzw) Jill Dillen (BDB) Mathias Abts (Departement Landbouw en Visserij) In het buitenland wordt

Nadere informatie

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen KW 0112 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding In de teelt van biologische aardappelen gelden specifieke regels van

Nadere informatie

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien Teelthandleiding 3.1 Vroeg of laat zaaien?... 1 2 3.1 Vroeg of laat zaaien? versie: maart 2018 Het IRS adviseert suikerbieten te zaaien zodra de grond bekwaam is, maar niet vóór 1 maart. Vroeg zaaien levert

Nadere informatie

Screening herbiciden in knolselderij

Screening herbiciden in knolselderij Screening herbiciden in knolselderij (KAS450, 2004) ing. M.G. van Zeeland, ing. M.C. Plentinger en ir. J. Hoek Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente

Nadere informatie

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij Verslag van de proef in 2014 Marian Vlaswinkel Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte

Nadere informatie

Inventarisatie van slakken in Alstroemeria. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV

Inventarisatie van slakken in Alstroemeria. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV Inventarisatie van slakken in Alstroemeria A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw / Sector AGV Oktober 2003 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Chemische bestrijding van koolvlieg in radijs. Annette Bulle, Gerben Messelink (projectleider), Wim van Wensveen

Chemische bestrijding van koolvlieg in radijs. Annette Bulle, Gerben Messelink (projectleider), Wim van Wensveen Chemische bestrijding van koolvlieg in radijs Annette Bulle, Gerben Messelink (projectleider), Wim van Wensveen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw PPO nr. 3241207400 september

Nadere informatie

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) Langwerpige radicchio, b) Grootbladige spinazie, c) Salatrio, d) Wortelpeterselie C. van Wijk PPO-agv, Lelystad Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Plaagbestrijding in sla In opdracht van Productschap Tuinbouw

Plaagbestrijding in sla In opdracht van Productschap Tuinbouw Plaagbestrijding in sla 2005-2006 In opdracht van Productschap Tuinbouw Maart 2007 Ing. J. de Lange Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56 30 29 E-mail:

Nadere informatie

Herinplantziekte bij pioenrozen

Herinplantziekte bij pioenrozen Herinplantziekte bij pioenrozen Verlenging grondproef Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO-Projectnummer 32 361140 00 Lisse, November 2010 2010

Nadere informatie

Beheersing koolmotje in spruitkool in 2002

Beheersing koolmotje in spruitkool in 2002 Beheersing koolmotje in spruitkool in 2002 Marian Vlaswinkel en Gijs van Kruistum Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Projectrapport 12 35330 December 2002 Locatie Westmaas 2002 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke

Nadere informatie

Teelt van hybride wintertarwerassen. Ing. R.D. Timmer, ing. J.G.M. Paauw

Teelt van hybride wintertarwerassen. Ing. R.D. Timmer, ing. J.G.M. Paauw Teelt van hybride wintertarwerassen Ing. R.D. Timmer, ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5141429 November 2003 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij

Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij Deugdelijkheidsonderzoek herbiciden in knolselderij Verslag van de proef in 2012 Marian Vlaswinkel Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling lelie

Warmwaterbehandeling lelie Warmwaterbehandeling lelie Effect van verlaagde voor- en natemperatuur bij Oriëntals en verhoogde kooktemperatuur bij Longiflorum-, LA- en OT- hybriden Casper Slootweg en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Screening van effectiviteit en fytotoxiciteit insecticiden tegen koolmot

Screening van effectiviteit en fytotoxiciteit insecticiden tegen koolmot Screening van effectiviteit en fytotoxiciteit insecticiden tegen koolmot Verslag van de proeven in 2011 Marian Vlaswinkel Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw,

Nadere informatie

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Aardbeiendemodag 2014 DLV Plant Postbus 6207 5960 AE Horst Expeditiestraat 16 a 5961 PX Horst T 077 398 75 00 F 077

Nadere informatie

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. Papierblad in lelie Naoogst fase Hans Kok en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. 330919 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle

Nadere informatie

Gebruik kalkstikstof in witte asperge

Gebruik kalkstikstof in witte asperge Gebruik kalkstikstof in witte asperge J. Wilms & G. Meuffels (PPO-Vredepeel) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Businessunit Akkerbouw, Groene ruimte en Vollegrondsgroenten Januari 2013 PPO nr. 3250243300

Nadere informatie

Stikstofinhoud van groenbemesters. van. Bij een lager (kunst)mestgebruik neemt het belang van een goede inschatting

Stikstofinhoud van groenbemesters. van. Bij een lager (kunst)mestgebruik neemt het belang van een goede inschatting Stikstofinhoud van groenbemesters van de stikstofvoorziening Stikstofinhoud van toe. Groenbemesters hebben een functie als Bij een lager (kunst)mestgebruik neemt het belang van een goede inschatting stikstofleverancier.

Nadere informatie

Beheersing Rhizoctonia in zetmeelaardappelen

Beheersing Rhizoctonia in zetmeelaardappelen Beheersing Rhizoctonia in zetmeelaardappelen Project in opdracht van: Productschap akkerbouw (PA) Met deelname van Syngenta Crop Protection en Bayer Cropscience Resultaten 2009 Ing. K.H. Wijnholds en Ir.

Nadere informatie

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot 22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Teelthandleiding wintertarwe - zaaien

Teelthandleiding wintertarwe - zaaien Gepubliceerd op Kennisakker.nl (http://www.kennisakker.nl) Home > Inhoud Door A. Darwinkel - PPO-agv Aangemaakt 15/03/1997-06:00 kenniscentrum Kennisdocument Uitgangsmateriaal Grondbewerking Tarwe Teelthandleiding

Nadere informatie

Effect van bestrijding van de tarwegalmug op fusarium in wintertarwe. H.F. Huiting & H.G. Spits

Effect van bestrijding van de tarwegalmug op fusarium in wintertarwe. H.F. Huiting & H.G. Spits Effect van bestrijding van de tarwegalmug op fusarium in wintertarwe H.F. Huiting & H.G. Spits Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO nr. 3252047800 Maart 2008 2008 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Robbester, MCPA en stikstof op zaadopbrengst in 2013 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Screening herbiciden in rabarber

Screening herbiciden in rabarber Screening herbiciden in rabarber Proefjaar 2003 J. Hoek, M.C. Plentinger (ed.) & C. A. van Wijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 520064 September 2003 Vertrouwelijk 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien. rapport / publicatie. nr

Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien. rapport / publicatie. nr Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien rapport / publicatie nr. 08-08 Uireka is een uniek driejarig ketenproject met als doel het verbeteren van de kwaliteit en daarmee het

Nadere informatie

Bestrijding van Sclerotinia in stamslabonen en wortelen Proefjaar 2003

Bestrijding van Sclerotinia in stamslabonen en wortelen Proefjaar 2003 Bestrijding van Sclerotinia in stamslabonen en wortelen Proefjaar 2003 Ing. R. Meier en Dr. Ir. H.T.A.M. Schepers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV Lelystad januari 2004 PPO 520212 2004

Nadere informatie

Rassenonderzoek witte asperge seizoen

Rassenonderzoek witte asperge seizoen Rassenonderzoek witte asperge seizoen 2001-2002 J.T.K. Poll -PPO, Lelystad, A. Schellekens -PDLT, Geel, J. van Gestel - PDLT, Geel, F.M.L. Kanters -PPO, Meterik Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport

Nadere informatie

Nieuwe technieken ter bestrijding van trips

Nieuwe technieken ter bestrijding van trips Nieuwe technieken ter bestrijding van trips Eerste verkenning van nieuwe mogelijkheden om tripsschade te beheersen in de teelt van prei en sluitkool Hilfred Huiting, Gijs van Kruistum & Klaas van Rozen

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Situering mengteelten Bij een mengteelt (erwten-graan, veldbonen-graan, ) worden de voordelen van twee gewassen met elkaar gecombineerd.

Nadere informatie