De Trek onderdeel de Gouden Eeuw

Transcriptie

1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Therise Stubbe 11 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 De Gouden Eeuw kn.nu/0i26b Vraag 1 Plaatje 1 in je werkboek op pagina 4 is a. Koopman b. Schilder Vraag 2 Plaatje twee in je werkboek op pagina 4 is a. koopman b. matroos Vraag 3 Plaatje drie in je werkboek op pagina 4 is a. schilder b. matroos Vraag 4 Hoe noem je de 17e eeuw a. De middeleeuwen b. de gouden eeuw Vraag 5 Ga naar pagina 2 van je tekstboek. Waaraan zie je dat dit de stad Amsterdam is in de gouden eeuw? a. pakhuizen langs de grachten b. wolkenkrabbers langs de grachten Vraag 6 Kijk op de tijdslijn. Wanneer is de gouden eeuw? a. tussen de jaren 1800 en 1900 b. tussen de jaren 1600 en1700 Vraag 7 Wat was de belangrijkste stad in de gouden eeuw in Europa? Pagina 2

4 a. Parijs b. Amsterdam Vraag 8 Kijk op pagina 5 van je werkboek. Welke plaatjes horen bij de gouden eeuw? a. Pakhuis, koopman, schip b. Kasteel, ridder, boerderij Vraag 9 In de gouden eeuw wonen er in Amsterdam: a. Boeren en ridders b. Veel rijke kooplieden, kunstenaars en wetenschappers Vraag 10 Waar of niet waar: kooplieden verdienen veel geld met specerijen a. waar b. niet waar Vraag 11 Mogen meisjes matroos worden a. ja b. nee Vraag 12 Drie keer per jaar vertrekt een grote vloot schepen naar Oost Indië? a. Waar b. Niet waar Vraag 13 Ieder schip heeft kanonnen aan boord? a. Dit is waar b. Dit is niet waar Vraag 14 Het boegbeeld zit aan het voorkant van het schip a. Waar b. Niet waar Pagina 3

5 Vraag 15 De achterkant van een schip noem je een:... a. Boegbeeld b. Spiegel Vraag 16 Wat wordt er in de gouden eeuw veel gemaakt door kunstenaars? a. Schilderijen b. Beelden Vraag 17 Waar wonen kooplieden? a. In een villa buiten de stad b. In herenhuizen langs de gracht Vraag 18 Hoe ziet een herenhuis er uit? a. Klein huis met een rieten dak b. Mooie gevel en een grote keuken Vraag 19 Welke mensen hebben koopmannen in dienst? a. Matroon en schilder b. Dienstmeisjes en koetsier Vraag 20 De bediening (dienstmeisjes) van de koopman eet in de keuken a. waar b. niet waar Vraag 21 In een weeshuis wonen... a. matrozen b. weeskinderen en vondelingen Vraag 22 Op een globe zijn alle landen van de wereld getekend? a. Waar b. Niet waar Pagina 4

6 Vraag 23 In de gouden eeuw wordt de brandslang uitgevonden a. Waar b. Niet waar Vraag 24 In de gouden eeuw wordt de microscoop uitgevonden a. waar b. niet waar Vraag 25 Wat doet een microscoop? a. kleine dingen vergroten (groter maken) b. grote dingen verkleinen (kleiner maken) Vraag 26 In een pakhuis worden... a. Zieke mensen verzorgd b. Spullen verzameld/bewaard Vraag 27 Specerijen groeien in... a. koude landen b. warme landen Vraag 28 Kijk op pagina 5 van je tekstboek. Welke kruiden halen de zeelieden op uit Oost Indië? a. Zout en suiker b. Peper, nootmuskaat en kruidnagel Vraag 29 Wat is een driemaster? a. loopfiets b. Schip/boot Vraag 30 Waar slapen matrozen Pagina 5

7 a. hangmatten b. op de grond Vraag 31 Wie brengt het eten naar de koopman a. Koetsier b. Dienstmeisje Vraag 32 Bekijk opdracht 10 op pagina 8 van je werkboek Welk nummer in de vraag komen overeen met de plaatjes a. 3,2,1,4,5 b. 2,3,4,1,5 Vraag 33 Maak opdracht 11 op pagina 9 in je werkboek a. Ik weet het niet b. tuurlijk, weet ik wel en ik heb alles goed Vraag 34 Noem een woord dat hoort bij de koopliedengroep a. schip (driemaster) en matrozen b. herenhuis en specerijen Vraag 35 Noem een woordt dat hoort bij de zeevaartgroep a. schip (driemaster), scheurbuik en VOC b. huizen, atelier en dienstmeisjes Vraag 36 Noem een woord bij de zorggroep a. weeshuis en chirurgijn (gasthuis) b. schilderspallet en kunst Vraag 37 Noem een woord bij de bediendengroep a. dienstmeisje en koetsier b. koopman en paard Pagina 6

8 Vraag 38 Noem een woord/persoon bij de kunstgroep a. Schilders, schrijvers en delfs blauw aardewerk b. boten, huizen en dienstmeisjes Vraag 39 Wat schilderen de schilders in de gouden eeuw veel a. portretten van kooplui, stillevens en landschappen b. dieren en portretten van dienstmeisjes Vraag 40 Wat nemen de schepen mee vanuit de hele wereld? a. Bloemen, stenen en fruit b. Graan, specerijen, hout en vis Vraag 41 Waar staan de letters VOC voor? a. Verenigde oostindische compagnie b. Volledige oosterse compagnie Vraag 42 Hoeveel schepen hebben de VOC bij elkaar? a. 100 b. 200 Vraag 43 Wat verkopen de kooplieden van de VOC ook naast specerijen? a. zijde, porcelein en thee b. eten en boten Vraag 44 Wat zijn kapers? a. Mensen die huizen leegroven b. Mensen die schepen overvallen Vraag 45 Wie/wat hoort bij de kunstenaarsgroep a. Atelier, stilleven b. boot en scheurbuik Pagina 7

9 Vraag 46 Welk type schepen (vloot) heeft de VOC a. motorboot en sloep b. fluiten en driemasters Vraag 47 Welke dingen worden in de gouden eeuw uitgevonden a. Boot, aardewerk b. Microscoop, slingeruurwerk, brandslang Vraag 48 Wat haalt de kooplieden van de VOC uit de Oostzee a. Graan, hout en vis b. Specerijen en thee Vraag 49 Wat haalt de VOC uit Oost Indie? a. Specerijen (peper, nootmuskaat, kruidnagel), zijde, porselein en thee b. Hout en graag Vraag 50 Wat zijn de gevaren voor matrozen tijdens de reis op een boot? a. Scheurbuik, uit de mast vallen en kapers b. lekke boot Vraag 51 Hoe kan een matroos scheurbuik krijgen a. niet voldoende eten b. geen of onvoldoende verse groente eten Vraag 52 Noem bekende kunstenaars uit de gouden eeuw a. schilders (Rembrandt van Rijn), edelsmeden, schijvers (Vondel) b. matroos, kooplieden Vraag 53 Wat doet de armenzorg? a. Specerijen aan kooplieden geven b. Water en brood aan armen uitdelen Pagina 8

10 Antwoorden Antwoorden: De Gouden Eeuw Vraag 1 Plaatje 1 in je werkboek op pagina 4 is 1. Koopman 2. Schilder Vraag 2 Plaatje twee in je werkboek op pagina 4 is 1. koopman 2. matroos Vraag 3 Plaatje drie in je werkboek op pagina 4 is 1. schilder 2. matroos Vraag 4 Hoe noem je de 17e eeuw 1. De middeleeuwen 2. de gouden eeuw Vraag 5 Ga naar pagina 2 van je tekstboek. Waaraan zie je dat dit de stad Amsterdam is in de gouden eeuw? 1. pakhuizen langs de grachten 2. wolkenkrabbers langs de grachten Pagina 9

11 Vraag 6 Kijk op de tijdslijn. Wanneer is de gouden eeuw? 1. tussen de jaren 1800 en tussen de jaren 1600 en1700 Vraag 7 Wat was de belangrijkste stad in de gouden eeuw in Europa? 1. Parijs 2. Amsterdam Vraag 8 Kijk op pagina 5 van je werkboek. Welke plaatjes horen bij de gouden eeuw? 1. Pakhuis, koopman, schip 2. Kasteel, ridder, boerderij Vraag 9 In de gouden eeuw wonen er in Amsterdam: 1. Boeren en ridders 2. Veel rijke kooplieden, kunstenaars en wetenschappers Vraag 10 Waar of niet waar: kooplieden verdienen veel geld met specerijen 1. waar 2. niet waar Vraag 11 Mogen meisjes matroos worden 1. ja 2. nee Pagina 10

12 Vraag 12 Drie keer per jaar vertrekt een grote vloot schepen naar Oost Indië? 1. Waar 2. Niet waar Vraag 13 Ieder schip heeft kanonnen aan boord? 1. Dit is waar 2. Dit is niet waar Vraag 14 Het boegbeeld zit aan het voorkant van het schip 1. Waar 2. Niet waar Vraag 15 De achterkant van een schip noem je een: Boegbeeld 2. Spiegel Vraag 16 Wat wordt er in de gouden eeuw veel gemaakt door kunstenaars? 1. Schilderijen 2. Beelden Vraag 17 Waar wonen kooplieden? Pagina 11

13 1. In een villa buiten de stad 2. In herenhuizen langs de gracht Vraag 18 Hoe ziet een herenhuis er uit? 1. Klein huis met een rieten dak 2. Mooie gevel en een grote keuken Vraag 19 Welke mensen hebben koopmannen in dienst? 1. Matroon en schilder 2. Dienstmeisjes en koetsier Vraag 20 De bediening (dienstmeisjes) van de koopman eet in de keuken 1. waar 2. niet waar Vraag 21 In een weeshuis wonen matrozen 2. weeskinderen en vondelingen Vraag 22 Op een globe zijn alle landen van de wereld getekend? 1. Waar 2. Niet waar Pagina 12

14 Vraag 23 In de gouden eeuw wordt de brandslang uitgevonden 1. Waar 2. Niet waar Vraag 24 In de gouden eeuw wordt de microscoop uitgevonden 1. waar 2. niet waar Vraag 25 Wat doet een microscoop? 1. kleine dingen vergroten (groter maken) 2. grote dingen verkleinen (kleiner maken) Vraag 26 In een pakhuis worden Zieke mensen verzorgd 2. Spullen verzameld/bewaard Vraag 27 Specerijen groeien in koude landen 2. warme landen Vraag 28 Kijk op pagina 5 van je tekstboek. Welke kruiden halen de zeelieden op uit Oost Indië? 1. Zout en suiker 2. Peper, nootmuskaat en kruidnagel Pagina 13

15 Vraag 29 Wat is een driemaster? 1. loopfiets 2. Schip/boot Vraag 30 Waar slapen matrozen 1. hangmatten 2. op de grond Vraag 31 Wie brengt het eten naar de koopman 1. Koetsier 2. Dienstmeisje Vraag 32 Bekijk opdracht 10 op pagina 8 van je werkboek Welk nummer in de vraag komen overeen met de plaatjes 1. 3,2,1,4,5 2. 2,3,4,1,5 Vraag 33 Maak opdracht 11 op pagina 9 in je werkboek 1. Ik weet het niet 2. tuurlijk, weet ik wel en ik heb alles goed Vraag 34 Pagina 14

16 Noem een woord dat hoort bij de koopliedengroep 1. schip (driemaster) en matrozen 2. herenhuis en specerijen Vraag 35 Noem een woordt dat hoort bij de zeevaartgroep 1. schip (driemaster), scheurbuik en VOC 2. huizen, atelier en dienstmeisjes Vraag 36 Noem een woord bij de zorggroep 1. weeshuis en chirurgijn (gasthuis) 2. schilderspallet en kunst Vraag 37 Noem een woord bij de bediendengroep 1. dienstmeisje en koetsier 2. koopman en paard Vraag 38 Noem een woord/persoon bij de kunstgroep 1. Schilders, schrijvers en delfs blauw aardewerk 2. boten, huizen en dienstmeisjes Vraag 39 Wat schilderen de schilders in de gouden eeuw veel 1. portretten van kooplui, stillevens en landschappen 2. dieren en portretten van dienstmeisjes Pagina 15

17 Vraag 40 Wat nemen de schepen mee vanuit de hele wereld? 1. Bloemen, stenen en fruit 2. Graan, specerijen, hout en vis Vraag 41 Waar staan de letters VOC voor? 1. Verenigde oostindische compagnie 2. Volledige oosterse compagnie Vraag 42 Hoeveel schepen hebben de VOC bij elkaar? Vraag 43 Wat verkopen de kooplieden van de VOC ook naast specerijen? 1. zijde, porcelein en thee 2. eten en boten Vraag 44 Wat zijn kapers? 1. Mensen die huizen leegroven 2. Mensen die schepen overvallen Vraag 45 Wie/wat hoort bij de kunstenaarsgroep Pagina 16

18 1. Atelier, stilleven 2. boot en scheurbuik Vraag 46 Welk type schepen (vloot) heeft de VOC 1. motorboot en sloep 2. fluiten en driemasters Vraag 47 Welke dingen worden in de gouden eeuw uitgevonden 1. Boot, aardewerk 2. Microscoop, slingeruurwerk, brandslang Vraag 48 Wat haalt de kooplieden van de VOC uit de Oostzee 1. Graan, hout en vis 2. Specerijen en thee Vraag 49 Wat haalt de VOC uit Oost Indie? 1. Specerijen (peper, nootmuskaat, kruidnagel), zijde, porselein en thee 2. Hout en graag Vraag 50 Wat zijn de gevaren voor matrozen tijdens de reis op een boot? 1. Scheurbuik, uit de mast vallen en kapers 2. lekke boot Pagina 17

19 Vraag 51 Hoe kan een matroos scheurbuik krijgen 1. niet voldoende eten 2. geen of onvoldoende verse groente eten Vraag 52 Noem bekende kunstenaars uit de gouden eeuw 1. schilders (Rembrandt van Rijn), edelsmeden, schijvers (Vondel) 2. matroos, kooplieden Vraag 53 Wat doet de armenzorg? 1. Specerijen aan kooplieden geven 2. Water en brood aan armen uitdelen Pagina 18

20 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Therise Stubbe Laatst gewijzigd 11 October 2015 om 12:38 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Pagina 19