Vermeerzaal SP: Rapport Nationale Ombudsman over sociale werkplaatsen vrz: Smulders pfh: Tigelaar secr: Bongers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vermeerzaal SP: Rapport Nationale Ombudsman over sociale werkplaatsen vrz: Smulders pfh: Tigelaar secr: Bongers"

Transcriptie

1 OVERZICHT De Raad Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 Het Plein 19:00 19:30 Nota Evenementenbeleid 2015: Samen bouwen aan evenementen vrz: Huijdts pfh: Van den Berg secr: Van Kan GroenLinks/D66: Parkeerdruk in gebieden grenzend aan parkeervergunninggebieden vrz: Van der Spoel pfh: Buijtelaar secr: Pen SP: Rapport Nationale Ombudsman over sociale werkplaatsen vrz: Smulders pfh: Tigelaar secr: Bongers Tennisclub Alta 20:00 VERVALLEN: Vragen raadsleden aan college vrz: Van der Spoel 20:15 1

2 Tijd Raadzaal 1.02 HB 20: Vaststelling agenda 01b. *Interpellatieverzoek SP: Huishoudelijke hulp 01c. *Interpellatieverzoek Amersfoort2014: aanleiding tot preventief financieel toezicht Besluit met debat pfh: Imming pfh: Buijtelaar 02. PRESIDIUM ADVISEERT UITSTEL - Initiatiefvoorstel van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 Op weg naar financieel evenwicht Besluit zonder debat, met moties en amendementen 03. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. Besluiten zonder debat 04. Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen 05. Reconstructie aansluiting Hertekop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan): investeringskrediet 06. Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december 2014 Moties 07. Motie M GroenLinks, SP, D66: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (versie 13 januari) 08. *Motie M D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie: Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval (versie 12 januari) 09. *Motie M CDA: Visievorming en kerntakendiscussie pfh: Houwing 10. *Motie M BPA: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen pfh: Buijtelaar 11. *Motie M OPA, VVD: De mening van bewoners is geen afval 12. *Motie M OPA: Tot daar en niet verder (versie 13 januari) Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 13 januari 2015 pfh: Tigelaar pfh: Tigelaar 2

3 Het Besluit Voorzitter: L. Bolsius Griffier: W. van der Vlies *toegevoegd/gewijzigd ten opzichte van eerdere publicatie Datum: dinsdag 13 januari 2015 Aanvang: 20: Vaststelling agenda 01b. *Interpellatieverzoek SP: Huishoudelijke hulp 01c. *Interpellatieverzoek Amersfoort2014: aanleiding tot preventief financieel toezicht Besluit met debat 02. PRESIDIUM ADVISEERT UITSTEL - Initiatiefvoorstel van D66, VVD, Christen- Unie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 Op weg naar financieel evenwicht Besluit zonder debat, met moties en amendementen 03. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. Besluiten zonder debat 04. Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen 05. Reconstructie aansluiting Hertekop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan): investeringskrediet 06. Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december 2014 Moties 07. Motie M GroenLinks, SP, D66: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (versie 13 januari) 08. *Motie M D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie: Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval (versie 12 januari) 09. *Motie M CDA: Visievorming en kerntakendiscussie

4 10. *Motie M BPA: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen 11. *Motie M OPA, VVD: De mening van bewoners is geen afval 12. *Motie M OPA: Tot daar en niet verder (versie 13 januari) Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 13 januari 2015

5 01. Vaststelling agenda

6 01b. *Interpellatieverzoek SP: Huishoudelijke hulp Art. 48, lid 2, Reglement van orde van de raad: De raad beslist over het verzoek en wanneer de interpellatie zal worden gehouden. De SP heeft op 9 januari een motie aangekondigd aansluitend op de interpellatie. Presidium adviseert over actualiteit en urgentie. Besluit - Interpellatie SP Huishoudelijke hulp ( ) (pdf) Motie M SP Huishoudelijke hulp (VERWORPEN) (pdf)

7 01c. *Interpellatieverzoek Amersfoort2014: aanleiding tot preventief financieel toezicht Amersfoort2014 heeft vragen gesteld over de aanleiding tot het preventief financieel toezicht. De vragen zouden als onderdeel van het debat over het initiatiefvoorstel worden beantwoord. Nu het presidium adviseert geen besluitvorming te hebben over het initiatiefvoorstel heeft Amersfoort2014 verzocht de vragen onderdeel te laten zijn van een interpellatie. Art. 48, lid 2, Reglement van orde van de raad: De raad beslist over het verzoek en wanneer de interpellatie zal worden gehouden. Bijlage - *Interpellatie Amersfoort2014 aanleiding tot preventief financieel toezicht + aanvullende vragen GroenLinks (pdf)

8 02. PRESIDIUM ADVISEERT UITSTEL - Initiatiefvoorstel van D66, VVD, Christen- Unie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 Op weg naar financieel evenwicht Woordvoerder 1e termijn: Ben Stoelinga (Amersfoort2014) De commissie Begroting en Verantwoording (B&V) heeft in samenwerking met de wethouder Financiën en de afdeling Concernfinanciën de notitie Op weg naar financieel evenwicht opgesteld en dient die ter besluitvorming aan de raad aan. De notitie bevat maatregelen voor de jaren na Initiatiefvoorstel - Inititiatiefvoorstel D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, Groen- Links, OPA, Amersfoort2014 Op weg naar financieel evenwicht (pdf) Bijlage initiatiefvoorstel notitie Commissie B&V Op weg naar financieel evenwicht"

9 03. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. In 2010 heeft een initiatiefnemer een verzoek ingediend voor de bouw van een supermarkt op de locatie aan het Euterpeplein 1 waar toen nog de Opstandingskerk stond. Een nieuw bestemmingsplan was nodig omdat een supermarkt (detailhandel) niet paste binnen de toen geldende bestemming maatschappelijke doeleinden. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 10 april tot en met 21 mei 2014 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 6 zienswijzen ingediend, deze zijn in de zienswijzennota beoordeeld. Besproken op 14 oktober 2014 in De Ronde. Op 9 december afgevoerd van de agenda van Het Besluit om meer tijd te hebben voor het voorbereiden van de besluitvorming door fracties. *GroenLinks en Amersfoort2014 hebben motie M Euterpeplein aangekondigd. *OPA verzoekt om de motie eerst in De Ronde te bespreken (en daarmee ook om het raadsvoorstel van de agenda af te voeren). Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. (pdf) Bijlage - Zienswijzennota Bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. Bijlage - Digitaal Bestemmingsplan Agendapunt, besluitenlijst en bijlagen De Ronde 14 oktober 2014 Collegebericht Resultaten overleg met bewoners over Bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. *Amendement A VVD Vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 (pdf) *Motie M GroenLinks, Amersfoort2014, SP Euterpeplein (pdf) *Motie M VVD Parkeermaatregelen Euterpeplein (pdf)

10 04. Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen Het hoofdstuk over het bewaren van houtopstanden in de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort is geactualiseerd. De voorgestelde wijzigingen zijn uitsluitend uitgangspunten op uitgangspunten zoals in het raadsvoorstel genoemd, gericht. Er is geen wijziging van beleid beoogd. Raadsvoorstel Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen (pdf) Bijlage 1 Artikelen 4-10 t/m 4-12 G van hfd. 4 afd. 3 Bomen APV Amersfoort (pdf) Bijlage 2 Artikelsgewijs overzicht wijzigingen t.o.v. huidige artikelen 4-10 t/m 4-12 K van hfd. 4 afd. 3 Het bewaren van houtopstanden APV Amersfoort (pdf) Bijlage 3 Beleidsregel Bomen (pdf) Bijlage - Gewijzigde APV (pdf) Vraag aan het College - *Beantwoording feitelijke vragen SP - raadsvoorstel Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen (januari 2015) (pdf)

11 05. Reconstructie aansluiting Hertekop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan): investeringskrediet De raad wordt voorgesteld om een investeringskrediet beschikbaar te stellen van voor de reconstructie van de Hertekop (gedeelte Arnhemseweg tussen projectgrens Kersenbaan en A28. Op 7 oktober 2014 heeft de raad het bestemmingsplan Aansluiting Hertekop ongewijzigd vastgesteld. Hiermee werd het planologisch mogelijk om de reconstructie van het Amersfoortse deel uit te kunnen voeren. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Reconstructie aansluiting Hertekop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan) (pdf) Bijlage - Ontwerptekening Reconstructie Hertekop (pdf) Bijlage - Boom Effect Advies Hertekop (pdf)

12 06. Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december 2014 Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december 2014 (pdf)

13 07. Motie M GroenLinks, SP, D66: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (versie 13 januari) Besproken op 9 december in De Ronde. Motie M GroenLinks, SP, D66 Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (AANGENOMEN) (pdf)

14 08. *Motie M D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie: Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval (versie 12 januari) Was op 9 december 2014 aangekondigd voor Het Besluit (als M-7.1a), maar is niet ingediend om eerst te bespreken in De Ronde. Motie M D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval (AANGENOMEN) (pdf)

15 09. *Motie M CDA: Visievorming en kerntakendiscussie Motie M CDA Visievorming en kerntakendiscussie (VERWORPEN) (pdf)

16 10. *Motie M BPA: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen Deze motie was ingediend bij agendapunt 2 Initatiefvoorstel Op weg naar financieel evenwicht. De motie wordt nu als apart agendapunt behandeld. Motie M BPA Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen (NIET INGEDIEND) (pdf)

17 11. *Motie M OPA, VVD: De mening van bewoners is geen afval Motie is niet tijdig aangeleverd, het presidium adviseert over het presidium adviseert over actualiteit en urgentie Motie M OPA, VVD De mening van bewoners is geen afval (VERWORPEN) (pdf)

18 12. *Motie M OPA: Tot daar en niet verder (versie 13 januari) Motie is niet tijdig aangeleverd, het presidium adviseert over actualiteit en urgentie Motie M OPA Tot daar en niet verder (NIET INGEDIEND) (pdf)

19 Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 13 januari 2015 Besluitenlijst Het Besluit 13 januari 2015 (pdf) Verslag Het Besluit 13 januari 2015 (pdf) Videoverslag

20 Interpellatie: Huishoudelijke hulp Het Besluit 13 januari 2015 Reg.nr De SP-fractie heeft via haar meldpunt geconstateerd dat cliënten van uiteenlopende thuiszorgaanbieders de mededeling krijgen dat hun Huishoudelijke Hulp wordt gekort. Van een zorgvuldig opgesteld ondersteuningsplan is geen sprake. De fractie houdt het college verantwoordelijk voor deze gang van zaken. De gemeente bepaalt immers budget en tijdspad waarbinnen de zorgaanbieders meer dan 2500 cliënten een ondersteuningsplan moeten aanbieden. In antwoord op schriftelijke vragen wekt het college de indruk dat er niet zoveel aan de hand is. Één aanbieder maakte fouten en is daarop gewezen. Andere aanbieders kregen nog een keer een bevestiging van de gemaakte afspraken. De éénzijdige kortingen, zonder zorgvuldig opgesteld ondersteuningsplan, gaan dus gewoon door. Op basis van deze beantwoording stelt de SP-fractie de volgende vragen: 1. Eind november (rond de 24 e ) zijn de contracten met de zorgaanbieders pas formeel getekend. Vanaf dat moment moesten de zorgaanbieders meer dan 2500 cliënten een zorgvuldig opgesteld ondersteuningsplan aanbieden. Door beide partijen ondertekend en het liefst voor 1 januari afgehandeld. Hoe hebt u kunnen denken dat dit tot een zorgvuldige afhandeling zou leiden? 2. In een latere fase heeft u alsnog besloten om de aanbieders tot 1 februari respijt te geven.. Tot deze datum blijft u vergoeden op basis van het uurtarief 2014, zolang er geen ondersteuningsplan is opgesteld. Navraag leert dat het onwaarschijnlijk is dat alle ondersteuningsplannen wel voor 1 februari zijn afgehandeld. Op dit moment lijkt circa 1/3 te zijn behandeld. Welke zorg gaat u de cliënten bieden waar per 1 februari nog geen ondersteuningsplan voor is opgesteld? 3. Heeft u zich op de hoogte gesteld van de werkwijze ter zake van alle zorgaanbieders? Zo nee, waarom niet? 4. Wanneer is een ondersteuningsplan, naar uw oordeel, zorgvuldig opgesteld? Exact welke criteria zijn daarover afgesproken? 5. Op welke wijze gaat u controleren of de betreffende ondersteuningsplannen zorgvuldig zijn opgesteld? 6. Als u vaststelt dat ondersteuningsplannen niet zorgvuldig zijn opgesteld, hoe gaat u dan corrigerend optreden? 7. Is u bekend dat zorgaanbieders verschillende ondersteuningsplannen gebruiken met andere accenten? 8. Bent u niet bevreesd dat er zo per zorgaanbieder uiteenlopende soorten hulp wordt geboden? Zo nee, waarom niet? 9. Cliënten is schriftelijk (10 december) zonder nadere motivatie en zonder gesprek (laat staan ondersteuningsplan) meegedeeld dat zij van HH2 naar HH1 gaan. Wat is de inhoudelijke basis voor deze wijziging? Acht u dit een zorgvuldige handelswijze? Zo ja, waarom? 10. Op welke wijze gaat u de cliënten compenseren voor de tijd waarin de thuiszorgmedewerker het ondersteuningsplan heeft moeten opstellen en dus geen zorg heeft kunnen bieden? 11. Aan de hand van welke criteria gaat u bezwaarschriften die aan de gemeente gericht zijn met betrekking tot de afhandeling van ondersteuningsplannen beoordelen? 12. Wat gaat u doen met de bezwaarschriften die aan de zorgaanbieders gericht zijn? Fractie SP Ad Meijer

21 M VERWORPEN 13 JANUARI 2015 Amersfoort, 13 januari 2015 Indieners overwegen Dat op dit moment een zorgvuldige opstelling van ondersteuningsplannen, die als basis dienen voor Huishoudelijke Hulp in 2015, niet kan worden gegarandeerd. Roepen het college op De Raad middels overlegbare controles en verklaringen er van te overtuigen dat alle ondersteuningsplannen zorgvuldig en in volledige samenspraak met cliënten zijn opgesteld. Waar aangetoond kan worden dat het ondersteuningsplan niet zorgvuldig en in samenspraak met cliënt is opgesteld dit te corrigeren. Zorgaanbieders na 1 februari 2015 de gelegenheid te geven om van alle cliënten een zorgvuldig en in samenspraak opgesteld ondersteuningsplan te overleggen en dit ook financieel, op basis van het uurtarief 2014, te faciliteren. En gaat over tot de orde van de dag. Ad Meijer, Fractie SP

22 Volgens afspraak in de commissie B&V d.d # Vragen van Amersfoort2014 De gemeenteraad van Amersfoort staat in 2015 onder verscherpt toezicht van de provincie Utrecht. Remco van Lunteren, VVD-gedeputeerde, legde op 16 december tijdens de hoorzitting de vinger nog eens op de zere plek. Ambtelijk is de gemeente dit jaar al veel eerder gewaarschuwd dat dit zou gaan gebeuren. Vraag1 1a) Is in de afgelopen maanden het contact tussen de gemeenteambtenaren en de provincieambtenaren in een goede sfeer verlopen? 1b) Hebben de ambtenaren van de gemeente Amersfoort de wethouder, na elk ambtelijk overleg, tijdig en goed geïnformeerd over het standpunt van de ambtenaren van de provincie? 1c) Zijn de signalen vanuit de provincie over het voornemen van de provincie dat er verscherpt toezicht dreigde aan te komen direct door de ambtenaren aan de wethouder doorgespeeld? Vraag 2 Op welke datum is de wethouder van financiën voor het eerst door zijn ambtenaren ingelicht over de dreiging van verscherpt toezicht door de provincie Utrecht? Vraag 3 3a) Heeft de wethouder op dat moment ( zie antwoord op vraag 2) direct de gemeenteraad ingelicht? Zo nee, waarom niet? 3b)Zo ja; wanneer en op welke wijze is dat gebeurd? 3c) Is de volgende stelling juist?: De gemeenteraad van Amersfoort had eerder ingelicht moeten worden over het dreigende verscherpt toezicht Vraag 4 Volgens de schriftelijke informatie van de provincie en volgens de uitspraken van de gedeputeerde op 16 december kan een gemeenteraad nooit overvallen worden door een dreigend besluit van de provincie om het toezicht te verscherpen. Uit reacties vanuit de Amersfoortse politiek blijkt dat een groot aantal fracties wel degelijk verrast was door het besluit van de provincie. Hoe verklaart de wethouder deze discrepantie?

23 Vraag 5 Tijdens de begrotingsbehandeling in 2014 zijn er door verschillende fracties veel kritische vragen gesteld aan het College van B&W over allerlei financiële kwesties die nu door de provincie worden benoemd als onevenwichtig, niet sluitend, omvangrijke schuldenpositie, ontoereikende reserves, risico s sociaal domein, stelpost onderwijsbezuiniging niet realistisch, risico s grondexploitatie e.d. In de antwoorden van het College op de kritische vragen van de verschillende fracties over bovenstaande thema s kwamen vaak ontkennende en/of geruststellende antwoorden. Is deze stelling juist?: Met de kennis van nu zijn deze antwoorden destijds niet altijd adequaat geweest waardoor de gemeenteraad een onjuist beeld heeft gekregen van de financiële staat van de stad. Vraag 6 Wij nemen aan dat de wethouder in de afgelopen weken met de bestuurlijke en financiële ambtelijke top de ontstane situatie uitvoerig heeft geëvalueerd. Kan de wethouder ons deelgenoot maken van de hoofdzaken en de eindconclusies van deze evaluatie? Vraag 7 Kan de wethouder, als vervolg op de evaluatie van vraag 5, aangeven welke verbeterpunten en/of aanbevelingen er door de ambtelijke en bestuurlijke organisatie zijn geformuleerd om in de (nabije) toekomst een herhaling van de ontstane situatie te voorkomen? Ben Stoelinga, fractievoorzitter Amersfoort2014 Aanvullende vragen GroenLinks Vraag 8 Op 2 december 2014 verscheen een collegebericht ( ) waarin de raad werd geïnformeerd over het voornemen van de provincie tot het instellen van preventief toezicht. Op 9 december 2014 is besloten tot het verlenen van een grote financiële bijdrage voor de huisvesting van gymnastiek- en turnvereniging GymXL. Is de wethouder van mening dat vanaf 2 december, vanwege de dreiging van preventief toezicht, voorgenomen grote uitgaven heroverwogen hadden moeten worden? Getuigt het verlenen van de grote financiële bijdrage voor de huisvesting van GymXL nadat de wethouder wist dat preventief toezicht er aan zat te komen van deugdelijk financieel en solide bestuur? Vraag 9 Gedeputeerde Van Lunteren heeft op 16 december 2014 aangegeven dat het op dat moment te laat was om een herstelbegroting voor het jaar 2015 bij de provincie in te dienen. Had volgens de wethouder preventief toezicht afgewend kunnen worden als het college sneller had gehandeld vanaf het moment dat bekend werd dat preventief toezicht dreigde, door voor half december 2014 een herstelbegroting aan de raad ter besluitvorming voor te leggen? Frans Prins, fractievoorzitter Groen Links

24 Gemeente Amersfoort INITIATIEFVOORSTEL Van : D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, Reg.nr. : GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 Aan : Gemeenteraad Datum : 18 december 2014 Portefeuillehouder : Buijtelaar De Ronde : Agenda Het Besluit : Vastgesteld besluit : TITEL Op weg naar financieel evenwicht BESLISPUNTEN 1. begin 2015 een herstelbegroting vast te stellen waarover de provincie Utrecht zich bij de voorbereiding positief heeft uitgesproken; 2. de notitie Op weg naar financieel evenwicht vast te stellen, waarmee de raad tevens besluit: a. op 3 maart een besluit te nemen over de procesaanpak van de Kerntakendiscussie; b. het college te verzoeken om bij de procesaanpak een herijking van de financiële opgave te presenteren; c. het college te verzoeken bij de Kadernota 2016 een pakket van concrete (structurele) maatregelen te presenteren, om de financiële opgave voor 2016 op te lossen. De raad besluit hierover eind mei. d. bij de Kadernota 2016 een besluit te nemen over concrete zoekrichtingen waarin de bezuinigingen voor 2017 gevonden moeten worden. e. het college te verzoeken bij de presentatie van de begroting, eind september, ook de uitkomsten van de Kerntakendiscussie te presenteren. f. bij de vaststelling van de begroting 2016 een besluit te nemen over de invulling van een pakket van structurele maatregelen om de financiële opgave voor 2017 op te lossen. g. bij de vaststelling van de begroting 2016 een besluit te nemen over de inhoudelijke zoekrichting voor de maatregelen voor de jaren Deze zoekrichting vindt zijn basis in de uitkomsten van de Kerntakendiscussie. h. het college te verzoeken bij de Kadernota 2017, waarover besluitvorming eind mei 2016 plaatsvindt, de financiële opgave voor 2018 en volgende jaren in te vullen met concrete structurele maatregelen. i. het college te verzoeken het maatregelenpakket te verwerken in de vast te stellen begroting AANLEIDING In een brief van 2 december 2014 heeft de provincie Utrecht de gemeenteraad van Amersfoort uitgenodigd voor een bestuurlijk overleg naar aanleiding van het voornemen tot preventief financieel toezicht. De provincie heeft aangegeven van de raad te willen vernemen welke maatregelen worden genomen voor financieel herstel. De commissie Begroting en Verantwoording (B&V) heeft in samenwerking met de wethouder Financiën en de afdeling Concernfinanciën de notitie Op weg naar financieel evenwicht opgesteld en dient die ter besluitvorming aan de raad aan. De notitie bevat maatregelen voor de jaren na De commissie B&V is van mening dat deze notitie en bovenstaande beslispunten belangrijk zijn om tot een structureel sluitende # Initiatiefvoorstel Op weg naar financieel evenwicht

25 pagina 2 Gemeente Amersfoort meerjarenbegroting te komen. Fracties zullen met elkaar, met het college en met de provincie moeten nagaan hoe invulling wordt gegeven aan deze opgave. BEOOGD EFFECT Een aanpak die voorziet in een sluitende meerjarenbegroting. ARGUMENTEN Bij beslispunt 1 Om van preventief toezicht terug te gaan naar repressief toezicht is een goedgekeurde begroting nodig voor 1 april In collegebericht is aangegeven dat het college begin januari 2015 met de provincie spreekt om tot een herstelbegroting te komen. Bij beslispunt 2a Een besluit op 3 maart biedt voldoende tijd voor het college om een zorgvuldige procesaanpak voor te bereiden. In de procesaanpak zijn het beoogd resultaat, het stappenplan en de betrokkenheid van raad, inwoners en organisaties uit de stad aangegeven. Bij beslispunt 2b Om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting is het van belang te weten hoe groot de financiële opgave is. Bij beslispunt 2c en d De financiële opgave geeft aan tot welk financieel resultaat de Kerntakendiscussie moet leiden. De bepaling van de financiële opgave wordt voorbereid in nauwe samenwerking met de provincie. De Kadernota 2016, die in het voorjaar 2015 gepresenteerd wordt, bevat concrete maatregelen voor 2016 en zoekrichtingen voor 2017 binnen de financiële randvoorwaarden van de opgave waarover de raad op 3 maart zal besluiten. Bij beslispunt 2e en g Terwijl in het voorjaar 2015, bij de presentatie van de Kadernota voor begrotingsjaar 2016, de maatregelingen voor 2016 al uitgewerkt moeten zijn, dient de Kerntakendiscussie eind september te worden afgerond. De resultaten van de kerntakendiscussie geven inzicht in de wijze waarop de begroting vanaf 2017 wordt ingevuld. Tegelijk met de begrotingsbehandeling wordt een besluit genomen over de zoekrichtingen voortkomend uit de Kerntakendiscussie en de financiële effecten voor Bij beslispunt 2f, h en i Stapsgewijs wordt toegewerkt naar concrete maatregelen om de meerjarenbegroting structureel sluitend te hebben. Dit alles binnen de financiële randvoorwaarden zoals nog te bepalen bij het raadsbesluit van 3 maart KANTTEKENINGEN - DUURZAAMHEID - FINANCIËN Het voorstel heeft tot effect dat de meerjarenbegroting structureel sluitend worden gemaakt. RISICOPARAGRAAF - COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Inwoners, Amersfoortse organisaties, bedrijfsleven, provincie Utrecht.

26 pagina 3 Gemeente Amersfoort VERVOLGSTAPPEN Het college bereidt in overleg met de raad en de provincie een procesaanpak waarover op 3 maart een positief besluit kan plaatsvinden. Het college voorziet in tijdige communicatie naar alle betrokkenen. Raadsfracties D66 VVD ChristenUnie PvdA E. Blaauw D. van S. Kennedy- L. van Bruggen Wijngaarden Doornbos CDA GroenLinks OPA Amersfoort2014 B. van F. Prins R. Mulder B. Stoelinga Koningsveld Bijlagen - Ontwerpbesluit - Notitie Op weg naar financieel evenwicht: processtappen en uitgangspunten

27 Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT Reg.nr De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van raadsfracties D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 van 16 december 2014, (nr ); b e s l u i t 1. begin 2015 een herstelbegroting vast te stellen waarover de provincie Utrecht zich bij de voorbereiding positief heeft uitgesproken; 2. de notitie Op weg naar financieel evenwicht vast te stellen, waarmee de raad tevens besluit: a. op 3 maart een besluit te nemen over de procesaanpak van de Kerntakendiscussie; b. het college te verzoeken om bij de procesaanpak een herijking van de financiële opgave te presenteren; c. het college te verzoeken bij de Kadernota 2016 een pakket van concrete (structurele) maatregelen te presenteren, om de financiële opgave voor 2016 op te lossen. De raad besluit hierover eind mei. d. bij de Kadernota 2016 een besluit te nemen over concrete zoekrichtingen waarin de bezuinigingen voor 2017 gevonden moeten worden. e. het college te verzoeken bij de presentatie van de begroting, eind september, ook de uitkomsten van de Kerntakendiscussie te presenteren. f. bij de vaststelling van de begroting 2016 een besluit te nemen over de invulling van een pakket van structurele maatregelen om de financiële opgave voor 2017 op te lossen. g. bij de vaststelling van de begroting 2016 een besluit te nemen over de inhoudelijke zoekrichting voor de maatregelen voor de jaren Deze zoekrichting vindt zijn basis in de uitkomsten van de Kerntakendiscussie. h. het college te verzoeken bij de Kadernota 2017, waarover besluitvorming eind mei 2016 plaatsvindt, de financiële opgave voor 2018 en volgende jaren in te vullen met concrete structurele maatregelen. i. het college te verzoeken het maatregelenpakket te verwerken in de vast te stellen begroting Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 januari 2015 de griffier, de voorzitter,

28 Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 27 augustus 2014 Portefeuillehouder : Wethouder J.C. Buijtelaar Agendapunt : B&W-vergadering : De Ronde : Agenda Het Besluit : Van de agenda afgevoerd Vastgesteld besluit : TITEL Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. BESLISPUNTEN 1. de zienswijzennota bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. vast te stellen; 2. in het ontwerpbestemmingsplan "Euterpeplein 1 e.o. de ambtshalve wijziging aan te brengen, zoals deze is opgenomen in hoofdstuk 3 van de zienswijzennota bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o."; 3. het bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. (met identificatienummer NL.IMRO.0307.BP , getekend op de ondergrond met de bestandsnaam Grootschalige basiskaart ) digitaal en analoog gewijzigd vast te stellen; 4. omgevingsvergunningen op basis van het bestemmingsplan "Euterpeplein 1 e.o." te toetsen aan de Nota Parkeernormen 2009 (zoals vastgesteld op 27 januari 2009 en bijgesteld op 3 juli 2012); 5. voor het plangebied geen exploitatieplan als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen; 6. gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht verzoeken om toestemming te verlenen tot versnelde publicatie in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. AANLEIDING In 2010 heeft een initiatiefnemer een verzoek ingediend voor de bouw van een supermarkt op de locatie aan het Euterpeplein 1 waar toen nog de Opstandingskerk stond. In het geldende bestemmingsplan Randenbroek-Schuilenburg 2007 heeft deze locatie de bestemming Maatschappelijke doeleinden met een nadere aanduiding Levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden. Binnen deze bestemming is de bouw van een supermarkt niet mogelijk. Het verzoek is middels een Haalbaarheidstoets afgewogen. Eind 2010 heeft het college de initiatiefnemer schriftelijk medegedeeld onder voorwaarden medewerking te willen verlenen aan dit initiatief. Naast stedenbouwkundige, economische en verkeertechnische randvoorwaarden waren dat ook voorwaarden aan het participatieproces. Medio 2011 is in overleg met de gemeente gestart met de verdere uitwerking van het plan met Hoorne Vastgoed, de opvolger van de eerste initiatiefnemer. Dat leidde in 2012 tot een set aanvullende voorwaarden voor de ontwikkeling en de bereidheid de bestemmingsplanprocedure op te starten. Na een voorbereidingstraject is het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd van 10 april tot en met 21 mei In deze periode zijn 6 zienswijzen ingediend. BETROKKENHEID OMGEVING NA TER INZAGE LEGGING ONTWERPBESTEMMINGSPLAN In het afgelopen half jaar laten betrokken bewoners via verschillende wegen weten dat zij zich niet serieus genomen voelen door de gemeente. Dit mondde uiteindelijk uit in een bestuurlijk overleg gevolgd door een brandbrief. Daarin vragen zij het bestemmingsplantraject stil te zetten en eerst een participatietraject te doorlopen over de toekomst van het Euterpeplein en hoe een tweede supermarkt daar in past. Omdat het beleid ten aanzien van de versterking van de wijkfunctie van het Euterpeplein en het belang van een tweede supermarkt daarin, onderdeel zijn van vigerend beleid én deze na onderzoek ten aanzien van overlast binnen de wettelijke en gemeentelijke kaders is in te passen, ziet het college daartoe geen aanleiding Inlichtingen bij: N.J.M. Ludeking, SOB/RO, (033)

29 raadsvoorstel pagina 2 Gemeente Amersfoort Daarnaast wijzen de bezorgde bewoners op fouten in het proces. Dat gaat met name om de betrokkenheid van bewoners door de initiatiefnemer. In 2010 hebben wij, zoals al in de aanleiding van dit voorstel is aangegeven, voor dat proces een aantal voorwaarden over betrokkenheid van bewoners en winkeliers meegegeven. Deze zijn opgenomen in de in maart 2014 met de huidige ontwikkelaar gesloten grondexploitatieovereenkomst. Die voorwaarden zijn: -Buurt en winkeliersvereniging informeren en op de hoogte houden van de ontwikkelingen en vorderingen gedurende het hele proces. -Plannen in een concept-fase op een informatieavond voorleggen voor reactie aan buurt en winkeliersvereniging -Suggesties/ideeën van buurt en winkeliersvereniging voor zover ze haalbaar zijn en een verbetering betekenen, meenemen in het definitief ontwerp en indien niet haalbaar gemotiveerd afwijzen. De ontwikkelaar heeft daaraan als volgt invulling gegeven: na de informatie-avond van 1 juli 2013 zijn de ideeën/suggesties die bewoners schriftelijk hebben ingediend middels een brief gemotiveerd afgewezen. In de zienswijzenprocedure hebben zij opnieuw gereageerd. Onderdeel van het bestemmingsplanproces is dat wij deze ideeën/suggesties opnieuw beoordelen, overnemen of gemotiveerd afwijzen. Met deze stappen wordt voldaan aan de voorwaarden voor betrokkenheid van bewoners zoals ze door ons zijn meegegeven aan de ontwikkelaar. Wij moeten helaas vaststellen dat een deel van de bewoners een ander verwachtingspatroon heeft ontwikkeld over de wijze waarop zij worden betrokken en de uitkomst van dit proces. De ideeën/suggesties die tot nog toe zijn overgenomen of gemotiveerd afgewezen hebben voor hen niet geleid tot een bevredigend resultaat. Wij blijven uiteraard binnen de kaders van de bestemmingsplanprocedure - open staan voor nieuwe ideeën/suggesties die tot een verbetering van de plannen kunnen leiden. Vertrekpunt voor ons is daarbij is dat het gemeentelijk beleid (o.a. in de detailhandelsnota 2011 en de besluitvorming door uw Raad en het college) de ontwikkeling van de supermarkt mogelijk maakt. Wij zullen ons blijven inspannen om het draagvlak voor komst van de supermarkt te vergroten, maar voorzien dat het niet zal lukken alle bewoners hierin mee te krijgen. BELANGRIJKSTE BESTEMMINGSPLANWIJZIGINGEN Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste wijzigingen in het bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. ten opzichte van het geldende bestemmingsplan Randenbroek-Schuilenburg 2007 : De bestemming wordt Detailhandel in plaats van Maatschappelijke doeleinden- levensbeschouwelijk en religieuze doeleinden; Het bouwvlak wordt anders gesitueerd, tegen de bestaande bebouwing aan in plaats van vrijstaand; De bouwhoogte wordt voor het grootste deel lager (5 in plaats van 10 meter) maar voor een klein deel hoger. Op de hoek van de Randenbroekerweg en het Euterpeplein komt een hoogteaccent van 10 meter; De bestemming Verkeer-Verblijf wordt ruimer t.b.v. het parkeren en de bevoorrading; Een deel van de bestemming Groen tussen de parkeerplaats en de tuin van de aangrenzende woningen aan de Bachweg blijft behouden. Hier wordt een groenstrook aangelegd als overgang van particulier eigendom naar de parkeerplaats; Een deel van de groenstrook langs de Flierbeek wordt gebruikt voor de herinrichting van het parkeerterrein achter de nieuwe supermarkt. Uitsnede geldend bestemmingsplan Randenbroek- Schuilenburg 2007 Uitsnede ontwerp bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o.

30 raadsvoorstel pagina 3 Gemeente Amersfoort De herontwikkeling die mogelijk wordt gemaakt met voorliggend bestemmingsplan bestaat uit de bouw van een Vomar supermarkt. Het gebouw voor de nieuwe supermarkt zal aansluiten bij het bestaande winkelblok met bovenwoningen en zal een winkelvloeroppervlakte hebben van circa 950 m2. Locatie Euterpeplein 1 e.o. Impressie voorlopig ontwerp supermarkt Gelijktijdig met de nieuwbouw van de supermarkt wordt de omliggende openbare ruimte heringericht. Dit is noodzakelijk om het parkeren ten behoeve van de supermarkt op een goede manier in te passen en om de bevoorrading van de supermarkt op een veilige manier mogelijk te maken. Naast de nieuwbouw van de supermarkt en de herinrichting van het openbaar gebied, wordt de oever van de Flierbeek, langs het parkeerterrein, heringericht als een moeraszone. Hiermee wordt een doelstelling van de ecologische verbindingszone (het creëren van een natuurvriendelijke oever) gerealiseerd. De herinrichting van de oever valt buiten de plangrens van voorliggend bestemmingsplan maar is wel onderdeel van de privaatrechtelijke afspraken met de ontwikkelaar die de herinrichting voor zijn rekening neemt. BEOOGD EFFECT Zodra het bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. de procedure heeft doorlopen beschikt de gemeente over een geactualiseerd, gestandaardiseerd en digitaal bestemmingsplan voor het gebied. Op basis van dit bestemmingsplan kunnen omgevingsvergunningen worden verleend voor de bouw van de supermarkt en de inrichting van het gebied. ARGUMENTEN 1.1 Geen van de zienswijzen geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan Het ontwerp bestemmingsplan heeft gedurende zes weken voor iedereen ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn 6 zienswijzen ingediend waarbij 1 van de zienswijzen is ingediend namens 95 medeondertekenaars. In de zienswijzennota zijn de zienswijzen samengevat en van een beoordeling voorzien. De belangrijkste bezwaren die naar voren komen in de zienswijzen zijn; de verkeersaantrekkende werking, bevoorrading, parkeerproblemen en aantasting van het groen. Daarnaast betwisten zij nut en noodzaak van een tweede supermarkt. Voor een samenvatting en beoordeling van de zienswijzen, wordt verwezen naar de bijgevoegde zienswijzennota. 2.1 Vaststellen bestemmingsplan is nodig om herontwikkeling mogelijk te maken Omdat de herontwikkeling van de betreffende locatie aan het Euterpeplein niet mogelijk is op basis van het geldende bestemmingsplan Randenbroek-Schuilenburg 2007, is het noodzakelijk om voorliggend bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. vast te stellen. 3.1 Het vaststellen van een exploitatieplan is niet nodig Het vaststellen van een exploitatieplan is niet nodig omdat er een grondexploitatieovereenkomst is gesloten met de ontwikkelaar.

31 raadsvoorstel pagina 4 Gemeente Amersfoort KANTTEKENINGEN 2.1 Maatschappelijk draagvlak Het maatschappelijk draagvlak is tweeledig. De winkeliersvereniging en de (winkel)bezoekers van het plein zullen een tweede supermarkt op het Euterpeplein waarderen. Maar er is ook een groep omwonenden die een tweede supermarkt niet wenselijk vindt omdat zij overlast verwachten van de verkeersaantrekkende werking, de bevoorrading en het parkeren. Deze groep omwonenden heeft verschillende keren contact gezocht met de gemeente om hun bezwaren kenbaar te maken. De door hen aangekaarte zaken, die ook naar voren zijn gekomen in de zienswijzen, zijn beoordeeld en afgewogen. De zienswijzen meewegend komen wij tot de conclusie dat de bestemming detailhandel met als invulling een supermarkt, een goede en passende aanvulling van het wijkwinkelcentrum, die tevens passend is binnen het bestaande beleid. Er vindt door de komst van de supermarkt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden, het woongenot en woonmilieu van het omliggende gebied, ondermeer omdat deze in een bestaand wijkwinkelcentrum wordt gebouwd. Door de komst van een tweede supermarkt rijdt er meer verkeer naar het wijkwinkelcentrum en ontstaat er meer parkeerdruk. De te verwachten extra overlast is niet dusdanig groot dat de ontwikkeling moet worden afgewezen, temeer omdat dit aansluit bij onze beleidslijn om het winkelcentrum te versterken. 2.2 Wijziging bij vaststelling bestemmingsplan - vastleggen parkeernormen Bij de hele planvorming voor zowel de bouw van de supermarkt als van het ontwerpbestemmingsplan is uitgegaan van de parkeernormen zoals die zijn vastgelegd in de Nota Parkeernormen 2009, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 januari 2009 en bijgesteld op de parkeernormen bij besluit van de gemeenteraad van 3 juli Deze normen blijven van toepassing voor dit bestemmingsplan. Daarom wordt voorgesteld het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd vast te stellen door in artikel 3 van de regels van het bestemmingsplan op te nemen dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen 2009 (zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 januari 2009 en bijgesteld op de parkeernormen bij besluit van de gemeenteraad van 3 juli 2012) en dat daardoor voor de functie detailhandel in wijk- buurt en dorpcentra de norm wordt gehanteerd van 3,3 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak). 2.3 Parkeer- en verkeerstudie ingediend na afloop van de zienswijzenperiode Na afloop van de zienswijzenperiode is op 4 augustus 2014 door Stibbe advocaten, namens de Albert Heijn, een parkeeronderzoek (opgesteld door Goudappel Coffeng: Parkeer en verkeerstudie Euterpeplein, kenmerk AHV042/Skw/ ) naar de gemeente gestuurd waaruit zou blijken dat de te verwachten parkeeroverlast groter is dan in het bestemmingsplan is aangegeven. Officieel is dit onderzoek geen onderdeel van de zienswijze omdat het buiten de termijn is ingediend. Maar gezien de relatie met de afweging van de zienswijzen wordt er in de zienswijzennota wel kort op het onderzoek ingegaan en een uitleg gegeven over de verschillende opvattingen ten aanzien van de gehanteerde parkeernormen en de parkeeroverlast. DUURZAAMHEIDS ASPECTEN In het kader van duurzaamheid moet gezocht worden naar de samenhang op sociaal-cultureel, economisch en ecologisch vlak. Daarbij zijn lange termijn opgaven van belang zoals klimaatbestendigheid, beheersing van de verkeersdruk en energieneutrale gebouwen. De ontwikkelaar heeft aangegeven dat de supermarkt gaat werken met verschillende duurzame maatregelen, zoals vloerverwarming waarbij de restwarmte van de condensoren wordt gebruikt, LED verlichting, dakafdekking van koelingen en vriezers, duurzaam transport en afvalretourstroom. Daarnaast wordt de oever van de aan het plan grenzende Flierbeek, een ecologische verbindingszone, heringericht als moeraszone. Hiermee wordt een doelstelling van de ecologische verbindingszone, namelijk het creëren van een natuurvriendelijke oever, gerealiseerd. De herinrichting van de oever valt buiten de plangrens van voorliggend bestemmingsplan, maar is wel onderdeel van de privaatrechtelijke afspraken met de ontwikkelaar die de herinrichting voor zijn rekening neemt.

32 raadsvoorstel pagina 5 Gemeente Amersfoort FINANCIËN Met de ontwikkelaar is een grondexploitatieovereenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst komt de ontwikkeling en realisatie van het plan voor rekening en risico van de ontwikkelaar. BETROKKEN PARTIJEN Tijdens het wettelijk vooroverleg zijn vooroverlegpartners betrokken bij het bestemmingsplan. De opmerkingen die in dat kader zijn gemaakt, zijn waar nodig verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. De supermarkt wordt ontwikkeld door Hoorne Vastgoed. Hoorne Vastgoed heeft op 1 juli 2013 tijdens een inloopavond het plan voor de bouw van de supermarkt gepresenteerd aan omwonenden. Ook de gemeente was aanwezig bij die inloopavond. Van 10 april tot en met 21 mei 2014 heeft het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen waarbij een ieder de gelegenheid is geboden een zienswijze over het plan naar voren te brengen. De ter inzage legging is aangekondigd in de stadsberichten van de Stad Amersfoort, de Staatscourant en op de gemeentelijke website. Daarnaast is een brief gestuurd naar de bewoners van het omliggende gebied met daarin informatie over de ter inzage legging en de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. VERVOLG Na vaststelling van het bestemmingsplan wordt het opnieuw gedurende zes weken ter inzage gelegd. Omdat het bestemmingsplan gewijzigd wordt vastgesteld, krijgt eerst de provincie zes weken de tijd om te beslissen of zij op de wijziging willen reageren. Omdat de wijziging enkel gaat om aanpassing van de de regel over de toets van omgevingsvergunningen aan de juiste parkeernota, en niet leidt tot een wezenlijk ander plan dan het ontwerpbestemmingsplan, wordt verzocht om versnelde publicatie. Wanneer de provincie hiermee instemt, hoeven de zes weken bedenktijd niet te worden afgewacht. Gedurende de termijn waarin het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan ter inzage ligt, kunnen diegenen die een zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan hebben ingediend en belanghebbenden, die kunnen aantonen dat zij redelijkerwijze geen zienswijze kenbaar hebben kunnen maken over het ontwerpbestemmingsplan, of belanghebbenden die bezwaar hebben tegen de in het bestemmingsplan aangebrachte wijzigingen, een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit van de gemeenteraad van Amersfoort treedt in werking na afloop van de beroepstermijn. Een eventueel beroep schorst de werking van het plan niet. Daarvoor moet een afzonderlijk verzoek om voorlopige voorziening worden gericht aan de Voorzitter van de Raad van State. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Bijlagen: - Ontwerpraadsbesluit - Zienswijzennota bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. - Het ontwerpbestemmingsplan is digitaal in te zien via klik naar zoeken in alle plannen (via de kaart), klik op het gebied Randenbroek-Schuilenburg en klik vervolgens door naar "Ontwerpbestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o.". Ook is het plan digitaal in te zien via de landelijke voorziening

33 Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Amersfoort; Reg.nr op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2014, sector SOB/RO (nr ); b e s l u i t: 1. de zienswijzennota bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. vast te stellen; 2. in het ontwerpbestemmingsplan "Euterpeplein 1 e.o. de ambtshalve wijziging aan te brengen, zoals deze is opgenomen in hoofdstuk 3 van de zienswijzennota bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o."; 3. het bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. (met identificatienummer NL.IMRO.0307.BP , getekend op de ondergrond met de bestandsnaam Grootschalige basiskaart ) digitaal en analoog gewijzigd vast te stellen; 4. omgevingsvergunningen op basis van het bestemmingsplan "Euterpeplein 1 e.o." te toetsen aan de Nota Parkeernormen 2009 (zoals vastgesteld op 27 januari 2009 en bijgesteld op 3 juli 2012); 5. voor het plangebied geen exploitatieplan als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen; 6. gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht verzoeken om toestemming te verlenen tot versnelde publicatie in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier de voorzitter

34 A AMENDEMENT Vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 Amersfoort, 13 januari 2015 Raadsvoorstel nr.: Indieners overwegen, dat: 1. Met de vaststelling van deze wijziging van het bestemmingsplan het winkelcentrum een waardevolle verbetering kan ondergaan; 2. Deze verbetering, ontegenzeggelijk, invloed heeft op de leefomgeving van direct omwonenden; 3. De omwonenden in het besluitvormingstraject volgens het gehanteerde Model I niet voldoende in de gelegenheid zijn geweest hun mening te geven over verkeersstromen, verkeersveiligheid, parkeeroverlast en ecologie, maar daarna in gesprek met college en raadsleden daartoe alsnog in de gelegenheid zijn geweest; 4. Aan enkele door omwonenden geuite wensen niet kan worden tegemoetkomen uit verkeersveilige en ruimtelijke overwegingen,; 5. Omwonenden er sterk op hebben aangedrongen vanaf de Randenbroekerweg het nog uit te breiden parkeerterrein aan de Flierbeek uit een oogpunt van verkeersveiligheid niet toegankelijk voor verkeer te maken; 6. Toegang en bereikbaarheid in noodgevallen mogelijk moet blijven; 7. Gezien de wettelijke termijn voor het doorlopen en vaststellen van dit bestemmingsplan een raadsbesluit wenselijk is, als geen onoverkomelijke problemen resteren; en stellen het onderstaande amendement voor. De raad van de gemeente Amersfoort besluit: in het raadsbesluit onder punt 1. De zienswijzennota bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. vast te stellen, aan te vullen met het volgende tekstonderdeel: met dien verstande dat de toegang vanaf de Randenbroekerweg naar het nog uit te breiden parkeerterrein aan de Flierbeek aangelegd wordt, maar niet toegankelijk is voor verkeer, noodgevallen uitgezonderd;. 13 januari 2015 VVD/Koos Voogt

35 M MOTIE Euterpeplein Amersfoort, 13 januari 2015 Raadsvoorstel: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. ( ) De raad van de gemeente Amersfoort Overwegende dat, a. In de bestemmingsplanprocedure als gevolg van modelkeuze 1 onvoldoende ruimte is geweest voor bewonersparticipatie b. Naar aanleiding van de Ronde van 14 oktober 2014, volgend op de afdoening van de bezwaarschriften, en de gesprekken die daarna zijn gevoerd met de omwonenden onvoldoende gekeken is naar de mogelijkheden om de voorstellen van de bewoners in te passen in het bestaande voorstel c. De raad belang hecht aan een goede omgang met initiatieven en alternatieve plannen van inwoners ( right to challenge ) d. Het voorstel van de omwonenden zoals zij dat hebben opgesteld eind 2014 op een aantal belangrijke punten het plan verbetert voor zowel de omwonenden zelf als voor de ondernemers op het plein als voor de natuur, zonder dat dit een teruggang in het aantal winkelmeters tot gevolg heeft of dat dit leidt tot een nieuwe bestemmingsplanprocedure Verzoekt de voorzitter van de raad om 1. Het raadsvoorstel nu van de agenda af te voeren Draagt het college op 2. Opnieuw met de omwonenden in gesprek te gaan over het compromisvoorstel dat zij eind 2014 aan de raad hebben getoond 3. Binnen 2 maanden met een voorstel voor een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan en een voorstel voor een verkeersbesluit te komen, waarin: a. de toegang van de Randenbroekerweg tot het parkeerterrein achter Euterpeplein 3-12 niet wordt gerealiseerd; b. het parkeerterrein achter Euterpeplein 3-12 niet wordt uitgebreid en de groenstrook dus niet wordt aangetast; c. het parkeerterrein achter Euterpeplein 3-12 bestemd wordt voor parkeren door bewoners en winkeliers, overeenkomstig het recht van erfdienstbaarheid zoals dat nu op de toegangsweg vanaf de Bachweg ligt; d. de parkeerplaatsen die extra gecreëerd moeten worden vanwege de komst van de supermarkt conform het voorstel van de omwonenden op het plein worden aangebracht; e. een blauwe zone op het plein wordt ingesteld waardoor de parkeerdruk op het plein afneemt f. het bouwvlak conform het voorstel van de omwonenden iets kleiner wordt dan in het huidige voorstel van het college, maar het aantal winkelmeters gelijk blijft aan het met de ondernemer afgesproken aantal, omdat Euterpeplein 3 bij de winkel kan worden betrokken en geen passage meer vormt. 4. De gekozen oplossing één jaar na ingebruikname van de supermarkt te evalueren op de aspecten verkeer, sociale veiligheid en leefbaarheid. Astrid Janssen Ben Stoelinga Rob Molenkamp GroenLinks Amersfoort2014 SP

36 M MOTIE Parkeermaatregelen Euterpeplein Raadsvoorstel nr.: De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat, 1. omwonenden van het Euterpeplein bezorgd zijn over de parkeersituatie met de komst van een tweede supermarkt; 2. zij nu al vaak parkeeroverlast ervaren, omdat winkelende bezoekers een vrij willekeurig parkeergedrag vertonen; 3. dit betekent dat het college dit probleem bij voorrang onder ogen moet zien door te laten nagaan welke maatregelen op korte termijn al mogelijk zijn; 4. de proefneming met een blauwe zone verder inzicht kan bieden in de parkeerverhoudingen; 5. op enig moment een scheiding kan plaatshebben tussen langparkeerders (bewoners en winkelpersoneel) en winkelende parkeerders in die zin, dat langparkeerders achter het plein aan de Flierbeek en winkelende parkeerders aan de voorzijde van het plein. vraagt het college: 1. Zo spoedig mogelijk op het Euterpeplein een blauwe zone in te stellen; 2. De tijdsduur waarbinnen met een parkeerschijf geparkeerd kan worden en de tijdvensters voor de zone af te stemmen met winkeliers en bewoners; 3. De effecten daarvan na 4 maanden met omwonenden en winkeliers te evalueren; 4. Voort te gaan met de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen met de in het gewijzigde bestemmingsplan Euterpeplein 1 voorziene extra parkeerplekken aan Flierbeek; 5. het toevoegen van 5 parkeerplekken op de opgeheven bushaltes. 13 januari 2015 VVD/Voogt

37 Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 16 december 2014 Portefeuillehouder : Wethouder M. Tigelaar Agendapunt : B&W-vergadering : De Ronde : - Agenda Het Besluit : Vastgesteld besluit : TITEL Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen BESLISPUNTEN 1. De artikelen 4:10 tot en met 4:12 G van hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen, Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, conform de tekst van bijlage 1 vast te stellen; 2. De huidige artikelen 4:10 tot en met 4:12 K van hoofdstuk 4, afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden, Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, in te trekken op de dag van de inwerkingtreding van het besluit onder punt 1. AANLEIDING Het hoofdstuk over het bewaren van houtopstanden in de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort (hierna: APV) is geactualiseerd. Deze actualisatie was nodig, omdat: 1 e. in het rapport van bureau Eelerwoude d.d. 5 juni 2013, over het onderzoek naar de kap van bomen in Park Randenbroek e.o., als eerste leerpunt is opgenomen: In de APV 2012 is een afdeling gewijd aan het bewaren van houtopstanden (afdeling 3, de artikelen 4:10 t/m 4:12K).[ ] Uit onderzoek is gebleken dat de exacte inhoud van de artikelen niet bij alle betrokkenen bekend is. Voor de ambtelijke organisatie geldt dat deze opnieuw geborgd moet worden in de werkprocedure. Ons college heeft de leerpunten uit dit rapport overgenomen. Over de uitwerking hiervan hebben wij u reeds geïnformeerd met een raadsinformatiebrief d.d. 9 december Uit het eerste leerpunt volgt onder andere dat de APV artikelen over het kappen van bomen moeten worden verduidelijkt, zodat wij eenduidige en heldere omschrijvingen hanteren bij de toepassing van de artikelen over kapvergunningen. 2 e. sinds 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning van toepassing is op de kapvergunning. 3 e. sommige artikelen een dode letter zijn geworden, dat wil zeggen dat ze in de praktijk niet meer van toepassing zijn. De voorgestelde wijzigingen zijn uitsluitend op de bovenstaande uitgangspunten gericht. Er is geen wijziging van beleid beoogd. In de nieuwe beleidsregel Bomen die ons college heeft vastgesteld, onder voorbehoud van uw besluit tot wijziging van de APV over bomen, maken we duidelijk hoe we omgaan met de in artikel 4:12 derde lid, genoemde weigeringsgronden. Tevens hebben wij de kaart van monumentale bomen in gemeentelijke eigendom, zoals bedoeld in artikel 4:12 G van het wijzigingsvoorstel, opgesteld. Deze kaart staat op Amersfoort in beeld en is te vinden via

38 Gemeente Amersfoort BEOOGD EFFECT Met de geactualiseerde artikelen in de APV over bomen beschikken wij over een eenduidig en helder kader voor het beslissen op kapaanvragen. Tevens voldoen we met deze artikelen aan de geldende wet- en regelgeving en hebben we niet meer in de praktijk van toepassing zijnde regels geschrapt. ARGUMENTEN 1.1 Met de actualisering geven we invulling aan het eerste leerpunt in het rapport Eelerwoude Het eerste leerpunt betreft de bekendheid met en verduidelijking van de artikelen in onze APV om ervoor te zorgen dat voor iedereen helder is wat bedoeld wordt met de artikelen. Deze helderheid wordt met de voorgestelde wijzigingen gegeven. Een voorbeeld hiervan is de toevoeging van de begripsomschrijving van een boom waarvoor een vergunning verplicht is. Voor een eenduidige en transparante beoordeling van vergunningaanvragen hebben wij beleidsregels opgesteld. 1.2 Met de actualisering voldoen we aan de geldende wet- en regelgeving Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgeving (Wabo) per 1 oktober 2010 is de kapvergunning een omgevingsvergunning en zijn de regels van de Wabo van toepassing op de kapaanvragen. Een voorbeeld hiervan is het vervangen van het artikel over de geldigheidsduur van 1 jaar van elke kapvergunning door de bevoegdheid om in de vergunning zelf een geldigheidsduur op te nemen. 1.3 Artikelen die in de praktijk een dode letter zijn geworden, hebben we geschrapt. We hebben de artikelen tegen het licht van de praktijk gehouden. Sommige artikelen zijn niet meer van toepassing of zijn in de praktijk nooit gebruikt. Een voorbeeld hiervan is het schrappen van het artikel over het instellen van een Bomenwacht. KANTTEKENINGEN 1.1. Met de voorliggende wijzigingen in de APV is geen beleidswijziging beoogd Nadat uw raad in december 2013 het voorstel tot afschaffing van de kapvergunning en invoering van een bomenlijst heeft verworpen, is er behoefte aan actueel beleid op het beheer van de kwaliteit en kwantiteit van bomen en groen. Met deze wijzigingen wordt hieraan niet tegemoet gekomen. Uw raad is recent gestart met een project om te komen tot een Groenvisie. DUURZAAMHEID Door het stellen van regels aan het vellen van houtopstanden in Amersfoort zorgen we voor het behoud van groene ruimte en de kwaliteit van de bomen in de stad. Dit draagt bij aan de wens van ons college in het coalitieakkoord om de kwaliteit van de leefbaarheid in de wijken te vergroten. FINANCIËN Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen. RISICOPARAGRAAF Dit voorstel heeft geen risico s tot gevolg. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Met de juridische en tekstuele aanpassingen in hoofdstuk 4, afdeling 3 van de APV over bomen is voor iedereen die een boom wil kappen helder of een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd en op welke gronden het college een vergunning kan weigeren. Na uw besluit tot wijziging van hoofdstuk 4, afdeling 3 bomen in de APV volgt de publicatie hiervan in de Stadsberichten. De gewijzigde APV treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking. Na de inwerkingtreding zal een artikel in de Stadsberichten worden geplaatst en een persbericht worden uitgebracht. Om de wijzigingen in de APV in het hoofdstuk over bomen toe te lichten, organiseren we een voor alle medewerkers toegankelijke bijeenkomst.

39 Gemeente Amersfoort VERVOLGSTAPPEN De gewijzigde APV en de beleidsregel Bomen plaatsen we op de landelijke website voor decentrale regelgeving. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Bijlagen 1. Artikelen 4:10 t/m 4:12 G van hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen, APV Amersfoort 2. Artikelsgewijs overzicht van de wijzigingen t.o.v. huidige artikelen 4:10 t/m 4:12 K van hoofdstuk 4, afdeling 3, Het bewaren van houtopstanden, APV Amersfoort 3. Beleidsregel Bomen

40 Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Amersfoort; Reg.nr op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014, sector SOB/SB (nr ); b e s l u i t: 1. de artikelen 4:10 tot en met 4:12 G van hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen, Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, conform de tekst van bijlage 1 vast te stellen; 2. de huidige artikelen 4:10 tot en met 4:12 K van hoofdstuk 4, afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden, Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, in te trekken op de dag van de inwerkingtreding van het besluit onder punt 1. Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier de voorzitter

41 Bijlage 1 bij raadsvoorstel met reg. nr Afdeling 3 Bomen Artikel 4:10 Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, vijfde lid van de Boswet; b. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning; c. boom: een houtig opstaand gewas, zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam; d. boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen; e. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand in een bosplantsoen met een min of meer gesloten bladerdak of een houtopstand bestaande uit een boomgroep van meer dan 10 bomen; f. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; g. houtopstand: een of meer bomen, hakhout, een houtwal of houtig opstaande gewassen met een min of meer aaneengesloten bladerdak van minimaal 50 vierkante meter; h. vellen: rooien, kappen, verplanten, snoeien van meer dan 20% van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen en achterstallige vormsnoei, of het verrichten van andere handelingen zowel boven- als ondergronds die de dood van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Art. 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen of te doen vellen. 2. Het eerste lid geldt niet voor: a. houtopstand in particuliere eigendom waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld minder is dan 35 centimeter; b. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit niet geknotte populieren of wilgen; c. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; d. fijnsparren, niet ouder dan 12 jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; e. kweekgoed; f. houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld; g. houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die: - ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are; - ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen;

42 Bijlage 1 bij raadsvoorstel met reg. nr h. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving of last van het college; i. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud; j. houtopstand gelegen in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet; k. houtopstand waarvan naar het oordeel van het bevoegd gezag vellen onverwijld nodig is vanwege acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang. Art. 4:12 Weigeringsgronden 1. Het bevoegd gezag weigert de vergunning voor een boom voorkomend op de kaart van monumentale bomen in gemeentelijke eigendom. 2. Het bevoegd gezag kan om zwaarwegende redenen afwijken van het gestelde in het eerste lid. 3. Het bevoegd gezag kan de vergunning weigeren op grond van: a. de natuurwaarde van de houtopstand; b. de landschappelijke waarde van de houtopstand; c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand; e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand; f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand; g. de boomwaarde van de houtopstand. Art. 4:12 A Vergunning ex lege Op de vergunning is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Art. 4:12 B Bijzondere vergunningvoorschriften 1. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant. 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden ten aanzien van de geldigheidsduur. Art. 4:12 C Herplant-/instandhoudingsplicht 1. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. Het bevoegd gezag kan in het besluit tot het opleggen van een verplichting tot herbeplanting, de zakelijk gerechtigde of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van de voorziening, de mogelijkheid bieden om, in plaats van de opgelegde voorgeschreven

43 Bijlage 1 bij raadsvoorstel met reg. nr herbeplantingsverplichting, een nader te bepalen vergoeding te betalen. De vergoeding dient in redelijke verhouding te staan tot de waarde van de boom. 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen. 4. Het is verboden om in strijd met een verplichting als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid te handelen of na te laten. Art.12 D Schadevergoeding Indien de gebruiker of eigenaar van een houtopstand tengevolge van een verbod tot vellen van een houtopstand of een weigering tot ontheffing van een verbod tot vellen van een houtopstand, schade lijdt, welke redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven, kent het college van burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Art. 4:12 E Bestrijding van boomziekten 1. Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn: a. de boom te vellen; b. conform richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen. 2. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden. 3. Het is verboden om in strijd met het gestelde in het eerste lid of tweede lid te handelen of na te laten. Art. 4:12 F Afstand van erfgrenslijn De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters. Artikel 4:12 G Kaart met monumentale bomen in gemeentelijke eigendom 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt een kaart van monumentale bomen in gemeentelijke eigendom op en kan daarin ambtshalve of op verzoek van belanghebbenden wijzigingen aanbrengen; 2. Het college van burgemeester en wethouders plaatst een boom op deze kaart indien aan onderstaande voorwaarden is voldaan: a. plantjaar en boomgrootte: een boom binnen de gemeentegrenzen van Amersfoort waarbij het plantjaar meer dan 80 jaar geleden is of, als het plantjaar onbekend is, een stamdiameter heeft groter dan 100 centimeter op 1,3 meter hoogte boven maaiveld; en b. technische levensduur: een boom die een technische levensduur heeft van meer dan 5 jaar; en c. de boom bezit tenminste een van de onderstaande kenmerken:

44 Bijlage 1 bij raadsvoorstel met reg. nr beeldbepalendheid; 2. ecologische waarde; 3. cultuurhistorische waarde; 4. zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie; 3. De gemeentelijke kaart geeft aan de plaatselijke aanduiding en de tenaamstelling en voorts een beschrijving van de boom, waarbij zo nodig met name de onderdelen worden genoemd waarop de bescherming is gericht. 4. Bomen die na plaatsing op de gemeentelijke kaart worden geveld, worden van de kaart afgevoerd.

45 Bijlage 2 bij raadsvoorstel met reg. nr Artikelsgewijs overzicht van de wijzigingen in hoofdstuk 4, afdeling 3, Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort Titel hoofdstuk 4, afdeling 3, APV Het vaktechnische begrip bewaren van houtopstanden is gewijzigd in het algemeen gehanteerd begrip Bomen. Bij de begripsomschrijvingen wordt de samenhang tussen beide begrippen uitgelegd. Art. 4:10 Begripsomschrijvingen De begrippen zijn in alfabetische volgorde opgenomen. Bij de begripsomschrijvingen is toegevoegd: b. bevoegd gezag: in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt de term bevoegd gezag gehanteerd. De aanvraag voor het vellen van een houtopstand is met de inwerkingtreding van deze wet een aanvraag voor een omgevingsvergunning geworden, waarover het bevoegd gezag een besluit neemt. c. boom: afbakening van het begrip boom is van belang in verband met het aangeven van de ondergrens van de verplichting om een omgevingsvergunning te hebben alvorens de boom te vellen. Tevens is dit begrip van belang voor de toepassing van artikel 4:12 F. De tekst van de volgende begrippen is gewijzigd: d. boomwaarde e. dunning g. houtopstand h. vellen Art. 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand De titel van het artikel is gewijzigd. Het kapverbod valt onder de omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Lid 2 sub a.: er is een onderscheid gemaakt tussen gemeentelijke en particuliere bomen voor wat betreft de minimale dikte van een boom waarvoor een vergunningplicht geldt. Voor bomen in gemeentelijke eigendom geldt een dwarsdoorsnede van 10 cm. (is 31,4 cm. stamomtrek), voor particuliere bomen geldt 35 cm. stamomtrek. Voor particuliere bomen is dit niet veranderd ten opzichte van het huidige APV artikel 4:11 lid 2 sub l. Art. 4:12 Weigeringsgronden Om helderheid te geven over de weigeringsgronden zijn toegevoegd: Lid 1: weigering van een vergunning voor een monumentale boom voorkomend op de gemeentelijke kaart. Lid 2: het bevoegd gezag kan besluiten toch een vergunning voor een boom zoals bedoeld in lid 1 te verlenen, om zwaarwegende redenen. Art. 4:12 A Vergunning ex lege De positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen is van toepassing. Op de vergunning is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Art. 4:12 B Bijzondere vergunningvoorschriften Ter verduidelijking is toegevoegd: Lid 3: dit artikel vervangt het huidige art. 4:12 C Geldigheid vergunning. In de Wabo is vastgelegd dat het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning voorschriften kan verbinden ten aanzien van de geldigheid. Art. 4:12 C Herplant-/instandhoudingsplicht Ter verduidelijking is toegevoegd: Lid 4: regelt de handhavingsbevoegdheid. Art. 4:12 D Schadevergoeding Het artikel is tekstueel aangepast in overeenstemming met de tekst van artikel 17 Boswet.

46 Bijlage 2 bij raadsvoorstel met reg. nr Art. 4: 12 E Bestrijding van boomziekten Dit artikel vervangt het huidige artikel over bestrijding iepziekte. Niet alleen iepziekte is een gevaarlijke ziekte, maar ook andere boomziekten leveren gevaar op, zoals de kastanjebloedingziekte. Daarom is het artikel algemener opgesteld. Lid 3: regelt de handhavingsbevoegdheid. Art. 4:12 G Kaart met monumentale bomen in gemeentelijke eigendom Dit artikel is gewijzigd, omdat de kaart alleen de monumentale bomen in gemeentelijke eigendom bevat: Titel: alleen monumentale bomen staan op de gemeentelijke kaart, geen andere waardevolle houtopstanden Lid 3: de kadastrale aanduiding staat niet in de gemeentelijke gegevens, houtopstand is vervangen door boom Lid 4: alleen monumentale bomen staan op de gemeentelijke kaart, geen andere waardevolle houtopstanden; de kaart is te vinden via op op Amersfoort in beeld. Vervallen artikelen in hoofdstuk 4, afdeling 3, huidige APV Art. 4:10 Begripsomschrijvingen Lid 1 b.: monumentale bomen en andere waardevolle houtopstanden: monumentale bomen zijn omschreven in artikel 4:12 G van het voorstel. Lid 1 f.: iepziekte: komt niet meer voor in het voorstel. Lid 1 g.: iepenspintkever: komt niet meer voor in het voorstel. Lid 2: vervangen door begrip onder h. vellen. Lid 3: lijst is kaart met monumentale bomen geworden, zoals omschreven in artikel 4:12 G van het voorstel. Lid 4: deze werkgroep is nooit ingesteld door het college; ambtelijk zijn 3 medewerkers opgeleid tot boomadviseur, die grotendeels de functie van de bedoelde bomenwacht vervullen. Lid 5: vervangen door begrip onder d. boomwaarde van het voorstel. Art. 4:11 Kapverbod Lid 2 sub i.: in deze situatie vraagt de gemeente altijd een omgevingsvergunning aan. Lid 2 sub j.: het vereiste van de aanlegvergunning, als aangegeven in het bestemmingsplan, is opgenomen in de verplichte omgevingsvergunning volgens de Wabo. Lid 3: deze uitzondering wordt in de praktijk nooit toegepast. Art. 4:12 Aanvraag kapvergunning Lid 1: dit vereiste kan niet meer gesteld worden volgens de regels van de Wabo. Iedere belanghebbende mag een vergunning aanvragen. Bij gebruik van een vergunning is toestemming nodig van de rechthebbende/eigenaar. In de beschikking geven we deze informatie mee. Lid 2: dit betreft de doorzendplicht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Art. 4:12 I Bomenwacht De bomenwacht is vervangen door 3 boomadviseurs, die betrokken worden bij elk project waarin bomen of groen voorkomen. Hierover zijn op 14 oktober 2014 werkafspraken gemaakt tussen de verschillende betrokken afdelingen over het proces bomen in projecten. Art. 4:12 K Wijzigingen in de gemeentelijke lijst Op de nieuwe kaart staan alleen monumentale bomen die in eigendom zijn van de gemeente.

47 Beleidsregel Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel d.d. 16 december 2014 met reg. nr , overwegende dat het gewenst is beleidsregels te stellen voor bomen; gelet op artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 4:81 tot en met 4:84 Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4:10 tot en met 4:12 G van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, besluit vast te stellen: Beleidsregel Bomen ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen De begripsbepalingen, zoals omschreven in artikel 4:10 Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort zijn overeenkomstig van toepassing op de begrippen in deze beleidsregel. Artikel 2 Noodkap Het bevoegd gezag maakt slechts bij uitzondering gebruik van zijn in artikel 4:11, tweede lid, sub k. bedoelde bevoegdheid tot noodkap. Noodkap wordt toegepast in die gevallen waarin het onverantwoord is wegens acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang om de reguliere procedure voor het verkrijgen en gebruiken van een omgevingsvergunning te doorlopen. Artikel 3 Weigeringsgronden Het bevoegd gezag maakt slechts bij hoge uitzondering gebruik van zijn in artikel 4:12 tweede lid, bedoelde bevoegdheid. Een vergunning kan op grond van artikel 4:12 derde lid, geweigerd worden in het belang van 1. Natuurwaarde, in het bijzonder de ecologie en biodiversiteit ter plaatse. Hiervan is sprake indien de houtopstand: a. streekeigen is (genetisch oorspronkelijk); of b. behoort tot de potentieel natuurlijke vegetatie; of c. een belangrijke, structurele functie vervult voor het voortbestaan van een bepaalde plant- of diersoort; of d. een kolonieboom is van blauwe reigers; of e. een groeiplaats is voor een bijzondere plantensoort; of f. onderdeel is van een geleiding voor vleermuizen. 2. Landschappelijke waarde, waarbij de houtopstand bijdraagt aan de identiteit van het landschap of het landschapstype. Hiervan is sprake indien de houtopstand: a. een kenmerkende soort is voor het desbetreffende landschapstype; of b. zichtlijnen versterkt of historische of verkeerskundige structuren accentueert; of c. ongewenste objecten afschermt. 3. Waarde voor stads- en dorpsschoon, waarbij de houtopstand bijdraagt aan de esthetische waarde van de bebouwde omgeving. Hiervan is sprake indien de houtopstand: a. onderdeel is van een beschermd stads- of dorpsgezicht; of b. onderdeel is van een Rijks- of gemeentelijk monument.

48 4. Beeldbepalende waarde, waarbij de houtopstand bestaande uit een boom of boomgroep bepalend is voor het straat-, wijk- of stadsbeeld of die opvalt in het landschap. Hiervan is sprake indien de houtopstand: a. bijzonder en/of zeldzaam is door hoogte, dikte, vorm, leeftijd of soort; of b. nadrukkelijk in het (straat)beeld aanwezig is en/of een hoge belevingswaarde heeft; of c. onderdeel is van de woonsfeer en/of karakteristiek is voor de plek. 5. Cultuurhistorische waarde, waarbij de houtopstand een rol speelt in de plaatselijke geschiedenis, als representant van een tijdsbeeld of architectuur, of een karakteristieke eenheid vormt met gebouwen of plekken. Hiervan is sprake indien de houtopstand: a. een herinnering is aan een belangrijke gebeurtenis, zoals een herdenkingsboom; of b. geadopteerd is, bijvoorbeeld door een school of bedrijf; of c. een bij elkaar passend geheel vormt met een historisch pand; of d. ooggetuige is geweest van een belangrijke geschiedkundige gebeurtenis; of e. een plek markeert, zoals een grensboom of een bakenboom; of f. onderdeel is van een historische houtwal; of g. een karakteristieke snoeivorm heeft, zoals knot- of leibomen. 6. Waarde voor de leefbaarheid, waarbij de houtopstand staand in openbaar toegankelijk terrein algemeen gewaardeerd wordt en bijdraagt aan de gebruiks- en belevingswaarde van de straat, wijk of stad. Hiervan is sprake indien de houtopstand: a. zorgt voor gewenste schaduw of beschutting; of b. als klimboom voor de jeugd fungeert; of c. een natuurlijke picknickplek is; of d. gunstige effecten heeft op het microklimaat of de luchtkwaliteit; of e. het welbevinden van bewoners in lichamelijk en geestelijk opzicht versterkt. 7. Boomwaarde, waarbij de houtopstand een substantiële monetaire waarde heeft op grond van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen. Dit belang is slechts een aanvullende weigeringsgrond. SLOTBEPALINGEN Artikel 5 Citeertitel Deze beleidregel wordt aangehaald als Beleidsregel Bomen. Artikel 6 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking. Vastgesteld in de vergadering van. De secretaris, De burgemeester, PUBLICATIEDATUM:

49 Verordening Reg. nr De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2013, sector CM/JZ (nr ) en het voorstel van het presidium van 3 juli 2013, sector GRF (nr ) gelezen; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 12 november 2013, sector MO/VW (nr ); heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 7 februari 2014, sector SOB VTH/BJZ (nr ); heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen 16 december 2014, sector SOB/SB (nr ); vindt het nodig dat er regels komen over onderwerpen die de gemeentelijke huishouding betreffen; heeft artikel 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 4 van de Drank- en Horecawet en artikel 6 van de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen gelezen; besluit vast te stellen: Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort HOOFDSTUK 1 Artikel 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan; b. weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994; c. openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn; d. bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan gedeputeerde staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid van de Wegenwet, bij hun besluit van 19 april 2005; e. rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht; f. bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening 2010; g. gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet; h. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen; i. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; j. bromfiets: bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994; Artikel 1:2 Beslistermijn APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

50 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen. 3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, 2:12 of artikel 4: In afwijking van het eerste en tweede lid geldt voor beslissing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel artikel 2:25 (evenementen) en 3:4 (seksinrichtingen) de in die artikelen genoemde termijnen. Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Het bestuursorgaan kan vergunningen of ontheffingen aanwijzen waarvoor de in het eerste lid genoemde termijn kan worden verlengd tot ten hoogste acht weken. Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing Elke vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald. Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder dit verzoekt. Artikel 1:7 Termijnen De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. Artikel 1:8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan in ieder geval worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

51 HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden. 2. Hij, die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. 6. Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Afdeling 2 Betoging Artikel 2:2 Optochten [gereserveerd] Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 1. Hij die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging, een samenkomst tot het belijden van godsdienst- of levensovertuiging of een vergadering te houden, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester. 2. Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk uur op de aan de dag van dat tijdstip voorafgaande werkdag. 3. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen. 4. De kennisgeving bevat: a. naam en adres van degene die de betoging, samenkomst of vergadering houdt; b. het doel van de betoging, samenkomst of vergadering; c. de datum waarop de betoging, samenkomst of vergadering wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging; d. de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging; e. voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; f. maatregelen die degene die de betoging, samenkomst of vergadering houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen. 5. Hij die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld. 6. Onder openbare plaats wordt verstaan: een plaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, juncto tweede lid, van de Wet openbare manifestaties. Artikel 2:4 Afwijking termijn [gereserveerd] Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

52 [gereserveerd] Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken en reclamemateriaal Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op door het college aangewezen openbare plaatsen. 2. Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. 3. Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 5. Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d. [gereserveerd] Artikel 2:8 Dienstverlening [gereserveerd] Artikel 2:9 Straatartiest e.d. 1. Het is verboden om een straatoptreden te verzorgen op een openbare plaats of het openbaar water in een daartoe door de burgemeester aangewezen gebied. 2. Onder straatoptreden wordt verstaan het ten gehore brengen van muziek, zang, het vertonen van dans of andersoortige voorstellingen. 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 4. Het verbod uit het eerste lid van dit artikel geldt niet op Koningsdag en 5 mei (Bevrijdingsdag). 5. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg Artikel 2:10 A: Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie van de openbare plaats 1. Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een openbare plaats of een gedeelte van een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. 2. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan, naast de genoemde gronden in artikel 1:8, worden geweigerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats; b. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 3. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 2:10 B: Afbakeningsbepalingen en uitzonderingen APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

53 1. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24; b. terrassen als bedoeld in artikel 2:27 en artikel 2:10D; c. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18; 2. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt tevens niet voor voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard. 3. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Wegenverordening provincie Utrecht De weigeringsgrond van het tweede lid, onder a, van het vorige artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet. 5. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder b, van het vorige artikel geldt niet voor bouwwerken. 6. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder c, van het vorige artikel geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. Artikel 2:10 C: Vrij te stellen categorieën Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor en onder welke voorwaarden het verbod in het eerste lid van artikel 2:10A niet geldt. Artikel 2:10 D Terrasvergunning 1. Het is verboden om zonder vergunning van het college een terras te hebben voor zover dit zich op of aan een openbare plaats bevindt. Onder terras wordt in dit artikel verstaan: een in de openbare ruimte liggend deel van een bedrijf waar sta- of zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en/of verstrekt. 2. Het college kan de terrasvergunning, naast de genoemde gronden in artikel 1:8, weigeren: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan; b. indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats. 3. Het college geeft in de terrasvergunning voorschriften over de afmetingen, het onderhoud en het uiterlijk aanzien van het terras. 4. Het bepaalde in het tweede en derde lid geldt niet, voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken of de Wegenverordening Provincie Utrecht In afwijking van het bepaalde in het eerste lid beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die betrekking heeft op een terras bij een inrichting in de zin van artikel 174 Gemeentewet, voor zover deze zich op de weg bevindt, over de ingebruikname van die weg ten behoeve van het terras. 6. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 2:11 (Omgevings)Vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2. De vergunning wordt verleend a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit; b. door het college in de overige gevallen. 3. Het verbod geldt niet voor overheden bij het uitvoeren van hun publieke taak. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

54 4. Het verbod geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Wegenverordening provincie Utrecht 2010, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening. Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg: a. indien degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan het college, onder indiening van een situatieschets van de gewenste uitweg en een foto van de bestaande situatie; b. indien het college het maken of veranderen van de uitweg heeft verboden. 2. Het college verbiedt het maken of veranderen van de uitweg: a. indien daardoor het verkeer op de weg in gevaar wordt gebracht; b. indien dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; c. indien het openhaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; d. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen. 3. De uitweg kan worden aangelegd indien het college niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitweg wordt verboden. 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of de Wegenverordening provincie Utrecht Afdeling 6 Veiligheid op de weg Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid [gereserveerd] Artikel 2:14 Winkelwagentjes [gereserveerd] Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert. Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is, verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken. Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. 1. Kelderingangen en andere lager dan de aangrenzende weg gelegen betreedbare delen van een bouwwerk mogen geen gevaar voor de veiligheid van de weggebruikers opleveren. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 427, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen 1. Het is verboden te roken in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van dertig meter daarvan, gedurende een door het college aangewezen periode. 2. Het is verboden in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van honderd meter daarvan, voor zover het de open lucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

55 3. Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover het roken plaats vindt in gebouwen en aangrenzende erven. Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 1. Het is verboden op, aan of boven het voor voetgangers of (brom)fietsers bestemde deel van de weg op enigerlei wijze prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe voorwerpen aan te brengen of te hebben hangen lager dan 2,2 meter boven dat gedeelte van de weg. 2. Het verbod geldt niet voor prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe voorwerpen, die op grotere afstand dan 0,25 meter uit de uiterste boord van de weg, op van de weg af gerichte delen van een afscheiding zijn aangebracht. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet Artikel 2:20 Vallende voorwerpen [gereserveerd] Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Het bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet, of de Belemmeringenwet Privaatrecht. Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn 1. Het is verboden binnen een afstand van zes meter aan weerszijden van voor stroomgeleiding bestemde draden van bovengrondse hoogspanningslijnen voorwerpen, opgaand houtgewas of andere objecten, die niet zijn aan te merken als bouwwerken, hoger dan twee meter te plaatsen of te hebben. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen indien de elektrische spanning van de bovengrondse hoogspanningslijn dat toelaat. 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor objecten die deel uitmaken van de hoogspanningslijn. Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs 1. Het is verboden: a. voor het publiek toegankelijke ijsvlakten te beschadigen, te verontreinigen, te versperren of het verkeer daarop op enige andere wijze te belemmeren of in gevaar te brengen; b. bakens of andere voorwerpen ten behoeve van de veiligheid geplaatst op de onder a bedoelde ijsvlakten te verplaatsen, weg te nemen, te beschadigen of op enige andere wijze het gebruik daarvan te verijdelen of te belemmeren. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de Vaarwegenverordening Provincie Utrecht Afdeling 7 Evenementen Artikel 2:24 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

56 d. het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een herdenkingsplechtigheid; b. een braderie; c. een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening; d. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg; e. een kermis. 3. Onder klein evenement wordt verstaan: een evenement dat een (buurt)barbecue, straatfeest of een daarmee gelijk te stellen evenement in de openlucht betreft, dat op één dag plaatsvindt waarbij niet meer dan 150 personen worden verwacht. Artikel 2:25 Evenement 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 2. Een evenementenvergunning wordt verleend aan een organisator en bevat een beschrijving van het gebied waarbinnen het evenement plaatsvindt, het tijdstip en de duur van het evenement, alsmede een beschrijving van de activiteiten en handelingen die in het kader van het evenement mogen plaatsvinden. 3. Activiteiten die deel uitmaken van een evenementenvergunning zijn niet afzonderlijk vergunningplichtig op grond van deze of een andere gemeentelijke verordening, tenzij het planologische voorschriften betreft. 4. Wanneer een evenement wordt gehouden, wordt tijdens het evenement in het gebied waar het evenement plaatsvindt, geen vergunning verleend aan derden voor op zichzelf staande activiteiten en handelingen op of aan een openbare plaats of het openbaar water. 5. In aanvulling op het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een evenementenvergunning weigeren indien: a. onevenredig veel beslag wordt gelegd op de hulpdiensten; b. de organisator onvoldoende waarborgen biedt voor een goed verloop van het evenement; of c. in de door de burgemeester vastgestelde Evenementenkalender als bedoeld in het tiende lid al een reservering is opgenomen voor een ander evenement op de gevraagde tijd, locatie of in de nabijheid daarvan. 6. Het verbod van het eerste lid geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet Een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, wordt aangevraagd door degene die voornemens is een evenement te organiseren, door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier. 8. De burgemeester kan in nadere regels indieningsvereisten stellen voor een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid. 9. In afwijking van artikel 1:3 kan de burgemeester besluiten een aanvraag voor een vergunning voor een evenement niet te behandelen indien de aanvraag minder dan 12 weken voor de datum van het evenement worden ingediend. 10. De burgemeester stelt jaarlijks vóór 1 december een Evenementenkalender vast voor het volgende kalenderjaar. Degene die voornemens is een evenement te organiseren kan de burgemeester jaarlijks vóór 1 oktober verzoeken een evenement te plaatsen op de evenementenkalender van het volgende jaar. Een dergelijk verzoek is geen aanvraag als bedoeld in het eerste lid. Aan de plaatsing van een evenement op de evenementenkalender kunnen geen rechten worden ontleend met uitzondering van het bepaalde in het vijfde lid, onder c. 11. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

57 Artikel 2:25a Klein evenement 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, is niet vereist voor een klein evenement, indien: a. het evenement tussen 7.00 uur en uur plaatsvindt; b. geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 7.00 uur en na uur; c. er slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object; d. het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom-) fietspad of parkeergelegenheid of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten; e. er een organisator is; f. de organisator de burgemeester ten minste 15 werkdagen voorafgaand aan het kleine evenement in kennis stelt met een door de burgemeester vastgesteld meldingsformulier. 2. De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding als bedoeld in het eerste lid, onder f, besluiten het organiseren van het kleine evenement te verbieden indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt of in de Evenementenkalender als bedoeld in artikel 2:25, negende lid, al een reservering is opgenomen voor een ander evenement op de gevraagde tijd en locatie. Artikel 2:26 Ordeverstoring Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven Artikel 2:27 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken, spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid of rookwaar voor directe consumptie wordt verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan: een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden; b. terras: een buiten de besloten ruimte van horecabedrijf liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. Artikel 2:28 Exploitatie horecabedrijf 1. Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. De exploitant vraagt de vergunning aan door indiening van een door de burgemeester vastgesteld formulier met bijbehorende voorgeschreven documenten. 3. De burgemeester stelt nadere regels voor de bij de aanvraag van een vergunning te overleggen documenten. 4. De burgemeester kan in nadere regels bepalen, dat het gestelde in lid 1 niet geldt voor een of meer aangeduide soorten horecabedrijven in de gehele gemeente dan wel in een of meer daarin aangewezen gebieden van de gemeente. 5. Aan horecabedrijven zonder een afgesloten lokaliteit, zoals muurverkoop, kunnen nadere eisen worden gesteld. 6. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:28a Weigeringsgronden 1. De burgemeester weigert de vergunning indien: a. de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het geldend bestemmingsplan; b. de aanvrager binnen drie jaar voor de aanvraag een openbare inrichting heeft geëxploiteerd die op grond van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde, gesloten is geweest. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

58 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. 3. Voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 dienen de houder, dan wel indien de houder een rechtspersoon is, degenen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefenen in het horecabedrijf, aan de volgende eisen te voldoen: a. zij mogen niet onder curatele staan, dan wel uit de ouderlijke macht of voogdij ontzet zijn; b. zij mogen niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn; c. zij moeten de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt. 4. De burgemeester kan van de in het derde lid, onder c, genoemde leeftijdseis ontheffing verlenen, met dien verstande dat de leeftijd van betrokkene niet lager mag zijn dan achttien jaar. Artikel 2:29 Beëindiging exploitatie 1. De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel 2:28 op de vergunning vermelde exploitant, de exploitatie van het horecabedrijf feitelijk heeft beëindigd. 2. Van beëindiging van het exploiteren van het horecabedrijf is sprake indien: a. het horecabedrijf blijkens de registers van de Kamer van Koophandel niet meer voor rekening van de exploitant, op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt geëxploiteerd; b. op grond van andere informatie blijkt, dat het horecabedrijf niet meer voor rekening van de exploitant op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt geëxploiteerd. 3. Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegde bestuursorgaan. Artikel 2:30 Sluitingstijd 1. Horecabedrijven waarvoor krachtens nadere regels zoals genoemd in artikel 2:28, vierde lid, geen vergunning is vereist, zijn in ieder geval gesloten op alle dagen tussen uur en 6.00 uur. 2. Voor de in het eerste lid genoemde horecabedrijven kan de burgemeester in nadere regels afwijkende sluitingstijden vaststellen. 3. Voor horecabedrijven en de daarbij behorende terrassen waarvoor op grond van artikel 2:28 een vergunning vereist is, zijn de sluitingstijden opgenomen in de vergunning. 4. De burgemeester kan voor een bij een horecabedrijf behorend terras andere sluitingstijden vaststellen door het verbinden van voorschriften aan de vergunning. 5. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de sluitingstijden. 6. Het is verboden een horecabedrijf voor bezoekers geopend te hebben of bezoekers in het horecabedrijf te laten verblijven na sluitingstijd of gedurende de tijd dat het horecabedrijf gesloten dient te zijn bij of krachtens artikel 2:30 of op grond van een besluit krachtens artikel 2: Het eerste tot en met vijfde lid zijn niet van toepassing in die situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien. 8. Op de ontheffing bedoeld in het vijfde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:31 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of een sluiting voor bepaalde tijd van de gehele of van een deel van het horecabedrijf bevelen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing in die situaties waarin artikel 13b van de Opiumwet voorziet. Artikel 2:32 Verboden gedragingen Het is verboden in een horecabedrijf a. de orde te verstoren; b. zich te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat het horecabedrijf gesloten dient te zijn bij of krachtens artikel 2:30 of op grond van een besluit krachtens artikel 2:31. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

59 Artikel 2:33 Handel binnen horecabedrijf 1. In dit artikel wordt onder handelaar verstaan: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. 2. De exploitant van een horecabedrijf staat niet toe dat een handelaar of een voor hem handelend persoon in dat bedrijf enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enig andere wijze overdraagt Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een horecabedrijf geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:31 op als bevoegd bestuursorgaan. Afdeling 8A Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet Artikel 2:34a Begripsbepaling: In deze afdeling wordt verstaan onder: - alcoholhoudende drank, - paracommerciële rechtspersoon, dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet. Artikel 2.34b Regulering paracommerciële rechtspersonen 1. Een paracommerciële rechtspersoon kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op maandag tot en met zondag vanaf uur tot uur, danwel de bij of op grond van artikel 2.30 vastgestelde sluitingstijd. 2. Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcohol tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen. 3. Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcohol tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, als dit zou leiden tot oneerlijke mededinging. Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Artikel 2:35 Begripsbepaling In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester. Artikel 2:37 Nachtregister [gereserveerd] Artikel 2:38 Verschaffing gegevens Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken. Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden Artikel 2:39 Speelgelegenheden APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

60 1. Dit artikel verstaat onder speelgelegenheid: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren. 2. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op: a. speelautomatenhallen waarvoor op grond van artikel 30c, eerste lid, onder b, van de Wet op de kansspelen, vergunning is verleend; b. speelgelegenheden waarvoor de minister van Justitie of de Kamer van Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen; c. speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel l, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten. 3. De burgemeester weigert de vergunning: a. indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid; b. indien de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan. 4. Op de vergunning bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:40 Kansspelautomaten 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet op de kansspelen; b. kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c, van de Wet; c. hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de Wet; d. laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de Wet. 2. In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal 2 kansspelautomaten toegestaan. 3. In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan. Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 1. Het is verboden een krachtens artikel 174a van de Gemeentewet gesloten woning, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden. 2. Het is verboden een krachtens artikel 13b van de Opiumwet gesloten woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal, een bij die woning of dat lokaal behorend erf, een voor het publiek toegankelijk lokaal of bij dat lokaal behorend erf te betreden. 3. Deze verboden gelden niet voor personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal wegens dringende reden noodzakelijk is. 4. De burgemeester kan van het in het eerste en tweede lid gestelde verbod een ontheffing verlenen. 5. Op de ontheffingen bedoeld in het vierde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:42 Plakken en kladden 1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen, te bekladden, te doen bekrassen of te doen bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen; b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

61 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor bet aanbrengen van handelsreclame. 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. 1. Het is verboden op een openbare plaats of openbaar water te vervoeren of bij zich te hebben enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur of verfstof of verfgereedschap. 2. Dit verbod is niet van toepassing, indien de genoemde materialen of gereedschappen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd voor handelingen als verboden in artikel 2:42. Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 1. Het is verboden op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben. 2. Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen. 3. Het is verboden op een openbare plaats in de nabijheid van winkels gedurende de openingstijden daarvan, voorwerpen, waaronder in ieder geval begrepen kleding en tassen, te vervoeren of aanwezig te hebben die er kennelijk toe uitgerust zijn om het plegen van winkeldiefstal te vergemakkelijken. 4. Het in het derde lid gestelde verbod is niet van toepassing indien de genoemde voorwerpen niet bestemd of gebruikt zijn voor de in dat lid bedoelde handeling. Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. [gereserveerd] Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. [gereserveerd] Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 1. Het is verboden: a. op een openbare plaats te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair; b. zich op een openbare plaats zodanig op te houden dat aan gebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet Artikel 2:47a Het aanwezig zijn met bromfietsen op een openbare plaats 1. Het college kan openbare plaatsen aanwijzen, waar het aanwezig zijn met bromfietsen naar hun oordeel voor andere gebruikers en/of omwonenden van de weg(en) gevaarlijk of hinderlijk is. 2. Het is verboden om op de in het eerste lid van dit artikel aangewezen plaatsen aanwezig te zijn met bromfietsen. Artikel 2:47b Lesmotorvoertuigen APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

62 [gereserveerd] Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 1. Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. 2. Het bepaalde in eerste lid geldt niet voor: a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet; b. de plaats niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank en Horecawet. Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 1. Het is verboden: a. zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden; b. zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen. 2. Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van een dergelijk gebouw. Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd. Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien: a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of die portiek; b. daardoor die ingang versperd wordt. Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein. Artikel 2:53 Bespieden van personen [gereserveerd] Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur [gereserveerd] Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren [gereserveerd] Artikel 2:56 Alarminstallaties [gereserveerd] Artikel 2:57 Verboden plaatsen voor honden APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

63 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; 2. Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen. 3. Het college kan van het verbod, genoemd in het eerste lid, ontheffing verlenen. Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 1. De eigenaar of houder van een hond, of degene aan wiens zorg een hond kennelijk is toevertrouwd, is verplicht indien de hond zich op een openbare plaats bevindt, ervoor te zorgen: a. dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet; b. een deugdelijk opruimmiddel voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en dit op een eerste vordering van een ambtenaar, belast met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening, te tonen. 2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar de verplichting genoemd in het eerste lid, onder a, niet geldt. 3. Het college kan van het verbod, genoemd in het eerste lid, ontheffing verlenen. 4. De strafbaarheid wegens overtreding van de in het eerste lid, onder a, gestelde verplichting wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd. 5. Het bepaalde in het eerste lid, onder a, geldt niet voor het openbaar groen van de op grond van artikel 2:57, tweede lid, aangewezen losloopgebieden. Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 1. Indien het college een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan het de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander. 2. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter. 3. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die: a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen; b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 2:57, eerste lid onder c, dient een hond als bedoeld in het eerste lid voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is. Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren: a. aanwezig te hebben; b. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels; c. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven; of 2. Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen binnen plaats die een krachtens het eerste lid is aangewezen, ontheffing verlenen van een of meer verboden bedoeld in het eerste lid. 3. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

64 Artikel 2:61 Wilde dieren [gereserveerd] Artikel 2:62 Loslopend vee De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken. Artikel 2:63 Duiven 1. De rechthebbende op duiven is verplicht ervoor te zorgen dat die duiven niet kunnen uitvliegen tussen 8.00 uur en uur in een door het college te bepalen tijdvak dat ligt tussen 1 maart en 1 juni. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gesteld gebod. 3. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Provinciale ophokverordening. 4. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 2:64 Bijen 1. Het is verboden bijen te houden: a. binnen een afstand van dertig meter van woningen of andere gebouwen waar overdag mensen verblijven; b. binnen een afstand van dertig meter van de weg. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet indien op een afstand van ten hoogste zes meter vanaf de korven of kasten een afscheiding is aangebracht van twee meter hoogte of zoveel hoger als noodzakelijk is om het laag uit- en invliegen van de bijen te voorkomen. 3. Het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod geldt niet voor zover de bijenhouder rechthebbende is op de woningen of gebouwen als bedoeld in dat lid. 4. Het in het eerste lid, aanhef en onder b, gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wegenverordening provincie Utrecht. 5. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. 6. Op de ontheffing bedoeld in het vijfde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 2:65 Bedelarij Het is verboden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken. Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen Artikel 2:66 Begripsbepaling In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister 1. De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld: a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed; b. de datum van verkoop of overdracht van het goed; c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed; d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

65 2. De burgemeester is bevoegd vrijstelling te verlenen van deze verplichtingen. Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht: a. de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen: 1 dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging; 2 van een verandering van de onder a, sub l, bedoelde adressen; 3 als hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent; 4 dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan; b. de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven; c. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn; d. een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste zeven dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is. Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen [gereserveerd] Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven [gereserveerd] Afdeling 13 Vuurwerk Artikel 2:71 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is. Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen. Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college. Artikel 2:73 Gebruiken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 1. Het is verboden consumentenvuurwerk te gebruiken op een door het college in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats. 2. Het is verboden consumentenvuurwerk op een openbare plaats te gebruiken als dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken. 3. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1, van het Wetboek van Strafrecht. Afdeling 14 Drugsoverlast Artikel 2:73a Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder harddrugs: de middelen als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet en de daarbij behorende lijst. Artikel 2:74 Drugshandel op straat Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan een openbare plaats post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan openbare plaatsen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

66 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen. Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik Het is verboden op of aan een openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw of vaartuig harddrugs te gebruiken of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben. Artikel 2:74b Verzamelingen van personen in verband met harddrugs 1. Het is verboden op of aan openbare plaatsen die door de burgemeester zijn aangewezen, omdat de openbare orde dat in verband met het openlijk gebruik van of in de handel in harddrugs naar zijn oordeel noodzakelijk maakt, deel te nemen aan een verzameling van meer dan twee personen, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de verzameling verband houdt met het gebruik van of de handel in harddrugs. 2. De aanwijzing van openbare plaatsen zoals bedoeld in het eerste lid, worden gegeven voor ten hoogste twaalf maanden, welke termijn telkens kan worden verlengd. 3. Degene die zich bevindt in een verzameling van personen als bedoeld in het eerste lid, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie direct zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding [gereserveerd] Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 1. De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vaste camera s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. 2. De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vaste camera s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een andere voor ieder toegankelijke plaats. Artikel 2:78 Verblijfsontzegging 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene die zich in het door hem aangewezen gebied gedraagt in strijd met: a. artikel 2:1, eerste lid (samenscholing); b. artikel 2:48, eerste lid (hinderlijk drankgebruik); c. artikel 2:49, eerste lid (hinderlijk gedrag bij of in gebouwen); d. artikel 2:74 (drugshandel op straat); e. artikel 2:74a (openlijk drugsgebruik); f. artikel 2:74b (verzameling van personen in verband met harddrugs) een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van 24 uren te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. 2. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene aan wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt geconstateerd, dat hij zich opnieuw in het aangewezen gebied gedraagt in strijd met de in het eerste lid genoemde artikelen, APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

67 een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste veertien dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. 3. Een verbod als genoemd in het tweede lid kan slechts worden opgelegd indien de openbare orde verstorende handelingen binnen zes maanden na het opleggen van een eerder verbod, opgelegd op grond van het eerste of tweede lid, zijn geconstateerd. 4. De burgemeester beperkt de in het eerste, tweede en derde lid genoemde verboden, indien dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is. 5. Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

68 HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D. Afdeling 1 Begripsbepalingen Artikel 3:1 Begripsbepalingen In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; b. prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; c. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; d. escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend; e. sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd; f. exploitant: de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert, dan wel exploiteren en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen; g. beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent, dan wel uitoefenen in een seksinrichting of escortbedrijf; h. bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van: 1. de exploitant; 2. de beheerder; 3. de prostituee; 4. het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is; 5. toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6.2 van deze verordening; 6. andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is. Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester. Artikel 3:3 Nadere regels Met het oog op de in artikel 3:13 genoemde belangen, kan het college over de uitoefening van de bevoegdheden zoals genoemd in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen. Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke Artikel 3:4 Seksinrichtingen 1. Het is verboden een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan. 2. In de aanvraag om vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld: a. de persoonsgegevens van de exploitant; b. de persoonsgegevens van de beheerder; c. de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf; d. de plaatselijke en kadastrale ligging van de inrichting door middel van een situatietekening met een schaal van ten minste 1:1000; APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

69 e. het bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimte bestemd voor de seksinrichting; en f. een op grond van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet BIBOB) vastgesteld en ingevuld vragenformulier met de daarbij vereiste bijlagen en bescheiden. 3. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 1. De exploitant en de beheerder: a. staan niet onder curatele en zijn niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij; b. zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag; en c. hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet: a. met toepassing van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld; b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten; c. binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van: - bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen ; - de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht ; - de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994 ; - de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de Kansspelen ; - de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen ; - de artikelen 54 en55 van de Wet wapens en munitie. 3. Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld: a. vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan 375 euro bedraagt; b. een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf. 4. De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt: a. bij de weigering van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning; b. bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning. 5. De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft. Artikel 3:6 Sluitingstijden APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

70 1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben en daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven dagelijks tussen uur en uur. 2. Het bevoegd bestuursorgaan kan door middel van een voorschrift als bedoeld in artikel 1:4 voor een afzonderlijke seksinrichting andere sluitingstijden vaststellen. 3. Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te bevinden gedurende de tijd dat die seksinrichting krachtens het eerste lid of tweede lid, dan wel krachtens artikel 3:7, eerste lid, gesloten dient te zijn. 4. Het in het eerste tot en met derde lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften. Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 1. Met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan: a. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3:6, eerste of tweede lid, geldende sluitingsuren vaststellen; b. van een afzonderlijke seksinrichting al dan niet tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, maakt het bevoegd bestuursorgaan het in het eerste lid bedoelde besluit bekend overeenkomstig artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht. Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de ingevolge artikel 3:4 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is. 2. De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting: a. geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en b. geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde. Artikel 3:9 Straatprostitutie 1. Het is verboden door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze te trachten als prostituee de aandacht van passanten op zich te vestigen. 2. Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door politieambtenaren het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen. Artikel 3:10 Sekswinkels Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente. Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 1. Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen: a. indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt; b. anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

71 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. Afdeling 3 Beslissingstermijn: weigeringgronden Artikel 3:12 Beslissingstermijn 1. Het bevoegd bestuursorgaan neemt het besluit op de aanvraag om vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is. 2. Het bevoegd bestuursorgaan kan zijn beslistermijn met ten hoogste twaalf weken verlengen. Artikel 3:13 Weigeringsgronden 1. De vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, wordt geweigerd indien: a. de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 3:5 gestelde eisen; b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening; c. er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde. 2. Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd in het belang van: a. het voorkomen of beperken van overlast; b. het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat; c. de veiligheid van personen of goederen; d. de verkeersvrijheid of -veiligheid; e. de gezondheid of zedelijkheid; of f. de arbeidsomstandigheden van de prostituee. Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 1. De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel 3:4 op de vergunning vermelde exploitant, de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd. 2. Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan. Artikel 3:15 Wijziging beheer 1. Indien een beheerder als bedoeld in artikel 3:1, onder g, het beheer in de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd, geeft de exploitant daarvan binnen een week na de feitelijke beëindiging van het beheer schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan. 2. Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing. 3. In afwachting van het besluit bedoeld in het tweede lid, kan het beheer worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder zodra de exploitant een aanvraag als bedoeld in het tweede lid heeft ingediend, totdat over de aanvraag is besloten. Afdeling 5 Overgangsbepaling artikel 3:16 Overgangsbepaling [gereserveerd] APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

72 HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting Artikel 4:1 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer; b. inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden; e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen; f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting; g. geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij de betreffende inrichting; h. onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt. Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 1. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 2. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 3. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer delen van de gemeente. 4. Het college maakt de aanwijzing ten minste vier weken voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekend. 5. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen. 6. Het equivalente geluidsniveau L Ar,LT veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan 60 db(a), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter. 7. De geluidswaarde als bedoeld in het zesde lid is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 db(a) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten. 8. De collectieve festiviteit moet ten minste 2 uur eerder worden beëindigd dan dat de inrichting geopend mag zijn op basis van de horeca-exploitatievergunning of de in artikel 2:30, tweede lid genoemde nadere regels. 9. De geluidsnorm als bedoeld in het zesde lid geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte. 10. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 1. Het is een inrichting toegestaan maximaal 3 incidentele festiviteiten, en voor zover de inrichting een sportvereniging betreft maximaal 6 incidentele festiviteiten, per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

73 deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 3 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving. 4. De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld. 5. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat. 6. Het equivalente geluidsniveau L Ar,LT veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan 60 db(a), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter. 7. De geluidswaarde als genoemd in het zesde lid is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 db(a) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten. 8. De incidentele festiviteit moet ten minste 2 uur eerder worden beëindigd dan dat de inrichting geopend mag zijn op basis van de horeca-exploitatievergunning of de in artikel 2:30, tweede lid, genoemde nadere regels. 9. De geluidsnorm als bedoeld in het zesde lid geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte. 10. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten [gereserveerd] Artikel 4:5 Onversterkte muziek 1. Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek, zoals bedoeld in artikel 2.18, eerste lid onder f en vijfde lid van het Besluit binnen inrichtingen is de onder f opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat: a. de in de tabel aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen; b. de in de tabel aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein; c. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten; d. bij het bepalen van de geluidsniveaus zoals vermeld in de tabel geen bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast; e. de controle op geluidvoorschriften plaatsvindt conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai. f. Tabel f uur uur uur LAr.LT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 db(a) 45 db(a) 40 db(a) LAr.LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 db(a) 30 db(a) 25 db(a) LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 db(a) 65 db(a) 60 db(a) LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 db(a) 50 db(a) 45 db(a) 2. Voor de duur van 4 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. 3. Het college kan ontheffing verlenen van de normen gesteld in het eerste lid. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

74 4. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing. 5. Het eerste lid geldt niet indien artikel 4:2 of artikel 4:3 van deze verordening van toepassing is. Artikel 4:6 Overige geluidhinder 1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening Utrecht Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 4:6a (Geluid)hinder door bromfietsen e.d. Het is verboden om buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zich met een motorvoertuig of een bromfiets zodanig te gedragen dat daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder ontstaat. Artikel 4:6b (Geluid)hinder door dieren 1. Het is degene die, binnen de bebouwde kom, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer de zorg heeft voor een dier, verboden dit dier op een zodanige wijze aanwezig te hebben dat dit dier voor een omwonende of overigens voor de omgeving hinder veroorzaakt. 2. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Artikel 4:7 Straatvegen Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode. Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen. Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen. Afdeling 3 Bomen Artikel 4:10 Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld overeenkomstig artikel 1, vijfde lid van de Boswet; b. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning; c. boom: een houtig opstaand gewas, zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam; APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

75 d. boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen; e. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand in een bosplantsoen met een min of meer gesloten bladerdak of een houtopstand bestaande uit een boomgroep van meer dan 10 bomen; f. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; g. houtopstand: een of meer bomen, hakhout, een houtwal of houtig opstaande gewassen met een min of meer aaneengesloten bladerdak van minimaal 50 vierkante meter; h. vellen: rooien, kappen, verplanten, snoeien van meer dan 20% van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen en achterstallige vormsnoei, of het verrichten van andere handelingen zowel boven- als ondergronds die de dood van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Art. 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen of te doen vellen. 2. Het eerste lid geldt niet voor: a. houtopstand in particuliere eigendom waarvan de stamomtrek, gemeten op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld minder is dan 35 centimeter; b. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit niet geknotte populieren of wilgen; c. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; d. fijnsparren, niet ouder dan 12 jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; e. kweekgoed; f. houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld; g. houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die: - ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are; - ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen; h. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving of last van het college; i. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud; j. houtopstand gelegen in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet; k. houtopstand waarvan naar het oordeel van het bevoegd gezag vellen onverwijld nodig is vanwege acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang. Art. 4:12 Weigeringsgronden 1. Het bevoegd gezag weigert de vergunning voor een boom voorkomend op de kaart van monumentale bomen in gemeentelijke eigendom. 2. Het bevoegd gezag kan om zwaarwegende redenen afwijken van het gestelde in het eerste lid. 3. Het bevoegd gezag kan de vergunning weigeren op grond van: a. de natuurwaarde van de houtopstand; b. de landschappelijke waarde van de houtopstand; c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand; e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand; f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand; g. de boomwaarde van de houtopstand. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

76 Art. 4:12 A Vergunning ex lege Op de vergunning is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Art. 4:12 B Bijzondere vergunningvoorschriften 1. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant. 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden ten aanzien van de geldigheidsduur. Art. 4:12 C Herplant-/instandhoudingsplicht 1. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. Het bevoegd gezag kan in het besluit tot het opleggen van een verplichting tot herbeplanting, de zakelijk gerechtigde of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van de voorziening, de mogelijkheid bieden om, in plaats van de opgelegde voorgeschreven herbeplantingsverplichting, een nader te bepalen vergoeding te betalen. De vergoeding dient in redelijke verhouding te staan tot de waarde van de boom. 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen. 4. Het is verboden om in strijd met een verplichting als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid te handelen of na te laten. Art.12 D Schadevergoeding Indien de gebruiker of eigenaar van een houtopstand tengevolge van een verbod tot vellen van een houtopstand of een weigering tot ontheffing van een verbod tot vellen van een houtopstand, schade lijdt, welke redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven, kent het college van burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Art. 4:12 E Bestrijding van boomziekten 1. Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn: a. de boom te vellen; b. conform richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

77 2. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden. 3. Het is verboden om in strijd met het gestelde in het eerste lid of tweede lid te handelen of na te laten. Art. 4:12 F Afstand van erfgrenslijn De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters. Artikel 4:12 G Kaart met monumentale bomen in gemeentelijke eigendom 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt een kaart van monumentale bomen in gemeentelijke eigendom op en kan daarin ambtshalve of op verzoek van belanghebbenden wijzigingen aanbrengen; 2. Het college van burgemeester en wethouders plaatst een boom op deze kaart indien aan onderstaande voorwaarden is voldaan: a. plantjaar en boomgrootte: een boom binnen de gemeentegrenzen van Amersfoort waarbij het plantjaar meer dan 80 jaar geleden is of, als het plantjaar onbekend is, een stamdiameter heeft groter dan 100 centimeter op 1,3 meter hoogte boven maaiveld; en b. technische levensduur: een boom die een technische levensduur heeft van meer dan 5 jaar; en c. de boom bezit tenminste een van de onderstaande kenmerken: 1. beeldbepalendheid; 2. ecologische waarde; 3. cultuurhistorische waarde; 4. zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie; 3. De gemeentelijke kaart geeft aan de plaatselijke aanduiding en de tenaamstelling en voorts een beschrijving van de boom, waarbij zo nodig met name de onderdelen worden genoemd waarop de bescherming is gericht. 4. Bomen die na plaatsing op de gemeentelijke kaart worden geveld, worden van de kaart afgevoerd. Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben: a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan; b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan; c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel; of d. mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen. 2. Het college kan bij de aanwijzing nadere regels stellen. 3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien krachtens de Wet ruimtelijke ordening of door of krachtens de Wet ruimtelijke ordening of de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen [gereserveerd] APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

78 Artikel 4:15 Verbod ontsierende hinderlijke of gevaarlijke reclame 1. Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is. 2. Het verbod geldt niet voor: a. onverlichte opschriften, aankondigingen of afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn op zichtbaarheid vanaf de weg; b. onverlichte opschriften, aankondigingen of afbeeldingen op of aan onroerende zaken, daartoe aangewezen door de overheid; c. opschriften, aankondigingen of afbeeldingen kleiner dan 0,50 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op: - een openbare verkoping of aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; - het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd; d. onverlichte opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk zijn betrokken, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben. e. onverlichte opschriften, aankondigingen of afbeeldingen op of aan onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer. f. opschriften, aankondigingen of afbeeldingen van kennelijk tijdelijke aard op of aan een onroerende zaak welke niet gelegen is in het in het Gevelhandboek genoemde kernwinkelgebied, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits deze opschriften, aankondigingen of afbeeldingen niet langer dan zes weken op de onroerende zaak aanwezig zijn. g. voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996; 3. Het is verboden door een opschrift, aankondiging of afbeelding als bedoeld in het tweede lid de veiligheid van het verkeer in gevaar te brengen of ernstige hinder voor de omgeving te veroorzaken. 4. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand, tenzij de handelsreclame een bouwwerk betreft; b. in het belang van de verkeersveiligheid; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak, tenzij in dit onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. 5. Onverminderd het bepaalde in het derde lid, kan het college plaatsen en/of categorieën reclameobjecten aanwijzen waar het verbod, zoals genoemd in het eerste lid, niet geldt. Artikel 4:16 Vergunningsplicht lichtreclame [gereserveerd] Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen Artikel 4:17 Begripsbepaling In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

79 bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, de beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd. 2. Het verbod geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8. kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van: a. de bescherming van natuur en landschap; of b. de bescherming van een stadsgezicht. 5. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 1. Het college kan plaatsen aanwijzen waarop het verbod van artikel 4:18, eerste lid niet van toepassing is. 2. Het college kan daarbij nadere regels stellen ter bescherming van de belangen genoemd artikel 4:18, vierde lid, onder a en b. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

80 HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE Afdeling 1 Parkeerexcessen Artikel 5:1 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. voertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990). b. aanhangwagens: aanhangwagens als bedoeld in artikel 1, onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990); c. parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990). Artikel 5:2 Op de weg plaatsen of hebben van voertuigen van autobedrijf e.d. 1. Onder verhuren wordt in dit artikel mede verstaan: a. het gebruiken van een voertuig voor het geven van lessen; b. het gebruiken van een voertuig voor het vervoeren van personen tegen betaling. 2. Tot de voertuigen als bedoeld in dit artikel worden niet gerekend: a. voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vergen, en dit gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor deze werkzaamheden; b. voertuigen voor persoonlijk gebruik van de in het derde lid bedoelde persoon. 3. Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden: a. drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te plaatsen of te hebben binnen een cirkel met een straal van 50 meter met als middelpunt een van deze voertuigen; b. de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 1. Het is verboden op de weg een voertuig te plaatsen of te hebben met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen. 2. Het college kan ontheffing van het verbod verlenen. 3. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:4 Defecte voertuigen Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te plaatsen of te hebben. Artikel 5:5 Voertuigwrakken 1. Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te plaatsen of te hebben. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. Artikel 5:6 Aanhangwagens en kampeermiddelen 1. Het is verboden een aanhangwagen of een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op de weg binnen de bebouwde kom. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

81 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 of de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:7 Op de weg plaatsen of hebben van reclamevoertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te plaatsen of te hebben met het kennelijke doel om daarmee handelsreclame te maken. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 3. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een weg in het gedeelte van de gemeente, omsloten door de Stadsring vanaf het Smallepad tot de Sint Andriesstraat, de Sint Andriesstraat vanaf de Stadsring tot de Beek, de Beek vanaf de Sint Andriesstraat tot de Eem, de Koppelpoort, de Kleine Koppel vanaf de Koppelpoort tot het Smallepad en het Smallepad vanaf de Kleine Koppel tot de Stadsring de wegen of gedeelten daarvan daaronder begrepen zulks ter bescherming van het uiterlijk aanzien van dat stadsdeel. 2. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een weg binnen de bebouwde kom. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van tot uur. 4. Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen. 5. Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan. 2. Het verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is. Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen [gereserveerd] Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 1. Het is verboden met een voertuig te rijden door of deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook. 2. Dit verbod is niet van toepassing: a. op de weg; b. op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid; c. op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd. 3. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 4. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

82 Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 1. Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan. 2 Het is verboden om op de op grond van het eerste lid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten te plaatsen of te laten staan. 3. Het is verboden fietsen of bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan. 4. Het college kan wegen of weggedeelten aanwijzen waar het verboden is om langer dan eenentwintig dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking van de voor het stallen van fietsen of bromfietsen bestemde voorzieningen gebruik te maken. 5. Het is verboden om op in het vierde lid aangewezen plaatsen langer dan eenentwintig dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking van de voor het stallen van fietsen of bromfietsen bestemde voorzieningen gebruik te maken. Afdeling 2 Collecteren Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden. 2. Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd. 3. Het verbod geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt. 4. Het college kan onder door hem te stellen voorschriften vrijstelling verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod voor inzamelingen die gehouden worden door daarbij aangewezen instellingen. 5. Op de vrijstelling bedoeld in het vierde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 3 Venten Artikel 5:14 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis. 2. Onder venten wordt niet verstaan: a. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet; b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5:22; c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17. Artikel 5:15 Ventverbod 1. Het is verboden venten in de binnenstad van Amersfoort, welke wordt begrensd door de Stadsring, het Smallepad, de Schimmelpenninckkade, de Scheltussingel en Flierbeeksingel. 2. Het is verboden te venten op een door het college aangewezen plaats. Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

83 1. Het verbod als bedoeld in artikel 5:15 geldt niet voor venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. 2. Het college kan de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in het eerste lid beperken door een verbod in te stellen: a. op door het college aangewezen openbare plaatsen, of b. voor bepaalde dagen en uren. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het tweede lid. 4. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 4 Standplaatsen Artikel 5:17 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. 2. Onder standplaats wordt niet verstaan: a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet; b. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24; Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben. 2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd: a. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand; b. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt; c. indien op voorhand blijkt dat de aanvrager niet in staat is de standplaats persoonlijk in te nemen. 4. Een vergunning wordt in het belang van de openbare orde, zoals bedoeld in artikel 1:8, in ieder geval geweigerd indien dit wordt gedaan: a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; b. in het belang van de verkeersvrijheid of veiligheid; 5. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:18a Intrekking standplaatsvergunning Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan de vergunning tijdelijk, dan wel blijvend, worden ingetrokken indien als gevolg van bijvoorbeeld reconstructie van de openbare weg, werkzaamheden of de herinrichting van de openbare weg van een standplaatsvergunning geen gebruik (meer) kan worden gemaakt. Artikel 5:18b Toewijzing bij overlijden of arbeidsongeschiktheid 1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de standplaatsvergunning worden toegewezen aan de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde. 2. Indien de standplaatsvergunning niet kan worden toegewezen op grond van het vorige lid, dan kan de vergunning worden toegewezen aan een kind of medewerker die: APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

84 a. direct daaraan voorafgaand, gedurende een aaneengesloten periode van minimaal drie jaar onafgebroken in loondienst van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd; b. bij notariële akte heeft aangetoond dat de onderneming in eigendom van de medewerker is overgegaan en dat de standplaats geen economische factor is in de overname. 3. Een aanvraag tot toewijzing wordt ingediend binnen 12 weken nadat de vergunninghouder is overleden, dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld. Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college een standplaats wordt of is ingenomen. Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 1. Het verbod van artikel 5:18, eerste lid, geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. of de Wegenverordening provincie Utrecht De weigeringsgrond van artikel 5:18, derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken. Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht [gereserveerd] Afdeling 5 Snuffelmarkten Artikel 5:22 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt verstaan onder snuffelmarkt: een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats. 2. Onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan: a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet; b. een evenement als bedoeld in artikel 2:24. Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een snuffelmarkt te organiseren. 2. Het verbod geldt niet voor ruimten die uitsluitend dan wel nagenoeg geheel en voortdurend in gebruik zijn als winkel in de zin van de Winkeltijdenwet. 3. De burgemeester weigert de vergunning indien er strijd is met een geldend bestemmingsplan. 4. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 6 Openbaar water Artikel 5:23A Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. vaartuigen: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten; b. woonschepen: Schepen uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd. Artikel 5:24 Gebruik van openbaar water 1. Het is verband met de veiligheid op het openbaar water verboden zonder vergunning van het college een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in, of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben. 2. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

85 3. Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water. 4. De verboden, genoemd in het eerste en derde lid, gelden niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Verordening bescherming natuur en landschap provincie Utrecht 1996, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening. Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 1. Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water. 2. Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water: a. nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente; b. beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de woonschepenverordening Provincie Utrecht of de Vaarwegenverordening Provincie Utrecht 2008 of de Verordening Natuur en Landschap van toepassing is. Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 1. Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente. 2. De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen. 3. Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de woonschepenverordening Provincie Utrecht of de Vaarwegenverordening Provincie Utrecht 2008 of de Verordening Natuur en Landschap van toepassing is. Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:25, tweede lid en 5:26 bepaalde. Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 1. Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Vaarwegenverordening Provincie Utrecht Artikel 5:29 Reddingsmiddelen Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken. Artikel 5:30 Veiligheid op het water APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

86 1. Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Scheepvaartwegenverordening Provincie Utrecht. Artikel 5:30a Zwemverbod Het is verboden te zwemmen in door het college aangewezen openbare wateren of gedeelten daarvan. Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 1. Het is verboden zonder redelijk doel zich vast te houden aan een vaartuig in openbaar water, daarop te klimmen of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden. 2. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een vaartuig, liggend in of aan een openbaar water, los te maken. Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden Artikel 5:32 Crossterreinen 1. Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoel in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainingsof proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben. 2. Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen voor het gebruik van deze terreinen: a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; b. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter bescherming van andere milieuwaarden; c. in het belang van de veiligheid van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde wedstrijden en ritten of van het publiek. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer of het Besluit geluidproductie sportmotoren. Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 1. Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, of met een fiets of een paard. 2. Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen: a. in het belang van het voorkomen van overlast; b. in het belang van de bescherming van natuur- of milieuwaarden; c. in het belang van de veiligheid van het publiek. 3. Het verbod in het eerst lid geldt niet voor bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen en voor fietsers of berijders van paarden: a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten; b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld; c. die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd; APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

87 d. van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld; e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet: a. op wegen; b. binnen de bij of krachtens de Provinciale verordening 'Stiltegebieden' aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als 'toestel'. 5. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 6. Op de ontheffing bedoeld in het vijfde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 8 Verbod vuur te stoken Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 2. Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op: a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke; b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand; c. vuur voor koken, bakken en braden, voor zover dat geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving oplevert. 3. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna. 5. Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening. 6. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Afdeling 9 Verstrooiing van as Artikel 5:35 Begripsbepaling [gereserveerd] Artikel 5:36 Verboden plaatsen [gereserveerd] Artikel 5:37 Hinder of overlast [gereserveerd] Afdeling 10 Naamgeving en nummering (adressen) Artikel 5:38 begripsbepaling In deze afdeling (en de daarop berustende bepalingen) wordt verstaan onder: a. Adres: door het college aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats. b. Afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

88 c. Convenant: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV gesloten Kader Convenant en Nader Convenant inzake postcodes. d. Ligplaats: door het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig. e. Nummeraanduiding: door het college als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats en een afgebakend terrein dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- en/of cijfercombinatie. f. Openbare ruimte: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen. g. Pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is. h. Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder. i. Standplaats: door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan dat is bestemd voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte. j. Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen inzake naamgeving en nummering (adressen). k. Verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is. l. Wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt. m. Woonplaats: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente. n. De Wet: Wet basisregistraties adressen en gebouwen. Artikel 5:39 Verdeling gemeente 1. Het college stelt de grens en de naam van de woonplaats(en) vast en kan desgewenst de woonplaats(en), al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten verdelen en aanduiden met namen, zo nodig met letters en nummers. 2. Het college kent per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken. 3. Onder vaststellen, verdelen, aanduiden en toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan. Artikel 5:40 Nummering en afbakening 1. Het college stelt de ligplaatsen en standplaatsen vast. 2. Het college kent binnen het grondgebied van de gemeente nummers toe aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen. 3. Het college bepaalt de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen. 4. De toekenning of afbakening, zoals bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, zijnde niet verblijfsobjecten of op afgebakende terreinen worden toegepast, indien dat naar oordeel van het college noodzakelijk is. 5. Onder vaststellen, toekennen en bepalen, zoals bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan. Artikel 5:41 Aanbrengen namen en nummers 1. De door het college toegekende namen, zoals vervat in artikel 5:39, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

89 2. Aan objecten, zoals aangegeven in artikel 5:40, waarvoor een nummer is vastgesteld moet dat nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht. 3. Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd is, verboden namen aan de openbare ruimte en woonplaatsen, wijken en buurten toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen. 4. Het is een ieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan een pand of verblijfsobject, stand- of ligplaats of afgebakend terrein nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Artikel 5:42 Gedoogplicht naamborden 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van de openbare ruimte, naamverwijsborden, nummerborden, nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Indien het college het noodzakelijk acht om een naambord, waarop de vervallen naam is doorgehaald, tijdelijk naast het naambord met de nieuwe naam te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten als daaraan door het college een termijn van niet langer dan een jaar is verbonden. 3. De rechthebbende zorgt er voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven. Artikel 5:43 Verplichting tot aanbrengen van nummerborden 1. Tenzij het college anders heeft besloten, zorgt de rechthebbende van een object er voor dat de nummers, zoals bedoeld in artikel 5:40, tweede lid, worden aangebracht op een wijze zoals krachtens artikel 5:44 is bepaald. 2 De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste lid genoemde nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college zijn aangebracht. 3. Indien een verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen of afgebakend terrein nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht. 4. Indien het college heeft besloten om een nummerbord, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, naast het nummerbord met het nieuwe nummer te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten of daar uitvoering aan geven als daaraan door het college een termijn van niet langer dan een jaar is verbonden. 5. Het college kan de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen. Artikel 5:44 Uitvoeringsvoorschriften 1. Het college kan uitvoeringsvoorschriften vaststellen betreffende het proces en de wijze van: a. naamgeving en van begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken; b. naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte; c. nummering van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen en afgebakende terreinen; d. opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen. 2. De uitvoeringsvoorschriften zijn niet strijdig met het convenant inzake postcodes. APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

90 HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 6:1 Strafbepaling Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 6:2 Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de buitengewoon opsporingsambtenaren van de sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, afdeling Vergunningverlening Toezicht en Handhaving, team Handhaving Openbare Ruimte. 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door burgemeester en wethouders of de burgemeester aangewezen personen. Artikel 6:3 Binnentreden woningen 1. Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. 2. Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van een voorschrift van een door de burgemeester op grond van artikel 176 van de Gemeentewet vastgesteld algemeen verbindend voorschrift, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Artikel 6:4 Inwerkingtreding en intrekking oude verordening 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt. 2. De Algemene Plaatselijke Verordening 2012 wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt. Artikel 6:5 Overgangsbepaling 1. Besluiten, genomen krachtens de verordening, genoemd in artikel 6:4, tweede lid, die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. 2. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 6:4, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken. Artikel 6:6 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort. Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli de griffier, de voorzitter, PUBLICATIEDATUM: 24 juli 2013 APV Amersfoort, lstl. gew. ( ), rbsl.nr van totaal 42

91 Feitelijke vragen ten behoeve van Raadsvoorstel Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen (januari 2015) Onderwerp: Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen Afdeling: SOB Reg.nr Nr. Vragensteller Vraag Antwoord (fractie) 1 SP/Molenkamp Art.4.10 c: het begrip boom toegevoegd (vanaf 10 cm, kleiner dus geen boom?) Ja, omdat bomen < 10 dwarsdoorsnede niet voldoen aan de juridische definitie van het begrip boom. Het begrip boom is conform de model Bomenverordening van de landelijke Bomenstichting. Zie ook de uitleg in bijlage 2 bij het raadsvoorstel. 2 SP/Molenkamp Art.4.10 e: dunning is nu ruimer gesteld Nee, het gestelde is onjuist. De tekst in de APV is 3 SP/Molenkamp Art a: is toegevoegd en geeft eigenaren veel meer ruimte tot vergunningsvrije kap! verduidelijkt. Nee, het gestelde is onjuist. Deze bepaling is in samenhang met de definitie van het begrip houtopstand in art. 4:10 sub g dezelfde als in de huidige APV art. 4:11 lid 2 sub l. 4 SP/Molenkamp Art4.12.1: de eigenaar is verdwenen Ja, die beperking in de huidige APV is in strijd met de wet. Zie ook de uitleg in bijlage 2 bij het raadsvoorstel. 5 SP/Molenkamp Art.4.12.d: de 8e dag regel is verdwenen Ja, die bepaling in de huidige APV is in strijd met de wet. Voor de inwerkingtreding van een omgevingsvergunning geldt art. 6.1 lid 2 e.v. Wabo. 6 SP/Molenkamp Art.4.12.e: regels ten aanzien van iepziekte uitgebreid naar alle bomen Ja, die bepaling in de huidige APV is in overeenstemming gebracht met de praktijk. Zie de uitleg in bijlage 2 bij het raadsvoorstel. 7 SP/Molenkamp Art.12.i: bomen wacht verdwenen, geen alternatief Ja, die bepaling in de huidige APV is een dode letter. Zie ook de uitleg in bijlage 2 bij het raadsvoorstel. 8 SP/Molenkamp Art.4.12.g: 80 jaar is nieuw. Levensduur 5 jaar is nieuw. Minimale kenmerken is nieuw. Ja, die bepaling is in overeenstemming met de normen van de landelijke Bomenstichting. Overigens gaat de Bomenstichting uit van een levensverwachting van minimaal 10 jaar. In de huidige APV is niets vermeld over de vereisten voor een monumentale boom. 9 SP/Molenkamp Algemene bepalingen art.3 is gespecificeerd waardoor We weten niet zeker wat u bedoelt met art. 3, maar

92 het niet benoemde geen grond tot weigeren meer is. 10 SP/Molenkamp De gemeentelijke lijst ter extra bescherming van houtopstanden: a. geen waardevolle houtopstanden meer beschermd, alleen monumentale bomen in gemeentelijk eigendom. b. geen particuliere houtopstanden of bomen meer op lijst op te nemen. c. geen waardevolle en monumentale heggen en hagen meer op lijst op te nemen. d. Blijkbaar zijn al deze houtopstanden die door de burgers zijn opgegeven van de lijst geschrapt. 11 SP/Molenkamp Wijziging begrip monumentaal : niet meer vanaf 50 jaar*, maar pas vanaf 80 jaar beschermd als monumentaal en oplijst te zetten als monumentaal. * is huidig beleid: zie leeftijd in de databestanden en criterium op gemeentelijke website en is leeftijdscriterium in de Bomennota (bijlage van de Bomennota) denken dat u art. 12 lid 3 bedoelt. Dit zijn dezelfde weigeringsgronden als in de huidige APV vermeld in art. 4:12A. Andere weigeringsgronden zijn er ook in de huidige APV niet. Nee, het gestelde is onjuist. a. Zowel gemeentelijke als particuliere waardevolle houtopstanden zijn beschermd in de weigeringsgronden van art. 4:12 lid 3. Voor monumentale gemeentelijke bomen zijn de regels verduidelijkt doordat art. 4:12 lid 1 en 2 toe zijn toegevoegd. b. Op de oude lijst van monumentale bomen staan 289 gemeentelijke bomen. Deze lijst dateert uit 1995 en is inmiddels erg verouderd. Op de nieuwe kaart staan 641 gemeentelijke monumentale bomen. Deze worden in het voorstel strenger beoordeeld bij een kapaanvraag door de toevoeging van lid 1 en 2 bij art. 4:12. Zie antwoord a. c. Heggen en hagen hebben nooit deel uitgemaakt van de lijst met monumentale bomen. d. Burgers hebben voor de lijst uit 1995 niet zelf houtopstanden opgegeven, de gemeente heeft die aangewezen. Voor de bomenlijst van het project Invoering Bomenlijst hebben burgers wel bomen opgegeven, maar die lijst heeft geen status, omdat de raad het voorstel voor invoering van de bomenlijst verworpen heeft in december De leeftijd van 80 jaar, die de gemeente hanteert voor een monumentale boom, is in 1994 in samenwerking met de landelijke Bomenstichting tot stand gekomen. Zie ook de website van de Bomenstichting: De gemeente werkt al sinds 1994 met de leeftijd van 80 jaar voor monumentale bomen. De gemeentelijke website waarop minimaal 50 jaar staat, is gebaseerd op waardevolle houtopstanden, zoals in bijlage 2 van de Bomennota 1992 als een van de criteria voor waardevolle bomen is gesteld. De raad heeft in 1993 de Bomenverordening 1992 vastgesteld. Daarin staat geen minimale leeftijd van

93 12 SP/Molenkamp Ondermaatse houtopstanden van meer dan 50 m2 mogen voortaan gekapt worden zonder vergunning, als ze in particulier* eigendom zijn. Ook geen herplant meer op te leggen en /of compensatiegeld te vragen door de gemeente. Dat geldt ook voor ondermaatse houtopstanden die niet een min of meer aaneengesloten bladerendek hebben. * Het begrip particulier is bovendien niet gedefinieerd. Onduidelijk of Defensie, Waterschap en RWS er onder vallen (was ook discussiepunt tijdens wijziging bomenbeleid). 13 SP/Molenkamp Begrip dunning is verruimd: vergunningsvrij kappen is dus uitgebreid. 14 SP/Molenkamp De boomwaarde (monetaire waarde) is heden een zelfstandige reden om een vergunning te weigeren, voortaan niet meer. 15 SP/Molenkamp Historische fruitbomen niet meer beschermd (nu wel o.b.v. de Bomennota of op basis van cultuurhistorische waarde als weigeringsgrond. Cultuurhistorische waarde is nu uitputtend gedefinieerd en dus beperkt bruikbaar als weigeringsgrond. Historische fruitboom(gaard) voortaan bedreigd. 16 SP/Molenkamp Waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand is geschrapt als weigeringsgrond in de beleidsregels. Dat betekent (dat werd in Amersfoort door het stadhuis altijd zo opgevat en dat zie je in andere steden ook zo gedefinieerd): De waarde voor de leefbaarheid van de monumentale bomen vermeld. De informatie op onze website is onjuist en zal worden aangepast. Nee, zelfstandige houtopstanden van meer dan 50 m2 mogen niet zonder vergunning worden gekapt. Zie de definitie van houtopstand in art. 4:10 sub g in combinatie met art. 4:11 lid 1. We zijn hierin strenger geworden voor gemeentelijke houtopstanden met een oppervlakte van meer dan 50 m2 dan in de huidige APV staat. De uitzondering in het huidige art. 4:11 lid 3 is geschrapt. Voor de kap van houtopstanden kunnen we altijd herplant opleggen of compensatiegeld vragen. Die bepalingen zijn niet gewijzigd. *Met het begrip particulier bedoelen we: niet in eigendom van de gemeente Amersfoort. Nee, zie de beantwoording van vraag 2. Vergunningvrij kappen is hiermee niet uitgebreid. Nee, de boomwaarde is ook nu een aanvullende weigeringsgrond, wordt nooit als enige grond toegepast als weigering voor de vergunning, maar dit is niet te herleiden uit de huidige APV. Om transparant te zijn over de toepassing van de weigeringsgronden hebben we beleidsregels opgesteld. Het gestelde is onjuist. Individuele historische fruitbomen waarbij van economische exploitatie geen sprake is en die niet vallen onder de Boswet, zijn wel vergunningplichtig. Een historische fruitboom kan vallen onder één van de weigeringsgronden. Toepassing van de weigeringsgrond Cultuurhistorische waarde van de houtopstand is limitatief gedefinieerd in de beleidsregels om rechtszekerheid te bieden. Het gestelde is onjuist. De waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand is nog steeds een weigeringsgrond. Bij het beoordelen van kapaanvragen hanteren wij deze definitie niet op de wijze zoals u stelt. Toepassing van deze weigeringsgrond is limitatief

94 houtopstand: De boom/bomen/houtopstand(en) vormen een eenheid met de omringende houtopstand(en)/ boom/bomen. De resterende houtopstand(en)/boom of bomen zullen schade ondervinden bij verwijdering van de houtopstand(en)/boom of bomen. Niets gelijkwaardigs voor in de plaats gekomen. Wel is er in de beleidsregels nu een waarde voor de leefbaarheid van burgers gedefinieerd, maar dat is heel wat anders. En de definitie is nu opeens ook veel beperkter: houtopstanden die niet in openbaar toegankelijk terrein staan en bovendien ook niet bijdragen aan de gebruiksof belevingswaarde van de straat of wijk, zijn dan vogelvrij. Bovendien vindt dat artikel (beleidsregel, weigeringsgronden, artikel 5) geen basis in de nieuwe APV, omdat daar nog steeds wordt gesproken van iets heel anders: leefbaarheid van de houtopstand, met een heel andere betekenis. Zie 14:12, lid 3 f nieuw. 17 SP/Molenkamp Natuurwaarde/ecologische waarde als weigeringsgrond zeer beperkt gedefinieerd. Als er een bijzondere soort van afhankelijk is, is deze alleen beschermd als het voortbestaan van de soort van de houtopstand afhangt. En dat moet dan ook nog structureel zijn. Dat is het natuurlijk bijna nooit (dan verhuist de spreeuwenkolonie (een bedreigde soort!)die al 2 jaar in die boom overwintert maar naar de buurgemeenten, toch? Kan ons die lokale, potentieel structurele natuurwaarde voor Amersfoort schelen?). Alleen bomen die een reigerkolonie huisvesten zijn niet vogelvrij. De Flora- en faunawet biedt hier helaas niet altijd soelaas. 18 SP/Molenkamp Verder staan er in de beleidsregels dingen als: - kapvergunning kan geweigerd worden voor gedefinieerd in de beleidsregels om rechtszekerheid te bieden. Bovendien wordt deze weigeringsgrond zelden gebruikt en dan ook nog vaak nevengeschikt aan andere weigeringsgronden. Het gestelde is onjuist. Voor de rechtsbescherming van de burger is van belang dat in de beleidsregels wordt verduidelijkt hoe het college de criteria voor de weigeringsgronden toepast. De toepassing van de weigeringsgrond is limitatief gedefinieerd in de beleidsregels om rechtszekerheid te bieden en is niet beperkter geworden. Het gestelde is onjuist. Het college heeft in de beleidsregels de toepassing van de criteria voor deze weigeringsgrond helder gemaakt en limitatief gedefinieerd in de beleidsregels om rechtszekerheid te bieden. De toevoeging structureel is slechts om aan te geven dat het moet gaan om een verhoogde natuurwaarde. Iedere boom heeft immers wel een bepaalde natuurwaarde, maar dat betekent niet dat er altijd sprake is van een weigeringsgrond. Dit is geen wijziging ten opzichte van de huidige toepassing van de APV. De afscherming van ongewenste objecten in de beleidsregels bij de weigeringsgrond Landschappelijke

95 houtopstanden die ongewenste objecten afschermen. Wat zijn ongewenste objecten? Als de Bomenstichting als belanghebbende voortaan tegen de kap van de bomenrij voor een bejaardentehuis ageert omdat die het zicht vanuit Park Randenbroek op een bejaardentehuis of een flat ontneemt, is dat gebouw dan een ongewenst object? - art. 4: 12 G c onder 4: Boom kan op de gemeentelijke lijst als de boom in het bezit is van het kenmerk dendrologie. Huh: een boom die in het bezit is van het kenmerk boomkunde? Dendrologie betekent immers boomkunde: de studie van bomen, heesters en in het algemeen houtachtige planten. 19 SP/Molenkamp Het college stelt voor een artikel 4:12 A toe te voegen aan de APV. Het voorgestelde artikel luidt: Op de vergunning is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Deze bepaling lijkt me onverbindend, nu in de Wabo uitputtend is geregeld welke voorbereidingsprocedure van toepassing is op de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand. Het is namelijk mogelijk dat de procedure moet plaatsvinden volgens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, in welk geval paragraaf Awb niet van toepassing is. Bij de reguliere voorbereidingsprocedure zijn bovendien niet alle bepalingen van paragraaf van toepassing. De artikelen 4:20b, derde lid, en 4:20f zijn immers uitgezonderd, zie artikel 3.9, derde lid, van de Wabo. waarde van de houtopstand is een verduidelijking van deze weigeringsgrond. Een vergunning kan op die grond geweigerd worden. Of een gebouw als een ongewenst object beschouwd moet worden, is hierin niet geregeld. In art. 4:12 G staat onder lid 2 sub c dat de boom een van de onderstaande kenmerken moet bezitten. Een van die kenmerken kan een dendrologisch kenmerk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een zeldzame boomsoort of een speciale, gecultiveerde plantensoort. De regels van de Wabo gelden voor elke omgevingsvergunning, dus ook voor de kapvergunning. Op de kapaanvraag is de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing, waarop de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen van toepassing is, zoals geregeld in art. 3.9 Wabo. Daarbij zijn art. 4:20b, derde lid en 4:20 f van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de kapvergunning. De uitgebreide voorbereidingsprocedure is van toepassing bij vergunningaanvragen zoals in paragraaf 3.3 Wabo is geregeld (art. 3:10 e.v.), bijv. als eerst een projectbesluit of een milieuvergunning moet worden verleend. In art. 3:10 Wabo staat de kapvergunning, omschreven in art. 2.2 lid 1 sub g, niet vermeld. In een aanvraag voor omgevingsvergunning waarin meerdere vergunningen nodig zijn, zal de kapvergunning meelopen in de procedure van (een) andere omgevingsvergunning(en), als daarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is verklaard. De totale omgevingsvergunning volgt dan deze procedure. Art. 4:12A is niet strijdig met de Wabo, maar strikt genomen overbodig, omdat dit uitputtend geregeld is in de Wabo.

96 Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 10 december 2014 Portefeuillehouder : Wethouder J.C. Buijtelaar Agendapunt : B&W-vergadering : De Ronde : - Agenda Het Besluit : Vastgesteld : besluit TITEL Reconstructie aansluiting Hertekop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan) BESLISPUNTEN De raad besluit: 1. Een investeringskrediet beschikbaar te stellen van voor de reconstructie van de Hertekop (gedeelte Arnhemseweg tussen projectgrens Kersenbaan en A28). AANLEIDING In 2007 is met de provincie Utrecht een bestuursovereenkomst afgesloten voor de reconstructie van de aansluiting A28 N226 (Arnhemseweg). In de volksmond wordt dit kruispunt de Hertekop genoemd. De reconstructie is nodig voor een goede doorstroming van de aansluiting A28 Hertekop en van de Kersenbaan 2 e fase die nu wordt aangelegd. In de bestuursovereenkomst is onder meer afgesproken dat de provincie trekker is van het project en dat beide partijen op basis van 50/50 de kosten dragen van het project. De gezamenlijke inzet was om de reconstructie af te hebben op het moment dat het project Kersenbaan 2 e fase is gerealiseerd. Aan de zijde van Leusden zijn verkeersafwikkelingsproblemen bij de N226 Schutterhoeflaan. Dit punt ligt in het verlengde van het project Hertekop en heeft hier ook veel relaties mee. Daarnaast is in het kader van VERDER de aanleg van een fietstunnel gepland ter hoogte van de aansluiting N226-Lokhorsterweg en moet het ontwerp van de reconstructie van de Hertekop mogelijk worden aangepast om dit toekomstvast te maken voor het project A28/A1 Knooppunt Hoevelaken. De provincie Utrecht heeft besloten om deze ontwikkelingen te integreren in het ontwerp van de Hertekop en de uitvoering van de reconstructie uit te stellen. Voor een goede verkeersafwikkeling van de Kersenbaan 2 e fase is het noodzakelijk dat in ieder geval het deel van het project Hertekop dat tussen de projectgrens Kersenbaan en de A28 ligt wordt gereconstrueerd. Met de provincie Utrecht is afgesproken dat dit deel wordt aangepakt vooruitlopend op de totale reconstructie van de Hertekop en dat de gemeente deze werkzaamheden aanbesteedt en begeleidt. Op 7 oktober 2014 heeft uw raad bij besluitnummer het bestemmingsplan Aansluiting Hertekop ongewijzigd vastgesteld. Hiermee wordt het planologisch mogelijk gemaakt om de reconstructie van het Amersfoortse deel uit te kunnen voeren. BEOOGD EFFECT Verbeteren van de doorstroming van het verkeer en de bereikbaarheid van Amersfoort. Inlichtingen bij: H.W. Nijland, SOB/PO, (033)

97 raadsvoorstel pagina 2 Gemeente Amersfoort ARGUMENTEN 1.1 Door de reconstructie verbetert de bereikbaarheid van Amersfoort Dit gedeelte van de Arnhemseweg is een belangrijke schakel in de verbinding tussen de A28 en het centrum. Op dit moment wordt de Kersenbaan 2 e fase gerealiseerd. Het is voor de doorstroming van het verkeer van belang dat deze aansluiting wordt gereconstrueerd aansluitend op de Kersenbaan. 1.2 De verkeersveiligheid en het comfort voor gemotoriseerd verkeer verbetert - Het wegprofiel wordt omgebouwd van 1 x 2 naar 2 x 1 rijstroken (gescheiden rijstroken) en sluit aan op het ontwerp van de Kersenbaan. - De maximum snelheid wordt teruggebracht van 80 km/h naar 60 km/h. - De percelen Nimmerdor 211 t/m 215 en het volkstuinencomplex krijgen aparte uitvoegstroken. - Het wegdek is nu in slechte staat en wordt weer op een kwalitatief goed peil gebracht. - Het nieuwe asfalt is geluidreducerender dan het huidige asfalt. 1.3 Door de reconstructie verbetert de verkeersveiligheid voor de (brom)fietser - Het fietspad wordt verbreed van 3 naar 4 meter. - Het fietspad wordt asfalt in plaats van de huidige tegels. - De ontsluiting van Nimmerdor krijgt een fietsoversteek met een tussenrustpunt in de middenberm. 1.4 Het bestemmingsplan laat de wijzigingen toe Op 7 oktober 2014 is het gewijzigde bestemmingsplan door de raad vastgesteld. Voor het verbreden van het fietspad was nog niet alle grond verworven en dit deel is daarom buiten de wijziging van het bestemmingsplan gehouden. Inmiddels is deze grond door de provincie verworven. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om met een wijzigingsplan het verleggen van het fietspad mogelijk te maken. De procedure hiervoor wordt dit najaar gestart. KANTTEKENINGEN 2.1 De planning is strak. In een korte periode moeten veel werkzaamheden worden uitgevoerd, waarbij de volgordelijkheid van groot belang is. Een belangrijke go/no go in dit geheel is de verlegging van de kabels en leidingen. Pas na verlegging van deze kabels en leidingen kan het merendeel van het civiele werk worden uitgevoerd. En de afronding van deze verlegging is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden/ temperatuur. Daarnaast moet nog de omgevingsvergunning worden aangevraagd en het wijzigingsplan voor het verleggen van het fietspad in procedure worden gebracht. Het verleggen van kabels en leidingen en het aanvragen van vergunningen worden zo vroeg mogelijk gestart om de reconstructie zoveel als mogelijk in samenhang met de werkzaamheden van de Kersenbaan voor de bouwvak in 2015 uit te kunnen voeren. 2.2 De kap van bomen is nodig. Bij de behandeling van de bestemmingsplanprocedure in de Ronde van 10 juni 2014 is ook de Bomeneffect analyse (BEA) gepresenteerd. De BEA is verder uitgewerkt en als gevolg van de reconstructie is het nodig dat in totaal 148 bomen worden gekapt (bijlage 5). Daarvan zijn 44 individuele bomen, de overige bomen zijn te kenmerken als bosplantsoen met daarbinnen een haagplantsoen van 12 bomen. De te kappen bomen aan de Nimmerdorzijde van de weg (42 stuks ) vallen onder de Boswet, wat betekent dat deze bomen gecompenseerd moeten worden. Waar mogelijk wordt bij de verdere uitwerking van het project het aantal te kappen bomen gereduceerd. Aan weerszijden van de Arnhemseweg worden 33 nieuwe individuele bomen teruggeplant die aansluiten op de nieuwe laanbeplanting die in het kader van de Kersenbaan langs de Arnhemseweg wordt gepland. Hiermee krijgt deze stadsentree weer de allure die hoort bij het landgoed Nimmerdor. Vanwege de geringe beschikbare ruimte is er geen plaats meer om meer bomen terug te planten binnen het project. In de tweede fase van het project verzorgt de provincie de compensatie van de overige bomen die in het kader van de Boswet gecompenseerd moeten worden. Het bosplantsoen en de bomen die aan de oostkant van de weg worden gekapt vallen niet onder de Boswet maar onder de APV. Compensatie van deze bomen is niet verplicht en binnen het project is er ook geen ruimte om nieuwe bomen aan te planten. Daarnaast is

98 raadsvoorstel pagina 3 Gemeente Amersfoort financieel ook nooit voorzien dat ter vervanging van deze bomen en het bosplantsoen nieuwe aanplant moet komen. Als na afronding van het totale project Hertekop nog budget over blijft, wordt met de provincie overleg gevoerd over mogelijke compensatie. DUURZAAMHEID Door de reconstructie van de Hertekop wordt een vlottere en veiligere verkeersdoorstroming bereikt. (Vracht)auto s hoeven minder stil te staan waardoor de luchtkwaliteit minder wordt aangetast. Door toepassing van asfalt dat meer geluid reduceert dan het huidige asfalt, vermindert de geluidbelasting voor de omgeving. FINANCIËN De totale investering van het gehele project Hertekop is geraamd op ,-. De investering van het project Hertekop gedeelte A28 projectgrens Kersenbaan de eerste fase van de Hertekop- wordt geraamd op 1,25 miljoen. Deze kosten worden gedekt met de bijdrage RSV- compartiment Bereikbaarheid van 1,5 miljoen. Het resterende deel van deze bijdrage groot 0,25 miljoen wordt gebruikt voor de uitvoering van de 2 e fase Hertekop door de Provincie Utrecht. De aanleg van een fietstunnel in het kader van VERDER, de aanpassingen aan de Schutterhoeflaan en het toekomstvast maken ten behoeve van knooppunt Hoevelaken, worden niet vanuit dit project Hertekop gefinancierd. Deze kosten komen ten laste van respectievelijk VERDER, de provincie Utrecht en gemeente Leusden, en Rijkswaterstaat. Provincie Utrecht verzorgt deze afstemming. Kosten of opbrengsten in Plankosten : ,= (voorbereiding) Bouwkosten : ,= (incl. detaillering en onvoorzien) Dekking kosten kdekking vastgelegd in in ,= RSV - compartiment Bereikbaarheid Totaal: ,= RISICOPARAGRAAF - Op de nog te nemen verkeersbesluiten en aan te vragen vergunningen zijn bezwaren mogelijk. Dit kan tot vertraging in de geplande realisatie leiden. Beheersmaatregel(en): Besluiten en vergunningen zo vroeg als mogelijk aanvragen en in het contract opnemen dat in een gedeeltelijke uitvoering van het project moet worden voorzien. - Vertraging door uitloop in de realisatiefase van de werkzaamheden door de nutsbedrijven en/of als gevolg van weersomstandigheden (langer doorlopende winter) is een risico voor de start van de werkzaamheden kabels en leidingen, en daarmee voor de oplevering van het gehele project Beheersmaatregel(en): civiele aannemer en nutsbedrijven goed voorbereid laten zijn, dat zodra mogelijk ook daadwerkelijk gestart wordt. - De aanbesteding van het werk kan hoger uitvallen dan de geraamde bouwkosten. - In de uitvoering is een relatie met de werkzaamheden van de Kersenbaan. Het kan zijn dat in tijd gezien parallel uitvoeren van het Amersfoortse deel van de Hertekop en de aanleg van de Kersenbaan lastig is te realiseren. Beheersmaatregel(en): De reconstructie van het Amersfoortse deel van de Hertekop wordt volgend op de werkzaamheden aan de Kersenbaan uitgevoerd. Dat zorgt ervoor dat de periode waarop verkeershinder wordt ondervonden op deze invalsroute van Amersfoort langer duurt.

99 raadsvoorstel pagina 4 Gemeente Amersfoort COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Het verkeertechnische ontwerp voor de verbeterde aansluiting is een paar jaar geleden opgesteld en afgestemd met de direct aanwonenden door de provincie Utrecht. De aanpassing van de aansluiting is nodig om de afwikkeling van het verkeer te verbeteren en daarmee ook de veiligheid, ook die van de direct omwonenden. De capaciteit van de aansluiting is al een aantal jaren onvoldoende, na realisatie van de Kersenbaan zal dit een nog groter probleem worden. De technische uitwerking van dat verkeerskundig ontwerp is door ons besproken met de direct omwonenden van de Hertekop aan de Amersfoortse zijde. Tijdens uitvoering van de reconstructie zal er overlast zijn als gevolg van de werkzaamheden in de vorm van lawaai en minder optimale bereikbaarheid, maar direct aanwonenden kunnen ten allen tijde hun pand bereiken. Ook het verkeer stad in en stad uit zal hinder ondervinden, maar bereikbaarheid van Amersfoort en A28 is gegarandeerd op enkele momenten s avonds en s nachts na. - Met de bewoners van de Arnhemseweg 211 en 215 is apart overleg op locatie geweest; - Met de bewoners van de Arnhemseweg en 213-3t/m6 is een gezamenlijk informatiemoment op locatie geweest; - De gebruiker van de Arnhemsweg (bedrijfspand) is per telefoon en per mail geïnformeerd; - De huurders van de volkstuinen worden rechtstreeks door de verhuurder/eigenaar van de grond geïnformeerd; - Op 29 oktober 2014 is er een algemene informatiebijeenkomst georganiseerd. Deze uitnodiging is gepubliceerd in de Stadsberichten. Op deze bijeenkomst is het ontwerp toegelicht, met alle gevolgen zoals bomenkap, verkeersdoorstroming etc. Het contact met de omwonenden wordt voortgezet in de uitvoeringsfase. Er wordt voor start uitvoering een informatieavond gehouden waarin de planning, fasering, bereikbaarheid en tijdelijke rijroutes uiteen worden gezet. Deze informatie wordt tevens gemeld via de locale media, zoals de gemeentelijke website, en de Stadsberichten. De bewoners en bedrijven aan de Arnhemseweg worden daarnaast specifiek per brief op de hoogte gehouden. De communicatie aan degenen die aanwezig waren op de informatieavond gaat direct per mail. VERVOLGSTAPPEN Najaar 2014 voorjaar 2015 Wijzigingsplan i.h.k.v. het bestemmingsplan Najaar 2014 Aanvragen omgevingsvergunning (en kapvergunning) 1 e kwartaal 2015 Aanbesteding werkzaamheden 2 e kwartaal 2015 Uitvoering Hertekop tussen de projectgrens Kersenbaan en de A28 Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Bijlagen - Raadsbesluit - Ontwerptekening Reconstructie Hertekop - Bomen Effect Advies Hertekop 13 juni 2014 (versie 5, )

100 Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Amersfoort; Reg.nr op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014, sector SOB/PO (nr ); b e s l u i t: een investeringskrediet beschikbaar te stellen van voor de reconstructie van de Hertekop (gedeelte Arnhemseweg tussen projectgrens Kersenbaan en A28). Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 januari 2015 de griffier de voorzitter

101 MATEN IN METERS TENZIJ ANDERS IS AANGEGEVEN HOOGTEMATEN IN METERS T.O.V. N.A.P NIEUWE VERHARDING IN HOOGTE EN AFWERKING AANSLUITEN OP BESTAANDE SITUATIE DUBBELKLINKERS T.P.V. INRITTEN: D=80mm OVER VOLLEDIGE BREEDTE INRIT WAAR MOGELIJK MOGEN MANTELBUIZEN VOOR OVL EN VRI GECOMBINEERD WORDEN VOOR DWARSPROFIELEN ZIE TEK. NR. BD2619-BS-WDP-001 VOOR DETAILS ZIE TEK. NR. BD2619-BS-DET-001 revisie datum omschrijving getekend gecontr. par. vrijgave OPDRACHTGEVER Gemeente Amersfoort Afdeling Projectrealisatie Openbare Ruimte TEKENAAR SCHAAL D. Gmelig Meyling 1:200 PROJECTLEIDER PROJECTLEIDER GE MEENTE H.W. Nijland FORMAAT R. Hollewand A0L7 BLAD IN BLADEN 1 van 1 T E K E N I N G N R. + B E S T E K N R. PROJECTOMSCHRIJVING Reconstructie aansluiting Hertekop zijde Amersfoort WIJZ.NR BD2619-BS-WEG-001 D.1.0 TEKENINGOMSCHRIJVING Bestek 2481 Nieuwe situatie STATUS DEFINITIEF HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure Locatie Amersfoort

102 G e m e e n t e A m e r s f o o r t P l a n g e b i e d H e r t e k o p B o o m E f f e c t A n a l y s e R a p p o r t n r

103 P r o j e c t n u m m e r O n d e r w e r p L o c a t i e O p d r a c h t g e v e r C o n t a c t p e r s o o n Boom Effect Analyse Plangebied Hertekop Gemeente Amersfoort Postbus EA AMERSFOORT Dhr. H.W. Nijland hw.nijland@amersfoort.nl U i t v o e r e n d e G e g e v e n s u i t v o e r e n d e Overeind 42a 3998 JB Schalkwijk info@boomtotaalzorg.nl KvK BTW D a t u m E i n d v e r a n t w o o r d e l i j k e H.A. van Scherpenzeel (directeur)

104 I n h o u d 1 I n l e i d i n g 4 P r o b l e e m s t e l l i n g 5 D o e l s t e l l i n g 6 2 A l g e m e n e g e g e v e n s 7 S a m e n v a t t i n g b o o m g e g e v e n s 8 3 B e v i n d i n g e n b o d e m 10 4 E f f e c t h e r i n r i c h t i n g 11 5 A d v i e s 15 6 C o n c l u s i e 19 B i j l a g e I a l g e m e n e b o o m b e s c h e r m e n d e m a a t r e g e l e n 20 B i j l a g e I I W i j z e v a n o n d e r z o e k 22 B i j l a g e I I I B o o m i n v e n t a r i s a t i e l i j s t 24 B i j l a g e I V s e l e c t i e s 29 B i j l a g e V t e k e n i n g e n 32 GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

105 1 I n l e i d i n g In opdracht van gemeente Amersfoort heeft BOOMTOTAALZORG een Bomen Effect Analyse (verder afgekort als BEA) uitgevoerd voor kapvergunningplichtige bomen aanwezig binnen het plangebied Hertekop. De bomen zijn voorafgaand aan de uitvoering van deze BEA, in opdracht van de Gemeente Amersfoort, door een extern landmeetkundige bureau tot op 10 cm nauwkeurig ingemeten. De aanleiding voor de uitvoering van de BEA is omdat binnen het plangebied de herinrichting wordt voorbereid om de Arnhemseweg zuid in het verlengde van het project Kersenbaan aan te laten sluiten op de Rijksweg A28, zodat een goede verkeersdoorstroming is gewaarborgd en uiteindelijk de landschappelijke inrichting over de gehele Arnhemseweg zuid eenduidig wordt vormgegeven. Globa le aa nduid in g van he t pla nge bied. ( Br on:g oog le) GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

106 F a s e r i n g Het herinrichtingsplan Hertekop zal gefaseerd worden uitgevoerd. F a s e 1 Aanleggen van een parallelweg aan de westzijde. Deze parallelweg ontsluit het perceel van de Arnhemseweg 215 en sluit aan op de huidige inrit / oprijlaan van landgoed Nimmerdor, huisnummer 213. De parallelweg wordt deels gerealiseerd op de bestaande watergang. Deze wordt enkele meters naar het westen heraangelegd. De huidige rijweg wordt verbreed en zal een aantal meters opschuiven richting het oosten. Op de huidige locatie van het fietspad zal hierdoor de oostelijke rijstrook van de nieuwe weg worden gerealiseerd. Het nieuwe fietspad wordt in Fase 1 vlak langs de weg aangelegd met slechts een smalle tussenberm (zie bijlage V - tekening tussenfase ) I n F a s e 2 Aanleggen van het fietspad aan de oostzijde van de weg. Dat vindt later plaats, op het moment dat de Provincie overgaat tot aanleg van haar deel van het project. De ligging van het fietspad komt dan in één lijn te liggen met het fietspad wat binnen het project Kersenbaan wordt aangelegd. Hierdoor ontstaat er een tussenberm van ca. 4 meter tussen het fietspad en de rijbaan. In deze tussenberm is ruimte voor het aanplanten van nieuwe bomen, in het verlengde van de nieuwe bomenrij project Kersenbaan.(zie bijlage V - tekening eindfase ) P r o b l e e m s t e l l i n g Herinrichtingswerkzaamheden rondom bomen veroorzaken vaak een sterk verminderde boomkwaliteit. Dit als gevolg van bodemverdichting, beschadigingen aan kroon, stam, stamvoet en beworteling. Ook kunnen bomen door kunstmatige fluctuaties van grondwater, als gevolg van bronbemaling, dusdanige schade oplopen waardoor herstel onmogelijk is. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

107 D o e l s t e l l i n g Doelstelling van deze BEA is om alle bomen met een stamdiameter van 10 cm (volgens APV Amersfoort met een omtrek 35 cm) gemeten op 1,3 m boven maaiveld binnen het plangebied te inventariseren en te boordelen. Hierbij dient per boom het volgende te worden opgenomen. Uniek nummer Soort Stamdiameter Kroondiameter Conditie Kwaliteit Toekomstverwachting. Verplantbaarheid Effect van de herinrichting op de boom Op basis van de boominventarisatie en beoordeling wordt aan de hand van de herinrichtingsplannen het effect van de herinrichting beoordeeld. Tijdens deze beoordeling wordt de aanwezige boombeplanting in categorieën onderverdeeld. T e h a n d h a v e n b o o m (handhaven) Dit zijn bomen waarvan wordt ingeschat dat deze zonder het nemen van aanvullende maatregelen de herinrichting duurzaam kunnen doorstaan. I n t e p a s s e n b o o m (inpassen) Deze bomen kunnen de herinrichting duurzaam overleven, mits adequate boom beschermende maatregelen worden getroffen. T e k a p p e n b o o m (kappen) Deze bomen zijn niet te handhaven in het herinrichtingsplan. Daarnaast zijn in deze categorie zijn tevens bomen opgenomen waarvan vanwege een lage toekomstverwachting ingeschat wordt dat deze herinrichting niet duurzaam kunnen overleven. Ondanks dat boom beschermende maatregelen worden genomen Voor alle te handhaven bomen dienen de randvoorwaarden te worden geformuleerd en dient een advies t.a.v. duurzame instandhouding van behoudens waardige bomen binnen het plangebied opgesteld te worden. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

108 2 A l g e m e n e g e g e v e n s Binnen het plangebied Hertekop zijn in totaal 200 kapvergunningsplichtige bomen geïnventariseerd. Het bomenbestand is gevarieerd, zowel in soortendiversiteit als in leeftijdsopbouw. Een deel van de geïnventariseerde bomen staan op particulier terrein. Het betreft bomen op de percelen aan de Arnhemseweg 213 en 215, en bomen die staan in de bosstrook aan de oostzijde van de weg en op het terrein van het volkstuin complex. Bomen in de bosstrook aan de oostzijde maken onderdeel uit van bosplantsoen, dit zijn veel al bomen beheerd als hakhout, bomen met meervoudige stammen, bomen die spontaan als zaailing tot ontwikkeling zijn gekomen en niet beheerd zijn als solitaire straat- en of laanboom. Twee bomen staan bij de gemeente geregistreerd als Monumentale boom, categorie 1 boom. Het betreft 2 eiken met de nummers 135 en 136. In de huidige situatie staan deze enigszins verscholen achter de bosplantsoenstrook bij de ingang van het volkstuinencomplex. Monume nt ale bome n; nrs. 135 en 136. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

109 S a m e n v a t t i n g b o o m g e g e v e n s Overzicht van de binnen het plangebied voorkomende boomsoorten Boomsoort Aantal Percentage Abies spec. 4 2 % Acer platanoides 2 1 % Aesculus hippocastanum 3 2 % Alnus glutinosa 14 7 % Betula pendula 8 4 % Carpinus betulus 3 2 % Fagus sylvatica % Fagus sylvatica 2 1 % Atropunicea' Prunus serotina 28 1 % Quercus robur % Quercus rubra 13 7 % Tilia europaea 2 1 % Crateagus monogyna 5 3 % Juglans regia 1 1 % Eindtotaal 200 Conditie Aantal Percentage Dood 4 2,0 % Goed 69 34,5 % Matig 30 15,0 % Redelijk 84 42,0 % Slecht 13 6,5% Eindtotaal 200 Kwaliteit Aantal Percentage Goed 36 18,0% Redelijk 83 41,5% Matig 65 32,5% Slecht 12 6,0% Dood 4 2,0% Totaal 200 Toekomstverwachting Aantal Percentage Goed 71 35,5% Redelijk 75 37,5% Matig 40 20,0% Slecht 10 5,0% Dood 4 2,0% GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

110 Totaal 200 Verplantbaar Aantal Percentage Ja 4 2,5 % Nee ,5 % Totaal 200 Opvallend is, dat vrijwel het overgrote deel van de bomen aan de westzijde tussen de huidige watergang en de weg een opvallend verminderde conditie hebben. Beeld van de bomen me t een sterk verminderde conditie. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

111 3 B e v i n d i n g e n b o d e m Tijdens het bodemonderzoek is de huidige profielopbouw, ontwikkeling en verspreiding van de beworteling beoordeeld. Gegevens zijn verkregen door het graven van profielsleuven en grondboringen. Steekproefsgewijs is op verschillende locaties een bodem- en bewortelingsonderzoek uitgevoerd. Op de verschillende onderzoekslocaties komt het bodemprofiel overeen. Het bodemprofiel bestaat uit een bovenlaag van humeus fijn zand, zwartbruin van kleur. Daaronder een overgangszone / uitspoelingshorizon, welke overgaat in humusloos, geel fijn zand. Hierin zijn (zeer) fijne wortels aangetroffen. Standplaats Open grond Profielopbouw Diepte Grondslag Beworteling Bew.intensiteit (cm) 0 35 Humeus zand Fijn en grof Extensief Overgangszone Fijn Extensief Fijn geel zand Fijn Extensief Afbe el ding van gr ond boor met uit ko me nd g rondpr of ie l GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

112 4 E f f e c t h e r i n r i c h t i n g In dit hoofdstuk wordt het te verwachtten effect van de uitvoering op de bomen binnen het plangebied beschreven. Op basis van het te verwachtte effect zijn de bomen onderverdeeld in drie categorieën, zoals eerder beschreven en per boom weergegeven in bijlage III Inventarisatielijst, te weten: Te handhaven boom (handhaven), In te passen boom (inpassen), Te kappen boom (kappen). P l a n g e b i e d Het plangebied is, voor deze BEA grofweg ingedeeld in 2 delen. Het eerste deel beschrijft de effecten aan de westzijde van de bestaande weg, van zuid naar noord. Het tweede deel beschrijft de oostelijke helft, van noord naar zuid. Voor de bomen staande aan de zuidzijde van de rijksweg A28, is het te verwachtte effect van de herinrichting in fase 1 op de aanwezige bomen neutraal. In dit deel zullen geen bomen gekapt behoeven te worden. bome n a an z u idzij de va n r i jksweg A28. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

113 Indien aan de noordzijde van de rijksweg A28, de oprit van de snelweg richting Utrecht dichter naar de stamvoet van boomnr. 19 wordt aangelegd, zal dit een negatief effect hebben op het duurzaam voortbestaan van deze boom. Ondanks dat een groot deel van de beworteling is ontwikkeld in de tuin van de Arnhemseweg nr Advies is om aan de situatie niets te veranderen. Noordz ijd e r ijksweg A28, b oom nr 19. Voor het realiseren van de parallelweg zal de huidige watergang worden gedempt. Dit is van invloed op de waterhuishouding binnen het leefgebied van de bomen tussen de bestaande watergang en de rijbaan. Gedacht moet worden aan een pad van hafverharding. Ondanks dat de rijbaan iets opschuift richting het oosten waardoor bovengronds meer ruimte ontstaat, wordt het effect van herinrichting, mede gelet op de huidige conditie en toekomstverwachting, ingeschat op negatief tot zeer negatief voor de bomen. Locatie te ve rlegg en water gang en aa n te legg en par all elw eg. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

114 Let bij demping op als de bestaande watergang wordt gedempt zonder dat de bestaande vegetatie wordt verwijderd, is een zeer negatief effect te verwachten voor bestaande of nieuw aan te planten bomen in de nabijheid van de watergang. Dit door zuurstofgebrek als gevolg van het verteren van organisch materiaal. Dit is nadelig voor bodembiologische processen. Voor het maken van de aansluiting van de parallelweg op de bestaande inrit / toegangsweg naar landgoed Nimmerdor, zullen een aantal bomen gekapt moeten worden, dit omdat deze bomen in het wegprofiel staan of omdat er bij het realiseren van de wegfundatie aanzienlijk deel van het wortelpakket verloren gaat. Waardoor duurzame instandhouding onmogelijk is. Aans lu i ti ng pa ra ll elw eg naar inr i t van La ndgoed N im merd or. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

115 B o m e n o o s t z i j d e w e g v a n n o o r d n a a r z u i d. De bestaande rijbaan zal opschuiven naar de oostzijde, richting de volkstuinen en de bos/ bosplantsoenstrook. Hierdoor komt de nieuwe weg dichter bij de stamvoeten van de bomen met nr. 53 en 54. Gelet op de huidige afstand van de stamvoeten tot aan de weg, zal er het asfalt van de nieuwe weg tegen de stamvoeten komen te liggen wat een negatieftot zeer negatief effect met zich meebrengt voor deze bomen. Mogelijk dat de bomen nog enkele jaren te handhaven zijn, echter neemt de toekomstverwachting sterk af. Bo om 53 en 54. Voor het aan te leggen fietspad zullen in Fase 1 een aantal bomen in de bosstrook gekapt moeten worden. In Fase 2 zal het fietspad verlegd worden, hiervoor zullen opnieuw enkele bomen gekapt moeten worden. De monumentale bomen met de nr s 135 en 136 kunnen, mits adequate boombeschermende maatregelen worden getroffen, behouden blijven en zullen meer op de voorgrond komen te staan. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

116 5 A d v i e s Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden een boomdeskundig toezichthouder aan te stellen. Deze toezichthouder dient gemandateerd te zijn. Bij conflicterende situaties, waar mogelijk ernstige schade aan bomen kan ontstaan dient de toezichthouder beslissingsbevoegd te zijn om, zo nodig, het werk stil te leggen. De toezichthouder dient, minimaal ETT gecertificeerd te zijn. Wij adviseren: 1. In het belang van boom 19 de nieuwe weg niet dichter op de bestaande boom aan te leggen. Indien vanuit verkeerstechnisch oogpunt geen andere mogelijkheden zijn, zal onderzocht moeten worden of op deze locatie gebruik gemaakt kan worden van 2 e maaiveld systeem d.m.v. kratten, waardoor de groeiplaats van de boom ongeschonden blijft. Advies is om aan de situatie niets te veranderen. Voo rbe eld geb ruik kr at sy s tee m nab ij be staan de b om en. 2. De bomen tussen de weg en de bestaande watergang kappen. Dit vanwege de sterk verminderde kwaliteit en toekomstverwachting en het te verwachtte negatieve effect op de bomen. 3. Bij het dempen van de bestaande watergang, dient vooraf al de vegetatie en organisch materiaal verwijderd te worden en afgegraven tot op het humusarme zand. De watergang opvullen met humusloos geheel zoet zand. Bij voorkeur gebiedseigen. Dit om verstoringen te voorkomen. 4. Bij de aanleg van de parallelweg rekening houden met de inrichting van ondergrondse groeiplaatsen bijvoorbeeld door het aanleggen van boombunkers of krattensysteem zie figuur 1. Na realisatie van de wegen ontstaat er hierdoor voldoende ondergrondse groeiruimte voor nieuwe bomen welke zich na de herinrichting duurzaam kunnen ontwikkelen. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

117 fig uu r 1 Voorb ee ld va n gr o eip laa ts oo k ond er ve rha rd ing Wanneer de bestaande bomen gehandhaafd blijven, is de verwachting, ook wanneer de herinrichting niet wordt uitgevoerd, dat het overgrote deel van de bomen binnen 10 jaar ernstige gebreken vertonen waardoor kap noodzakelijk wordt. Hiermee vormt de herinrichting op deze optimale kans om het boombeeld voor de toekomst te verstevigen. Nieuwe groeiplaatsen kunnen dan optimaal kunnen worden ingericht. 5. Aan de oostzijde het wegdek niet dichter op de stamvoeten van de bomen met nrs. 53 en 54 aan te leggen. Indien dit om verkeerstechnische redenen noodzakelijk is adviseren wij vanuit het oogpunt van duurzaam boombeheer de bomen te kappen en tijdens de aanleg van het nieuwe fietspad, ondergrondse voorzieningen te treffen zodat na de afronding van Fase 2 in de nieuwe middenberm tussen het wegdek en het nieuw aangelegde fietspad voldoende groeiruimte is om jonge bomen duurzaam tot ontwikkeling te laten komen. 6. Voor bomen van de eerste grootte zoals Eik, Beuk en Linde zullen de groeiplaatsen tenminste een bewortelbaar volume moeten hebben van m3. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

118 8. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient voorkomen te worden dat bouwmateriaal machines en materieel in de nabijheid, binnen het leefgebied van bomen wordt opgeslagen. Rond alle behoudens waardige bomen een boom beschermd gebied in te stellen. Op minimaal 1 meter buiten de kroonprojectie, vaste bouwhekken te worden geplaatst. Het gebied binnen de bouwhekken aanmerken als BESCHERMD BOOMGEBIED. Deze bouwhekken mogen tijdens de bouwwerkzaamheden niet worden verplaatst. Het veranderen zonder overleg vooraf met de boomdeskundig toezichthouder, van het BESCHERMD BOOMGEBIED, bijvoorbeeld door verplaatsen van hekken, is gesanctioneerd. 9. Zoals de plannen nu zijn, zal er tijdens de uitvoering van de werkzaamheden geen bronbemaling worden toegepast. Mocht bronbemaling alsnog noodzakelijk zijn zal in samenwerking met een hydroloog onderzocht moeten worden hoe groot de invloedsfeer is van de bemaling, en wat het te verwachtte effect is voor het voor bomen beschikbare bodemvocht. 10. Bij het aanbrengen van kabels en leidingen binnen het leefgebied van bomen gebruik maken van graafloze technieken om wortelschade als gevolg van graven wordt voorkomen. Hierbij gebruikmaken van o.a. gestuurd boren, of door het vrijzuigen van de wortels. 11. Maaiveldafgravingen, egaliseren of andere bodembewerkingen binnen het doorwortelbare profiel zijn niet toegestaan. Wortelschade dient in alle gevallen te worden voorkomen, tenzij in overleg (boomdeskundig toezichthouder) anders wordt bepaald. 12. Tijdens de inventarisatie zijn er 4 bomen aangemerkt als zijnde vanuit boomtechnisch oogpunt verplantbaar. Wanneer bomen verplant worden dienen de volgende randvoorwaarden in acht genomen te worden. o Voorafgaand aan de verplanting zal een verplantingsonderzoek moeten worden uitgevoerd. Hierbij dient te worden nagegaan wat het bewortelingspatroon is en of er mogelijk kabels en leidingen in de nabijheid van de betreffende boom aanwezig zijn. o Bij het uitvoeren van het verplantbaarheidsonderzoek zal tevens de nieuwe plantlocatie beoordeeld moeten worden en of de betreffende boom (bomen) naar de nieuwe locatie kan worden vervoerd. Gelet op de boomgrootte en mogelijke obstakels als verkeersborden, tunnels etc. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

119 o De Wortelkluit zal tenminste één groeiseizoen voorafgaand aan de verplanting rondsteken. De wortelkluit dient een diameter te hebben van tenminste 8 x de stamdiameter. Bij een stamdiameter van 20 cm, zal de verplantkluit een minimale diameter moeten hebben van 1.60 meter. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

120 6 C o n c l u s i e Indien de herinrichtingplannen, zoals op moment van uitvoeren van deze BEA bekend waren, worden uitgevoerd, betekend dit dat in Fase bomen en in Fase 2 15 bomen moeten worden gekapt. Dit omdat deze direct binnen het nieuw aan te leggen wegvlak staan, of een groot deel van het wortelpakket verliezen door het maken van de wegfundering. Alle overige bomen staande in het plangebied zijn duurzaam te handhaven mits de boom beschermende maatregelen zoals benoemd in hoofdstuk 5 en in bijlage I worden opgevolgd. Binnen het plangebied zijn 4 bomen aangemerkt als zijnde verplantbaar. Deze vier bomen zijn niet aangemerkt als te kappen boom. Te kappen bomen FASE 1 In Fase 1 zullen in totaal 120 bomen worden gekapt. Het betreft 108 bomen en één groep van 12 bomen (haagplantsoen) bestaande uit stammen met een diameter gemeten op 1.30 m boven maaiveld van 10cm of dikker, met de nummers: 10, 30, 31, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 100, 101, 103, 104, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 127, 128, 129, 130, 131, 132, 138, 139, 140, 143, 144, 146, 147, 148, 149, 150, 154, 158, 159, 161, 162, 163, 164, 167, 175, 176, 177, 178, 179, 180, 187, 188, 189, 190, 191, De groep haagplantsoen bestaande uit 12 stammen met een diameter dikker dan 10cm, aangeduid met nummer Er staan in Fase 1 ook nog eens 22 bomen direct binnen de invloedsfeer van de weg. Of anders gezegd wordt de weg binnen het leefgebied van de volgende bomen aangelegd. Het betreft de volgende bomen: 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 88, 89, 99, 102, 141, 142, 151, 152, 155, 156, 166 Van deze bomen moeten de volgende 13 stuks gekapt worden, omdat deze de verandering naar alle waarschijnlijkheid niet zullen overleven: 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 102 en 142. In totaal worden er ten behoeve van Fase 1 dus 133 bomen gekapt waarvan 121 bomen individueel zijn opgenomen en waarvan 12 bomen groepsgewijs opgenomen zijn als haagplantsoen. Te kappen bomen FASE 2 Voor het verleggen van het fietspad in oostelijke richting zullen in totaal 15 bomen gekapt moeten worden. Het betreft de volgende bomen: 88, 89, 99, 141, 151, 152, 153, 155, 156, 157, 160, 165, 166, 168, 169. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

121 B i j l a g e I a l g e m e n e b o o m b e s c h e r m e n d e m a a t r e g e l e n GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

122 GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

123 B i j l a g e I I W i j z e v a n o n d e r z o e k De geïnventariseerde bomen zijn visueel opgenomen en beoordeeld. Hierbij zijn de volgende kenmerken onderzocht: Boomsoort Stamdiameter (gemeten in cm, op 1,30 m boven maaiveld) Kroondiameter (geschat in m) Huidige conditie (conform conditiebepaling van Dr. Roloff) Toekomstverwachting Kwaliteit, op basis van conditie, structurele opbouw en toekomstverwachting Steekproefsgewijs maken van profielkuilen/-boringen Door visuele waarnemingen is de conditie en toekomstverwachting van de bomen beoordeeld. Waarbij gekeken is naar de stamvoet, stam en kroon, de diktegroei, knopzetting, eventuele aantastingen, verdikkingen en verzwakkingsymptomen C o n d i t i e De conditie is beoordeeld volgens de kronenstructuur van Dr. A. Roloff, hierbij is gelet op de scheutlengte ontwikkeling en vorming van dood hout. De conditie is in de volgende klassen ingedeeld: 0 N o r m a a l / G o e d De conditie is goed. Op middellange termijn (10 tot 15 jaar) worden geen problemen verwacht V e r m i n d e r d / R e d e l i j k De conditie is verminderd, maar op korte termijn (< 5 jaar) worden ten aanzien van de fysiologische toestand van de boom geen problemen verwacht. 2 S t e r k v e r m i n d e r d / M a t i g De conditie is duidelijk verminderd. De fysiologische toestand van de boom is slecht, maar herstel van de boom is eventueel mogelijk. 3 Z e e r s l e c h t / S l e c h t De conditie en toekomstverwachting van de boom is minimaal. De mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is dusdanig slecht dat herstel van de boom niet of nauwelijks mogelijk is. K w a l i t e i t De kwaliteit is gebaseerd op de huidige conditie, mechanische opbouw en stabiliteit van de bomen. De bomen zijn rondom in hun geheel bekeken. Hierbij is gelet op mogelijke afwijkingen, aantastingen en verzwakkingen, welke kenbaar worden gemaakt door uitwendige symptomen. De kwaliteit is ingedeeld in: GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

124 g o e d r e d e l i j k m a t i g s l e c h t De boom vertoont het beeld dat van de soort verwacht mag worden onder normale tot goede groeiplaatsomstandig-heden. Niet optimaal verwachtingsbeeld. Het mindere beeld heeft nog geen duidelijke negatieve gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de boom. De boom voldoet onvoldoende aan het verwachtingsbeeld met mogelijk negatieve gevolgen voor de verdere ontwikkeling en de toekomstverwachting De boom voldoet niet aan het verwachtingsbeeld en er is duidelijk sprake van een aftakelende boom. Herstel is niet in beeld. T o e k o m s t v e r w a c h t i n g De toekomstverwachting is gebaseerd op de boomsoort, leeftijd, omgevingsfactoren en mogelijke afwijkingen, aantastingen en/of verzwakkingen van de boom en is als volgt ingedeeld: Goed Redelijk Matig Slecht ten aanzien van de mechanische e/o fysiologische toestand van de boom, worden binnen een termijn van >15 jaar geen problemen verwacht. ten aanzien van de mechanische e/o fysiologische toestand van de boom wordt binnen een termijn van jaar geen problemen verwacht. de mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is duidelijk verminderd, verwacht mag worden dat herstel van de boom eventueel mogelijk is. de mechanische en/of fysiologische toestand van de boom is minimaal of nihil, verwacht wordt dat herstel van de boom niet of nauwelijks mogelijk is. B e o o r d e l i n g s p e c i f i e k e i n g r e e p Welke invloed de verschillende werkzaamheden naar alle waarschijnlijkheid voor het bomenbestand heeft, is bepaald aan de hand van de gegevens verkregen via bovengronds onderzoek. De verwachte gevolgen zijn ingedeeld in: Neutraal Licht negatief Negatief Zeer negatief De maatregel zal niet of nauwelijks gevolgen hebben voor de kwaliteit en toekomstverwachting van de boom. De maatregel heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de boom. Conditie afname wordt de eerste jaren verwacht. Voor de toekomstverwachting van de boom zal de ingreep geen tot mogelijk geringe gevolgen hebben. De maatregel heeft negatieve tot ernstige negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de boom. De conditie en hiermee ook de toekomstverwachting van de boom zal (sterk) verminderen. Er is een reëel risico dat de boom vervroegd zal afsterven. De maatregel heeft zeer negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de boom. De verwachting is dat de boom vervroegd (op korte termijn) zal afsterven. V e r p l a n t b a a r h e i d Bij het beoordelen of een boom succesvol te verplanten is, wordt gelet op boomgrootte en soort specifieke eigenschappen, en de termijn waarbinnen de boom verplant zal moeten worden. B o d e m b e o o r d e l i n g Tijdens het bodemonderzoek hebben wij de huidige profielopbouw, ontwikkeling en verspreiding van de beworteling beoordeeld. Gegevens zijn verkregen door middel van het graven van profielsleuven en het maken van grondboringen. GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

125 B i j l a g e I I I B o o m i n v e n t a r i s a t i e l i j s t Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 Advies fase 2 motivatie fase 2 Standplaats / type boom Beplantingstype Soortklasse AL FV T Categorie 1 Quercus robur 27 8 Redelijk Redelijk Goed Ja Handhaven Straat/laanboom Soortklasse monetaire boomwaarde Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL25, FV40, T ,03 2 Quercus robur 16 3 Redelijk Matig Redelijk Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 Onevenredige kroon 3 Quercus robur 25 6 Redelijk Matig Goed Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 wel verlpl bosplants 4 Quercus robur Goed Matig Goed Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T ,38 5 Betula pendula 37 6 Goed Goed Goed Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL40, FV20, T ,86 6 Quercus robur 12 4 Goed Matig Redelijk Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 Scheefgegroeid 7 Betula pendula 17 4 Matig Matig Matig Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 Onderstandig / scheefstand 8 Quercus robur 24 9 Redelijk Slecht Matig Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 9 Quercus robur 45 9 Matig Slecht Matig Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T ,38 Plakoksel laag vertakt 10 Alnus glutinosa 12 1 Dood Dood Dood Nee Kappen Dode boom bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 11 Alnus glutinosa 13 3 Matig Matig Matig Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 12 Quercus robur 25 9 Goed Redelijk Redelijk Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 Slingergroei 13 Prunus serotina 20 5 Matig Matig Matig Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 14 Betula pendula 12 4 Redelijk Matig Redelijk Nee Handhaven bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 Scheefgegroeid 15 Quercus robur 13 3 Goed Redelijk Goed Ja Handhaven Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL15, FV40, T ,39 Jonge boom aan paal 16 Quercus robur Redelijk Goed Redelijk Nee Handhaven Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL125, FV40, T ,76 17 Quercus robur 10 2 Goed Redelijk Goed Ja Handhaven Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL10, FV40, T ,58 Onderstandig 18 Quercus robur 27 7 Goed Redelijk Goed Ja Handhaven Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL25, FV40, T ,03 Rib op stam Nader onderzoek groeiplaats constructie, weg wordt verlegt en wordt te dicht bij 19 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Inpassen stamvoet geraliseerd. straatboom Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL70, FV40, T ,45 20 Abies spec Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin bosplantsoen Soortklasse bosplantsoen, AL40, FV40, T ,86 Groeit in hek 21 Abies spec Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin bosplantsoen Soortklasse bosplantsoen, AL30, FV40, T ,45 Groeit in hek 22 Aesculus hippocastanum Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL75, FV40, T ,46 Groep van 3 bomen 23 Aesculus hippocastanum Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL75, FV40, T ,46 Groep van 3 bomen 24 Aesculus hippocastanum Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL70, FV40, T ,45 Groep van 3 bomen 25 Acer platanoides 19 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 1, AL20, FV40, T ,45 2-stam met Acer platanoides 16 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 1, AL15, FV40, T ,99 2-stam met Quercus robur Redelijk Goed Goed Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL70, FV40, T ,45 28 Fagus sylvatica Goed Goed Goed Nee Handhaven tuin Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL55, FV40, T ,21 29 Abies spec Redelijk Redelijk Redelijk Nee Handhaven tuin bosplantsoen Soortklasse bosplantsoen, AL35, FV40, T120 92,56 30 Tilia europaea Redelijk Goed Goed Nee Kappen Realisatie paralelweg oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL60, FV40, T ,39 31 Tilia europaea Redelijk Goed Goed Nee Kappen Realisatie paralelweg oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL75, FV40, T ,46 Spechtengat 32 Fagus sylvatica 'Atropunicea' Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 3, AL60, FV40, T ,88 Stamschade 33 Fagus sylvatica 'Atropunicea' 54 8 Slecht Slecht Slecht Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 3, AL55, FV40, T ,04 Kwijnende boom 34 Quercus rubra 60 8 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Kappen vanwege slechte boomkwaliteit. oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL60, FV40, T ,62 Kwijnende boom 35 Alnus glutinosa 25 7 Matig Matig Redelijk Nee Kappen Verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 Scheef over sloot 36 Alnus glutinosa 20 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen Verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 37 Alnus glutinosa 15 4 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 38 Alnus glutinosa 19 6 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 39 Alnus glutinosa 14 5 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 2-stam met 40 Opmerkingen GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

126 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 Advies fase 2 motivatie fase 2 Standplaats / type boom Beplantingstype Soortklasse AL FV T Categorie monetaire boomwaarde Opmerkingen Verleggen sloot / 40 Alnus glutinosa 17 5 Matig Matig Matig Nee Kappen watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 2-stam met Alnus glutinosa 15 5 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL50, 42 Quercus robur 51 8 Slecht Matig Matig Nee Kappen boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse FV40, T ,98 43 Quercus robur Matig Matig Matig Nee Kappen 44 Quercus robur Matig Matig Matig Nee Kappen 45 Quercus robur Slecht Matig Matig Nee Kappen 46 Quercus robur Matig Matig Matig Nee Kappen 47 Quercus robur 47 8 Slecht Matig Slecht Nee Kappen 48 Quercus robur 30 6 Slecht Matig Slecht Nee Kappen 49 Quercus robur 44 6 Matig Matig Matig Nee Kappen 50 Quercus robur 35 6 Matig Matig Matig Nee Kappen 51 Quercus robur 41 7 Redelijk Matig Matig Nee Kappen 52 Quercus robur 45 8 Matig Matig Matig Nee Kappen GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Quercus robur Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verbreden weg straatboom Straat/laanboom Soortklasse Quercus robur Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen verbreden weg straatboom Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL50, FV40, T ,98 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T ,30 Stamschade Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL60, FV40, T ,62 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T ,28 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL45, FV40, T ,54 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL30, FV40, T ,96 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL45, FV40, T ,54 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T ,30 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T ,28 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL45, FV40, T ,54 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL60, FV40, T ,39 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL75, FV40, T ,46 55 Quercus rubra Slecht Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL65, FV20, T ,01 4 Stammen 56 Prunus serotina 19 5 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 2-stam 1 stamvoet 57 Crateagus monogyna Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 58 Crateagus monogyna 23 8 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 59 Crateagus monogyna 11 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 60 Crateagus monogyna 14 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 2stam 1 stamvoet 62 Quercus rubra 12 1 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 63 Quercus rubra 21 6 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 64 Quercus robur 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 Onderstandig 65 Quercus rubra Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T ,03 3-stam 1stamvoet 66 Quercus robur 13 3 Matig Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 67 Quercus robur 10 2 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 Onderstandig 68 Quercus rubra 32 8 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102,45 2-stam 1 stamvoet 69 Quercus rubra 33 8 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102,45

127 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR Advies fase 2 motivatie fase 2 Standplaats / type boom Beplantingstype Soortklasse AL FV T Categorie 70 Quercus rubra Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL75, FV20, T ,17 Kiepend 71 Quercus rubra Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T ,03 72 Quercus rubra Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T ,03 3-stam 1 stamvoet 73 Quercus robur 10 2 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 74 Quercus robur 22 5 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 75 Quercus rubra Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T ,27 Zwaar plakoksel 76 Quercus robur 16 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 Onderstandig 77 Quercus robur 31 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102,45 78 Quercus robur 32 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102,45 79 Fagus sylvatica Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL55, FV20, T ,75 80 Quercus robur 18 3 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 81 Quercus robur 18 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 82 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T ,38 83 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL35, FV20, T60 92,56 84 Quercus robur 22 6 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 Slingergroei 85 Quercus robur 19 6 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 Slomhergroei 86 Fagus sylvatica Goed Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T ,03 87 Carpinus betulus 23 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 88 Carpinus betulus 14 5 Goed Redelijk Goed Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 89 Carpinus betulus 25 7 Goed Redelijk Goed Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 90 Fagus sylvatica 40 8 Goed Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL40, FV20, T ,86 Plakoksel laag vertakt 91 Fagus sylvatica 15 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 92 Fagus sylvatica 14 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 93 Prunus serotina 10 3 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58,94 94 Quercus robur Goed Goed Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T ,27 95 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL70, FV20, T ,09 Onevenredige kroon 96 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T ,27 Onevenredige kroon 97 Quercus robur Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T ,27 98 Quercus robur 44 8 Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T ,38 Onevenredige kroon 99 Quercus robur 46 9 Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T , Quercus robur 56 9 Goed Redelijk Goed Nee Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T , Quercus robur 52 9 Goed Redelijk Goed Nee Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T , Quercus robur 59 9 Goed Redelijk Goed Nee Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T , Quercus robur Redelijk Redelijk Goed Nee Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL75, FV20, T , Prunus serotina 11 3 Matig Matig Matig Nee Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Prunus serotina 14 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85, Prunus serotina 10 2 Matig Matig Redelijk Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Prunus serotina 23 4 Redelijk Matig Redelijk Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110, Prunus serotina 22 6 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 18 4 Goed Matig Redelijk Nee kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 Laag vertakt Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL15, 110 Juglans regia 16 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad tuin Straat/laanboom Soortklasse FV40, T ,39 monetaire boomwaarde Opmerkingen Lage zware gesteltak / 2 stam, zwaar plakoksel in kroon 111 Quercus robur Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad gras bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T ,27 Rib op stam, 2-stam 1 stamvoet 112 Quercus robur Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad gras bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T ,38 Plakoksel 113 Quercus robur 20 4 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen boom in talud, dempen watergang slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Betula pendula 20 4 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen dempen watergang, aanleg parallelweg slootkant / land bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Prunus serotina 17 4 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 2-stam waarvan 1, de dikste op 1m is afgezaagd 116 Prunus serotina 24 8 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110, Prunus serotina 10 2 Redelijk Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Prunus serotina 18 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 32 8 Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102,45 3-stam met 120, Quercus robur 44 8 Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL45, FV20, T ,38 3-stam met 119, Quercus robur 48 8 Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T ,03 3-stam met 119,120

128 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR Advies fase 2 motivatie fase 2 Standplaats / type boom Beplantingstype Soortklasse AL FV T Categorie 122 Prunus serotina 11 2 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Quercus robur 29 6 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102, Quercus robur 13 3 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85, Fagus sylvatica 22 4 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Betula pendula 16 6 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang slootkant / land bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 3-stam 1 stamvoet Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL55, 127 Quercus robur Slecht Matig Slecht Nee Kappen boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse FV40, T , Quercus robur 34 6 Slecht Matig Slecht Nee Kappen 129 Quercus robur 39 6 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen 130 Quercus robur 37 6 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen 131 Quercus robur 53 8 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen 132 Quercus robur 39 8 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit straatboom Straat/laanboom Soortklasse Fagus sylvatica 27 6 Goed Goed Goed Nee Inpassen straatboom Straat/laanboom Soortklasse Fagus sylvatica 42 8 Goed Goed Goed Nee Inpassen straatboom Straat/laanboom Soortklasse monetaire boomwaarde Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T ,30 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T ,28 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T ,28 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL55, FV40, T ,91 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T ,28 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL25, FV40, T ,03 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T , Quercus robur Goed Goed Goed Nee cat 1 Inpassen sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL100, FV20, T , Quercus robur Redelijk Goed Goed Nee cat 1 Inpassen sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL70, FV20, T , Quercus robur Redelijk Goed Goed Nee Inpassen sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T , Prunus serotina 22 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T ,03 diameter gemeten boven splitsing 2sta 140 Prunus serotina 20 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus rubra 18 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Prunus serotina 31 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102, Prunus serotina 15 1 Dood Dood Dood Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85, Prunus serotina 13 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 2-stam 1 stamvoet 145 Prunus serotina 21 6 Redelijk Matig Matig Nee Inpassen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 Scheefstand over richting weg 146 Fagus sylvatica Goed Goed Goed Nee Kappen aanleg fietspad sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL70, FV20, T , Fagus sylvatica Goed Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL60, FV20, T ,27 Plakoksel / 2-stam 148 Fagus sylvatica 49 8 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T , Fagus sylvatica 36 8 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL35, FV20, T60 92, Prunus serotina 13 Dood Dood Dood Nee Kappen Dode boom bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T Quercus robur 17 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 31 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102, Prunus serotina 17 6 Redelijk Matig Redelijk Nee Inpassen Kappen Aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 29 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102, Quercus rubra 20 8 Matig Matig Matig Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 4-stam 1 stamvoet 156 Quercus robur 26 8 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110, Prunus serotina 18 6 Redelijk Matig Matig Nee Inpassen kappen Aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 32 8 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102,45 Opmerkingen

129 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 Advies fase 2 motivatie fase 2 Standplaats / type boom Beplantingstype Soortklasse AL FV T Categorie 159 Prunus serotina 31 6 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102, Quercus robur 33 6 Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen kappen Aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL30, FV20, T60 102, Fagus sylvatica Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL50, FV20, T , Prunus serotina 14 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 verlies wortelkluit 163 Prunus serotina 22 5 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 27 4 Dood Dood Dood Nee Kappen Dode boom bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T Prunus serotina 24 6 Matig Matig Matig Nee Inpassen kappen Aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110,58 2-stam 1 stamvoet 166 Quercus robur 24 7 Redelijk Goed Goed Nee Inpassen Kappen verlies wortelkluit maken talud bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL25, FV20, T60 110, Quercus robur Redelijk Goed Goed Nee Kappen bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL40, FV20, T , Prunus serotina 17 5 Matig Matig Redelijk Nee Inpassen Kappen Aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Prunus serotina 21 4 Matig Matig Redelijk Nee Inpassen kappen Aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Quercus robur 43 8 Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen sol in bos bosplantsoen bosplantsoen, AL40, FV20, T , Alnus glutinosa 22 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Abies spec Redelijk Redelijk Goed Nee Inpassen tuin bosplantsoen Soortklasse bosplantsoen, AL40, FV40, T , Fagus sylvatica Goed Goed Goed Nee Inpassen straatboom Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL50, FV40, T , Fagus sylvatica Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL60, FV40, T , Fagus sylvatica 37 8 Goed Goed Goed Nee Kappen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T , Fagus sylvatica 27 7 Goed Goed Goed Nee Kappen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL25, FV40, T , Fagus sylvatica 29 7 Goed Goed Goed Nee Kappen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL30, FV40, T , Fagus sylvatica 35 7 Goed Goed Goed Nee Kappen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Fagus sylvatica 36 7 Goed Goed Goed Nee Kappen beworteling binnen aan te leggen weg oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Fagus sylvatica 34 7 Goed Goed Goed Nee Kappen beworteling binnen aan te leggen weg oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Fagus sylvatica 35 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Fagus sylvatica 33 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL30, FV40, T , Fagus sylvatica 26 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL25, FV40, T , Fagus sylvatica 35 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Betula pendula 22 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Inpassen slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117, Alnus glutinosa 11 4 Redelijk Matig Matig Nee Inpassen slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Betula pendula 11 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verleggen watergang slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Betula pendula 10 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verleggen watergang slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL10, FV20, T60 58, Alnus glutinosa 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg duiker slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85, Alnus glutinosa 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg duiker slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85, Alnus glutinosa 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg duiker slootkant bosplantsoen bosplantsoen, AL15, FV20, T60 85,25 Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL25, 192 Fagus sylvatica 27 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse FV40, T , Fagus sylvatica 39 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T , Fagus sylvatica 41 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T , Fagus sylvatica 35 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Fagus sylvatica 35 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL35, FV40, T , Fagus sylvatica 22 6 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL20, FV40, T , Fagus sylvatica 40 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T , Fagus sylvatica 38 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL40, FV40, T , Fagus sylvatica 47 7 Goed Goed Goed Nee Inpassen oprit Straat/laanboom Soortklasse Straat/laanboom, Soortklasse 2, AL45, FV40, T ,63 Crateagus 61-- monogyna 19 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee kappen aanleg fietspad bospl bosplantsoen bosplantsoen, AL20, FV20, T60 117,27 monetaire boomwaarde Opmerkingen Betreft boomgroep (aangeplant als haag) bestaande uit 12 stammen met stamø 10cm GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

130 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 Advies fase 2 motivatie fase 2 Standplaats / type boom Beplantingstype Soortklasse AL FV T Categorie monetaire boomwaarde Opmerkingen ,56 B i j l a g e I V s e l e c t i e s T e k a p p e n b o m e n F a s e 1 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 10 Alnus glutinosa 12 1 Dood Dood Dood Nee Kappen Dode boom 30 Tilia europaea Redelijk Goed Goed Nee Kappen Realisatie paralelweg 31 Tilia europaea Redelijk Goed Goed Nee Kappen Realisatie paralelweg 34 Quercus rubra 60 8 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Kappen vanwege slechte boomkwaliteit. 35 Alnus glutinosa 25 7 Matig Matig Redelijk Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 36 Alnus glutinosa 20 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 37 Alnus glutinosa 15 4 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 38 Alnus glutinosa 19 6 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 39 Alnus glutinosa 14 5 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 40 Alnus glutinosa 17 5 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 41 Alnus glutinosa 15 5 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang 42 Quercus robur 51 8 Slecht Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 43 Quercus robur Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 44 Quercus robur Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 45 Quercus robur Slecht Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 46 Quercus robur Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 47 Quercus robur 47 8 Slecht Matig Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 48 Quercus robur 30 6 Slecht Matig Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 49 Quercus robur 44 6 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 50 Quercus robur 35 6 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 51 Quercus robur 41 7 Redelijk Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 52 Quercus robur 45 8 Matig Matig Matig Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 53 Quercus robur Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verbreden weg 54 Quercus robur Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen verbreden weg 55 Quercus rubra Slecht Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 56 Prunus serotina 19 5 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 57 Crateagus monogyna Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 58 Crateagus monogyna 23 8 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 59 Crateagus monogyna 11 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 60 Crateagus monogyna 14 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 62 Quercus rubra 12 1 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad 63 Quercus rubra 21 6 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 64 Quercus robur 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 65 Quercus rubra Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 66 Quercus robur 13 3 Matig Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 67 Quercus robur 10 2 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad 68 Quercus rubra 32 8 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 69 Quercus rubra 33 8 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 70 Quercus rubra Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 71 Quercus rubra Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 72 Quercus rubra Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 73 Quercus robur 10 2 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 74 Quercus robur 22 5 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

131 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase 1 75 Quercus rubra Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 76 Quercus robur 16 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 77 Quercus robur 31 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 78 Quercus robur 32 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 79 Fagus sylvatica Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad 80 Quercus robur 18 3 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 81 Quercus robur 18 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 82 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 83 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 84 Quercus robur 22 6 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad 85 Quercus robur 19 6 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 86 Fagus sylvatica Goed Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 87 Carpinus betulus 23 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 90 Fagus sylvatica 40 8 Goed Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 91 Fagus sylvatica 15 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 92 Fagus sylvatica 14 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 93 Prunus serotina 10 3 Matig Slecht Matig Nee Kappen aanleg fietspad 94 Quercus robur Goed Goed Goed Nee Kappen aanleg fietspad 95 Quercus robur Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 100 Quercus robur 56 9 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 101 Quercus robur 52 9 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 102 Quercus robur 59 9 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 103 Quercus robur Redelijk Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 104 Prunus serotina 11 3 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 109 Quercus robur 18 4 Goed Matig Redelijk Nee kappen aanleg fietspad 110 Juglans regia 16 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 111 Quercus robur Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 112 Quercus robur Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 113 Quercus robur 20 4 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen boom in talud, dempen watergang 114 Betula pendula 20 4 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen dempen watergang, aanleg parallelweg 115 Prunus serotina 17 4 Redelijk Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 116 Prunus serotina 24 8 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 117 Prunus serotina 10 2 Redelijk Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 118 Prunus serotina 18 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 119 Quercus robur 32 8 Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad 120 Quercus robur 44 8 Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad 121 Quercus robur 48 8 Goed Matig Goed Nee Kappen aanleg fietspad 122 Prunus serotina 11 2 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 123 Quercus robur 29 6 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang 124 Quercus robur 13 3 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang 125 Fagus sylvatica 22 4 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang 126 Betula pendula 16 6 Goed Redelijk Goed Nee Kappen verleggen sloot / watergang 127 Quercus robur Slecht Matig Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 128 Quercus robur 34 6 Slecht Matig Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 129 Quercus robur 39 6 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 130 Quercus robur 37 6 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 131 Quercus robur 53 8 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 132 Quercus robur 39 8 Slecht Slecht Slecht Nee Kappen Verleggen sloot / watergang en algehele matig - slechte boomkwaliteit 138 Prunus serotina 22 5 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad 139 Quercus robur Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 140 Prunus serotina 20 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 142 Prunus serotina 31 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad 143 Prunus serotina 15 1 Dood Dood Dood Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad 144 Prunus serotina 13 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

132 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies Fase 1 motivatie fase Fagus sylvatica Goed Goed Goed Nee Kappen aanleg fietspad 147 Fagus sylvatica Goed Matig Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 148 Fagus sylvatica 49 8 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 149 Fagus sylvatica 36 8 Goed Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 150 Prunus serotina 13 Dood Dood Dood Nee Kappen Dode boom 154 Quercus robur 29 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 158 Quercus robur 32 8 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 159 Prunus serotina 31 6 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 161 Fagus sylvatica Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 162 Prunus serotina 14 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 163 Prunus serotina 22 5 Matig Matig Matig Nee Kappen verlies wortelkluit aanleg fietspad 164 Quercus robur 27 4 Dood Dood Dood Nee Kappen Dode boom 167 Quercus robur Redelijk Goed Goed Nee Kappen aanleg fietspad 175 Fagus sylvatica 37 8 Goed Goed Goed Nee Kappen Aansluting parrallelweg inrit landgoed Middendor 176 Fagus sylvatica 27 7 Goed Goed Goed Nee Kappen Aansluting parrallelweg inrit landgoed Middendor 177 Fagus sylvatica 29 7 Goed Goed Goed Nee Kappen Aansluting parrallelweg inrit landgoed Middendor 178 Fagus sylvatica 35 7 Goed Goed Goed Nee Kappen Aansluting parrallelweg inrit landgoed Middendor 179 Fagus sylvatica 36 7 Goed Goed Goed Nee Kappen beworteling binnen aan te leggen weg 180 Fagus sylvatica 34 7 Goed Goed Goed Nee Kappen beworteling binnen aan te leggen weg 187 Betula pendula 11 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verleggen watergang 188 Betula pendula 10 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen verleggen watergang 189 Alnus glutinosa 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg duiker 190 Alnus glutinosa 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg duiker 191 Alnus glutinosa 13 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg duiker 61-- Crateagus monogyna 19 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee kappen aanleg fietspad Te kappen bomen fase 2 Nr Boomsoort Stam Ø Kroon Ø Conditie Kwaliteit Toekomst Verplantbaar Status Advies fase 2 motivatie fase 2 88 Carpinus betulus 14 5 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 89 Carpinus betulus 25 7 Goed Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 99 Quercus robur 46 9 Redelijk Redelijk Goed Nee Kappen aanleg fietspad 141 Quercus rubra 18 5 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 151 Quercus robur 17 4 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 152 Quercus robur 31 7 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 153 Prunus serotina 17 8 Redelijk Matig Redelijk Nee Kappen Aanleg fietspad 155 Quercus rubra 20 8 Matig Matig Matig Nee Kappen aanleg fietspad 156 Quercus robur 26 8 Redelijk Redelijk Redelijk Nee Kappen aanleg fietspad 157 Prunus serotina 18 6 Redelijk Matig Matig Nee Kappen Aanleg fietspad 160 Quercus robur 33 6 Redelijk Redelijk Goed Nee Kappen Aanleg fietspad 165 Prunus serotina 24 6 Matig Matig Matig Nee Kappen Aanleg fietspad 166 Quercus robur 24 7 Redelijk Goed Goed Nee Kappen verlies wortelkluit maken talud 168 Prunus serotina 17 5 Matig Matig Redelijk Nee Inpassen Aanleg fietspad 169 Prunus serotina 21 4 Matig Matig Redelijk Nee Inpassen Aanleg fietspad GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

133 B i j l a g e V t e k e n i n g e n TEKENING TUSSENFASE FASE I TEKENING FASE II GEMEENTE AMERSFOORT - BEA HERTEKOP - RAPPORT NR

134 Fase 1 - Hertekop tussenfase (fietspad op tijdelijk locatie)

135 Fase 2 - Hertekop eindfase (fietspad op definitieve locatie)

136 Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van : Presidium Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 9 december 2014 Portefeuillehouder : - B&W-vergadering : - De Ronde : - Agenda Het Besluit : Vastgesteld besluit : TITEL Vaststellen besluitenlijsten en verslagen BESLISPUNTEN Vaststellen besluitenlijsten en verslagen van 4 november tot en met 16 december 2014 AANLEIDING Conform het reglement van orde van de raad worden besluitenlijsten en verslagen vastgesteld in Het Besluit. BEOOGD EFFECT Vaststelling van de verslagen en besluitenlijsten. ARGUMENTEN Ingekomen voorstellen voor wijzigingen: - VERVOLG De conceptverslagen die op internet staan worden vervangen door de vastgestelde verslagen BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad. Presidium van de gemeenteraad van Amersfoort De griffier, de voorzitter, Bijlage : - ontwerpraadsbesluit

137 Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Amersfoort; Reg.nr Op basis van het voorstel van het presidium van 9 december 2014, GRF (nr ); B e s l u i t: De besluitenlijsten en verslagen van 4 november tot en met 16 december 2014 vast te stellen: - Verslag Het Besluit 4 november 2014 (nr ), besluitenlijst (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 11 november 2014, Eenrichtingsverkeer omgeving Kersenbaan - presentatie onderzoeksresultaten variantenstudie (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 11 november 2014, Amendementen en moties rond regelingen voor minima (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 11 november 2014, Verordening Maatregelen Participatiewet, IOWA en IOAZ en Verordening Tegenprestatie 2015 (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 11 november 2014, Criteria incidentele investeringen sportaccommodaties (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 11 november 2014, Nadere regels Verordeningen Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2015, en compensatie zorgkosten - Verslag Het Besluit 11 november 2014 (nr ), besluitenlijst (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 18 november 2014, Fietsparkeren Station Amersfoort (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 18 november 2014, Bezuinigingen programma Onderwijs 2016 (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 25 november 2014, Tweerichtingenverkeer omgeving Kersenbaan (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 25 november 2014, Aanpassing welstandsnota (deel I) (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 25 november 2014, Deregulering (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 25 november 2014, Fractievergoedingen (nr ) - Verslag Het Besluit 25 november 2014 (nr ), besluitenlijst (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 2 december 2014, Ontwerp Programma van Eisen openbaar (bus)vervoer (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 2 december 2014, GroenLinks: Verkoop Kortenaerstraat 10 (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 2 december 2014, Gemeentelijke medewerking aan definitieve huisvesting GymXL (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 2 december 2014, Commissie Begroting & Verantwoording (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 8 december 2014, Commissie Begroting & Verantwoording (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 9 december 2014, Tweerichtingenverkeer omgeving Kersenbaan (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 9 december 2014, Ontwikkeling groenvisie (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 9 december 2014, Peiling nadere regels Opvang en Beschermd wonen (nr ) - Verslag Het Besluit 9 december 2014 (nr ), besluitenlijst (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 16 december 2014, Nota Detailhandel 2014 (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 16 december 2014, Kaders verkoop Kortenaerstraat 10 (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 16 december 2014, De Nieuwe Stad (nr ) - Besluitenlijst De Ronde 16 december 2014, GroenLinks en D66: Monitor Sociaal domein (nr ) Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 januari 2015 De griffier, de voorzitter,

138 M AANGENOMEN 13 JANUARI 2015 MOTIE ONTWIKKELING GROENVISIE AMERSFOORT Amersfoort, 13 januari 2015 De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat: - een integrale Groenvisie nodig is, omdat o de beleidsvisie Groenblauwe Structuur afloopt; o de Structuurvisie 2030 onvoldoende uitgewerkt is om er bomenbeleid en ander groenbeleid aan op te hangen; o de thema s groene inrichting en groenbeheer, water en bodem beter in samenhang behandeld worden; o de stad nu meerdere groene problemen kent als het verdwijnen van biodiversiteit en leefgebied en de versnippering van het bestaande groen; o nieuwe thema s als stadslandbouw, klimaatbestendigheid, tijdelijk ruimtegebruik en zelfbeheer ook in een Groenvisie thuishoren; - een Groenvisie zeer geschikt is om in een open proces te ontwikkelen in samenspraak met mensen en organisaties in de stad; - dit ontwikkelingsproces professioneel begeleid moet worden en dat hiervoor een budget van nodig is; spreekt als zijn mening uit dat: - het wenselijk is dat bewoners en politiek, ondersteund door ambtenaren, in coproductie een Groenvisie voor Amersfoort ontwikkelen; - dit proces open moet staan voor iedere Amersfoorter die hierbij betrokken wil zijn om zijn of haar deskundigheid of mening naar voren te brengen; - de gemeenteraad kaderstellend is voor de Groenvisie - het proces om te komen tot een Groenvisie op een professionele wijze begeleid moet worden; draagt het college op: 1. de ontwikkeling van een Groenvisie mogelijk te maken door hiervoor voldoende ambtelijke deskundigheid vanuit Stedelijk Beheer, Ruimtelijke Ontwikkeling en Strategie beschikbaar te stellen; 2. zorg te dragen voor een werkbudget ten behoeve van faciliteiten en begeleiding van en dit bedrag toe te voegen aan het raadsbudget, zodat de raad c.q. de griffier als budgethouder kan fungeren; en besluit voorts: 3. vertrouwen te stellen in de procesbegeleiding vanuit de initiatiefgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het G1000-initiatief Keigroen Samendoen!, Klankbordgroep Groenbeleid en SGLA en raadsleden;

139 M AANGENOMEN 13 JANUARI dat de gemeenteraad de kaders voor de Groenvisie vastlegt, nadat zij geïnformeerd is over de evaluatie van de beleidsvisie Groenblauwe Structuur; 5. dat de Groenvisie na afloop ter besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd; 6. de initiatiefgroep te vragen regelmatig de fracties over de voortgang te informeren, zo nodig in de Ronde; 7. de raadsleden in de initiatiefgroep te vragen regelmatig samen met een nog te vormen bestuurlijke klankbordgroep van raadsleden en collegeleden te reflecteren op het proces en de balans in belangen die vertegenwoordigd worden in de Groenvisie en indien nodig de procesbegeleiding hierop bij te sturen; 8. dat deze initiatiefgroep in samenspraak met griffie en ambtenaren een begroting op moet stellen voor de ontwikkeling van de Groenvisie (t.b.v. faciliteiten, begeleiding) tot een bedrag van ; Fractie GroenLinks Fractie SP Fractie D66 Astrid Janssen Rob Molenkamp Wytse Dassen

140 M (gewijzigd op 12 januari) MOTIE: Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval Amersfoort, 10 januari 2014 De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat a. Amersfoort streeft naar 70% hergebruik van haar afval in 2020 en naar een afvalloze stad in 2030; b. Amersfoorters al enkele jaren gemiddeld 53% van hun afval scheiden*; c. Het verbranden van restafval naar verwachting duurder wordt, omdat de AVU (Afval Verwijdering Utrecht) een nieuw contract voor 2019 moet afsluiten onder slechtere marktcondities. Daarnaast is er per 1 januari 2015 een extra rijksbelasting op het verbranden van restafval (extra kostenpost van ca per jaar); d. De gemeente nu moet inzetten op betere voorlichting en een nieuw inzamelsysteem; e. Er een mix van systemen moet komen om afvalloos te worden. Een 1 ste belangrijke stap is een systeem om meer plastic in te zamelen en minder restafval; f. Er voldoende ervaring is opgedaan in vergelijkbare steden met diverse systemen om meer plastic op te halen en er voldoende onderzoek is uitgevoerd (door o.a. RoyalHaskoningDHV) op basis waarvan de raad een keuze voor een systeem kan maken; g. Het systeem omgekeerd inzamelen, waarbij plastic thuis wordt opgehaald en restafval naar een ondergrondse container op maximaal 150 meter lopen moet worden gebracht, in vergelijkbare steden zoals Zwolle, Utrecht en Arnhem goed scoort op milieurendement, service en kosten; h. Daar waar huizen te ver uit elkaar liggen en hierdoor het systeem omgekeerd inzamelen niet doelmatig is, zowel plastic, groente-fruit-en-tuinafval (gft) en papier, áls ook het restafval thuis op te halen. Men dan een 4 de minicontainer krijgt en het restafval minder vaak wordt opgehaald; i. De mix van de systemen omgekeerd inzamelen en de 4 de minicontainer aansluit bij het uitgangspunt voor het Grondstoffenplan om in te zetten op gedragsverandering. Dit een hogere service betekend op de waardevolle grondstoffen gft, papier en kunststof verpakkingsafval) en een lagere service op restafval; j. De investeringen in o.a. extra ondergrondse containers zich terugverdienen door meer opbrengsten van plastic en lagere kosten voor het verbranden van restafval. Hierdoor de afvalstoffenheffing gelijk kan blijven of mogelijk zelfs kan dalen; k. De gemeente nu moet starten met een Uitwerkingsplan om in 2020 ons streven van 70% hergebruik van afval te halen. In vergelijkbare steden, zoals Zwolle, Utrecht en Arnhem, namelijk blijkt dat de periode tussen het opstellen van een Uitwerkingsplan en de volledige uitrol van het systeem omgekeerd inzamelen naar verwachting tussen de 5 en 7 jaar duurt; l. Motie 8.1a Invulling kaders nieuw systeem inzameling afval van 4 maart 2014 is afgehandeld en de dialoog met de stad over een nieuw inzamelsysteem is gevoerd en extra onderzoek is gedaan; m. Goede communicatie en participatie zeer belangrijk zijn bij het implementeren van een nieuw systeem om de medewerking van de bewoners te krijgen. Deze medewerking is immers de belangrijkste factor in het succes; n. Daarnaast uit Arnhem en Zwolle blijft dat indien inwoners ervaring opdoen met een nieuw systeem, de bewonerstevredenheid stijgt. Uit de consultatie van de bewoners in de binnenstad van Amersfoort blijkt bijvoorbeeld dat meer dan 60% de wijziging van restcontainers aan huis naar ondergrondse verzamelcontainers op loopafstand een verbetering vindt**. Het gemiddelde rapportcijfer voor de tevredenheid over de ondergrondse containers in de binnenstad een 7.3 is;

141 M (gewijzigd op 12 januari) o. Van de 20 ROVA-gemeenten Amersfoort bij de laatste drie gemeenten hoort die nog niet heeft gekozen voor omgekeerd inzamelen; verzoekt het college 1. Het Uitwerkingsplan te maken voor het gefaseerd implementeren van het inzamelsysteem omgekeerd inzamelen. Daar waar omgekeerd inzamelen niet mogelijk of doelmatig is, zoals bij hoogbouw of waar de woningen te ver uit elkaar liggen, dit aan te vullen met andere maatregelen of systemen, zoals het inzamelsysteem met een 4 de minicontainer. In het Uitwerkingsplan zijn onder andere de financiële consequenties, het verwachte serviceniveau en de verwachte milieuwinst uitgewerkt. 2. Hierbij ook met voorstellen te komen voor maatwerk voor inwoners met fysieke beperkingen. 3. Hierbij de mogelijkheden voor het inzamelen van metalen en drankkartonnen mee te nemen. 4. Hierbij de mogelijkheden voor een volmeldsysteem op ondergrondse containers mee te nemen. 5. Hierbij ook aandacht te hebben voor het voorkomen, dan wel opruimen van afvalzakken en zwerfafval bij en rondom ondergrondse containers 6. Van de vier aangekondigde pilots (zoals besproken in De Ronde van 15 juli 2014) enkel de pilot omgekeerd inzamelen te starten om te leren voor de verdere uitrol van het systeem stadsbreed, alsmede met de pilot voor gft ophalen in de binnenstad, eventueel aangevuld met andere pilots met gft in de rest van de stad. 7. Bij de pilot omgekeerd inzamelen en de verder uitrol stadsbreed, net zoals in Arnhem, veel aandacht te besteden aan bewonersparticipatie en een goede en continue informatievoorziening. 8. Het Uitwerkingsplan samen met de evaluatie van de pilot omgekeerd inzamelen uiterlijk eind 2015 ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. 10 januari 2015 Wytse Dassen Rob Smulders Astrid Janssen Rob Molenkamp Gert Hunink D66 PvdA GroenLinks SP ChristenUnie * Afvalprofiel peiljaar 2012, gemeente Amersfoort, november 2013, CyclusManagement ** Bewonersonderzoek Amersfoort panel, april 2014, Onderzoek en Statistiek, gemeente Amersfoort

142 M VERWORPEN 13 JANUARI 2015 MOTIE Pas op de plaats visievorming ivm Kerntakendiscussie Amersfoort, 13 januari 2015 De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat: - het voeren van de Kerntakendiscussie voorrang heeft, ook in het proces om te komen tot een sluitende begroting die wèl goedkeuring van de Provincie kan krijgen; - de Kerntakendiscussie zelf de kern raakt van de richtinggevende rol van de raad en daarmee niet licht en te snel opgevat moet worden. Het College lijkt dit ook te wensen door o.a. resultaten ervan basis te maken voor mogelijke beleidsherijking (Coalitieakkoord, p. 2-3); - methode en aanpak van de Kerntakendiscussie nog in ontwikkeling zijn en deze begin maart zullen worden vastgesteld (Initiatiefvoorstel Op weg naar financieel evenwicht, beslispunt 2a); - gegeven deze onbeslistheid in aanpak en methode de Kerntakendiscussie op elk organisatieniveau gevoerd kan gaan worden: strategisch (welke rollen/verantwoordelijkheden heeft gemeente?), tactisch (hoe organiseren we het?) en operationeel (welke diensten uitvoeren en door wie?); - in een goede Kerntakendiscussie ook rollen per domein anders kunnen worden ingevuld dan wordt voorgesteld in huidige visieontwikkelingen en herijkingen ( geen heilige huisjes ); - het kiezen van rollen van waaruit de gemeente activiteiten uitvoert of laat uitvoeren, onderdeel is van de meeste visieontwikkelingen en -herijkingen; - wij de tijd van de raad en het ambtelijk apparaat zo goed mogelijk willen inzetten; - wij tegenstrijdig e/o dubbel beleidswerk zoveel mogelijk moeten vermijden, uit oogpunt van kosten en nastreven van kwalitatief goed bestuur; besluit dat: - de nieuwe visieontwikkelingen en herijking van bestaande visies on hold worden gezet, vanaf het onderdeel van kiezen van gemeentelijke rollen en activiteiten (voor zover dit gezien eventuele wettelijke eisen toelaatbaar is); - de daarmee beschikbaar komende tijd van ambtenaren en raadsleden ingezet wordt voor het zo goed mogelijk voorbereiden, organiseren en voeren van de Kerntakendiscussie. (Zodat visieontwikkelingen op het juiste moment in de Kerntakendiscussie weer kunnen worden geactiveerd). 13 januari 2015 Bas Aghina CDA Fractie

143 M Motie: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte (onze deskundige financieel adviseur) doorlopend bij het proces Begroting 2015 en de Meerjarenramingen. Raadsvoorstel: Initiatiefvoorstel van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 Op weg naar financieel evenwicht De raad van de gemeente Amersfoort op 13 januari 2015 bijeen, Overwegende dat: Amersfoort, 8 januari Er maar liefst negen ( 9 ) maal intern ambtelijk overleg heeft plaatsgevonden tussen de provincie en de gemeente, maar dat de gemeente Amersfoort ondanks herhaalde dreiging, zich onvoldoende van haar zwakke financiële positie en de gevolgen die daarmee samenhangen heeft vergewist. - Dat de gemeenteraad c.q. de Commissie B&V bestaat uit zeer goedwillende en gemotiveerde raadsleden, maar dat bij de meeste raadsleden de inhoudelijke, financiële enz. kennis ontbreekt om een Begroting 2015 die door de Provincie Utrecht nu niet in orde is bevonden, wel in één keer op orde te krijgen. verzoekt de commissie B&V: 1. Onze eigen gemeente accountant van Deloitte steeds weer opnieuw fysiek bij het komende proces te betrekken en zo een breed gedragen bestuurlijke, maar ook technische overeenstemming te bereiken over wat concreet de taken zijn die voorliggen. 2. Om ook in te gaan op het aanbod van de VVD gedeputeerde van Lunteren en zijn aanbod tot intensieve ambtelijke ondersteuning van de Provincie Utrecht bij dit proces te gaan gebruiken. en gaat over tot de orde van de dag. Hans van Wegen / BPA

144 Toelichting op de BPA Motie 8 januari M "Een andere Koers vereist een andere Bemanning c.q. een andere aanpak" Geachte collega raadsleden, Aanstaande dinsdag 13 januari heeft de Raad een discussie over het Preventief Toezicht van de provincie Utrecht m.b.t. tot de Begroting 2015 en de komende 4 Meerjarenramingen. De Burger Partij Amersfoort (BPA) heeft met grote aandacht geluisterd naar het optreden van de Utrechtse VVD gedeputeerde van Lunteren en de zijnen op dinsdag 16 december 2014 in de onder Toezichtstellings- procedure van de gemeente Amersfoort. Hieruit kwam naar voren dat er maar liefst negen ( 9 ) maal intern ambtelijk overleg heeft plaatsgevonden tussen de provincie en de gemeente, maar dat de gemeente Amersfoort ondanks herhaalde dreiging, zich onvoldoende van haar zwakke financiële positie en de gevolgen die daarmee samenhangen heeft vergewist. Daar dit zwaard van Damocles zich heeft uitgestrekt over meerdere termijnen, mag de VVD wethouder financiën zich dit in zijn functioneren serieus aantrekken. Tijdens dit gehele proces zijn bovendien, naar mening van de BPA, de raad en de inwoners van Amersfoort onvoldoende geïnformeerd. U, als geen ander, bent beiden op de hoogte van onze ijver de bovenste steen boven te willen hebben en wij hebben, net als de accountant van de gemeente, herhaaldelijk gewaarschuwd voor de huidige situatie die ontstaan zou. Op 18 december 2014 heeft de VVD gedeputeerde aangekondigd dat Amersfoort in 2015 financieel onder Preventief Toezicht zal worden gesteld, omvattende de komende vier (4) meerjaren-ramingen, vergezeld van de dwang op zeer korte termijn de begroting voor 2015 te sluiten. Ondanks de inspanningen van diversen om op korte termijn met een Initiatiefvoorstel te komen, levert dit geen oplossingen van structurele aard, terwijl de provincie duidelijk heeft aangegeven structurele wijzigingen te willen zien, maar tot op heden alleen de pro-actieve en bereidwillige houding van de raad als positief duidt. Derhalve acht de BPA het van cruciaal belang om vanaf het eerste moment in 2015 pro-actief de provincie Utrecht te vragen, o.a. in de commissie Begroting en Verantwoording, om ambtelijke ondersteuning uit Utrecht. Temeer omdat de VVD gedeputeerde heeft aangegeven bereid te zijn hiervoor alle middelen naar redelijkheid beschikbaar voor te willen stellen. Wij achten het dan ook zeer onwenselijk om in de huidige vorm 'door te modderen' en ambtelijk Amersfoort autonoom menen tot een oplossing te kunnen komen. Immers, het gecombineerd falen van de afgelopen 9 ambtelijke overleggen met als summum een forse inperking van het budgetrecht van de raad, heeft naar idee van de BPA, ten overvloede bewezen geen goede werkwijze te zijn. Een opmerking van de VVD wethouder van financiën, duidend op een toename van zijn betrokkenheid in de komende periode, geven ons tevens gegronde reden tot twijfel over de mate van de betrokkenheid van deze wethouder in het verleden. 2

145 M Verder achten wij het, als BPA, onverminderd belangrijk om, net als de provincie, ook onze eigen gemeente accountant van Deloitte steeds weer opnieuw fysiek bij het komende proces te betrekken en zo een breed gedragen bestuurlijke, maar ook technische overeenstemming te bereiken over wat concreet de taken zijn die voorliggen. Dit alles nog voordat er ook maar enige sprake kan zijn van een Kerntakendiscussie onder raadsleden. De BPA vreest dat wij ons onder een dergelijk voorwendsel anders nog meer in de vingers snijden dan nu reeds is gebeurd. Gezamenlijk dienen we ervoor te waken dat het optreden van de VVD wethouder en zijn financiële staf de belangen van de Amersfoortse burger niet verder schaden dan reeds is gebeurd en dat we samen, dus met provincie en accountants, komen tot de structurele oplossingen die onze mooie stad verdient. We moeten komen tot significante verbeteringen op het vlak van o.a. Weerstandsvermogen, Solvabiliteit en Incidentele en Structurele Reserves om zo de begroting voor 2015 te sluiten en de toekomstige begrotingen en 4 meerjarenramingen in een keer goed te doen. Wat de BPA betreft moeten eerst de harde cijfers boven tafel komen voordat we kunnen werken aan oplossingen c.q. Kerntaken discussies. Zonder concrete probleemstelling zullen alle 'oplossingen' lapwerk zijn; geen cohesie met de visie van de gedeputeerde vertonen en derhalve niet kunnen worden aangemerkt als structurele oplossingen. Pas na de concretisering van de probleemstelling kan een politiek debat, in de vorm van een Kerntakendiscussie, plaatsvinden, waarin de linkse (sociale) partijen, samen met de rechtse (asfalt) partijen keuzes mogen maken hoe ze de zeer zware bezuinigingsdoelstellingen gaan waarmaken. Met deze harde woorden hoopt de BPA u wakker te schudden voor de, zelfs tot noch toe, incompetente wijze van handelen door U en de uwen, die gegeven voortzetting, naar onze visie zal leiden tot een uitzichtloze discussie die langer dan een half jaar gaat duren, waardoor Amersfoort onvermijdelijk verwordt tot een artikel 12 gemeente voor het einde van dit 'prachtige' jaar, waarop ook U, tijdens de nieuwjaarsreceptie heeft getoast. Laat het feit dat het zwaard van Damocles reeds uw hoofd heeft geraakt, U niet verleiden tot het rondrennen als een kip zonder kop, maar zie in dat nu eens echt wat moet veranderen. "Een andere Koers vereist een andere Bemanning c.q. een andere aanpak" De fractie van de Burger Partij Amersfoort 3

146 M VERWORPEN 13 JANUARI 2015 MOTIE De mening van bewoners is geen afval Amersfoort, 12 januari 2015 De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. In de motie Kiezen voor nieuw inzamelsysteem gekozen wordt voor een mix van systemen om afval in te zamelen (overweging e) b. Onderdeel van die mix is dat het bestaande systeem van kliko s in de laagbouwbuurten geheel als vanouds in stand blijft; alleen de inhoud van 1 kliko verandert en er komt een compleet nieuw systeem, nl. ondergrondse containers, bij voor restafval c. Expliciet erkend wordt dat een mix waarin de 4 e kliko mee speelt binnen de kaders van die motie vallen (overweging i) d. In de motie eveneens erkend wordt dat actieve participatie, en dus gemotiveerdheid, van burgers de onmisbare voorwaarde is voor het slagen van ieder ophaalsysteem (overweging m) e. Bij de reeds uitgevoerde proef van de 4 e kliko voor kunststof in Nieuwland gebleken is dat de tevredenheid over dat systeem ruim een derde hoger ligt dan de tevredenheid in de binnenstad over omgekeerd inzamelen f. Verdere uitbreiding van het bestaande systeem van de 4 e kliko geen enkele investering vergt van de gemeente en, bij maandelijks ophalen van restafval en kunststof om beurten, geen enkele stijging van de exploitatiekosten van de ROVA, zodat de opbrengst van de grondstof kunststof geheel vrij valt g. Verdere uitbreiding van dit systeem geen enkele gecompliceerde bestuurlijke voorbereiding vergt, zoals het zoeken van en overleggen over plaatsen voor ondergrondse containers, de opheffing van parkeerplekken, etcetera verder overwegende dat h. Bij onderzoek is gebleken dat driekwart van de Amersfoorters tegen omgekeerd inzamelen is en slechts 10 % vóór i. Uit reacties op de publiciteit bovendien telkenmale blijkt dat veel voorstanders van het systeem denken dat omgekeerd inzamelen betekent dat alles voortaan thuis wordt opgehaald behalve restafval, m.a.w. dat de kliko s verdwijnen

147 M VERWORPEN 13 JANUARI 2015 j. Dat in het kader van de zich vernieuwende bestuurlijke verhoudingen het de bedoeling is dat de eigen stem van de burger op alle plaatsen volwaardig behandeld wordt, zoals immers ook een zwaar beroep op de burger wordt gedaan in bijvoorbeeld het Sociaal Domein en zoals zo veel mogelijk ruimte aan burgers wordt gegeven bij ingrijpende beslissingen zoals het bestemmingsplan Euterpeplein e.v.a. spreekt uit dat: 1. Het daarom niet aanvaardbaar is als een zo ingrijpende keuze als die voor een nieuw inzamelsysteem wordt genomen tegen de expliciete wens van de ruime meerderheid van de Amersfoorters in, als daar geen enkele volwaardige inspraak tegenover staat 2. Het uitsluitend inspreken over de plaats van ondergrondse containers (meestal op de plaats van parkeerplekken) geen volwaardige inspraak is 3. Het onaanvaardbaar is dat een goedkoop en publieksvriendelijk middel als de 4 e kliko bij voorbaat gereserveerd wordt voor alleen de rijkste wijken, zoals overweging h van de motie Kiezen voor nieuw inzamelsysteem verzoekt het College: 1. In tenminste 2 wijken met gemengde bebouwing, te kiezen door het College, een intensieve discussie op wijkniveau te organiseren over de verschillende beschikbare systemen 2. Daartoe o.m. goede voorlichting te verstrekken over het hoe van de ophaalsystemen en niet alleen over het waarom 3. Voor deze discussies onder meer wijkmanagers en wijkbeheerteams in te schakelen en ze af te ronden met representatieve enquêtes, zodat de representativiteit van de uitslagen goed gewaarborgd is 4. De raad te informeren over de resultaten van de discussies en de enquête in de twee wijken alvorens verdere besluiten te nemen Roel Mulder Maarten Flikkema OPA Amersfoort VVD

148 M (versie 13 januari) MOTIE Tot daar en niet verder De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. In de motie Kiezen voor een nieuw inzamelsysteem de maximale loopafstand van 150 meter tot een ondergrondse container voor restafval wel in de overweging wordt genoemd, maar in het dictum helemaal geen afstand staat b. In de Afvalstoffenverordening van de gemeente een afstand van 125 meter als maximum wordt genoemd. Voor hoge uitzonderingsgevallen in onze kleinschalige binnenstad wordt gedacht aan een incidentele uitbreiding tot 150 meter, maar daar is nog niet toe besloten c. Bij het omgekeerd inzamelen van afval een afstand van 150 meter overeenkomt met een afstand van minstens 300 meter, aangezien mensen ook weer terug naar huis moeten (125 meter is 250) d. In de gezondheidszorg een norm van 120 meter wordt gehanteerd als afstand die ieder mens moet kunnen lopen zonder medische ingreep, zodat bij bijvoorbeeld claudicatio intermittens niet eerder wordt gedotterd dan als mensen die afstand niet meer halen (zie bijvoorbeeld DBC s in de basisverzekering en/of de Hart- en Vaatstichting) e. Een afstand van 125 (=250) meter dus reeds neerkomt op tweemaal de afstand die medici aanvaardbaar vinden f. Nog voordat de motie is aangenomen, nu reeds uit de publiciteit blijkt dat afvalcontractant ROVA (vermoedelijk geen claudicatio- of anderszins hart- en vaatziektenpatiënt ) van mening is dat de 125 meter uit de verordening of de door D66 et al genoemde genoemde 150 meter best hoger zou mogen zijn Spreekt uit: dat bij de eventuele uitvoering van de motie Kiezen voor een nieuw inzamelsysteem de afstand tussen woningvoordeuren en de dichtstbijzijnde container voor restafval absoluut niet meer mag bedragen dan de in de Afvalstoffenverordening reeds vastgelegde 125 meter Draagt het College op: deze bovengrens bij de uitvoering van de motie te hanteren Roel Mulder OPA Amersfoort

149 Besluitenlijst Het Besluit Datum: 13 januari 2015 van tot uur Raadzaal (1.02) aantal bezoekers: 40 Reg.nr.: Aanwezig zijn Voorzitter raad Griffier Leden raad Wethouders Afwezig (mk) Besluitvorming drs. L.M.M. Bolsius (burgemeester) mevrouw W.M. van der Vlies Aghina (CDA), Blaauw (D66), Van Bruggen (PvdA), De la Combé (PvdA), Van Daalen (SP), Dassen (D66), Dijksterhuis (CU), El-Messaoudi (PvdA), Flikkema (VVD), Van Hamersveld (D66), Happe (D66), Huijdts (D66), Hunink (CU), Janssen (GL), Jongerman (SP), Kennedy-Doornbos (CU), Keskin (PvdA), Van Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Land (GL), Meijer (SP), Molenkamp SP), Van de Kolk (CU), Mulder (OPA), Noortman-Nieuwendijk (CDA), Paffen-Zeenni (CDA), Pijper (D66), Prins (GL), Sanders (D66), Smulders (PvdA), Sondorp (D66), Van der Spoel (CU), Stoelinga (Amersfoort2014), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA), Van Wijngaarden (VVD) Van den Berg, Buijtelaar, Houwing, Imming, Tigelaar Bijlholt (D66), Hessels (VVD), Steenbeek-Los (OPA) Titel 1. Vaststelling agenda Reg.nr. -- Besluit Toezeggingen Stemming Verzoek van SP tot het houden van een interpellatie over Huishoudelijke hulp is toegestaan en toegevoegd aan agenda als agendapunt 1b. Verzoek van Amersfoort2014 tot het houden van een interpellatie over Aanleiding tot preventief financieel toezicht is toegestaan en toegevoegd aan agenda als agendapunt 1c. Ordevoorstel van presidium om agendapunt 2 van de agenda af te voeren en het onderwerp in samenhang met de brief van de provincie over financieel toezicht eerst in de Commissie B&V te bespreken is aangenomen. Ordevoorstel van OPA om agendapunt 3 van de agenda af te voeren om de door GroenLinks, Amersfoort2014 en SP aangekondigde motie eerst in De Ronde te kunnen bespreken is aangenomen. Ordevoorstel van SP met steun van presidium om agendapunt 4 van de agenda af te voeren om eerst de beantwoording van de gestelde vragen af te wachten en het onderwerp eerst in De Ronde te bespreken is aangenomen. Ordevoorstel van OPA en VVD om motie M aan de agenda toe te voegen als agendapunt 11 is aangenomen. BPA dient motie M vanavond niet in, hiermee vervalt agendapunt 10. OPA dient motie M vanavond niet in, hiermee vervalt agendapunt 12. In verband met de verstrekkendheid van motie M wordt agendapunt 9 voor agendapunt 7 behandeld. De agenda is gewijzigd vastgesteld. Titel 1b. Interpellatie SP: Huishoudelijke hulp Reg.nr Besluit Toezeggingen Stemming De interpellatie is toegestaan en gehouden. Motie M (SP) is verworpen met 10 stemmen voor en 26 tegen. voor: SP, CDA, OPA, BPA tegen: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, Amersfoort2014 # v1 - CONCEPTBESLUITENLIJST HET BESLUIT 13 JANUARI 2015

150 Titel Besluit Toezeggingen Stemming Titel esluit Toezeggingen Stemming 1c. Interpellatieverzoek Amersfoort2014: aanleiding tot preventief financieel toezicht De interpellatie is toegestaan en gehouden. 2. Initiatiefvoorstel van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 Op weg naar financieel evenwicht Van de agenda afgevoerd. Reg.nr Reg.nr Titel 3. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. Reg.nr Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Van de agenda afgevoerd. 4. Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3 Bomen Reg.nr Van de agenda afgevoerd. 5. Reconstructie aansluiting Hertekop (tussen A28 en projectgrens Reg.nr Kersenbaan): investeringskrediet een investeringskrediet beschikbaar te stellen van voor de reconstructie van de Hertekop (gedeelte Arnhemseweg tussen projectgrens Kersenbaan en A28). Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6. Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december Reg.nr De besluitenlijsten en verslagen van 4 november tot en met 16 december 2014 vast te stellen Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9. Motie CDA: Visievorming en kerntakendiscussie Motie M (CDA) is verworpen met 4 stemmen voor en 32 tegen. voor: CDA tegen: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, OPA, BPA, Amersfoort Motie GroenLinks, SP, D66: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort Stemming Motie M (GroenLinks, SP, D66) is aangenomen met 31 stemmen voor en 5 tegen. voor: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014 tegen: CDA, BPA # v1 - CONCEPTBESLUITENLIJST HET BESLUIT 13 JANUARI 2015

151 Titel Besluit Toezeggingen 8. Motie D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie: Kiezen voor omgekeerd inzamelen Stemming Motie M (D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie) is aangenomen met 23 stemmen voor en 13 tegen. voor: D66, PvdA (De la Combé, Keskin, Smulders), ChristenUnie, SP, GroenLinks tegen: VVD, PvdA (El-Messaoudi, Van Bruggen), CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014 Titel 10. Motie BPA: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit Toezeggingen Stemming Motie M (BPA) is niet ingediend. 11. Motie OPA, VVD: De mening van bewoners is geen afval Motie M (OPA, VVD) is verworpen met 13 stemmen voor en 23 tegen. voor: VVD, PvdA (El-Messaoudi, Van Bruggen), CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014 tegen: D66, PvdA (De la Combé, Keskin, Smulders), ChristenUnie, SP, GroenLinks 12. Motie OPA: Tot daar en niet verder Motie M (OPA) is niet ingediend. # v1 - CONCEPTBESLUITENLIJST HET BESLUIT 13 JANUARI 2015

152 Verslag raadsvergadering Het Besluit 13 januari 2015 om uur (nr ) 1

153 13 januari 2015 Agenda pag. 1. Vaststelling agenda 3 1b Interpellatieverzoek: Huishoudelijke hulp 7 1c. Interpellatieverzoek: Aanleiding tot preventief financieel toezicht 13 Besluit met debat Initiatiefvoorstel: "Op weg naar financieel evenwicht" 19 Besluit zonder debat, met moties en amendementen Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. 19 Besluiten zonder debat Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3: Bomen Reconstructie aansluiting Hertenkop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan): investeringskrediet Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december Moties 7. Motie M: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (versie 9 januari) 8. Motie M: Kiezen voor omgekeerd inzamelen 9. Motie M: Visievorming en kerntakendiscussie Motie M: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen 11. Motie M: De mening van bewoners is geen afval 12. Motie M: Tot daar en niet verder 2

154 NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE AMERS- FOORT, GEHOUDEN OP DINSDAG 13 JANUARI 2015 OM UUR Voorzitter: drs. L.M.M. Bolsius Griffier: mevrouw W.M. van der Vlies Voorts zijn aanwezig: de leden: S.J.L. Aghina, ir. E.R. Blaauw, mevrouw ir. S. van Bruggen drs. L. de la Combé, S.J. van Daalen, ir. W.H. Dassen, mr. R.K. Dijksterhuis, Y. El-Messaoudi, ir. M.B. Flikkema, T.J.T. van Hamersveld, J.F.P.M. Happe, drs. L.A.M.G. Huijdts, G.H. Hunink, mevrouw ir. A.P.A.M. Janssen, mevrouw M.J. Jongerman, mevrouw drs. S.J. Kennedy-Doornbos, H. Keskin, mevrouw F. van de Kolk, drs. B. van Koningsveld, C.W. Kraanen, mevrouw A.H. Land, A.M. Meijer, drs. R.W. Molenkamp, R. Mulder, mevrouw A.E.M. Noortman-Nieuwendijk, mevrouw ir. M. Paffen- Zeenni, ir. H. Pijper, dr. F.J. Prins, mevrouw drs. N.P.C. Sanders, R.A.P. Smulders, mevrouw M.N.E. Sondorp, drs. P.L.R. van der Spoel, B.H.A. Stoelinga, mr. J.F.H. Voogt, ing. J.J.W. van Wegen en mevrouw drs. D. van Wijngaarden de wethouders: drs. ing. P. van den Berg, J.C. Buijtelaar, mevrouw A. Houwing, mevrouw F.G. Imming en drs. M. Tigelaar Afwezig zijn: de leden: T.L.W. Bijlholt, mevrouw drs. M.E. Hessels en mevrouw D.S.C. Steenbeek-Los De VOORZITTER opent de vergadering en wenst allen het beste voor De ontvangen berichten van verhindering worden gemeld. Het systeem van de nummering van moties en amendementen is gewijzigd, zodat elk voorstel een uniek nummer heeft. 1. Vaststellen agenda De VOORZITTER: - Het presidium adviseert het interpellatieverzoek "Huishoudelijke hulp" te honoreren. Stelt vast dat dit akkoord is. - Het presidium adviseert het interpellatieverzoek "Aanleiding tot preventief financieel toezicht" te honoreren. Stelt vast dat dit akkoord is. - Het presidium adviseert agendapunt 2: "Initiatiefvoorstel: 'Op weg naar financieel evenwicht'" uit te stellen tot een volgende vergadering. De heer VAN WEGEN (BPA): - Houdt motie M: "Betrek de gemeenteraadsaccountant van Deloitte doorlopend bij het proces begroting 2015 en meerjarenramingen" aan tot het moment dat het initiatiefvoorstel wordt behandeld. De VOORZITTER: - OPA heeft verzocht agendapunt 3: "Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein1 e.o." in De Ronde te bespreken. De bij dit agendapunt ingediende voorstellen kunnen pas worden besproken en in stemming worden gebracht als dit agendapunt wordt geagendeerd. Motie M: "Euterpeplein" vraagt niet alleen om uitstel, maar geeft ook een inhoudelijk signaal. De heer MULDER (OPA): - Is het eens met GroenLinks dat het alternatief voor dit bestemmingsplan in motie M: "Euterpeplein" volwaardig is. Wil deze motie naast het collegevoorstel bespreken. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): 3

155 - Kan zich vinden in het voorstel van OPA om dit agendapunt uit te stellen en in De Ronde te bespreken, zodat de alternatieven kunnen worden vergeleken. De heer VAN WEGEN (BPA): - Kan zich vinden in het voorstel van OPA. Er zijn grote onduidelijkheden over de erfdienstbaarheid. De heer VOOGT (VVD): - De tribune zit vol met belangstellenden die voor dit agendapunt komen. Sluit zich aan bij de meerderheid. De heer MOLENKAMP (SP): - Steunt het voorstel van OPA uit het oogpunt van zorgvuldigheid. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Is voor uitstel van het agendapunt om de zaken goed op een rij te zetten. Mevrouw SANDERS (D66): - Gezien de verwarring is het goed om het agendapunt uit te stellen. De heer AGHINA (CDA): - Pleit voor uitstel van dit agendapunt om het proces zorgvuldig te laten verlopen. De heer DIJKSTERHUIS (ChristenUnie): - Verzet zich niet tegen uitstel. Acht de meerwaarde ervan enigszins beperkt. De heer SMULDERS (PvdA): - Verzet zich niet tegen uitstel. Belangstellenden verwachten wel een keer antwoord. De VOORZITTER: - Constateert dat agendapunt 3: "Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein1 e.o." niet wordt behandeld. De moties en het amendement worden betrokken bij de beschouwingen in De Ronde. - SP heeft verzocht agendapunt 4: "Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3: Bomen" naar De Ronde te verdagen. Het presidium adviseert positief hierover. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Er moet helderheid over zijn. Verzocht is de vragen beantwoord te krijgen en daarna een Ronde te plannen. De VOORZITTER: - Stelt vast dat dit akkoord is. Agendapunt 4: Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3: Bomen" wordt tot nader order verdaagd. - Vandaag is een collegebericht verzonden over agendapunt 5: "Reconstructie aansluiting Hertenkop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan): investeringskrediet", vanwege de onder toezichtstelling van de gemeente door de provincie. Volgens het college kan het agendapunt wel worden behandeld, maar de verplichtingen kunnen pas worden aangegaan als ook de provincie dat accordeert. 4

156 De heer VAN HAMERSVELD (D66): - Vindt het logisch om dit agendapunt te behandelen. De provincie is ook partner in dit traject. Verwacht dat de provincie wil weten of de raad voor is. De VOORZITTER: - Als motie M: "Visievorming en kerntakendiscussie" wordt aangenomen, mag er geen nieuw beleid worden gestart. Dit betekent dat motie M: "Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort" dan inhoudelijk niet kan worden behandeld. Daarom wordt motie M eerst behandeld. - Motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval" heeft geleid tot twee andere moties. Het presidium vindt het niet juist om een motie op een motie in te dienen. Het moet een actueel of spoedeisend onderwerp zijn. Wat in motie M: "Tot daar en niet verder" wordt verwoord is eigenlijk een initiatiefvoorstel. Het instrument van de motie wordt op het punt van de inzameling niet goed gebruikt. De heer MULDER (OPA): - Heeft geen problemen als motie M: "Tot daar en niet verder" op een later moment wordt behandeld. Trekt deze motie in. - De voorstellen die worden gedaan, hadden in een initiatiefvoorstel kunnen worden gedaan. Dat had dan kunnen worden geamendeerd. Het zijn zeer veelomvattende en ingrijpende moties met veel consequenties. Begrijpt de redenering van het presidium, maar het presidium had moeten reageren toen motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval" werd ingediend. De consequentie van het toelaten van deze motie is dat motie M: "De mening van bewoners is geen afval" ook moet worden toegelaten. De heer HUNINK (ChristenUnie): - Als fracties het niet eens zijn met motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval", kunnen zij tegenstemmen. Bij de bespreking van het uitwerkingsplan komt de invulling aan bod. De heer FLIKKEMA (VVD): - Is het eens met de heer Mulder. Dit had beter in een initiatiefvoorstel kunnen worden ingediend, dat kon worden geamendeerd. Als motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval" wordt behandeld, moet ook motie M: "De mening van bewoners is geen afval" worden behandeld. De heer MEIJER (SP): - Sluit zich aan bij de heer Hunink. Er mag geen omgekeerd voorstel worden ingediend als er een raadsvoorstel ligt. Dat is een destructieve motie. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - Op verzoek van de heer Flikkema is motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval" eerder van de agenda gehaald om in De Ronde te behandelen. Dat is gebeurd. Nu wordt de motie alsnog ingediend. De VOORZITTER: - Het instrument van een "actuele urgente motie" maakt het niet moge- 5

157 lijk om een tegenmotie of amendement op te voeren. De heer MULDER (OPA): - Motie M: "De mening van bewoners is geen afval" is een aanvulling op motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval". Het is geen tegenmotie. De heer HUNINK (ChristenUnie): - Vindt het zo in detail dat het bij de uitwerking hoort. Dat ligt buiten de verantwoordelijkheid van de raad. De heer FLIKKEMA (VVD): - Motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval" is inderdaad aangehouden. Heeft daarbij aangegeven dat het geen motie zou moeten zijn. De indieners hadden het als een initiatiefvoorstel kunnen opnemen. De heer HUIJDTS (D66): - Sluit zich aan bij de heer Meijer. Het instrument werkt destructief. Mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA): - Ziet het graag als een initiatiefvoorstel. De heer SMULDERS (PvdA): - Volgt het advies van het presidium. De heer VAN WEGEN (BPA): - Volgt de redenering van de heer Mulder. De VOORZITTER: - Het presidium stelt voor motie M: "De mening van bewoners is geen afval" niet te behandelen. Deze motie is niet actueel en urgent. Dit betekent dat alleen motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval" wordt behandeld. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Motie M: "De mening van bewoners is geen afval" is een ander voorstel dat een reactie kan zijn op de geagendeerde motie. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Stelt voor dit in stemming te brengen. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Ziet liever dat de moties worden ingetrokken en dat een initiatiefvoorstel wordt ingediend. Zo kan de stad het beste worden bestuurd. Schorsing op verzoek van CDA van uur tot uur. De VOORZITTER: - Er is gediscussieerd over de strekking van motie M: "Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval". Deze motie besluit over het soort inzamelingssysteem. Het zou een initiatiefvoorstel moeten zijn geweest. Dit heeft geleid tot het indienen van motie M: "De mening van bewoners is geen afval". In overleg met de voorzitter van het presidium kan motie M worden behandeld, als ook motie M in stemming wordt gebracht. 6

158 Mevrouw LAND (GroenLinks): - Het presidium wil voorkomen dat moties op moties worden ingediend. De VOORZITTER: - Stelt vast dat de moties over de afvalinzameling kunnen worden behandeld. De agenda wordt gewijzigd vastgesteld. 1b. Interpellatieverzoek SP: Huishoudelijke hulp ( ) De heer MEIJER (SP): - Aan de orde is de manier waarop wordt omgegaan met de mensen die in 2014 huishoudelijke hulp kregen en op welke manier deze huishoudelijke hulp wordt voortgezet. - Kan niet leven met het gevoerde beleid. Structureel worden vormen van zorg afgebroken, zonder alternatieven die garanderen dat iedereen die zorg nodig heeft deze daadwerkelijk krijgt. - Een meerderheid van de raad heeft de overgangsregeling zoals vastgesteld bij de herinrichting hulp bij het huishouden 2015 aangenomen. Dat zijn de kaders waarbinnen dit beleid wordt gevoerd. Citeert: "De zorgaanbieder levert ondersteuning. Deze ondersteuning wordt betaald op basis van resultaatgestuurde financiering. Dit betekent dat het resultaat en de vorm, zoals de cliënt met het Wijkteam heeft besproken, het vertrekpunt zijn. Op basis hiervan maakt de cliënt met de zorgaanbieder afspraken over de omvang van de hulpverlening. Het is aan de aanbieder en de cliënt om dit samen te bepalen. De afspraken worden vastgelegd in een ondersteuningsplan dat voor het Wijkteam inzichtelijk is en gebruikt kan worden voor de monitoring. Ook controlerende, in ieder geval de aanwezigheid van het ondersteuningsplan en de geformuleerde afspraken". Dat was in juni Op 20 november jl. stuurt het college aan alle cliënten huishoudelijke hulp een overzicht waarin staat aangegeven hoe de procedure zal zijn. Daarin staat dat de gemeente de indicaties intrekt en dat de zorgaanbieder een ondersteuningsplan maakt met de cliënt. Het was de bedoeling dat die procedure op 1 januari 2015 is afgerond. Gelijktijdig werden de contracten met de aanbieders afgesloten. Toen is begonnen met dit werk. - SP heeft zich hierover al maanden zorgen gemaakt en voorzag dat het heel erg moeilijk zou worden om dit op een zorgvuldige manier te laten gebeuren. SP heeft daarom op 25 november jl. een meldpunt ingesteld. Hierop hebben veel mensen gereageerd. De berichten waren duidelijk. Aan de mensen is door de huishoudelijke hulp meegedeeld dat zij in uren achteruit zouden gaan. In een groot aantal gevallen is geen sprake van een ondersteuningsplan. Waar wel sprake is van een ondersteuningsplan krijgen de mensen te horen wat al vooraf kenbaar is gemaakt. Op basis van een vragenlijst wordt een van tevoren aangegeven uitkomst opgeschreven. Al deze gevallen betekenen achteruitgang van zorg. Deze aanpak is niet zoals was afgesproken. - Heeft schriftelijke vragen gesteld op 12 december Heeft een aantal mensen persoonlijk gesproken. Het antwoord op de vragen kwam in de eerste dagmail van januari 2015, maar het college had de antwoorden al op 22 december 2014 vastgesteld. - Had verwacht dat het college op basis van deze alarmerende informatie alle thuiszorgorganisaties zou benaderen en zich van de procedure zou vergewissen. Wordt er samen met de mensen zorgvuldig gewerkt aan een ondersteuningsplan? 7

159 Zijn de signalen in de schriftelijke vragen juist? - Op de vraag: "Bent u bekend met de situatie?" antwoordt het college: "Ja, wij zijn bekend met de door de raad vastgestelde werkwijze met betrekking tot hulp van het huishouden". Die werkwijze moet worden uitgevoerd! - Waar naar controle wordt gevraagd, valt te lezen: "Wij hebben enkele signalen gekregen van een aanbieder bij wie bovenstaande afspraken niet goed zijn vertaald in de werkwijze. Op basis van deze signalen hebben wij betreffende aanbieder aangesproken. Ook hebben wij naar alle aanbieders nogmaals de gemaakte afspraken bevestigd". - Het college neemt de gesignaleerde problemen niet serieus. - Heeft ook contacten met zorgaanbieders. De termijn voor het opstellen van ondersteuningsplannen is tot 1 februari 2015 verruimd. Heeft van grote aanbieders begrepen dat zij nog op een derde zitten van het aantal mensen dat nog een ondersteuningsplan moet krijgen. Stelt grote vraagtekens bij de ondersteuningsplannen zoals deze op dit moment zijn opgesteld. Dat is aanleiding om de volgende vragen te stellen: 1. Hoe hebt u kunnen denken dat dit tijdpad tot een zorgvuldige afhandeling zou leiden? 2. Navraag leert dat het onwaarschijnlijk is dat alle ondersteuningsplannen wel voor 1 februari a.s. zijn afgehandeld. Op dit moment lijkt circa een derde te zijn behandeld. Welke zorg gaat u de cliënten bieden voor wie per 1 februari a.s. nog geen ondersteuningsplan is opgesteld? 3. Heeft u zich op de hoogte gesteld van de werkwijze van alle zorgaanbieders? 4. Wanneer is een ondersteuningsplan, naar uw oordeel, zorgvuldig opgesteld? Exact welke criteria zijn daarover afgesproken? 5. Op welke wijze gaat u controleren of de betreffende ondersteuningsplannen zorgvuldig zijn opgesteld? 6. Als u vaststelt dat ondersteuningsplannen niet zorgvuldig zijn opgesteld, hoe gaat u dan corrigerend optreden? 7. Is u bekend dat zorgaanbieders verschillende ondersteuningsplannen gebruiken met andere accenten? 8. Bent u niet bevreesd dat er zo per zorgaanbieder uiteenlopende soorten hulp worden geboden? Zo nee, waarom niet? 9. Per brief, op 10 december 2014, is aan cliënten meegedeeld dat zij van HH2 naar HH1 gaan. Wat is de inhoudelijke basis voor deze wijziging? Acht u dit een zorgvuldige handelswijze? Zo ja, waarom? 10. Op welke wijze gaat u de cliënten compenseren voor de tijd waarin de thuiszorgmedewerker het ondersteuningsplan heeft moeten opstellen en dus geen zorg heeft kunnen bieden? 11. Aan de hand van welke criteria gaat u de bezwaarschriften, die aan de gemeente zijn gericht met betrekking tot de afhandeling van de ondersteuningsplannen, beoordelen? 12. Wat gaat u doen met de bezwaarschriften die aan de zorgaanbieders gericht zijn? - Het college heeft het een en ander uit te leggen. Gaat ervan uit dat wordt gekozen voor datgene wat van belang is voor de mensen die zijn aangewezen op deze vorm van zorg en die op deze manier tussen de wal en het schip dreigen te belanden. - Dient motie M: "Huishoudelijke hulp" in. - Controleer, corrigeer en faciliteer! De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Citeert de brief van staatssecretaris Van Rijn: "De rechter bevestigt in 8

160 zijn uitspraak het grondbeginsel dat de gemeenten pas besluiten kunnen nemen over voorzieningen van maatschappelijke ondersteuning voor mensen nadat ze zorgvuldig onderzoek hebben gedaan naar de omstandigheden van deze personen. Dit grondbeginsel van een individuele afweging op basis van een zorgvuldig onderzoek naar de persoonlijke omstandigheden en in samenspraak met de betrokkenen is uitgevoerd, is in de nieuwe WMO nog steviger verankerd." Vindt het duidelijk dat niet kan worden geherindiceerd zonder persoonlijke informatie. Hoe gaat de gemeente om met het herindiceren zonder persoonlijke informatie? - Hoe worden de Wijkteams hierbij betrokken? In sommige wijken is nog geen Wijkteam. - Is er een overzicht van de klachten die er zijn? Mensen kunnen bij veel verschillende instanties klagen. Is duidelijk waar de klachten zijn? Zijn deze geïnventariseerd? De heer MULDER (OPA): - Kan zich grotendeels aansluiten bij het betoog van de heer Meijer. - Heeft ook zonder meldpunt veel contacten met cliënten en werkenden. - Er moet radicaal worden ingekrompen op wat mensen krijgen. Dat kunnen alleen de sociale Wijkteams goed regelen. Als een thuiszorginstelling iets doorgeeft aan een sociaal Wijkteam is niet duidelijk hoelang het gaat duren voordat er duidelijkheid komt. Als een aanbieder van mening is dat een cliënt urgent is, is de wethouder dan bereid te bevorderen dat een Wijkteam deze cliënt bovenaan de prioriteitenlijst plaatst? De heer HUIJDTS (D66): - Vindt alle vragen erg vroeg. Het nieuwe beleid is pas een week in uitvoering. Heeft de verzekering van de wethouder gekregen dat er met regelmaat rapportages komen. Is zeer verbaasd over deze interpellatie. De heer VAN WEGEN (BPA): - De vragen worden niet te vroeg gesteld. Ondersteunt het betoog van de heer Meijer. - Ziet ongelijkheid in Wijkteams in werkwijze en notatie. Ziet dat mensen niet met hun klachten ergens terechtkunnen. Nationaal wordt alles gelokaliseerd. Stelt voor op het stadhuis een lokale Ombudsman te zetten, zodat mensen bij een loket te woord kunnen gestaan. Komt er iemand op het stadhuis die mensen te woord staat? Mevrouw IMMING (wethouder): is het jaar van de werkelijkheid. Het gaat hier over raad en college, professionals en inwoners, wethouders en ambtenaren. Allen voelen de enorme verantwoordelijkheid voor deze grote verandering. Neemt haar werk als wethouder ontzettend serieus. Wil aanspreekbaar en benaderbaar zijn voor coalitie en oppositie, maar vooral voor de inwoners. Neemt de zorgen serieus op, pakt haar verantwoordelijkheid als bestuurder en probeert in samenspraak met de raad datgene te doen wat nodig is. Is blij dat signalen, misstanden en zorgen worden waargenomen. Gaat met alle signalen en zorgen aan de slag. Deze signalen helpen om de nieuwe verantwoordelijkheid en de nieuwe werkwijze goed in te regelen. Mag worden gezien als meldpunt. Velen maken daarvan gebruik op een goede en constructieve manier. Haar mailbox leent zich voor de casuïstiek en de individuele gevallen die aandacht behoeven. Ontvangt via haar telefoon signalen die raadsleden, als volksvertegenwoordiging, uit de stad ophalen. Is in haar kantoor in de 9

161 gelegenheid, met respect voor de privacy van individuele cliënten, te kijken wat er nodig is. Heeft mensen een steuntje in de rug kunnen geven waar het echt nodig was. Heeft meer duidelijkheid kunnen geven of wellicht een oplossing kunnen aanreiken, zodat mensen niet tussen wal en schip raken, maar met aandacht weer op de kant. - Gaat het openbare debat niet uit de weg. Kan worden aangesproken als de uitvoering van het beleid niet conform de afspraak is of als het om de door de raad vastgestelde kaders gaat. Dit kan met schriftelijke vragen, in de Rondes, in het afgesproken Rondetafelgesprek of in een interpellatie. - Had de antwoorden graag gegeven in een setting waarin de raad zijn rol kan pakken en zij zou kunnen melden wat de huidige stand van zaken is. Vraagt de raad na te denken over de manier waarop zorgen en signalen worden meegegeven en de manier waarop het debat zou moeten worden gevoerd, passend bij het probleem en de oplossing. Vindt het belangrijk dat wat wordt uitgewisseld, daadwerkelijk iets kan doen om de ingewikkelde verandering zo in te regelen dat deze wordt zoals dat is afgesproken. - Benadrukt dat iedere cliënt die huishoudelijke hulp heeft, deze behoudt. Er is geen sprake van afbraak of wegnemen van zorg. Met alle aanbieders is afgesproken dat de zorg wordt geleverd zolang er geen ondersteuningsplan is opgesteld. Onderschrijft wat de staatssecretaris daarover heeft gecommuniceerd. Een zorgvuldig gesprek met cliënten over wat nodig is, is absoluut onderdeel van de afspraken die met de aanbieders zijn gemaakt. - Gaat over tot de beantwoording van de vragen. 1. In november 2014 is uitgebreid gesproken met alle aanbieders. Daarbij is besproken wat moet worden gedaan voor het vaststellen van 2600 ondersteuningsplannen. Dat is een enorme opgave die past bij de totale opgave. De contracten zijn op 1 december 2014 ter ondertekening aangeboden aan de aanbieders na individuele contractgesprekken en nadat de afspraken over de zogenaamde respijtregeling zijn gecommuniceerd met die zorgaanbieders. Afgesproken is dat de ondersteuningsplannen tot 30 januari 2015 met cliënten kunnen worden opgesteld. Heeft inmiddels signalen dat dit een onmogelijke opgave is. Heeft de zorgaanbieders aangeboden ook periode 2 te mogen gebruiken om alle ondersteuningsplannen te kunnen opstellen. 2. In november 2014 zijn de gesprekken gevoerd en is besproken of dit haalbaar zou zijn. De zorgaanbieders zijn daarover op 26 november 2014 geïnformeerd. Al hun vragen daarover zijn beantwoord. De respijtregeling was een onderdeel daarvan, in ieder geval voor periode 1. Verwacht dat alle aanbieders met periode 2 erbij, in staat zijn de ondersteuningsplannen te kunnen leveren. Als een zorgaanbieder aangeeft dat dit problemen oplevert, wordt besproken wat er nodig is om te zorgen dat het lukt. 3. Heeft in de individuele gesprekken met alle aanbieders gesproken over hoe de werkwijze eruit moet zien. Deze is later schriftelijk aan alle aanbieders bevestigd. Bij het versturen van de besluiten op 11 december 2014 is dit opnieuw gemeld aan de zorgaanbieders. Alle aanbieders blijven hetzelfde aantal geleverde uren doorleveren in 2015 zolang er geen ondersteuningsplan is. 4. Het model van het ondersteuningsplan is toegevoegd aan het raamcontract. Een aantal aspecten moet altijd terugkomen: de persoonlijke gegevens, de beschrijving van de situatie en het probleem, kaders op basis van toeleiding door het Wijkteam, het afgesproken resultaat, de ondersteuningsafspraken en de datum 10

162 voor evaluatie en actualisatie van het ondersteuningsplan. 5. De signalen die worden ontvangen zijn leidend. Heeft een overleg gepland met alle zorgaanbieders. In de monitoring van de cliënttevredenheid moet worden gekeken hoe de ondersteuningsplannen zijn opgesteld. 6. In de raamovereenkomst zijn sancties opgenomen als blijkt dat een zorgaanbieder de afspraken niet nakomt rond het opstellen van de ondersteuningsplannen. Dat start met een eenmalige aanmaning en het opschorten in het toewijzen van nieuwe cliënten. Vervolgens kan een boete van ,00 worden opgelegd wegens het niet, niet tijdig of niet volledig nakomen van de verplichting. In het ergste geval wordt overgegaan tot ontbinding van de overeenkomst. 7. Het is bekend dat zorgaanbieders ondersteuningsplannen gebruiken met andere accenten. Alle genoemde elementen moeten worden opgenomen. Als eventuele accenten van belang zijn voor de betreffende organisatie, is dat akkoord. 8. Heeft de kaders voor huishoudelijke hulp 1 en 2 duidelijk vastgelegd in het contract. Is niet bevreesd dat per zorgaanbieder uiteenlopende soorten hulp wordt aangeboden. 9. Wil meer informatie over dit specifieke geval. Herkent niet wat is opgeschreven. Neemt er graag kennis van als dit is gebeurd. Dit is niet de manier waarop het is afgesproken. Gaat het om één cliënt of een hele groep? 10. Gaat cliënten niet compenseren voor de tijd die wordt gebruikt voor het ondersteuningsplan. 11. Cliënten kunnen bezwaar maken tegen het besluit waarin hen al dan niet huishoudelijke hulp is toegekend. Deze bezwaarschriften worden afgewikkeld conform de wet- en regelgeving zoals deze zijn opgenomen in de WMO 2015, de verordening en de nadere regels. Overeenkomstig het besluit wordt niet het aantal uren huishoudelijke hulp opgenomen waarop iemand recht heeft. De wijze van ondersteuning en het aantal uren huishoudelijke hulp worden door de zorgaanbieder in overleg met de cliënt afgesproken. Dit wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan. Als cliënt en zorgaanbieder het niet eens zijn over de inhoud van het ondersteuningsplan moeten zij het plan samen evalueren en samen kijken naar een oplossing. Als een cliënt ontevreden blijft over het ondersteuningsplan, kan het Wijkteam worden ingeschakeld. Als dit niet tot een oplossing leidt, kan de cliënt een klacht indienen bij de zorgaanbieder. Ten slotte is er nog een mogelijkheid de klacht in te dienen over de dienstverlening conform de gemeentelijke Klachtenprocedure. Er is voldoende ingeregeld om te zorgen dat mensen alle soorten van klachten en bezwaren op verschillende plekken kunnen neerleggen. 12. Heeft die bezwaarschriften niet ontvangen. - Ten aanzien van de Wijkteams is toegezegd dat er op 1 januari 2015 een stadsbrede dekking is. Iedere inwoner van Amersfoort kan bij een Wijkteam terecht. Bijvoorbeeld Hoogland en Kattenbroek hebben één Wijkteam. - De opmerking over de meldpunten is ingewikkeld. Hoopt dat zij hierin meer inzicht heeft gegeven in haar inleidende woorden. De klachten moeten worden neergelegd op de plek waar er iets mee kan worden gedaan. - Vindt het lastig een specifieke vraag uit het betoog van de heer Mulder te destilleren. 11

163 De heer MULDER (OPA): - Instellingen moeten ingrijpend ingrijpen en hebben geen vertrouwen dat interventie van het Wijkteam snel genoeg gebeurt. Als een instelling iets zo urgent vindt dat het meteen moet gebeuren, kan het Wijkteam dat dan doen? Mevrouw IMMING (wethouder): - De thuiszorgmedewerker legt een melding neer bij het Wijkteam. Het is op dit moment heel druk bij de verschillende Wijkteams. Als er urgente gevallen zijn die onmiddellijk aandacht behoeven, moet daarop worden geacteerd. Dat hoeft niet per se bij het Wijkteam te zijn. Er kan ook naar andere oplossingen worden gekeken om te zorgen dat het lukt. Vindt het moeilijk om te reageren op een casuïstiek die niet volledig wordt uitgelegd. De heer MEIJER (SP): - De wethouder geeft een zekere persoonlijke draai aan het verhaal. Zij doet "verschrikkelijk haar best en zit er bovenop". - Deze dingen zijn uitsluitend inhoudelijk. Het gaat om mensen. Wil antwoorden hebben waar die mensen enig perspectief aan overhouden. - De zaken gaan niet zoals ze waren voorgesteld. Mensen worden benadeeld als wij wachten. Dat betekent dat er allemaal voldongen feiten optreden. Een grote groep mensen krijgt een soort indicatie die niet met hun instemming en zeker niet in samenspraak met hen tot stand is gekomen. Kan dat niet aanvaarden. Dat moet aan de orde worden gesteld, zodra dit wordt geconstateerd. Er moet corrigerend worden opgetreden. Zowel thuiszorgmedewerkers als cliënten geven aan dat dit een gangbare praktijk is. De wethouder brengt daarin geen wezenlijke veranderingen aan. Dit is het moment om daaraan wel iets te veranderen. - De termijn is opgerekt. Die verbetering moet niet alleen leiden tot een administratieve afhandeling, maar ook tot iets wat voldoende inhoudelijk verantwoord is. Niet zozeer periode 2 is maatgevend, maar de kwaliteit van de ondersteuningsplannen. Duidelijk moet zijn dat dit in samenspraak met de cliënt is gebeurd. In het kaderdocument is vastgesteld dat "we niemand laten vallen". Vraagt die garantie in motie M: "Huishoudelijke hulp". Het gaat om de kwaliteit. Gecontroleerd moet worden wat tot dusver is gebeurd. Waar het niet goed is gegaan, moet worden ingegrepen. Mevrouw IMMING (wethouder): - Motie M: "Huishoudelijke hulp": Doet wat moet worden gedaan. Is heel erg bezig met aanbieders te kijken hoe het kan worden gedaan op een kwalitatief hoogwaardige manier die past bij de ambities. Wil niet nu al alles controleren en dichtmetselen. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemming. Motie M, ingediend door SP: Huishoudelijke hulp Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - ChristenUnie krijgt ook meldingen. De landelijke Tweede Kamerfractie heeft ook een meldpunt. Heeft geen verontrustende signalen. Neemt het gelijk op met de wethouder als iets moet worden veranderd. Heeft vertrouwen dat het goed gaat. Stemt tegen de motie. De heer VAN WEGEN (BPA): 12

164 - Heeft vertrouwen dat het in de toekomst goed gaat. Stemt voor de motie. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Heeft geen ernstige signalen. Volgens de heer Meijer zijn deze er wel. De wethouder geeft aan hiervan geen kennis te hebben. Kiest voor zekerheid. Stemt voor de motie. Wil het niet dichtmetselen. De heer PRINS (GroenLinks): - Vindt het antwoord van de wethouder afdoende. Stemt tegen de motie. De heer MULDER (OPA): - Is tevreden met het antwoord van de wethouder. De motie doet niet meer dan het college oproepen tot iets, waarvan de wethouder zegt dat ze dat wil doen. Stemt voor de motie. De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - Stemt tegen de motie. De feiten en omstandigheden waarover de heer Meijer spreekt zijn niet bekend. De raad heeft nadrukkelijk uitgesproken niet te reageren op wilde gebaren en roddel en achterklap. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van SP, CDA, OPA en BPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, Christen- Unie, PvdA, GroenLinks en Amersfoort2014. Motie M wordt verworpen met 10 stemmen voor en 26 stemmen tegen. 1c. Interpellatieverzoek Amersfoort2014: aanleiding tot preventief financieel toezicht De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Ontving op 2 december 2014 een bericht van de provincie met het voornemen om de gemeente onder verscherpt toezicht te zetten. Bij die brief is ook informatie gegeven over de verschillende vormen van toezicht: "de preventieve toezichtvorm zal normaal gesproken voor de gemeenteraad nooit zomaar uit de lucht komen vallen". Op 16 december jl. is de gedeputeerde, de heer Van Lunteren, geweest. Er is een vraag over gesteld. Verschillende fracties waren erdoor overvallen. Volgens de gedeputeerde is de gemeente ambtelijk al veel eerder gewaarschuwd. 1. a. Is in de afgelopen maanden het contact tussen de gemeenteambtenaren en de provincieambtenaren in een goede sfeer verlopen? b. Hebben de ambtenaren van de gemeente Amersfoort de wethouder, na elk ambtelijk overleg, tijdig en goed geïnformeerd over het standpunt van de ambtenaren van de provincie? c. Zijn de signalen vanuit de provincie over het voornemen van de provincie dat er verscherpt toezicht dreigde aan te komen direct door de ambtenaren aan de wethouder doorgespeeld? 2. Op welke datum is de wethouder van Financiën voor het eerst door zijn ambtenaren ingelicht over de dreiging van verscherpt toezicht door de provincie Utrecht? 3. a. Heeft de wethouder op dat moment (zie antwoord op vraag 2) direct de gemeenteraad ingelicht? Zo nee, waarom niet? b. Zo ja: wanneer en op welke wijze is dat gebeurd? c. Is de volgende stelling juist: De gemeenteraad van Amersfoort had eerder ingelicht moeten worden over het dreigende verscherpt toezicht. 4. Volgens de schriftelijke informatie van de provincie en volgens de uit- 13

165 spraken van de gedeputeerde op 16 december jl. kan een gemeenteraad nooit overvallen worden door een dreigend besluit van de provincie om het toezicht te verscherpen. Uit reacties vanuit de Amersfoortse politiek blijkt dat een groot aantal fracties wel degelijk verrast was door het besluit van de provincie. Hoe verklaart de wethouder deze discrepantie? 5. Tijdens de begrotingsbehandeling in 2014 zijn door verschillende fracties veel kritische vragen gesteld over de financiële situatie: over de reserves, de schulden. In zijn algemeenheid kreeg de raad daar geruststellende antwoorden op van het ambtelijk apparaat en de wethouder: "het viel allemaal wel mee; het was allemaal niet zo erg; we doen het op onze eigen manier; we hebben de VNG-toets niet nodig". Was dat beeld achteraf niet te rooskleurig? Is de volgende stelling juist: Met de kennis van nu zijn deze antwoorden destijds niet altijd adequaat geweest waardoor de gemeenteraad een onjuist beeld heeft gekregen van de financiële staat van de stad. 6. Wij nemen aan dat de wethouder in de afgelopen weken met de bestuurlijke en financiële ambtelijke top de ontstane situatie uitvoerig heeft geëvalueerd. Wat zijn de hoofdzaken en eindconclusies van deze evaluatie? 7. Welke leerpunten en verbeterpunten heeft het college hieruit getrokken? Wat betekent dat voor de toekomst? De heer PRINS (GroenLinks): 8. Op 9 december 2014 is besloten tot het verlenen van een grote financiële bijdrage aan GymXL. Is de wethouder van mening dat vanaf 2 december jl., vanwege de dreiging van preventief toezicht, voorgenomen grote uitgaven heroverwogen hadden moeten worden? Getuigt het verlenen van de grote financiële bijdrage aan GymXL, nadat de wethouder wist dat preventief toezicht eraan zat te komen van deugdelijk financieel en solide bestuur? 9. Gedeputeerde Van Lunteren heeft op 16 december 2014 aangegeven dat het op dat moment te laat was om een herstelbegroting voor 2015 bij de provincie in te dienen. Had volgens de wethouder preventief toezicht afgewend kunnen worden als het college sneller had gehandeld vanaf het moment dat bekend werd dat preventief toezicht dreigde door voor half december 2014 een herstelbegroting aan de raad ter besluitvorming voor te leggen? De heer VAN KONINGSVELD (CDA): 10. Voor het Eemhuis hadden de ambtenaren de neiging zaken intern op te lossen. Is van mening dat, als het Eemhuis 3 miljoen te duur was geweest, de raad dit niet had geweten. Aan de hand daarvan zijn diverse processen doorgevoerd om dit te verbeteren en meer transparant te werk te gaan. Uit gesprekken met de provincie blijkt dat de begroting 2014 ook een flinke gele kaart was. Wat is gedaan met de lessen die van het Eemhuis zijn geleerd? Heeft het ambtelijk apparaat in de ogen van de wethouder in dit geval een te dominante rol? - Wil niet door iets dergelijks worden verrast. De heer BUIJTELAAR (wethouder): - De provincie heeft de wettelijke taak jaarlijks het financieel toezicht te houden op alle gemeenten. Daarbij wordt gekeken of de begroting en het meerjarig financieel perspectief op orde zijn. Op basis daarvan stelt de provincie het toezichtregime vast dat voor het aankomende begrotingsjaar van toepassing is. Dit kunnen zijn: het repressieve toezicht, het preventieve toezicht en het toezicht op basis van artikel 12 14

166 van de Financiële-verhoudingswet. Formeel geeft de provincie invulling aan haar toezichthoudende rol nadat de gemeenteraad de begroting heeft vastgesteld. In de praktijk zijn er al eerder gesprekken gevoerd. Dat doet de provincie ook met andere gemeenten. - Overlegt veelvuldig met de provincie, wat past in de aard van de relatie die wordt nagestreefd op basis van een gemeenschappelijk belang te komen tot solide financiële keuzes. Doorgaans gaat dit om vijf à zes ambtelijke gesprekken per jaar waarin de gemeente een toelichting geeft bij de Jaarrekening van het jaar voorafgaand en bij de bestemming van het Jaarrekeningresultaat, maar ook bij de Kadernota en de eerste contouren van de begroting. De gesprekken worden door het jaar gevoerd zodat de provincie al een beeld heeft van de financiële ontwikkelingen. De vraag die hierbij aan de orde is, is of er sprake is van een solide begroting. Op de achtergrond ligt altijd de vraag over de wijze van toezicht en of deze gepast is. - In 2014 zijn met de provincie acht ambtelijke gesprekken en twee bestuurlijke overleggen gevoerd in de periode tussen april en eind november. In die gesprekken is informatie uitgewisseld over onder andere de Jaarrekening 2013, de Kaderbrief en de gevolgen van de meicirculaire. In die gesprekken wordt vooral over financieel technische informatie ambtelijk gesproken. De eventuele punten ter bespreking of vaststelling worden voorgelegd voor de bestuurlijke gesprekken. - In de loop van die gesprekken is gezamenlijk vastgesteld dat er in het meerjarenbeeld een financiële opgave lag. Met de gegevens bij de start van de coalitie was al bekend dat er vanaf 2017 een financiële opgave aanwezig was. Na het verschijnen van de septembercirculaire en de herverdeling van de macrobudgetten is die opgave, na het opstellen van de begroting, fors groter geworden. - Naast dit gezamenlijke beeld, was er ook verschil van inzicht. Dat werd duidelijk op het moment dat de provincie, op 20 augustus 2014 tijdens een ambtelijk overleg, sprak over het zogenoemde "opschuivend perspectief". Daaronder wordt verstaan: ieder jaar opnieuw een meerjarenbegroting met uitsluitend het derde jaar weer in evenwicht. Of dat toepasbaar was op de Amersfoortse situatie is op ambtelijk niveau onderwerp van discussie geworden. Volgens de gemeente was van een dergelijk "opschuivend perspectief" pas sprake indien het laatste jaar van de meerjarenbegroting sluitend is en de eerste drie jaren niet. In Amersfoort is het eerste jaar sluitend, waardoor er geen sprake was van de definitie van "opschuivend perspectief" en daarmee geen grond voor preventief toezicht. Deze kwestie is bij het ministerie van Binnenlandse Zaken voorgelegd. Daar heeft men ambtelijk meegedeeld de zienswijze van Amersfoort te delen. - Op 25 september 2014 vond een eerste bestuurlijk overleg plaats. Heeft in dit overleg aangegeven wat de inzet van dit college, deze coalitie, op financieel vlak is en dat er commitment was voor de kerntakendiscussie en dat de uitkomsten daarvan worden meegenomen in de opgave voor de meerjarenbegroting. Heeft ook aangegeven welke maatregelen tot nu toe waren genomen. Heeft aangegeven dat ten opzichte van vorig jaar de grootste risico's op het gebied van de grondexploitaties sterk zijn verminderd; dat er een voorziening is getroffen voor Vathorst en dat in de begroting 2015 en verder de risico's met betrekking tot Podium, Trapezium en het maatschappelijk vastgoed zijn afgedekt. Heeft aangegeven dat de stelposten zijn geschrapt en dat de Zomerrapportage een batig saldo van 7 miljoen bruto liet zien. Ook is gesproken over de risico's van het Sociaal Domein, waarbij is aangegeven dat heel Nederland hiermee bezig is. De te hanteren definitie 15

167 voor het opschuivend perspectief is in dat overleg niet meer aan de orde geweest. - Tijdens het bestuurlijk overleg blijkt wel dat er verschillen van inzicht bestaan over de cijfers van In dit overleg wordt besloten onderling, op ambtelijk niveau, helderheid te verschaffen voordat bestuurlijk verder wordt gesproken. Vanaf dat moment heeft de discussie met de provincie zich toegespitst op de jaarschijf De kwalitatieve beoordeling van de begroting is daarbij van ondergeschikt belang geweest. Wel zijn diverse zaken in de overleggen aan de orde geweest, waaronder de weerstandsratio en de schuldpositie. - Daaropvolgende inhoudelijke ambtelijke gesprekken over het structureel en reëel in evenwicht zijn. Er worden vragen gesteld en informatie uitgewisseld om inzicht te krijgen in de interpretatie en de verschillen in de cijfers en de saldi. In de diverse door de provincie verstrekte overzichten is te zien dat het structureel begrotingssaldo steeds anders wordt weergegeven. - Heeft zich in de wekelijkse stafoverleggen van financiën laten informeren, maar ook daarbuiten via de mail. Heeft zich laten informeren over de voortgang van de ambtelijke gesprekken. Heeft, gelet op het verloop daarvan, in de tweede helft van oktober de directie verzocht deel te nemen aan deze overleggen. Daarna is, los van de reguliere ambtelijke overleggen over de begroting, ook op directieniveau overleg geweest tussen de gemeente en de provincie. - Tijdens het tweede bestuurlijke overleg, op 31 oktober 2014, is gesproken over het doel van het overleg om tot overeenstemming te komen van de interpretatie van de cijfers en de saldi. In dat overleg blijkt dat er nog steeds volop verschillen zijn in de interpretatie en wordt afgesproken op ambtelijk niveau de cijfers opnieuw te bespreken. De discussie bleek hardnekkig. Heeft daarom, daags na dit overleg, besloten de raad te informeren dat nog met de provincie werd overlegd (raadsinformatiebrief van 3 oktober 2014). Sprak in deze raadsinformatiebrief over de eigen analyse in de begroting en de afboekingen in de sfeer van de grondexploitaties en dat de risico's op het gebied van het vastgoed toenemen. Citeert: "Dat we nog met de provincie in overleg zijn over de vraag of er in hun ogen daadwerkelijk sprake is van een reëel en structureel sluitende voor begroting Onze eigen analyse hebben wij voor u uiteengezet in de begrotingsstukken. Of de provincie deze analyse volledig zal delen, moet nog worden afgewacht." Hierover is tijdens het begrotingsdebat in de raad nog gesproken. Op het moment van deze raadsinformatiebrief was nog niet duidelijk of een meer richtinggevend besluit werd verlangd. Drie ambtelijke overleggen in november leidden vervolgens niet tot uitsluitsel. - Heeft de raad per collegebericht geïnformeerd, nadat hij het bericht ontving van de gedeputeerde over een voorgenomen besluit tot preventief toezicht. Op 2 december 2014 heeft de provincie de raad het voornemen per brief kenbaar gemaakt en haar onderbouwing meegegeven. De onderbouwing is tijdens de hoorzitting van 16 december jl. nader toegelicht. - Bij brief van 18 december 2014 is het voornemen tot preventief toezicht omgezet in een besluit hieromtrent. - Gaat over tot beantwoording van de vragen. 1. a. Zoals iedere beroepsgroep, kent ook deze beroepsgroep zijn eigen mores: het gaat over de financiële techniek; het zijn professionals; het zijn deskundigen. De sfeer was professioneel. Dat geldt ook voor het overleg op wat daarna heeft plaatsgevonden op management- en directieniveau. 16

168 b. Is zeker geïnformeerd. Hij heeft een wekelijkse staf financiën. De voortgang is daarin als agendapunt steeds behandeld. c. Er vindt overleg plaats onder de vlag van de rol van de provincie als toezichthouder. De aard van het toezicht is een continu onderdeel van de terugkoppeling aan hem als wethouder. 2. De datum van inlichting van de dreiging van verscherpt toezicht: Er was een verschil van inzicht. Dat bleek duidelijk toen de provincie tijdens een ambtelijk overleg op 20 augustus 2014 sprak over dat opschuivend perspectief. Eind september is een eerste bestuurlijk overleg gehouden. Stelde eind oktober vast dat, tijdens het tweede bestuurlijke overleg, de discussie over de interpretatie hardnekkig is. Besloot de raad te informeren. 3. Is voortdurend met de provincie in gesprek geweest. Deze gesprekken hebben lang het karakter gehad van een financiële uitwisseling van gegevens en interpretatie van regels. De signalen vanuit het tweede bestuurlijk overleg van 31 oktober jl. zijn de aanleiding geweest om de raad direct, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling, te informeren. 4. Wijst op het zojuist geschetste proces en raadsinformatiebrief waarin is gemeld dat nog met de provincie werd overlegd over de vraag of er in hun ogen daadwerkelijk sprake is van een reële en sluitende begroting voor 2015 en dat nog moest worden afgewacht of de provincie de analyses zou delen. 5. Heeft geprobeerd een overzicht te geven van het procesmatige verloop met de provincie en het moment waarop de raad is ingelicht. Deelt de stelling niet dat het met een sussend woord is afgedaan De discussie heeft zich lange tijd toegespitst op de verduidelijking van hoe zaken moesten worden geïnterpreteerd. Ook nu is er verduidelijking nodig. Hoe wordt invulling gegeven aan het preventief toezicht? Hoe gaat dat in de praktijk? Hoe moet vorm en inhoud worden gegeven aan het herstelplan? Het college heeft besloten aandacht te geven aan deze vraagstukken om de stad daarmee weer goed te kunnen besturen. Dat vergt veel tijd en aandacht. Er is nog geen evaluatie geweest. Informeert de raad zodra de evaluatie heeft plaatsgevonden. 8. Voor GymXL lag er een huisvestingsopgave naar aanleiding van het handhavingsverzoek met betrekking tot de Van Bekkumhal in Hooglanderveen. De raad is hierover geïnformeerd. Door middel van een locatiezoektocht is geprobeerd het ontstane probleem op te lossen. Op 2 december 2014 is dit voorstel in de raad behandeld. De raad is op dezelfde dag geïnformeerd over een voorgenomen besluit. Op dat moment was nog niet duidelijk in welke mate en op welke manier dit geëffectueerd zou worden. Op 9 december 2014 heeft de raad, met uitzondering van GroenLinks, ingestemd met het raadsvoorstel voor GymXL. Dat besluit is genomen met medeneming van de gezamenlijke kennis, namelijk de brief van de provincie aan de raad en het college van 2 december Er is ook ingestemd met het voorstel voor het fietsparkeren; in financiële zin een veel grotere opgave. 9. De reactie van de gedeputeerde tijdens de hoorzitting van 16 december 2014 was: "we gaan niet voor een vluggertje". Op 2 december 2014 was de onderbouwing van het voornemen nog onvoldoende duidelijk. Tijdens de hoorzitting is het een en ander meegegeven. De brief van 18 december 2014 is daaroverheen gekomen. Deze gaf een samenvatting van het bestuurlijke overleg. De raad heeft een verslag ontvangen. Vandaag heeft de raad een brief ontvangen over het vervolg van het preventief toezicht. Uit de laatste kan worden geconcludeerd dat, ook als op dat moment tot een herstelbegroting kon worden gekomen, de eisen die daaraan worden gesteld onvoldoende duidelijk waren. Het is de vraag of dat in die tussenliggende tijd gelukt was. Geeft aan dat dat 17

169 niet was gelukt. 10. De situatie van het Eemhuis is anders dan de situatie zoals die zich nu heeft voorgedaan. Bij het Eemhuis speelde met name de vraag of er intern voldoende informatie-uitwisseling was en of de informatie voldoende was gedeeld met het college. Toen er sprake was van een kanteling in het proces, een hardnekkigheid in de interpretatieverschillen, na het tweede bestuurlijke overleg is er continue uitwisseling geweest tussen de ambtenaren en hemzelf als wethouder van Financiën. Vanaf dat moment is ook het college betrokken en is de directie gevraagd zich in dat verband te mengen. Daags na het tweede bestuurlijke overleg is de raad geïnformeerd middels de raadsinformatiebrief waaruit zojuist is geciteerd. De lessen over het delen en transparant maken van informatie zijn niet kwijt en zijn toegepast. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Dankt de wethouder voor het uitgebreide antwoord. - Is niet verrast door de antwoorden. Mist enige reflectie van de wethouder of het college. Er wordt gesproken over een professionele opstelling van de ambtenaren. Ze hebben professioneel met elkaar vergaderd. De wethouder geeft aan dat er in dit proces steeds conflicten en verschillen van mening zijn geweest tussen de provincie en de gemeente. Dat duidt op iets. Als daarmee professioneel was omgegaan, dan had de commissie Begroting & Verantwoording veel eerder op de hoogte moeten zijn van die conflicten. Doelt daarmee niet op eind oktober, maar op het voorjaar of de zomer, maar zeker na 25 september na het bestuurlijk overleg waarin werd geconstateerd dat ambtelijk weer veel moest worden uitgezocht omdat er al die tijd een conflict is geweest. Vindt dat de raad te laat is geïnformeerd. De signalen vanuit de provincie zijn niet goed ingeschat. De commissie Begroting & Verantwoording is de plek waarin dit soort signalen naar de gemeenteraad moeten toekomen. Dan had er eerder iets kunnen worden ondernomen. - Is ook verbaasd dat het proces nog niet is geëvalueerd. Kan zich niet voorstellen dat intern niet is gesproken over hoe dit zo heeft kunnen gebeuren en waarom de raad zich toch overvallen voelt. - Is niet blij met de antwoorden. Zal zich beraden en met andere partijen overleggen wat het vervolg hierop moet zijn. De heer PRINS (GroenLinks): - Het lijkt erop dat Amersfoort koppig is geweest. - Is niet tevreden over het antwoord op vraag 8. De wethouder legt het bij de raad. "De raad heeft besloten die uitgave voor GymXL te doen en ook voor de fietskelder". Wat vindt de wethouder daar zelf van? 2. Initiatiefvoorstel van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, Amersfoort2014: "Op weg naar financieel evenwicht" ( ) Dit agendapunt is tot nader order verdaagd. 3. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Euterpeplein 1 e.o. ( ) Dit agendapunt is tot nader order verdaagd. 4. Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, hoofdstuk 4, afdeling 3: Bomen ( ) Dit agendapunt is tot nader order verdaagd. 18

170 5. Reconstructie aansluiting Hertenkop (tussen A28 en projectgrens Kersenbaan): investeringskrediet ( ) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel. 6. Vaststellen verslagen en besluitenlijsten november en december 2014 ( ) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel. 9. Motie M: Visievorming en kerntakendiscussie De heer AGHINA (CDA): - De provincie heeft Amersfoort een financieel stopsein gegeven. De raad is zo verstandig de kerntakendiscussie op te pakken in de hoop dat hiermee de financiële middelen kunnen worden gevonden waarmee een sluitende begroting kan worden opgebouwd en we daarmee groen licht krijgen van de provincie. Hoopt vanaf maart met deze kerndiscussie te starten. Gekeken wordt naar een aanpak waarin zoveel mogelijk partijen zich kunnen vinden; een aanpak die de hele raad enthousiast moet kunnen volgen. - De enige logische volgende stap is tot de start van de kerntakendiscussie alle beleidsvernieuwing op een laag pitje zetten. Het al gedane beleidswerk is niet voor niets. De kwaliteit moeten in deze crisissituatie boven snelheid gaan. Waar beleidsvernieuwing nodig is, moet deze doorgaan. Alle andere vernieuwing moet op een laag pitje worden gezet, zodat alle partijen met hun handen vrij de kerntakendiscussie raadsbreed kunnen voeren. Hiermee wordt niet het risico van dubbel of tegengesteld werk gelopen. Er worden geen besluiten genomen waarop in de kerntakendiscussie moet worden teruggekomen. De inwoners hebben recht op een goed voorbereide kerntakendiscussie. De gevolgen ervan kunnen groot zijn. Kies voor een geloofwaardig voortraject dat past bij de urgentie van de situatie. - De noodzaak tot beleidsluwte is door uitstel van het initiatiefvoorstel toegenomen. De datum van de provincie over het preventief financieel toezicht is niet opgeschoven, terwijl de tijd voor de kerntakendiscussie minder is geworden. In het voortraject is een beleidsstop nodig. - De gemeente krijgt tijd van de provincie om de begroting op orde te krijgen. Soms is even geen beleid maken het beste beleid. Dient motie M: "Visievorming en kerntakendiscussie" in. Mevrouw HOUWING (wethouder): - Het doel van de motie is alles op de kerntakendiscussie te richten. Deelt het belang en de prioriteit van de kerntakendiscussie. De kerntakendiscussie maakt onderdeel uit van het initiatiefvoorstel: "Op weg naar financieel evenwicht". De raad besluit wanneer dit proces inhoudelijk en procesmatig wordt besproken. Omdat het initiatiefvoorstel is verdaagd, lag het voor de hand dat deze motie zou worden uitgesteld. De heer VAN WEGEN (BPA): - Is enthousiast over de kerntakendiscussie. Wil eerst de inhoud van de financiële portemonnee kennen voor de begroting 2015 en de meerjarenbegroting. Ziet de kerntakendiscussie graag even opgeschort. 19

171 De heer MULDER (OPA): - De motie is sympathiek en beoogt geen luchtkastelen te bouwen voor de Amersfoortse bevolking. Stemt tegen de motie. De kerntakendiscussie is niet geschikt om de financiële problemen op te lossen. Er moet eerst een bezuinigingsdiscussie worden gevoerd. Daarbij moeten ook zaken als de westelijke ontsluiting aan de orde worden gesteld. De heer MEIJER (SP): - Is verbaasd over de reactie van de wethouder die geen opvatting geeft over dit voorstel. De heer Aghina rubriceert niet welke visiestukken moeten worden gestopt en brengt daarmee een grote shut down teweeg. Ziet de kerntakendiscussie met angst en beven tegemoet. Als de discussie wordt aangegaan moet er een visie zijn op de dingen die worden gedaan. Stemt tegen de motie. De heer PRINS (GroenLinks): - Kon niet geloven dat de motie waar was. Het CDA vraagt allen op te houden met nadenken. Stemt tegen de motie. De raad moet doorgaan met nadenken en een visie vormen over wat hij met deze stad wil. Nieuw beleid kan ook heel veel opleveren. De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - De motie is sympathiek. Begrijpt de achtergrond. De motie is onvoldoende specifiek. Beleid kan geld opleveren, neutraal zijn en geld kosten. Interessant is de vraag waar beleid in de komende periode, in combinatie met de kerntakendiscussie, geld kan opleveren. Wil zeker niet stoppen, maar doorgaan met nagaan op welke delen voortgang moet worden geboekt en waar een voorbehoud moet worden gemaakt met verdere stappen. Wil een precieze aanduiding van het proces dat wordt ingegaan. De heer BLAAUW (D66): - Als de provincie de gemeente onder toezicht stelt, betekent dat niet dat alles stil moet komen te liggen. Kan alleen al daarom niet voor de motie stemmen. De kerntakendiscussie moet serieus worden genomen en integraal worden bekeken. Hiervoor is ambtelijke ondersteuning nodig. De raad moet tijd hebben om ernaar te kijken. Betreurt het dat het CDA deze motie indient, terwijl het procesvoorstel is uitgesteld. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Als deze motie wordt aangenomen, hoeft daarna niet meer over de andere moties te worden gestemd. - Vroeg bij het bestuurlijk overleg aan de heer Van Lunteren: "als de gemeente een zorgvuldige kerntakendiscussie voert met inbreng van de bewoners en dat als een goed plan presenteert, betekent dat dan nog steeds dat de gemeente na één kwartaal van het preventief toezicht af is?" De heer Van Lunteren bevestigde dat. Helaas is er geen audioverslag en het staat niet in de notulen. Vandaag heeft de raad een brief van de provincie ontvangen waarin staat dat de kerntakendiscussie in februari 2015 moet zijn afgerond, omdat het preventief toezicht anders van kracht blijft. Wellicht zou de hele agenda moeten worden schoongeveegd en direct worden gestart om zo van het preventief toezicht af te komen. Is bang dat dat niet gaat lukken. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Is van mening dat alle partijen onlangs een advies hebben gegeven over de kerntakendiscussie. Vindt de gedachte van de motie sympa- 20

172 thiek. Het is onhaalbaar om te gaan rubriceren. Dat wordt een oeverloze discussie. Stemt tegen de motie. Onderschrijft de gedachte dat op de kerntakendiscussie moet worden geconcentreerd. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Er zijn nog steeds onduidelijkheden over het toegekende preventief toezicht. De brief van vandaag heeft er niet aan bijgedragen om dat op te helderen. De vermelding van de concrete maatregelen in een kort tijdsbestek heeft weer vragen opgeroepen. Het is nu de vraag of het voorstel dat met elkaar is gemaakt voldoende is. De kerntakendiscussie is iets anders dan bezuinigen. De druk op het aanleveren en realiseren van bezuinigingen is veel groter dan het voeren van een kerntakendiscussie. De motie is sympathiek. Als de kerntakendiscussie wordt opgeschoven, worden er nog langer geen besluiten genomen. De motie is voor meer uitleg vatbaar. Stemt tegen de motie. De heer AGHINA (CDA): - Wil de motie terugnemen en in De Ronde de beleidsvisies die kunnen worden aangehouden nader specificeren. De VOORZITTER: - Volgens de regels moet een ingediende motie in stemming worden gebracht. Vraagt de raad clementie om de motie niet in stemming te brengen. Stelt vast dat dit verzoek niet wordt gehonoreerd. - Gaat over tot de stemming. Motie M, ingediend door CDA: Visievorming en kerntakendiscussie Voor de motie stemmen de leden van de fractie van CDA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, OPA, BPA en Amersfoort2014. Motie M wordt verworpen met 4 stemmen voor en 32 stemmen tegen. 7. Motie M: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (versie 9 januari 2015) Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - Maken we nog samen de stad? De stad heeft behoefte aan een gedeelde visie over de rol van het groen in de stad. De oude nota: "Groenblauwe structuur" uit 2004 was in 2014 afgelopen. De Structuurvisie 2030 is op dit punt onvoldoende uitgewerkt om er beleid op te kunnen maken. In de afgelopen jaren zijn er vele uitdagingen en onderwerpen bijgekomen, zoals klimaatbestendigheid en stadslandbouw. - Indieners van deze motie hebben met de inwoners en ondersteund door ambtenaren een projectgroep opgericht. Deze projectgroep wil in een transparant proces de stad aan het woord laten over het groen, groenbeheer en groene inrichting. Daarbij zijn alle belangen relevant: de ecologische waarden, het belang van sporters en wandelaars, het belang van stadslandbouw en het belang van alle gebruikers in de openbare ruimte. De raad heeft hierbij een kader stellende en controlerende rol. - De motie is in december 2014 in De Ronde behandeld. De heer Mulder vond dat de in de projectgroep aanwezige raadsleden moesten oppassen met een uitvoerende rol. Heeft deze opmerking ter harte genomen. In deze motie komt een Klankbordgroep naar voren. De VVD gaf aan dat de raad uiteindelijk zelf een mening moet hebben over de 21

173 Groenvisie. De raad heeft het laatste woord over een visie die de gemeente wel of niet aanneemt. De PvdA vroeg zich af waarom de motie voorstelt het via het raadsbudget te laten lopen. Dat komt omdat dit een raadsproject is waardoor de raad over de inzet van het projectbudget gaat. De griffier wordt budgethouder en tekent voor de uitgaven. - Dit is het nieuwe samenwerken in de praktijk op visieniveau. - Dient, mede namens SP en D66, motie M: "Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort" in. De heer TIGELAAR (wethouder): - Het college ziet dit als een mooi initiatief, ook als het gaat om bestuurlijke vernieuwing. Het is om als raad samen met de inwoners dit proces vorm te geven. Het gevraagde budget en de ambtelijke capaciteit zijn toegezegd. Het is lastig aan te geven hoeveel budget en capaciteit nodig is. Hoopt dat dit mooie bouwstenen gaat opleveren voor een volgende Groenblauwe structuur en het Bomenbeleid. - Zal van harte deelnemen aan de bestuurlijke klankbordgroep. De heer MULDER (OPA): - Vindt het een sympathiek initiatief. Is blij dat zijn twijfels grotendeels zijn teruggekomen in de motie. Hecht aan de klankbordgroep en wil dat deze een intensieve rol krijgt. Wil dat de raadsleden in de groep die de Groenvisie gaan maken, zich terughoudend opstellen. Wil geen verdubbeling van rollen. Stemt voor de motie. De heer FLIKKEMA (VVD): - Is voorstander van dit initiatief. Wil er graag aan meewerken. - Heeft twijfels over het bedrag van ,00 waarvoor de griffier moet tekenen. Welke opdracht krijgt de griffier mee? De heer VAN WEGEN (BPA): - Vindt het een sympathieke motie. Er gaat nu het een en ander mis in de groenvoorziening. Waarvoor is het bedrag van ,00 nodig? De heer SMULDERS (PvdA): - Het is een logische keuze om hier verder te gaan, omdat de beleidsvisie Groenblauwe structuur afloopt. Steunt het idee en zal eraan meedoen. - Heeft vragen neergelegd over het bedrag van ,00. Er is een begroting gemaakt. Wil dat een kascontrole en een evaluatie worden gehouden. Mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA): - Vindt de motie sympathiek en is voorstander van de vernieuwende werking. Stemt tegen deze motie, vanwege de constructie van de raadsleden met de dubbele petten. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - Begrijpt dat de heer Mulder goed wil kunnen controleren of het goed gaat met de raadsleden in de projectgroepen en of zij voldoende afstand kunnen nemen. Het is goed dat hij zich heeft aangemeld voor de klankbordgroep. - Naar aanleiding van De Ronde is de begroting rondgestuurd. Het gaat zeker niet om de financiële ondersteuning van de vrijwilligers. Het kost heel veel tijd. Het geld dat wordt besteed, wordt niet uitgegeven aan de deelnemers van de projectgroep. - Begrijpt het probleem van mevrouw Noortman niet. De stad maakt de 22

174 inhoud van de visie. De raad stelt kaders en stelt de visie wel of niet vast. Er is een klankbordgroep ingericht. Het pettenprobleem is daarmee van tafel. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemming. Motie M, ingediend door GroenLinks, SP, D66: Ontwikkeling Groenvisie Amersfoort (versie 9 januari 2015) Voor de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, OPA en Amersfoort2014. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van CDA en BPA. Motie M wordt aangenomen met 31 stemmen voor en 5 stemmen tegen. 8./11. Motie M: Kiezen voor omgekeerd inzamelen/ Motie M: De mening van bewoners is geen afval De heer DASSEN (D66): - Op naar een afvalloos Amersfoort. Afval is grondstof. Waarom lukt het niet om meer te gaan recyclen? Alle faciliteiten lijken aanwezig. Er moet nu worden ingegrepen om de doelstellingen te halen. Wil nu een systeemkeuze maken. Er is voldoende onderzoek en ervaring opgedaan om de eerste stap te maken. De oplossing ligt in meer voorlichting en een mix van systemen. Wil de eerste stap maken en zich richten op het inzamelen van meer plastic en minder restafval. Voortaan worden alleen nog de grondstoffen bij de burgers opgehaald. Kiest voor het systeem omgekeerd inzamelen, waarbij het restafval naar ondergrondse containers moet worden gebracht, behalve waar dit niet doelmatig of mogelijk is. Hiermee gaat het serviceniveau voor bewoners die goed recyclen omhoog, omdat zij niet meer naar de plastic container hoeven te gaan. Recyclen wordt daarmee positief beloond. Voor mensen met een fysieke beperking wordt maatwerk gevraagd. - D66 wordt verweten niet te luisteren naar de bewoners en dit voorstel door te drukken. Dit geluid komt van de partijen die geen verantwoordelijkheid durven te nemen en daardoor beren op de weg gooien en vertragen. Als het aan hen ligt, wordt er niets gedaan en wordt erop gegokt dat de techniek het gaat redden. De indieners nemen hun verantwoordelijkheid voor een duurzame wereld en een afvalloos Amersfoort. - Vraagt het college een plan te maken voor het gefaseerd invoeren van omgekeerd inzamelen en van de vier voorgestelde pilots alleen de pilot omgekeerd inzamelen en de pilot met gft-inzameling in de binnenstad. Ziet graag eind 2015 het uitwerkingsplan met de tussentijdse resultaten van de pilot omgekeerd inzamelen tegemoet. - Dient, mede namens PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie, motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen" in. De heer MULDER (OPA): - Motie : "De mening van bewoners is geen afval" gaat niet in tegen motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". VVD en OPA zijn tegen omgekeerd inzamelen, wat er nu wel wordt doorgedrukt. 75% van de Amersfoorters is tegen, 10% is voor. - VVD en OPA willen wel degelijk verantwoordelijkheid nemen. Wil de confrontatie aan in de wijken en de discussie in de wijken voeren over wat het goede systeem is. De bewoners van Amersfoort moeten iets kunnen zeggen over iets wat hen dagelijks raakt en nog tientallen jaren 23

175 zal raken. Wil de mening van de bevolking peilen en het gesprek met de bevolking aangaan. Ondertussen kan de pilot met omgekeerd inzamelen worden gedaan, zodat de keuze van de raad aan het eind van het jaar kan worden bepaald. - Dient, mede namens VVD, motie M: "De mening van bewoners is geen afval" in. De heer TIGELAAR (wethouder): - Het scheidingspercentage moet fors omhoog om de doelstelling in 2020 te halen. Het is tijd voor actie. Heeft pilots voorgesteld. Motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen" roept het college op een aantal pilots te laten en te concentreren op de pilot omgekeerd inzamelen. Het college zal, als de motie wordt aangenomen, daaraan uitvoering geven en een uitwerkingsplan opstellen voor de verdere uitrol in de stad. Naast omgekeerd inzamelen zal in delen van de stad een vierde kliko nodig zijn. Zal de eerste ervaringen van de pilot bij het uitvoeringsplan betrekken. Ook als de pilot wordt uitgevoerd, moet zorgvuldig worden gecommuniceerd. Het systeem moet een behoorlijk aantal maanden draaien voor volledige evaluatieresultaten. In de motie wordt niet meer gesproken over PMD. Neemt aan dat het geen bezwaar is als ook metaal en drankkartons worden meegenomen. Is voornemens dat in het voorjaar al in te voeren voor de bestaande containers. Zal de raad daarover informeren. - Laat het oordeel over motie M: "De mening van bewoners is geen afval" aan de raad. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Heeft moeite met de manier waarop dit spel wordt gespeeld. - Op 15 juli 2014 zijn afspraken gemaakt over vier pilots. Neemt aan dat deze zijn voorbereid en dat er investeringen zijn gedaan. Wat is met die pilots gebeurd? Zijn er kosten gemaakt? Zijn er voorbereidingen gedaan? Is er in geïnvesteerd? Of is er niets gebeurd? - Heeft de mails over dit onderwerp met belangstelling gelezen. Citeert de heer Dassen: "Dat de dialoog met de stad onvoldoende is geweest, dat klopt. Maar meer dialoog gaat ons niet helpen om een betere systeemkeuze te kunnen maken." Zo wordt dus met de mensen omgegaan. De dialoog moet zich vooral richten op het "waarom?". De dialoog wordt pas aangegaan als de keuze is gemaakt. Kan zich daarin niet vinden. Kiest voor maatwerk. Stemt tegen motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". Stemt voor motie M: "De mening van bewoners is geen afval". De heer TIGELAAR (wethouder): - De raad heeft in december jl. gevraagd de pilots op te zetten. Er zijn geen concrete investeringen gedaan. Een deel van de voorbereiding kan worden gebruikt bij de pilot omgekeerd inzamelen, als de motie wordt aangenomen. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - Motie M: "De mening van bewoners is geen afval" stelt dat het reserveren van een aanpak voor een hoger serviceniveau voor de rijkste wijken niet verstandig is. Is het daarmee eens. In de overige ROVA-gemeenten geldt de vierde kliko alleen voor het buitengebied en niet voor de villawijk. Uitgangspunt is omgekeerd inzamelen en geen lappendeken van systemen. Er kan geen totale mix van systemen per buurt worden ingevoerd. Het milieurendement van een vierde kliko zonder Diftar is zeer beperkt en het is financieel niet houdbaar. 24

176 - In Arnhem was het draagvlak vooraf niet per se een goede graadmeter voor het draagvlak achteraf. Is het eens dat er heel goed moet worden gecommuniceerd. Er moet goed worden gekeken waar de containers komen. Wil het daarover hebben en niet over hoe het systeem wordt ingericht. - De heer Van Eijk heeft leiderschap getoond op dit onderwerp. Het college is nu erg terughoudend. Complimenteert de heer Dassen met het initiatief dat hij heeft genomen. Mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA): - Is voor een participatiemaatschappij. Wilde daarom de vier pilots doen om de inwoners van de stad te betrekken. - Maakt zich zorgen over de toegankelijkheid voor mensen met een fysieke beperking en de hygiëne om met restafval te gaan lopen. - Hoeveel containers zijn er nodig als inwoners maximaal 150 meter mogen lopen? - De heer Dassen heeft het over "gft"-afval. Is van mening dat voor het tuinafval ook 150 meter moet worden gelopen. - Heeft veel reacties van bewoners gehad die zich zorgen maken. Stemt tegen motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". - Stemt voor motie M: "De mening van bewoners is geen afval". De heer FLIKKEMA (VVD): - Motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen": Heeft veel reacties gekregen over deze motie en de manier waarop niet naar de stad wordt geluisterd. Is geen voorstander van het afschaffen van de vier pilots en daarmee het omgekeerd inzamelen door te drukken. De pilots staan klaar om te beginnen. Met dit besluit wordt dit werk tenietgedaan. Met omgekeerd inzamelen zal de doelstelling om in % afval te scheiden en in 2030 afvalloos te zijn, niet worden gehaald. Volgens de indieners wordt nu 53% afval gescheiden wat met het omgekeerd inzamelen 10-20% zal toenemen. Dit wordt dan 58-64%. In Arnhem wordt in sommige wijken 0% extra gehaald. Wat is de bedoeling van de indieners? Wordt er straks nog een systeem opgetuigd om de doelstellingen wel te halen? - Door de indieners wordt gesproken over het gescheiden ophalen van metaalafval. Wijst op de natuurkundige theorie van het magnetisme. - Heeft zorgen over de uitspraak van mevrouw Janssen in De Ronde: "Mijnheer Dassen, u gebruikt nu het woord pilot. Het woord pilot betekent dat we alsnog iets heel anders kunnen gaan doen. Dat wil ik dus juist niet.". Willen de indieners hiermee iets optuigen, dit willen evalueren en ongeacht de uitkomst van de evaluatie toch het omgekeerd inzamelen doordrukken. Is deze uitspraak alleen van mevrouw Janssen of van alle indieners? - Deze motie draagt niets bij aan het behalen van de afvalambities. Wil een besluit nemen over de toekomst van de afvalinzameling, gebaseerd op een nauwkeurige evaluatie van de vier pilots, met als doel om in 2030 afvalloos te zijn. De heer VAN WEGEN (BPA): - Zowel OPA als VVD hebben duidelijk aangetoond en verteld waarom we het niet moeten doen. Steunt dat van harte. - Heeft met grote verbazing naar de heer Dassen geluisterd hoe met de burgers wordt omgegaan. Stemt tegen motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". Burgers zijn zeer belangrijk, ook in het voortraject en bij de besluitvorming. 25

177 De heer DASSEN (D66): - Als de gemeente nu niet in actie komt, worden de doelstellingen niet gehaald. Wil geen dingen doordrukken, maar is realistisch en wil verantwoordelijkheid nemen. - Tuinafval hoeft niet te worden weggebracht. Dat kan in de kliko worden gegooid. - De heer Flikkema kan niet tellen, want 53% plus 10 of 20% extra is 63 of 73%. - Een hoogleraar van de TU Delft gelooft zelf niet meer in de nascheidingsmachines die hij zelf heeft ontworpen. - Van de pilot met omgekeerd inzamelen komen tussentijdse resultaten en er komt een uitwerkingsplan. Deze moeten kritisch worden bekeken en matchen. Dan wordt het uitgerold over de hele stad. De heer MULDER (OPA): - In de overwegingen van motie M: "De mening van bewoners is geen afval" worden twijfels gesteld aan de stelligheid van conclusies van motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". De voorbeeldgemeenten zijn duurder dan Amersfoort. In Leusden en Soest wordt 50% meer plastic opgehaald dan in Amersfoort tegen lagere tarieven. Verschillende gemeenten komen terug op omgekeerd inzamelen. Wil het gesprek met de burgers voeren. Het gaat niet om uitstel. Het invoeren van een vierdeklikosysteem kan voor het zomerreces worden gedaan. Het gaat om actieve actie met draagvlak. Elk recyclingsysteem is afhankelijk van de actieve, vrijwillige medewerking van burgers. - In motie M blijven verschillende systemen bestaan, maar er komen nog ondergrondse containers bij. Dat is juist een mix van systemen. De uitkomst van de discussie kan zijn dat er een grotere eenduidigheid van systemen komt. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - Twee fractieleden stemmen tegen motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". In de vorige raadsperiode is zorgvuldig voor de pilots gekozen en was men vooral kritisch op een eenzijdige keuze voor omgekeerd inzamelen. Uitgesproken is dat meerdere scenario's zouden moeten worden onderzocht in de vorm van pilots. Er zijn uitgangspunten geformuleerd die leidend zouden moeten zijn voor de keuze voor de afvalinzamelstructuur. Als de pilots niet juist of te duur zijn, moeten ze mogelijk worden aangepast of beperkt. Er is geen verschil van mening met de indieners over de uitgangspunten dat meer afval gescheiden moet worden en dat er milieuwinst is te halen. Onderschrijft de keuze voor zoveel mogelijk scheiden aan huis. Uit de onderzoeken blijkt dat de optie "Afval anders" ook tot vergelijkbare reducties van afval leidt als uit de eerste resultaten van de pilot omgekeerd inzamelen lijken te komen. Ervaring in grote steden met omgekeerd inzamelen zijn er slechts in de vorm van pilots. Het is nog in geen enkele grote stad echt ingevoerd. "Afval anders" en het spelen met de mogelijkheid van meer kliko's in verschillende formaten en ophaalfrequenties is een meer dan gelijkwaardige mogelijkheid naast omgekeerd inzamelen. Maatwerk is daarbij belangrijk. Betreurt het dat uit berichten in de krant blijkt dat bewoners zich voor het blok gezet voelen. Dat is nooit de bedoeling geweest. De bewoners moeten bij alle stappen van het proces worden betrokken en indien nodig, moet tij- 26

178 dig worden bijgestuurd. - Stemt voor motie M: "De mening van bewoners is geen afval". De heer HUNINK (ChristenUnie): - Het gaat nadrukkelijk om gedragsverandering. Draagvlak van bewoners is belangrijk. De kosten kunnen en moeten omlaag. Stemt tegen motie M: "De mening van bewoners is geen afval". Mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA): - Ziet meer in nascheiding. Dit levert meer op en zal minder zwerfafval en dumping opleveren. Stemt tegen motie M: "Kiezen voor omgekeerd inzamelen". - Vindt het vreemd dat PvdA een motie indient en vervolgens verdeeld stemt. Motie M, ingediend door D66, PvdA, GroenLinks, SP, Christen- Unie: Kiezen voor omgekeerd inzamelen Voor de motie stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, SP, GroenLinks, de heer De la Combé, de heer Keskin en de heer Smulders. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van VVD, CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014, mevrouw Van Bruggen en de heer El-Messaoudi. Motie M wordt aangenomen met 23 stemmen voor en 13 stemmen tegen. Motie M, ingediend door OPA, VVD: De mening van bewoners is geen afval Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD, CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014, mevrouw Van Bruggen en de heer El-Messaoudi. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van Motie M wordt verworpen met 13 stemmen voor en 23 stemmen tegen. 10. Motie M: Betrek de gemeenteraadaccountant van Deloitte doorlopend bij proces begroting 2015 en meerjarenramingen Deze motie wordt tot nader order aangehouden. 12. Motie: Tot daar en niet verder Deze motie wordt tot nader order aangehouden. De VOORZITTER sluit de vergadering (23.29 uur) en dankt de aanwezigen voor hun inbreng. Goedgekeurd door de raad der gemeente Amersfoort in de openbare vergadering van d.d. 10 februari 2015 de griffier, de voorzitter, 27

179 Verslag Het Besluit 13 januari 2015 De Ronde en Het Plein Datum: dinsdag 13 januari 2015 Aanvang: 19:00 Nota Evenementenbeleid 2015: Samen bouwen aan evenementen Voorbereiding besluit

180 Verslag Het Besluit 13 januari 2015 Nota Evenementenbeleid 2015: Samen bouwen aan evenementen Voorbereiding besluit Agendapunt Nota Evenementenbeleid 2015 (pdf) Raadsvoorstel Nota Evenementenbeleid 2015 (pdf) Bijlage - Samen bouwen aan evenementen - nota evenementenbeleid 2015 (pdf) Bijlage - A-3.2a ChristenUnie: Visie op Festivals Raadsinformatiebrief Onderzoek Evenementen Raadsinformatiebrief Evenementen beter geregeld Besluitenlijst Nota Evenementenbeleid 2015 (pdf) Bijlage - Audioverslag

181 Agendapunt De Ronde Titel Samen bouwen aan Evenementen Nota Evenementenbeleid 2015 Datum 13 januari 2015 Van College van B&W Portefeuillehouder Van den Berg Ambtelijk contact Arendsen ( ) Buijtelaar Programma 6. Sport/ 9. Cultureel klimaat/ 10. Economie en wonen Soort bijeenkomst Voorbereiding besluit Reden van aanbieding Verzoek van de raad tot brede visie op evenementen (motie nr/titel/datum). Inhoud Het evenementenbeleid is tot stand gekomen in nauw overleg met betrokkenen in de stad, en beoogd vooral meer samenwerking en professionalisering van evenementen. Daartoe wil het college een serviceorganisatie oprichten die organisatoren ondersteunt en adviseert. Ook is het college voornemens een Evenementenfonds op te richten om te sparen voor evenementen met een bovenregionale/landelijke uitstraling. En een Moetjedoen!-regeling voor snelle kleine injecties voor kleinere initiatieven die niet binnen de bestaande regelingen passen. Van de raadsleden wordt gevraagd Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel en de nota en zich voor te bereiden op besluitvorming de visie en uitgangspunten voor het evenementenbeleid, zoals verwoord in de nota Evenementenbeleid Vervolg Na besluitvorming in Het Besluit start het college samen met organisaties en partners in de stad met de uitvoer van de ambities zoals in de nota beschreven. Advies presidium In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Bijbehorende documenten Raadsvoorstel Nota Evenementenbeleid 2015, Samen bouwen aan Evenementen A-3.2a CU: Visie op festivals Raadsinformatiebrief Onderzoek Evenementen Raadsinformatiebrief Evenementen beter geregeld Achtergronddocumenten Alle flankerend beleid is opgenomen op de website Reg.nr Agendapunt Nota Evenementenbeleid 2015

182 Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : Aan : Gemeenteraad Datum : 8 december 2014 Portefeuillehouder : Wethouder P. van den Berg Wethouder H. Buijtelaar Agendapunt : B&W-vergadering : De Ronde : Agenda Het Besluit : Vastgesteld besluit : TITEL Samen bouwen aan Evenementen Nota Evenementenbeleid 2015 BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met de visie en uitgangspunten voor het evenementenbeleid, zoals verwoord in de nota Evenementenbeleid 2015, met als belangrijke pijlers: a. Een brede en samenhangende benadering voor het geheel aan sportieve, culturele en andersoortige evenementen, inclusief zakelijke evenementen en congressen; b. Een positieve impuls geven aan de verdere professionalisering van de organisatie en uitvoering van evenementen, c. De profilering van Amersfoort door evenementen met landelijke uitstraling mogelijk te maken 2. En daartoe: a. Een reserve Evenementenfonds in te stellen (voor de financiële ondersteuning grote evenementen) en daarin in 2015 en ,- per jaar te storten; b. In 2015 en 2016 een budget van ,- per jaar beschikbaar te stellen voor de nog op te stellen Moetjedoen!-regeling (snelle financiële ondersteuning kleine initiatieven); c. De oprichting van een Evenementenserviceorganisatie (financieel) te ondersteunen en daarvoor in 2015 en ,000,- beschikbaar te stellen. AANLEIDING De raad heeft ons gevraagd om de vergunningverlening evenementen te evalueren en op basis van de bevindingen tot een brede visie op evenementen 1 te komen. Die evaluatie is in 2012 uitgevoerd (RIB ) en in 2013 is het protocol Vergunningverlening Evenementen ingevoerd. Dat heeft geleid tot een aantal praktische en procesmatige verbeteringen voor de vergunningverlening evenementen. Het evaluatieproces heeft belangrijke ingrediënten opgeleverd voor onze visie op evenementen (RIB ). De belangrijkste is dat we evenementenorganisatoren volop de ruimte bieden waar zij om vragen, om verder te professionaliseren en verbindingen te leggen tussen culturele, sportieve en zakelijke evenementen. 1 Motie A 3.2 A Visie op festivals (CU), verwerkt in raadsbesluit # : Herijking Cultuurbeleid Samenwerken aan een sterk cultureel klimaat (18 september 2012). Inlichtingen bij: A. Arendsen, MO/ZCS, (033)

183 raadsvoorstel pagina 2 Gemeente Amersfoort BEOOGD EFFECT We vinden evenementen belangrijk voor onze stad. Ze zorgen voor levendigheid en zijn voor verschillende partijen in de stad ook een bron van inkomsten. Wij vinden het daarbij belangrijk dat organisatoren van evenementen waar mogelijk samenwerken en met elkaar afstemmen en hun evenementen op een professionele manier organiseren. Door organisatoren hierin te ondersteunen leveren we een positieve bijdrage aan een levendig woon-, werk- en leefklimaat, en daarmee aan de profilering van Amersfoort. ARGUMENTEN 1.1. Een brede, samenhangende benadering zorgt voor samenhang in het geheel van evenementen Met organisatoren en partners in de stad werken we, in nauw overleg, toe naar een brede en samenhangende benadering van evenementen Een door de evenementenorganisatoren op te richten Serviceorganisatie, ondersteunt die integrale benadering en draagt bij aan verdere professionalisering. Door naar het geheel aan culturele, sportieve, zakelijke en publieksevenementen te kijken bevorderen we samenwerking en samenhang Verdere professionalisering levert bijdrage aan kwaliteitsverbetering van de organisatie van evenementen. Evenementenorganisatoren willen verder professionaliseren. Een serviceorganisatie kan dat ondersteunen door het bieden van advisering, coördinatie en organisatie en kennisdeling. De totstandkoming van een serviceorganisatie willen wij financieel ondersteunen. Het voortouw voor de ontwikkeling en oprichting van de serviceorganisatie ligt bij de evenementenorganisaties zelf Evenementen dragen bij aan de profilering van Amersfoort. Het cultureel en sportief klimaat -waar evenementen onderdeel van uitmaken- levert een bijdrage aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. Ook dragen evenementen bij aan de lokale economie. Tegen die achtergrond willen wij zowel culturele en sportieve evenementen nadrukkelijker inzetten om Amersfoort meer (boven) regionaal te profileren als een dynamische, jonge en eigentijdse stad. 2.1 Het coalitieakkoord maakt een extra impuls voor evenementen mogelijk In het Coalitieakkoord zijn voor een extra impuls voor culturele, sportieve en zakelijke evenementen, extra middelen opgenomen. Voor de ambities uit deze nota Evenementenbeleid willen we in 2015 en 2016 een deel van die middelen inzetten. 2.2 Een Evenementenfonds biedt kansen voor evenementen met landelijke uitstraling Met een reserve Evenementen kunnen we sparen voor kansen om grote landelijke (muziek- of sport) evenementen naar Amersfoort te trekken. Tot nu toe hadden wij daar geen financiële middelen voor. Met deze reserve kunnen we beter inspelen op deze wens om Amersfoort locatie te laten zijn voor grotere evenementen met bovenlokale uitstraling Voor het Evenementenfonds en de Moetjedoen!-regeling gelden heldere criteria Bij de uitwerking van het Evenementenfonds en de Moetjedoen!-regeling wordt helder vastgelegd wanneer aanspraak op de beschikbare gelden kan worden gemaakt. Bij het Evenementenfonds (de reserve evenementen) gaat het in ieder geval om evenementen die bovenlokale uitstraling hebben en Amersfoort landelijk profileren. Bij de Moetje doen!-regeling willen we met kleine(re) financiële injectie snel kunnen inspelen op mooie initiatieven die buiten de andere regelingen voor cultuur en sport vallen.

184 raadsvoorstel pagina 3 Gemeente Amersfoort 2.4. Een serviceorganisatie draagt bij aan professionalisering Een Serviceorganisatie Evenementen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de gewenste professionalisering van de evenementenorganisaties. De evenementenorganisaties zelf hebben bij de totstandkoming daarvan het voortouw. Wij onderschrijven het belang van verdere professionalisering en willen daarom de opstart en inrichting van een serviceorganisatie (financieel) ondersteunen. 2.4 Kleine snelle subsidies om mooie kleinschalige initiatieven een steuntje in de rug te geven Wij krijgen regelmatig verzoeken om financiële ondersteuning voor (kleinere) evenementen/festivals, die niet binnen de bestaande subsidieregelingen van cultuur en sport passen. Als het gaat om mooie initiatieven die goed zijn voor de stad, willen we deze met een kleine, snelle subsidie kunnen honoreren via de Moet je doen!-regeling. Na toekenning van het budget door de raad zullen wij deze regeling vaststellen. KANTTEKENINGEN 1.1. De ambities vragen om een lange adem en het vasthouden aan beleidskeuzes Professionalisering van evenementen - die bijdragen aan de profilering van Amersfoort - vraagt om langdurige inzet (tijd, geld, samenwerking) van de betrokken partners. De afgelopen periode is intensief met de evenementenorganisaties gewerkt aan gezamenlijk vertrekpunt en zijn ambities en uitgangspunten geformuleerd. Het proces naar de inrichting van een serviceorganisatie moet nu nog verder worden uitgewerkt. Dat doen we in samenspraak met de evenementenorganisaties. Voor de taakbeschrijving en inrichting van de serviceorganisatie ligt het voortouw bij de evenementenorganisaties Structurele betrokkenheid van organisatoren en partners in de stad is noodzakelijk Het realiseren van de brede en samenhangende benadering en een verdere professionalisering vergt een structurele, actieve en inhoudelijke betrokkenheid van organisatoren en partners in de stad. Organisatoren en partners in de stad hebben hun actieve betrokkenheid toegezegd, maar onderkennen tegelijkertijd dat soms sprake is van uiteenlopende belangen. De gemeente faciliteert daarom in ieder geval de informatiestroom naar de belangrijkste stakeholders en belangenbehartigers. Alleen op basis van draagvlak bij alle betrokkenen kan een win-win-situatie ontstaan Financiële ondersteuning Serviceorganisatie met incidentele middelen. We gaan uit van een gefaseerd model, waarin gaandeweg de vorm en inhoud van de Serviceorganisatie contouren krijgt. De gemeente ondersteunt de totstandkoming financieel en stelt daarvoor in 2015 en 2016 incidentele middelen ter beschikking. De veronderstelde meerwaarde van de serviceorganisatie moet de komende jaren zichtbaar worden. De komende twee jaar moet ook worden gewerkt aan (co)financiering door evenementenorganisatoren en partners in de stad. Hierdoor kan een geleidelijke overgang van financiële ondersteuning door de gemeente naar een meer marktgerichte, opzet worden bewerkstelligd. Mogelijk zal ook na 2016 structurele ondersteuning door de gemeente nodig zijn. Op basis van een evaluatie zal worden bezien of en in welke mate dat nodig en mogelijk is De opstart van de serviceorganisatie vraagt om deskundige begeleiding De evenementenorganisaties stellen in overleg met partners in de stad zelf een plan voor de serviceorganisatie op. Het proces naar en de opstart van de serviceorganisatie vraagt om onafhankelijke (professionele) begeleiding. De gemeente biedt -in de opstartfase- (financiële) ondersteuning 2 voor zowel het proces als de oprichting van het bureau. 2 In 2015 en 2016 zijn extra middelen beschikbaar vanuit het Coalitieakkoord

185 raadsvoorstel pagina 4 Gemeente Amersfoort DUURZAAMHEID Dit voorstel heeft twee duurzaamheids aspecten. Enerzijds zorgt de op te richten serviceorganisatie ervoor dat de continuïteit van evenementen in onze stad meer wordt geborgd en op elkaar wordt afgestemd. Anderzijds speelt het milieuaspect bij organisatoren van evenementen al een belangrijke rol. Gebruik van maïsglazen en afvalinzameling zijn daarvan slechts het begin. Steeds meer ingeburgerd raken ook het op duurzame wijze vervoeren van bezoekers (fietsen, OV en carpoolen), e- en m-ticketing (elektronische of mobiele ticketverkoop), het gebruik van groene stroom en de verkoop van biologisch voedsel. Om organisatoren bewust keuzes te laten maken in het duurzaam organiseren van evenementen is duurzaamheid onderwerp van gesprek tijdens het proces van vergunningverlening. De op te richten serviceorganisatie zal eveneens een rol vervullen in de advisering over het duurzaam organiseren van evenementen. FINANCIEN Voor evenementen zijn in de gemeentebegroting zowel incidentele als structurele budgetten beschikbaar. Het Coalitieakkoord stelt in 2015 en 2016 jaarlijks , - beschikbaar voor culturele evenementen en festivals met een (boven)regionale uitstraling, Amersfoort Congresstad en sportactiviteiten en- toernooien. Een gedeelte van dat geld zetten we in om een impuls te geven aan de professionalisering van evenementen door de oprichting Serviceorganisatie, het instellen van een Evenementenfondsen de Moetjedoen!-regeling 3. Wij willen daarvoor in 2015 en 2016 een bedrag van ,- uittrekken. Dat is voor de dekking van de volgende kosten: - De opstart van de serviceorganisatie: ,- - Een reserve evenementen (voor het Evenementenfonds): ,- - De instelling van een MoetjeDoen!-regeling: ,- - Deze ,- wordt als volgt gedekt uit de beschikbare middelen uit het coalitieakkoord: Culturele evenementen en festivals: ,- Amersfoort Congresstad: ,- Sportactiviteiten en toernooien: ,- Eind 2015 maken we de balans op om te kunnen bepalen of dit bedrag ook in 2016 toereikend is en zullen wij u, indien nodig een nieuw voorstel voorleggen 4. Amersfoort kent meerdere subsidieregelingen waaruit evenementen (kunnen) worden ondersteund: - Meerjarige subsidie Cultureel Klimaat , - per jaar - Incidentele subsidie Cultureel Klimaat , - per jaar - Bijzondere Sportevenementen , - per jaar - Grootschalige Sportevenementen , - per jaar Voor de genoemde subsidieregelingen zijn structureel middelen in de gemeentebegroting beschikbaar, het subsidieplafond voor iedere regeling wordt jaarlijks in de begroting vastgelegd. 3 Voor de besteding van het overige deel worden apart voorstellen ingediend. 4 Cofinanciering door evenementenorganisatoren en partners in de stad is onderdeel van de uitwerking van de ambities in structurele financieringsmodellen.

186 raadsvoorstel pagina 5 Gemeente Amersfoort Kosten 2015/2016 Kosten in Dekking vastgelegd in* Dekking in Serviceorganisatie ,- Programma Cultuur ,- evenementen Vorming reserve ,- Programma Economie en Duurzaamheid ,- Evenementenfonds Moetjedoen!-regeling ,- Programma Sport ,- Kosten totaal ,- Dekking totaal ,- *De bijdragen vanuit de drie programma s dekken het totaal aan kosten, waarbij ieder evenredig bijdraagt aan de kosten van serviceorganisatie, Evenementenfonds en Moetjedoen!-regeling. RISICOPARAGRAAF Bij het onderwerp evenementen zijn vele organisaties, partners en belanghebbenden betrokken. Vooral bij de oprichting van de Serviceorganisatie Evenementen en Congressen is het belangrijk dat alle belanghebbenden voldoende bij het proces worden betrokken en dat hun belangen dusdanig goed gediend zijn met de serviceorganisatie dat zij diensten (tegen betaling) afnemen en (in een later stadium) financieel bijdragen aan het in stand houden van de serviceorganisatie. Dit vraagt om een zorgvuldig proces, onder professionele begeleiding. Vervolgens zal de Serviceorganisatie haar bestaansrecht moeten bewijzen. Alleen dan zal cofinanciering vanuit organisaties en bedrijven een reële optie zijn. Als de serviceorganisatie dan staat en alle betrokkenen onderkennen de meerwaarde ervan, dan blijft het financiële draagvlak een structureel punt van aandacht. Wij verwachten dat een (afnemende) structurele gemeentelijke bijdrage voorlopig noodzakelijk zal blijven. Immers, het betreft in veel gevallen gesubsidieerde vrijwilligersorganisaties, die hun geringe financiële middelen vooral in willen zetten voor programmering. Voor een financiële bijdrage vanuit de gemeente na 2016 moeten dan ook nieuwe (structurele) middelen in de begroting worden gezocht. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Ons evenementenbeleid levert een positieve bijdrage aan het leefklimaat van de stad. Met ons beleid willen we o.a. organisatoren van evenementen de ruimte en middelen geven zich verder te professionaliseren. De nota geeft daarvoor een basis en richting. De nota is in nauwe samenwerking met organisatoren van evenementen en andere partijen in de stad opgesteld. Zij zien allemaal de meerwaarde van samenwerking en professionalisering. Om de ambities van het evenementenbeleid waar te kunnen maken zullen wij de op te richten serviceorganisatie en het evenementenfonds de eerste twee jaar financieel ondersteunen. De organisatoren van evenementen en partners in de stad nemen het initiatief in de oprichting van de serviceorganisatie en ontwikkelen als onderdeel daarvan een verdienmodel. Betrokken partijen zijn: Culturele evenementenorganisaties Culturele instellingen Sportorganisaties (ASF, Stichting Marathon, Run033) KHN en ondernemersverenigingen (Hof, LVK en Groenmarkt) OBA Ondernemersfonds VVV Stichting Citymarketing Hulpdiensten

187 raadsvoorstel pagina 6 Gemeente Amersfoort VERVOLGSTAPPEN Na vaststelling van de nota Evenementenbeleid 2015 wordt gestart met: 1. Het proces om te komen tot een Serviceorganisatie Evenementen en Congressen (evenementenorganisatoren, ondersteund door gemeente) 2. Het oprichten van het Evenementenfonds en vaststellen criteria (gemeente) 3. Het opstellen van de Moetjedoen!-regeling en vaststellen criteria (gemeente) Daarmee wordt in 2015 een stevige basis gelegd, die in de daaropvolgende jaren kan worden uitgebouwd en doorontwikkeld. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Bijlagen - geen

188 raadsbesluit pagina 1 Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Amersfoort; Reg.nr op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014, sector MO/ZCS (nr ); b e s l u i t: 1. In te stemmen met de visie en uitgangspunten voor het evenementenbeleid, zoals verwoord in de nota Evenementenbeleid 2015, met als belangrijke pijlers: a. Een brede en samenhangende benadering voor het geheel aan sportieve, culturele en andersoortige evenementen, inclusief zakelijke evenementen en congressen; b. Een positieve impuls geven aan de verdere professionalisering van de organisatie en uitvoering van evenementen, c. De profilering van Amersfoort door evenementen met landelijke uitstraling mogelijk te maken 2. En daartoe: a. Een reserve Evenementenfonds in te stellen (voor de financiële ondersteuning grote evenementen) en daarin in 2015 en ,- per jaar te storten; b. In 2015 en 2016 een budget van ,- per jaar beschikbaar te stellen voor de nog op te stellen Moetjedoen!-regeling (snelle financiële ondersteuning kleine initiatieven); c. De oprichting van een Evenementenserviceorganisatie (financieel) te ondersteunen en daarvoor in 2015 en ,000,- beschikbaar te stellen. Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 januari 2015 de griffier de voorzitter

189 Samen bouwen aan Evenementen Nota Evenementenbeleid 2015 Amersfoort, december 2014

190 Inhoud Samenvatting Wat zijn visie en uitgangspunten van het evenementenbeleid? Waaraan besteden we de komende jaren extra aandacht? Wat is de rol van de gemeente? Wat is de rol van de stad? Belangrijke bouwstenen van het evenementenbeleid Hoe past het evenementenbeleid in de bredere context? Hoe worden de ambities uit het evenementenbeleid betaald? Het resultaat!

191 Samenvatting Voor u ligt de geactualiseerde Nota Evenementenbeleid In 2012 heeft de raad ons opgedragen om de vergunningverlening van evenementen te evalueren en op basis daarvan tot een brede visie op evenementen 1 te komen. Ook bij evenmenentenorganisaties leefde de wens om op een bredere en meer professionele manier naar evenementen te kijken. Samen met organisaties en partners in de stad is in de afgelopen periode gewerkt aan een nieuwe visie op evenementen: Evenementen en festivals 2 dragen bij aan het profiel van Amersfoort als jonge, talentvolle woon-, werk- en gezinsstad. Culturele sportieve en andere publieksevenementen zetten we in als dragers voor een aantrekkelijke, levendige en eigentijdse stad! Onze visie op evenementen vertaalt zich in de volgende uitgangspunten: Evenementen en congressen dragen bij aan de economie en het vestigingsklimaat van de stad Cross overs tussen cultuur, sport en andersoortige (zakelijke) evenementen maken evenementen aantrekkelijker en zijn goed voor de samenwerking Co-creatie als belangrijke succesfactor Een brede, samenhangende benadering: het geheel aan culturele-, sport- en andere publieksevenementen en zakelijke congressen/evenementen, hun onderlinge samenhang en gezamenlijke meerwaarde voor de stad De uitwerking van het nieuwe beleid rust op de volgende pijlers: Met een Evenementenfonds wordt gespaard om Amersfoort (boven)regionaal en landelijk op de kaart te zetten, met bijvoorbeeld het gastheerschap voor een groot landelijk sport- of muziekevenement of het (door)ontwikkelen van een lokaal evenement met deze potentie. Met de Moetjedoen!-regeling kan snel financiële ondersteuning worden geboden aan kleinere initiatieven die binnen de gestelde doelstellingen - goed zijn voor de stad. De evenementenorganisatoren zien dat er winst te behalen is door meer en betere samenwerking en een efficiëntere organisatie. Zij willen gezamenlijk en met partners in de stad een professionaliseringsslag maken door het inrichten van een professionele organisatiestructuur voor evenementen en congressen: een Serviceorganisatie voor Evenementen en Congressen. Wij willen de evenementenorganisaties ruimte bieden en tegemoet komen in hun ambitie om verder te professionaliseren. De gemeente stelt zich hierbij nadrukkelijk op als makelaar en facilitator en ondersteunt op die manier (financieel) de professionaliseringsslag die evenementenorganisatoren en partners in de stad voor ogen hebben. Zo wordt de gezamenlijke kracht versterkt ten gunste van een levendige en bruisende stad. De gemeente Amersfoort zet de inhoudelijke subsidieregelingen cultureel klimaat, sport en toerisme in om een breed en gevarieerd aanbod aan culturele, sportieve, zakelijke en publieksevenementen, festivals en congressen te ondersteunen. Daarbij maken we onderscheid tussen vrij toegankelijke publieksevenementen (veelal in de openbare ruimte) en besloten zakelijke congressen (vergader/congreslocaties). De gemeente heeft een duidelijke rol op het vlak van ontwikkeling van beleid, vergunningverlening, subsidieverstrekking, makelaar en facilitator. Evenementenorganisaties willen verder groeien in cultureel en sportief ondernemerschap. Als we dit willen waarmaken zullen in de toekomst samenwerkingsverbanden tussen organisaties, partners in de stad en gemeente op een nieuwe 1 Motie A 3.2 A Visie op festivals (CU), verwerkt in raadsbesluit # : Herijking Cultuurbeleid Samenwerken aan een sterk cultureel klimaat (18 september 2012). 2 Onder een evenement of festival verstaan we: Elke voor publiek toegankelijke (verzameling van) voorstelling(en), optreden(s), en vorm van publieksvermaak, met inbegrip van herdenkingsplechtigheden, braderieën, optochten en feesten of wedstrijden, op of aan de weg. Onder zakelijke evenementen en congressen verstaan we: voor een selecte groep genodigden toegankelijke, besloten bijeenkomst met een zakelijk inhoudelijk karakter, op een daarvoor geschikte locatie. 3

192 manier moeten worden ingevuld. We kijken dan ook naar samenwerking over de stadsgrenzen heen, bijvoorbeeld met festivals in de regio, andere steden of met grote (landelijke) sportevenementen 3. Tot slot stelt de gemeente om te zorgen voor een betere dienstverlening aan organisaties - één centraal loket in voor alle zaken rondom evenementen. Looptijd Het beleid 4 zoals in voorliggende nota verwoord geeft richting en kader aan de ontwikkelingen rondom evenementen. Uit voorbeelden in het land hebben we geleerd dat het werken aan profilering en positionering van een stad (in dit geval door inzet van evenementen), om een lange adem en het vasthouden aan keuzes vraagt. Daarom leggen we het Evenementenbeleid voor langere tijd vast. Dat geeft ons de gelegenheid om de gemaakte (beleid-)keuzes en de uitwerking samen met evenementenorganisaties en partners in de stad, bestendig vorm te geven. We geven de uitwerking van de ambities uit de nota een impuls door het inzetten van (een deel van) de extra gelden uit het coalitieakkoord voor: 1. een Evenementenfonds; 2. een Moetjedoen!-regeling; 3. de financiële ondersteuning van de evenementenorganisaties bij het opzetten van een Serviceorganisatie Evenementen en Congressen De looptijd van de nota Evenementenbeleid 2015 kent geen vast eindjaar, zoals voorheen. We leggen de beleidsvisie en ambities langjarig voor tenminste 10 jaar vast. We willen - afhankelijk van uitvoer en behoefte - pas weer een nieuwe visie of nieuw beleid opstellen als daar aanleiding voor is. 3 Bijvoorbeeld samenwerking tussen Amersfoortse festivals en festivals in de stad of provincie Utrecht, of samenwerking op thema of programmering (filmfestivals, sportevenementen, etc) 4 alle bestaande beleidsstukken rondom evenementen vormen het toetsingskader voor bijvoorbeeld het verlenen of afwijzen van vergunningaanvragen. Praktische informatie over het organiseren van evenementen, toelichtingen op aspecten van (het organiseren van) evenementen en geluidbeleid voor evenementen zijn te downloaden via Aanvullende beleidsstukken en actuele informatie zijn eveneens terug te vinden op 4

193 1. Wat zijn visie en uitgangspunten van het evenementenbeleid? Aanleiding De raad heeft ons opgedragen om de vergunningverlening van evenementen te evalueren en op basis van de bevindingen tot een brede visie op evenementen 5 te komen. De evaluatie is uitgevoerd en in 2013 is het protocol Vergunningverlening Evenementen ingevoerd. Ook is toen een aantal praktische en procesmatige verbeteringen doorgevoerd. Het proces heeft belangrijke ingrediënten opgeleverd voor onze visie op evenementen en de voorliggende nota Evenementenbeleid: was de vorige nota (Evenementenbeleid ) een uitvloeisel van het cultuurbeleid en vooral gericht op culturele festivals en evenementen, de nu voorliggende nota geeft een integrale visie op alle vormen van evenementen. Deze nota vervangt de nota Evenementenbeleid Visie Evenementen dragen bij aan de positionering en profilering van Amersfoort als een jonge, talentvolle woon-, werk- en gezinsstad. Een hoogwaardig en levendig cultureel, sportief en toeristisch aanbod heeft een positief effect op het culturele en sportief klimaat en daarmee op het verblijf- en vestigingsklimaat van Amersfoort voor bezoekers, bewoners en bedrijven. Het draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en werklocatie. Wij willen met het brede en integrale evenementenbeleid een impuls geven aan het versterken van dat profiel. Belang van evenementen Om een aantal redenen vinden wij evenementen belangrijk voor de stad: Evenementen stimuleren de binding met de stad Evenementen dragen bij aan de binding van de bewoners met de stad: als bezoeker of doordat de meeste Amersfoortse evenementen worden georganiseerd en gedragen door een grote groep enthousiaste Amersfoortse vrijwilligers. Evenementen dragen bij aan de lokale economie Festivals, (sport-)evenementen en congressen dragen direct bij aan de economie van de stad: festival- en congresbezoekers zorgen voor bestedingen in de stad, de horeca ziet tijdens een evenement zijn omzet stijgen. Evenementen dragen bij aan profilering van de stad Evenementen en congressen met bovenregionale of zelfs landelijke bekendheid vormen een visitekaartje van de stad en zijn daarom bij uitstek een middel om de stad te profileren. Denk bijvoorbeeld aan nationale muziek- of sportevenementen, de Spoorparade voor het 150-jarig bestaan van de NS, IT Innovation Day of het hosten van Serious Request. Uitgangspunten voor visie en beleid Onze visie en beleid zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten: Het evenement is uniek op het gebied van cultuur/sport/anderszins In de Herijkingsnota Samen werken aan een sterk cultureel klimaat is vastgelegd dat we in Amersfoort inzetten op hoge kwaliteit en een breed, gevarieerd aanbod. We willen geen dubbelingen en zo min mogelijk overlap tussen evenementen. Dit geldt ook voor het aanbod in sport- en publieksevenementen. 5 Motie A 3.2 A Visie op festivals (CU), verwerkt in raadsbesluit # : Herijking Cultuurbeleid Samenwerken aan een sterk cultureel klimaat (18 september 2012). 5

194 Daarom zetten we in op een breed en gevarieerd aanbod (binnen de beperkte ruimte van de stad). Dit betekent dat we kiezen voor unieke culturele, sport- en andersoortige publieksevenementen en niet voor meer van hetzelfde. Voor zakelijke congressen en evenementen positioneren we de centrale ligging van Amersfoort en zetten we in op hoge kwaliteit en grote diversiteit van het aanbod aan faciliteiten. Het evenement werkt samen met partijen in de stad We stimuleren organisaties zoveel mogelijk de samenwerking met partners in de stad op te zoeken, bijvoorbeeld: culturele evenementen met culturele instellingen en met de aanwezige horeca; sportevenementen met de lokale sportverenigingen, zakelijke evenementen en congressen met lokale bedrijven en instellingen. Ook valt te denken aan arrangementen, waarin meerdere partners deelnemen. Wij willen de pleinen in de binnenstad niet onnodig belasten. Evenementen, die een binding hebben met de binnenstad, door samenwerking met ondernemers of instellingen ter plekke, dan wel door interactie met het decor van de historische binnenstad, hebben daarbij onze voorkeur. De evenementenorganisatie is hoofdaannemer Voor de duur van een evenement zien wij de evenementenorganisatie als hoofdaannemer voor het gebruik en de inrichting van de locatie in de openbare ruimte. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de gehele voedsel- en drankvoorziening tijdens het evenement. Op de pleinen is de organisatie verantwoordelijk voor alle horeca-aanbod 6. De organisatie maakt hierover bij voorkeur afspraken met de horecaondernemers ter plaatse, maar kan ook andere aanbieders contracteren. De invulling van de horecacomponent van een evenement vormt een verplicht onderdeel van de vergunning 7. We willen daarbij dat de evenementenorganisatie weliswaar regisseur voor het geheel is, maar dat organisatie en horeca zo gelijkwaardig mogelijk zaken met elkaar kunnen doen, met oog voor ieders belangen. Het maken van afspraken over de wijze van samenwerking tussen evenementenorganisatoren en horeca is een van de uitwerkingsonderwerpen van deze nota. Het evenement moet veilig zijn voor bezoeker en omgeving Veiligheid speelt een hoofdrol bij de organisatie van evenementen, zowel voor bezoekers van het evenement als voor de omgeving waarin het evenement plaatsvindt. In de afgelopen jaren zijn (inter)nationale incidenten aanleiding geweest om meer aandacht te besteden aan de veiligheid van evenementen. Een goed uitgewerkt veiligheidsplan vormt een belangrijke voorwaarde voor vergunningverlening. Hieraan wordt dan ook veel aandacht besteed door hulpdiensten en gemeente. De kosten van veiligheidsmaatregelen vormen onderdeel van de begroting van het evenement. Evenementen bieden voor elk wat wils en er is aanbod in alle seizoenen In principe moeten alle bewoners en bezoekers iets van hun gading kunnen vinden. De huidige diversiteit in het aanbod zien we als een groot goed. Bovendien vinden we het belangrijk dat er in onze stad gedurende alle seizoenen een breed aanbod is. In het aanbod van evenementen is er extra aandacht voor jongeren Amersfoort is een jonge stad. Ongeveer een derde deel van de bewoners is jonger dan 24 jaar. Het is belangrijk om in onze eigen stad een aantrekkelijk en passend aanbod voor deze jongeren te hebben. We voorkomen daarmee dat jongeren noodgedwongen elders hun heil zoeken of wegtrekken en we verstevigen onze prille positie als aantrekkelijke studentenstad. De uitdaging is dan ook om een aanbod te faciliteren dat niet alleen méér jongeren trekt, maar vooral ook beter aansluit bij hun behoefte. Goede voorbeelden zijn de festivals Kultjurloop en Blokfest van Per Expressie, de activiteiten van Kultlab (o.a. festival Into the Woods, de Winterparade en Willem), Kraft en Festifoort. Ook sportevenementen als de Color Run en de Marathon spreken jongeren aan. 6 In de Horecanota is bepaald dat een terrasvergunning niet geldt tijdens evenementen/festiviteiten. Ergo: een terras moet desgewenst wijken voor een evenement. Afspraken hierover vormen een verplicht onderdeel van de evenementenvergunning. 7 De vergunning kan alleen worden verleend op grond van een aanvraag inclusief veiligheidsplan, plattegrond en plan van aanpak waarin alle facetten van het evenementen (oa voedsel en drankverstrekking) staan beschreven. 6

195 Samenwerking met Citymarkering, poppodium De Kelder en andere podia en de samenwerking met sportverenigingen is daarbij essentieel. Het evenement heeft bovenlokale/nationale/internationale potentie Waar de mogelijkheid zich voordoet willen we liefst in samenwerking met de Provincie Utrecht, de stad Utrecht en de gemeenten binnen de regio Amersfoort- initiatieven ondersteunen die zich kunnen ontwikkelen tot evenementen van bovenlokale, nationale of zelfs internationale betekenis 8. Zo biedt het nieuwe sportcomplex in het Hogekwartier onze stad vanaf 2017 wellicht weer de mogelijkheid de positie van nationale zwemstad te bemachtigen. Ook zien wij mogelijkheden in het verbinden van evenementen rondom de thema s groen, slim en gezond waarmee we in het verband van de Economic Board Utrecht al samenwerken met kennisinstellingen, bedrijven en overheden binnen de provincie Utrecht. 8 Hierbij kan de samenwerking met andere festivals of evenementen een uitgangspunt zijn (bijvoorbeeld lokaal de samenwerking zoeken met landelijke filmfestivals of sportkampioenschappen, samenwerking rondom een themajaar, etc), maar ook een eigen (sport-) evenement, festival of congres kan een doel zijn. 7

196 2. Waaraan besteden we de komende jaren extra aandacht? De komende jaren besteden we extra aandacht aan de onderstaande aspecten van evenementen. Breed De vorige evenementennota beperkte zich tot culturele evenementen. In deze nota koersen we nadrukkelijk op een verbreding, omdat we vinden ook sport en zakelijke evenementen en congressen als belangrijke bouwstenen moeten worden betrokken bij het evenementenbeleid. Professionalisering Evenementenorganisaties willen een meer strategische en efficiënte werkwijze en een betere organisatie van gemeenschappelijke belangen. Daarom zoeken zij een verdere verdieping van de samenwerking met elkaar, met andere partners in de stad en met de gemeente. Om dat geheel op eigen kracht te doen is lastig. Immers, evenementenorganisaties bestaan grotendeels uit vrijwilligers. Zij geven aan dat er behoefte is aan een serviceorganisatie die ondersteunend is aan die professionaliseringsslag en vragen de gemeente om (financiële) ondersteuning bij de opzet van een dergelijk organisatie. Wij zijn van mening dat een serviceorganisatie van en voor de evenementeorganisaties een belangrijke rol kan vervullen bij versterking van de werkwijze, samenwerking en organisatie bij evenementen en festivals. Voor de opstartkosten van een dergelijke serviceorganisatie wil het college de komende 2 jaar extra middelen beschikbaar stellen. Profilering en positionering van Amersfoort Festivals, evenementen en (zakelijke) congressen van bovenregionale en landelijke bekendheid kunnen een goede bijdrage leveren aan de positionering en profilering van Amersfoort. Dat sluit ook aan bij de citymarketing-doelstellingen om Amersfoort bovenregionaal en landelijk steviger op de kaart te zetten, en het vestigingsklimaat te optimaliseren. Daarom willen we toonaangevende evenementen - die bij het profiel van Amersfoort en haar inwoners passen - in onze stad laten plaatsvinden. Dit kan zowel een landelijk evenement zijn dat in Amersfoort neerstrijkt of een (nieuw) lokaal initiatief dat zich kan ontwikkelen tot een specifiek, beeldbepalend evenement met nationale bekendheid. Om de financiering hiervan mogelijk te maken willen we een evenementenfonds instellen, dat we voeden met een deel van de extra middelen uit het coalitieakkoord. Inzetten op bovenregionale en landelijke profilering In de Herijkingsnota Cultuur ( ) geven we aan dat festivals en evenementen belangrijk zijn voor cultureel klimaat in Amersfoort. Daarom blijven wij inzetten op een breed palet aan activiteiten, festivals en evenementen van hoge kwaliteit. Voor bezoekers én voor bewoners van de stad. Lokale evenementen, die georganiseerd worden voor en door bewoners hebben daarin vanouds een plek. Daarnaast willen we sterker inzetten op evenementen van bovenregionale en landelijke importantie: professionele festivals al dan niet met lokale roots- die bijdragen aan de bovenregionale en landelijke profilering van Amersfoort als stad. Talentontwikkeling Amersfoort barst van het talent. Ook tijdens festivals en evenementen willen we een podium bieden aan jong en lokaal talent. De stad is een broedplaats voor jonge artiesten en makers op het vlak van theater, producties en festivals. Voorbeelden daarvan zijn Jiggy Djé, Miss Montreal, Blaudzun en Jett Rebel. Ook voor jonge evenementenorganisatoren is Amersfoort een bakermat: Per Expressie, Het Klassiek en Kultlab laten zien dat jonge makers creatief en gewaagd te werk gaan Zij vervullen bovendien een voorbeeldfunctie als het gaat om samenwerken, netwerken en open source kennisdeling. Amersfoort wil hier in de subsidieregelingen meer de nadruk op leggen. Sportieve Evenementen Wij willen Amersfoort meer als sportstad profileren. In december 2013 heeft de Raad met de nota Amersfoort F!t unaniem het nieuwe sportbeleid vastgesteld. Hoofdambitie van het nieuwe sportbeleid is dat zoveel mogelijk Amersfoorters sporten en bewegen. Sportevenementen maken de stad aantrekkelijk en levendig en ze dragen bovendien bij aan de doelstelling van het sportbeleid om zoveel mogelijk Amersfoorters te laten sporten en bewegen. 8

197 Wij willen Amersfoort als loopstad op de kaart zetten en ondersteunen initiatieven die daaraan bijdragen. Hardloopevenementen, zoals de marathon, zijn daarvoor bij uitstek geschikt. Zo biedt Run 033 een loopkalender met verschillende lopen gedurende het jaar door en rond de stad. Ook de bouw van het nieuwe sportcomplex Hogekwartier biedt kansen: het zet Amersfoort vanaf 2017 sportief weer op de kaart als zwemstad en biedt straks de mogelijkheid om landelijke en (boven)regionale sportactiviteiten te organiseren. Sportevenementen bieden goede mogelijkheden voor cross overs met andere evenementen, bijvoorbeeld door muziek of acts in te zetten. Jong talent in de sport en op het podium hebben meer gemeen dan op het eerst gezicht lijkt: beide vragen veel oefening, goede coaching en begeleiding en gelegenheden om te presteren. Ook hier kan een verbinding met andere evenementen worden gezocht. Als organisatoren van sportevenementen actief de verbinding zoeken met andere domeinen, zoals cultuur, dragen zij daarmee bij aan de profilering van Amersfoort als aantrekkelijke levendige en eigentijdse stad. In het coalitieakkoord is een jaarlijks bedrag voor meerdaagse sportactiviteiten opgenomen. Dit biedt naast de marathon - mogelijkheden om Amersfoort verder te profileren als sportstad, waarbij ook de link met andere evenementen wordt gezocht. Cross-overs Door verdieping van de onderlinge samenwerking zullen zich meer mogelijkheden voor cross-overs voordoen: culturele evenementen met een sportieve, zakelijke of andere component, of sportieve evenementen met een culturele, zakelijke of andere component. Hierbij worden verbindingen gelegd tussen culturele organisaties, sportverenigingen en bedrijven. Voorbeelden daarvan zijn de Press, activiteiten van de VAB, Koningsnacht (culturele programmering gecombineerd met een run) en de Koningsdag (Koningsdagfestiviteiten en muziek gecombineerd met een beachvolleybaltoernooi). Zakelijke congressen en evenementen De centrale ligging maakt de locatie Amersfoort een aantrekkelijke congresstad en dat willen we verder uitbouwen. Hiervoor hebben we geld gereserveerd in het coalitieakkoord Zakelijke congressen en evenementen dragen bij aan het zakelijk profiel van Amersfoort, bieden een versterking voor ons vestigingsklimaat en zijn goed voor de lokale economie. Daarnaast zijn ze een van de instrumenten om onze regio en de provincie Utrecht competitief te houden binnen Europa. Verbinding met het bedrijfsleven Niet alleen wordt de actieve en financiële betrokkenheid van het lokale en regionale bedrijfsleven gezocht bij culturele en sportieve evenementen, maar ook zal steeds meer de strategische verbinding op inhoud en thema s worden gelegd. Een goed voorbeeld hiervan is de IT Innovation Day, een zakelijk evenement in De Nieuwe Stad waar de ontwikkeling van IT en digitalisering centraal stond. De focus ligt daarbij op de thema s groen, gezond en slim: ambities vanuit de Economic Board Utrecht om de positie van de provincie Utrecht als meest competitieve regio in Europa te behouden. Duurzaamheid Amersfoort wil een duurzame stad zijn. Ook evenementen kunnen duurzaam worden georganiseerd. Gebruik van maïsglazen en afvalinzameling zijn daarvan slechts het begin. Steeds meer ingeburgerd raken ook het op duurzame wijze vervoeren van bezoekers (fietsen, OV en carpoolen), e- en m- ticketing (elektronische of mobiele ticketverkoop), het gebruik van groene stroom en de verkoop van biologisch voedsel 9. Met het opzetten van een serviceorganisatie leveren we ook een duurzame bijdrage aan de continuïteit van evenementen in de stad. 9 Meer informatie over het duurzaam organiseren van evenementen is te vinden op 9

198 Eemplein Naast de sfeervolle pleinen van de historische binnenstad biedt het nieuwe Eemplein aantrekkelijke mogelijkheden voor het organiseren van activiteiten en evenementen. Op de pleinen in de historische binnenstad geven wij de voorkeur aan evenementen die zich verbinden met de locatie en zich richten op samenwerken met ondernemers ter plekke (dat geldt uiteraard ook voor evenementen op het Eemplein). We blijven de samenwerking met de verschillende podia in Amersfoort stimuleren, zodat festivals en evenementen een combinatie van binnen- en buitenlocaties voor hun activiteiten kunnen kiezen. Spreiding van activiteiten over de verschillende de seizoenen is gewenst om zo ook te zorgen voor een levendig najaar- en winterseizoen. Rolverandering In de afgelopen jaren zien we dat de rol van de gemeente steeds meer verschuift van subsidieverstrekker naar makelaar en facilitator, om zo de samenwerking tussen organisaties en bedrijfsleven te bevorderen. Samenwerking met andere culturele instellingen, sportverenigingen en organisaties, maar ook met commerciële partners in horeca, detailhandel en bedrijfsleven is een steeds belangrijker voorwaarde geworden om te kunnen programmeren. Hogere eisen aan beheer en veiligheid brengen hogere kosten met zich mee. Dat vraagt meer professionaliteit van de organisatie en nieuwe manieren van samenwerken en delen. 3. Wat is de rol van de gemeente? De gemeente Amersfoort werkt in regie. Dit betekent voor evenementen dat de gemeente reguleert en in bepaalde gevallen faciliteert en/of subsidieert. De gemeente initieert of organiseert zelf geen evenementen. Het evenementenaanbod in de stad bestaat daarom vooral uit initiatieven van private partijen. De gemeente heeft een onafhankelijke positie in haar rol van vergunningverlener 10 en laat zich als subsidieverstrekker voor de culturele evenementen adviseren door een adviescommissie 11. Makelaar en facilitator De gemeente spant zich in om organisaties en partijen bij elkaar te brengen en tot verdergaande samenwerking te stimuleren. Wij willen een faciliterende rol vervullen, zodat de gezamenlijke kracht van evenementenorganisatoren en partners in de stad wordt versterkt. 4. Wat is de rol van de stad? De rol van de stad (in dit geval van evenementenorganisaties, partners en stakeholders in de stad) ligt vooral in het actief inhoudelijk vormgeven en uitvoeren van ambities, meedenken en betrokken zijn. De mogelijkheden voor cross overs en verdere samenwerking kunnen nog meer worden benut. De samenwerking tussen evenementenorganisaties en (culturele) instellingen, sportverenigingen, regionale/landelijke partners, maar ook met het bedrijfsleven biedt nog meer kansen. Dit vraagt om een open houding en het gezamenlijk zoeken naar verbindingen: op inhoud, thema, locatie, tijdstip en planning. Evenementenorganisaties kunnen nog veel transparanter en uitnodigender werken, zodat partijen van elkaar kunnen leren en daardoor makkelijker samenwerkingsmogelijkheden zien. Ook verwachten we dat partijen steeds meer zullen zoeken naar mogelijkheden om geldstromen en doelstellingen te combineren, zodat een praktisch en financieel synergie-effect wordt bereikt. De ondersteuning van al deze processen door de opzet van de Serviceorganisatie Evenementen en Congressen is vooral in het belang van evenementenorganisaties, die daarom een cruciale rol in de vormgeving en oprichting vervullen. 10 Het proces van vergunningverlening is transparant en overzichtelijk vastgelegd in het Protocol Vergunningverlening Evenementen, zie 11 De Back (Brede Adviescommissie Cultureel Klimaat) 10

199 5. Belangrijke bouwstenen in het evenementenbeleid Brede en samenhangende benadering Zowel evenementenorganisatoren als gemeente kijken naar het geheel aan culturele-, sport-, en andere (publieks)evenementen en zakelijke congressen/evenementen, hun onderlinge samenhang en gezamenlijke meerwaarde voor de stad. Evenementenorganisaties in de stad zoeken elkaar steeds meer op: vanwege de voordelen die samenwerking biedt, maar ook in het gezamenlijk groeien in professionaliteit. Vooral de jongere organisaties zijn volop bezig met kennisdeling en het zoeken van synergie. Dit gebeurt niet alleen binnen het eigen domein (cultuur, sport of anderszins), maar ook domeinoverstijgend. Samenwerking en professionalisering Evenementenorganisaties zien een verdieping van de samenwerking tussen organisaties onderling als een eerste stap naar verdere professionalisering. De mogelijkheden voor gezamenlijke promotie en inkoop (bijvoorbeeld contracten met beveiligingsbedrijven en leveranciers), het delen van kennis en open source-samenwerking, talentontwikkeling en gezamenlijke afspraken met horeca en detailhandel worden nu nog onvoldoende benut. De samenwerking tussen de gezamenlijke evenementenorganisaties en partners in de stad wordt de komende tijd verder uitgewerkt. Dat geldt ook voor de samenwerking met het bedrijfsleven, in sponsorarrangementen en samenwerking op thema s en/of inhoud. Een volgende stap is het professionaliseren van de samenwerking rondom evenementen, waarbij met betrokken partners wordt gekeken naar aspecten die anders, beter, professioneler of integraler kunnen worden georganiseerd. Dat geldt ook voor het zoeken naar manieren om de toegevoegde waarde van het evenement maximaal te kapitaliseren. Ook de kansen voor cross overs, de samenwerking met het bedrijfsleven en de mogelijkheden om culturele en sportieve evenementen te koppelen aan de groeiende markt voor zakelijke evenementen en congressen moeten worden opgepakt. Tot slot zijn er volop kansen voor ontwikkeling van een pakket van adviesdiensten voor zakelijke evenementen en congressen als het gaat om het samenstellen van arrangementen, locatiekeuze, hotel, financiering, congresorganisatie, hospitality, vervoer, etc. Bouwstenen voor de uitvoering van het evenementenbeleid Om evenementenorganisaties beter te kunnen faciliteren in hun ambitie om meer integraal en professioneler te werken stellen wij voor om: 1. een Evenementenfonds en een Moetjedoen!-regeling te introduceren voor (mede)financiering van initiatieven; 2. de oprichting van een Serviceorganisatie Evenementen en Congressen te faciliteren; 3. één gemeentelijk loket voor evenementen in te richten om de dienstverlening aan evenementenorganisaties verder te verbeteren. Evenementenfonds en Moetjedoen!-regeling We reserveren een substantieel budget in een evenementenfonds om in te kunnen spelen op kansen om bijzondere evenementen aan te trekken zoals bijvoorbeeld het gastheerschap voor Serious Request, of voor nationale sport- of muziekevenementen. Het kunnen hosten van grote nationale evenementen levert een belangrijke bijdrage aan de bekendheid van Amersfoort en heeft - door de grote bezoekersaantallen - direct een gunstig economisch effect op de stad. Middelen uit het evenementenfonds kunnen worden ingezet naast de bestaande subsidieregelingen. Het Evenementenfonds heeft de potentie zich te ontwikkelen tot een matchingsbudget: een aantrekkelijke (financiële) verdubbelaar waar culturele instellingen, creatieve en sportieve 11

200 organisaties, horeca, detailhandel en bedrijfsleven gezamenlijk in investeren en van profiteren door evenementen en festivals aan bredere doelstellingen te verbinden. Voor het Evenementenfonds reserveren we jaarlijks een bedrag van ten minste ,-. Naast het Evenementenfonds komt een Moet-je-doen!-budget beschikbaar, waarmee een kleine, snelle bijdrage kan worden verstrekt voor kleinschalige activiteiten in de stad. Hiervoor willen we in jaarlijks een bedrag van ten minste ,- reserveren. Evenementenfonds en Moetjedoen!-budget zijn beiden gestoeld op de integrale visie op evenementen. Ze gelden vooral voor initiatieven die niet binnen één specifiek beleidsveld of subsidieregeling passen en worden vooral ingezet als co-financiering. De opstart van beide regelingen wordt gefinancierd uit de extra beschikbare gelden uit het Coalitieakkoord , vanaf 2017 moeten nieuwe (structurele) middelen in de begroting worden gezocht. Serviceorganisatie Bij de evenementen is een duidelijke ambitie tot professionalisering zichtbaar. Dat geldt vooral voor de volgende terreinen: 1. Adviseren 2. Coördineren en organiseren 3. Communiceren 4. Kennis ontwikkelen en delen Als uitwerking van deze nota wordt een een Serviceorganisatie Evenementen en Congressen opgericht. De stakeholders 12 ontwikkelen gezamenlijk een onafhankelijke professionele organisatiestructuur rondom evenementen en congressen, daarbij (financieel) ondersteund door de gemeente. Deze professionele organisatie levert producten en diensten op basis van een duidelijk businessmodel. In een gefaseerd groeimodel ontwikkelt deze organisatie zich in een aantal jaren naar een integrale professionele serviceorganisatie, die op strategisch niveau de samenwerking rondom evenementen ondersteunt. De serviceorganisatie biedt ondersteuning op het vlak van sponsor- en fondsenwerving, inkoop en samenwerkingsafspraken aan de gezamenlijke evenementen- en festivalorganisaties. Door dit gezamenlijk te doen wordt een efficiencyslag gemaakt en wordt financieel voordeel behaald. Vooral de samenwerking met horecaondernemers in de stad, de VVV (hospitality) en met de Stichting Citymarketing (marketing en promotie) biedt verdergaande kansen en mogelijkheden. Ook heeft de serviceorganisatie een verbindende functie als kennis- en adviespunt en kan de organisatie een professionele gesprekspartner (ook voor de gemeente) zijn. Daarnaast ontwikkelt de serviceorganisatie een pakket van adviesdiensten voor zakelijke evenementen en congressen voor locatiekeuze, hotel, financiering, congresorganisatie, hospitality, vervoer en sociale programma s. We vinden het belangrijk om het proces naar de oprichting van een serviceorganisatie gezamenlijk met alle belanghebbenden te doorlopen, waarbij ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid betrokken is en bijdraagt: festivalorganisatoren, maar ook VVV en stichting Citymarketing, en gemeente. De afgelopen periode is intensief met de evenementenorganisaties gewerkt aan gezamenlijk vertrekpunt en zijn ambities en uitgangspunten geformuleerd. Het proces naar de inrichting van een serviceorganisatie moet nu nog verder worden uitgewerkt. Dat doen we in samenspraak met de evenementenorganisaties. De inhoudelijke en organisatorische vormgeving van de serviceorganisatie wordt gevoed vanuit de evenementenorganisaties. Wij gaan uit van een gefaseerd model, waarin gaandeweg de vorm en inhoud van de Serviceorganisatie contouren krijgt. De gemeente biedt vooral ondersteuning in het proces en de financiering. Zo nodig wordt hiervoor onafhankelijke expertise ingehuurd. 12 Alle belanghebbenden: vooral de evenementenorganisatoren zelf, maar ook culturele partners, sportorganisaties, horeca en detailhandel, en andere belanghebbenden. 12

201 Voor de opstart van de serviceorganisatie stelt de gemeente de eerste twee jaar jaarlijks ,- beschikbaar. Van evenementenorganisaties en partners in de stad wordt eveneens een financiële bijdrage verwacht 13. Wij verwachten dat een structurele gemeentelijke bijdrage voorlopig noodzakelijk zal blijven: veel evenementen worden door niet-commerciele, vrijwilligersorganisaties gedrage, die hun geringe financiële middelen vooral in willen zetten voor programmering. We willen in een aantal jaren toewerken naar een financieel zelfstandige en professionele Serviceorganisatie Evenementen en Congressen. Afspraken over taken en resultaten worden vastgelegd in prestatieafspraken. Eén centraal gemeentelijk aanspreekpunt Wij vinden het belangrijk om vanuit één gemeentelijk punt de dienstverlening aan evenementenorganisatoren te coördineren. Daarom stellen we één loket (met daarachter een evenemententeam) in, waar evenementenorganisaties al hun vragen kunnen stellen, van vergunningverlening tot subsidieregelingen, van marktverplaatsingen tot locatiekeuze en van sportieve, culturele tot andersoortige publieksevenementen. Het evenemententeam stelt vooralsnog de jaarlijkse evenementenkalender op, initieert de Startbijeenkomst en Evenementenplatforms 14, onderhoudt contact met het hulpdienstenoverleg, coördineert de evaluatie van ieder evenement en is actief betrokken bij alle ontwikkelingen op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Als de professionaliseringsslag verder vorm heeft gekregen kan een aantal van deze taken op termijn wellicht bij de Serviceorganisatie Evenementen en Congressen worden neergelegd. 13 Het (gefaseerde) financieringsmodel vormt een onderdeel van het proces van oprichting van de serviceorganisatie. Dan wordt ook duidelijk welke verdienmogelijkheden de serviceorganisatie heeft en welke bijdrage van organisatoren en partners kan worden gevraagd. 14 Jaarlijks wordt in een Startbijeenkomst de Evenementenkalender en eventueel veranderde regelgeving aan organisaties gepresenteerd. Twee maal per jaar worden in het Evenementenplatform met alle belanghebbenden wetenswaardigheden en ontwikkelingen besproken. 13

202 6. Hoe past het evenementenbeleid in de bredere context? In deze paragraaf geven we aan hoe het Amersfoortse beleid aansluit op het provinciaal en rijksbeleid. Provinciaal beleid Vanuit de provincie worden evenementen eveneens ondersteund, waarbij onder meer wordt gekeken naar het belang van het festival, de spreiding over de regio, disciplines, publieksbereik en professionaliteit 15. Meerjarige provinciale subsidie is in de afgelopen jaren onder andere aan twee Amersfoortse festivals verstrekt, te weten Amersfoort Jazz en Festival Spoffin 16. De provincie Utrecht heeft sinds 2011 geen actief sportbeleid meer. Binnen de provincie Utrecht verkennen wij wel de mogelijkheden om aan te haken bij grote sportevenementen. Mogelijk biedt de Grand Depart de start van de Tour de France in Utrecht - in 2015 kansen voor een sportieve spin-off met een culturele component. Door de samenwerking te zoeken tussen culturele, sport- en zakelijke evenementen en congressen sluiten we aan bij de ambities vanuit de Economic Board Utrecht om de positie van de provincie Utrecht als meest competitieve regio in Europa te behouden. Rijksbeleid OC&W Sinds haar aantreden heeft minister Bussemaker (Cultuur) haar beleid in een serie brieven aan de Tweede Kamer toegelicht. In juli 2014 stuurde zij een brief naar de Tweede Kamer 17 waarin zij de intrinsieke waarde van cultuur verbindt met de maatschappelijke en economische waarde van cultuur: zij beschrijft manieren om de artistieke waarde van cultuur te vertalen naar maatschappelijk en economisch belang voor de samenleving. Domeinen die de maatschappelijke waarde van cultuur goed zichtbaar maken zijn Welzijn, Zorg, Sport en Onderwijs. Dit sterkt ons in onze doelstelling om ook in Amersfoort de verbinding te zoeken van cultuur met andere domeinen en ruimte te bieden aan jong en lokaal talent, door hen een podium te bieden bij festivals en evenementen. VWS Sporten en bewegen staan voorop in het gezondheidsbeleid van de Rijksoverheid. Projecten die mensen aansporen meer te gaan sporten en bewegen worden door het Rijk ondersteund, bijvoorbeeld met buurtsportcoaches of via de Sportimpuls. Het gaat daarbij veelal om laagdrempelige activiteiten, dichtbij huis, op de sportaccommodaties en in de openbare ruimte. Nederland wil als sportland bij de internationale top 10 horen. Daarom investeert de Rijksoverheid ook in een topsportklimaat waarin topsporters zo goed mogelijk kunnen presteren en medailles kunnen winnen. De Rijksoverheid ondersteunt Topsport Talentscholen, Centra voor Topsport en Onderwijs en biedt stipendia voor topsporters. Het Rijk ondersteunt de organisatie van topsportevenementen in Nederland (op EK en WK niveau). In 2015 is Nederland gastheer van een aantal toonaangevende evenementen, zoals: het WK Beachvolleybal, WK schaatsen, EK Short Track, EK Volleybal dames en de start van de Tour de France. In navolging van het rijksbeleid wil Amersfoort eveneens haar bewoners in beweging brengen door het aanbieden van goede voorzieningen en laagdrempelige activiteiten, en daarnaast (top)talenten kunnen herkennen en ontwikkelen. 15 Zie de provinciale nota Cultuur voor U, en de subsidieregelingen van de provincie. 16 De provinciale adviescommissie legt in haar algemene advies de nadruk op talentontwikkeling en raadt evenementenorganisatoren aan om actief op zoek te gaan naar samenwerking en verbindingsmogelijkheden. Ook vraagt de adviescommissie evenementenorganisatoren om na te denken over strategieën bij tegenvallende inkomsten. 17 Cultuur verbindt: een ruime blik op cultuurbeleid, #

203 7. Hoe worden de ambities uit het evenementenbeleid betaald? Voor evenementen zijn reguliere middelen beschikbaar die via de subsidieregelingen worden toegekend. Daarnaast is er in het Coalitieakkoord tijdelijk extra geld beschikbaar gesteld. Subsidieregelingen Amersfoort kent meerdere subsidieregelingen waaruit evenementen (kunnen) worden gefinancierd: - Meerjarige subsidie Cultureel Klimaat ,- per jaar - Incidentele subsidie Cultureel Klimaat ,- per jaar - Bijzondere Sportevenementen ,- per jaar - Grootschalige Sportevenementen ,- per jaar Binnen de afdeling Economische Zaken is een budget van zo n ,- beschikbaar voor het stimuleren van initiatieven die passen binnen de toeristische doelstellingen. In voorkomende gevallen is er geld uit dit budget voor de ondersteuning van evenementen ingezet. Het subsidieplafond voor iedere regeling wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgelegd. Voor subsidieverlening gelden voorwaarden 20. Coalitieakkoord In het Coalitieakkoord van april 2014, is voor 2015 en 2016 een aantal extra budgetten opgenomen die van belang zijn voor de uitvoering van de ambities in deze nota. In 2015 en 2016 is ,- per jaar beschikbaar voor het stimuleren en profileren van de aantrekkelijkheid van Amersfoort als congresstad, voor grootschalige evenementen en/of congressen die de stad nog beter op de kaart zetten. Voor het mogelijk maken van culturele evenementen en festivals met een (boven)regionale en/of landelijke uitstraling is in 2015 en 2016 per jaar ,- beschikbaar. Voor de organisatie van één- of meerdaagse sportactiviteiten en toernooien is in 2015 en in ,- per jaar beschikbaar als cofinanciering. De nadruk ligt op sportactiviteiten voor jeugd en jongeren. Daarmee is in 2015 en 2016 in totaal tijdelijk ,- per jaar extra beschikbaar, dat gedeeltelijk 21 wordt ingezet om de ambities uit deze nota (mede) te financieren. In 2015 willen wij ,- inzetten voor het Evenementenfonds, de Moetjedoen!-regeling en de opstart van de serviceorganisatie. Eind 2015 wordt de balans opgemaakt om vast te kunnen stellen of dit bedrag ook in 2016 toereikend is voor de uitwerking van de ambities uit deze nota. In 2016 moet duidelijk zijn wat reële verdienmodellen voor de serviceorganisatie zijn, welke bijdrage partners in de stad leveren en of voortzetting van gemeentelijke financiële ondersteuning nodig is. Na de opstart met een financiele impuls vanuit de Coalitieakkoordgelde verwachten wij dat een (weliswaar afnemende) gemeentelijke bijdrage voorlopig noodzakelijk zal blijven. Voor een financiële bijdrage vanuit de gemeente vanaf 2017 moeten nieuwe (structurele) middelen in de begroting worden gezocht. 18 Afhankelijk van de subsidieaanvragen en de beoordeling door de BACK kunnen deze gelden worden ingezet voor evenementen, maar ook voor andersoortige aanvragen. 19 Deze regeling is bedoeld voor bijv. nationale of internationale kampioenschappen, wedstrijden/ toernoeien/demonstraties van nationale of internationale topteams/-atleten, etc. 20 Op wordt iedere subsidieregeling doelstelling en voorwaarden - nader toegelicht. 21 Voor de overige gelden worden separaat voorstellen ingediend. 15

204 8. Het resultaat! Met de basis, de richting en het kader zoals in deze Nota Evenementenbeleid beschreven, zetten we de komende jaren in op integrale benadering en professionalisering van evenementen. Door het ondersteunen en faciliteren van (de samenwerking tussen en met) evenementenorganisaties en andere partners geven we het evenementenbeleid in Amersfoort een nieuwe impuls. Het resultaat is een evenwichtig en divers geheel aan kwalitatief hoogwaardige culturele, sportieve en publieksevenementen. Evenementen die nauw met elkaar en met partners zijn verbonden in een professioneel samenwerkingsverband en zorgen voor een grote toegevoegde (economische) waarde voor de stad! Dat geeft een mooie basis om - samen met festivalorganisatoren, stichting Citymarketing en VVV in de toekomst verder te denken over een duidelijker festivalprofiel, uitgaande van de centrale ligging van Amersfoort en een grote verscheidenheid aan locaties. 16

205 Besluitenlijst De Ronde datum: 13 januari 2015 van tot uur vergaderruimte: Raadzaal (1.02) aantal bezoekers: 30 Onderwerp Samen bouwen aan Evenementen Nota Evenementenbeleid 2015 Van College van B&W Soort bijeenkomst Voorbereiding besluit Van de raadsleden Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel en de nota en zich voor te werd gevraagd bereiden op besluitvorming de visie en uitgangspunten voor het evenementenbeleid, zoals verwoord in de nota Evenementenbeleid Voorzitter Huijdts Collegelid Van den Berg Secretaris Van Kan Ambtenaren Arendsen Fractiewoordvoerders Aghina (CDA), Blaauw (D66), De la Combé (PvdA), Ens (VVD), Janssen (GL), Van de Kolk (CU), Meijer (SP), Mulder (OPA), Stoelinga (Amersfoort2014), Van Wegen (BPA) Inspreker(s)/ genodigden Samenvatting en afspraken Reg.nr Insprekers: - M. Penning, Grandcafé Halewijn - L. Bommezijn, Bistro t Kannetje - K. Rico, Mamaroux en Lobbes - W. Huijskes, Stichting Lieve Vrouweplein - P.D. Tigelaar, VVV Amersfoort - A. Beets, Stichting Amersfoort Jazz - V. de Vries, KHN afdeling Amersfoort - A. Konijnenbelt, Festival Spoffin - W. de Zeeuw, ondernemer De Hof - A.J. Buunk, voorzitter stichting Groenmarktfestiviteiten Na een vraag van orde van dhr. Meijer over de invloed van het provinciaal toezicht op de besluitvorming, hebben de insprekers het woord gevoerd en vragen van woordvoerders beantwoord. Vervolgens hebben woordvoerders zich tijdens een 1-minutenronde uitgesproken over het raadsvoorstel. Hoewel het merendeel van de woordvoerders zich in de basis kan vinden in de nota acht geen van allen het voorstel momenteel rijp voor besluitvorming. Punten van kritiek hadden betrekking op: - draagvlak horecaondernemers - juiste verwerking amendement A-3.2a (CU) Visie op festivals in nota - financiële situatie Evenementenserviceorganisatie na aandacht voor diversiteit evenementen - onduidelijk begrippenkader Toezeggingen Advies aan het presidium Wethouder Van den Berg zegt toe de nota aan te passen op basis van input uit De Ronde. Vervolgstap college: aanpassen nota, vervolgens terug in De Ronde # v1 - BESLUITENLIJST DR SAMEN BOUWEN AAN EVENEMENTEN

206 Besluitenlijst Nota Evenementenbeleid 2015 De Ronde en Het Plein Datum: dinsdag 13 januari 2015 Aanvang: 19:00. GroenLinks/D66: Parkeerdruk in gebieden grenzend aan parkeervergunninggebieden Rondetafelgesprek

207 Besluitenlijst Nota Evenementenbeleid 2015 GroenLinks/D66: Parkeerdruk in gebieden grenzend aan parkeervergunninggebieden Rondetafelgesprek Agendapunt GroenLinks/D66: Parkeerdruk in gebieden grenzend aan parkeervergunninggebieden (pdf) Bijlage - Raadsinformatiebrief Resultaat parkeeronderzoeken 2013 *Presentatie vergunningparkeren (pdf) Besluitenlijsten De Ronde - Besluitenlijst Parkeerdruk in gebieden grenzend aan parkeervergunninggebieden (pdf) Bijlage - Audioverslag

208 Agendapunt De Ronde Titel Parkeerdruk in gebieden grenzend aan parkeervergunninggebieden Datum 13 januari 2015 Van GroenLinks en D66 Portefeuillehouder Buijtelaar Ambtelijk contact Prot ( ) Programma 8. Mobiliteit Soort bijeenkomst Rondetafelgesprek Reden van aanbieding Het afgelopen jaar hebben fracties veel klachten ontvangen van bewoners over parkeerdruk in gebieden die grenzen aan parkeervergunninggebieden. Ook ontstaan onveilige situaties omdat auto s in die gebieden op de stoep worden geparkeerd. Doel van dit agendapunt is om in kaart te brengen welke parkeerproblemen er in de verschillende wijken liggen, en wat mogelijke oplossingen zijn? Inhoud Met deze bijeenkomst willen fracties in gesprek met bewoners, verkeersdeskundigen en de andere woordvoerders om in kaart te brengen hoe groot de parkeerdruk is en wat mogelijke maatregelen kunnen zijn om de parkeerdruk te verlagen. Opties zoals vergunningparkeren, met voor- en nadelen, voorwaarden en wenselijkheid, worden verkend. Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolg Advies presidium Reg.nr Walter Prot, verkeerskundige van de gemeente, verzorgt een presentatie. Kennis te nemen van de informatie In gesprek te gaan met bewoners Afhankelijk van de bespreking in De Ronde. Bijbehorende documenten Raadsinformatiebrief Resultaat parkeeronderzoeken 2013 # v1 - AGENDAPUNT DR GROENLINKS/D66: PARKEERDRUK IN GEBIEDEN GRENZEND AAN PARKEERVERGUNNINGGEBIEDEN

209 Vergunningparkeren Het beleid Walter Prot Adviseur Parkeren Verkeerskundige Stadskern/Zonnehof

210 Vergunningparkeren Huidig beleid Criteria voor uitbreiding Het beleid in de praktijk Parkeeronderzoeken Enquêtes Raadsinformatiebrieven Aandachtspunten

211 Vergunningparkeren Huidig beleid, criteria voor uitbreiding Gericht op voorkomen van parkeeroverlast overdag in woongebieden Parkeerdruk is op werkdagen 90%. (meerdere dagen, 2 uur) Uitbreiding meer dan 250 parkeerplaatsen Als daaraan wordt voldaan: bewonersenquête: Invoeren als: Respons 50% Ja zegt 50%

212 Vergunningparkeren Het beleid in de praktijk Parkeeronderzoeken, na klachten Sinds 2007 tot 2014 tweejaarlijks Veelal dezelfde buurten

213 Vergunningparkeren Onderzoeksbuurten

214 Vergunningparkeren Het beleid in de praktijk Enquêtes In 2013 in Soesterkwartier en Berg-Zuid Raadsinformatiebrieven Met resultaten van de parkeeronderzoeken.

215 Vergunningparkeren Aandachtspunten De ervaren parkeeroverlast is soms terecht! Er moet een logisch (begrijpbaar) gebied zijn. Laatste uitbreiding was in Vergunningparkeren geeft ook beperkingen. Soms geuite kritiek: Groot gebied wordt geënquêteerd, dan haal je nooit voldoende voorstanders Trottoirparkeren (2 wielen op trottoir) wordt meegerekend in de parkeercapaciteit.

216 Vergunningparkeren Vragen

217

RAADSVOORSTEL. Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Wethouder P. van den Berg april2013 HB

RAADSVOORSTEL. Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Wethouder P. van den Berg april2013 HB RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Wethouder P. van den Berg Reg.nr. Datum Agendapunt 4365090 8 april2013 HB-4 B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit

Nadere informatie

E. van den Boom raad00684

E. van den Boom raad00684 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email E. van den Boom 3665 ebo@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00684 Vaststellen bestemmingsplan Waalreseweg - Dijkstraat

Nadere informatie

op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 mei 2013, sector SOB/RO (nr );

op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 mei 2013, sector SOB/RO (nr ); Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Amersfoort; Reg.nr.4396306 op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 mei 2013, sector SOB/RO (nr.4396306); bes I u i t: 1.

Nadere informatie

E.G.M. van den Boom / juli 2017

E.G.M. van den Boom / juli 2017 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.1 E.G.M. van den Boom 3665 Evelien.van.den.Boom@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 120977/239451 6 juli 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

TITEL Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor bouw woningen aan de Stavestraat en de Valkestraat

TITEL Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor bouw woningen aan de Stavestraat en de Valkestraat RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Wethouder P. van den Berg Reg.nr. Datum 4410142 8 april2014 B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit

Nadere informatie

De Raad 24-11-2015 Aanvang: 19:00

De Raad 24-11-2015 Aanvang: 19:00 De Raad 24-11-2015 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 Het Plein 19:00 19:30 20:00 20:15 Raadsacademie: Circulair inkopen van ambitie naar praktijk in Amersfoort vrz: Smulders pfh: Buijtelaar/Kemmerling

Nadere informatie

De Raad Aanvang: 19:00

De Raad Aanvang: 19:00 De Raad 06-12-2016 Aanvang: 19:00 Tijd Collegekamer 1.25 17:30 Presidium 18:30 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 19:00 Parkeerverordening 2017 en Verordening Parkeerbelastingen 2017:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.: Agendapunt nr.: Raadsvoorstel Onderwerp: Gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Kattenbos 6 te Reusel Datum besluit B&W: 5 februari 2019 Vergaderdatum: 12 maart 2019

Nadere informatie

C.C.A. Evers 3678

C.C.A. Evers 3678 Agendapunt commissie: 3.3 steller telefoonnummer email C.C.A. Evers 3678 carlijn.evers@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 123325/225214 portefeuillehouder M. Wijnen onderwerp Verklaring

Nadere informatie

C. Evers 3678

C. Evers 3678 Agendapunt commissie: 3.2 steller telefoonnummer email C. Evers 3678 cev@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering portefeuillehouder M. Wijnen 4405/8116 onderwerp Bestemmingsplan Carolusdreef

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Drechterland Zuid RTG: 12-10-2015 Raadsvoorstel: 22-9-2015, nr. 2015-53 Portefeuillehouder: Programma:

Nadere informatie

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST Steller advies: Zaaknummer Afdeling: Datum: O. de Man 1891268 Ruimte 27-10-2017 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Soesterengweg 6 zenden aan de raad ter vaststelling. Voorstel

Nadere informatie

Debby Bouwhuis BP Br

Debby Bouwhuis BP Br SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201307 394854 / 394854 ONDERWERP Debby Bouwhuis BP Br Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Boeldershoek 2009 AGENDANUMMER

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-041 Houten, 13 mei 2014 Onderwerp: Het herontwikkelen van Het Gebouw door middel van de bouw van 10 levensloopbestendige woningen aan de Jonkheer Ramweg 40 in Schalkwijk.

Nadere informatie

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel)

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpstraat 59(Riel) Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel) Agendapunt: Zaaknummer: 2018-008690 Onderwerp Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de

Nadere informatie

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Katwijk aan den Rijn 2012 Aan de gemeenteraad Zaaknummer : 2012-23744 Programma : Wonen en ruimte Onderwerp : Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012 Katwijk, 18 december 2012 Inleiding Bestemmingsplan

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 3-9-2013 Nummer voorstel: 2013/65 Voor raadsvergadering d.d.: 17-09-2013 Agendapunt: 09 Onderwerp:

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.'

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.' gemeente Eindhoven Inboeknummer Dossiernummer 17.30.654 B&W beslisdatum 25 juli 2017 Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.' Inleiding Voor Luchthaven Eindhoven

Nadere informatie

TITEL Voorbereidingsbudget sloop Sportfondsenbad en zwembad Liendert en herontwikkeling locatie Sportfondsenbad

TITEL Voorbereidingsbudget sloop Sportfondsenbad en zwembad Liendert en herontwikkeling locatie Sportfondsenbad RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 5386726 Aan : Gemeenteraad Datum : 13 december 2016 Portefeuillehouder : Wethouder J.C. Buijtelaar Agendapunt : B&W-vergadering : 13-12-2016 De

Nadere informatie

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en 409-413 Waalwijk DEEL 1: INLEIDING Het voorontwerpbestemmingsplan Grotestraat 403 en 409-413 Waalwijk heeft op grond van de

Nadere informatie

Combinatie van voorgaande redenen, te weten: Actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving.

Combinatie van voorgaande redenen, te weten: Actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201887 394266 / 394266 ONDERWERP A.C.J. Mahler BP Br Vaststelling best.plan Deurningerstr.-Schaepmanstr. AGENDANUMMER

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01)

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 april 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen

Nadere informatie

De Ronde 20-01-2009 Aanvang: 20:30

De Ronde 20-01-2009 Aanvang: 20:30 De Ronde 20-01-2009 Aanvang: 20:30 Tijd Molendijkzaal 0.01 20:30 Bestemmingsplan Buitengebied Oost Rondetafelgesprek met gemeenteraad Leusden Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Oost heeft ter inzage

Nadere informatie

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

2. GEVRAAGDE BESLISSING: *Z0109EAA757* Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer Voorstellen Raad Directeur : L. Huberts Zaakgericht\407 Behandelend ambtenaar A.A. Siesling Zaaknummer Z.16-18920 Datum: 20 december 2016 Afdeling

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Agendapunt: Zaaknummer: 2017-013931 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Eén woning mogelijk

Nadere informatie

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Centrum en omgeving t.b.v. nieuwbouw Vomar ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar SAMENVATTING Op 22 mei 2017 is door Trottoir Participaties B.V. (Hoorne Vastgoed) een verzoek om wijziging

Nadere informatie

onderwerp: Vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124

onderwerp: Vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124 g e m e e n t e Rijssen-Holtei\i Rijssen, 17 november 2016 Voorstel van het college aan de raad raadsvergadering: 22 december 2016 agendanummer: 14 opgemaakt door: Wonen en Ondernemen - Economie en Veiligheid

Nadere informatie

Combinatie van voorgaande redenen, te weten actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving.

Combinatie van voorgaande redenen, te weten actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G200528 418777 / 418777 ONDERWERP P. Neuteboom BP Br Vaststellen Bestemmingsplan en Beeldkwaliteitplan Expo Business parc

Nadere informatie

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast.

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast. Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 13443 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Aan de raad, 1. Beslispunten De gemeenteraad

Nadere informatie

onderwerp: Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Parkstede 1. Het ontwerpbestemmingsplan "Wonen Rijssen, Parkstede" gewijzigd vast te stellen;

onderwerp: Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Parkstede 1. Het ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Parkstede gewijzigd vast te stellen; g e m e e n t e Rijssen-Holter\v Rijssen, 21 maart 2017 Voorstel van het college aan de raad raadsvergadering: 20 april 2017 agendanummer: 13 opgemaakt door: Ruimtelijk Domein Strategie en Consulenten

Nadere informatie

nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING

nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING Onderwerp Vaststelling wijzigingsplan Zwanenburg 1 e wijziging mr. M.L. (Mariëtte) Sedee Schuitemaker PM Inlichtingen M. Romijn (+31235674240) Portefeuillehouder

Nadere informatie

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr. Raadsvoorstel Agendapunt: 16 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.: 060-2018 Opsteller: Toon Capel Portefeuillehouder:

Nadere informatie

De Raad 29-11-2005 Aanvang: 18:00

De Raad 29-11-2005 Aanvang: 18:00 De Raad 29-11-2005 Aanvang: 18:00 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 B&W-kamer 1.25 Extra locatie 18:00 Tijd. voorbereidend intern overleg Projectgroep Veilig op Straat (VOS); presentatie Hotspots Herbouwvarianten

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot verlening verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van 36 studentenstudio's aan de Hessen Kasselstraat 3

Raadsvoorstel tot verlening verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van 36 studentenstudio's aan de Hessen Kasselstraat 3 gemeente Eindhoven Inboeknummer Dossiernummer 17.43.653 B&W beslisdatum 24 oktober 2017 Raadsvoorstel tot verlening verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van 36 studentenstudio's aan de Hessen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum:

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum: Datum: Raadsvoorstel College Ja Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Eindhovenseweg 10-12 te Boxtel Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de beantwoording van de zienswijzen volgens bijgaande

Nadere informatie

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau; Baarle-Nassau GEM B. en W Raad BAARLE-NASSAU brd1300082 Inge* 1 1 DEC. 2013 No. B. Ţşect.~ftü~ De raad van de gemeente Baarle-Nassau; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr Corsa kenmerk / 15.

Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr Corsa kenmerk / 15. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr. 2015-023 Corsa kenmerk 15.0006401 / 15.0006401 Portefeuillehouder Ambtenaar Afdeling wethouder I.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni Onderwerp:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni Onderwerp: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni 2013 Onderwerp: Gevraagde Beslissing: Vaststellen bestemmingsplan Stormpolder, inclusief PlanMER en Geluidruimteverdeelplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 13443 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Aan de raad, 1. Beslispunten De gemeenteraad

Nadere informatie

Gemeente Delft. 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond Friso Vossen 2112 vaststelling bestemmingsplan ^ GR I

Gemeente Delft. 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond Friso Vossen 2112 vaststelling bestemmingsplan ^ GR I Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad Gescand archief Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Doelstelling Registratie nr. Stuk college van B&W 9 O i i onw 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

Onderwerp: Beslispunten: Samenvatting van het voorstel:

Onderwerp: Beslispunten: Samenvatting van het voorstel: Routingformulier Voor hulp bij het schrijven van het voorstel, ga hier naar de toelichting per onderdeel: http://zaakomgeving.nieuwegein.nl/templates/toeli chting%20inhoud%20bw%20voorstellen.docx Nummer:

Nadere informatie

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder 150714-44-RUI-01 Raadsvoorstel start MER procedure Spinder_crdv 1 Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder Aanleiding Stichting MOED heeft een verzoek om herziening van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Doetinchem, 15 juni 2018

Doetinchem, 15 juni 2018 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 2 ALDUS VASTGESTELD 28 JUNI 2018 Bestemmingsplan 'Parapluherziening Uitsluiten woningbouw bestemmingen Centrum en Gemengd - 2018' Te besluiten om: 1. De Nota van zienswijzen

Nadere informatie

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie. Raadsvoorstel Zaaknummer: 2017-008843 gemeente Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen 20-06-2017 30-01-2018 Ter inzage 1.

Nadere informatie

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg'

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg' B & W - NOTA Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg' Het College van B&W stelt de Raad voor te besluiten: De raad van de gemeente Vlissingen; overwegende dat, overeenkomstig

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858 Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0093 A 10 12/858 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Emmen, Emmerhout Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle Voorbereidende raadsvergadering: 5 november 2013 Besluitvormende raadsvergadering: 26 november 2013 Portefeuillehouder: E. Damen AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling

Nadere informatie

Zienswijzennota Mgr. van de Weteringstraat 68-75 #4703567

Zienswijzennota Mgr. van de Weteringstraat 68-75 #4703567 Zienswijzennota Mgr. van de Weteringstraat 68-75 #4703567 Zienswijzennota Mgr. van de Weteringstraat 68-75 Behorend bij het raadsvoorstel en besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan Mgr. van de

Nadere informatie

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10)

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Programma Stedelijke ontwikkeling B. Velthuis Samenvatting Het plangebied ligt centraal in stadsdeel Dukenburg,

Nadere informatie

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2015-53 Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith - 2013'. Dienst/afdeling SRO De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

O P E N B A A R. Advies:

O P E N B A A R. Advies: O P E N B A A R VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: A. Barelds Tel nr: 8494 Nummer: 16A.00286 Datum: 21 maart 2016 Team: Ruimte Tekenstukken: Nee Bijlagen: 1 Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.):

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 23 juni 2016 16-042 Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële snippergroen Aan de raad, Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële snippergroen Gevraagde

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Eerste partiële herziening bestemmingsplan Noordoost, Roba Metals'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Eerste partiële herziening bestemmingsplan Noordoost, Roba Metals' Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente IJsselstein ^ W C f» C C «I. c IJssel stein agendapunt Zaaknummer Programma Cluster Portefeuillehouder Informatie bij E-mail/tel.nr. 388338 Woon- en leefomgeving

Nadere informatie

besluit Jaargang Kenmerk Onderwerp Bestemmingsplan Stadshagen, Broderiestraat, Nieuw Frankhuis speeleiland De raad van de gemeente Zwolle;

besluit Jaargang Kenmerk Onderwerp Bestemmingsplan Stadshagen, Broderiestraat, Nieuw Frankhuis speeleiland De raad van de gemeente Zwolle; besluit Jaargang Kenmerk Onderwerp 36749 Bestemmingsplan Stadshagen, Broderiestraat, Nieuw Frankhuis speeleiland De raad van de gemeente Zwolle; Gelezen het van burgemeesters en wethouders, d.d. 20-06-2017

Nadere informatie

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

vaststellen bestemmingsplan Bartok Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Larixstraat 50. Zienswijzennota

Omgevingsvergunning Larixstraat 50. Zienswijzennota Omgevingsvergunning Larixstraat 50 Zienswijzennota Zienswijzennota Omgevingsvergunning Larixstraat 50 (Doc.nr. #5238116 v2) 2 INHOUD 1. INLEIDING 4 1.1. Status zienswijzennota 4 1.2. Procedure omgevingsvergunning

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vierde partiële herziening Noordoost, HC IJsseloever

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vierde partiële herziening Noordoost, HC IJsseloever Raadsvoorstel Gemeente IJsselstein agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 443111 Programma : Woon- en leefomgeving Commissie : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. J.H. Lappee Informatie

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-001138 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) Datum voorstel 12 maart 2019 Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Maximaal 5

Nadere informatie

De Raad 04-12-2012 Aanvang: 19:00

De Raad 04-12-2012 Aanvang: 19:00 De Raad 04-12-2012 Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 19:00 Waarborgen ruimtelijke kwaliteit door stadsbouwmeester en commissie ruimtelijke kwaliteit vrz: Land secr:

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Doelstelling Door de bestemmingsplanherziening wordt de legale en bestaande situatie planologisch juist opgenomen.

gemeente Eindhoven Doelstelling Door de bestemmingsplanherziening wordt de legale en bestaande situatie planologisch juist opgenomen. gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu Raadsnummer 10R4104 Inboeknummer 10bst02151 Beslisdatum B&W 9 november 2010 Dossiernummer 045.252 Raadsvoorsteltot het gewijzigd vaststellen van het

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014 Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 29 september 2014 Documentnummer : 2014.0.072.353 Zaaknummer: 2014-03-00149 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

De gemeenteraad van Wijchen

De gemeenteraad van Wijchen De gemeenteraad van Wijchen 17 2 1652 Wonen en Leefbaarheid Beslisnota Bestemmingsplan Huurlingsedam fase 2 Wijchen, 23 mei 2017 Geachte leden van de raad, Beslispunten 1. Het bestemmingsplan Huurlingsedam

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 61875 Datum : 10 juni 2014 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 6 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Bestemmingsplan "1e Herziening Burgemeester Smitsplein, Made"

Bestemmingsplan 1e Herziening Burgemeester Smitsplein, Made Aan de Raad Made, 10 april 2012 Agendapuntnummer: 9 Raadsvergadering : 24 mei 2012 Onderwerp: Bestemmingsplan "1e Herziening Burgemeester Smitsplein, Made" Registratienummer: 12int01227 Casenr: 12.00500

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 12.0145 Rv. nr.: 12.0145 B en W-besluit d.d.: 27-11-2012 B en W-besluit nr.: 12.1139 Naam programma: Stedelijke ontwikkeling Onderwerp: Vaststelling omgevingsvergunning Ruime Consciëntiestraat

Nadere informatie

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 Voorstel raad en aadsbesluit Programma Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.19.0775 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' ~Q~ ~"~ Gemeente Breda Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 43874] Aantal bijlagen: - 2 - Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' Voorgesteld

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord

RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord Nisommiv asnamaar mingsbir wow,demiese war...damirsimmi traimisalianismin Gemeente Zeist Portefeuillehouder Wethouder Fluitman Ronde Tafel november 2017 Opsteller

Nadere informatie

De Raad Aanvang: 19:00

De Raad Aanvang: 19:00 De Raad 15-09-2015 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 19:00 Samen bouwen aan Evenementen II - Nota Evenementenbeleid 2015 vrz: Van Hamersveld secr: Van Kan SP: Het oudste fabrieksgebouw

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

2. Instrumentenoverzicht Gemeenteraad Utrecht

2. Instrumentenoverzicht Gemeenteraad Utrecht 2. Instrumentenoverzicht Gemeenteraad Utrecht Instrument Wat wil ik? Welke procedure? AMBTELIJKE BIJSTAND Verordening op de ambtelijke bijstand Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr. 45 AMENDEMENT Artikel

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A gemeente Baarn Programma Fysiek Domein juni 2015 1 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding...5 1.1 Ter plaatse geldende bestemmingsplan...5 1.2 Procedure...5 2 De ingekomen zienswijzen...6

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan 'De Utrecht' Datum voorstel: 4 februari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr.

Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan 'De Utrecht' Datum voorstel: 4 februari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr. Raadsvoorstel Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan 'De Utrecht' Datum voorstel: 4 februari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr.: 014-2014 Opsteller: Marijn Hartgerink Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : P.J. Beers : Beleid en Projecten : M. Klazema Voorstel aan de raad Onderwerp Programma : Vaststelling bestemmingsplan

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. C.V. beroep ingesteld. De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan waarin het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard.

GEMEENTE BOEKEL. C.V. beroep ingesteld. De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan waarin het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard. GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 13 september 2016 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Nieuw besluit op het bezwaar van Den Hollander Advocaten, namens Molenbrand

Nadere informatie

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Titel: Derde

Nadere informatie

[N.v.t.] : Burgemeester en Wethouders [N.v.t.] Uiterste behandeldatum (+ reden)

[N.v.t.] : Burgemeester en Wethouders [N.v.t.] Uiterste behandeldatum (+ reden) B&W-voorstel Onderwerp Ontwerpbestemmingsplan De Leyens en Noordhove Zaaknummer -2012-000562 Documentnummer DOC-2012-003664 Versie Auteur Mw. L.M.H. Springeling l.m.springeling@zoetermeer.nl 079-3469815

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers- Koenpark Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder T. Herrema Pagina 1 Vragen bij: Afdeling: W.B. de

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad 16-10- Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan 'Regenboogbuurt en Eilandenbuurt' Beleidsveld Beheer en Leefomgeving Portefeuillehouder Ed Anker Vragen bij T. de Bruijn- van der Wilt/E. Weijnen Dienst Dienst

Nadere informatie

PROCESPLAN fase ontwerp postzegelbestemmingsplan en definitief ontwerp bouwplan. Herontwikkeling Scapino / De Nieuwe Brink

PROCESPLAN fase ontwerp postzegelbestemmingsplan en definitief ontwerp bouwplan. Herontwikkeling Scapino / De Nieuwe Brink 1. HET PROJECT PROCESPLAN fase ontwerp postzegelbestemmingsplan en definitief ontwerp bouwplan Herontwikkeling Scapino / De Nieuwe Brink Vastgesteld door College van B&W: 9 april 2013 Geactualiseerd: 1

Nadere informatie

De Raad 29-10-2013 Aanvang: 19:00

De Raad 29-10-2013 Aanvang: 19:00 De Raad 29-10-2013 Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 HB 19:00 Herdenking Ramón Smits Alvarez 19:45 Tijd Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 Vervallen onderwerpen Het Plein (vervallen) 20:00 20:30 21:00

Nadere informatie

Het college vraagt de gemeenteraad het bestemmingsplan Studentenhuisvesting Hotel Management

Het college vraagt de gemeenteraad het bestemmingsplan Studentenhuisvesting Hotel Management Samenvatting Het college vraagt de gemeenteraad het bestemmingsplan Studentenhuisvesting Hotel Management School Maastricht ongewijzigd vast te stellen. Om de verwachte groei aan te kunnen en om woonruimte

Nadere informatie

C. Evers raad00594

C. Evers raad00594 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 3678 cev@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00594 Vaststellen bestemmingsplan Gertrudisdal-Norbertusdreef

Nadere informatie

Artikel 34 In dit artikel zijn nu alle nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven geregeld. Er staan geen verwijzingen naar andere bestemmingen in.

Artikel 34 In dit artikel zijn nu alle nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven geregeld. Er staan geen verwijzingen naar andere bestemmingen in. Raadsvoorstel ^ _ Gemeente w e III K B tl l K Usselstein Aan de raad van de gemeente Usselstein Zaaknummer "142784 Programma : Woon- en leefomgeving Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V. Veldhuijsen

Nadere informatie

Van: L. Lindeman Tel nr: 8642 Nummer: 17A.00981

Van: L. Lindeman Tel nr: 8642 Nummer: 17A.00981 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD EN RAADSINFORMATIEBRIEF Van: L. Lindeman Tel nr: 8642 Nummer: 17A.00981 Datum: 11 september 2017 Team: Ruimtelijke plannen Tekenstukken: Ja

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/196342 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft' Gevraagd besluit 1. Het bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand Raadsstuk Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand Nummer 2017/209688 Portefeuillehouder Spijk, J.K.N. van Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling Afdeling STZ/RB Auteur

Nadere informatie

Bestemmingsplan De Weide, Herziening Grutto Nota Zienswijzen

Bestemmingsplan De Weide, Herziening Grutto Nota Zienswijzen Bestemmingsplan De Weide, Herziening Grutto Nota Zienswijzen Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan De Weide, Herziening Grutto heeft vanaf vrijdag 6 september 2013 tot en met donderdag 17 oktober 2013 ter

Nadere informatie

GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Nee College 21 april 2015 Financieel Juridisch

GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Nee College 21 april 2015 Financieel Juridisch *Z00BB4A8E79* Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/15-00259 Directeur : mevr. S. van Heeren Behandelend ambtenaar M. Middelbeek Zaaknummer Z.15-13754 Datum: 22-4-2015 Afdeling Beleid team

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Opgesteld door: Marly Beckfeld, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Grondbedrijf. Portefeuillehouder: T. Veninga

Raadsvoorstel. Opgesteld door: Marly Beckfeld, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Grondbedrijf. Portefeuillehouder: T. Veninga Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders Raadsvoorstel Portefeuillehouder: T. Veninga Opgesteld door: Marly Beckfeld, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Grondbedrijf Besluitvormende vergadering:

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan Landhof, fase 3 Inboeknummer 14bst01405 Beslisdatum B&W 23 september 2014 Dossiernummer 14.39.651 Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3" Inleiding De locatie Landhof ligt

Nadere informatie

Onderwerp Omgevingsvergunning voor het vervangen van een torenkraan door een portaalkraan op de Industrieweg 11 in Oirschot.

Onderwerp Omgevingsvergunning voor het vervangen van een torenkraan door een portaalkraan op de Industrieweg 11 in Oirschot. Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 27 juni 2012 Registratienummer: 2012/22 Agendapunt nummer: 9 Onderwerp Omgevingsvergunning voor het vervangen van een torenkraan

Nadere informatie