Praktische keuzecriteria voor nieuwe anti-epileptica

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktische keuzecriteria voor nieuwe anti-epileptica"

Transcriptie

1 N E U R O F A R M A C O L O G I E Praktische keuzecriteria voor nieuwe anti-epileptica T R E F W O O R D E N A NTI- EPILEPTICA; WERKZAAMHEID; BIJ- WERKINGEN; KEUZECRITERIA. door C.L.P. Deckers, P.D. Knoester, G.J. de Haan, Y.A. Hekster, A. Keyser en W.O. Renier zijn niet alleen de individuele eigenschappen van de verschillende middelen van belang, maar ook patiëntfactoren zoals het type epilepsie, de leeftijd, het geslacht, de gevoeligheid voor bepaalde bijwerkingen en de co-medicatie. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de verschillende selectiecriteria voor de zes belangrijkste middelen en in Tabel 1, op pagina 304, staat deze informatie per middel samengevat. Samenvatting Dit overzichtsartikel beschrijft criteria, die neurologen kunnen gebruiken bij het maken van een keuze tussen de verschillende nieuwe anti-epileptica. Aan de orde komen: (1) het voorschrijven bij verschillende typen epilepsie, (2) welke middelen in monotherapie en welke in add-on therapie gegeven worden, (3) specifieke bijwerkingen van de verschillende middelen, (4) farmacokinetische aspecten van de verschillende middelen en (5) het voorschrijven bij vrouwelijke patiënten, bij oudere patiënten en bij patiënten met een intellectuele handicap. (Ned Tijdschr Neurol 2001;4: ) Inleiding De laatste jaren zijn een achttal nieuwe anti-epileptica geregistreerd (of in het geval van tiagabine: aangeboden voor registratie). De zes belangrijkste middelen zijn gabapentine (GBP), lamotrigine (LTG), levetiracetam (LEV), oxcarbazepine (OXC), tiagabine (TGB) en topiramaat (TPM). Deze anti-epileptica worden steeds vaker voorgeschreven, maar er zijn slechts zeer weinig studies verricht waarbij de nieuwe middelen direct met elkaar zijn vergeleken. Felbamaat (FBM) en vigabatrine (VGB) zijn slechts alleen geïndiceerd bij het syndroom van Lennox- Gastaut, respectievelijk het syndroom van West, nadat gebleken was dat hun gebruik relatief vaak met ernstige idiosyncratische bijwerkingen gepaard gaat. Er valt dus slechts weinig te zeggen over de relatieve werkzaamheid van de nieuwe anti-epileptica ten opzichte van elkaar, maar er zijn wel andere gegevens voorhanden om tot een keuze te komen. Hierbij Indicaties Add-on therapie bij partiële epilepsie Voordat nieuwe anti-epileptica geregistreerd kunnen worden, moeten zij hun werkzaamheid bewijzen als middel, dat wordt toegevoegd aan de bestaande medicatie van patiënten met moeilijk behandelbare epilepsie (zogenaamde add-on trials ). Marson et al. hebben in een meta-analyse van add-on trials de odds ratio s voor de werkzaamheid en de bijwerkingen van de verschillende middelen berekend. 1 De verschillen die men vond waren niet statistisch significant, maar er was wel een trend waarbij TPM en VGB enerzijds een grotere werkzaamheid en anderzijds meer bijwerkingen hadden dan de andere middelen. Elferink et al. hebben deze data gebruikt om numberneeded-to-treat getallen te berekenen en kwamen tot soortgelijke conclusies. 2 Afgezien van de vraag hoe odds ratio s en number-needed-to-treat geïnterpreteerd moeten worden, 3 is inmiddels gebleken dat niet alle middelen optimaal zijn ingezet in de bestudeerde studies. Er blijkt met name dat GBP hoger moet worden gedoseerd en dat LTG en TPM langzamer moeten worden getitreerd. Hierdoor zijn de getallen van Marson et al. en van Elferink et al. niet meer goed bruikbaar. Recent zijn er een aantal artikelen verschenen, waarin voor de nieuwe middelen de retentietijd in de praktijk is bepaald. 3-6 De retentietijd staat voor de tijd dat een patiënt een bepaald middel blijft gebruiken. Dit wordt gezien als een goede maat voor de effectiviteit, omdat zowel de werkzaamheid als de bijwerkingen hierbij een bepalende rol spelen. Dit type studie heeft echter het nadeel dat de nieuwe middelen niet tegelijkertijd geregistreerd werden. Patiënten waarbij het eerst geregistreerde middel faalde, werden overgezet op het volgende middel dat geregistreerd werd. Die patiënten, die geen goede reactie hebben op dit tweede middel, werden 303

2 Tabel 1. Praktische keuzecriteria voor nieuwe anti-epileptica. 304 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E Indicatie voor Minimale Indicatie voor Voornaamste Farmaco- Contra-indicaties Overwegingen partiële titratieduur gegeneraliseerde bijwerkingen kinetiek epilepsie add-on epilepsie naast gebruikelijke therapie CZS-bijwerkingen Gabapentine Add-on 1 week* Geen Misselijkheid Geen Relatief: nierfunctie- Bij add-on therapie problemen stoornissen kan het lang duren voordat werkzame dosis is bereikt. Goed verdragen. 3x daags doseren. Lamotrigine Monotherapie > 6 weken Monotherapie Huiduitslag; t 1 / 2 is zeer Relatief: lever- en Lange titratie-tijd. of add-on of add-on slapeloosheid afhankelijk nierfunctie- Goed verdragen. van co- stoornissen medicatie Levetiracetam Add-on 1 week* Geen (voorlopig) Infecties, zoals rhinitis Geen Relatief: nierfunctie- Nog relatief onof griep-achtige problemen stoornissen bekend; in NL symptomen moet nog ervaring worden opgedaan met het middel. Oxcarbazepine Monotherapie 2 weken Tonisch-clonische Huiduitslag (minder Geeft enige Absoluut: ernstige nier- Even werkzaam als of add-on aanvallen vaak dan bij CBZ en enzym- functie-stoornissen; CBZ en bij hogere in 25% kruisreactie); inductie relatief: patiënten met doseringen beter hyponatriëmie (vaker zoutbeperkt dieet of verdragen. dan bij CBZ) met medicatie die hyponatriëmie kan geven (lithium, diuretica) Tiagabine Add-on > 6 weken Geen Diarree, griep-achtige t 1 / 2 is Relatief: leverfunctie- Nog relatief onsymptomen, depressie, afhankelijk stoornissen; patiënten bekend; in NL psychose van co- met psychiatrische moet nog ervaring medicatie voorgeschiedenis worden opgedaan met het middel. 3-4x daags doseren. Topiramaat Add-on > 6 weken Tonisch-clonische Paresthesieën; Geeft enige Nierstenen in anamnese Lange titratie-tijd. aanvallen; gewichtsverlies; enzym- of nierfunctiestoornissen Vrij veel neurotoxische myoclonieën nierstenen inductie bijwerkingen. * Wijkt af van door de fabrikant aanbevolen titratie. Zie tekst. CBZ: carbamazepine

3 weer overgezet op het volgende middel, enzovoorts. Het laatst geregistreerde middel, had zodoende de minste kans om nog bij makkelijk behandelbare patiënten te worden voorgeschreven. Dus ook bij deze studies is er sprake van bias. De laatste jaren worden er steeds meer casus beschrijvingen en onderzoeken gepubliceerd, waarin wordt beschreven dat er met bepaalde specifieke combinaties goede resultaten bereikt kunnen worden. Het bekendste voorbeeld hiervan is de combinatie van LTG met valproaat (VPA), die effectief is voor verschillende aanvalstypes De kansen op succes zijn bijvoorbeeld minder met de combinatie van LTG met carbamazepine (CBZ), mede omdat deze combinatie de kans op bijwerkingen verhoogt. 11,12 Wanneer men overigens VPA toevoegt aan LTG monotherapie, kan de dosering van LTG meteen worden gehalveerd, omdat het effect op LTG s kinetiek direct en reeds bij lage doseringen optreedt. 13 Dit wil echter niet zeggen dat men bij deze combinatie altijd genoeg heeft aan een lage VPA dosering. In twee recente publicaties wordt gesuggereerd, dat het gunstig kan zijn om een middel dat natriumkanalen blokkeert te combineren met een middel dat de GABAerge inhibitie versterkt, of met een middel met meerdere werkingsmechanismen. 14,15 Het is echter nog te vroeg om deze manier van het selecteren van combinaties reeds in de praktijk aan te bevelen, gezien het feit dat de werkingsmechanismen van de meeste middelen nog niet volledig opgehelderd zijn en gezien het kleine aantal beschikbare studies. In een publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Epileptologie wordt nader op dit onderwerp ingegaan. 16 Lengte titratieperiode bij adjunctieve therapie Door de ervaringen in de eerste add-on trials zijn met name de titratieschema s van LTG, TGB en TPM aangepast, vanwege het optreden van huiduitslag (LTG) en vanwege dosisgerelateerde bijwerkingen in het algemeen (TGB, TPM). Hierdoor duurt het zes of meer weken, voordat deze middelen in therapeutische doseringen gegeven kunnen worden. 22 Bij mensen met een hoge aanvalsfrequentie kan dit bezwaarlijk zijn. Met name GBP en LEV kunnen daarentegen redelijk snel worden opgebouwd. Monotherapie bij partiële epilepsie De laatste jaren zijn er een groot aantal monotherapiestudies gedaan waarbij een nieuw middel is vergeleken met één van de conventionele middelen Bij deze studies (Tabel 2, op pagina 306), kan veel duidelijker dan in add-on trials worden beoordeeld wat de werkzaamheid en de bijwerkingen van de middelen zijn. De onderlinge vergelijkbaarheid van deze studies wordt echter ook hier bemoeilijkt door verschillen in dosering en titratiesnelheid. Belangrijk is verder de vraag of de conventionele middelen wel dezelfde kans wordt gegeven. Zo wordt CBZ in deze studies vaak relatief snel opgebouwd en worden de oude middelen niet in de thans gebruikelijke retardvorm gegeven. 34 Dit is opvallend, vooral omdat LTG en TPM juist wel extra langzaam getitreerd worden om uitvallers te voorkomen. De studies in Tabel 2, op pagina 306 suggereren dat minder patiënten met GBP, LTG of OXC uitvallen vanwege bijwerkingen dan patiënten met de conventionele middelen. Hierbij moeten, behalve genoemde methodologische bezwaren, nog twee kanttekeningen worden geplaatst. Ten eerste zijn de nieuwe middelen een factor 10 duurder dan conventionele anti-epileptica, ten tweede ontbreken bij deze middelen gegevens over de lange termijn bijwerkingen (zie de ervaringen met vigabatrine). Op grond hiervan wordt voorgesteld de behandeling te starten met een conventioneel middel. Deze visie is in overeenstemming met de recent gepubliceerde consensus richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, waarin carbamazepine en valproaat middelen van eerste keus zijn voor partiële epilepsie en valproaat middel van eerste keus is voor gegeneraliseerde epilepsie. 35 Wanneer patiënten falen op het eerste middel vanwege het persisteren van aanvallen bij de maximaal getolereerde dosis, voegt men een eerste- of tweedelijns middel toe. Men creëert ruimte voor dosisverhogingen van het tweede middel door het eerste middel enigszins in dosis verlagen. Bij de keuze van het toe te voegen middel geldt weer dat men op werkingsmechanismen kan letten; wanneer het conventionele middel een natriumkanaal-blokkeerder is, voegt men een middel dat de GABAerge inhibitie versterkt of een middel met meerdere werkingsmechanismen toe, en vice versa. 14,15 Mocht de combinatie aanslaan, kan men vervolgens overwegen het eerste middel af te bouwen. Mocht de combinatie niet aanslaan, kan men beter het tweede keus middel onttrekken en een ander middel toevoegen. Soms lukt het niet het eerste middel te onttrekken of lukt dit alleen ten koste van bijwerkingen met het tweede middel; in deze gevallen valt het aan te bevelen terug te keren naar de combinatie. 305

4 Tabel 2. Vergelijkende monotherapie-studies bij patiënten met epilepsie. 306 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E Doses Versus Auteur Patiënten Startdosis Titratie Aanvalsvrij Falen wegens (mg/dag) (mg/dag) bijwerkingen GBP 300, 900 CBZ 600 Chadwick 23 De novo patiënten GBP :? Titratie naar einddosis:? 300 mg: 0%; 900 mg: of 1800 met partiële epilepsie CBZ : 200 mg; GBP in 1 week; 4%; 1800 mg: 14%; CBZ in 3 weken. CBZ: 24% GBP 1800 LTG 150 Brodie onbehandelde? Titratie: GBP in 2 weken; GBP: 53% GBP: 9% patiënten LTG in 6 weken. LTG: 50% LTG: 10% LTG Flexibel CBZ Brodie 25 De novo patiënten; LTG : 50 mg LTG: 50 mg / week; LTG: 39% LTG: 15% Patiënten 12 jaar CBZ : 200 mg CBZ: 200 mg / week. CBZ: 38% CBZ: 27% LTG 100 of CBZ 600 Reunanen 26 Onbehandelde LTG : 25 mg LTG: 25 mg / 2 weken; LTG 100 mg: 51% LTG 100 mg: 4% 200 patiënten; patiënten CBZ : 200 mg CBZ: 200 mg / 2 weken. LTG 200 mg: 60% LTG 200 mg: 5% 12 jaar CBZ 600 mg: 55% CBZ 600 mg: 10% LTG Flexibel CBZ Brodie 27 De novo patiënten; LTG : 25 mg LTG: 25 mg / 2 weken; LTG: 39% LTG: 18% patiënten 65 jaar CBZ : 100 mg CBZ: 100 mg / 2 weken. CBZ: 21% CBZ: 42% LTG Vaste dosis VPA Gilliam 28 Niet aanvalsvrij op LTG : 100 mg LTG: in 3 weken op LTG: 28/35 succes; LTG: 10% CBZ of op PHT; VPA : 500 mg 500 mg; VPA: in 1 week VPA: 13/34 succes VPA: 5% patiënten > 12 jaar op 1000 mg. Na titratie afbouw CBZ/PHT. LTG Flexibel PHT Steiner 29 De novo patiënten; LTG : 100 mg LTG: 50 mg / 2 weken; Geen verschil Geen verschil jaar PHT: 200 mg PHT: 100 mg / 2 weken. OXC Flexibel CBZ Dam de novo patiënten; CBZ : 200 mg Wekelijkse intervallen tot OXC: 52% OXC: 14% jaar OXC: 300 mg optimale dosis was bereikt. CBZ: 60% CBZ: 26% OXC Flexibel PHT Bill de novo patiënten; OXC: 300 mg Geen vast schema; OXC: 59% OXC: 4% jaar PHT: 100 mg kwamen uit op PHT: 58% PHT: 11% mg OXC of mg PHT. OXC Flexibel VPA Christe de novo patiënten; OXC: 300 mg Geen vast schema; kwamen OXC: 57% OXC: 12% jaar VPA EC: uit op mg van VPA: 54% VPA: 8% 300 mg hetzij OXC hetzij VPA. TPM 100 of 200 CBZ 600 Privitera de novo patiënten?? TPM 100: 44% TPM 100: 19% VPA 1250 TPM 200: 49% TPM 200: 28% CBZ: 44% CBZ: 25% VPA: 44% VPA: 23% CBZ: carbamazepine, GBP: gabapentine, LTG: lamotrigine, OXC: oxarbazepine, PHT: fenytoïne, TPM: topiramaat, VPA: valproïnezuur

5 Wanneer patiënten falen op een eerste middel ten gevolge van bijwerkingen, kan men beter een tweede middel in monotherapie proberen. Wanneer patiënten een allergische huidreactie hebben gehad op een conventioneel middel en dit middel dus gestopt wordt, is het verstandig om een middel te geven dat dit risico niet heeft. Wanneer CBZ monotherapie faalt door bijwerkingen, is het alleen dan zinvol om CBZ door OXC te vervangen, wanneer er reeds een gedeeltelijke respons was op CBZ. 36 Gegeneraliseerde epilepsie Voor gegeneraliseerde epilepsie komen met name LTG en TPM in aanmerking (Tabel 1, op pagina 304). GBP en TGB zijn duidelijk minder of niet werkzaam voor gegeneraliseerde aanvalstypes. OXC kan worden gegeven voor gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen. Voor LEV zijn nog onvoldoende gegevens bekend, maar er zijn wel al meldingen van werkzaamheid bij fotosensitieve epilepsie en bij myoclonieën. 37,38 Topiramaat is werkzaam bij gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, myoclonieën en bij de syndromen van West en Lennox-Gastaut Lamotrigine is werkzaam voor de meeste gegeneraliseerde epilepsiesyndromen, alhoewel het voor myoclonieën minder werkzaam lijkt te zijn dan TPM. 42,43 LTG kan myoclonieën zelfs verergeren, en om deze reden is het wellicht minder geschikt voor juveniele myoclonus-epilepsie etc. 43,44 Bij absenceepilepsie lijkt LTG niet effectiever dan VPA of ethosuximide. Patiënten met lichtflitsgevoeligheid kunnen ook baat hebben bij LTG, maar dan met name in de combinatie met VPA. Bijwerkingen Neurotoxische bijwerkingen De nieuwe middelen kunnen globaal dezelfde neurotoxische bijwerkingen veroorzaken als de oude middelen, maar de incidentie van bijwerkingen ligt over het algemeen lager. Daarnaast bestaat voor elk middel een eigen bijwerkingenprofiel. 45 Zo worden paresthesieën als neurotoxische bijwerking van TPM gemeld, die zeer lastig kunnen zijn voor de patiënt. GBP kan bij de start van de therapie lastige bijwerkingen geven (zoals lusteloosheid en malaise). Hierom wordt aangeraden langzamer te starten dan door de fabrikant wordt aanbevolen. Op basis van praktijkervaring kan geadviseerd worden om te starten met één tablet van 300 mg voor de nacht en vervolgens om de drie dagen één tablet van 300 mg toe te voegen. Op 900 mg/dag begint men de werkzaamheid te beoordelen. Ook voor levetiracetam lijkt een langzamer titratieschema aan te bevelen, dan wat de fabrikant adviseert: starten met tweemaal 250 mg/dag en na 1 week ophogen naar tweemaal 500 mg/dag. Op deze dosering gaat men voor het eerst de werkzaamheid beoordelen. GBP en vooral LTG kunnen leiden tot stemmingsverbeteringen, die niet veroorzaakt worden door aanvalsvermindering, maar soms kunnen ook agitatie en slapeloosheid optreden Ketter et al. hebben gepostuleerd, dat de stimulerende of sedatieve eigenschappen van een middel ook de keuze kunnen bepalen. Bij een overactieve patiënt geeft men eerder een sederend middel (OXC, TGB), terwijl men bij een onder-actieve patiënt eerder een middel als LTG geeft. 49 Wat betreft cognitieve effecten, zijn GBP, LTG en TPM direct vergeleken bij gezonde volwassenen. GBP en LTG leken een gunstiger profiel te hebben dan TPM. 50 In de genoemde vergelijkende monotherapiestudies lijken GBP en LTG minder cognitieve bijwerkingen te veroorzaken dan conventionele AEDs. Verder heeft OXC geen duidelijk beter cognitief profiel dan de standaard AEDs. De overige twee nieuwe middelen zijn nog niet betrokken geweest bij vergelijkende monotherapiestudies. Systemische bijwerkingen Een gevreesde idiosyncratische bijwerking van de oude anti-epileptica is huiduitslag. Ook LTG en OXC kunnen dit veroorzaken en incidenteel zijn huidreacties ook bij GBP en TPM gemeld. Een lage startdosis en een langzame titratie zijn factoren, die het aantal rashes doen verminderen. Toch komen zeer ernstige huidreacties bij het starten van LTG nog steeds voor, met name bij kinderen. Bij LEV en TGB zijn geen huidreacties beschreven. Bij gebruik van LEV worden vaak mild verlopende infecties gemeld. Meestal betreft dit bovenste luchtweginfecties, zoals rhinitis en griepachtige symptomen. Dit gaat niet gepaard met veranderingen in het leukocytengetal en is meestal geen reden om te stoppen met het middel. 45 Oxcarbazepine is geassocieerd met hyponatriëmie, een bijwerking die een enkele keer leidt tot oedeemvorming. Bij ouderen kan hyponatriëmie een encephalopathisch beeld veroorzaken. Wanneer men laboratoriumonderzoek doet bij het vermoeden van toxiciteit van OXC, zal men naast bloedspiegels en leverfuncties dus ook het natriumgehalte moeten controleren. Bij het gebruik van TGB is vooralsnog niet aangetoond, 307

6 dat het leidt tot de gezichtsveldproblemen waar vigabatrinegebruik mee gepaard gaat. TPM staat bekend om het veroorzaken van gewichtsverlies (doorgaans mild en vaak ook gewenst) en om de kans op het ontstaan van nierstenen. Farmacokinetische aspecten Bij middelen met een hoge eiwitbinding, kan comedicatie leiden tot veranderingen in de vrije fractie (i.e. de fractie die verantwoordelijk is voor het klinisch effect). Verder moeten GBP en TGB vanwege korte halfwaardetijden over meer dan twee doseringen per dag verdeeld worden. De nieuwe middelen hebben duidelijk minder interacties met andere medicatie dan de conventionele middelen. Wel zijn TGB en vooral LTG onderhevig aan interacties met andere anti-epileptica. OXC en TPM hebben een matige enzyminducerende werking, en bij gelijktijdig gebruik van bijvoorbeeld orale anticonceptiva, orale anticoagulantia en anti-hiv middelen zal de dosering van die middelen moeten worden aangepast. Wel is OXC, omdat het minder enzyminductie geeft, een goed alternatief voor CBZ wanneer dit in verband met co-medicatie relevant is. Speciale patiëntenpopulaties Er zijn uiteraard ook overwegingen voor speciale groepen van patiënten. Sommige middelen kennen risicogroepen, waarbij de kans op bepaalde bijwerkingen verhoogd is. Zo zal men bij voorkeur geen tiagabine geven aan mensen met een psychiatrische voorgeschiedenis, en topiramaat zal men vermijden bij mensen die in het verleden nierstenen hebben gehad. Een aantal conventionele middelen hebben het voordeel van meerdere formuleringen. Een intraveneuze toedieningsvorm is van belang bij chirurgische ingrepen. Verder kan het geven van geneesmiddelen in een drank nodig zijn bij bepaalde patiënten (kinderen, meervoudig gehandicapten). Ouderen: De nieuwe middelen zijn nog niet uitvoerig bij ouderen geëvalueerd. Wat betreft cognitieve effecten, lijken GBP en LTG bij volwassenen het minst nadelig te zijn. Hierbij moet gezegd worden dat de gegevens over LEV, dat ook een gunstig bijwerkingenprofiel lijkt te hebben, nog niet volledig zijn. Orgaanfunctiestoornissen zullen de klaring van middelen beïnvloeden en moeten dus ook in overweging worden genomen. Voor een aantal middelen bestaan (relatieve) contra-indicaties bij nierfunctiestoornissen. Bij GBP, LTG en LEV is dosisaanpassing en voorzichtigheid geboden. Naar analogie met acetazolamide kan verwacht worden dat TPM problemen zal geven. Wat betreft de leverfunctie, zal de omzetting van anti-epileptica meestal pas bij ernstige stoornissen worden beïnvloed. In dergelijke situaties is het verstandig uit te wijken naar een middel dat niet of nauwelijks door de lever wordt omgezet, zoals GBP of LEV. Vrouwen: In de literatuur hebben Isojarvi en zijn medewerkers herhaaldelijk over het risico van polycysteuze ovaria bij gebruik van VPA gerapporteerd. 51,52 In verband hiermee wordt LTG gepositioneerd als vrouw-vriendelijk middel, maar de ervaring met LTG bij zwangerschappen is nog zeer beperkt. Bij de genoemde studies is er helaas geen onderscheid gemaakt tussen alleen polycysteuze ovaria en het polycysteuze ovarium syndroom (PCOS), waarbij PCOS meer consequenties heeft. 53 Bovendien zijn er ook studies bekend waarin deze associatie niet wordt gevonden. Desalniettemin blijft voor de jonge vrouw het risico bestaan op gewichtsvermeerdering en haaruitval bij VPA en is het middel minder op zijn plaats bij zwangerschapswens. Het gebruik van LTG kan tot (verergering van) acne leiden, hetgeen door de patiënt als zeer lastig kan worden ervaren. Bij TPM bestaat de kans op gewichtsvermindering. Over de teratogene effecten van nieuwe anti-epileptica zijn helaas nog nauwelijks gegevens bekend. Sommige van de hier besproken middelen lieten overigens geen teratogene effecten in dierproeven zien, maar het risico bij de mens is hiermee geenszins uitgesloten. Een standpunt zou kunnen zijn dat men geen nieuw anti-epilepticum mag geven aan een vrouw met zwangerschapswens, aangezien de risico s hiervan niet bekend zijn. Hiertegenover staat het standpunt dat men juist geen oude middelen mag geven, omdat de risico s hiervan bewezen hoog zijn. Welk middel men ook geeft, de aanbevelingen om zoveel mogelijk monotherapie, in lage doseringen en gespreid over de dag te geven, blijven onaangetast. Kinderen: Er zijn weinig monotherapie-studies gedaan met de nieuwe middelen. LTG heeft weinig cognitieve bijwerkingen en lijkt geschikt te zijn voor zowel partiële als gegeneraliseerde epilepsie, maar de langzame titratie en het hoge risico op huidreacties (juist bij deze populatie) zijn de nadelen. Er is voldoende bewijs voor de effectiviteit van OXC bij kinderen met partiële epilepsie. 54 Van de overige middelen zijn onvoldoende gegevens bekend. 308 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E

7 A ANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJK 1 De nieuwe anti-epileptica vormen een welkome aanvulling op het therapeutisch arsenaal, maar vooralsnog liggen de mogelijke voordelen ten opzichte van de conventionele middelen alleen op het gebied van bijwerkingen. 2 Goede vergelijkende studies tussen de nieuwe anti-epileptica ontbreken nog. 3 Voor een individuele patiënt kan, op basis van aanvalstype, bijwerkingen en farmacokinetiek, een rationele keuze worden gemaakt tussen de nieuwe middelen. Mentaal geretardeerden: Recente studies bij mentaal geretardeerden lijken te gaan uitwijzen, dat GBP en LTG effectief zijn bij deze populatie. 55,56 Enige voorzichtigheid moet men hierbij wel betrachten, omdat voor beide middelen zowel positieve als negatieve (agitatie) effecten op het gedrag van dit type patiënt zijn beschreven. 57,58 Verder is gerapporteerd dat de farmacokinetische interactie tussen LTG en VPA minder sterk zou zijn bij deze populatie. 59 Oxcarbazepine is ook een werkzaam en goed getolereerd middel bij dit type patiënt. 60 Topiramaat lijkt vanwege zijn cognitieve profiel minder geschikt. Van LEV en TGB zijn nog geen gegevens voorhanden. Conclusie Er zijn weinig prospectieve studies verricht waarbij de nieuwe middelen met elkaar zijn vergeleken. Verder is er, gezien de komst van zoveel nieuwe middelen, dringend behoefte aan studies waarin specifieke combinaties van anti-epileptica worden vergeleken. Desalniettemin kunnen de hier beschreven gegevens de neuroloog helpen een keuze te maken tussen de nieuwe anti-epileptica. Hierbij zal men zowel met de eigenschappen van de individuele patiënt als van de specifieke middelen rekening dienen te houden. Referenties 1. Marson AG, Kadir ZA, Hutton JL, Chadwick D. The new antiepilepic drugs: a systematic review of their efficacy and tolerability. Epilepsia 1997;38: Elferink AJA, van Zwieten-Boot BJ. Analysis based on number needed to treat shows differences between drugs studied. Br Med J 1997;314: Lahtoo SD, Wong ICK, Polizzi G, Sander JWAS. Long-term retention rates of lamotrigine, gabapentin and topiramate in chronic epilepsy. Epilepsia 2000;41: Wong ICK, Chadwick DW, Fenwick PBC, Mawer GB, Sander JWAS. The long-term use of gabapentin, lamotrigine and vigabatrin in patients with chronic epilepsy. Epilepsia 1999;40: Datta PK, Crawford PM. Refractory epilepsy: treatment with new antiepileptic drugs. Seizure 2000;9: Collins TL, Petroff OAC, Mattson RH. A comparison of four new antiepileptic medications. Seizure 2000;9: Brodie MJ, Yuen AWC, 105 Study Group. Lamotrigine substitution study: evidence for synergism with valproate? Epilepsy Res 1997;26: Pisani F, Oteri G, Russo MF, Di Perri R, Perucca E, Richens A. The efficacy of valproate-lamotrigine comedication in refractory complex partial seizures: evidence for a pharmacodynamic interaction. Epilepsia 1999;40: Ferrie CD, Panayiotopoulos CP. Therapeutic interaction of lamotrigine and sodium valproate in intractable myoclonic epilepsy. Seizure 1994;3: Ferrie CD, Robinson RO, Knott C, Panayiotopoulos CP. Lamotrigine as add-on drug in typical absence seizures. Acta Neurol Scand 1995;91: Besag FMC, Berry DJ, Pool F, Newbery JE, Subel B. Carbamazepine toxicity with lamotrigine: pharmacokinetic or pharmacodynamic interaction? Epilepsia 1998;39: Warner T, Patsalos PN, Prevett M, Elyas AA, Duncan JS. Lamotrigine-induced carbamazepine toxicity: an interaction with carbamazepine toxicity. Epilepsy Res 1992;11: Kanner AM, Frey M. Adding valproate to lamotrigine: a study of their pharmacokinetic interaction. Neurology 2000;55: Deckers CLP, Czuczwar SJ, Hekster YA, Keyser A, Kubova H, Meinardi H, et al. Selection of antiepileptic drug polytherapy based on mechanisms of action: the evidence reviewed. Epilepsia 2000;41: Kwan P, Brodie MJ. Epilepsy after the first drug fails: substitution or add-on? Seizure 2000;9: Deckers CLP, Hekster YA, Keyser A, Meinardi H, Renier WO, van Rijn CM. Op zoek naar rationele polytherapie: Welke combinaties van anti-epileptica bieden meer effectiviteit dan andere? Ned Tijdschr Epileptol 2001;29:

8 17. Shank RP, Gardocki JF, Vaught JL, Davis CB, Schupsky JJ, Raffa RB, et al. Topiramate: preclinical evaluation of a structurally novel anticonvulsant. Epilepsia 1994;35: Stephen LJ, Sills GJ, Brodie MJ. Lamotrigine and topiramate may be a useful combination. Lancet 1998;351: Beydoun A, Fisher J, Labar DR, Harden C, Cantrell D, Uthman BM, et al. II. A 26-week, double-blind, dose-controlled, multicenter study of conversion from polytherapy in outpatients with refractory complex partial or secondarily generalized seizures. Neurology 1997;49: Pisani F, Oteri G, Antonino F, Di Perri R. Complete seizure control following gabapentin-lamotrigine comedication. Epilepsia 1999;40: Solaro C, Uccelli MM, Uccelli A, Leandri M, Mancardi GL. Low-dose gabapentin combined with either lamotrigine or carbamazepine can be useful therapies for trigeminal neuralgia in multiple sclerosis. Eur Neurol 2000;44: Elger CE, Fernandez G. Options after the first antiepileptic drug has failed. Epilepsia 1999;40: Chadwick DW, Anhut H, Greiner MJ. A double-blind trial of gabapentin monotherapy for newly diagnosed partial seizures. International Gabapentin monotherapy study group. Neurology 1998;51: Brodie MJ, Anhut H, Murray G, Maton S, and the Study Group. Gabapentin versus lamotrigine monotherapy: a doubleblind comparison. Epilepsia 2000;41: Brodie MJ, Richens A, Yuen AW. Double-blind comparison of lamotrigine and carbamazepine in newly diagnosed epilepsy. UK Lamotrigine/Carbamazepine Monotherapy Trial Group. Lancet 1995;345: Reunanen M, Dam M, Yuen AWC. A randomized open multicentre comparative trial of lamotrigine and carbamazepine as monotherapy in patients with newly diagnosed or recurrent epilepsy. Epilepsy Res 1996;23: Brodie MJ, Overstall PW, Giorgi L. Multicentre, doubleblind, randomised comparison between lamotrigine and carbamazepine in elderly patients with newly diagnosed epilepsy. The UK Lamotrigine Elderly Study Group. Epilepsy Res 1999;37: Gilliam F, Vasquez B, Sackellares JC, Chang GY, Messenheimer J, Nyberg J, et al. An active-control trial of lamotrigine monotherapy for partial seizures. Neurology 1998;51: Steiner TJ, Dellaportas CI, Findley LJ, Gross M, Gibberd FB, Perkin GD, et al. Lamotrigine monotherapy in newly diagnosed untreated epilepsy: a double-blind comparison with phenytoin. Epilepsia 1999;40: Dam M, Ekberg K, Loyning Y, Waltimo O, Jakobsen K. A double-blind study comparing oxcarbazepine and carbamazepine in patients with newly-diagnosed previously untreated epilepsy. Epilepsy Res 1989;3: Bill PA, Vigonius U, Pohlmann H, Guerreiro CA, Kochen S, Saffer D, et al. A double-blind controlled clinical trial of ozcarbazepine versus phenytoin in adults with previously untreated epilepsy. Epilepsy Res 1997;27: Christe W, Kramer G, Vigonius U, Pohlmann H, Steinhoff BJ, Brodie MJ, et al. A double-blind controlled clinical trial: oxcarbazepine versus sodium valproate in adults with newly diagnosed epilepsy. Epilepsy Res 1997;26: Privitera MD, Brodie MJ, Neto W, Wang S, and the Topiramate EPMN-105 Study Group. Monotherapy in newlydiagnosed epilepsy: topiramate vs. investigator choice of carbamazepine or valproate. Epilepsia 2000;41: Arroyo S, Sander JWAS. Carbamazepine in comparative trials; pharmacokinetic characteristics too often forgotten. Neurology 1999;53: Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Richtlijnen diagnostiek en behandeling van Epilepsie. 36. Merschhemke M, Straub H-B, Wolf U, Meencke H-J. Oxcarbazepine (OXC) monotherapy in carbamazepine (CBZ)- resistant focal epilepsies. Epilepsia 2000;41: Kasteleijn-Nolst Trenite DGA, Marescaux C, Stodieck S, Edelbroek PM, Oosting J. Photosensitive epilepsy: a model to study the effects of antiepileptic drugs. Evaluation of the piracetam analogue. Epilepsy Res 1996;25: Genton P, Gelisse P. Antimyoclonic effects of levetiracetam. Epileptic Disorders 2000;2: Montouris GD, Biton V, Rosenfeld WE, and the Topiramate YTC/YTCE Study Group. Nonfocal generalized tonic-clonic seizures: response during long-term topiramate treatment. Epilepsia 2000;41: Glauser TA, Clark PO, Strawsburg R. A pilot study of topiramate in the treatment of infantile spasms. Epilepsia 1998;39: Sachdeo RC, Glauser TA, Ritter F, Reife R, Lim P, Pledger G, et al. A double-blind, randomized trial of topiramate in Lennox-Gastaut syndrome. Neurology 2000;52: Mikati MA, Holmes GL. Lamotrigine in absence and primary generalized epilepsies. J Child Neurol 1997;12: Beran RG, Berkovic SF, Dunagan FM, Vajda FJE, Danta G, Black AB, et al. Double-blind, placebo-controlled, crossover study of lamotrigine in treatment-resistant generalised epilepsy. Epilepsia 1998;39: Biraben A, Allain H, Scarabin JM, Schuck S, Edan G. Exacerbation of juvenile myoclonic epilepsy with lamotrigine. Neurology 2000;55: Shorvon S. Handbook of epilepsy treatment. Oxford: Blackwell Science, Harden CL, Lazar LM, Pick LH, Nikolov B, Goldstein MA, Carson D, et al. A beneficial effect on mood in partial epilepsy patients treated with gabapentin. Epilepsia 1999;40: Lee DO, Steingard RJ, Cesena M, Helmers SL, Riviello JJ, Mikati MA. Behavioral side effects of gabapentin in children. Epilepsia 1996;37: Sadler M. Lamotrigine associated with insomnia. Epilepsia 1999;40: Ketter TA, Post RM, Theodore WH. Positive and negative 310 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E

9 psychiatric effects of antiepileptic drugs in patients with seizure disorders. Neurology 1999;53: Martin R, Kuzniecky R, Ho S, Hetherington H, Pan J, Sinclair K, et al. Cognitive effects of topiramate, gabapentin, and lamotrigine in healthy young adults. Neurology 1999;52: Isojarvi JI, Laatikainen TJ, Pakarinen AJ, Juntunen KT, Myllyla VV. Polycystic ovaries and hyperandrogenism in women taking valproate for epilepsy. N Engl J Med 1993;329: Isojarvi JIT, Laaitkainen TJ, Knip M, Pakarinen AJ, Juntunen KTS, Myllyla VV. Obese and endocrine disorders in women taking valproate for epilepsy. Ann Neurol 1996;39: Reuber M, Goulding PJ, for the APOS investigators. Valproate, polycystic ovary syndrome and the need for a prospective study. Seizure 2000;9: Glauser TA. Expanding first-line therapy therapy options for children with partial seizures. Neurology 2000;55: Crawford P, Brown S, Kerr M, and the Parke Davis Clinical Trials Group. Efficacy of gabapentin in adults with learning disability and resistant epilepsy: a randomised openlabel comparative study. Epilepsia 2000;41: Veendrick-Meekes MJBM, Beun AM, Carpay JA, Arends LR, Schlosser A. Use of lamotrigine in patients with mental retardation and epilepsy: an interim analysis of a double blind study with evaluation of behavioural effects. Epilepsia 2000;41: Mikati MA, Choueri R, Khurana DS, Riviello J, Helmers S, Holmes G. Gabapentin in the treatment of refractory partial epilepsy in children with intellectual disability. J Intellect Disabil Res 1998;42: Ettinger AB, Weisbrot DM, Saracco J, Dhoon A, Kanner A, Devinsky O. Positive and negative psychotropic effects of lamotrigine in patients with epilepsy and mental retardation. Epilepsia 1998;39: Gidal BE, Anderson GD, Rutecki PR, Shaw R, Lanning A. Lack of an effect of valproate concentration on lamotrigine pharmacokinetics in developmentally disabled patients with epilepsy. Epilepsy Res 2000;42: Gaily E, Granstrom ML, Liukkonen E. Oxcarbazepine in the treatment of epilepsy in children and adolescents with intellectual disability. J Intellect Disabil Res 1998;42:41-5. Correspondentie-adres auteurs: Dr. C.L.P. Deckers, arts-onderzoeker 1,2 P.D. Knoester, ziekenhuisapotheker/ onderzoeker 1 G.J. de Haan, neuroloog 2 Prof. Dr. Y.A. Hekster, ziekenhuisapotheker/klinisch farmacoloog 1 Dr. A. Keyser, neuroloog 3 Prof. Dr. W.O. Renier, neuroloog/kinderneuroloog 3 1 Universitair Medisch Centrum St. Radboud Afd. Apotheek /Klinische Farmacie 2 Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 3 Instituut voor Neurologie, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Correspondentie gaarne richten aan: Dr. C.L.P. Deckers, arts-onderzoeker Universitair Medisch Centrum St. Radboud Afd. Klinische Farmacie, 533 Postbus HB Nijmegen clp.deckers@planet.nl. 311

Positionering van de geregistreerde nieuwe anti-epileptica

Positionering van de geregistreerde nieuwe anti-epileptica N E U R O F A R M A C O L O G I E Positionering van de geregistreerde nieuwe anti-epileptica T R E F W O O R D E N EPILEPSIE; ANTI- EPILEPTICA; WERKZAAM- HEID; FARMACOKINETIEK; POLYTHERAPIE; BIJWERKINGEN;

Nadere informatie

Behandeling van oudere patiënt met epilepsie. C.L.P. Deckers SEIN Zwolle

Behandeling van oudere patiënt met epilepsie. C.L.P. Deckers SEIN Zwolle Behandeling van oudere patiënt met epilepsie C.L.P. Deckers SEIN Zwolle Incidentie van epilepsie nieuwe gevallen per 100.000 inwoners 160 140 120 100 80 60 40 20 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 leeftijd (jaren)

Nadere informatie

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen DEFINITIE Epilepsie is een ziekte van de hersenen waarbij er sprake is van twee nietgeprovoceerde epileptische aanvallen

Nadere informatie

Behandelingsstrategie in de praktijk

Behandelingsstrategie in de praktijk Behandelingsstrategie in de praktijk Effectiviteit en bijwerkingen Paul Bouma Tergooiziekenhuizen Blaricum en Hilversum Onthulling Paul Bouma heeft geen zakelijke belangen, investeringen, of aandelen in

Nadere informatie

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION NASCHOLING EPILEPSIE

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION NASCHOLING EPILEPSIE Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION NASCHOLING EPILEPSIE Ilse Vosman verpleegkundig specialist SEIN Carly Jansen verpleegkundig specialist Kempenhaeghe 7 juni 2013 MEDICIJNEN, (BIJ) WERKINGEN

Nadere informatie

Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen

Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart 2010 Chronische effecten van anti-epileptica: bijwerkingen en tolerantie Dr. Harriëtte van Eibergen Santhagens - Verzijl, neuroloog 4 boodschappen

Nadere informatie

Aanvalsvrijheid vergelijkbaar met carbamazepine CR

Aanvalsvrijheid vergelijkbaar met carbamazepine CR Indrukwekkende Aanvalsvrijheid vergelijkbaar met carbamazepine CR 100 80 % patiënten 60 40 73.0% 72.8% 20 0 Keppra 1000-3000mg/dag (173/237) Carbamazepine CR 400-1200mg/dag (171/235) Aanvalsvrijheid in

Nadere informatie

Behandeling epilepsie

Behandeling epilepsie Medicatie: werking en bijwerkingen Therapietrouw Eerste hulp bij aanvallen + couperen 13 juni 2014 Carly Jansen Marion van Ool Verpleegkundig specialisten Academisch Centrum voor Epileptologie Kempenhaeghe

Nadere informatie

Kinderepilepsie: multidisciplinaire benadering. Lieven Lagae Kinderneurologie Universitaire Ziekenhuizen KULeuven

Kinderepilepsie: multidisciplinaire benadering. Lieven Lagae Kinderneurologie Universitaire Ziekenhuizen KULeuven Kinderepilepsie: multidisciplinaire benadering Lieven Lagae Kinderneurologie Universitaire Ziekenhuizen KULeuven Kinderepilepsie : totaal-concept Diagnostiek : Epilepsie als een symptoom Herhaalde anamnese

Nadere informatie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door

Nadere informatie

Bijwerkingen van antiepileptica Is er iemand die er op let? Hans Carpay, neuroloog Tergooiziekenhuizen Blaricum

Bijwerkingen van antiepileptica Is er iemand die er op let? Hans Carpay, neuroloog Tergooiziekenhuizen Blaricum Bijwerkingen van antiepileptica Is er iemand die er op let? Hans Carpay, neuroloog Tergooiziekenhuizen Blaricum Inleiding Richtlijnen toe aan revisie Nieuwe inzichten mbt bijwerkingen AEDs Veel ter discussie:

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen

Kinderneurologie.eu.  Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen Wat is epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen? Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen is een verzamelnaam voor epilepsiesyndromen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/51800

Nadere informatie

EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING. A.CP. Mathot. In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken. hebben of in een diepe slaap geraken.

EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING. A.CP. Mathot. In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken. hebben of in een diepe slaap geraken. EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING A.CP. Mathot In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken zullen bloedspiegels van antiepileptica bepaald worden. De redenen om bloedspiegels van anti-epileptica

Nadere informatie

Flavoxaat G04BD02, december 2018

Flavoxaat G04BD02, december 2018 Flavoxaat G04BD02, december 2018 Indicatie Urine-incontinentie, pollakisurie, nycturie, loze aandrang. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt flavoxaat door

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 november 2006 Farmatec/P2729045 25 januari 2007

Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 november 2006 Farmatec/P2729045 25 januari 2007 Aan de ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 november 2006 Farmatec/P2729045 25 januari 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

Examen Data Analyse II - Deel 2

Examen Data Analyse II - Deel 2 Examen Data Analyse II - Deel 2 Tweede Bachelor Biomedische Wetenschappen 10 januari 2011 Naam....................................... 1. De systolische bloeddruk (in mmhg) van 21 mannen is weergegeven

Nadere informatie

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source: Epilepsie op de SEH P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie Source: www.webmd.com Belangenconflict Geen belangenconflict te melden Indeling Introductie Definitie status epilepticus Epidemiologie

Nadere informatie

Persbericht. Brussel, België, 23 november 2006-7:00 am CET: UCB kondigde vandaag aan

Persbericht. Brussel, België, 23 november 2006-7:00 am CET: UCB kondigde vandaag aan UCB S.A. Allée de la Recherche 60, B-1070 Brussels (Belgium) Persbericht CHMP geeft positief advies en beveelt goedkeuring aan van Keppra als adjuvante behandeling van primair veralgemeende tonisch-clonische

Nadere informatie

Myoclonische absence epilepsie

Myoclonische absence epilepsie Myoclonische absence epilepsie Wat is myoclonische absence epilepsie? Myoclonische absence epilepsie is een vorm van epilepsie waarbij kinderen staaraanvalletjes hebben die samen gaan met een kortdurende

Nadere informatie

Datum 18 juni 2019 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet... Zaaknummer Onze referentie

Datum 18 juni 2019 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet... Zaaknummer Onze referentie 2o((S(J igb i > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. de heer Postbus 291 3700 AG ZEIST Willem Dudokhof 1 1112 ZA Diemen Postbus 320 1110

Nadere informatie

HALDOL tabletten en drank

HALDOL tabletten en drank Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Anti-epileptica. Anti-epileptica. Anti - epileptica. Werkingsmechanismen anti-epileptica. farmacologie en - kinetiek. pré post

Anti-epileptica. Anti-epileptica. Anti - epileptica. Werkingsmechanismen anti-epileptica. farmacologie en - kinetiek. pré post Anti-epileptica farmacologie en - kinetiek Fred Schobben Divisie Laboratoria en Apotheek UMC Utrecht Dpt. Farmaceutische Wetenschappen, Bèta faculteit, Universiteit Utrecht Anti-epileptica Wat doen ze?

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Vergelijkende studie om de effectiviteit van natuurlijke enzymen oraal versus injectiepreparaat en valproïnezuur te vergelijken in tonisch clonische aanvallen bij primaire systemische

Nadere informatie

Pharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam

Pharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam Pharmacotherapie Introductie- COIG-cursus Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam vanaf 9.15 uur registratie en koffie/thee 10.00 10.15 uur opening en inleiding

Nadere informatie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Levetiracetam Geldt voor: doelgroepen: volwassenen en kinderen vanaf 1maand. Indicatiegebied: Epilepsie Monstermateriaal: Bepaling in serum of plasma [1] Afnametijdstip: Bewaarcondities: Inzending: Dalspiegel

Nadere informatie

Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie.

Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie. Tolterodine G04BD07, januari 2018 Indicatie Urgency-incontinentie en/of verhoogde mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt tolterodine door

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking

Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking Home no. 5 November 2017 Congresnummer: Specialist ouderengeneeskunde in the lead Eerdere edities Verenso.nl Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking Bob van Gelder, Willem-Jan Hardon vangeldercals@gmail.com

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd. Fosinopril C09AA09, april 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie en symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Fosinopril wordt door Ephor niet geadviseerd als behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Epilepsie. Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl

Epilepsie. Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl Epilepsie Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl Epilepsie: symptoom van de tumor Medicatie Status epilepticus Rijgeschiktheid Nieuwe ontwikkelingen Epilepsie:

Nadere informatie

Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2)

Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2) Labetalol C07AG01, april 2019 Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2) Parenteraal: Als snelle bloeddrukdaling vereist is, zoals bij ernstige hypertensie. Het

Nadere informatie

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische

Nadere informatie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie Lamotrigine Geldt voor: Indicatiegebied: Monstermateriaal: Afnametijdstip: Bewaarcondities: Inzending: doelgroepen: volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar oud epilepsie, stemmingsstabilisator grote buis

Nadere informatie

Epilepsie van aanval tot zorg

Epilepsie van aanval tot zorg STAND VAN ZAKEN Epilepsie van aanval tot zorg Cees A. van Donselaar en J.A. (Hans) Carpay Epilepsie komt veel voor. De prevalentie in Nederland is 5:1000 inwoners. De diagnose wordt meestal gesteld op

Nadere informatie

Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT)

Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT) Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT) Dr. G.M. Terwindt en Prof. Dr. M.D.Ferrari, neurologen LUMC Chronische Migraine (CM)

Nadere informatie

Passages uit de notulen van de WAR-CG vergaderingen Product: Fycompa Besproken op: 28 oktober 2013 en 16 december 2013 Eerste bespreking 28 oktober 2013 perampanel (Fycompa ) Inleiding Het betreft de eerste

Nadere informatie

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol) Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol) Dit risico materiaal is beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en beschrijft aanbevelingen voor

Nadere informatie

Epilepsie komt bij kinderen veel voor. Voor

Epilepsie komt bij kinderen veel voor. Voor Epilepsie bij kinderen De behandeling van verschillende syndromen Bij de medicamenteuze behandeling van epilepsie bij kinderen moeten, meer nog dan bij volwassenen, de mogelijke bijwerkingen worden afgewogen

Nadere informatie

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau BIJLAGE II Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Deze Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter zijn het resultaat

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies en gedetailleerde toelichting op de wetenschappelijke redenen voor de verschillen met de aanbeveling van het PRAC

Wetenschappelijke conclusies en gedetailleerde toelichting op de wetenschappelijke redenen voor de verschillen met de aanbeveling van het PRAC Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunningen voor het in de handel brengen, onder oplegging van voorwaarden, en een gedetailleerde

Nadere informatie

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Symptomatische behandeling hersenmetastasen Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Zo maar een paar vragen: -Moeten patiënten met HM standaard met dexamethason

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing nodig bij ouderen of bij nierfunctiestoornissen.

Dosering: geen dosisaanpassing nodig bij ouderen of bij nierfunctiestoornissen. Celiprolol C07AB08, maart 2019 Indicatie Hypertensie. Preventie van aanvallen van angina pectoris.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Celiprolol wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie

Nadere informatie

bètablokkers een gunstiger bijwerkingenprofiel en minder contra-indicaties. Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

bètablokkers een gunstiger bijwerkingenprofiel en minder contra-indicaties. Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Celiprolol C07AB08, december 2017 Indicatie Angina pectoris en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van november 2012 wordt celiprolol door Ephor als behandeling van angina

Nadere informatie

Chapter 7. Samenvatting

Chapter 7. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Talrijke publicaties hebben aangetoond dat de behandeling van jicht verbetering behoeft. Dit ondanks het feit dat de oorzaak en het ontstaan van deze aandoening goed bekend is,

Nadere informatie

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein.

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein. Nitrendipine C08CA08, januari 2018 Indicatie Nitrendipine is geregistreerd voor hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt nitrendipine door Ephor als

Nadere informatie

Ervaring: doxazosine is in RCTs bij een onbekend aantal ouderen bestudeerd. Farmacokinetiek: geen verschil tussen ouderen en jongeren.

Ervaring: doxazosine is in RCTs bij een onbekend aantal ouderen bestudeerd. Farmacokinetiek: geen verschil tussen ouderen en jongeren. Doxazosine C02CA04, maart 2018 Indicatie Benigne prostaathyperplasie (BPH). Standpunt Ephor Doxazosine wordt door Ephor geadviseerd voor de behandeling van symptomen van benigne prostaathyperplasie (BPH)

Nadere informatie

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER Deze aanpassingen aan de SPC en bijsluiter zijn valide op het moment van de beschikking van de commissie. Na de beschikking

Nadere informatie

Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders

Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 30 juni 2017 van de registratiehouders die volgens de consultatieprocedure kunnen reageren Epilepsie Keuzemenu:

Nadere informatie

Ervaring: dutasteride is bij een groot aantal ouderen in RCTs bestudeerd.

Ervaring: dutasteride is bij een groot aantal ouderen in RCTs bestudeerd. Dutasteride G04CB02, januari 2018 Indicatie Benigne prostaathyperplasie (BPH). Standpunt Ephor In het rapport over de 5-alpha-reductaseremmers van augustus 2013 is dutasteride als referentiemiddel gekozen

Nadere informatie

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Methoden Tussen februari 2009 en januari 2012 werden patiënten geïncludeerd voor de studie.

Methoden Tussen februari 2009 en januari 2012 werden patiënten geïncludeerd voor de studie. Letrozole versus Clomiphene for Infertility in the Polycystic Ovary Syndrome Richard S. Legro et al; N Engl J Med 2014;371:119-29 door Laura van Loendersloot en Marloes Derks, AIOS, cluster AMC Introductie

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente

Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Waarom voortijdig stoppen? Veiligheid Effectiviteit Futiliteit Andere redenen Veiligheid (1) Data and Safety Monitoring

Nadere informatie

Tweede serie vragen:

Tweede serie vragen: Tweede serie vragen: Vraag van Argos: Er zijn goede resultaten met het afbouwen van venlafaxine via zogenaamde taperingstrips: hierbij gaat de patiënt in 4 of meer weken terug in dagelijks gebruik van

Nadere informatie

GIDS VOOR ZORGVERLENERS

GIDS VOOR ZORGVERLENERS Risico minimalisatie materiaal betreffende valproaat voor voorschrijvers GIDS VOOR ZORGVERLENERS De risico minimalisatie materialen voor valproaat zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Valproaat bevattende geneesmiddelen: risico op abnormale zwangerschapsuitkomst

Valproaat bevattende geneesmiddelen: risico op abnormale zwangerschapsuitkomst Informatie verstrekt onder het gezag van het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten 9-12-2014 Rechtstreekse mededeling aan de gezondheidszorgbeoefenaars Valproaat bevattende geneesmiddelen:

Nadere informatie

Gebruiksgemak: dosering 1x daags. Capsules mogen niet worden geopend.

Gebruiksgemak: dosering 1x daags. Capsules mogen niet worden geopend. Dutasteride G04CB02, januari 2019 Indicatie Dutasteride is geregistreerd voor behandeling van matige tot ernstige symptomen van benigne prostaathyperplasie (BPH) en vermindering van het risico op acute

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Dosis: geen dosisaanpassing nodig op grond van leeftijd. Dosis 1 daags 4 mg, indien nodig verhogen tot maximaal 1 daags 8 mg.

Dosis: geen dosisaanpassing nodig op grond van leeftijd. Dosis 1 daags 4 mg, indien nodig verhogen tot maximaal 1 daags 8 mg. Doxazosine C02CA04, februari 2019 Indicatie Symptomatische behandeling van goedaardige prostaatvergroting (BPH). Doxazosine is ook geregistreerd voor essentiële hypertensie.(1,2) Deze indicatie wordt hier

Nadere informatie

ESSENTIELE GEGEVENS. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek Lijst van hulpstoffen van de SKP.

ESSENTIELE GEGEVENS. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek Lijst van hulpstoffen van de SKP. ESSENTIELE GEGEVENS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Onglyza 2,5 mg: iedere tablet bevat

Nadere informatie

Fesoterodine G04BD11, december 2017

Fesoterodine G04BD11, december 2017 Fesoterodine G04BD11, december 2017 Indicatie Urgency-incontinentie en/of toegenomen mictiefrequentie. Standpunt Ephor In het rapport over de muscarine-antagonisten van november 2016 wordt fesoterodine

Nadere informatie

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Alcohol: Epidemiologische gegevens WHO: Europa, regio hoogste

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

Informatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs)

Informatieblad TDM-protocol nucleoside reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs) 1. Beschreven relaties tussen spiegel en antiviraal effect Alle nucleoside reverse zijn prodrugs. Deze middelen dienen intracellulair te worden gefosforyleerd tot achtereenvolgens een mono-, di- en trifosfaat.

Nadere informatie

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Toelichting Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Hieronder treft u de geanonimiseerde ranglijst per 1 januari 2019 aan voor het woongebied van Land van Matena. Het betreft een momentopname.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/25849

Nadere informatie

Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie bij ouderen Polyfarmacie bij ouderen J O R I S S C H A K E L I N T E R N I S T- K L I N I S C H G E R I AT E R S T. E L I S A B E T H H O S P I TA A L 2 6 F E B R U A R I 2 0 1 2 Inhoud presentatie Deel 1: Achtergrondinformatie

Nadere informatie

Gids voor gezondheidszorgbeoefenaars

Gids voor gezondheidszorgbeoefenaars De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van Valproate Sandoz. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Waarom was het onderzoek nodig?

Waarom was het onderzoek nodig? Een onderzoek om te testen of BI 409306 de geestelijke vermogens verbetert bij mensen met lichte ziekte van Alzheimer die problemen hebben met geestelijk functioneren Dit is een samenvatting van een klinisch

Nadere informatie

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel sulfasalazine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft

Nadere informatie

Lamotrigine Sandoz 50 mg dispergeerbare tabletten: wit tot gebroken wit, gewijzigde

Lamotrigine Sandoz 50 mg dispergeerbare tabletten: wit tot gebroken wit, gewijzigde 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lamotrigine Sandoz 5 mg dispergeerbare tabletten Lamotrigine Sandoz 25 mg dispergeerbare tabletten Lamotrigine Sandoz 50 mg dispergeerbare tabletten Lamotrigine Sandoz 100

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg

Kinderneurologie.eu.   De ziekte van Unverricht Lundborg De ziekte van Unverricht Lundborg Wat is de ziekte van Unverricht Lundborg? De ziekte van Unverricht Lundborg is een erfelijke vorm van epilepsie die gekenmerkt wordt door myocloniëen, kortdurende schokjes

Nadere informatie

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER 1 Nootropil, drank page 2 of 6 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank piracetam Lees goed de hele bijsluiter voordat u

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank. piracetam

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank. piracetam NOOTROPIL Bijsluiter: informatie voor de gebruiker piracetam Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35283 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Charehbili, Ayoub Title: Optimising preoperative systemic therapy for breast cancer

Nadere informatie

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik.

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik. SEDISTRESS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 200 omhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke omhulde tablet bevat 200 mg droogextract van de bovengrondse delen van passiebloem

Nadere informatie

Psychosebehandeling met een lage dosering. -antagonist. l. de haan, i. maksmovic

Psychosebehandeling met een lage dosering. -antagonist. l. de haan, i. maksmovic korte bijdrage Psychosebehandeling met een lage dosering l. de haan, i. maksmovic samenvatting Onderzoek wordt besproken naar effectiviteit, bijwerkingen en -binding van lage versus hogere dosering antipsychotica

Nadere informatie

Waarom was het onderzoek nodig?

Waarom was het onderzoek nodig? Een onderzoek om te testen of BI 4936 de geestelijke vermogens verbetert bij in de vroege fase van de ziekte van Alzheimer Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte

Nadere informatie

Conflicts of Interest. Nieuwe versus oude behandelstrategieën: aanbevelingen voor de huisarts

Conflicts of Interest. Nieuwe versus oude behandelstrategieën: aanbevelingen voor de huisarts Nieuwe versus oude behandelstrategieën: aanbevelingen voor de huisarts Dr. ST (Bas) Houweling, kaderhuisarts Langerhans lid NHG-standaardcommissie DM2 Nieuwe behandelstrategieën met oude middelen: aanbevelingen

Nadere informatie

Epilepsie. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling

Epilepsie. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling Epilepsie Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling Samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Liga tegen Epilepsie Epilepsie Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017 Richtlijn Antipsychotica Richtlijnenmiddag 2017 Voor wie Daarvoor is de indeling volgens de DSM 5: 297.1 Waanstoornis 298.8 Kortdurende psychotische stoornis 295.40 Schizofreniforme stoornis 295.90 Schizofrenie

Nadere informatie

Richtlijn toediening van intranasale medicatie (algemeen) Inleiding

Richtlijn toediening van intranasale medicatie (algemeen) Inleiding Richtlijn toediening van intranasale medicatie (algemeen) M.F. Kok, SEH-arts KNMG Intranasale toediening is een niet-invasieve, snelle en effectieve manier van medicatietoediening, met name geschikt voor

Nadere informatie

Gids voor gezondheidszorgbeoefenaars

Gids voor gezondheidszorgbeoefenaars De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in handel brengen van Depakine. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie deel uitmaakt,

Nadere informatie

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe Psychofarmaca bij de ouderen Waarom slikken zij? A. D Hooghe Psychofarmaca Benzodiazepines en aanverwanten Antidepressiva Antipsychotica Antipsychotica Assessment of antipsychotic prescribing in Belgian

Nadere informatie

Farmacokinetiek en dynamiek

Farmacokinetiek en dynamiek Farmacokinetiek en dynamiek Het toepassen van informatie uit het farmacotherapeutisch kompas Douwe van der Meer Ziekenhuisapotheker 20-03-2018 Wie schrijf het Kompas? VWS ZI Verzekeraars Wat is de bron?

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies 14 Wetenschappelijke conclusies Haldol, dat de werkzame stof haloperidol bevat, is een antipsychoticum dat behoort tot de butyrofenonengroep. Het is een krachtige

Nadere informatie

Pub u l b ic i at a i t e i s

Pub u l b ic i at a i t e i s Internationale publicaties (Peer ( Peer-reviewed reviewed journal articles) Castelein S, Gaag M van der, Bruggeman R, Busschbach JT van, Wiersma, D. Empowerment in People with Psychotic Disorders: A Comparison

Nadere informatie

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Marleen Arends Epilepsieconsulent Martiniziekenhuis Groningen

Nadere informatie

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie Critically Appraised Topic Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

Stoppen van anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode: wat is de ratio en het bewijs??

Stoppen van anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode: wat is de ratio en het bewijs?? N E U R O F A R M A C O L O G I E Stoppen van anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode: wat is de ratio en het bewijs?? F.N.G. van t Hof en J.A. Carpay Anti-epileptica (AE) worden gegeven

Nadere informatie