INFORMATIE GROEP 5A. De klassenouder voor dit schooljaar is: mevrouw Jacqueline Franken, moeder van Willem.

Transcriptie

1 Welkom bij de informatie van groep 5A. INFORMATIE GROEP 5A De leerkrachten van groep 5A zijn op maandag en dinsdag juffrouw Karin de Smet, op donderdag en vrijdag juffrouw Emmy van Dommele en de woensdag zijn de leerkrachten er om de week. De klassenouder voor dit schooljaar is: mevrouw Jacqueline Franken, moeder van Willem. DE LEERSTOF Catechese, levensbeschouwing Wij werken met de methode Trefwoord. Hiermee wordt elke ochtend een korte dagopening gedaan. Trefwoord laat kinderen op verschillende manieren kennismaken met diverse aspecten van levensbeschouwing. Er wordt gebruik gemaakt van een kalender met plaatjes en verwijzingen naar het thema, dat in die periode centraal staat. Trefwoord kent meerdere periodes, waaraan een thema gekoppeld is. De kinderen mogen elke dag om de beurt de kalender afscheuren en mee naar huis nemen. Leefstijl De methode Leefstijl leert kinderen opgroeien tot zelfstandige, sociaal vaardige en betrokken leerlingen. In groep 5 worden de volgende thema s behandeld: De groep? Dat zijn wij! Praten en luisteren Ken je dat gevoel? Ik vertrouw op mij Iedereen anders allemaal gelijk Lekker gezond Rekenen De methode heet Pluspunt: De totale leerstof bestaat uit 12 blokken van elk 3 weken. Dus zo n 36 schoolweken en 4 herhalingsweken. Een les duurt ongeveer een uur. Elke dag staat rekenen op het rooster. Er zijn lessen die leerkracht gebonden zijn en lessen die de leerlingen zelfstandig verwerken. Steeds vaker komt het zelfstandig werken terug in het onderwijs. We leren de kinderen zelf hun problemen op te lossen, zodat de leerkracht zijn handen vrij heeft om de kinderen te helpen die dit nodig hebben.

2 We gebruiken drie boeken: Gele boek(lesboek): leerkrachtgebonden lessen Blauwe boek(opdrachtenboek) met het groene werkboek: zelfstandig werken. Rode boek(plusboek): herhaling, uitbreiding. Een blok bestaat uit 11 lessen, dan volgt een toets (les 12). Naar aanleiding van die toets volgt herhaling (kopieerbladen) of uitbreiding (les en 15). Die staan in het rode boek. Algemeen - optellen en aftrekken tot en met 20 (automatiseren) - plus en min tot plus en min tot tellen boven de grotere keersommen - tafels 1 tot en met 10 (Tafeldiploma) - begin van delen - vraagstukjes oplossen Meten, tijd en geld - meten met de liniaal in centimeter, meter en millimeter. - kloktijden aflezen in hele en halve uren en kwartieren, analoge kloktijden aflezen, digitale tijden aflezen en ze bij elkaar zoeken - geldbedragen met briefjes en munten samenstellen en handig bij elkaar optellen, schattend rekenen, bedragen afronden. Lezen (Estafette) Een aantal leerlingen werken in groepjes onder leiding van een leerkracht of remedial teacher of ouder aan de methode Estafette. Deze kinderen leren om eerst nauwkeurig te lezen en vervolgens hun leestempo te verhogen. Vanaf niveau 6 gaan de kinderen BAVI lezen. Bij het individueel lezen gaat het om: Het leren plezier te krijgen in lezen Het leren begrijpen van langere teksten Een mening kunnen geven over een boek Het zelfstandig verwerken van technische leesvaardigheid Respect voor boeken De kinderen lezen 4 x per week een bepaalde tijd in een prettige leesomgeving (ongeveer min), de kinderen lezen alleen, zachtjes voor zichzelf. De school zorgt voor goede kinderboeken waaruit het kind kan kiezen. De boeken zijn ingedeeld naar het belevingsniveau en niet meer op technisch lees niveau. De kinderen lezen dus wat ze begrijpen. De leerkracht organiseert regelmatig activiteiten om het lezen te promoten, bijv.: Stukje voorlezen Een leerling een leuk stukje laten lezen (donderdagmiddag) Een praatje over een boek Gesprekje over hoe kies je een boek

3 Begrijpend lezen Voor begrijpend lezen werken wij met de methode Tekstverwerken. Er zijn 35 teksten, waaronder verhaaltjes en gedichtjes (titels zoals: Rekenen op rijm, Het speelkwartier en Ruzie op de theevisite). Daarbij horen vragen, die zeker in het begin samen gemaakt worden. Vaak begint elke les met een paar vragen om in de sfeer van de les te komen, daarna mogen ze pas het verhaal gaan lezen en gaan ze een aantal vragen over de tekst beantwoorden, en de les eindigt met een creatieve opdracht. Om de zeven lessen volgt een toetsles om te zien of ze het ook zelf kunnen. Daarnaast zullen de kinderen extra werken in een CITO oefenboek voor begrijpend lezen. Taal Deze methode die we gebruiken is Taal actief. Taal actief bestaat uit 10 verschillende thema s. Elk thema duurt 3 weken. Taal bestaat uit: 1. spelling: het goed kunnen schrijven van de woorden In het eerste blok krijgen de kinderen met de volgende categorieën te maken: Woorden die beginnen met een f en met een v, woorden met aar, eer, oor en uur, woorden met aai, ooi en oei. 2. woordenschat: betekenis van de woorden Taal in de vorm van spreken; luisteren; stellen, schrijven en lezen. De methode geeft extra instructie en verrijkingsstof voor de kinderen die dit nodig hebben. Ook de computer vormt een belangrijk onderdeel van het taalonderwijs. Wereldoriëntatie Er zijn drie vakgebieden: 1. aardrijkskunde: Geobas 2. geschiedenis: Bij de tijd 3. biologie: Natuurlijk In groep 5 krijgen de kinderen een lesboek en een werkboek. Een onderwerp bestaat uit 5 lessen en een terugblik, daarna krijgen ze een samenvatting. Samen nemen we deze samenvatting door en zullen dan het allerbelangrijkste onderstrepen. Dan nemen de kinderen de samenvatting een week voor een toets mee naar huis. Aardrijkskunde Er wordt een begin gemaakt met kaartlezen. Er staat nog geen gebied centraal zoals in gr. 6 7 en 8. De betekenis van de kaart symbolen komt uitgebreid aan de orde. 1. Terug van vakantie 2. Hoe vind ik de weg? 3. De weg in Nederland 4. Raakt de regen nooit op? 5. In de kas en op het platteland 6. Wat een aardappels 7. Buizen en kabels in huis 8. De natuur in! 9. Verkeer en vervoer

4 Geschiedenis Enkele onderwerpen uit de geschiedenis aan de orde komen: 1. De prehistorie jagers en verzamelaars. 2. Een Germaans dorp 3. Nederland waterland 4. Naar de fabriek 5. Techniek en vrije tijd. Biologie Biologie (levende natuur) en natuurkunde (niet levende natuur) lopen door elkaar. Zelf onderzoeken en experimenteren, waarnemen en meten dat neemt een belangrijke plaats in. Vaak wordt dan ook gevraagd om eens iets van huis mee te nemen. Elk blok van vier lessen van in totaal 8 blokken. Elk blok wordt afgesloten met een toets. 1. Groeien 2. Levende natuur 3. Water en wind 4. Klimaat 5. Horen, zien en ruiken 6. Leven in het water 7. Kleine en grote eters 8. Een veilig nest Verkeer Bij deze methode: Klaar over, is er rekening gehouden met de leefwereld en ervaringen van de leerlingen. Omdat de leerlingen van groep 5 vooral als voetganger en als fietser aan het verkeer deelnemen, behandelen we in deze methode de regels en borden die gelden voor voetgangers en fietsers. Daarnaast werken we ook met een grote verkeerskalender in de klas. Dit is vaak een uitgangspunt voor een gesprek over verschillende verkeerssituaties en soms hoort er ook een leuk liedje, spelletje o.i.d. bij. Schrijven Een aantal richtlijnen: Het ontwikkelen van een eigen schrijftempo Het aanleren en oefenen van het schrijven zonder hulplijnen Het kritisch leren beoordelen van het eigen handschrift We schrijven in groep 5 drie keer per week. Techniek Wij werken met de kinderen ook aan het vak Techniek. Dit doen wij bij het vak natuurkunde (met de methode Natuurlijk), we werken aan techniek tijdens het hoekenwerk, maar ook werken wij 7 x per jaar in de aula met materialen uit de Techniekkasten. Hierin zitten techniekboxen die de kinderen uitdagen om zelf kennis te maken met allerlei technische vaardigheden en nodigen de

5 kinderen uit om zelf allerlei oplossingen te bedenken. Zo werken we met Clics, Knexx, LegoEducation, boxen met katrollen/hefbomen, magneten, bellen blazen, electrische verbindingen maken enz. Hoekenwerk Een half uur per week (en geregeld ook 2 x per week) werken wij in groepen in hoeken. De kinderen werken in groepsverband aan verschillende opdrachten. Dat kunnen bijv. zijn een rekenspel, drama-opdracht, een opdracht op de computer, werken aan werkbladen, techniek enz. Dit alles om samen met anderen dingen te ontdekken, dus ook elkaar helpen en in een groep leren samenwerken. Creatieve vakken Muziek Dianne Proost is op de Borghoek onze muzieklerares, zij geeft elke maandag muziek aan alle groep 5 leerlingen. Handvaardigheid/tekenen Elke week hebben de kinderen een tekenles en een knutselles. Evt. vrijdags daarbij rekening houden met de kleding. Twee keer per jaar hebben we een creadag. Expressie Onder deze noemer vallen allerlei creatieve -en podiumactiviteiten waaronder bijv. drama (toneelspelen-toneelschrijven). Ook kent de gemeente Bergen op Zoom het zgn. Cumenu. We laten de kinderen of gevarieerde wijze kennismaken met vormen van expressie en cultuur. Daarvoor zullen we een enkele keer ergens naartoe moeten gaan of er komt iemand langs bij ons op school. HDBKF-estival Het HolderDeBolderKolder-festival is een gezellige vrijdagmiddag in de aula samen met de groepen 6, 7 en 8. Per groep mogen een aantal kinderen op het podium een optreden verzorgen. Gym Elke woensdagochtend hebben we gym met toestellen en elke vrijdagochtend hebben we een spelles. Alle kinderen hebben tijdens de gymlessen gymschoenen aan in verband met hygiëne en veiligheid en gelieve goede gymkleding mee te geven aan uw kind. LVS - CITO adaptief - onderwijs en onderwijs op maat Bij adaptief onderwijs is het onderwijs aangepast aan de mogelijkheden en behoeften van de individuele leerling. Het gaat dus om een leerling gerichte aanpak van het onderwijs. Dat betekent niet, dat ieder kind een individueel programma volgt, maar dat leerlingen die het nodig hebben kunnen rekenen op extra begeleiding bij vakken waar ze zwak of sterk in zijn. Leerlingen die wat meer aankunnen, krijgen begeleiding bij het maken van extra stof. De overige leerlingen doorlopen het normale programma.

6 Binnen de klassenorganisatie willen we proberen om buiten de reguliere aandacht voor de kinderen in onze klas, zoveel mogelijk tijd en middelen vrij te maken om extra hulp en begeleiding te geven. Daarbij denken we aan: zorg naar boven en zorg naar beneden. Dat is een blijvende opgave voor de leerkrachten. Na een klassikale instructie krijgen kinderen die dat nodig hebben extra en/of andere instructie. Kinderen moeten gedurende een bepaalde tijd zelfstandig kunnen werken. Daarentegen moeten ze ook weten wanneer de leerkracht zijn / haar ronde door de klas maakt. Daarom worden er duidelijke regels en afspraken gemaakt. De lesmethodes die we gebruiken bieden de mogelijkheid voor herhaling en verrijking. Bij sommige vakken maken we gebruik van de computer. Het biedt kinderen de mogelijkheid om op hun eigen niveau te werken. ZORGBREEDTE Op onze school worden de volgende dingen gedaan om dit onderwijs te realiseren: 1. Van alle leerlingen worden de vorderingen bijgehouden in het zogenaamde Leerlingvolgsysteem. Cito heeft toetsen ontwikkeld waarmee de resultaten vergeleken worden met leeftijdgenoten in het hele land. Twee keer per jaar zijn er zulke CITO toetsen voor spelling, rekenen, lezen, taal, begrijpend lezen. In een grafiek kun je zien hoe de leerling zich ontwikkelt en je kunt zien of er iets misgaat. De resultaten die ons zorgen bieden, die worden besproken met de zorgleerkracht juf Liesbeth en juf Jacqueline. Samen wordt bekeken wat er bij uitval gedaan moet worden. Grote problemen kunnen ook aan de orde komen in het hele team. 2. Het handelingsplan: voor een leerling of een groepje van leerlingen wordt een plan geschreven waarin staat wat we gaan doen aan de problemen. Zo n plan wordt ook met de ouders besproken en hen wordt gevraagd dit plan te ondertekenen. 3. Snellere leerlingen proberen we extra werk te geven, waar ze zelfstandig aan kunnen werken. 4. Het werken met een dagkaart op het bord. 5. Instructie op maat: sommige leerlingen hebben nauwelijks uitleg nodig. Zij mogen dan ook direct aan het werk, andere kinderen krijgen langere instructie en een groepje werkt alles door in samenwerking met de leerkracht. Voorwaarde is wel dat kinderen zelfstandig kunnen werken en ze moeten leren zelf problemen op te lossen. Voor kinderen die extra uitleg willen krijgen werken wij met een instructietafel. 6. De kieskast. De kinderen kunnen allerlei werkbladen en andere materialen uit de kast nemen. COMPUTERS We werken veel met computers binnen ons onderwijs, puur als ondersteuning, maar ook als verrijking. Rekenen = leren hoofdrekenen en oefenen tafels met de methodes Maatwerk, hoofdwerk en Pluspunt Spelling = het oefenen van de woorden van die periode, enkele kinderen maken ook de dictees op de computer. We gebruiken de computers tijdens het zelfstandig werken en tijdens hoekenwerk.

7 HUISWERK Het volgende zien wij als huiswerk: Een spreekbeurt (praatje met een plaatje), een boekenbeurt Zoeken / meenemen van Af en toe wat afmaken Extra oefenen voor leerlingen die dat nodig hebben bijv. een spellingsmapje De samenvatting voor een Wereld Oriëntatie -vak leren Voor kinderen van groep 5 staat vast dat ze maar maximaal een half uur per dag aan huiswerk mogen besteden! Is dit meer dan een half uur, dan zouden wij dit graag van u willen horen. En verder Bijna aan het eind van het schooljaar werken we drie weken aan een Project. Tijdens dit project maken we eenexcursie in het thema van het project en houden we als afsluiting een klassenavond. Klassendienst: In groep 5 worden er elke week 2 kinderen uitgekozen om in de klas te helpen met uitdelen, de vissen eten te geven, te vegen en opruimen. Zijn er na al deze informatie nog vragen onze deur staat altijd voor U open!