Sirius Programma Overall Auditrapport 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sirius Programma Overall Auditrapport 2010"

Transcriptie

1 Sirius Programma Overall Auditrapport 2010 Den Haag, februari 2011 Auditcommissie Sirius Programma Leading experts Sirius Programma Platform Bèta Techniek

2 Inleiding Met het Sirius Programma beoogt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kennis en inzicht te verkrijgen in de wijze waarop in het hoger onderwijs de beste studenten tot een zo hoog mogelijk niveau kunnen worden gebracht. Tevens wil het ministerie de belemmeringen identificeren die daarvoor in de huidige situatie bestaan. Met de regeling wordt aan universiteiten en hogescholen die zich inspannen om meer excellentie te bereiken een extra tegemoetkoming verstrekt. Van hen wordt overigens wel 50% co- financiering verwacht. De regeling wordt uitgevoerd door het Platform Bèta Techniek (vanaf nu het Platform). Participerende instellingen In totaal hebben negentien instellingen een subsidietoekenning gekregen voor hun bacheloraanvraag; vijf instellingen in 2008 (Tranche 1) en veertien in 2009 (Tranche 2). Zes instellingen hebben daarnaast in 2010 een subsidietoekenning gekregen voor hun masteraanvraag. Monitor en auditsystematiek De voortgang van de uitvoering van de aanvragen binnen de instellingen wordt kritisch gevolgd, door middel van een jaarlijkse cyclus van monitoring en auditing (m&a). De gekozen systematiek is enerzijds gericht op het ondersteunen van de instellingen in hun leerproces door hen te stimuleren het beste uit zichzelf te halen. De kennis en ervaringen die uit dit proces voortkomen zijn interessant voor zowel de individuele instelling als voor het Programma als geheel en daarmee ook voor alle andere hoger onderwijsinstellingen in Nederland. Anderzijds houdt het Platform zo ook de vinger aan de pols bij de beoordeling of de instelling op koers ligt om de toegezegde prestaties waar te maken. De monitor en auditcyclus heeft daarmee de volgende functies: - professionalisering van betrokkenen - bijdrage aan de (nationale) kennisbasis - grondslag voor vervolgonderzoek - verantwoording over de voortgang. Vier partijen spelen in deze cyclus een rol: 1) de instellingen; 2) de auditcommissie; 3) het Platform Bèta Techniek; 4) de leading experts. De instelling staat centraal: aan de hand van een vooraf door het Platform opgestelde monitor rapporteert zij over en reflecteert zij op de voortgang ten aanzien van haar eigen prestaties. De informatie uit de monitor vormt de input voor de site visit van de Sirius auditcommissie aan de instelling. De auditcommissie stelt vervolgens een instellingsrapportage op met een beoordeling van de stand van zaken en een advies aan de instelling hoe de eigen aanpak te verbeteren en de haalbaarheid van de prestaties te optimaliseren. Deze rapporten worden niet openbaar gemaakt maar zijn voor de instelling. Het instellingsrapport dient ter input voor de governancegesprekken tussen de Colleges van Bestuur van de instelling en de directie van het Platform. Naast deze instellingsrapporten bundelt de Sirius auditcommissie ook haar algemene bevindingen in een overall auditrapport. Dit wordt, alvorens openbaarmaking, voorgelegd aan de leading experts die hun eigen bespiegelingen hieraan toevoegen. De auditcommissie en de leading experts adviseren hiermee het Platform over het totale programma. Het Platform geeft jaarlijks een terugkoppeling naar haar opdrachtgever, het Ministerie van OCW. Voor een uitgebreidere toelichting op de exacte invulling van de gekozen systematiek, zie bijlage 1. Het voorliggende rapport Voor u ligt het overall auditrapport over de monitor en auditcyclus van De cyclus is toegepast op de instellingen uit Tranche 1 die in 2010 een jaar bezig waren met de uitvoering van hun ideeën over de bachelorprogramma s. Het betreft de Hanzehogeschool Groningen, de Radboud Universiteit Nijmegen, de Universiteit Maastricht, de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit & Universiteit van Amsterdam (gezamenlijk). In paragraaf 1 staan de belangrijkste bevindingen van de auditcommissie verwoord, die in paragraaf 2 nader uitgewerkt zijn. Paragraaf 3 bevat een weergave van de belangrijkste bespiegelingen van de 2

3 leading experts. De ervaringen die in 2010 opgedaan zijn dienen voor het Platform als input voor de inrichting van de monitor en auditcyclus voor de komende jaren. 1. Belangrijkste bevindingen van de auditcommissie Op basis van de uitkomsten van de monitor en auditcyclus van 2010, constateert de auditcommissie dat vier van de vijf instellingen goed op weg zijn met de uitvoering van hun instellingsbrede excellentieprogramma s. Zij boeken voldoende voortgang om hun eigen prestaties te halen. De Universiteit Maastricht zal in dit kader echter volgend jaar veel meer voortgang moeten kunnen laten zien. Meer inhoudelijk wil de commissie de volgende zaken onder de aandacht brengen van de instellingen: 1. Beoogde studentenaantallen worden niet/moeizaam gehaald De auditcommissie constateert dat niet in alle gevallen de beoogde studentenaantallen al bereikt worden. Hiervoor worden verschillende redenen aangedragen die te maken hebben met a) de cultuuromslag die momenteel gaande is en nog tijd nodig heeft, maar ook met b) de onbekendheid/ associaties van studenten met (de meerwaarde van) het excellentieprogramma. Daarnaast geven veel instellingen aan dat excellente studenten vaak meerdere interesses hebben en niet altijd kiezen voor het volgen van het beoogde excellentieprogramma, maar bijvoorbeeld voor het volgen van meerdere studies of het uitoefenen van bestuurstaken. Het is in ieder geval zaak dat de instelling optimaal zicht verkrijgt op (de interesses en behoeftes van) haar studentenpopulatie om hier goed op in te kunnen spelen. 2. Discussie over de definitie van excellentie: selectie, context en meerwaarde Er is veel discussie over de definitie van excellentie. Op het eerste oog is dit niet bezwaarlijk, gezien de doelstelling van het Sirius Programma om de instellingen ruimte te bieden voor het experimenteren met excellentie(bevordering). De auditcommissie constateert echter wel een aantal zaken: er zijn verschillende invalshoeken die elk een eigen meritus hebben en de veelzijdigheid van het excellentiebegrip tonen; het is van belang de instelling een duidelijke keuze maakt in definiëring van excellentie en deze consequent doorvoert de discussie spitst zich momenteel met name toe op de juiste selectie van excellente studenten; het bieden van de juiste context (community, rol docenten, vormgeving van het programma) is echter ook van cruciaal belang. nog zeer onduidelijk is wat na het excellentietraject de meetbare meerwaarde zal zijn: de instelling moet duidelijk zij in waarin zij excellentie wil bereiken en wat de beoogde meerwaarde is. Meer op programmaniveau signaleert de auditcommissie de volgende zaken: 3. Cultuuromslag in volle gang Het vermoeden dat er een cultuuromslag plaats aan het vinden is in Nederland in het denken over excellentie is in diverse gesprekken met de instellingen bevestigd. Verschillende instellingen gaven aan dat een aantal jaren geleden het idee om speciale programma s te verzorgen gericht op meer getalenteerde studenten nog onbespreekbaar was, terwijl nu actief in de breedte wordt meegedacht binnen de instelling. 4. Zekere vorm van centrale sturing lijkt onontbeerlijk bij neerzetten instellingsbrede visie Voor het welslagen van de excellentieprogramma s lijkt een heldere organisatiestructuur en een adequate bestuurlijke inbedding van groot belang. Daar waar men er in geslaagd is de organisatie zichtbaar neer te zetten, lijken de plannen zich niet alleen doelgericht goed te ontwikkelen, maar ook inhoudelijk meerwaarde te krijgen. Bij het ontwikkelen en uitvoeren van de voor ogen staande instellingsbrede programma s lijkt een zekere vorm van centrale sturing, in het kader van het verder vormgeven en bewaken van de instellingsbrede visie, onontbeerlijk. 3

4 5. Kennisdeling binnen en buiten de instelling verdient meer aandacht Ten aanzien van de interne kennisdeling constateert de commissie dat de afstemming en informatieuitwisseling tussen entiteiten binnen de instelling (faculteiten/schools) niet vanzelf gaat en vraagt om zorgvuldige organisatie. Door de instellingen wordt aangegeven dat een bezoek door externen, zoals de site visit door de auditcommissie het gemeenschappelijke wij gevoel versterkt en een rol vervult in het aanzwengelen/ versterken van interne samenwerking bijvoorbeeld in het kader van de voorbereiding daarvan en door het gezamenlijk bespreken van de resultaten. Ten aanzien van de externe kennisdeling constateert de commissie dat de instellingen nog erg intern gericht bezig zijn en stimuleert hen meer met (inter)nationale collegae te overleggen. Aangegeven wordt dat activiteiten zoals de Sirius Carrousels en de buitenlandse Sirius studiereis hierin een belangrijke inspirerende rol spelen. Samenwerking met het voortgezet onderwijs verdient volgens de auditcommissie in dit kader ook meer aandacht: meer interactie op bijvoorbeeld doorlopende leerlijnen kan leiden tot een betere match tussen student en excellentieprogramma en zorgen voor een groeiend animo voor de excellentieprogramma s. Tot slot wil de auditcommissie aandacht vragen voor een onderwerp dat een aantal keren ter sprake is gekomen tijdens de monitor en auditcyclus: het experimenteren met indicatoren. De commissie wil benadrukken dat de instellingen de oorspronkelijk opgestelde indicatoren niet als te beklemmend en daarmee mogelijk remmend moeten ervaren. Het Sirius Programma is in de kern een experimenteel programma, met een sterke leerfunctie. Indien instellingen, op basis van de eerste ervaringen en daarmee samenhangende voortschrijdende inzichten, de indicatoren willen aanscherpen en verduidelijken, waardoor zij de beoogde doelstellingen beter kunnen realiseren, dan kunnen zij met het bureau van het Sirius Programma en de auditcommissie hierover overleg voeren. De monitor en auditcyclus biedt dan bij uitstek de gelegenheid om hierop terug te blikken en hierover te rapporteren. Borging van de kwaliteit is daarbij wel essentieel en die zal de auditcommissie dan ook kritisch blijven volgen. 2. Verdere uitwerking van de bevindingen auditcommissie In paragraaf 1 zijn de belangrijkste bevindingen van de commissie weergegeven. In deze paragraaf worden de eerste twee bevindingen omtrent de definitiekwestie en de studentenaantallen nader uitgewerkt. De overige bevindingen hebben meer betekenis voor het Sirius Programma in totaliteit. Ad Bevinding 1: Beoogde studentenaantallen worden niet/moeizaam gehaald De commissie constateert dat er meerdere redenen ten grondslag hieraan ten grondslag kunnen liggen, die veelal samenhangen met de bekendheid van de studenten met de extra geboden mogelijkheden in het kader van excellentie, maar ook met de associaties die zij daarbij hebben en de inschatting van de meerwaarde van het volgen van de excellentieprogramma s. Benadering van studenten: liever geen etiket excellent Veel studenten hebben moeite met de term excellent en willen absoluut niet betiteld worden als excellente studenten. Uit de gesprekken volgt dat dit volgens de studenten namelijk stigmatiserend werkt. Opvallend is wel dat zij wel erg te spreken zijn over de privileges en uitgebreidere mogelijkheden die hen geboden worden. Zo waarderen zij zaken als de intensievere meestergezelachtige samenwerking met (top)docenten en de gezamenlijke (start)activiteiten met hun peers. Ook willen zij best in het zonnetje gezet worden omdat hun werk inhoudelijk van bovengemiddelde kwaliteit blijkt te zijn; dus op hun concreet inhoudelijk behaalde prestaties. De commissie denkt dat dit mogelijk sterk samenhangt met de Nederlandse egalitaire cultuur en volgt de redenering van de instellingen dat de in ontwikkeling zijnde cultuuromslag nog even tijd nodig heeft. Onvolledige informatievoorziening 4

5 De consequenties van het meedoen aan een excellentieprogramma is van belang voor studenten. Gebleken is dat onzekerheid of onduidelijkheid hierover een reden kan zijn voor excellente studenten om niet te kiezen voor deelname aan een excellentieprogramma. Studenten die momenteel een excellentieprogramma volgen, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het formuleren van de verwachtingen en gewenste inspanningen. In de werving en selectie zouden zij dan ook een (wezenlijke) rol kunnen spelen. De verwachting is dat de aantrekkingskracht van een onderwijsinstelling in haar geheel door de in ontwikkeling zijnde excellentieprogramma s kan toenemen. Te weinig zicht op meerwaarde: onduidelijkheid over civiel effect Inzichtelijkheid en duidelijkheid over de meerwaarde die de extra inspanning van het volgen van een excellentieprogramma oplevert, kan ook een rol spelen in het keuzeproces van studenten. De auditcommissie constateert in dit kader dat de betrokkenheid van het afnemende veld nog moeizaam vorm krijgt. Zij wil hierbij opnieuw het belang aangeven van het nadrukkelijk betrekken van private en publieke werkgevers bij de ontwikkeling en implementatie van de excellentie trajecten. Dit vergroot niet alleen de aantrekkelijkheid voor studenten, maar leidt ook tot inhoudelijke verrijking van de excellentieprogramma s (bijvoorbeeld door realistische multidisciplinaire projectthema s of door praktijkvoorbeelden van ethische beroepsdilemma s). Het vormgeven van het civiele effect van de excellentieprogramma s in de Nederlandse en internationale context is van cruciaal belang voor het welslagen en de toekomst van excellentieprogramma s. Het civiele effect kan worden versterkt door met het werkveld ook al in een vroeg stadium contact te hebben over na te streven meerwaarden binnen het excellentieprogramma, die door het bedrijfsleven als zeer relevant worden gekenmerkt. Last, but not least is een goede relatie met het werkveld ook positief voor verduurzaming van de trajecten na afloop van de steun vanuit het Sirius programma. Ad Bevinding 2: Discussie over de definitie van excellentie: selectie, context, meerwaarde Er is geen universeel excellentiebegrip; de commissie constateert dan ook dat het nodig dat de instelling een hele duidelijke keuze hierin maakt en dat dan zo consequent mogelijk doorvoert in termen van input, troughput en output. Zowel de selectie, het bieden van de juiste context als het benoemen van de uiteindelijke meerwaarde moeten in dit kader in samenhang met elkaar bezien worden. Selectie Door alle instellingen wordt aangegeven dat selectie noodzakelijk is, enerzijds om er zeker van te zijn dat deze studenten het extra werk aankunnen, anderzijds om tot een groep gelijkgestemden te komen die bereidt is het werk ook (met elkaar) te verzetten. Als het gaat om selectie van studenten worden aan de ene kant van het spectrum de smalle definities van excellentie gehanteerd, die met name gericht zijn op cognitieve vermogens van studenten. Aan de andere kant van het spectrum bepaalt een scala aan eigenschappen de excellentie- potentie. Hierbij worden naast cognitieve vermogens ook bijvoorbeeld analytische en sociale vaardigheden meegenomen en wordt er gekeken naar eigenschappen als motivatie, nieuwsgierigheid, creativiteit, betrokkenheid, doorzettingsvermogen en academische attitude. De auditcommissie is hoofdzakelijk tegengekomen dat op meerdere aspecten wordt geselecteerd: bij selectie wordt meestal gewerkt met een combinatie van harde elementen (cijfers) en zachte elementen als motivatie gewerkt. Motivatie moet dan ondermeer blijken uit een motivatiebrief, uit aanbevelingen en/of een sollicitatie/selectiegesprek en ook onder de studenten die de commissie heeft gesproken leeft de opvatting dat naast de intellectuele capaciteit, ook zeer zeker op motivatie, ambitie, discipline en doorzettingsvermogen geselecteerd moet worden. De commissie is wel van mening dat samenwerking met het voortgezet onderwijs in dit kader meer aandacht verdient: meer interactie op bijvoorbeeld doorlopende leerlijnen kan leiden tot een betere match tussen student en excellentieprogramma en zorgen voor een groeiend animo voor de excellentieprogramma s. 5

6 Context De commissie wil in de discussie over excellentie graag meer aandacht voor het creëren van de juiste context voor excellentie. Bij de selectie van studenten gaat het vrijwel altijd om de match tussen de student en (de eisen van) het excellentieprogramma. De commissie benadrukt dat bij de selectie van studenten ook nagedacht kan worden over de context die de instelling daarbij biedt. Een stimulerende, inspirerende en faciliterende context is cruciaal voor excellentieontwikkeling en -bevordering. In het kader van de context lijken een aantal zaken van belang te zijn: I. Het belang van een community De ervaring leert dat honoursstudenten het waarderen samen te werken met medegemotiveerde studenten. Dat kan in het honoursprogramma zelf, maar ook daarbuiten. Studenten bouwen daarmee een bijzonder contactennetwerk, oftewel een honours community. De commissie is van mening dat het vormen van een dergelijke community een belangrijk onderdeel vormt van het creëren van de juiste context voor excellentie binnen de instelling. Formele en informele activiteiten kunnen hand in hand gaan in de honourscommunity. Als sprake is van een stroom van activiteiten waar studenten gedurende langere tijd met elkaar te maken hebben kan de community een stabieler karakter krijgen. Dat kan studenten stimuleren tot het starten van een vereniging, website, nieuwsbrief en om intensief gebruik te maken van social media. Bij het inrichten van een community spelen een aantal zaken een rol. Ten eerste de opbouw van de community, waarbij de instelling minimaal een faciliterende rol op zich moet nemen. Als samenwerking en uitwisseling gestimuleerd worden, legt dat een stevige basis voor een honourscommunity. Ten tweede werkt het zeer stimulerend voor studenten als ook docenten, onderzoekers en lectoren onderdeel uitmaken van de community. Ten derde is gebleken dat een fysieke (ontmoetings)plek binnen de instelling zeer gewaardeerd wordt. Dit vergroot ook de zichtbaarheid van het excellentieprogramma. Een fysieke locatie biedt hen wel de mogelijkheid om (ook buiten de verplichtte activiteiten) met elkaar te interacteren en hoeft uiteraard niet uitsluitend toegankelijk te zijn voor excellente studenten. Koppeling van de honourscommunity met het reguliere onderwijs kan leiden tot verdere ontwikkeling en verspreiding van nieuwe ideeën over onderwijsvormen en inhouden. Tenslotte kunnen in de community in de toekomst ook honoursalumni een belangrijke rol gaan spelen. In de Verenigde Staten worden zij bijvoorbeeld uitgenodigd als gastspreker om de studenten over hun ervaringen te vertellen. Ook kunnen zij studenten coachen naar een bepaald toekomstperspectief (bijvoorbeeld een vervolgopleiding). II. De rol van de docent Bij de inzet van instrumenten blijkt maatwerk in de vorm van menselijke interactie een zeer belangrijke faciliteit voor een excellente student te zijn. Erkend en gekend worden speelt hierbij een rol voor studenten. Interactie tussen de excellente student en de (excellente) docenten werkt zeer stimulerend; studenten geven aan dat zij het waarderen om met hun leermeester op te trekken, die nu meer tijd en ruimte voor hen heeft. Een docent die voor de studenten als rolmodel werkt kan hen enthousiasmeren en stimuleren het beste uit zichzelf te halen. 'Rolmodellen kunnen daarnaast door de instelling ook als boegbeeld voor een excellentieprogramma functioneren, waardoor het programma wint aan zichtbaarheid en wellicht eerder en gemakkelijker een gerespecteerde plaats krijgt binnen de faculteit en instelling. Docenten kunnen de communityvorming zelf faciliteren door mee te denken bij initiatieven, ruimtes ter beschikking te stellen of te zorgen voor een klein budget. De houding van docent is belangrijk om initiatieven tot bloei te laten komen. De Auditcommissie hoopt in de toekomst meer aandacht voor de rol van de (excellente) docent te bemerken. III. De vormgeving van het programma De auditcommissie heeft diverse oriëntaties aangetroffen bij de excellentieprogramma s. Eenzelfde instelling kan meerdere soorten aanbod hebben. Zonder volledigheid na te streven, noemen we: keuze voor disciplinaire excellentie programma s (diepte) of multidisciplinaire programma s (breedte) 6

7 keuze voor meer wetenschappelijk gerichte excellentie of meer praktijkgerichte invulling (actuele maatschappelijke thema s; thema s of projecten uit een beroepscontext) keuze voor excellentie binnen een meer generieke competentieprofiel, zoals leiderschap, ondernemerschap, innovator/ontwerper In de praktijk zullen deze grenzen niet altijd zo strikt zijn, omdat ook bij interdisciplinaire programma s de student op zeker moment de diepte in wil al zal dat dan betrekking hebben op meer dan een discipline. Evenzo kan een student in een disciplinair honoursprogramma ook te maken krijgen met ander (sub)disciplines omdat deze nodig zijn om tot een bevredigende aanpak van een probleem te komen. De commissie constateert dat de eerder aangestipte communityvorming vaak gemakkelijker georganiseerd wordt binnen interdisciplinaire excellentieprogramma s dan binnen (verdiepende) monodisciplinaire excellentieprogramma s. Daarnaast zijn er verschillen in de mate van keuzeruimte voor de student en de mate van structurering van het programma door de instelling. De ruimte krijgen om zelf keuzes te maken (voor een bepaald onderwerp of een specifieke onderzoeksmethode) waarderen de studenten in hoge mate. Van belang is wel dat de instelling steeds duidelijk maakt binnen welke randvoorwaarden het maatwerk mogelijk is. Aandachtspunt daarbij is dat bij programma s met veel keuzeruimte voor de student, er wel een borging plaats vindt van het excellentieniveau door een opleidings-/examencommissie. Meetbare meerwaarde Willen de instellingen en de excellente studenten profijt hebben van hun extra inspanning dan zullen de einddoelen en eindtermen glashelder moeten zijn. Een van de cruciale vragen is wat na het excellentietraject de meetbare meerwaarde zal zijn: waarin zullen de studenten zich onderscheiden van de reguliere afgestudeerden en hoe stel je dat vast? Niet alleen om de inzet van extra middelen te rechtvaardigen, maar ook om resultaten (inter)nationaal zichtbaar te maken. De auditcommissie constateert dat voor het zichtbaar maken van en het vertalen van het predicaat excellentie op het diploma naar de maatschappij nog een hele weg te gaan is. In dit kader moet ook goed nagedacht worden over het maatwerk dat (vaak om goede redenen) aan studenten geboden wordt, versus het zichtbaar maken van de meerwaarde van het programma. Zij stimuleert de instellingen om in dit kader goed te kijken naar internationale voorbeelden op dit gebied. Zo kan wellicht gedacht worden aan instrumenten als assessments vooraf en achteraf. 3. Bespiegelingen leading experts De leading experts van het Sirius Programma geven vanuit hun ervaring en betrokkenheid bij excellentie op verschillende niveaus en onderwerpen (bijvoorbeeld onderzoek) een overall reactie op de constatering van de auditcommissie die heel direct de instellingen en hun plannen hebben beoordeeld. Naast de auditronde van Tranche 1 van de bacheloraanvragen, heeft in 2010 ook de beoordelingsronde van de masteraanvragen plaatsgevonden. Het geheel overziend naar aanleiding van beide trajecten, willen de leading experts de volgende bespiegelingen delen: 1. Het Sirius Programma kan een grotere impact krijgen op de gehele instelling Veel instellingen zijn pas recent van start gegaan met de uitvoering van de gehonoreerde plannen. De impact die de Siriusgelden hebben op de gehele instelling zou nog meer kunnen worden benut. In dit kader zijn de volgende punten van belang: Verankering van de aanpak in de organisatie Om de aanpak optimaal te benutten kunnen excellentieprogramma s nog meer worden verankerd in de filosofie, het profiel, maar vooral de organisatie van de instelling. Dit versterkt het denken binnen de instellingen over profilering en differentiatie. Door de gestelde minimumeis van 5% wordt gestreefd naar het daadwerkelijk bereiken van een substantieel aantal studenten. Hiervoor is het van belang dat het College van Bestuur zich nog veel nadrukkelijker als eigenaar van het Sirius Programma opstelt. 7

8 Sirius zou een chef sache moeten worden om zo de gekozen aanpak door te laten vloeien naar alle geledingen binnen de organisatie. Instellingen kunnen nog meer investeren in de organisatie. Resultaten die geboekt worden door in de bovenkant te investeren, kunnen een voorbode zijn voor de gehele instelling. Alleen dan draagt de instelling ook zorg voor verduurzaming van de ontwikkelingen en voorkomt men dat, wanneer de Sirius periode eindigt, de ingezette koers weer uit zicht raakt. De in ontwikkeling zijnde cultuuromslag Inmiddels lijken discussies over het nut van het investeren in de bovenkant een gepasseerd station zijn. Het belang van aandacht voor excellentie(bevordering) staat op de agenda. De combinatie van de timing van de middelen op het juiste moment en de opzet en werkwijze van het programma (keuzevrijheid, maatwerk en prestaties) heeft gewerkt. Het is positief dat ook instellingen die niet gehonoreerd zijn, nog betrokken zijn en worden bij het Programma en voeren vaak op eigen tempo ook excellentiebeleid uit. Brede discussie ontketend in bachelor: impuls voor passend onderwijs Binnen het Sirius Programma worden initiatieven zoals de University Colleges, de hervormingen binnen massale opleidingen (denk aan het Law College in Utrecht) en het pionieren met nieuwe opleidingsvormen (bijv. research based learning) ondersteund en verbreed. Deze (zullen) zorgen voor nieuwe vormen van onderwijs in de bachelor. Het Sirius Programma levert daarmee een bijdrage aan de discussie over passend onderwijs en faciliteert de uitvoering van nieuwe onderwijsvormen. Masterprogramma s minder baanbrekend In de masterplannen kiezen instellingen niet voor nieuwe manieren van onderwijs of structurele veranderingen zoals joint degrees met buitenlandse topinstellingen of wijzigingen in bestaande opleidingen. Noch is er gebruik gemaakt van de experimenteerregeling rond selectie en collegegelddifferentiatie. Er is vooral gekozen voor het aanbieden van extra honourstrajecten. Hoe interessant ook; deze trajecten zullen waarschijnlijk niet leiden tot structurele wijzigingen in aanbod of vormgeving in het versnipperde masterlandschap in Nederland. Excellentieontwikkeling in internationale context Het is opvallend dat de instellingen weinig gebruik hebben gemaakt van goede buitenlandse voorbeelden of hun relaties met buitenlandse instellingen hebben ingezet voor het ontwikkelen van excellentietrajecten. Gezien de huidige ontwikkelingen binnen Europa en de toenemende mondiale concurrentie in de top van de kenniseconomieën, is een internationale oriëntatie voor onderwijsinstellingen noodzakelijk. Nederlandse onderwijsinstellingen moeten naar buiten kijken. Ze dienen zich veel meer te meten met -en op te trekken aan- collega-instellingen over de grens. 2. Instellingen laten kansen voor verscherping profiel nog te veel liggen De leading experts zijn teleurgesteld over het ontbreken van een relatie tussen profielkeuze en excellentie. Instellingen zouden veel duidelijker een keuze kunnen maken om excellentietrajecten in te richten ter versterking van hun goede kenmerken, opleidingen en gebieden van instelling. Het creëren van een hogere top op die reeds bestaande heuvels versterkt het profiel van de instelling. De meeste instellingen kiezen voor facetten die in de reguliere opleidingen niet of weinig aan bod komen. Het risico bestaat dat masteropleidingen in plaats van convergent en gefocust, juist divergent worden. Er wordt bijvoorbeeld veel gedaan aan skills development iets wat meer een onderdeel van de bachelor dan van de master zou moeten zijn. Waar de bachelor een brede basis moet bieden, dient de master daar een smalle piek bovenop te zetten. Bij nogal wat instellingen ontbreekt de aansluiting bij onderzoek. Met het oog op de Veerman discussie en de daaruit volgende ontwikkelingen kan geconstateerd worden dat er nog veel werk moet worden verricht als het gaat om differentiatie, aanscherpen profielen/profilering en taakverdeling. 3. Het belang van context 8

9 Zoals de auditcommissie ook al naar voren heeft gebracht, is het creëren van de juiste context voor excellentie van cruciaal belang. Veel instellingen gaan er nog sterk vanuit dat excellente studenten gevonden moeten/kunnen worden, terwijl excellentie ook gestuurd kan worden. Met dit gegeven als vertrekpunt zou men dus niet alleen vanuit de individuele kwaliteiten van studenten en docenten moeten redeneren, maar ook in moeten zetten op de creatie van een optimale leeromgeving waarin talenten tot wasdom kunnen komen. We make you excel zou de missie moeten zijn van een instelling. Excellentiebevordering is ook en vooral een organisatorisch vraagstuk waarbij verschillende elementen (zoals de organisatie van het onderwijs, curricula, diversiteit, huisvesting en personeelsbeleid) in samenhang moeten worden opgepakt. Het gaat daarmee dus ook over excellent onderwijs. Daarbij is het van belang dat er samenhang in een curriculum komt, dat er een eenduidig niveau door de opleidingen wordt geëist. Goed onderwijs is niet vanzelfsprekend, en dus moet een instelling zich in zijn geheel over dit vraagstuk buigen. Door het creëren van de juiste context, waarin de goede docenten gaan renderen, zullen studenten tot betere prestaties komen. Het gaat dus niet alleen om het selecteren van de juiste studenten. Instellingen moeten nadrukkelijk de variabelen voor de ontwikkeling van de juiste context benoemen. Adviezen Alle ontwikkelingen overziend, willen de leading experts een aantal aanbevelingen doen in het kader van de verdere ontwikkeling van het programma: Richting geven aan de discussie over excellentie; Talentontwikkeling staat inmiddels hoog op de politieke en bestuurlijke agenda s. Binnen het Sirius Programma staat in dit spectrum talentontwikkeling van de top studenten centraal. Formuleer hiertoe een aantal koersbepalende elementen. Uit de bevindingen van de auditcommissie zijn deze, in ieder geval voor een deel, te destilleren. Een belangrijk aandachtspunt is de samenwerking in de keten, met name het voortgezet onderwijs en het afnemend veld. Geef ruimte aan het begrip excellentie Excellentie is een relatief en meervoudig concept. Daarbinnen is ruimte voor meerdere vormen van excellentie. Instellingen kunnen hier hun eigen visie en invulling aan geven. De invulling van excellentie hangt ook samen met het profiel van de instelling. Koppel de meerwaarde, of excellentie, aan het profiel van de instelling De profielkeuze gaat vooraf aan de excellentiebevordering. Juist omdat excellentie een meervoudig concept is, is de relatie tot het profiel van de instelling van belang. Deze komen voort uit de visie van de instelling. De excellentiebevordering dient aan te sluiten op het profiel dat past bij de instelling. Maak daarin duidelijk onderscheid tussen verbreding in de bachelor en verdieping in de master. Verplaatsing van de focus op top naar breed Succesformules kunnen een voorbeeld zijn voor de hele instelling. Als de juiste context werkt voor de top, kan dit een trickle-down effect hebben op de hele instelling. Goed onderwijs is uiteindelijk niet alleen voor de top, maar voor de hele instelling van belang. Benoem de variabelen die van belang zijn voor de juiste context Excellentie gaat niet alleen om de juiste studenten en docenten. De context waarin studenten kunnen excelleren is minstens zo belangrijk. Ondersteuning bij benoemen van de meerwaarde Instellingen hebben, zoals blijkt uit de bevindingen van de auditcommissie, veel moeite met het formuleren van de toegevoegde waarde van additionele inspanningen, met name omdat het reeds goede studenten betreft. Zorg dat met het programmabeleid instellingen sterker gestuurd worden op het formuleren van meerwaarde en het behalen van zowel kwantitatieve (aantal) als kwalitatieve prestaties. Stimuleren van internationale kennis en samenwerking Gezien het experimenterend karakter van het Sirius Programma zijn kennisdelingsactiviteiten, waar good practices uitgewisseld kunnen worden, van groot belang. Zet hierbij in op internationale input. 9

10 Ook kunnen instellingen veel meer halen uit samenwerking met andere majeure universiteiten in het buitenland, zeker binnen de EU. Tot slot is het zeer waardevol om de huidige positie van het Nederlandse excellentiebeleid internationaal comparatief te analyseren. 10

11 Bijlage 1 Gehanteerde Monitor- en Auditsystematiek Betrokken actoren Vier partijen spelen een rol in de monitor en auditcyclus:1) de instellingen; 2) de auditcommissie; 3) het Platform Bèta Techniek; 4) de leading experts. De instellingen staan centraal: zij hebben hun prestaties bepaald en werken op eigen wijze aan het behalen van hun ambities. De prestatieafspraken die zij hierop hebben gemaakt dienen zij te verantwoorden naar het Platform Bèta Techniek. Dit gebeurt in de verantwoordingsgesprekken en in de midtermreview/eindreview. Een onafhankelijke auditcommissie beoordeelt de individuele instellingen met betrekking tot het behalen van de prestatieafspraken en de wijze waarop het proces daartoe wordt ingericht. De auditcommissie stelt instellingsrapporten op met een beoordeling van de stand van zaken en een advies aan de instellingen hoe de eigen aanpak te verbeteren en de haalbaarheid van de prestaties te optimaliseren. De instellingsrapporten dienen ter input voor de governancegesprekken en midtermreview/eindreview tussen de Colleges van Bestuur en de directie van het Platform. Naast de (niet-openbare) instellingsrapporten brengt de auditcommissie jaarlijks een openbaar overall auditrapport uit. De leading experts voorzien het Platform van gevraagd en ongevraagd advies. Het overall auditrapport wordt aan hen voorgelegd waarna zij zich kunnen uitspreken over de kwaliteit en consistentie daarvan. De auditcommissie en de leading experts adviseren hiermee het Platform over het totale programma. Figuur 1. Schematische weergave relaties actoren in monitor en auditcyclus Sirius Programma 2010 Beoordelen en adviseren auditcommissie Advisering beoordeling instellingen Leading experts Advisering kwaliteit en consistentie programma Instelling verantwoorden Platform Bèta Techniek Werkwijze van de auditcommissie In de oorspronkelijke aanvragen hebben de instellingen een werkwijze opgenomen met bijbehorende instrumenten om de voortgang van de projecten te monitoren en de prestaties te evalueren. De auditsystematiek is zo ingericht dat zij voor alle instellingen eenduidig is qua opzet, maar ook maatwerkmogelijkheden biedt. Iedere instelling kan zo optimaal gebruik maken van haar managementinformatie. De auditcyclus bestaat uit drie onderdelen: - een zelfreflectie middels een monitor; - een site visit van de auditcommissie - een governancegesprek tussen het College van Bestuur en de directie van het Platform 11

12 De auditcommissie bestond in 2010 uit de volgende experts: de heer prof. dr. T. Sminia, de heer drs. A.J.E.G. Renique, de heer drs. A. Vroon, de heer prof. dr. D. Bosscher en de heer drs. P. van Eijl. In het kader van de continuïteit binnen het Sirius Programma is ervoor gekozen om een aantal experts uit de beoordelingscommissie ook zitting te laten nemen in de auditcommissie. Monitor Bij het opstellen van de monitor zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. De uniciteit van de gehonoreerde excellentie projecten/trajecten vereisen maatwerk om recht te doen aan verschillen in aanpak en ambities; 2. De monitor dient zo min mogelijk administratieve last met zich mee te brengen, en zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande beleidsinformatie en cycli van instellingen. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid en leerfunctie van en binnen het Sirius Programma beoogt het Platform een eenduidige monitor aanpak, die maatwerk biedt en ruimte laat om gebruik te maken van de eigen managementinformatie en evaluaties. Tegelijkertijd biedt die aanpak instellingen de mogelijkheid extra analyses te maken, om keuzes en aanpak te motiveren en om het leren en uitwisselen binnen de instelling en tussen instellingen te stimuleren. De monitor is dus vooral gericht op zelfreflectie van de instelling op haar eigen managementinformatie. Dit is ingericht aan de hand van een vragenlijst en een focusgroep. De vragenlijst is op maat gemaakt en bestaat uit instellingsspecifieke vragen en thematische vragen. De laatste houden verband met het oorspronkelijke criteria uit het beoordelingskader van het Sirius Programma (ambitie, haalbaarheid, integraliteit, vraaggerichtheid en verantwoording). Site visit De informatie uit de monitor vormt de input voor de site visit van de auditcommissie aan de instelling. De duur van iedere site visit bedraagt een dag en er wordt gesproken met verschillende delegaties binnen de instelling (College van Bestuur, coördinatoren, docenten, studenten en het afnemende veld). De dagindeling en personele invulling is in grote mate overgelaten aan de te bezoeken instelling. De commissie heeft enkele aanvullende verzoeken voorgelegd aan de instellingen. Deze zijn in alle gevallen gehonoreerd. Instellingsverslag De informatie uit de monitor en de site visit is verwerkt in individuele instellingsrapporten. De commissie spreekt zich in het instellingsrapport uit over de voortgang van de instelling ten aanzien van het realiseren van de eigen prestaties en de wijze waarop het proces daartoe wordt ingericht. Naast deze instellingsrapporten, wordt een Overall auditrapport 2010 uitgebracht. Dit rapport, dat nu voor u ligt, is openbaar. Governance gesprek Het instellingsrapport vormt de input voor het governancegesprek tussen de directie van het Platform en het College van Bestuur (en de projectleiding) van de instellingen. Op de agenda staat de voortgang op de prestaties, de uitkomsten van de monitor en audit en de voornemens van de instellingen voor het komende jaar. De ervaringen van deze auditcyclus worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling van het instrument. 12

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

HONOURS VOOR HAVO ALGEMENE INFORMATIE OVER HET HONOURS PROGRAMMA BIJ HET BATAAFS LYCEUM

HONOURS VOOR HAVO ALGEMENE INFORMATIE OVER HET HONOURS PROGRAMMA BIJ HET BATAAFS LYCEUM HONOURS VOOR HAVO ALGEMENE INFORMATIE OVER HET HONOURS PROGRAMMA BIJ HET BATAAFS LYCEUM Informatiebrochure over het Honneursprogramma van de HAVO van het Bataafs Lyceum Versie 1.0 J. Ardesch, G.J. de Wilde,

Nadere informatie

Zoetermeer, 24 juni 2015

Zoetermeer, 24 juni 2015 Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Docenten- en studentendialoog. Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek

Docenten- en studentendialoog. Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek Docenten- en studentendialoog Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek Bespreekpunten Introductie Context Fontys Illustratie filmpje dialoog met docenten Dialoog

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Procesbeschrijving Bij het vormgeven aan het project Hoogbegaafdheid hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden, waaronder met andere samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl Samen werken aan stevige ambities www.schoolaanzet.nl School aan Zet biedt ons kennis en inspiratie > bestuurder primair onderwijs Maak kennis met School aan Zet School aan Zet is de verbinding tussen

Nadere informatie

Sirius Programma Overall Auditrapport 2011

Sirius Programma Overall Auditrapport 2011 Sirius Programma Overall Auditrapport 2011 Den Haag, januari 2012 Auditcommissie Sirius Programma Leading Experts Sirius Programma Platform Bèta Techniek 1 Inhoudsopgave INLEIDING 3 HOOFDSTUK 1 WAAR STAAN

Nadere informatie

INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX

INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX O. PROJECTOPZET Algemene gegevens Instelling: Radboudumc Amalia Kinderziekenhuis Titel initiatief: Intraprofessioneel

Nadere informatie

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE CONVENANT ASSOCIATE DEGREE 3 juli 2018 Partijen: 1. de vereniging MBO Raad, statutair gevestigd en kantoorhoudend te (3447 GM) Woerden aan het adres Houttuinlaan 6, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR 2014-2015. Domein Health Instituut Paramedische Studies

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR 2014-2015. Domein Health Instituut Paramedische Studies IPS EXCELLENTIE STUDIEJAAR 2014-2015 Domein Health Instituut Paramedische Studies 2 Instituut Paramedische Studies Domein Health Excellentieprogramma s Paramedische Studies Uitdagende talentprogramma s

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Sirius Programma. Monitor & Audit Tranche 1. Instellingsrapport Hanzehogeschool

Sirius Programma. Monitor & Audit Tranche 1. Instellingsrapport Hanzehogeschool Sirius Programma Monitor & Audit Tranche 1 Instellingsrapport Hanzehogeschool Auditcommissie Sirius Programma November 2011 Inleiding Dit auditrapport is het resultaat van de monitor & audit cyclus van

Nadere informatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie Leergemeenschappen Cultuureducatie In deze CMK-periode willen we innovatieve samenwerkingstrajecten tussen onderwijs en het culturele veld tot stand brengen. Deze trajecten krijgen vorm binnen de Leergemeenschappen

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Visie op Loopbaanoriëntatie en begeleiding

Visie op Loopbaanoriëntatie en begeleiding Visie op Loopbaanoriëntatie en begeleiding regio s-hertogenbosch en omgeving LOB is een verzameling van activiteiten binnen een loopbaangerichte leeromgeving om jongeren actief te laten werken aan hun

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

Een structurele en instellingsbrede aanpak voor studiesuccesverbetering. Jeanet Schuring Hanzehogeschool Groningen

Een structurele en instellingsbrede aanpak voor studiesuccesverbetering. Jeanet Schuring Hanzehogeschool Groningen Een structurele en instellingsbrede aanpak voor Jeanet Schuring Hanzehogeschool Groningen INHOUD 1. Visie op 2. Het speelveld: factoren voor studiesucces 3. Observaties in de hogeschool 4. Uitgangspunten

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Inleiding Het onderwijs verandert. En het toezicht verandert mee. Vanaf 1 augustus 2017 houden

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Advies en plan van aanpak om leren rondom patiëntveiligheid te borgen in het medisch en verpleegkundig onderwijs oktober 2011

Advies en plan van aanpak om leren rondom patiëntveiligheid te borgen in het medisch en verpleegkundig onderwijs oktober 2011 N A A R E E N D O O R L O P E N D E L E E R L I J N PAT I Ë N T V E I L I G H E I D Advies en plan van aanpak om leren rondom patiëntveiligheid te borgen in het medisch en verpleegkundig onderwijs oktober

Nadere informatie

De Gespecialiseerde Professional

De Gespecialiseerde Professional Top Talent Programma Excellentietraject: Facility Management F-MEX De Gespecialiseerde Professional Academie: HBS Saxion University of Applied Science Auteur: Benedicte de Vries Datum: 13-07-2015 1 Programma:

Nadere informatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie Leergemeenschappen Cultuureducatie De regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK 2017-2020) maakt het onder andere mogelijk om innovatieve samenwerkingstrajecten tussen onderwijs en het culturele veld

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs SAMENVATTING Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs Advies over hoe LOB na 5 jaar Stimulering LOB verder moet. Utrecht, 1 december 2014 ACHTERGROND Van studie kiezen naar loopbaan

Nadere informatie

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs Summa College maart 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: De vijf onderwijspijlers 4 Hoofdstuk 2: De vijf onderwijspijlers

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Anne-Marie Poorthuis en Sjanneke Werkhoven De netwerkmultiloog is een methode om veel mensen in een organisatie te betrekken bij een organisatiethema

Nadere informatie

Onderzoek naar Honors programma s op Saxion

Onderzoek naar Honors programma s op Saxion Onderzoek naar Honors programma s op Saxion Studiekeuzeconferentie Toegankelijk, Talent en Living Technology Simone van der Donk MSc Onderzoeksgroep Dr. Mark Gellevij Coördinatie en eindredactie Simone

Nadere informatie

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Hanzehogeschool in trefwoorden 19 schools, 55 bacheloropleidingen,

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren Hoofdlijn advies Taalvaardig Rekenvaardig Digitaal vaardig Sociaal vaardig Persoonlijke ontwikkeling Basisvaardigheden Basiskennis en -vaardigheden Natuur & technologie Mens & maatschappij Taal & cultuur

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Bouwen aan excellentie. vroeg beginnen!

Bouwen aan excellentie. vroeg beginnen! WELKOM Bouwen aan excellentie vroeg beginnen! First LEGO League Bouwen aan excellentie een tussenstand Sturingsprincipe Deltion ruimte leegte RUST kaders versus ON RUS T chaos Verbinden van trots en besef

Nadere informatie

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen Archeologie, het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4 Strategie in Beweging Koersnotitie versie 4 Onze Opdracht Het Waartoe zijn wij hier in Alphen aan den Rijn en omgeving? Voor welk vraagstuk zijn wij het antwoord? 1. Wij zijn een stichting voor primair

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 In het najaar van 2007 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol (SEP) 1.

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

https://www.youtube.com/watch? v=31jgmahveg0&feature=player_detailpage

https://www.youtube.com/watch? v=31jgmahveg0&feature=player_detailpage https://www.youtube.com/watch? v=31jgmahveg0&feature=player_detailpage Excellentie in het mbo Anneke Tjalma, directie MBO Ministerie van OCW Excellentie in het mbo Aansluiting bij toptalentenbeleid in

Nadere informatie

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Eerste tussentijdse effectevaluatie Eerste tussentijdse effectevaluatie In Noord-Brabant namen in 2013 en 2014 85 basisscholen en 3 middelbare scholen uit 27 gemeenten deel aan De Cultuur Loper. De Cultuur Loper helpt scholen om vanuit hun

Nadere informatie

Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016

Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016 Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016 Agenda 1. Uitwisseling IWP: naar een sterke verbinding tussen de drie cirkels 2. VastgoedLAB Groningen eerste ervaringen en leerpunten van studenten,

Nadere informatie

VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT

VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT NAAR VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VERDIEPT, VERRIJKT EN VERBINDT De VU wil graag met u werken aan de versterking van de kwaliteit van het voortgezet

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

De rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert

De rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert De rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert Voor u ligt de rode draad, een instrument om na te gaan in hoeverre uw school het

Nadere informatie

Uitwerkingen van Brainpower sessies

Uitwerkingen van Brainpower sessies Hieronder zijn de resultaten van de Brainpower ingeklonken weergegeven. We zijn zo dicht mogelijk gebleven bij de geschreven teksten, maar hebben de tweedeling leraar/directeur weggelaten. Het is voor

Nadere informatie

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!!

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!! Welkom ONDERZOEKEND excelleren Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!! Wat gaan we vandaag doen? Introductie onderzoekend leren + excellentie Nieuwe aanpak:

Nadere informatie

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD master city developer Ontwikkel een eigen visie Werk je in stedelijke gebiedsontwikkeling of herstructurering dan is de MCD opleiding voor jou een

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Samen bouwen aan schoolontwikkeling

Samen bouwen aan schoolontwikkeling H og er o n d e r w ij s School ont wi kk ing el S c h o ol k Wer der e n An j e p a r ti pl a at so nd e r w ij s o n d e e rzo k Samen bouwen aan schoolontwikkeling Een werkmodel voor onderzoekssamenwerking

Nadere informatie

Advies Universiteit van Tilburg

Advies Universiteit van Tilburg Advies Universiteit van Tilburg De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit van Tilburg (hierna UvT) dat het College van Bestuur met zijn brieven van

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Invoering van Sirius, gewoon DOEN! Drie manieren om de stap van idee naar praktische realisatie te maken!

Invoering van Sirius, gewoon DOEN! Drie manieren om de stap van idee naar praktische realisatie te maken! Invoering van Sirius, gewoon DOEN! Drie manieren om de stap van idee naar praktische realisatie te maken! Brigitte van Barneveld Portefeuillehouder Sirius Instituut Bewegingsstudies Faculteit Gezondheidszorg

Nadere informatie

Kernwaarden + Een stip aan de horizon

Kernwaarden + Een stip aan de horizon Kernwaarden + Een stip aan de horizon Samenwerkende Mediatheken Fontys Hogescholen Versie 1.0, 19 januari 2016 Inleiding Fontys Mediatheken ondersteunen en faciliteren het onderwijs en het onderzoek bij

Nadere informatie

Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten;

Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten; Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten; Vakdocenten onderzoeken elkaars curriculum Velov/Veloncongres, Brussel, 4 februari 2016 Henk Fuchs en Gitte Hoogland Inhoud 1. 10voordeleraar 2. Peer-review

Nadere informatie

Talententrajecten op maat bij Bedrijfskunde MER

Talententrajecten op maat bij Bedrijfskunde MER Talententrajecten op maat bij Bedrijfskunde MER Inleiding 1. Wat is excellentie/honours? 2. Hoe vult BKM excellentie in (incl. geschiedenis)? 3. Het toekomstige onderwijskader m.b.t. excellentie 4. Ervaringen

Nadere informatie

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs Peter Leisink Opzet van deze leergang Introductie Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs: inhoudelijke verkenning Programma en docenten leergang strategisch

Nadere informatie

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging Schoolplan 2015-2019 Inhoud: Verantwoording Motto, missie, visie, overtuigingen Doelen Samenvatting strategisch beleid van de vereniging 21 e eeuwse vaardigheden Schematische weergave van de vier komende

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Understanding Society

Understanding Society Understanding Society Understanding Society Onze onderwijsprogramma s voor excellente en ambitieuze studenten Joop Vianen Conferentie Studiesucces in het hoger onderwijs 3 maart 2010 Onze onderwijsprogramma

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool Voor elk kind dat met plezier naar zijn eigen hoogte klimt Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool www.hermanbroeren.nl Periode 2018-2022 Roermond, 1 augustus 2018 Voorwoord Voor u ligt het strategisch

Nadere informatie

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning Inleiding Het samenwerkingsverband is in het schooljaar 16-17 gestart met het herijken van de basisondersteuning.

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Resultaten van inputsessie 10 juni 2014 Introductie Deze PowerPoint bevat de resultaten van de

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Handvesttoets; Wat is het? Wat levert het op? Februari 2016

Handvesttoets; Wat is het? Wat levert het op? Februari 2016 Handvesttoets; Wat is het? Wat levert het op? Februari 2016 Inhoudsopgave Aanleiding en Doelstelling... 1 In het kort... 1 Handvesttoets... 1 Resultaten... 2 Doorpakken op basis van de handvesttoets...

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Sirius Programma overall auditrapport 2013. Excellentie in het hoger onderwijs: de fase van verankering en verduurzaming

Sirius Programma overall auditrapport 2013. Excellentie in het hoger onderwijs: de fase van verankering en verduurzaming Sirius Programma overall auditrapport 2013 Excellentie in het hoger onderwijs: de fase van verankering en verduurzaming Sirius Programma overall auditrapport 2013 Excellentie in het hoger onderwijs: de

Nadere informatie

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Inspirerend Management Development in de zorg Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Behoefte aan effectief leiderschap Vergroting van de invloed van de politiek en zorgverzekeraars

Nadere informatie

Mekelweg 4, kamer LB02.800 2628 CD Delft 015-2781430 j.vandeluitgaarden-ninaber@tudelft.nl

Mekelweg 4, kamer LB02.800 2628 CD Delft 015-2781430 j.vandeluitgaarden-ninaber@tudelft.nl Pagina 1/5 Mekelweg 4, kamer LB02.800 2628 CD Delft 015-2781430 j.vandeluitgaarden-ninaber@tudelft.nl Aan: TU Delft, College van Bestuur Van: Betreft: Prestatieafspraken TU Delft Datum: 2 januari 2011

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Sirius Programma overall auditrapport excellentie in het hoger onderwijs: een cultuuromslag in gang gezet

Sirius Programma overall auditrapport excellentie in het hoger onderwijs: een cultuuromslag in gang gezet Sirius Programma overall auditrapport 2012 excellentie in het hoger onderwijs: een cultuuromslag in gang gezet Februari 2013 Colofon Sirius Programma Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag T (070)

Nadere informatie

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN EEN NIEUW SOORT ONDERNEMERSCHAP RESULTAAT KOERS VISIE PERSOONLIJK LEIDERSCHAP MEERWAARDE & RENDEMENT WAARDEN BEWUST WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN ANNO 2013 Waarden Bewust Ondernemen

Nadere informatie

Auditrapport HG/VNO-NCW Noord kwaliteitslabel Ondernemen

Auditrapport HG/VNO-NCW Noord kwaliteitslabel Ondernemen Auditrapport HG/VNO-NCW Noord kwaliteitslabel Ondernemen Opleiding: School: Bedrijfskunde MER Instituut voor Bedrijfskunde Auditdatum: 23-06-2015 HG/VNO-NCW Noord kwaliteitslabel Ondernemen Data Datum

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Gezocht: Profiel Excellente professional. Evoking Excellence in Higher Education and Beyond, Groningen 05-10-2012

Gezocht: Profiel Excellente professional. Evoking Excellence in Higher Education and Beyond, Groningen 05-10-2012 Gezocht: Profiel Excellente professional Evoking Excellence in Higher Education and Beyond, Groningen 05-10-2012 Dialoog is een coproductie van: Remco Marieke Wolter Ron Raymond Coppoolse Janssen Paans

Nadere informatie

Ratificatie VN-verdrag 2006a

Ratificatie VN-verdrag 2006a Ratificatie VN-verdrag 2006a Op 13 december 2006 hebben de Verenigde Naties het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap aangenomen. Op 30 maart 2007 ondertekende Nederland dit Verdrag.

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk Beleggen Bewaken Sturen Informatiemanagement Inspireren Verbinden Organiseren Architectuur Verbeelden Structureren Afstemmen Gemeenschappelijk Communiceren Adviseren Beïnvloeden Beleggen: kan taken, verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Interculturele managementcompetenties

Interculturele managementcompetenties Handreiking Interculturele managementcompetenties Handreiking voor (opleidings)managers in het hsao HO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao Deelproject van het ZonMw programma

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

werkwijze PLG werkkaart

werkwijze PLG werkkaart werkwijze PLG werkkaart FOCUS PAS TOE 2 Bepaal het thema, het gewenste resultaat 8 Implementeer en borg de nieuwe aanpak GROEP 1 Formeer de groep TEST KIJK DEEL 5 Probeer uit 3 Onderzoek wat er speelt

Nadere informatie

Kijk eens naar je eigen praktijk. Hoe en waar raakt onderzoekend leren aan jouw onderwijssituatie?

Kijk eens naar je eigen praktijk. Hoe en waar raakt onderzoekend leren aan jouw onderwijssituatie? Onderzoekend leren; kansen voor uitdagend onderwijs aan excellente Dr. Marieke Peeters, projectmanager Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit WKRU Onderzoekend leren geeft hoogbegaafde de kans om de

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging Via het Klavertje 4 Model zet u sociale media en ICT breed in Didactische

Nadere informatie

Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken

Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken Van prestatieafspraken naar kwaliteitsafspraken Dirk Haen en Annerie Hesseling Directie Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Doel workshop In gesprek over

Nadere informatie

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS Monitoring Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V Oktober 2012 Aanvrager: Opdrachtgevers: Uitvoerders: A+O VVT Bestuur A+O VVT en Bestuur SBCM CAOP Disworks DISWORKS

Nadere informatie