Provinciefonds. Septembercirculaire 2015

Transcriptie

1 Provinciefonds Septembercirculaire 2015

2

3 - Gedeputeerde Staten van de provincies - Dagelijks bestuur van het Interprovinciaal Overleg DGBK/ Bestuur, Democratie en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag Postbus EA Den Haag Contactpersoon vragen per postbus.gf@minbzk.nl Datum 15 september 2015 Kenmerk Onderwerp septembercirculaire provinciefonds 2015 bekendmaking van beleid en het geven van informatie Doelstelling Juridische grondslag Relaties met andere circulaires meicirculaire 2015 ( ); decembercirculaire 2014 ( ); septembercirculaire 2014 ( ); meicirculaire 2014 ( ) Ingangsdatum 15 september 2015 Geldig tot 1 juli 2016

4 Septembercirculaire provinciefonds 2015

5 Voorwoord U staat aan de vooravond van de eerste begrotingsbehandeling van de nieuwe statenperiode. Via de meicirculaire 2015 zijn provincies over de financiële kaders voor hun begrotingen geïnformeerd. De septembercirculaire 2015 geeft een actueel beeld, gebaseerd op de Miljoenennota van het Rijk. De politiek-bestuurlijke zaken zijn in hoofdstuk 1 uitgelicht. De circulaire is in belangrijke mate een financieel-technisch document. De latere hoofdstukken richten zich op de doelgroep van financieel specialisten. Ik wens u veel succes met uw belangrijke taak. Mede namens de staatssecretaris van Financiën, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d r. Plasterk Septembercirculaire provinciefonds 2015

6 Septembercirculaire provinciefonds 2015

7 Inhoudsopgave 1 Hoofdpunten Algemene uitkering Inleiding Omvang en verdeling Accres Plafond BTW-compensatiefonds Bedragen per eenheid, vaste bedragen ontwikkeltaken en uitkeringsfactoren Decentralisatie- en integratie-uitkeringen Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling Natuur: agrarisch natuurbeheer Verkeer en vervoer Projecten verkeer en vervoer MRA elektrisch vervoer Nationale gebiedsontwikkeling Science Park Oss Green Deal Erfgoed en ruimte BRZO Zoetwater Programma Impuls Omgevingsveiligheid Overige mededelingen Provinciefondstotalen Voorschotbetalingen Provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting Loon- en prijsontwikkeling Individuele referentiewaarden EMU-saldo provincies Conceptwijzigingsbesluit BBV Bijlagen Bijlage 1 Ontwikkeling algemene uitkering Bijlage 2 Overzicht decentralisatie- en integratie-uitkeringen Bijlage 3 Bedragen per eenheid Bijlage 4 Bedragen per eenheid 2015 per cluster Bijlage 5 Volumina maatstaven Bijlage 6 Ontwikkeltaken niet via maatstaven Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2015 per provincie Bijlage 8 Verdeling provinciefondsuitkeringen Bijlage 9 Bevoorschotting Bijlage 10 Bedragen per eenheid Bijlage 11 Bedragen per eenheid 2016 per cluster Septembercirculaire provinciefonds 2015

8 Bijlage 12 Volumina maatstaven Bijlage 13 Ontwikkeltaken niet via maatstaven Bijlage 14 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016 per provincie Bijlage 15 Verdeling provinciefondsuitkeringen Bijlage 16 Bevoorschotting Bijlage 17 Overzicht meerjarige decentralisatie-uitkeringen Bijlage 18 Conceptwijzigingsbesluit BBV Septembercirculaire provinciefonds 2015

9 1 Hoofdpunten Deze circulaire informeert provincies over de provinciefondsuitkeringen. Het provinciefonds is een belangrijke inkomstenbron van de provincies. De ontwikkeling ervan bepaalt daarom in belangrijke mate de financiële ruimte van provincies. Factoren als provinciale rentelasten, dividendopbrengsten en belastingopbrengsten bepalen mede die financiële ruimte. Zij vallen echter buiten het bestek van deze circulaire. Provincies ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de provinciefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. De circulaires bevatten ook actuele informatie die op een later tijdstip in de rijksbegroting wordt verwerkt. De mededelingen zijn steeds onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring. De indeling van de circulaire is afgestemd op de soorten uitkeringen die het provinciefonds kent: de algemene uitkering en de decentralisatie- en integratie-uitkeringen. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven (netto gecorrigeerde rijksuitgaven; NGRU). Volgens de normeringssystematiek (trap op trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van de algemene uitkering voortvloeiend uit de normeringssystematiek wordt het accres genoemd. De accresraming in de Miljoenennota resulteert voor alle jaren - met uitzondering van in een hogere algemene uitkering in vergelijking met de meicirculaire In 2019 is het accrespercentage weliswaar lager dan in de meicirculaire 2015, maar door een verdubbeling van de grondslag van het provinciefonds als gevolg van de overheveling van middelen uit de Brede Doeluitkering Verkeer en vervoer is toch sprake van een positieve bijstelling van de algemene uitkering. Onderstaande figuur laat de nieuwe accresstanden zien, inclusief een vergelijking met de stand meicirculaire Septembercirculaire provinciefonds

10 100 Accressen provinciefonds (in mln euro's) Stand meicirculaire 2015 Stand septembercirculaire De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds en het bijbehorende plafond leiden met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering, zo is vastgelegd in het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO. De ruimte onder het plafond is toegenomen, met als gevolg een grotere toevoeging aan de algemene uitkering dan eerder aangegeven. In de meicirculaire 2015 is de overheveling naar het provinciefonds verwerkt van de voor de provincies bestemde middelen uit de Brede Doeluitkering Verkeer en vervoer, een specifieke uitkering van het Ministerie van IenM. Deze circulaire bevat de loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2015, die doorwerkt in de bedragen 2016 en verder. Provincies nemen vanaf 1 januari 2016 van gemeenten het bevoegd gezag over voor alle BRZO-inrichtingen (Besluit Risico Zware Ongevallen 1999) en RIE-4-installaties (Richtlijn Industriële Emissies-categorie 4). Deze circulaire meldt de bijbehorende overheveling van middelen van het gemeentefonds naar het provinciefonds. Ten slotte bevat deze circulaire informatie over een eenmalige bijdrage voor provincies met door de minister voor Wonen en Rijksdienst aangewezen krimp- en anticipeerregio s. De bijdrage is bedoeld voor ondersteuning van de uitvoering van het (te actualiseren) Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling. Septembercirculaire provinciefonds

11 2 Algemene uitkering 2.1 Inleiding Paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk bevat informatie over wijzigingen in de verdeling als gevolg van de ontwikkeling van de omvang van de algemene uitkering en informatie over overige verdeelaspecten. Paragraaf 2.3 informeert de provincies over een aantal gegevens voor de berekening van de algemene uitkering. 2.2 Omvang en verdeling Tabel bevat de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering ten opzichte van de meicirculaire In deze circulaire is alleen sprake van algemene mutaties: mutaties die betekenis hebben voor de financiële ruimte van de provincies. De tabel wordt gevolgd door een toelichting op de mutaties. Tabel Mutaties algemene uitkering (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar Stand meicirculaire , , , , , ,508 Mutaties deze circulaire Algemene mutaties 1) Accres 4,595 7,519 6,914 30,273 45,061 82,359 2) Plafond BTW-compensatiefonds 3,546 17,681 10,196 12,065 16,935 24,466 Stand deze circulaire 652, , , , , ,333 De tabel is opgezet volgens de gangbare begrotingsopzet van Rijk en provincies. Dat betekent dat een structurele verhoging of verlaging van de algemene uitkering zichtbaar is als een reeks bedragen. Een incidentele verhoging of verlaging daarentegen leidt alleen in het jaar van de mutatie tot de vermelding van een bedrag. In bijlage 1 zijn de mutaties uit tabel samengenomen met de mutaties uit eerdere circulaires. Deze bijlage geeft een totaalbeeld van de mutaties, ongeacht het moment van publicatie. In de bijlagen 8 en 15 kunt u zien hoe de algemene uitkering in de uitkeringsjaren 2015 en 2016 over de provincies is verdeeld. Toelichting 1. Accres Tabel laat de actuele raming van de accressen zien voor de jaren Septembercirculaire provinciefonds

12 Tabel Actuele raming van de accressen voor de jaren (in miljoenen euro s) Stand meicirculaire ,321 41,807-3,849 7,551 20,525 3,322 Totaal gewijzigde tranches 4,595 2,924-0,606 23,359 14,789 37,298 Stand septembercirculaire ,726 44,731-4,455 30,910 35,314 40,620 Accres in % -0,83% 4,15% -0,21% 1,44% 1,75% 1,98% Toelichting Ten opzichte van de Voorjaarsnota c.q. meicirculaire 2015 is de daling van het accres voor 2015 afgenomen. Het accres in 2015 is opwaarts bijgesteld van -1,18% naar -0,83%. Zoals te zien in tabel is voor 2015 een reeks van 4,595 miljoen overgeboekt naar het provinciefonds. De belangrijkste verklaring daarvoor zijn de overboekingen in verband met de verwachte toename van kosten door de verhoogde instroom van asielzoekers. In 2016 is er een positieve accresontwikkeling van ruim 4%. Dit is vertaald in een overboeking van 44,731 miljoen naar het provinciefonds. De belangrijkste verklaring ligt in de intensiveringen die zijn opgenomen in de ontwerpbegroting Daarvoor zijn in de voorjaarsbesluitvorming reeds reserveringen opgenomen. Deze extra uitgaven zijn ook toegelicht in de Miljoenennota. Belangrijkste elementen zijn de extra uitgaven voor veiligheid/defensie, missies en maatschappelijke prioriteiten zoals de impuls voor beschut werk en de opvang voor peuters. Ook de intensivering van de kinderopvangtoeslag vanaf 2016 (onderdeel van het 5 miljard-pakket) heeft een positief accreseffect. Ten slotte is de NGRU gestegen vanwege het CAO-akkoord waarvan een deel al zichtbaar is in de verbetering van het accres in Tot slot is het accres 2020 in deze circulaire geëxtrapoleerd. Belangrijk om als ontwikkeling te melden is de grondslagmutatie als gevolg van de overheveling van de Brede Doeluitkering Verkeer en vervoer in 2016 van bijna 1 miljard. Daarmee verdubbelt de grondslag van het provinciefonds ongeveer, wat effect heeft op de accresbedragen. Tabel Mutaties accressen provinciefonds ten opzichte van de meicirculaire 2015 (jaartranches, in miljoenen euro s) Tranche ,595 4,595 4,595 4,595 4,595 4,595 Tranche ,924 2,924 2,924 2,924 2,924 Tranche ,606-0,606-0,606-0,606 Tranche ,359 23,359 23,359 Tranche ,789 14,789 Tranche ,298 Totaal 4,595 7,519 6,914 30,273 45,061 82,359 De totaalregel in de tabel correspondeert met de accresregel in tabel Septembercirculaire provinciefonds

13 2. Plafond BTW-compensatiefonds Het plafond van het BTW-compensatiefonds (BCF) is per 2015 gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze volgen uit de normeringssystematiek voor het provinciefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt komt het verschil ten laste van het provinciefonds en het gemeentefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond komt het verschil ten gunste van het provinciefonds en het gemeentefonds. De toevoeging of uitname wordt over het provinciefonds en het gemeentefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke provincies en gemeenten in het BCF in het gerealiseerde jaar. Bij Miljoenennota 2016 is het aandeel van provincies van 18,4 miljoen in de geraamde ruimte onder het plafond voor 2015 toegevoegd aan het provinciefonds. De ruimte onder het plafond is toegenomen, met als gevolg een grotere toevoeging aan de algemene uitkering dan eerder verwacht. Tot nu toe was in de circulaires uitgegaan van een toevoeging van 14,9 miljoen (zie bijlage 1 van de septembercirculaire 2014). Er blijft voor alle jaren sprake van een verwachte ruimte onder het plafond. Het accrespercentage voor 2016 zorgt voor een geraamde stijging van de ruimte onder het plafond voor 2016, waarvan de voorlopige afrekening volgt in september 2016 (bij Miljoenennota 2017). Overige verdeelaspecten Negatieve algemene uitkering Noord-Brabant en Utrecht De maatregel om voor het uitkeringsjaar 2015 een negatieve algemene uitkering voor Noord-Brabant te voorkomen blijkt niet toereikend. Wij zijn daarom voornemens het vaste bedrag van de provincie Noord-Brabant verder te verhogen en de decentralisatie-uitkering Ontwikkel/OEM variabel van Noord-Brabant met hetzelfde bedrag verder te verlagen. De uitwerking zal plaatsvinden in de decembercirculaire 2015, als een precies beeld van het te verschuiven bedrag bestaat. Overigens blijft het totaal aan provinciefondsuitkeringen voor de provincie positief. In 2016 blijkt bovengenoemde maatregel ook voor de provincie Utrecht niet toereikend om een negatieve algemene uitkering te voorkomen. Voor aanvullende maatregelen voor de uitkeringsjaren 2016 en verder voor beide provincies zijn de fondsbeheerders in afwachting van de uitkomst van het traject commissie Jansen. Zie voor meer informatie over de commissie Jansen paragraaf 4.3 van de meicirculaire Maatstaf woonruimten Met ingang van 2016 is voor het gemeentefonds sprake van een gewijzigde definitie van de maatstaf woonruimten. Het betreft de invulling van een toezegging van de minister van BZK in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer over de eerste fase van het groot Septembercirculaire provinciefonds

14 onderhoud gemeentefonds op 4 september De maatregel beoogt het effect van de overgang op het gebruik van gegevens uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) verder te verkleinen voor gemeenten met studentenflats en/of zorginstellingen. Gemeenten zijn hierover in de septembercirculaire gemeentefonds 2015 geïnformeerd. De fondsbeheerders zullen bezien welke gevolgen hieraan verbonden moeten worden voor de definitie van de maatstaf woonruimten in het provinciefonds. Het ligt in de rede daarbij ook de uitkomst van het traject commissie Jansen te betrekken (zie paragraaf 4.3 van de meicirculaire 2015). 2.3 Bedragen per eenheid, vaste bedragen ontwikkeltaken en uitkeringsfactoren In de bijlagen 3 en 10 staan de bedragen per eenheid voor respectievelijk de uitkeringsjaren 2015 en Er zijn geen wijzigingen opgetreden in de bedragen per eenheid ten opzichte van de meicirculaire Ook de vaste bedragen voor de ontwikkeltaken hebben geen wijziging ondergaan. Zij zijn opgenomen in de bijlagen 6 en 13. Het verloop van de voorlopige uitkeringsfactor over de periode is opgenomen in tabel Het verschil met de meicirculaire 2015 wordt voor het overgrote deel verklaard door de nieuwe gegevens over het accres en het plafond BTW-compensatiefonds (zie paragraaf 2.2). Tabel Ontwikkeling uitkeringsfactor Uitkeringsfactor 0,940 1,025 1,023 1,043 1,066 1,091 Septembercirculaire provinciefonds

15 3 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen Dit hoofdstuk bevat mededelingen over de decentralisatie- en de integratie-uitkeringen. Deze uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. Decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn net als de algemene uitkering vrij besteedbaar en er vindt geen verantwoording naar het Rijk plaats, zoals bij specifieke uitkeringen wel het geval is. Veel van de uitkeringen in dit hoofdstuk zijn verbonden met een zeker doel, waardoor de bestedingsvrijheid materieel wel begrensd kan zijn. Tabel bevat de wijzigingen in de bedragen ten opzichte van de meicirculaire 2015, gevolgd door een toelichting, met onder meer informatie over de verdeling over de provincies. Bijlage 2 bevat het overzicht van de decentralisatie- en integratie-uitkeringen en de daarmee gemoeide bedragen. In de bijlagen 7, 14 en 17 kunt u zien hoe de decentralisatieen integratie-uitkeringen in de verschillende uitkeringsjaren over de provincies zijn verdeeld. Tabel Mutaties decentralisatie-uitkeringen (bedragen in miljoenen euro's) Stand meicirculaire , , , , , ,109 Mutaties deze circulaire Bestuur 1) Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling 0,815 Natuur en recreatie 2) Natuur -9,000 Verkeer en vervoer 3) Verkeer en vervoer 3,255 3,231 3,146 3,143 3,137 4) Projecten verkeer en vervoer 2,227 9,727 7,227 6,227 6,227 5) MRA elektrisch vervoer 0,150 Economische zaken 6) Nationale gebiedsontwikkeling 2,707 7) Science Park Oss 0,100 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening 8) Green Deal 0,125 9) Erfgoed en ruimte -0,004 Water en milieu 10) BRZO 11,171 10,050 10,050 10,050 10,050 11) Zoetwater 0,630 Voorzieningen 12) Programma IOV 1,496 15,256 Stand deze circulaire 428, , , , , ,523 Septembercirculaire provinciefonds

16 Toelichting 1. Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling De provincies met door de minister voor Wonen en Rijksdienst aangewezen krimp- en anticipeerregio s ontvangen een eenmalige bijdrage voor ondersteuning van de uitvoering van het (te actualiseren) Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling. Het gaat om een bedrag van per krimpregio en een bedrag van per anticipeerregio. Twee provincies ontvangen een extra bijdrage voor de uitvoering van eerder overeengekomen thema-activiteiten, te weten Drenthe (regio Oost-Drenthe: organisatie landelijke economische conferentie à ) en Gelderland (regio Achterhoek: voortzetting project Ervaar je baan à , en als grensregio Inzet van een ontgrenzer à ). Bijlage 7 bevat de bedragen per provincie. 2. Natuur: agrarisch natuurbeheer Voor de transitieperiode Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer ( ) zijn in het kader van het Natuurpact afspraken gemaakt over de financiering van de kosten. De totale bijdrage van provincies bedraagt naar huidig inzicht 24 miljoen. Voor 2015 gaat het om een bijdrage van 9 miljoen. De provincies zijn overeengekomen om het bedrag in mindering te brengen op de decentralisatie-uitkering Natuur, conform de afgesproken verdeelsleutel in de commissie Jansen-2. In het voorjaar 2016 zal een besluit genomen worden over de omvang van de resterende bijdrage van provincies in De bedragen komen ten gunste van de begroting van het Ministerie van EZ. Onderstaande tabel bevat de bijdrage per provincie. Tabel Mutaties decentralisatie-uitkering Natuur (agrarisch natuurbeheer; bedragen in euro's) Provincie 2015 Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Septembercirculaire provinciefonds

17 3. Verkeer en vervoer Zoals aangekondigd in hoofdstuk 3-1 van de meicirculaire 2015 worden de bedragen 2016 en verder opgehoogd vanwege de toekenning van de loon- en prijsbijstelling voor het jaar De loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2015, die nog gevolgen heeft voor de bedragen vanaf 2016, was bij meicirculaire 2015 nog niet bekend. Onderstaande tabel toont de verdeling van de loon- en prijsbijstelling over de provincies. Tabel Mutaties decentralisatie-uitkering Verkeer en vervoer (bedragen in euro's) Provincie Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Projecten verkeer en vervoer De provincie Limburg ontvangt vanaf 2017 een bijdrage van 6 miljoen voor de exploitatie van de stoptreindiensten Roermond Maastricht Randwyck en Sittard Heerlen. In de vervoersconcessie met de NS is opgenomen dat de provincie Limburg met ingang van de dienstregeling 2017 de aanbestedende dienst voor deze stoptreindiensten wordt. Daarnaast ontvangt de provincie Limburg een totale bijdrage van 6,5 miljoen voor maatregelen op het spoortraject Heerlen Aken (de elektrificatie van het baanvak Landgraaf grens). Het gaat om een bedrag van 2 miljoen in 2016, 3,5 miljoen in 2017 en 1 miljoen in Tot slot is naar aanleiding van een gehonoreerd bezwaar de bijdrage aan de provincie Overijssel voor de decentralisatie van de treindienst Zwolle Enschede vanaf 2016 met 0,227 miljoen verhoogd. 5. MRA elektrisch vervoer In het kader van het beleid ter ondersteuning van elektrisch vervoer wordt een bedrag van verstrekt aan de provincie Noord-Holland ten behoeve van de inzet van samenwerkingsverband Metropoolregio Amsterdam (MRA) via het projectbureau MRA- Elektrisch op het gebied van elektrisch vervoer. Septembercirculaire provinciefonds

18 6. Nationale gebiedsontwikkeling De provincie Limburg ontvangt een bijdrage in de proceskosten voor de planuitwerking van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. De bijdrage vloeit voort uit de gemaakte afspraken in de bestuursovereenkomsten Waterveiligheid Maas en Planuitwerking Ooijen- Wanssum. 7. Science Park Oss De provincie Noord-Brabant ontvangt in 2015 een bijdrage van ten behoeve van het Science Park in Oss. 8. Green Deal Ter uitvoering van de Green Deal ontvangt de provincie Zuid-Holland in 2015 opnieuw een bijdrage voor de uitwerking van de warmtestrategie. 9. Erfgoed en ruimte Het in de meicirculaire 2015 toegekende bedrag aan de provincie Utrecht wordt naar beneden bijgesteld omdat ten onrechte geen rekening is gehouden met een afdracht aan het BTW-compensatiefonds vanwege compensabele btw. Het bedrag dat Utrecht via het provinciefonds ontvangt komt met deze correctie op De provincie Utrecht kan de btw voor de werkzaamheden declareren bij het BTW-compensatiefonds. 10. BRZO Vanwege de overdracht van het bevoegd gezag voor alle BRZO-inrichtingen (Besluit Risico Zware Ongevallen 1999) en RIE-4-installaties (Richtlijn Industriële Emissies-categorie 4) van gemeenten naar provincies wordt voor het jaar 2016 een bedrag van 11,171 miljoen en voor de jaren 2017 en verder structureel 10,050 miljoen overgeheveld van het gemeentefonds naar het provinciefonds. Het hogere bedrag in 2016 houdt verband met de kwaliteitsslag die nodig is bij de vergunningverlening aan enkele bedrijven. De financiële consequenties van de overdracht zijn in een gezamenlijk onderzoekstraject van het Ministerie van IenM, het Ministerie van BZK, VNG en IPO in kaart gebracht. In IPO-verband wordt de besluitvorming afgerond in het IPO-bestuur van 29 september De directeuren Middelen en de portefeuillehouders Financiën adviseren het IPObestuur positief. Bijlage 14 bevat de bedragen per provincie. 11. Zoetwater Het Ministerie van IenM stelt voor het jaar 2015 middelen beschikbaar voor het uitvoeren Septembercirculaire provinciefonds

19 van de zoetwatermaatregelen uit het Deltaplan Zoetwater. Het betreft bedragen van voor de provincie Zeeland (Proeftuin Zuidwestelijke Delta), voor de provincie Fryslân (Uitvoeringsprogramma Hoge Gronden Noord) en voor de provincie Drenthe (Uitvoeringsprogramma Hoge Gronden Noord). 12. Programma Impuls Omgevingsveiligheid Ten opzichte van de decembercirculaire 2014 wordt het bedrag 2015 voor de provincie Zuid-Holland verhoogd. Daarnaast is het budget voor 2016 opgenomen. De mutatie voor 2015 in tabel betreft het saldo van twee ontwikkelingen: Een verlaging van het eerder toegekende bedrag van 14,7 miljoen (zie hoofdstuk 3 van de decembercirculaire 2014) omdat ten onrechte geen rekening is gehouden met een afdracht aan het BTW-compensatiefonds vanwege compensabele btw. Het beschikbaar stellen van het resterende deel van het budget voor 2015, te weten een bedrag van 1,968 miljoen. Het totale bedrag voor het Programma Impuls Omgevingsveiligheid voor 2015 komt hiermee op 16,196 miljoen. De naar het BTW-compensatiefonds over te boeken BTW-component is bepaald op basis van het onderzoeksrapport inzake verschuldigde BTW zoals dat op verzoek van Zuid-Holland is opgesteld door PricewaterhouseCoopers en bedraagt in totaal 0,551 miljoen voor Voor 2016 zal een bedrag van 0,519 miljoen worden overgeboekt naar het BTW-compensatiefonds. De Impuls Omgevingsveiligheid bestaat uit een aantal deelprogramma s van de gezamenlijke overheden. De provincie Zuid-Holland voert het secretariaat en is er verantwoordelijk voor dat alle uitvoerende partijen de beschikbare middelen in het kader van de Impuls ontvangen. Overige mededelingen decentralisatie- en integratie-uitkeringen Bodemsanering In de meicirculaire 2015 zijn bij de decentralisatie-uitkering Bodemsanering bedragen voor het uitkeringsjaar 2015 tussen provincies verwisseld. Bijlage 7 bevat de juiste bedragen per provincie. Septembercirculaire provinciefonds

20 Septembercirculaire provinciefonds

21 4 Overige mededelingen 4.1 Provinciefondstotalen De provinciefondstotalen zijn opgenomen in tabel De bedragen uit de hoofdstukken 2 en 3 zijn hierin samengenomen. Tabel Provinciefondstotalen (bedragen in miljoenen euro's) Algemene uitkering DU/IU 652, , , , , , , , , , , ,523 Totaal 1.080, , , , , , Voorschotbetalingen De volumina van de maatstaven voor de uitkeringsjaren 2015 en 2016 zijn te vinden in respectievelijk de bijlagen 5 en 12. Voor beide uitkeringsjaren geldt dat ten opzichte van de meicirculaire 2015 de maatstaven inwoners, woonruimten, gewogen weglengte en jongeren zijn geactualiseerd van voorlopig 2015 naar definitief Ook de omgevingsadressendichtheid is geactualiseerd van voorlopig 2015 naar definitief 2015, maar dit heeft niet tot wijzigingen van de maatstaf inwoners_oad geleid. De maatstaven oeverlengte, land en water voor uitkeringsjaar 2015 zijn geactualiseerd van voorlopig 2014 naar definitief De overige gebruikte aantallen eenheden in de uitkeringsjaren 2015 en 2016 zijn ten opzichte van de meicirculaire 2015 ongewijzigd. In bijlage 9 staan de termijnbedragen die horen bij de bevoorschotting De voorschotbetalingen zullen met ingang van 5 oktober 2015 (termijn 40) aan de geactualiseerde omvang en verdeling van het provinciefonds worden aangepast. De bedragen zijn zoals gewoonlijk afgerond op hele euro s. Het bedrag van de vijftigste termijn is berekend onder het voorbehoud dat zich tussen de publicatie van deze circulaire en de betaling van de laatste termijn geen substantiële ontwikkelingen voordoen in de omvang of de verdeling van het provinciefonds die een aanpassing van de nu bekendgemaakte voorschotbedragen noodzakelijk maken. Indien dat wel het geval is, zullen wij in de decembercirculaire 2015 de nieuwe voorschotbedragen van termijn 50 bekend maken. In bijlage 16 treft u de voorschotbedragen over 2016 aan zoals die voor de eerste maal per valutadatum 4 januari 2016 betaalbaar worden gesteld. Voor de volledigheid melden wij dat u aan de berekening van de voorschotten geen rechten kunt ontlenen voor de definitieve vaststelling van de uitkeringen. De betalingen van de voorschotten vinden plaats op de door de provincies aangegeven rekeningen. 4.3 Provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting Ingevolge de Provinciewet, artikel 222, tweede lid, bedraagt het aantal opcenten Septembercirculaire provinciefonds

22 motorrijtuigenbelasting dat provincies mogen heffen voor de belastingtijdvakken die na 31 december 2014 aanvangen ten hoogste 110,1. Op grond van artikel 222, vierde lid van de Provinciewet wordt dit aantal jaarlijks aangepast met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting Formeel vindt de vaststelling van het nieuwe maximum van het aantal te heffen provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting vanaf 1 januari 2016 plaats in december 2015, bij een ministeriële regeling van de minister van Financiën waarmee de jaarlijkse belastingtarieven worden aangepast aan de prijsontwikkeling. De tabelcorrectiefactor per 1 januari 2016, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, is echter al wel bepaald en bedraagt 1,005. Dit betekent dat het aantal opcenten motorrijtuigenbelasting dat provincies mogen heffen voor de belastingtijdvakken die na 31 december 2015 aanvangen ten hoogste 110,6 bedraagt (1,005 x 110,0819). 4.4 Loon- en prijsontwikkeling De algemene uitkering is uitgedrukt in lopende prijzen. De decentralisatie- en de integratieuitkeringen betreffen doorgaans nominale bedragen. Om provincies in staat te stellen op een juiste wijze met nominale ontwikkelingen om te gaan is tabel opgenomen. De tabel bevat de twee loon- en prijsindicatoren die het CPB onderscheidt voor de overheidssector. De cijfers zijn ontleend aan de meest recente publicaties van het Centraal Planbureau (CPB). Voor nadere informatie verwijzen wij naar de regelmatig bijgestelde prognoses op de website van het CPB (CPB), met name de rubriek de Macro Economische Verkenning 2015 (MEV2016). Tabel Prijsmutaties per jaar overheidsconsumptie - netto materiële consumptie 1,30% 0,00% 0,90% 0,90% - lonen en salarissen 0,10% 1,60% 2,00% 1,90% algemene prijsontw ikkeling - prijsmutatie BBP 1,10% 0,80% 0,80% 1,00% Bron: MEV Individuele referentiewaarden EMU-saldo provincies 2016 Het aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo is macro genormeerd. De rijksoverheid maakt daarover afspraken met het IPO, de VNG en de UvW. In het bestuurlijk Septembercirculaire provinciefonds

23 overleg financiële verhoudingen (Bofv) van 14 september 2015 is overleg gevoerd over de EMU-norm voor 2016 en De minister van Financiën zal de Staten-Generaal informeren over de uitkomst en de EMU-norm. De vaststelling kan pas plaatsvinden nadat er tenminste vier weken na de mededeling zijn verstreken en de Tweede Kamer zich over dit voornemen heeft kunnen uitspreken (zogenaamde voorhangprocedure). 4.6 Conceptwijzigingsbesluit BBV De conceptversie van het wijzigingsbesluit BBV is begin september ter consultatie aangeboden aan de VNG en het IPO. Ook wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid van internetconsultatie. De voorgestelde wijzigingen worden gedaan naar aanleiding van de bevindingen van de adviescommissie vernieuwing BBV. Voor de uitwerking van deze adviezen is een stuurgroep ingesteld, met daaraan verbonden een aantal werkgroepen, waarin ook de VNG en het IPO werden vertegenwoordigd. Dit wijzigingbesluit bevat, naast de wijzigingen die verband houden met de overgenomen aanbevelingen van de adviescommissie vernieuwing BBV, ook wijzigingen als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen en een wijziging in de verantwoording van de grondexploitaties. Het is de bedoeling dat de wijzigingen van het onderhavige besluit in het voorjaar van 2016 in werking treden. Over de invoering van de vennootschapsbelasting in het BBV en hoe hier praktisch mee kan worden omgegaan volgt nog nadere informatie. Voor de wijzigingen die verband houden met de aanbevelingen van de adviescommissie vernieuwing BBV is het voornemen deze van toepassing te laten zijn op de begroting van Eén van de beoogde wijzigingen heeft als doel meer inzicht te krijgen in de kosten van de overhead en een eenvoudigere wijze van toerekening van kosten en rentelasten. In het conceptwijzigingsbesluit wordt verwezen naar een definitie van overhead. De beoogde uitwerking van deze definitie is ook opgenomen in bijlage 18. De wijzigingen in het BBV in verband met de opname van een uniforme set financiële kengetallen zijn reeds doorgevoerd met het besluit van 15 mei 2015 (Stb. 2015, 206). Bij ministeriële regeling (9 juli 2015) zijn nadere regels vastgesteld over de wijze waarop de kengetallen door provincies en gemeenten moeten worden vastgesteld en in de begroting en het jaarverslag moeten worden opgenomen. Deze regeling bevat een aantal onvolkomenheden en zal worden aangepast. Wij beogen de aangepaste regeling eind september vast te stellen. Anticiperend op de wijzigingen van de regeling is in de gemeentefondsrubriek op internet de gecorrigeerde bijlage (berekeningswijze) behorende bij de regeling opgenomen. De wijzigingen/correcties zijn ter verduidelijking geel gearceerd. Septembercirculaire provinciefonds

24 Septembercirculaire provinciefonds

25 Bijlagen Septembercirculaire provinciefonds

26 Bijlage 1 Ontwikkeling algemene uitkering Ontwikkeling algemene uitkering (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar Uitkeringen voorafgaand jaar 724, , , , , ,241 Algemene mutaties Accres tranche 2013 (incidenteel) -1,947 Accres tranche 2014 (incidenteel) -11,770 11,770 Accres tranche 2014 (structureel) -11,770 Accres -10,726 44,731-4,454 30,910 35,313 40,620 Aanvullende algemene mutatie 1,461 BCF (taakstellende korting) -40,339 Plafond BTW-compensatiefonds 18,397 14,536-1,003 5,305 6,528 7,531 Generieke Digitale Infrastructuur -0,661-0,274 0,074 0,092 0,134 Inputfinanciering handelsregister -0,007 0,001 0,006 Minder provincies -5,000-5,000-5,000-5,000-5,000-5,000 Verminderen aantal politieke ambtsdragers -10,000 Water en milieu Uitname decentralisatie VTH -5,942 Voorzieningen Overheveling jeugdzorg -90,000 Friese taal -0,065 Stand deze circulaire 652, , , , , ,333 Septembercirculaire provinciefonds

27 Bijlage 2 Overzicht decentralisatie- en integratie-uitkeringen Overzicht van decentralisatie- en integratie-uitkeringen (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar Cluster Vindplaats Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling 0,815 Bestuur sepcirc. 2015, H3 Natuur 230, , , , , ,000 Natuur en recreatie sepcirc. 2015, H3 Verkeer en vervoer 919, , , , ,428 Verkeer en vervoer sepcirc. 2015, H3 Projecten verkeer en vervoer 76,859 81,981 41,962 40,962 40,966 Verkeer en vervoer sepcirc. 2015, H3 MRA elektrisch vervoer 0,150 Verkeer en vervoer sepcirc. 2015, H3 Afsluitdijk 0,500 0,500 Verkeer en vervoer sepcirc. 2013, Zuiderzeelijn 43,148 10,134 20,062 15,213 15,213 15,213 Verkeer en vervoer meicirc. 2015, 3.3 Luchthavens 0,933 Economische zaken sepcirc. 2014, 3.3 Topper-gelden bedrijventerreinen 0,100 Economische zaken meicirc. 2013, FES-gelden bedrijventerreinen 13,202 Economische zaken sepcirc. 2011, 3.6 Nationale gebiedsontwikkeling 8,334 Economische zaken sepcirc. 2015, H3 Science Park Oss 0,100 Economische zaken sepcirc. 2015, H3 Green Deal 1,531 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening meicirc. 2015, 3.4 Erfgoed en ruimte 0,021 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening meicirc. 2015, 3.5 Beter benutten 3,358 Water en milieu meicirc. 2015, 3.6 Bodemsanering 44,423 35,988 32,988 27,988 27,988 27,988 Water en milieu meicirc. 2015, 3.7 BRZO 11,171 10,050 10,050 10,050 10,050 Water en milieu sepcirc. 2015, H3 Sterke regio's 3,130 1,000 Water en milieu sepcirc. 2012, Waddenfonds 40,499 28,878 28,878 28,878 28,878 28,878 Water en milieu juncirc. 2012, 3.9 Zwemwaterrichtlijn EU 1,200 Water en milieu juncirc. 2012, 3.10 Zoetwater 0,630 Water en milieu sepcirc. 2015, H3 Monumentenzorg 20,000 20,000 20,000 20,000 20,000 20,000 Voorzieningen juncirc. 2012, 3.11 Programma IOV 16,196 15,256 pm pm Voorzieningen deccirc. 2014, 3.4 Totaal decentralisatie- en integratie-uitkeringen 428, , , , , ,523 Septembercirculaire provinciefonds

28 Bijlage 3 Bedragen per eenheid 2015 Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2015 Uitkeringsfactor 0,940 Bedrag per eenheid Maatstaf 11,67 inwoners 2,31 inwoners landelijk gebied met max ,73 jongeren ,15 p-weg 48,83 woonruimten 89,09 oeverlengte 20,86 land 30,14 water 37,81 ehs_groen 118,62 opp. bedrijventerreinen ,65 inrichtingen 1,97 aantal banen totaal ,64 aantal banen stuwende werkgelegenheid 11,47 inw_oad 99,92 inw_groei 556,24 inw_krimp ,58 vast bedrag 65,9 MRB Septembercirculaire provinciefonds

29 Bijlage 4 Bedragen per eenheid 2015 per cluster Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2015 per cluster Cluster Maatstaf Bedragen per eenheid 2015 meicirculaire Wijzigingen 2015 deze circulaire Bedragen per eenheid 2015 deze circulaire Beheertaken Bestuur inwoners 6,59 6,59 vast bedrag , ,76 Verkeer en vervoer p-weg , ,15 woonruimten 21,11 21,11 oeverlengte 82,70 82,70 water 14,57 14,57 Water en milieu woonruimten 18,97 18,97 oeverlengte 6,39 6,39 land 2,77 2,77 water 11,06 11,06 inrichtingen , ,65 vast bedrag , ,83 Natuur en recreatie inwoners 3,50 3,50 land 4,51 4,51 water 4,51 4,51 ehs-groen 37,81 37,81 Economische zaken woonruimten 2,45 2,45 land 3,21 3,21 opp. bedrijventerreinen 118,62 118,62 aantal banen totaal 1,97 1,97 vast bedrag , ,24 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening woonruimten 6,30 6,30 land 9,38 9,38 vast bedrag , ,42 Voorzieningen inwoners 1,58 1,58 inwoners landelijk gebied met max ,31 2,31 jongeren 23,73 23,73 land 0,99 0,99 vast bedrag , ,33 Ontwikkeltaken Economische zaken aantal banen stuwende werkgelegenheid , ,64 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening inw_oad 11,47 11,47 inw_groei 99,92 99,92 inw_krimp 556,24 556,24 Septembercirculaire provinciefonds

30 Bijlage 5 Volumina maatstaven 2015 Volumina uitgavenclusters en inkomstencluster 2015 Aantal Aantal Aantal Lengte Aantal Aantal hm Aantal ha Aantal ha Oppervlakte inwoners inwoners landelijk jongeren p-weg woonruimten oeverlengte land water ehs_groen gebied met max Groningen , Fryslân , Drenthe , Overijssel , Gelderland , Utrecht , N-Holland , Z-Holland , Zeeland , N-Brabant , Limburg , Flevoland , Totaal , Septembercirculaire provinciefonds

31 Volumina uitgavenclusters en inkomstencluster 2015 (vervolg) Oppervlakte Aantal Aantal Aantal banen Aantal Aantal Aantal Vast Opcenten bedrijven- inrichtingen banen stuwende inw_oad inw_groei inw_krimp bedrag motorrijtuigen terreinen totaal werkgelegenheid belasting Groningen , ,68 Fryslân , ,82 Drenthe , ,30 Overijssel , ,89 Gelderland , ,38 Utrecht , ,06 N-Holland , ,75 Z-Holland , ,10 Zeeland , ,79 N-Brabant , ,13 Limburg , ,15 Flevoland , ,79 Totaal , ,84 Septembercirculaire provinciefonds

32 Bijlage 6 Ontwikkeltaken niet via maatstaven 2015 Ontwikkeltaken niet via maatstaven Voorzieningen Volkshuisvesting Verkeer en Water en Water en Natuur en Ontwikkeltaken Ontwikkeltaken en ruimtelijke vervoer milieu milieu recreatie niet via maatstaven niet via maatstaven ordening lucht/klimaat bodem beheer ontwikkel ontwikkel ontwikkel ontwikkel ontwikkel incl. in basis in basis in basis in basis in basis in basis in basis uitkeringsfactor Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Flevoland Totaal Septembercirculaire provinciefonds

33 Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2015 per provincie Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2015 Natuur Bodemsanering Programma Monu- Topper-geld Fes-gelden Luchthavens IOV mentenzorg Bedrijven- bedrijventerreinen terreinen Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Septembercirculaire provinciefonds

34 Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2015 (vervolg) Nationale Sterke Waddenfonds Zwemwater- Afsluitdijk Beter Green Deal gebiedsontwikkeling regio's richtlijn EU benutten Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal Septembercirculaire provinciefonds

35 Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2015 (vervolg) Erfgoed en Zuiderzeelijn Interbestuurlijk Science MRA Zoetwater Totaal ruimte (RSP) Actieplan Park Oss elektrisch vervoer Bevolkingsdaling Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Septembercirculaire provinciefonds

36 Bijlage 8 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2015 Beheertaken Ontwikkeltaken Ontwikkeltaken MRB-capaciteit OEM / vermogen Algemene Decentralisatie- Totale uitkeringen via maatstaven via maatstaven niet via maatstaven uitkeringen uitkeringen provinciefonds bijlage 3 en 5 bijlage 3 en 5 bijlage 6 bijlage 5* (kolom 1 t/m 5) bijlage 7 (kolom 6 en 7) incl. incl. incl. MRB-tarief uitkeringsfactor uitkeringsfactor uitkeringsfactor (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg Flevoland Totaal Septembercirculaire provinciefonds

37 Bijlage 9 Bevoorschotting 2015 Bevoorschotting uitkeringsjaar 2015 Verleende voorschotten termijn 1 t/m 39 Te verlenen voorschotten termijn 40 t/m 50 Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen uitkering OEM variabel uitkeringen provinciefonds* uitkering OEM variabel uitkeringen provinciefonds** Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal * De bedragen in deze kolom zijn gelijk aan 26 maal het totale bevoorschottingsbedrag uit de decembercirculaire 2014 plus 13 maal het totale bevoorschottingsbedrag uit de meicirculaire ** De bedragen zijn het verschil van de overeenkomstige bedragen in bijlage 8 en deze bijlage. Algemene uitkering: de som van de kolommen 1, 2 en 4; DU Ontwikkel/OEM variabel: de som van de kolommen 3 en 5. Septembercirculaire provinciefonds

38 Termijnbedragen van de bevoorschotting op de uitkeringen over 2015 vanaf 5 oktober 2015 Vanaf termijn 40 t/m 49* Termijn 50** Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen Algemene DU Ontwikkel/ Decentralisatie- Totaal uitkeringen uitkering OEM variabel en integratie- provinciefonds uitkering OEM variabel en integratie- provinciefonds uitkeringen uitkeringen Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal * De bedragen in deze bijlage zijn gelijk aan de bedragen in bijlage 9 gedeeld door 11. ** De bedragen zijn het verschil van de bedragen uit bijlage 9 van deze circulaire en 10 maal de termijnbedragen uit deze bijlage. Septembercirculaire provinciefonds