NOAC s (nieuwe orale anticoagulantia)/ ODI s (directe orale anticoagulantia)
|
|
- Joke Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NOAC s (nieuwe orale anticoagulantia)/ ODI s (directe orale anticoagulantia) Eind 2012 is de Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen verschenen in opdracht van het Ministerie voor Volksgezondheid en opgesteld door een werkgroep van vertegenwoordigers uit de direct betrokken wetenschappelijke verenigingen. In de regio Nijmegen zijn diverse vertegenwoordigers vanuit UMC St Radboud, CWZ, Sint Maartenskliniek, INR trombosedienst en Pantein ziekenhuis bij elkaar gekomen om deze leidraad te vertalen in een gezamenlijk protocol, dat in het eigen ziekenhuis geïmplementeerd kan worden. Dit document is gebaseerd op bovenstaand protocol en is gericht op artsen en apotheken in de eerste lijn. Inleiding Nieuw orale anticoagulantia (NOAC) vormen een nieuwe klasse antitrombotica. Sinds kort is de naamgeving gewijzigd en spreekt men van ODI s (orale directe remmers).het voornaamste verschil van deze directe orale anticoagulantia t.o.v. Vit K antagonisten is het directe effect en een nierfunctie afhankelijke halfwaardetijd. Er wordt algemeen aangenomen dat de ODI s een voorspelbaar effect hebben en routine matige controle van de antistolling overbodig is. Op dit moment zijn er drie geregistreerde ODI s : de trombine (IIa) remmer dabigatran en de Factor Xa-remmers apixaban en rivaroxaban. Het is een nieuwe klasse medicijnen waarmee vooralsnog weinig ervaring is opgebouwd bij gebruik in de dagelijkse praktijk. Dit geldt te meer bij combinatiebehandeling met NSAIDs of trombocytenaggregatieremmers. Er dient daarom voorzichtigheid te worden betracht en bij voorschrijven ervan moeten de diverse kanttekeningen en overwegingen betrokken worden zoals zijn vastgelegd in het bijgevoegde lokale protocol. 1
2 1 Middelen, eigenschappen en dosering Dabigatran (Pradaxa) Rivaroxaban (Xarelto) Apixaban (Eliquis) Halfwaardetijd uur 8-9 uur 8-13 uur Renale klaring 80% 33(67)% 25% Kinetiek P-gp CYP3A4 en P-gp CYP3A4 en P-gp Biologische beschikbaarheid T-max (uur) 6% % % 1-3 Dosering primaire trombose profylaxe 1 dd 220 mg (eenmalig eerste dosis 110 mg) 1 dd 10 mg 2 dd 2.5 mg aangepaste dosis 1 dd 150 mg (eerste dosis 75 mg)bij: MDRD 30-50ml/min, verapamil, >80jaar. overwegen bij: hoog bloedingsrisico, jaar, comedicatie Geen doserings-aanpassing nodig Geen doseringsaanpassing nodig Dosering AF 2 dd 150mg, 1 dd 20 mg 2 dd 5 mg aangepaste dosis 2 dd 110mg bij: MDRD 30-50ml/min, verapamil, >80jaar overwegen bij: hoog bloedingsrisico, jaar, comedicatie aangepaste dosis 1 dd 15 mg bij: MDRD 30-50ml/min, hoog bloedingsrisico, comedicatie, >80 jaar aangepaste dosis 2dd 2,5mg bij 2 v.d. 3 kenmerken: >80 jaar, <60 kilo, creatinine >132 umol/l Behandeling DVT/PE 15mg 2dd gedurende dag Vanaf dag 22 : 1dd 20mg, - aangepaste dosis (indicatie zie AF) 15mg 2dd gedurende dag Vanaf dag 22 : 1 dd 15 mg Preventie trombotische complicaties na ACS 2 dd 2,5mg 2
3 2 Indicatie Inmiddels zijn ODI s voor verschillende indicaties geregistreerd en worden deze indicaties deels vergoed. ODI s kunnen worden voorgeschreven voor de volgende indicaties: preventie van beroerte en systemische embolie bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren dabigatran, rivaroxaban en apixaban preventie van veneuze tromboembolie bij patiënten na een electieve heup- of knieartroplastiek dabigatran, rivaroxaban en apixaban behandeling van diep veneuze trombose en longembolie rivaroxaban De indicatie stelling van deze middelen is op dit moment voorbehouden aan de 2 e lijn. Zie voor indicaties en contra indicaties het bijgevoegde lokale protocol De minister van VWS heeft een aantal maatregelen genomen t.a.v. het voor schrijven van de ODI s. Vooralnog komen alleen recepten van medisch specialisten in aanmerking en moet een medische verklaring worden ingevuld. De vergoeding voor de ODI s alleen goedgekeurd voor de indicatie non valvulair atriumfibrileren voor de duur van 1 jaar. Voor de preventie van VTE bij electieve totale heupvervangende of knievervangende OK, komen alleen rivaroxaban en apixaban in aanmerking voor vergoeding, voor de periode van 1 maand. 3 ODI s en nierfuncties Voor alle ODI s (ODI s) is bij start het bepalen van de nierfunctie van belang. Tijdens de behandeling met ODI s dient de nierfunctie bepaald te worden tenminste 1 x per jaar en in klinische situaties waarbij verwacht wordt dat de nierfunctie zal afnemen of verslechteren. Dabigatran Is gecontra-indiceerd bij een MDRD < 30 ml/min/1,73 m2. Bij een matig ernstige nierfunctiestoornis wordt een dosisaanpassing geadviseerd (MDRD mg/ml/1,73 m2). Rivaroxaban en Apixaban De registratietekst laat gebruik tot een klaring van 15 ml/min toe, dit lijkt vooralsnog in de klinische praktijk risicovol en zowel de Leidraad als het locale document adviseren rivaroxaban en vooralsnog apixaban niet voor te schrijven bij nierfunctiestoornissen en een MDRD < 30ml/min. 4 Medicatiebewaking Remmers/inductoren van P-glycoproteine en CYP3A4 beïnvloeden de plasmaspiegels waardoor de concentratie kan stijgen en dalen (zie Farmacotherapeutisch Kompas De grootte van het effect is mede afhankelijk van het tijdstip van inname. Ondanks het niet gelijktijdig innemen van comedicatie met het betreffende ODI is bij een aantal middelen het effect op plasmaspiegels zodanig groot dat gelijktijdig gebruik wordt ontraden. 3
4 Contra-indicaties voor ODI s Dabigatran: o Het gelijktijdig gebruik van twee trombocytenaggregatie remmers o Systemisch ketoconazol, itraconazol,posaconazol, voriconazol, o Ciclosporine, tacrolimus, kinidine, dronedarone, o HIV proteaseremmers, o.a. ritanovir.. o Rifampicine, carbamazepine, fenytoine, phenobarbital en St. Jans Kruid Rivaroxaban: o Het gelijktijdig gebruik van twee trombocytenaggregatie remmers o Systemische Azolen (flu-, itra-, keto-, vorico, posaconazol) o Ciclosporine, tacrolimus, clarythromycine, eryhtromycine, verapamil en amiodarone o HIV protease remmers o.a. ritonavir o Rifampicine, carbamazepine, fenytoine, phenobarbital en St. Jans Kruid Relatieve contraindicatie: o Chronisch NSAID gebruik o Polyfarmacie: 5 of meer geneesmiddelen (richtlijn polyfarmacie o Dabigatran (p-glycoproteine substraat): Verapamil en amiodarone: dosisaanpassing 1 x 150 mg per dag clarytromycine, erytromycine : overweeg alternatief of overleg met behandelend specialist over dosis aanpassing dabigatran o Rivaroxaban clarytromycine, erytromycine : overweeg alternatief of overleg met behandelend specialist Kinidinine: dosis aanpassing Amiodaron, verapamil over weeg alternatief bij MDRD < 50ml/min 5 Medicatiebegeleiding 5.1 Voorlichting bij eerste uitgifte Wat betreft organisatorische aspecten en bewaken van therapietrouw legt de Landelijke Leidraad een grote rol neer bij de apotheker. De apotheker bewaakt ook de juiste dosering en het stoppen van andere antistollingsmedicatie. De apotheker vraagt ook of de patiënt wil meedoen aan het Intensieve Monitoring Programma van Lareb. Daarom moet op het recept worden vermeld: Nierfunctie Indien van toepassing gestopte antistollingsmedicatie( waar komt de ODI voor in de plaats ) Indicatie Laatste INR in geval van omzetten van VKA De verantwoordelijkheid voor het verdere begeleiden van de ODI gebruiker ligt bij de voorschrijver: hij of zij moet de nierfunctie periodiek controleren en de baten tussen risico s afwegen. 4
5 Om een goede therapietrouw met ODI s te borgen moeten de volgende interventies in de apotheek plaatsvinden: i. In het eerste uitgifte gesprek dient geverifieerd te worden of de patiënt de uitleg van de specialist over onder andere de noodzaak van therapietrouw bij gebruik van ODI s, de signaalfunctie van bloedingen, het melden van de medicatie bij overige behandelingen of aandoeningen (bijvoorbeeld (tandheelkundige) operatieve ingrepen) begrepen heeft. Therapietrouw kan, in samenwerking tussen (huis)arts en apotheker, gewaarborgd worden door gebruik te maken van een proactief herhaal systeem. ii. Het beleid bij bloedingen hangt sterk af van de ernst van de bloeding. In geval van een ernstige bloeding dient altijd overleg plaats te vinden met de verantwoordelijk specialist van het ziekenhuis. iii. Tevens is het van belang dat bij de eerste uitgifte de apotheek nakijkt of de patiënt switcht van een VKA naar een NOAC of dat de gebruiker start met de antistollingstherapie. Bij switchen dient rekening gehouden te worden dat de INR onder de 2 moet liggen. 5.2 Wat te doen bij vergeten dosering, braken of diarree: Dabigatran: Bij gebruik 1 keer per dag: sla de vergeten dosis over. Neem de volgende dosis in volgens schema. Bij gebruik 2 keer per dag: Indien meer dan 6 uur tot volgende dosering, vergeten dosering alsnog innemen. Minder dan 6 uur? Sla de vergeten dosis dan over. Rivaroxaban Bij gebruik 1 keer per dag: Neem de tablet direct in en neem de volgende dag de tablet op het gebruikelijke moment. Neem nooit 2 tabletten op een dag. Bij gebruik 2 keer per dag: Neem de tablet direct in, zelfs als het bijna tijd is voor de volgende tablet. U mag een dubbele dosis innemen, als u maar niet meer dan 2 tabletten in totaal per dag gebruikt. De volgende dag gaat u weer door met het gebruikelijke schema. Apixaban: Zie advies zoals beschreven bij rivaroxaban 2x daags. 6 Bloedingen Het beleid bij een bloeding hangt af van de ernst van de bloeding (mild, matig-ernstig, levensbedreigend, intracranieel/neuraxiaal). Voor de ODI s zijn (nog) geen specifieke antidota beschikbaar maar gezien de korte halwaarde tijd is dat vaak ook niet nodig. i. Bij een milde bloeding (bijvoorbeeld kortdurende neusbloeding, tandvleesbloeding) volstaat in het algemeen lokale hemostase of mechanische compressie en is er geen reden de ODI te staken (max kan 1 gift worden overgeslagen). Bij recidiverende bloedingen dient i.o. met indicatiestellend specialist eventueel aanwezige co-medicatie te worden heroverwogen (plaatjesremmers). 5
6 ii. Bij alle andere bloedingen dient overleg plaats te vinden met de verantwoordelijke specialist van het ziekenhuis en staat de handelswijze beschreven in het bijgevoegde lokale protocol 7 Ingrepen Voor patiënten die ODI s gebruiken gelden de volgende uitgangspunten: het antistollingseffect is sneller uitgewerkt dan dat van vitamine-k-antagonisten (VKAs). Bij het herstarten van ODI s is er binnen 2-3 uur weer een therapeutisch antistollingseffect. Bij ingrepen met een laag bloedingsrisico (zie lijst) of ingrepen waarbij goede lokale hemostase maatregelen mogelijk zijn (zoals dermatologische excisies ) volstaat lokale hemostase. Bij deze ingrepen kunnen de ODI s doorgebruikt worden en wordt geadviseerd de ingreep uit te voeren op het moment dat minimaal anticoagulante activiteit aanwezig is zoals beschreven in de paragraaf beleid bij eenvoudige invasieve tandheelkundige ingrepen. Bij ingrepen met een standaard of hoog bloedingsrisico wordt geadviseerd om de ODI s voorafgaand aan de ingreep in overleg met de indicatiestellend specialist tijdelijk te staken. Dit betreft ingrepen die plaats vinden in de 2 e lijn. De handelswijze in dit soort situaties is beschreven in het bijgevoegde lokale protocol Onderstaande tabel (afkomstig uit Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmedicatie ) is slechts indicatief. Het risico dient op individuele basis te worden gesteld. Bloedingsrisico Laag Standaard Hoog Ingreep Behandeling door mondhygiëniste Tandheelkundige ingrepen extractie van 1-3 tanden of kiezen operatieve verstandskies verwijdering parodontale behandelingen operatieve wortelkanaalbehandelingen abcesincisie plaatsen van implantaten Kleine dermatologische excisies Cataract en glaucoomoperatie, indien GEEN retrobulbaire anesthesie wordt toegepast Iedere ingreep waarbij goede lokale hemostase maatregelen mogelijk zijn Diagnostische gastro- of sigmoïdo-scopie, al dan niet met biopsie. ERCP zonder sfincterotomie, eventueel met biliaire of pancreas stent. Endo-echoscopie ZONDER punctie Hartkatheterisatie Ritme-ablaties Colonoscopie al dan niet met biopsie, zonder verwijdering van poliepen Ongecompliceerde laparoscopische procedures, zoals cholecystectomie Radiologische puncties en/of stenting met goede hemostasemogelijkheid na ingreep (wordt ook wel gerekend tot laag) Cataract en glaucoomoperatie MET retrobulbaire anesthesie Intra musculaire injecties en vaccinatiesthoraxdrain Gewrichtspunctie standaard Operatie > 45 min Hartchirurgie (inclusief pericardiale ingrepen) Wissel en/of eerste implantatie van device (pacemaker, ICD, CRT) Neurochirurgische ingrepen (intracerebraal, intraspinaal of epiduraal) Grote herniaoperaties Grote buikchirurgie Grote urologische ingrepen (+ TURP) Grote gynaecologische chirurgie Orthopedische ingrepen 6
7 Chirurgie met uitgebreide weefseldestructie: maligniteit, gewrichtsartroplastiek of reconstructieve plastische ingreep Vaatheelkundige ingrepen Colonoscopie met verwijdering van poliepen ERCP met sfincterotomie Pneumodilatatie Dilatatie PEG plaatsing Laser / Argon, coagulatie-therapie Oesophagus varices therapie Endo-echoscopie MET punctie Radiologische puncties en/of stenting zonder goede hemostase-mogelijkheid na ingreep(bijvoorbeeld nier, prostaat, lever) Centrale neuraxis blokkade (spinaal/epiduraal); interventionele pijninterventies Perifere zenuwblokkade met relatief hoog geschat potentieel risico op een ernstige bloedingscomplicatie Diagnostische en therapeutische lumbaalpunctie Microscoop chirurgie Beleid bij eenvoudige invasieve tandheelkundige ingrepen Definitie: Eenvoudige invasieve tandheelkundige ingrepen die m.b.v. inflitratieanesthesie/periligamentaire anesthesie behandeld kunnen worden: extractie van 1-3 tanden of kiezen, operatieve verstandskiesverwijdering, parodontale behandelingen, operatieve wortelkanaalbehandelingen, abcesincisie, plaatsen van max. 3 implantaten) verwijzing 2 Pre-operatieve maatregelen bij electieve eenvoudige invasieve tandheelkundige ingrepen: neem een volledige medische anamnese af; plan meerdere afspraken als er > 3 elementen geëxtraheerd moeten worden en plan de afspraken in de ochtend en in het begin van de week; onderbreek de behandeling met de betreffende ODI NIET; vraag de patiënt de ODI niet vlak voor de ingreep in te nemen en plan de ingreep bij dosering 2x daags uur na laatste inname en bij dosering 1x daags 24 uur na de laatste gift. Instrueer de patiënt de ODI niet eerder dan 6 uur na de ingreep te herstarten (dit betekent dat bij 2 daags dosering een gift wordt overgeslagen ) ; geef de patiënt een recept voor 5% tranexaminezuur mondspoeling mee; informeer de patiënt dat lichte bloeding of doorsijpelen vanuit de gingiva mucosa vaker optreedt bij doorgebruiken van orale anticoagulantia. Pre-operatieve maatregelen bij spoed ingrepen: stel tijdstip laatste inname in relatie tot ingreep vast; stel de ingreep, indien mogelijk tot 4 uur na inname van de ODI uit en volg beleid zoals beschreven bij electieve ingrepen; overweeg verwijzing naar de kaakchirurg bij; o bij complexe ingrepen en/of o comedicatie met een bloedplaatjes antagonist en/of o aanzienlijke co morbiditeit 7
8 Overlegsituatie met de ODI voorschrijver over langer tijdsinterval als de ingrepen meer complex zijn dan bovengenoemd een combinatie met een bloedplaatjes antagonist (acetylsaliculzuur, clopidogrel, pasugrel) wordt gebruikt; patiënt > 75 jaar of aanzienlijke co-morbiditeit; indien regionale geleidings (mandibulaire blok) anesthesie nodig is (in dit geval vooralsnog verwijzing naar kaakchirurg); Geadviseerd tijdsinterval tussen laatste inname ODI en eenvoudige invasieve tandheelkundige ingrepen zonder belangrijk bloedingrisico en/of goede hemostase mogelijkheid electief: verricht ingreep bij dalspiegel medicament (bij dosering 2x daags uur na en bij dosering 1x daags 24 uur na de laatste inname) verwijzing1 ; spoedsituatie: stel de ingreep, indien mogelijk, tot 4 uur na inname ODI uit. Geadviseerd tijdsinterval tussen laatste inname ODI en complexe ingreep met laag bloedingrisico Overleg met voorschrijvend specialist over langer ODI vrij interval en/of overweeg verwijzing naar kaakchirurg als de ingrepen meer complex zijn dan bovengenoemd (zie definities); er sprake is van een combinatie met een bloedplaatjes antagonist (acetylsaliculzuur, clopidogrel, pasugrel); bij patiënt > 75 jaar of aanzienlijke co-morbiditeit; indien regionale anesthesie nodig is (vooralsnog verwijzing naar kaakchirurg). Dabigatran Rivaroxaban Apixaban MDRD > 60 ml/min 24 uur 24 uur 24 uur MDRD ml/min 36 uur 24 uur 24 uur MDRD ml/min 48 uur 24 uur 24 uur verwijzing 1-3 Herstart de ODI bij goede hemostase en niet eerder dan 6 uur na de ingreep Peri-operatieve maatregelen zijn conform advies bij gebruik VKA s: verricht de ingreep zo atraumatisch mogelijk en reduceer gebieden van parodontale chirurgie en scalen en rootplanen (per kwadrant); hecht de wond(en) en gebruik oplosbaar hechtmateriaal; Peri-operatieve maatregelen zijn conform advies bij gebruik vitamine K antagonisten VKA s: laat de patiënt minuten op een gaasje bijten, gebruik zo nodig lokale middelen om de bloeding te stelpen, zoals gelatine sponsjes, geoxideerd cellulose, synthetisch collageen; laat de patiënt de praktijk pas verlaten als de bloeding gestelpt is; instrueer de patiënt zolang de wond nog bloedt 2 minuten zachtjes te spoelen met 10 ml 5% tranexaminezuur mondspoeling 4 dd gedurende 5 dagen. Indien onvoldoende effectief adviseer de patiënt ook minuten op een gaasje met tranexaminezuur te bijten of tegen de wond aan te drukken; na het spoelen moet de vloeistof uitgespuugd worden; 8
9 verwijder niet-absorbeerbare hechtingen als gebruikt na 4-7 dagen; schrijf geen NSAID s of COX-2 remmers voor als pijnbestrijding; geef de patiënt mondelinge en schriftelijke instructies over postoperatieve beloop en te nemen maatregelen bij een nabloeding; vraag de patiënt zich telefonisch bij de tandarts te melden indien een nabloeding toch optreedt en niet zelf te stoppen is; zorg dat de tandarts of zijn vervanger voor de patiënt bereikbaar is buiten kantooruren. 8 Vaccins Richtlijn LCR (februari 2011): Er zijn geen gegevens bekend over het risico van bloedingscomplicaties na intramusculaire injecties bij gebruik van deze middelen. Vooralsnog is terughoudendheid geboden bij intramusculaire injecties. Alle vaccins en immunoglobulines worden subcutaan toegediend. Na subcutane vaccinatie tegen hepatitis A, hepatitis B of rabiës moet de antistoftiter worden gecontroleerd. Intracutane toediening van het rabiësvaccin dient alleen plaats te vinden in daarin ervaren centra. De griepprik kan subcutaan worden toegediend. Dit geldt ook voor eventuele tetanusinjecties. 9. Advies bij reizen Patiënten die ODI s gebruiken hebben risico op bloedingen. Er zijn (nog) geen specifieke antidota beschikbaar, maar ze komen er wel aan. Ondanks het ontbreken van specifieke antidota, is in grote registratie studies met ODI s geen grote oversterfte dor bloedingen gezien. Deels hangt dit samen met de lage incidentie van bedreigende bloedingen. Daarnaast blijken ook VKA s in de praktijk vaak niet te worden gecoupeerd of is couperen niet succesvol. Bloedtransfusies in niet-westerse landen kunnen een risico op het overbrengen van hepatitis en HIV met zich meebrengen. Echter, dit alles geldt ook voor patiënten die met LMWH s en VKA s behandeld worden en hen wordt het reizen naar niet-westerse landen niet expliciet afgeraden. Wel zal de reiziger deze geneesmiddelen gebruiken goed op de hoogte gebracht worden van deze mogelijke risico s om goed een afweging te kunnen maken. Literatuur tandheelkundige ingrepen 1. EHRA Practical Guide on the use of new oral anticoagulants in patients with non-valvular atrial fibrillation: executive summary. Europace (2013) 15, ACTA-richtlijn 2013: Beleid bij tandheelkundige ingrepen tijdens antitrombotische behandeling. 3. Management recommendations for invasive dental treatment in patients using oral antithrombotic medication, including novel oral anticoagulants. Denise E. van Diermen, MD, PhD, Isaäc van der Waal, DDS, PhD, and Johan Hoogstraten, PhD Med Oral Pathol Oral Radiol 2013;116: ). 4. Beyond warfarin: the new generation of oral anticoagulants and their implications for the management of dental patients. Firriolo FJ, Hupp WS, Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Apr;113(4): Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology and Oral Radiology, James W. Little. Volume 113, Issue 5, May 2012, Pages
10 10
NOAC s (nieuwe orale anticoagulantia)/ DOAC s (directe orale anticoagulantia)
NOAC s (nieuwe orale anticoagulantia)/ DOAC s (directe orale anticoagulantia) Document ten behoeve van de huisarts Eind 2012 is de Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen verschenen
Nadere informatieNOAC s (nieuwe orale anticoagulantia)/ DOAC s (directe orale anticoagulantia)
NOAC s (nieuwe orale anticoagulantia)/ DOAC s (directe orale anticoagulantia) Document ten behoeve van de huisarts Eind 2012 is de Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen verschenen
Nadere informatieNieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs)
Nieuwe Orale Anticoagulantia (NOACs) Regionaal Formularium Zwolle Daphne Bertholee, ziekenhuisapotheker i.o. Douwe van der Meer, coördinator Regionaal Formularium Zwolle FTO 15 oktober 2013 Isala Inleiding
Nadere informatieAntistolling in de tandheelkunde. J. Vincent Internist hematoloog-oncoloog Medisch leider trombosedienst Elkerliek ziekenhuis
Antistolling in de tandheelkunde J. Vincent Internist hematoloog-oncoloog Medisch leider trombosedienst Elkerliek ziekenhuis Een hematoloog die iets over tandartsen gaat vertellen? Telegraaf 23-09-2017
Nadere informatieEerste lijns protocol NOAC s regio Drechtsteden Januari 2017
Eerste lijns protocol NOAC s regio Drechtsteden Januari 2017 Auteurs: E.J. van den Bos, cardioloog H.I.A. Ditvoorst, huisarts S. Ghantous, huisarts M.C.P. Konings, apotheker M.A. de Bruin, huisarts E.N.
Nadere informatieWerkafspraak Nieuwe Orale anticoagulantia (NOAC)
Werkafspraak Nieuwe Orale anticoagulantia (NOAC) Datum richtlijn Datum herziening 15 augustus 2013 februari 2014 Inhoudsopgave ALGEMEEN TRANSMURALE WERKAFSPRAKEN APIXABAN RIVAROXABAN DABIGATRAN BELEID
Nadere informatieBF: Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA) Tandartsen en Trombosedienst SKB Winterswijk
Inhoud: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens Trombosedienst 2.1 Gegevens Trombosedienst 2.2 Medisch leider Trombosedienst 2.3 Voor welke vragen neemt u contact op met wie? 2.4 Lijst van afkortingen 3. Behandeling
Nadere informatieNOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog
NOAC s Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog Antistollingsmedicatie Toegepast ter preventie en behandeling van arteriële en
Nadere informatiePerioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden
Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Anticoagulantia Vitamine K antagonisten (VKA) Trombocytenaggregatieremmers
Nadere informatieDOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen
DOACs in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat zijn DOACs? DOACs zijn bloedverdunners: Directe Orale Anti Coagulantia Die worden gebruikt bij atriumfibrilleren (AF) en
Nadere informatieNOAC s: New Oral Anticoagulants
NOAC Safety protocol NOAC s: New Oral Anticoagulants Willem Bax, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Namens Werkgroep NOAC s Werkgroep safety protocol NOAC s Matthijs Westerman, Internist Hematoloog
Nadere informatieTransmurale afspraken en samenvatting eerstelijns protocol NOAC s regio Rijk van Nijmegen
Transmurale afspraken en samenvatting eerstelijns protocol NOAC s regio Rijk van Nijmegen Maasziekenhuis Pantein CWZ Radboud UMC Zorggroep Syntein Boxmeer Zorggroep OCE Nijmegen LHV Nijmegen Apothekers
Nadere informatieChecklist 1 e aflevering Pradaxa
Checklist 1 e aflevering Pradaxa 1. Juiste product 5. Bevorderen therapietrouw 2. Indicaties en dosering 6. Controleer interacties 3. Werkingsmechanisme 4. Leg belang therapietrouw uit 7. Geef patiëntenmateriaal
Nadere informatiePerioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners
Perioperatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners Perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers Aspirine en/of ADP receptor inhibitor (Plavix of clopidogrel, Efient of
Nadere informatieTabel 1. Dabigatran en aptt Dabigatran dosering: Afwezig effect: Therapeutisch effect: Te hoog / overdosering:
Onderwerp Bloedingen tijdens dabigatran (Pradaxa ) gebruik Operatieve ingrepen tijdens dabigatran (Pradaxa ) gebruik Auteurs Dr. N.R. Bijsterveld, Cardioloog Dr. M. Ten Wolde, Internist-Vasculair Geneeskundige
Nadere informatieChecklist 1 e aflevering Xarelto
Checklist 1 e aflevering Xarelto 1. Juiste product 5. Bevorderen therapietrouw 2. Indicaties en dosering 6. Controleer interacties 3. Werkingsmechanisme 4. Leg belang therapietrouw uit 7. Geef patiëntenmateriaal
Nadere informatieChecklist 1 e aflevering Eliquis
Checklist 1 e aflevering Eliquis 1. Juiste product 5. Bevorderen therapietrouw 2. Indicaties en dosering 6. Controleer interacties 3. Werkingsmechanisme 4. Leg belang therapietrouw uit 7. Geef patiëntenmateriaal
Nadere informatiePraktische handvatten voor het gebruik van Antistolling in de eerste lijn
Praktische handvatten voor het gebruik van Antistolling in de eerste lijn Aafke Snoeijen, huisarts te Asten, kaderhuisarts Hart- en Vaatziekten Ineke van Woerkom, apotheker te Asten Programma Casuïstiek
Nadere informatieBereikbaarheid en Protocollen Trombosedienst Emmen (Versie huisartsen)
Bereikbaarheid en Protocollen Trombosedienst Emmen (Versie huisartsen) Protocollen en Bereikbaarheid Trombosedienst Emmen Drs. J.G.J. Pouwels, Medisch Leider Trombosedienst INHOUDSOPGAVE 1. Bereikbaarheid
Nadere informatieNOACs in de dagelijkse praktijk. Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden m.v.huisman@lumc.nl
NOACs in de dagelijkse praktijk Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden m.v.huisman@lumc.nl Belangen Voordrachten tijdens wetenschappelijke verenigingen ondersteund door farma; honoraria
Nadere informatieRelatie trombosedienst & tandarts. 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager
Relatie trombosedienst & tandarts 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager Ongeveer 1 miljoen mensen in Nederland gebruikt enige vorm van antistolling ter
Nadere informatiePraktische handvaten voor het gebruik van Antistolling in de eerste lijn
Praktische handvaten voor het gebruik van Antistolling in de eerste lijn Jan Hendriks, Apotheker te Veldhoven Aafke Snoeijen, Huisarts te Asten, kaderhuisarts Hart- en Vaatziekten Programma Casuïstiek
Nadere informatieIndicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme
Indicatie antistolling NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Behandeling DVT/ longembolie Atriumfibrilleren Mechanische hartklep Arterieel vaatlijden Hartfalen met kamerdilatatie ( alleen
Nadere informatieNascholing Antistolling
Nascholing Antistolling Peri-operatief Antistollingsbeleid Nivo 2 3 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling versie 2, februari 2012 probleem antistolling peri-operatief Igv doorgaan
Nadere informatieNOAC S E N D E H U I S A R T S.
NOAC S EN DE HUISARTS. NOAC/ DOAC/ NOAC? CADO/DOCA/NOCA/CANO/ONAC/ACDO? NOAC = New oral anticoagulant DOAC = Direct oral anticoagulant t Nieuwe is er wel vanaf, werken direct NOAC = Non vitamin K
Nadere informatieAntistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen
Antistolling: stand van zaken R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen Epidemiologie Landelijke afspraken Directe orale anti-coagulantia: DOAC s 10-4-2017 Voettekst
Nadere informatieAanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia
Aanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia dr. Tom Vydt, cardioloog AZ Sint-Maarten GR0034AV versie 04-2014 ALGEMEEN YK Perioperatief beleid van patiënten
Nadere informatieTransmurale multidisciplinaire afspraken over veilige implementatie NOACs voor therapeutische antistolling in de provincie Groningen
Transmurale multidisciplinaire afspraken over veilige implementatie NOACs voor therapeutische antistolling in de provincie Groningen Dit protocol is een initiatief van de Regiotafel Antistolling Groningen,
Nadere informatieSamenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag
Samenvatting Aanleiding voor de adviesvraag Op dit moment zijn bijna 400.000 mensen in Nederland aangewezen op behandeling met antistollingsmiddelen van het type vitamine K-antagonist (VKA). Hoewel zeer
Nadere informatieBeleid en communicatie bij Antistolling Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant
Beleid en communicatie bij Antistolling Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant Doelstelling Het reduceren van vermijdbare bloedingen of trombose, door de afstemming van het beleid rond de communicatie
Nadere informatieAntistolling in de Amsterdamse regio
Antistolling in de Amsterdamse regio Wie doet wat in een tijd vol verandering? Dr. Michiel Coppens Internist-Vasculaire Geneeskunde Congres Integrale Medicatiezorg 31.10.2017 1 Nieuwe Non-VKA Directe Orale
Nadere informatieRegionaal document Non-vitamine K antagonist orale
Regionaal document Non-vitamine K antagonist orale anticoagulantia (NOAC) Update: november 2014 Regionaal protocol NOAC versie november 2014 Pagina 1 Inhoudsopgave Inhoud 1 Inleiding en doel... 3 2 Algemeen...
Nadere informatieGids voor voorschrijvers
Gids voor voorschrijvers De risico-minimalisatie materialen voor LIXIANA (edoxaban), zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Deze materialen beschrijven aanbevelingen
Nadere informatieAntistolling in de Amsterdamse regio
Antistolling in de Amsterdamse regio Wie doet wat in een tijd vol verandering? Dr. Michiel Coppens Internist-Vasculaire Geneeskunde Congres Integrale Medicatiezorg 31.10.2017 Nieuwe Non-VKA Directe Orale
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Tandartsendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en
Nadere informatieRegionaal document bij introductie Nieuwe orale anticoagulantie (NOAC s)
Regionaal document bij introductie Nieuwe orale anticoagulantie (NOAC s) 1 Regionaal document bij introductie NOACs 1 Inleiding en doel... 3 2 Algemeen... 3 3 Indicatiestelling NOAC... 4 4 Contra-indicaties
Nadere informatieFTO: het gebruik van (N)OAC s in de eerste lijn
FTO: het gebruik van (N)OAC s in de eerste lijn Publicatiedatum: maart 2019 1 Casus: mevrouw AF Hart 79 jaar Mevrouw komt op uw spreekuur voor controle van haar bloeddruk Anamnese: Sinds enkele maanden
Nadere informatieOnderwerp Bloedingen tijdens rivaroxaban (Xarelto ) gebruik Operatieve ingrepen tijdens rivaroxaban (Xarelto ) gebruik
Onderwerp Bloedingen tijdens rivaroxaban (Xarelto ) gebruik Operatieve ingrepen tijdens rivaroxaban (Xarelto ) gebruik Auteurs Dr. N.R. Bijsterveld, Cardioloog Dr. M. Ten Wolde, Internist-Vasculair Geneeskundige
Nadere informatieVoorkom bloedingen. de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren. Eindhoven, 19 juni 2014
Voorkom bloedingen de achtergrond van antistollingsmiddelen, interacties en risicofactoren Eindhoven, 19 juni 2014 dr. M.R. Nijziel, internist-hematoloog Indeling stollingssysteem oude antistollingsmiddelen
Nadere informatieRegionaal document bij introductie Directe orale anticoagulantia (DOAC) Update: juni 2014
Regionaal document bij introductie Directe orale anticoagulantia (DOAC) Update: juni 2014 1 Regionaal document bij introductie DOAC 1 Inleiding en doel... 3 2 Algemeen... 3 3 Indicatiestelling DOAC...
Nadere informatieNieuwe orale anticoagulantia
Martini Ziekenhuis Groningen Nieuwe orale anticoagulantia Werking, toepassing en risico s in de dagelijkse klinische praktijk Dr. René van Hulst, ziekenhuisapotheker Martini Ziekenhuis Conflicts of interest:
Nadere informatieRegionaal document bij introductie Directe orale anticoagulantia (DOAC) Update: juni 2014
Regionaal document bij introductie Directe orale anticoagulantia (DOAC) Update: juni 2014 1 Regionaal document bij introductie DOAC Inhoudsopgave 1 Inleiding en doel... 3 2 Algemeen... 3 3 Indicatiestelling
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Huisartsendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en
Nadere informatiecasuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen
casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen Dr. Marieke JHA Kruip Internist- hematoloog Erasmus MC inhoud casus indica>es nieuwe orale middelen risico
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Specialisten Ouderengeneeskundedeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard,
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Trombosedienstendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad
Nadere informatieAntistolling in de Amsterdamse regio
Farmacotherapeutisch Overleg Antistolling in de Amsterdamse regio Wie doet wat in een tijd vol verandering? Ontwikkeld door Michiel Coppens, Trombose en Antistolling Expertisecentrum AMC, i.s.m. Ilona
Nadere informatieartseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel
i artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel 2 Inhoud 1 Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase...
Nadere informatieBloeding: wat nu? Workshop Antistolling: oh FAQ! Take home:
Bloeding: wat nu? Workshop Antistolling: oh FAQ! Monique Tjon-A-Tsien, kaderhuisarts HVZ Paula Ypma, hematoloog HagaZiekenhuis 5 februari 2014 Congressponsoren AstraZeneca Bayer BoehringerIngelheim Pfizer/BMS
Nadere informatieBehandeling van diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) en preventie van recidiverende DVT en PE bij volwassenen.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pradaxa 110 mg harde capsules 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een harde capsule bevat 110 mg dabigatran etexilaat (als mesilaat). Hulpstof(fen) met bekend effect:
Nadere informatieGeneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren
27-10-2016 Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren Wobbe Hospes, ziekenhuisapotheker Agenda Waarom en wanneer antistolling? Stollingscascade en aangrijpingspunten geneesmiddelen
Nadere informatieNOACs: een update. NECF symposium antistolling
NOACs: een update. NECF symposium antistolling 27-9-2016 Emilie Gieling, ziekenhuisapotheker, klinisch farmacoloog i.o. Jenneke Leentjens, internist-vasculair geneeskundige, klinisch farmacoloog i.o. Landmarkstudies
Nadere informatieNOAC BEHANDELING EN BEGELEIDING. Stappenplan (uitgebreide versie) Stap Verantwoordelijk Opmerkingen. HA / Specialist
NOAC BEHANDELING EN BEGELEIDING Stappenplan (uitgebreide versie) HA=huisarts S=Specialist TD= Trombosedienst A=Apotheker Stap Verantwoordelijk Opmerkingen 1 Verdenking non-valvulaiir atriumfibrilleren.
Nadere informatieProtocol: NOACs bij boezemfibrilleren en hartfalen
Protocol: NOACs bij boezemfibrilleren en hartfalen Indicaties: Boezemfibrilleren met CHADSVASC2 score 2 bij hartfalen door zowel HFREF (hartfalen door systolische dysfunctie) als bij HFPEF (hartfalen door
Nadere informatieAntitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde
Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,
Nadere informatie2/9/2012. Hoe medisch had u de anamnese willen hebben? Nieuwe patiënt.. Denise van Diermen, arts
Hoe medisch had u de anamnese willen hebben? Nieuwe patiënt.. 3 februari 2012 Denise van Diermen, arts Eerste indruk Gemiddelde medische anamnese bij de tandarts/mondhygiënist Hoe gaat het met u? Bent
Nadere informatieGEBRUIKT U OOK BLOEDVERDUNNERS?
Uitgangspunt Patiënten met een hoog tromboserisico zo veilig mogelijk behandelen. GEBRUIKT U OOK BLOEDVERDUNNERS? Baucke van Minnen - UMC Groningen Waarom weer die bloedverdunners? Moet ik alles onthouden?
Nadere informatieChecklist 1 e aflevering Pradaxa
Checklist 1 e aflevering Pradaxa 1. Juiste product 5. Bevorderen therapietrouw 2. Indicaties en dosering 6. Controleer interacties 3. Werkingsmechanisme 4. Leg belang therapietrouw uit 7. Geef patiëntenmateriaal
Nadere informatieChecklist 1 e aflevering Xarelto
Checklist 1 e aflevering Xarelto 1. Juiste product 5. Bevorderen therapietrouw 2. Indicaties en dosering 6. Controleer interacties 3. Werkingsmechanisme 4. Leg belang therapietrouw uit 7. Geef patiëntenmateriaal
Nadere informatieDoel Het behandelen van een patiënt met een bloeding ten tijde van apixaban gebruik Het tijdelijk stoppen van apixaban rondom een operatieve ingreep
Onderwerp Bloedingen tijdens apixaban (Eliquis ) gebruik Operatieve ingrepen tijden apixaban (Eliquis ) gebruik Auteurs Dr. N.R. Bijsterveld, Cardioloog Dr. M. Ten Wolde, Internist-Vasculair Geneeskundige
Nadere informatieRTA Antistolling 2017
RTA Antistolling 2017 Highlights Veldhoven, 5 oktober 2017 Uitgangspunten Verschillende modaliteiten antistolling Vitamine K antagonisten thrombosediensten Thrombocytenaggregatieremmers (TAR), LMWH s en
Nadere informatieRegionaal document Non- VKA Orale Anticoagulantia (NOAC) Update: nov 2015
Regionaal document Non- VKA Orale Anticoagulantia (NOAC) Update: nov 2015 Regionaal protocol NOAC versie nov 2015 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 INLEIDING EN DOEL...3 2 ALGEMEEN...4 3 INDICATIESTELLING NOAC...5
Nadere informatieStolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie
Stolling en antistolling Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Inhoud Antistolling peri-operatief onderbreken continueren Risico op trombose Arterieel Veneus Risico op bloeding: Peri-operatief Nabloeding
Nadere informatieNOAC s: Antistolling bij atriumfibrilleren
NOAC s: Antistolling bij atriumfibrilleren Uitgangspunten Handige websites NHG standaard Atriumfibrilleren M79 European Society of Cardiology Atrial Fibrillation (ESC) Leidraad begeleide introductie NOAC
Nadere informatieInformatie voor de voorschrijver van Xarelto (rivaroxaban)
Informatie voor de voorschrijver van Xarelto (rivaroxaban) De risico minimalisatie materialen voor Xarelto zijn beoordeeld door het College ter beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Deze materialen beschrijven
Nadere informatieBoekje over de nieuwe orale anticoagulantia. Wat u moet weten voor het veilig gebruik ervan
Boekje over de nieuwe orale anticoagulantia Wat u moet weten voor het veilig gebruik ervan GEGEVENS PATIËNT Naam Adres Tel HUISARTS Naam Adres Tel SPECIALIST Naam Ziekenhuis Tel ANTISTOLLINGSMEDICATIE
Nadere informatieWat is nieuw in Antistollingswereld?
Wat is nieuw in Antistollingswereld? Peter Verhamme Bloedings- en vaatziekten UZ Leuven NOACs/DOACs - Antistolling bij VKF: Waarom we NOACs verkiezen! - Peri-operatief beleid 1 Nieuwe orale anticoagulantia
Nadere informatieAntitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)
Antitrombotica Nederlands Vasculair Forum 2017 Melvin Lafeber AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie) DISCLOSURES AIOS Interne Geneeskunde Consulent BENU apotheken Nederland Redactiecommissie
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Apothekersdeel Versie mei 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en Amsterdamse
Nadere informatieDr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier
De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan
Nadere informatieStolling en antistolling. Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen
Stolling en antistolling Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen Wat gaan we doen? Wat willen jullie? Achtergrond Antistollingsmedicatie Achtergrond
Nadere informatiePerioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting
1 2 Perioperatief antistollingsbeleid UMCG Samenvatting Patiënten ingesteld op antistollingsmiddelen hebben bij continuatie van de antistolling een verhoogde kans op bloedverlies en bij het staken van
Nadere informatieZorgpad Atriumfibrilleren (AF)
Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines
Nadere informatieRISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN
RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN 2 3 RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Huisartsendeel Versie mei 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en Amsterdamse
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Trombosedienstendeel Versie mei 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en
Nadere informatieXARELTO (RIVAROXABAN) 2,5 MG - 15 MG - 20 MG FILMOMHULDE TABLETTEN INFORMATIE VOOR DE VOORSCHRIJVER
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Xarelto 2,5 mg; 15 mg en 20 mg. Het verplicht plan voor risicobeperking in België
Nadere informatieRISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN
RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN ETEXILAAT OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN 2 AANBEVELINGEN VOOR VOORSCHRIJVERS VAN DABIGATRAN AANBEVELINGEN VOOR VOORSCHRIJVERS
Nadere informatieAtriumfibrilleren & NOAC s. Dionne van Kessel
Atriumfibrilleren & NOAC s Dionne van Kessel S Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Tandartsendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Specialisten Ouderengeneeskundedeel Versie mei 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard,
Nadere informatieChecklist 1 e aflevering Eliquis
Checklist 1 e aflevering Eliquis 1. Juiste product 5. Bevorderen therapietrouw 2. Indicaties en dosering 6. Controleer interacties 3. Werkingsmechanisme 4. Leg belang therapietrouw uit 7. Geef patiëntenmateriaal
Nadere informatieRichtlijn Neuraxisblokkade en Antistolling Inclusief: perifere zenuw en interventionele pijntechnieken
Richtlijn Neuraxisblokkade en Antistolling Inclusief: perifere zenuw en interventionele pijntechnieken INITIATIEF Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) IN SAMENWERKING MET Nederlandse Internisten
Nadere informatieDOACs, vanuit klinisch perspectief. Karina Meijer Afdeling Hematologie, UMCG 10 e DHC 2016
DOACs, vanuit klinisch perspectief Karina Meijer Afdeling Hematologie, UMCG 10 e DHC 2016 Financiële disclosures Lokale PI voor Einstein (rivaroxaban), Resonate (dabigatran), Hokusai (edoxaban) en Reverse
Nadere informatieAntistolling. in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek. Inhoud In de media. Voorschrijfgedrag
Antistolling in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek Fiona Liem, poliklinisch apotheker i.o.s. Albert Schweitzer ziekenhuis f.f.e.liem@asz.nl Inhoud In de media Voorschrijfgedrag Problemen
Nadere informatieVernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason
Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren Joep Hufman, Medical Scientific Liason Agenda/ Content Atrium fibrilleren & Stollingscascade Heden Toekomst Discussie Atrium fibrilleren en Stollingscascade
Nadere informatieBF: Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA) Apothekers en Trombosedienst SKB Winterswijk
Inhoud: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens Trombosedienst 2.1 Gegevens Trombosedienst 2.2 Medisch leider Trombosedienst 2.3 Voor welke vragen neemt u contact op met wie? 2.4 Lijst van afkortingen 3. Behandeling
Nadere informatieDoelstelling van deze informatiebijeenkomst
Doelstelling van deze informatiebijeenkomst De antistollingsbehandeling van bewoners van zorginstellingen optimaliseren. Door inzet van Nabij Patiënt Testen (NPT) Met een goede samenwerking tussen medewerkers
Nadere informatieRisico minimalisatie materiaal betreffende Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver
Risico minimalisatie materiaal betreffende Eliquis (apixaban) Gids voor de voorschrijver Dit materiaal dient u te gebruiken bij patiënten die Eliquis voorgeschreven krijgen. Zoals bij andere antistollingsmiddelen
Nadere informatieProtocol bij behandeling met non-vitamine K antagonisten orale anticoagulantia (NOAC s)
Protocol bij behandeling met non-vitamine K antagonisten orale anticoagulantia (NOAC s) Opgesteld door: M.P.A. Brekelmans, M. Coppens, S. Middeldorp Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum,
Nadere informatieAANBEVELINGEN VOOR VOORSCHRIJVERS VAN PRADAXA (dabigatran etexilaat) OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN
AANBEVELINGEN VOOR VOORSCHRIJVERS VAN PRADAXA (dabigatran etexilaat) OM HET RISICO OP BLOEDINGEN TE VERKLEINEN 2 3 AANBEVELINGEN VOOR VOORSCHRIJVERS VAN PRADAXA (dabigatran etexilaat) OM HET RISICO OP
Nadere informatieDr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier
De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan
Nadere informatieMEDISCH PROTOCOL Peri-operatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners
JESSA ZIEKENHUIS MEDISCH PROTOCOL 09.01.01.19.01 Peri-operatief beleid van patiënten behandeld met bloedverdunners Datum opmaak: 01/12/2010 Datum laatste herziening: 15/10/2014 Pagina s protocol: 16 Pagina
Nadere informatieRichtlijn Neuraxisblokkade en Antistolling Inclusief: perifere zenuw en interventionele pijntechnieken
Richtlijn Neuraxisblokkade en Antistolling Inclusief: perifere zenuw en interventionele pijntechnieken INITIATIEF Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) IN SAMENWERKING MET Nederlandse Internisten
Nadere informatieGebruik van nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s)
Gebruik van nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) Dabigatran, rivaroxaban en apixaban Inleiding Indicatie Indicatie Absolute contra-indicatie Relatieve contra-indicatie Interacties Kenmerken van de middelen
Nadere informatieKLINISCH CHEMISCH EN HEMATOLOGISCH LABORATORIUM
Inhoud: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens Trombosedienst 2.1 Gegevens Trombosedienst 2.2 Medisch leider Trombosedienst 2.3 Voor welke vragen neemt u contact op met wie? 2.4 Lijst met afkortingen 3. Behandeling
Nadere informatiePerioperatief beleid voor patiënten behandeld met vitamine K antagonisten
Perioperatief beleid voor patiënten behandeld met vitamine K antagonisten Algemene principes: De voorgeschreven werkwijze is afhankelijk van 3 factoren: 1. Het bloedingsrisico gepaard met de ingreep. Dit
Nadere informatieAntistolling (NOAC) bij atriumfibrilleren
Antistolling (NOAC) bij atriumfibrilleren Ziekenhuis Gelderse Vallei Inhoud Inleiding 3 Voordelen 4 Nadelen 4 Bijwerkingen 5 Tips en adviezen 6 NOAC polikliniek 6 Voorbereiding thuis 6 Controle 7 Telefonisch
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Patiëntendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en Amsterdamse
Nadere informatieMini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants
Mini symposium VHL 18 juni 2013 An Stroobants Programma Introductie: An Stroobants Evaluatie van screeningstests Rol van PT en in screening op NOAC gebruik: Harry de Wit Evaluatie van specifieke tests
Nadere informatie