Winkeldochters en kostbare kleinoden. Een onderzoek naar unieke opleidingen in de bve-sector

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Winkeldochters en kostbare kleinoden. Een onderzoek naar unieke opleidingen in de bve-sector"

Transcriptie

1 Winkeldochters en kostbare kleinoden Een onderzoek naar unieke opleidingen in de bve-sector April 2003

2 Den Haag, april 2003 Auteurs: P. Smets, R. Baarda Dit onderzoek is uitgevoerd door smets+ hover+ in opdracht van COLO te Zoetermeer. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties Raamweg HL DEN HAAG T: F: E: bureau@smetshover.nl W : 2 Winkeldochters en kostbare kleinoden

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING UITGANGSSITUATIE DOEL VAN HET ONDERZOEK OFFERTEVERZOEK WERKWIJZE LEESWIJZER UNIEKE OPLEIDINGEN INLEIDING DEFINITIE KWANTITATIEVE BENADERING Het aanbod van kwalificaties Het gebruik van licenties De rol van de arbeidsmarkt Meer dan de helft niet in gebruik WAAROM KLEINE OPLEIDINGEN Tijdelijk niet in gebruik Nicheopleidingen (Internationale) wettelijke regels Einde levenscyclus Branche wil kwalificatie handhaven Andere redenen HOE KLEINE OPLEIDINGEN HANDHAVEN? Samenvoegen opleidingen Individualiseren Aanbieden BBL-route Samenwerken tussen partijen Zelf uitvoeren Post-initieel verzorgen Diverse mogelijkheden TOEKOMST UNIEKE KWALIFICATIES Huidige aanpak regulering (unieke) kwalificaties Overlap weghalen Clusteren binnen eigen kenniscentrum en met anderen Inhoud als uitgangspunt voor clustering Handhaven via diplomaprofilering Instellen eigen overlegstructuur Wel beroep handhaven maar geen WEB kwalificatie ontwerpen Tempoverschil Het ontwikkelen van criteria voor voortbestaan van unieke opleidingen SCENARIO S WEB uitvoeren Aparte status voor unieke opleidingen Kwantitatieve normen Samenwerken op basis van eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden Scenario s gewogen SAMENVATTING INLEIDING LIJST VAN UNIEKE OPLEIDINGEN KENNISCENTRA EN UNIEKE OPLEIDINGEN TOEKOMSTSCENARIO S BIJLAGEN AFKORTINGEN LIJST VAN DEELGENOMEN KENNISCENTRA smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 3

4 4.2.1 Informatieronde Werkbijeenkomst OVERZICHT LOPENDE KWALIFICATIES ZONDER DEELNEMERS LOPENDE KWALIFICATIES MET LANDELIJK MINDER DAN 50 DEELNEMERS MATE VAN SPECIFICITEIT VAN BEROEPSOPLEIDINGEN Winkeldochters en kostbare kleinoden

5 1. INLEIDING 1.1 Uitgangssituatie Het streven naar nieuwe brede kwalificaties zal de komende jaren een belangrijke plaats krijgen op de beleidsagenda. Het systeem van een één op één relatie van kwalificaties en opleidingen en een daarbij behorend bekostigingssysteem zal waarschijnlijk worden losgelaten, en zich meer gaan ontwikkelen in de richting van een grotere flexibilisering in de vertaalslag tussen de vraag naar personeel op de arbeidsmarkt en de uiteindelijke inrichting van het opleidingsaanbod op scholen. De discussie over verbreding loopt al een paar jaar en heeft in 2002 een versnelling gekregen door het verschijnen van de COLO beleidsvisie Samen werken aan leren. Naast de beoogde verbreding is hierin aangegeven dat er ruimte moet blijven voor smalle(re) beroepsprofielen. De veronderstelling daarbij is dat ROC s om bedrijfseconomische redenen minder rendabele opleidingen uit het opleidingsaanbod zouden kunnen beëindigen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voelt veel voor een aanpak waarbij een deel van het macrobudget wordt aangewend voor de instandhouding van unieke opleidingen. De Bve raad heeft inmiddels een procedure ontwikkeld die gevolgd kan worden hoe met een mogelijke sluiting van een bedreigde opleiding kan worden omgegaan. De gevolgen van de plannen voor bredere kwalificatieprofielen zijn op dit moment nog niet geheel te overzien. Wel is duidelijk dat voor kleinere opleidingen, en dan diegene op een beperkt aantal locaties wordt aangeboden, er een risico bestaat dat zij uit het opleidingsaanbod zullen verdwijnen. De toekomst van de unieke bedreigde opleidingen dient daarom te sporen met de herijking van de kwalificatiestructuur. Het kenniscentrum SVGB in het bijzonder pleit voor een zorgvuldige en transparante aanpak. Overigens dient opgemerkt te worden dat sommige opleidingen reeds voor de mogelijke invoering van een nieuwe kwalificatiestructuur in een bedreigde situatie verkeren. Nu een mogelijke verbreding aan de orde is komen deze opleidingen extra onder druk. 1.2 Doel van het onderzoek Het bovenstaande is aanleiding voor het COLO om in samenwerking met het SVGB een onderzoek te laten uitvoeren naar de problematiek van de unieke bedreigde opleidingen. Het doel van het te voeren onderzoek is tweeledig. Ten eerste gaat het om een inventarisatie van unieke bedreigde opleidingen. Ten tweede gaat het om een uitwerking van oplossingsmogelijkheden of scenario s om unieke bedreigde opleidingen voor de Nederlandse arbeidsmarkt te behouden. Daarbij is het van belang te weten welke opvattingen kenniscentra hebben over het voortbestaan van unieke opleidingen. 1.3 Offerteverzoek Op 11 september 2002 doet het COLO, de vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, een schriftelijk verzoek voor het uitbrengen van een offerte voor het verrichten van een onderzoek over de unieke bedreigde opleidingen onder de 21 kenniscentra beroepsonderwijs en bedrijfsleven. In november 2002 is de offerte goedgekeurd en in december zijn de feitelijke werkzaamheden voor het onderzoek gestart. De afronding van het onderzoek heeft in maart 2003 plaatsgevonden. 1.4 Werkwijze Het onderzoek is langs de volgende stappen uitgevoerd: Allereerst is onderzocht in welke mate unieke opleidingen voorkomen in het middelbaar beroepsonderwijs. Met behulp van kwantitatieve analyses is dit in kaart gebracht; Aan de hand van de algemene onderzoeksvragen en de eerste bevindingen is een vragenlijst opgesteld ten behoeve van de informatievergaring bij de kenniscentra; Verzamelen van informatie en opvattingen onder de 21 kenniscentra door interviews en een schriftelijke enquête; smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 1

6 Presenteren en bespreken van de uitkomst met de kenniscentra tijdens een werkbijeenkomst op 20 februari 2003; Het vastleggen van de bevindingen in een slotnotitie. 1.5 Leeswijzer Allereerst wordt nader ingegaan op de definitie van een unieke bedreigde opleiding. Vervolgens wordt op kwantitatieve wijze geïllustreerd hoeveel en welke unieke opleidingen er zijn. Daarna wordt beschreven waarom er unieke en kleine opleidingen zijn en welke manieren er reeds zijn ontwikkeld om deze opleidingen te laten continueren. Vervolgens is een aantal scenario s besproken waarlangs in de toekomst het aanbod van unieke opleidingen gereguleerd zou kunnen worden. Tot slot is in de bijlage een aantal kwantitatieve overzichten gegeven. 2 Winkeldochters en kostbare kleinoden

7 2. UNIEKE OPLEIDINGEN 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk start met een toelichting van de gebruikte definitie. Vervolgens gaat een kwantitatief deel over de aanwezigheid en omvang van unieke opleidingen. Aansluitend wordt ingegaan op het fenomeen unieke opleidingen en de huidige strategieën om kleine opleidingen in de lucht te houden. Vervolgens wordt geanalyseerd hoe in de toekomst met unieke opleidingen omgegaan kan worden en welke scenario s mogelijk en wenselijk zijn. 2.2 Definitie Een unieke, bedreigde opleiding is in dit onderzoek beschouwd als een kleine maar maatschappelijk relevante opleiding. Het onderzoek startte door als werkdefinitie te hanteren voor een unieke, bedreigde opleiding: een opleiding met een klein aantal deelnemers dat op een klein aantal locaties in Nederland wordt verzorgd. Deze werkdefinitie en de daaruit voortvloeiende overzichten zijn tevens gebruikt als uitgangspunt om de thematiek van de unieke opleidingen bij de kenniscentra aan te kaarten. Het feit dat een opleiding klein is, zegt nog weinig over het unieke karakter en de vraag of een opleiding om wat voor reden dan ook moet blijven bestaan. De belangrijkste redenen om een opleiding te continueren liggen in de (maatschappelijke) vraag van deelnemers en afnemers. Bij de eerste overzichten en analyses is de werkdefinitie van unieke bedreigde opleidingen geoperationaliseerd met opleidingen die daadwerkelijk op vijf of minder plaatsen worden verzorgd met gemiddeld minder dan vijftig deelnemers. Naarmate het onderzoek vorderde bleek dat deze definitie niet geheel bruikbaar was omdat er ook opleidingen waren die op meer dan vijf plaatsen worden verzorgd, maar met een zeer beperkt aantal deelnemers. Dat opleidingen een klein aantal deelnemers hebben, maakt ze voor kenniscentra nog niet bedreigd. In sommige gevallen zijn er goede bestaansgronden voor kleine opleidingen. We komen daar in paragraaf 2.4 nog op terug. 2.3 Kwantitatieve benadering De eerste onderzoeksvraag betreft de omvang van het aantal unieke bedreigde opleidingen. Een aantal elementen om daar zicht op te krijgen speelt een rol: Het aanbod van kwalificaties in het beroepsonderwijs lijkt veel op een boekhouding. Er starten steeds nieuwe kwalificaties en andere kwalificaties worden beëindigd. In het schooljaar waren er inclusief het agrarisch onderwijs ongeveer 700 lopende kwalificaties en ongeveer 175 aflopend. Door de wisselingen is het lastig om duurzaam meerjarige analyses te maken. In de vervolganalyses zijn de aflopende kwalificaties buiten beschouwing gelaten. Het ligt immers voor de hand te veronderstellen dat hier kwalificaties worden aangeboden met een aflopend aantal deelnemers. Na de eerste analyses werd duidelijk dat er veel kwalificaties bij opleidingsinstellingen feitelijk niet verzorgd worden. Ook blijkt dat sommige opleidingen met weinig deelnemers op meer dan 5 plaatsen worden verzorgd. Daarom is in een vervolgstap het analysekader verbreed door alle kwalificaties met landelijk minder dan 50 daadwerkelijk ingeschreven deelnemers in het onderzoek te betrekken. Bij de tellingen die het ministerie van OCenW hanteert worden de zogeheten artikel f opleidingen wel erkend op basis van de WEB en daarmee betrokken bij de kwalificatiestructuur. Dit betreft vaak kortere opleidingen van minstens 15 weken die echter niet bekostigbaar zijn. Sommige kenniscentra zoals de SVGB en VTL (Vakopleiding Transport en Logistiek) hebben relatief veel van dergelijke opleidingen. Deze kwalificaties worden in veel gevallen wel meegeteld in overzichten over de kwalificatiestructuur. Voor het SVGB hebben deze f-kwalificaties vooral een communicatieve functie voor de betrokken branches. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 3

8 Elke beroepsopleiding heeft te maken met een levenscyclus waarin op drie momenten er sprake kan zijn van een bedreiging. Bij de start van een opleiding is de omvang altijd klein. In deze fase is de opleiding een kasplant die een kans moet krijgen om zijn bestaansrecht in een aantal jaren te bewijzen. Gedurende de looptijd van een opleiding kan één of meerdere keren sprake zijn van een conjuncturele recessie, waardoor de vraag van deelnemers en afnemers tijdelijk minder is. Op het eind van de levenscyclus is de opleiding ook klein en zal ze ophouden te bestaan als de maatschappelijke vraag opdroogt. Dit laat onverlet dat er ook opleidingen zijn die min of meer permanent klein zijn. Op deze zogeheten niche opleidingen zal in paragraaf worden teruggekomen. Een deelnemer is iemand die in één van de leerjaren van een beroepsopleiding is ingeschreven ongeacht of het om een beroepsopleidende (BOL, voltijd of deeltijd) of beroepsbegeleidende (BBL) leerweg gaat. Op basis van deze voorbehouden zijn onderstaande overzichten samengesteld Het aanbod van kwalificaties 1 De 21 kenniscentra bieden bij elkaar ongeveer 700 lopende kwalificaties aan. 119 kwalificaties blijken geen deelnemers te hebben (=17% van het totaal). Een deel van deze kwalificaties, 37 in totaal, behoren tot de zogeheten artikel f opleidingen. Deze kwalificaties hebben geen bekostigde leerlingen. 2 Daarnaast zijn er 216 kwalificaties die landelijk minder dan 50 deelnemers hebben (31% van het totaal). 3 Het aantal uitvoeringslokaties per kwalificatie varieert van 1 tot 18. (Een voorbeeld van de laatste: de kwalificatie productiemedewerker plaatwerker heeft landelijk 33 deelnemers die bij 18 ROC s de opleiding volgen.). De overige kwalificaties, 355 in totaal (52%), hebben landelijk 50 of meer deelnemers. Grafisch ziet de verdeling er dan als volgt uit: Figuur 1 Omvang van de kwalificaties 17% leeg 52% 31% klein overig 1 Het overzicht van kwalificaties en licenties en de vulling met deelnemers daarvan is een complexe materie. De heren T. van Essen en H. Denies (beiden van het ministerie van OCenW) en de heer J. Guerand (ministerie van LNV) hebben veel bijgedragen om een goed overzicht te schetsen. 2 Dat kan wel betekenen dat deze kwalificaties wel deelnemers bevatten maar daar heeft het ministerie van OCenW geen zicht op. 3 Methodologisch was het alleen mogelijk om het overzicht van lopende kwalificaties van schooljaar te maken. De deelnemersaantallen hebben betrekking op schooljaar Dat kan met name bij beginnende kwalificaties tot enige vertekening leiden. Bekend is dat de laatste jaren kenniscentra iets terughoudender zijn geweest in het aanvragen van nieuwe kwalificaties. 4 Winkeldochters en kostbare kleinoden

9 2.3.2 Het gebruik van licenties Een ROC, vakschool of AOC heeft een licentie per kwalificatie nodig om een opleiding te mogen geven. De WEB gaat er van uit dat wanneer een onderwijsinstelling een licentie heeft deze ook daadwerkelijk wordt aangeboden. Hoeveel licenties zijn er en hoeveel deelnemers herbergen deze licenties? In totaal zijn er licenties in gebruik voor lopende kwalificaties. Ruim 1300 keer (ofwel 8%) betreft het licenties die op geen enkele opleidingslokatie geen enkele ingeschreven deelnemer hebben. (Voorbeeld: de kwalificatie montage-assistent koudetechniek (MASK) heeft landelijk geen deelnemers, terwijl 27 ROC s hiervoor een licentie hebben). Dit aantal is inclusief de zogeheten art f (van de WEB) kwalificaties licenties (ofwel 52%) zijn niet in gebruik, maar van die kwalificaties heeft ten minste één ROC, vakschool of AOC, wel minstens één deelnemer ingeschreven. (Voorbeeld: de kwalificatie kaderfunctionaris betontimmerbedrijven heeft op één ROC daadwerkelijk 16 deelnemers ingeschreven, terwijl er daarnaast nog 26 ROC s deze opleiding wel in licentie hebben maar er geen deelnemers in hebben ingeschreven). Daarnaast zijn er 6438 licenties wel in gebruik met minimaal één deelnemer per onderwijsinstelling (ofwel 40%). Figuur 2 Gebruik van licenties door ROC s, vakscholen en AOC s 8% 40% leeg geen gebruik in gebruik 52% Uit deze figuur blijkt dat 60% van de licenties bij de opleidingsinstellingen niet in gebruik is. In een kwantitatieve bijlage wordt nog nader ingegaan op kwalificaties met een beperkte belangstelling De rol van de arbeidsmarkt Een argument dat gehanteerd kan worden bij het handhaven van unieke opleidingen is de specifieke rol die de kwalificatie heeft voor de arbeidsmarkt. Ontwikkeling van de beroepen op de arbeidsmarkt Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt kunnen aanwijzingen opleveren voor de behoefte van afgestudeerden van een bepaalde kwalificatie. Het beschikbare materiaal, met name afkomstig van de Rubs onderzoeken en die bewerkt worden voor het ROA (Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt), zijn echter onvoldoende gedetailleerd om op kwalificatieniveau uitspraken te doen over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Hoewel meerjarige analyses wel duidelijk trends laten zien waaruit blijkt dat bijvoorbeeld agrarische en industriële beroepen in relatieve, maar ook grotendeels in absolute zin dalen, zijn deze overzichten te globaal om op basis hiervan uitspraken te doen. Specificiteit van een kwalificatie Een opleiding kan uniek zijn, omdat alleen met deze opleiding en op geen enkele andere manier toeleiding tot het beroep mogelijk is. Bijvoorbeeld arts of onderwijzer. De meeste beroepen zijn op die manier niet uniek. Ongeveer 50-80% van de beroepen zijn ook met een andere opleiding toegankelijk. Daar staat tegenover dat een bepaalde opleiding ook toegang biedt tot andere be- smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 5

10 roepen dan waarvoor wordt opgeleid. Men spreekt in dit verband van substitueerbaarheid of specificiteit. Tijdens het onderzoek is ook gesuggereerd het begrip onomkeerbaarheid te gebruiken om aan te geven dat men alleen toelaatbaar is tot een beroepsgroep met één unieke kwalificatie. Omdat reeds in eerder uitgevoerd arbeidsmarktonderzoek specificiteit voor dit fenomeen wordt gebruikt is dit begrip in dit onderzoek verder ook gehanteerd. De specificiteit kan een signaal zijn voor de mate waarin een kwalificatie uniek is voor het bijbehorende beroep waarvoor wordt opgeleid. De mate van specificiteit is voor het mbo met name uitgewerkt door het ROA. In de schoolverlatersonderzoeken is onderzocht in welke mate de huidige functie kan worden vervuld met de eigen opleidingsrichting. Helaas is voor dit onderzoek naar unieke opleidingen deze bron niet geheel bruikbaar om de volgende redenen: Het ROA clustert om statistische redenen kwalificaties die aan elkaar verwant zijn. Hierdoor verdwijnt juist het zicht op unieke opleidingen. Sommige opleidingen kennen een zodanige beperkte respons dat zij buiten het onderzoek worden gehouden. Dit gebeurt als het aantal respondenten in twee peiljaren gezamenlijk lager is dan 10. Juist bij kleine kwalificaties treedt dit fenomeen op. Verder is het ROA onderzoek onder schoolverlaters in het mbo niet volledig dekkend. Het hangt af van de bereidheid van ROC s, vakscholen en AOC s om deel te nemen aan het onderzoek. Ook hierdoor kunnen kleinere kwalificaties buiten het onderzoek blijven. Bij grotere kwalificaties speelt dit minder. Niettemin kan de wijze waarop een kwalificatie aansluit op het betrokken beroepsdomein aanwijzingen opleveren voor de specificiteit van een kwalificatie. In een bijlage is een overzicht gegeven van een aantal geclusterde opleidingen, waarvan wel uitkomsten gepresenteerd konden worden. Uit onderzoek is bekend dat zorgende beroepen vooral door wettelijke voorschriften de hoogste specificiteit hebben en economische de laagste. Technische beroepen nemen over het algemeen een tussenpositie in, maar daarbinnen is een grote variëteit. (Zie o.a. ROA, via ). In een bijlage van dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van de specificiteit van opleidingen waarvan gegevens beschikbaar zijn. Nogmaals, doordat het landelijk beschikbare onderzoek over de arbeidsmarktinstroom gegevens niet op kwalificatieniveau maar op een globaler niveau plaatsvindt is hiermee onvoldoende ondersteuning te geven voor uitspraken over de mate waarin unieke opleidingen opleiden voor een specifiek segment op de arbeidsmarkt Meer dan de helft niet in gebruik De helft van de kwalificaties en meer dan de helft van de licenties is niet in gebruik. Dat duidt op een geringe vraag van deelnemers naar die opleidingen. Of afnemers behoefte hebben aan unieke opleidingen is niet goed af te leiden, omdat de specificiteit of substitueerbaarheid van unieke opleidingen onbekend is. In het algemeen zijn opleidingen echter niet specifiek. 2.4 Waarom kleine opleidingen Voor het onderzoek is het van belang zicht te krijgen op de vraag waarom er kleine opleidingen zijn. De verkenning bij de kenniscentra resulteerde in een aantal verschillende motieven die hieronder worden toegelicht Tijdelijk niet in gebruik Sommige opleidingen zijn klein omdat er tijdelijk geen vraag naar is. Dat kan omdat kwalificaties met conjuncturele schommelingen te maken hebben Nicheopleidingen Er zijn opleidingen die een stabiele maar beperkte maatschappelijke vraag hebben. Voorbeelden daarvan zijn gevonden in de textielindustrie, motorrevisie, en bij nutsstroommedewerkers. Het opleidingsaanbod concentreert zich dan in de regio s waar deze specifieke arbeidsmarkt aanwezig is. Daarnaast zijn er voorbeelden gevonden waar de maatschappelijke vraag zodanig is dat 6 Winkeldochters en kostbare kleinoden

11 het aanbod van opleidingen op één plaats is geconcentreerd. Diverse opleidingen in de gezondheidstechniek zijn op een dergelijke wijze georganiseerd (Internationale) wettelijke regels Er zijn wettelijke regels, soms internationaal, die eisen stellen aan opleidingen. Deze regels kunnen betrekking hebben op gezondheidszorg (nauwkeurig omschreven handelingen), vliegtuigindustrie (dat is gebaseerd op internationale afspraken over veiligheid) of de nautische sector (dat ook gebaseerd is op internationale afspraken). In de electriciteitssector speelt de veiligheidswetgeving die nageleefd moet worden Einde levenscyclus Sommige kwalificaties zijn aan het eind van de levenscyclus, omdat het bijbehorende beroep nagenoeg verdwenen is. Het gaat daarbij om opleidingen in de techniek, zoals bijvoorbeeld gieterij medewerkers. In de drukkerijbranche gaat het om recent verdwenen beroepen als loodzetter of boekbinder Branche wil kwalificatie handhaven In andere gevallen wil de branche een lege kwalificatie handhaven. Dit gebeurt omdat sociale partners in de desbetreffende branche dat wensen. Het bekendste voorbeeld dat in het onderzoek is aangetroffen is de smid. De branche wil dit beroep graag handhaven terwijl er niet meer voor wordt opgeleid Andere redenen De manier waarop de Wet Educatie en Beroepsonderwijs tot stand is gekomen heeft geleid tot het totstandkomen van de kwalificatie praktijkopleider die bij veel kenniscentra bestaat. Door de invoering van de WEB werd deze aanvankelijk korte cursus uitgebouwd tot een meerjarig opleidingstraject dat voor de doelgroep, de praktijkopleiders, vaak te lang en te intensief werd, waardoor de belangstelling terugliep. Kenniscentra kunnen besluiten deze kwalificatie gezamenlijk uit te voeren. Anderzijds leven ook ideeën om deze opleiding weer de oorspronkelijke doelstelling terug te geven en weer als korte cursus, maar buiten de WEB, aan te bieden. Sommige kwalificaties verdwijnen omdat de bijbehorende branche niet krachtig genoeg is om een beroepscompetentieprofiel op te stellen. Een voorbeeld is de behoudsmedewerker archief en papier. Dit benadrukt nog eens het vraagstuk hoe een kenniscentrum omgaat met kleine branches, die soms problemen hebben een beroepscompetentieprofiel op te stellen. 2.5 Hoe kleine opleidingen handhaven? Het blijkt dat kennis- en opleidingscentra inmiddels verschillende strategieën en activiteiten hebben ontwikkeld om kleinere kwalificaties te laten voortbestaan Samenvoegen opleidingen Opleidingscentra bieden bepaalde kwalificaties met een beperkt aantal deelnemers in gezamenlijkheid aan. Voor een deel is dat begrijpelijk omdat sommige kwalificaties veel verwantschap hebben met elkaar en kwalificaties soms zijn opgebouwd uit deelkwalificaties die bij een of meer andere kwalificaties hetzelfde zijn. Een variant daarop is dat algemene vakken in gezamenlijkheid worden aangeboden, en alleen de specifieke beroepsgerichte kwalificaties in aparte groepen worden gegeven Individualiseren Het individualiseren van het onderwijs wordt zowel door kenniscentra als door het uitvoerend beroepsonderwijs als een mogelijkheid gezien om kleine opleidingen in stand te houden. Daarbij wordt vaak aangesloten bij moderne ideeën over onderwijs zoals probleemgestuurd onderwijs, die het mogelijk maken dat deelnemers individueel bepaalde onderwijsprogramma s kunnen volgen. Hoewel deze optie aantrekkelijk lijkt moet bedacht worden dat dergelijke onderwijsprogramma s hoge eisen stellen aan de taalvaardigheid van deelnemers. Door abstracte taal- smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 7

12 formuleringen van de schriftelijke instructie dreigen bij cognitief minder sterke deelnemers motivatieverlies en uitval Aanbieden BBL-route Een andere veel gekozen manier is het verzorgen van kleine opleidingen door alleen de BBLroute aan te bieden. Dit heeft twee kanten. Aan de ene kant leren deelnemers vaardigheden van unieke opleidingen soms juist in de praktijk, waardoor de BBL-route aantrekkelijk is. Ook kunnen deelnemers hierdoor werkzaam zijn in een bedrijf dat dicht in de buurt is, waardoor er slechts één dag per week gereisd hoeft te worden naar de onderwijsinstelling. Aan de andere kant kan het voor onderwijsinstellingen bedrijfseconomisch van belang zijn om deelnemers een onderwijsroute te laten volgen die een lagere onderwijsinvestering vraagt. Er zijn in de praktijk creatieve vormen van onderwijsuitvoering ontstaan. Voorbeelden daarvan zijn dat BBL-docenten en praktijkbegeleiders op de werkplek onderwijs en begeleiding verzorgen, waardoor deelnemers niet zelf hoeven te reizen naar de opleidingslokatie. Voorbeelden hiervan zijn o.a. aangetroffen in de textielbranche Samenwerken tussen partijen In sommige gevallen worden opleidingen mede gefinancierd door branches, die belang hechten aan het voortbestaan van een bepaalde opleiding Zelf uitvoeren Een andere optie is om een unieke opleiding door het Kenniscentrum zelf uit te laten voeren. De branche waarvoor wordt opgeleid is dan verzekerd dat kwalificaties ook in de toekomst aangeboden kunnen blijven. Het bekendste voorbeeld, is de onderbrenging van de opleidingen schoentechniek, lederwaren en orthopedie bij het kenniscentrum SVGB Post-initieel verzorgen In sommige gevallen wordt er voor gekozen een gedeelte van de opleidingen in het post-initieel traject aan te bieden. Dat gebeurt o.a.bij opleidingen in de horeca. De beslissing hiervoor wordt mede ingegeven door de mate waarin opleidingen al of niet behoren tot het initieel traject, de omvang van het programma en het deelnemersaanbod. Deze postinitiële trajecten worden dan in de vorm van contractonderwijs aangeboden, soms door het kenniscentrum zelf of soms door andere. Een ander voorbeeld hiervan is de functie van bedrijfsleider in een garage, een functie die men pas verwerft nadat een groot aantal andere functies zijn doorlopen. Het opleidingstraject voor bedrijfsleider lijkt dan minder goed in het initiële traject te passen Diverse mogelijkheden Uit deze opsomming blijkt dat er in de praktijk reeds diverse creatieve oplossingen zijn gevonden om kleine unieke opleidingen te laten voortbestaan. De mogelijkheden van kenniscentra om kleinere opleidingen te continueren krijgt mede vorm door verschillende oplossingsstrategieën naast elkaar te gebruiken. 2.6 Toekomst unieke kwalificaties Huidige aanpak regulering (unieke) kwalificaties Kenniscentra streven op dit moment naar de totstandkoming van de beroepscompetentieprofielen en de daarvan afgeleide kwalificatieprofielen. In het pad daar naar toe worden activiteiten ondernomen waarmee het aanbod van kleine, unieke opleidingen kan worden gereguleerd. In het onderzoek en tijdens de werkbijeenkomst zijn diverse soorten oplossingen genoemd. Hoewel het in dit onderzoekstraject met name gaat om de unieke opleidingen blijkt uit de manier waarop kenniscentra de herordening van de kwalificatiestructuur uitvoeren dat deze kleinere opleidingen over het algemeen in het gehele veranderingsproces worden meegenomen. Hieron- 4 Soms wordt tussen opleidingen samengewerkt. In het laboratoriumonderwijs wordt samengewerkt tussen het mbo en hbo door de dure laboratoriuminfrastructuur gezamenlijk aan te bieden. 8 Winkeldochters en kostbare kleinoden

13 der worden activiteiten beschreven die bijdragen tot de nieuwe kwalificatiestructuur en hoe unieke opleidingen daarin een plaats krijgen Overlap weghalen Overlap weghalen en het waar mogelijk clusteren van kwalificaties. Deze wijze van herordening komt veel voor. In veel gevallen betekent het dat ook kleine opleidingen hierin worden opgenomen. Een voorbeeld hiervan is het OSLO (Opleidingscentrum Schoenen, Lederwaren en Orthopedie)- project van het SVGB, waarbij 38 kwalificaties zijn gereduceerd tot Clusteren binnen eigen kenniscentrum en met anderen Kenniscentra clusteren vooral binnen de eigen organisatie, maar soms werken kenniscentra ook samen. Een voorbeeld van dat laatste is het VIPS-project (VEV, Intechnium, Vapro, SOM) waar vier kenniscentra gezamenlijk hun kwalificatiestructuur uitwerken. Een tussenvariant die ook voorkomt is dat een kenniscentrum eerst intern de eigen kwalificatiestructuur herordent en daarna in contact treedt met andere kenniscentra die verwante kwalificaties aanbieden Inhoud als uitgangspunt voor clustering In de samenwerking tussen de kenniscentra valt op dat samenwerking plaatsvindt op basis van overeenkomst van de inhoud van het werk. Sommige kenniscentra, zeker degenen waarin een beperkt aantal branches zijn verenigd, hebben een sterke focus op één bepaald aspect van economische activiteit (bv. de motor, de electrotechnische installatie, het horecabedrijf, de drukkerij) en beschouwen ondersteunende kwalificaties in administratie, receptie, logistiek en verkoop daarbij dan van minder groot belang voor de eigen branche en is men meer geneigd voor dit type kwalificaties samenwerking te zoeken met andere kenniscentra Handhaven via diplomaprofilering De nieuwe kwalificatiestructuur biedt mogelijkheden om kleine opleidingen te laten voortbestaan. Sommige kenniscentra verwachten dat de mogelijke diplomaprofilering een oplossing kan zijn om kleinere, unieke kwalificaties te laten voortbestaan. Deze kleinere kwalificaties worden dan in de vorm van diplomaprofielen gehandhaafd Instellen eigen overlegstructuur Soms kiezen kenniscentra een procedurele aanpak die kan voorzien in het behoud van kleinere opleidingen. Zo heeft Bouwradius een overlegstructuur voor de gespecialiseerde aannemerij, waarbij oplossingen worden gezocht om de opleidingen voor onder andere de kleinere beton- en dakdekkerberoepen in een beperkt aantal regio s te concentreren. De SVGB heeft voor een groot aantal kleinere kwalificaties een infrastructuur ontwikkeld om met een groot aantal branches tot goede afspraken te komen voor het aanbod van kwalificaties. Verder heeft ook het kenniscentrum SVS een aparte overlegstructuur voor kleine kwalificaties Wel beroep handhaven maar geen WEB kwalificatie ontwerpen Een oplossing voor het handhaven van kleine beroepen is een beroep wel op te nemen in de brancheberoepenstructuur maar er geen kwalificatie voor te ontwerpen. Dit kan een manier zijn om vanuit de argumentatie van behoud van cultureel erfgoed bepaalde beroepen te laten bestaan Tempoverschil Verder is het opvallend dat er een tempoverschil tussen kenniscentra valt waar te nemen in de omgang met kleinere kwalificaties. Daar waar het ene kenniscentrum regionale concentratie en BBL-varianten al enige tijd als beleidsinstrumentaria hanteert zijn dat voor andere kenniscentra nog maar recent gekozen oplossingen. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 9

14 2.6.9 Ontwikkeling criteria voor voortbestaan van unieke opleidingen In aanvulling op het bovenstaande kan overwogen worden te komen tot een aantal criteria die gebruikt zouden kunnen worden bij de bepaling of een unieke kwalificatie gehandhaafd zou moeten blijven. Werkwijzen die hierboven genoemd zijn zouden voor sommige kenniscentra bruikbaar kunnen zijn om het eigen aanbod van unieke opleidingen te reguleren. Verder kan bij de totstandkoming van de beroepscompetentieprofielen door kenniscentra worden nagegaan in hoeverre er sprake is van uniciteit, waarbij er geen overlap zou dienen te zijn met andere beroepscompetentieprofielen, zowel binnen het eigen kenniscentrum als daarbuiten. Tijdens de werkbijeenkomst waarin de bevindingen van het onderzoek werden gepresenteerd werd de suggestie geopperd om het voortbestaan van unieke opleidingen mede te koppelen aan de specificiteit van opleidingen. Zoals al eerder aangegeven lijkt dit op zich een werkbaar criterium, maar zal de operationalisering op problemen stuiten, omdat deze groep opleidingen juist een dermate kleine instroom in de arbeidsmarkt heeft dat uniforme metingen om op landelijk niveau uitspraken te doen lastig zal zijn. Verder wordt diverse malen gewezen op de mogelijkheid om te komen tot internationale oplossingen. Bij een aantal kenniscentra wordt deze mogelijkheid genoemd. 2.7 Scenario s Een vraag in het onderzoek is hoe in de toekomst het aanbod van kleine unieke opleidingen gereguleerd zou kunnen worden. Tijdens de werkbijeenkomst zijn aan de kenniscentra een aantal scenario s of denkrichtingen voorgelegd. Deze scenario s zijn ontwikkeld en gemaakt op basis van de uitkomsten en opvattingen die tijdens de informatieronde vooraf aan de werkbijeenkomst zijn geïnventariseerd. Deze scenario s zijn door de aanwezigen tijdens de werkbijeenkomst beoordeeld op voor- en nadelen en op mogelijke gevolgen voor betrokken partijen en de kwalificatiestructuur. Partijen zijn: Bedrijven Branches Kenniscentra Deelnemers ROC s/vakscholen/aoc s Overheid De deelnemers aan de werkbijeenkomst hebben de scenario s verder uitgewerkt. Hieronder is hun uitwerking daarvan weergegeven WEB uitvoeren Typering van dit scenario. De analyse van het aanbod van kwalificaties laat zien dat veel kwalificaties wel in licentie zijn bij onderwijsinstellingen, maar dat vaak wordt afgezien van het feitelijk gebruik van deze licenties. Door instellingen te verplichten licenties daadwerkelijk uit te voeren waar de WEB vanuit gaat, ontstaat een veel scherper zicht of de bestaanszekerheid van sommige opleidingen uitvoerbaar is. De deelnemers aan de werkbijeenkomst zien de volgende voor- en nadelen. Tabel 1 Voor- en nadelen scenario Voordelen Door het schrappen van licenties ontstaat een duidelijker aanbod. Alle partijen hebben de zekerheid dat de licentie wordt uitgevoerd. Gevolgen voor partijen Nadelen Er zal verlies zijn van unieke opleidingen, die vanwege beperkte instroom niet interessant genoeg zijn om aan te bieden. Er is een controle nodig die op uitvoering toeziet. 10 Winkeldochters en kostbare kleinoden

15 Voor bedrijven en branches zal toestroom van vakmensen van de unieke opleidingen verdwijnen en kosten zullen oplopen om alsnog in de benodigde scholing te voorzien. Voor kenniscentra zal het beheer van de kwalificatiestructuur op termijn vereenvoudigd worden. Voor deelnemers zal het aanbod verschralen, terwijl de post-initiële trajecten zullen versmallen. Voor de opleidingen wordt verwacht dat dit zal leiden tot hogere kosten. Voor de overheid zal het controle apparaat verder uitgebreid moeten worden. Zij zal immers moeten toezien op de naleving of licenties daadwerkelijk worden uitgevoerd. Gevolgen voor de kwalificatiestructuur Met de nieuwe kwalificatiestructuur wordt overlap er uit gehaald waardoor er een transparanter overzicht ontstaat. Dat maakt het voor ROC s, vakscholen en AOC s gemakkelijker deze kwalificaties uit te voeren Aparte status voor unieke opleidingen Typering van dit scenario. Door unieke opleidingen een aparte status te geven kan de toekomst van deze opleidingen beter gegarandeerd worden. De status garandeert dat de opleidingen een deel van het macrobudget krijgen. Tabel 2 Voor- en nadelen scenario Voordelen Gemakkelijker om specifieke problemen aan te pakken. Dit scenario is herkenbaar en brengt de unieke opleidingen dichter bij de bedrijfstak. Nadelen Er zit geen visie achter. Het is kwetsbaar en weinig dynamisch. Dit scenario heeft een beperkt bereik. Gevolgen voor partijen Deze oplossing leidt tot een grotere herkenbaarheid bij bedrijven en branches. Zij kunnen gerichter werven en hebben betere mogelijkheden tot aansturing. Ook komen er meer mogelijkheden voor het combineren van initieel en postinitiële trajecten. Kenniscentra zullen meer betrokken zijn bij dit scenario. Voor deelnemers kan een grotere herkenbaarheid ontstaan voor deze opleidingen. Wel kan het probleem van bereikbaarheid ontstaan, doordat grotere reisafstanden moeten worden afgelegd. Instroom via bedrijven zal vergroot kunnen worden doordat er gerichter geworven zal kunnen worden. Voor opleidingen kan op deze wijze de macrodoelmatigheid beter worden toegepast, mede omdat het aantal licenties wordt beperkt. Voor de overheid kan dit scenario kostenverhogend werken. Wel kan op deze wijze worden voorzien in een maatschappelijke behoefte aan deze unieke opleidingen. Gevolgen voor de kwalificatiestructuur Voor dit scenario zal binnen de kwalificatiestructuur voor deze opleidingen een aparte voorziening moeten worden getroffen Kwantitatieve normen Typering van dit scenario. Kwalificaties hebben een minimumomvang nodig om voor bekostiging in aanmerking te komen. Tabel 3 Voor- en nadelen scenario Voordelen Het is eenduidig en efficiënt. Het bevordert clustering en reductie van kwalificaties Nadelen Er sluipt hiermee een zekere willekeur in. Het is star en laat weinig ruimte voor kwaliteit en innovatie van opleidingen. Het zal startproblemen geven. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 11

16 Het gaat voorbij aan het maatschappelijk belang. Systeem is fraudegevoelig, met name om boven opheffingsnorm te blijven. Gevolgen voor partijen Bedrijven kunnen onherkenbare beroepspraktijkvormingsplaatsen aanbieden. Voor branches speelt het gevaar van verlies van betrokkenheid en verlies van herkenbaarheid. Kenniscentra komen in een duidelijker positie. Het zal fusiebevorderende gevolgen kunnen hebben en kan kenniscentra in de versterktere positie brengen voor het beoordelen van macrodoelmatigheid. Voor deelnemers kan het gevaar dreigen van avoïsering, omdat opleidingen algemener worden. Ook de keuzemogelijkheden worden minder. ROC s/vakscholen en AOC s kunnen zo opleidingsplaatsen worden die met een grotere mate van efficiëntie beheerd worden. Voor de overheid biedt dit scenario veel duidelijkheid en duidelijke normen waarop toezicht kan worden gehouden. Gevolgen kwalificatiestructuur Het aantal kwalificaties zal gereduceerd worden. Verder dreigt een risico van het algemener worden van beroepsopleidingen, ook vanwege het verlies van de beroepscontext Samenwerken op basis van eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden Typering van dit scenario In dit scenario werken partijen samen op basis van eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden. Kenniscentra, branches en opleidingen blijken nu al in de praktijk creatieve oplossingen te hebben ontwikkeld om unieke opleidingen in stand te houden. Deze aanpak kan voor de toekomst verder worden versterkt. Tabel 4 Voor- en nadelen scenario Voordelen Het voordeel is dat met dit scenario middelen en deskundigheid gebundeld worden. Er kan groot draagvlak ontstaan bij sociale partners waardoor oplossingen goed uitvoerbaar kunnen zijn. Nadelen Dit scenario kan leiden tot vrijblijvendheid bij betrokken partijen. Gevolgen voor partijen Voor bedrijven en branches vergroot dit scenario de betrokkenheid, inclusief het mogelijk beschikbaar stellen van middelen. Kenniscentra komen in de positie om hun regierol daadwerkelijk waar te maken. Voor deelnemers kan hiermee een kwalitatief goede opleidingsplaats gerealiseerd worden. Voor de ROC s, vakscholen en AOC s betekent dat doordat zij betrokken zijn bij de identificering van het vraagstuk zij ook oplossingen ten uitvoer kunnen brengen. De overheid zou dit nader kunnen vastleggen in regelgeving met bijbehorende toezichtsbepaling Scenario s gewogen Tijdens de werkbijeenkomst kon de voorkeur voor één van de bovengenoemde scenario s worden aangegeven. De scenario s uitvoeringsplicht van de WEB en het hanteren van minimumnormen konden op geen enkele steun rekenen. Voor het creëren van een status aparte van unieke opleidingen is beperkte steun. Het scenario waarin partijen, branches, kenniscentra en opleidingen, samenwerken op basis eigen mogelijkheden krijgt de meeste steun. Dit scenario brengt de kenniscentra in de regierol voor het reguleren van het voortbestaan van unieke opleidingen. 12 Winkeldochters en kostbare kleinoden

17 De rol van de overheid vraagt nader aandacht. Enerzijds is er veel behoefte aan vrijheid en wensen partijen veel ruimte om eigen oplossingen te organiseren. Anderzijds is er ook een neiging om wanneer partijen hier onvoldoende in slagen of hun zin niet krijgen om dan alsnog extra maatregelen van de overheid te vragen. Het is natuurlijk wel van tweeën een: of de overheid speelt een rol of de overheid speelt geen rol. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 13

18 3. SAMENVATTING 3.1 Inleiding Tot slot worden de onderzoeksvragen nog eens herhaald met daarbij de belangrijkste bevindingen. Allereerst komt de lijst van unieke opleidingen aan de orde en wordt aangegeven op welke wijze hiermee kan worden omgegaan. Daarna wordt ingegaan op de wijze waarop kenniscentra omgaan met deze thematiek. Aansluitend wordt aandacht besteed aan oplossingscenario s hoe in de toekomst met unieke opleidingen kan worden omgegaan. 3.2 Lijst van unieke opleidingen De aanvankelijke werkhypothese was dat er op basis van een beperkt aantal uitvoeringslokaties en met een beperkt aantal deelnemers een lijst van unieke opleidingen geconstrueerd kon worden. Dit blijkt in de praktijk niet zo eenvoudig te zijn. Een belangrijke reden is wel dat er een lijst op deze wijze geconstrueerd kon worden maar deze lijst dermate groot is, dat het niet reëel is al deze opleidingen als uniek en bedreigd te kwalificeren. De helft van de kwalificaties is niet of nauwelijks in gebruik met landelijk minder dan vijftig deelnemers per kwalificatie. Over het afnemende werkveld zijn op dit moment onvoldoende gegevens beschikbaar om betrouwbare uitspraken te doen over de specificiteit of substitueerbaarheid oftewel de mate waarin een kwalificatie voor één specifiek beroep opleidt. Door de sterke uitbreiding van het aantal licenties bij de opleidingen is het zicht op unieke, tot voor kort beperkt aangeboden, kwalificaties verloren gegaan. Het is niet te zeggen op welke wijze het onderwijs het bezit van de licenties voor deze unieke opleidingen in hun feitelijke opleidingsaanbod verwerken. Als er in de toekomst meer samenwerking zal zijn om unieke opleidingen te handhaven lijkt dit licentiebeleid punt van aandacht. Op grond hiervan wordt vooralsnog afgezien van het presenteren van een lijst van unieke opleidingen. 3.3 Kenniscentra en unieke opleidingen Er zijn diverse redenen waarom opleidingen klein en uniek zijn. Kenniscentra kennen het fenomeen en hebben in de praktijk diverse oplossingen gevonden voor het voortbestaan van kleinere kwalificaties. Kenniscentra zijn niet geneigd deze opleidingen als bedreigd te beschouwen, omdat ze bestaansrecht hebben en omdat er positieve verwachtingen zijn dat deze ook kleine kwalificaties in de nieuwe structuur ondergebracht kunnen worden. De nieuwe kwalificatiestructuur zal met name vorm krijgen door het weghalen van overlap tussen bestaande kwalificaties. Naar behoefte zullen ook uitstroomdifferentiaties of diplomaprofielen worden geformuleerd. Hiermee zal vermoedelijk een belangrijk deel van kleinere kwalificaties ondergebracht kunnen worden. Een criterium dat daarbij getoetst kan worden is de mate van belangstelling bij zowel afnemers als deelnemers voor deze kwalificaties. Bij sommige unieke opleidingen kan gebruik worden gemaakt om in plaats van de BOL de BBL-variant aan te bieden, dat voor opleidingsinstellingen bedrijfseconomisch gunstiger is. Als unieke kwalificaties niet ondergebracht kunnen worden in de herziene kwalificatiestructuur kan overwogen worden deze als post-initieel aan te bieden. Een criterium dat gebruikt kan worden om unieke kwalificaties te laten bestaan is de omkeerbaarheid of mate van specificiteit van een kwalificatie. Als de specificiteit hoog is betekent dat dat een beroep alleen uitgeoefend kan worden met een specifieke vooropleiding. Het huidige beschikbare statistische materiaal staat niet toe daar nu op kwalificatieniveau uitspraken over te doen. In het algemeen is bij zorgende beroepen de specificiteit het grootst, bij de economische beroepen het laagst. Technische beroepen nemen een tussenpositie in, ook al is hierbij de variëteit groot. 14 Winkeldochters en kostbare kleinoden

19 3.4 Toekomstscenario s Tijdens het onderzoekstraject is een aantal scenario s of oplossingsrichtingen ontwikkeld waarlangs de thematiek van de unieke opleidingen in de toekomst gereguleerd kan worden. Tijdens een werkbijeenkomst zijn deze scenario s besproken en van commentaar voorzien. Op deze werkbijeenkomst is de grootste voorkeur gebleken voor het scenario waarin de betrokken partijen, branches, kenniscentra en opleidingen gezamenlijk naar oplossingen zoeken om op basis van eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden het aanbod van unieke kwalificaties te reguleren. Partijen organiseren de unieke opleidingen dan als nicheopleidingen, waar een beperkt aantal onderwijsinstellingen aan deelnemen; de bedrijven en branches een grote rol spelen in het aanbieden van de praktijkcomponent en de expertise van het beroep en de kenniscentra een regisserende rol spelen. En de kosten worden gedeeld. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 15

20

21 4. BIJLAGEN 4.1 Afkortingen BBL Beroepsbegeleidende leerweg BOL Beroepsopleidende leerweg GOC Grafisch OpleidingsCentrum KOC Kappers Opleidingscentrum LOB HTV Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs Horeca, Toerisme en Voeding OSLO Opleidingscentrum Schoenen, Lederwaren en Orthopedie ROA Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt SH&M Stichting Hout & Meubel SOM Stichting Opleiding Metaal SVS Opleidingscentrum voor het Schilders- en Stukadoorsbedrijf & Reclame- en Presentatietechnieken VEV Vereniging voor Electrotechnisch Vakonderwijs VTL Vakopleiding Transport en Logistiek WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs 4.2 Lijst van deelgenomen kenniscentra Informatieronde Mondelinge interviews zijn gehouden met: Bouwradius Innovam Lift group SOM SVGB VTL Telefonische interviews zijn gehouden met: GOC LOB HTV Vapro VEV Verder zijn schriftelijke reacties op de vragenlijst ontvangen van: Aequor Ecabo Intechnium KOC OVDB SH&M SVS Vocar Werkbijeenkomst Aan de werkbijeenkomst op 20 februari 2003 hebben deelgenomen: Bal, S. LOB HTV Balakirsky, Mw. K. GOC Beelen, H.J.M. Aequor Buisman, Mw. M. COLO Cras, P. (voorzitter) KC Handel Doest, Mw. J. SVGB Dorst, L. van KOC Nederland smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 17

22 Freling, Mw. C.M.G. Kooi, M. van Kriele, Mw. K. Mays, J.W.A. Mulder, Mw. I Tolsma, P.R. Veen, L. van der Verschoor, H. Vries, W. de Wezep, A. van Wielemaker, C. Zuijlen, J. van VTL Bouwradius Lift-Group Kenteq (SOM) COLO Vocar Kenteq (VEV) SVS SVGB SVS COLO SVGB 4.3 Overzicht lopende kwalificaties zonder deelnemers Lege kwalificaties Waarvan F-kwalificaties totaal aantal licenties Kenniscentrum Aequor Bouwradius 2 49 Ecabo GOC 3 24 Innovam Intechnium 2 55 KC Handel 1 22 KOC 1 15 Lift Group 1 8 LOB HTV SVS 3 79 SBW 1 16 SH&M 2 40 SOM SVGB VTL Vapro VEV 4 97 Totaal Bron: Ministerie OCenW en LNV Toelichting: F-Kwalificaties maken wel onderdeel uit van de kwalificatiestructuur, maar zijn niet bekostigbaar. In dit overzicht is er van uitgegaan dat ROC s en vakscholen per kwalificatie over één licentie beschikken en deze opleiding op één plaats aanbieden. Bij de licenties in het agrarisch onderwijs, aangeboden door AOC s, is uitgegaan van de licenties per opleidingslokatie, omdat het laagste niveau is waar het onderwijs wordt verzorgd. Eén AOC kan meer dan één opleidingslokatie omvatten. 18 Winkeldochters en kostbare kleinoden

23 4.4 Lopende kwalificaties met landelijk minder dan 50 deelnemers Aantal kleine kwalificat ies Kenniscentrum Relatief Aequor , % Bouwradius , % Ecabo , % GOC , % Innovam , % Intechnium , % KC Handel , % KOC , % Lift Group , % LOB HTV , % SVS , % SBW , % SH&M , % SOM , % SVGB , % SVO , % VTL , % Vapro , % VEV , % Vocar , % Totaal/gem , Bronnen: ministeries van OCenW en LNV 85% Toelichting: voor aantal licenties Aequor zie toelichting bij bijlage 4.3. Deelnemers Verzorgd op ROC's/va kscholen AOC's Gemiddeld aantal deelneme rs Totaal aantal licenties Licenties niet in gebruik Toelichting op deze tabel De eerste kolom geeft het aantal verschillende kwalificaties waarin landelijk in schooljaar minimaal 1, maar minder dan 50 deelnemers per kwalificatie stonden ingeschreven. Het totaal aantal kwalificaties per kenniscentrum is hier weergegeven. De tweede kolom geeft het totaal aantal deelnemers die in deze kwalificaties ingeschreven staan, getotaliseerd per kenniscentrum. De derde kolom geeft het aantal opleidingsplaatsen bij ROC/vakschool/AOC die deelnemers in deze kwalificatie hebben ingeschreven. Het totaal aantal per kenniscentrum is weergegeven. De vierde kolom is het gemiddeld aantal deelnemers dat per opleidingslokatie deze kwalificatie volgt. Bij dit gemiddelde dient rekening gehouden te worden dat deelnemers zowel in BOL (voltijd en deeltijd) als BBL ingeschreven kunnen zijn alsmede in alle leerjaren van de opleiding. De vijfde kolom geeft het totaal aantal licenties dat ROC s/vakscholen/aoc s hebben voor deze opleidingen voor schooljaar De zesde kolom geeft het aantal licenties dat niet in gebruik is bij ROC s/vakscholen/aoc s. De zevende en laatste kolom geeft in procenten de verhouding aan van het aantal licenties waar daadwerkelijk deelnemers in ingeschreven zijn en het totaal aantal licenties dat bij opleidingsinstellingen in omloop is. smets+ hover+ adviseurs voor professionele organisaties 19

Zoetermeer, 24 juni 2015

Zoetermeer, 24 juni 2015 Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte

Nadere informatie

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000 OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling mei 2007. Het aantal door kenniscentra erkende leerbedrijven

Nadere informatie

Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015

Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015 Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015 regio Haaglanden In 2014 onderzochten UWV en SBB de informatiebehoefte van gebruikers van de Basiscijfers Jeugd. Dit leidde in juni 2014 tot aanpassingen

Nadere informatie

Colo-barometer. van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt

Colo-barometer. van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling augustus 2007 Meer leerbedrijven nodig om de toekomstige

Nadere informatie

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT - 2012

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT - 2012 REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT - 2012 (definitieve versie : 13-08-2012) Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 2 Artikel 2 Voorwaarden... 3 Artikel 3 Inschrijving

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Beroepspraktijkvorming in het mbo

Achtergrondinformatie. Beroepspraktijkvorming in het mbo Achtergrondinformatie Beroepspraktijkvorming in het mbo Achtergrondinformatie leerlingen 1 Tabel 1 BOL- en BBL-leerlingen naar soort school AOC 5 6 5 ROC 87 88 87 Vakschool 8 6 8 Tabel 2 BOL- en BBL-leerlingen

Nadere informatie

Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015

Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015 Factsheet onderwijs-, stage- en arbeidsmarkt februari 2015 regio Zuid-Holland Centraal In 2014 onderzochten UWV en SBB de informatiebehoefte van gebruikers van de Basiscijfers Jeugd. Dit leidde in juni

Nadere informatie

FoV en HKS en LOB. Aanknopingen zoeken

FoV en HKS en LOB. Aanknopingen zoeken FoV en HKS en LOB Aanknopingen zoeken Schoolomgeving anno 2014 Focus op Vakmanschap is de meest ingrijpende verandering sinds invoering WEB Splitsing invoering in doelmatige leerwegen en modernisering

Nadere informatie

Advies Escalatie. 2. Kader geschillencommissie

Advies Escalatie. 2. Kader geschillencommissie Advies Escalatie 1. Inleiding Vanaf 1 januari 2012 delen beroepsonderwijs en georganiseerd bedrijfsleven in SBB gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de aansluiting beroepsonderwijs en georganiseerd

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? Inleiding Op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) zijn er aan de beroepspraktijkvorming (bpv) vereisten

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren

Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren Advies van stichting SBB aan minister van OCW Zoetermeer, 19 november 2012 rb12-1500lvd/bes_alg Totaal aantal pagina's: 10 rb12-1500lvd/bes_alg

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo

GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER 2001 Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo 1 De onderstaande partijen: 1. Enerzijds de Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd

Nadere informatie

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink A fbouw Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink Colofon Savantis is een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven

Nadere informatie

HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL

HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL Handleiding bij Meldformulier keuzedeel bestemd voor onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, HBO-instellingen, werkgevers en andere partijen ten behoeve van het

Nadere informatie

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant Inhoudsopgave 1. Mbo Techniek... 3 1.1 Deelnemers mbo techniek... 3 1.1.1 Onderwijsinstellingen... 3 1.1.2

Nadere informatie

Onderwijskundig jaarverslag

Onderwijskundig jaarverslag Onderwijskundig verslag 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Opleidingsaanbod 2013... 4 3. Uitgegeven diploma s... 4 4. Aantal studenten per lopende opleiding op 1 maart 2014... 4 5. Urenverantwoording

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

1 Inleiding. Adviesaanvraag. Focus en reikwijdte van het advies

1 Inleiding. Adviesaanvraag. Focus en reikwijdte van het advies 1 Inleiding Adviesaanvraag Het kabinet heeft de raad gevraagd te adviseren over een toekomstbestendige postinitiële scholingsmarkt die optimaal aansluit bij de vraag van de arbeidsmarkt 1. Daarbij wijst

Nadere informatie

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 R eclame, P resentatie en C ommunicatie Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 Datum: februari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink Colofon

Nadere informatie

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen 19 JUNI 2014 Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie Flexibilisering

Nadere informatie

Kiezen uit keuzedelen en configuraties

Kiezen uit keuzedelen en configuraties Kiezen uit keuzedelen en configuraties Opleidingen voor mbo-studenten die vanaf 1 augustus 2016 instromen, zijn gericht op het behalen van een kwalificatie én op het volgen van een of meer keuzedelen.

Nadere informatie

Arbeidsmarktagenda 21

Arbeidsmarktagenda 21 Arbeidsmarktagenda 21 Topsectoren en de HCA Voor de twee agrarische topsectoren is een Human Capital Agenda opgesteld met als doel, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zowel

Nadere informatie

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Erkend leerbedrijf dáár wordt het vak geleerd horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Waarom erkend leerbedrijf? Jonge mensen wegwijs maken in de sector: dat is de taak van een leerbedrijf.

Nadere informatie

Memo. FAQ n.a.v. Inventarisatie gebruik nieuwe OOK. Auteur: Henk-Jan van Ginkel Versie: 1.1 Datum: 27 maart 2013. Inleiding

Memo. FAQ n.a.v. Inventarisatie gebruik nieuwe OOK. Auteur: Henk-Jan van Ginkel Versie: 1.1 Datum: 27 maart 2013. Inleiding Memo FAQ n.a.v. Inventarisatie gebruik nieuwe OOK Auteur: Henk-Jan van Ginkel Versie: 1.1 Datum: 27 maart 2013 Inleiding In juni 2012 heeft een door sambo-ict gecoördineerde werkgroep het Adviesrapport

Nadere informatie

Monitor Keuzedelen - Derde meting Per school

Monitor Keuzedelen - Derde meting Per school ROC Nijmegen eo Monitor Keuzedelen - Derde meting Per school ROC Nijmegen eo 3 februari 28 Inleiding Vanaf het schooljaar 26/27 zijn alle mbo-scholen gestart met de inzet van keuzedelen in nieuwe opleidingen.

Nadere informatie

Keuzes binnen MBO en HBO

Keuzes binnen MBO en HBO Keuzes binnen MBO en HBO Auteur: Marlies Rosenbrand, mei 2017 Voor u ligt de samenvatting van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de mening van opleiders 1 voor de inrichting van een specifiek

Nadere informatie

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg. De voorzitter van de commissie, Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie, Boeve

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg. De voorzitter van de commissie, Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie, Boeve Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van

Nadere informatie

Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan

Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan Aanleiding Bij de vaststelling van de herziene kwalificatiedossiers op 1 februari 2016 door de minister, was er bij een aantal kwalificatiedossiers

Nadere informatie

ONDERWIJSTIJD BIJ NIET- BEKOSTIGDE INSTELLINGEN

ONDERWIJSTIJD BIJ NIET- BEKOSTIGDE INSTELLINGEN ONDERWIJSTIJD BIJ NIET- BEKOSTIGDE INSTELLINGEN INHOUD Samenvatting 5 1 Vraagstelling en onderzoeksopzet 7 1.1 1.2 Aanleiding tot het onderzoek 7 Wettelijke grondslag voor de norm 7 1.3 Inrichting van

Nadere informatie

Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie

Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie Tilburg, september 2012 Hans Mariën Astrid Vloet Paula Willemse IVA beleidsonderzoek en advies

Nadere informatie

Leven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme mei 2017

Leven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme mei 2017 Leven Lang Ontwikkelen Erwin Pierik/ Rini Romme mei 2017 Adviezen rondom LLO De Onderwijsraad adviseert de regio te benutten om aansluiting van mbo op de arbeidsmarkt te versterken. Hervorm O&O-fondsen

Nadere informatie

Toelichting procedure deelname aan experimenten 2011-2012

Toelichting procedure deelname aan experimenten 2011-2012 Toelichting procedure deelname aan experimenten 2011-2012 1. Procedure 2 2. Aanvragen en toekennen experimenten 2011-2012 2 3. Belangrijke elementen uit ministeriële regeling 3 4. Instructie bij Voortzetten

Nadere informatie

Voortgang SectorplanPlus

Voortgang SectorplanPlus Voortgang SectorplanPlus Tabellenboek Uitgebracht op verzoek van RegioCoöp Amersfoort, 16 april 2019 Achtergrond SectorplanPlus Op de arbeidsmarkt van zorg en welzijn wordt een groot tekort aan personeel

Nadere informatie

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland 2e fase wetenschappelijk onderwijs post hoger beroepsonderwijs beroepsgerichte volwasseneneducatie OU wetenschappelijk onderwijs hoger

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 Telefax (079) 323

Nadere informatie

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 en 2 Datum: 4 december 2014 Colofon Savantis

Nadere informatie

CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio)

CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) Convenant tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de RMCcontactgemeente van de RMC-regio ( ) en onderstaande onderwijsinstellingen inzake het terugdringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23441 22 december 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2011, nr. BVE/Stelsel/337729

Nadere informatie

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv Migratieachtergrond van uitgestroomde studenten naar regio, onderwijssoort en studierichting Uitstroom na studiejaar 2016/ 17 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie

Nadere informatie

samenvatting van de inventarisatie van verschillen algemeen één wettelijk kader, verschillen in uitwerking en effect

samenvatting van de inventarisatie van verschillen algemeen één wettelijk kader, verschillen in uitwerking en effect Bijlage samenvatting van de inventarisatie van verschillen Ter voorbereiding van het Plan van aanpak is een inventarisatie uitgevoerd van verschillen tussen het groene en het overige stelsel voor beroepsonderwijs

Nadere informatie

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Onderzoek EVC Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Colofon Titel: Onderzoek EVC: aantallen 2013 en 2014 Auteur : Robbie van Kippersluis Versie: 1.0 Datum: Juni 2014 Kenniscentrum EVC Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Titel : Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Project/Werkgroep : Voor vragen kunt

Nadere informatie

Focus op Vakmanschap in MBO

Focus op Vakmanschap in MBO Focus op Vakmanschap in MBO Een tussenstand en een vooruitblik Rico Vervoorn beleidsadviseur btg Communicatie en Media MBO Raad Sectoraal overleg onderwijsinstellingen Hoe is het ook alweer begonnen? Februari

Nadere informatie

Verslag van de internetconsultatie

Verslag van de internetconsultatie Verslag van de internetconsultatie In de periode van 4 juli tot 8 september is het wetsvoorstel voor internetconsultatie opengesteld. Er zijn iets minder dan veertig reacties binnengekomen, over het algemeen

Nadere informatie

Jaarverslag adviescommissie examinering SH&M 2012

Jaarverslag adviescommissie examinering SH&M 2012 Jaarverslag adviescommissie examinering SH&M 2012 Algemeen De Adviescommissie Examinering Hout en Meubel is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Samenwerkingsoverleg Onderwijsinstellingen, vertegenwoordigers

Nadere informatie

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo Algemeen Verbindend Voorschrift BVE/Stelsel- 2005/59103 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur

Nadere informatie

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009 VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009 Utrecht, maart 2010 INHOUD Inleiding 7 1 Het onderzoek 9 2 Resultaten 11 3 Conclusies 15 Colofon 16

Nadere informatie

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012 AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012 UTRECHT, juli 2013 1. Inleiding 1.1. Achtergrond Het toezichtkader bve 2012 is medio september 2011 goedgekeurd door de minister.

Nadere informatie

RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE. Gediplomeerden 2013/2014. Sector Reclame Presentatie en Communicatie. Datum: maart 2015 Auteur: Savantis

RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE. Gediplomeerden 2013/2014. Sector Reclame Presentatie en Communicatie. Datum: maart 2015 Auteur: Savantis RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE Gediplomeerden 2013/2014 Sector Reclame Presentatie en Communicatie Datum: maart 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 012 Leven Lang Leren Nr. 30 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 390 Wet van 14 oktober 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014-2015 34 026 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

CONVENANT WERKEN AAN VAKMANSCHAP. In de Provincie Limburg

CONVENANT WERKEN AAN VAKMANSCHAP. In de Provincie Limburg CONVENANT WERKEN AAN VAKMANSCHAP In de Provincie Limburg De deelnemende partijen: Provincie Limburg, gemeente Heerlen, gemeente Maastricht, gemeente Roermond, gemeente Sittard-Geleen, gemeente Venlo, gemeente

Nadere informatie

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht Aanbevelingen en Actieprogramma Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht 2 Aanbevelingen ter verbetering van (de aantrekkelijkheid van) het VMBO naar aanleiding van het VMBO

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LANDSTEDE. HARDERWIJK A HANDEL NIVEAU 2 en ICT NIVEAU 3, HARDERWIJK B TOERISME

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LANDSTEDE. HARDERWIJK A HANDEL NIVEAU 2 en ICT NIVEAU 3, HARDERWIJK B TOERISME RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LANDSTEDE HARDERWIJK A HANDEL NIVEAU 2 en ICT NIVEAU 3, HARDERWIJK B TOERISME Plaats: Zwolle BRIN-nummer: 01AA Onderzoeksnummer: 113591 Onderzoek uitgevoerd op: 15

Nadere informatie

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187) a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Analyse van de positie van gediplomeerden van het mbo van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBO-Kaart - Tabellen en vragenlijsten

Nadere informatie

Leerlingcijfers 2014/2015

Leerlingcijfers 2014/2015 SCHILDEREN EN ONDERHOUD Leerlingcijfers 2014/2015 Sector Schilderen en onderhoud Datum: 24 februari 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren

Nadere informatie

Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap

Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap 1. Inleiding In 2002 is het zogenaamde zelfreinigend onderzoek uitgevoerd naar onregelmatigheden in de bekostiging in de onderwijssectoren die vallen

Nadere informatie

Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf. Inleiding Servicedocument Keuzedelen Duits in de beroepscontext

Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf. Inleiding Servicedocument Keuzedelen Duits in de beroepscontext Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf Inleiding Servicedocument Keuzedelen Duits in de beroepscontext 1 Inleiding Dit onderwijsmodel is ontwikkeld op basis van de strategische doelstellingen van het

Nadere informatie

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006 OCenW-Regelingen Bestemd voor: een insteling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b en artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB); een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8. van de

Nadere informatie

Leerlingcijfers 2014/2015

Leerlingcijfers 2014/2015 AFBOUW Leerlingcijfers 2014/2015 Sector Afbouw Datum: 24 februari 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren Schilderen en Onderhoud; Afbouw;

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

Kansrijk in de praktijk f p1. Kansrijk in de praktijk

Kansrijk in de praktijk f p1. Kansrijk in de praktijk Kansrijk in de praktijk f p1 Kansrijk in de praktijk Kansrijk in de praktijk f p3 1. Inleiding Het kabinet heeft op de werktop met werkgevers en werknemers afspraken gemaakt over de bevordering van economische

Nadere informatie

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord Samenvatting Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten en oplossingen bij de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in de regio Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord 1 Samenvatting van:

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Aantal deelnemers paardensport 2013-2014: 293. Meest gevolgde niveau: 4

Aantal deelnemers paardensport 2013-2014: 293. Meest gevolgde niveau: 4 PAARDENSPORT Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor de paardensport. Onderwerpen die aan bod komen zijn: aantal deelnemers, aantal gediplomeerden

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Datum 3 november 2014 Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (CDA) over het bericht over terugvorderen van de WVA bij transportbedrijven

Datum 3 november 2014 Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (CDA) over het bericht over terugvorderen van de WVA bij transportbedrijven >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

De betekenis van additionele scholing

De betekenis van additionele scholing De betekenis van additionele scholing Auteur(s): Grip, A. de (auteur) Jacobs, A. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Universiteit Maastricht. V erschenen in: ESB,

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies

Nadere informatie

SH&M 2012 Gediplomeerden MBO 2011

SH&M 2012 Gediplomeerden MBO 2011 Rapportage Gediplomeerden van het MBO van hout- en meubelopleidingen Analyse van de positie van gediplomeerden van het MBO van opleidingen binnen de kwalificatiestructuur van de hout- en meubelbranche

Nadere informatie

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs Digitale en schriftelijk Schoolverlaters - Panelonderzoek 12 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, augustus 2006 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Instructie en informatie voor de begeleider installatie

Instructie en informatie voor de begeleider installatie Instructie en informatie voor de begeleider installatie Masterplan Dit is een product van het project Masterplan Zuid- Holland. Hierin werken de volgende organisaties samen: - de ROC s Albeda College,

Nadere informatie

Inleiding. In deze rapportage staan de belangrijkste uitkomsten uit de landelijke BPV Monitor 2018.

Inleiding. In deze rapportage staan de belangrijkste uitkomsten uit de landelijke BPV Monitor 2018. Uitkomsten BPV Monitor 2018 LANDELIJKE RAPPORTAGE Inleiding Iedere mbo- volgt een deel van de beroepsopleiding in één van de 250.000 erkende leerbedrijven. Dit leren in de praktijk via stages en leerbanen

Nadere informatie

Quickscan Techniek in. onderwijs en werkgelegenheid

Quickscan Techniek in. onderwijs en werkgelegenheid Quickscan Techniek in Brabant onderwijs en werkgelegenheid Visie in beeld Om te weten waarover we in Brabant praten, hebben we als Samenwerkingsverband Techniekplatforms Brabant voor u een aantal relevante

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47518 24 augustus 2018 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 15 augustus 2018 nr. MBO/1393992

Nadere informatie

Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk 2008-2009

Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk 2008-2009 Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk 2008-2009 Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2008-2009 Op welke uitdagingen en knelpunten moeten we vanuit onderwijs- en arbeidsmarktperspectief

Nadere informatie

VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT

VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor vershandel, logistiek en transport. Onderwerpen die aan bod komen

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstel voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres: info@mboonderzoeksdag.nl

Nadere informatie

Bekostiging BVE Toelichting op de reguliere bekostiging van de BVE-sector

Bekostiging BVE Toelichting op de reguliere bekostiging van de BVE-sector Bekostiging BVE 2003 Toelichting op de reguliere bekostiging van de BVE-sector 1 Bekostiging Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) 2003 Inleiding De reguliere bekostiging is gebaseerd op de Wet Educatie en

Nadere informatie

Model bedrijfsplan voor bovenschoolse voorzieningen

Model bedrijfsplan voor bovenschoolse voorzieningen Model bedrijfsplan voor bovenschoolse voorzieningen Leeuwarden, sector Jeugd en Onderwijs najaar 2007/ herzien voorjaar 2008 kenmerk: insightmodelbedrijfsplanbovenschoolevoorzieningen.doc 1. Ter inleiding.

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Inhoud 1 Formulier praktijkovereenkomst 3 2 Bijlage praktijkovereenkomst 5 20 maart 2013 treedt in werking op 1 augustus 2013 2 1. Formulier praktijkovereenkomst Dit

Nadere informatie

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw Colofon Titel De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren

Nadere informatie

SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN. Leerlingcijfers. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis

SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN. Leerlingcijfers. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN Leerlingcijfers Sector Schoonmaak en Glazenwassen Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren

Nadere informatie

Sector Handel en ondernemerschap

Sector Handel en ondernemerschap Sector Handel en ondernemerschap Doelmatigheidsrapportage maart 2013 Sector Handel en ondernemerschap Leeswijzer Inleiding Feiten en cijfers, gelegitimeerd door onderwijs en bedrijfsleven, zijn essentieel

Nadere informatie

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering In iedere FAQ-lijst vindt u eerst de lijst met vragen, zodat u de voor u interessante vragen en antwoorden op de pagina s hierna makkelijk terug kunt

Nadere informatie

Voorstel. Iedere opleiding zal vanaf aug 2014 36 weken onderwijs programmeren met 28 uur onderwijsprogrammering per week Waarbij de regel geldt 36+1+1

Voorstel. Iedere opleiding zal vanaf aug 2014 36 weken onderwijs programmeren met 28 uur onderwijsprogrammering per week Waarbij de regel geldt 36+1+1 Doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging. Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo 01-11-2013 Pagina 1 van 9 1. Inleiding 1.1. Formele kaders In de WEB zijn bepalingen opgenomen over de ontwikkeling en

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO 2015-2016 1 Inhoudsopgave 1 Het onderwijs verandert blz 3 2 Kiezen in VMBO-2 blz 4 3 De opleidingen binnen het Minkema College blz 5 Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Nadere informatie