Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.
|
|
- Robert de Croon
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TOEZICHT EN HANDHAVING Deze notitie is bedoeld als naslagwerk voor degenen die tijdens de Gemeentedag 2016 van Adriaanse van der Weel advocaten op 7 april 2016 de workshop toezicht en handhaving hebben gevolgd. A. De overtreder Artikel 5:1 lid 2 Awb: Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt. ABRvS 15 oktober 2008 (ECLI:NL:RVS:2008:BF8999): Overtreder is degene die het wettelijk voorschrift daadwerkelijk heeft geschonden. Dat is in de eerste plaats degenen die de verboden handeling fysiek heeft verricht. Daarnaast kan in bepaalde gevallen degene die de overtreding niet zelf feitelijk heeft begaan, doch aan wie de handeling is toe te rekenen, voor de overtreding verantwoordelijk worden gehouden en derhalve als overtreder worden aangemerkt. Overtreder is dus: de pleger de functioneel pleger (degene aan wie de overtreding kan worden toegerekend) de medepleger Als het gaat om overtredingen die door een rechtspersoon zijn begaan, kan ook de feitelijk leidinggevende als overtreder worden aangemerkt. Pleger: Degene die de verboden gedraging fysiek verricht. Functioneel pleger: Een functioneel pleger is iemand die de verboden gedraging fysiek niet verricht, maar aan wie de overtreding wel kan worden toegerekend. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: - de verhuurder die een pand verhuurt aan iemand die in het pand hennep teelt; - de opdrachtgever
2 - de bestuurder/aandeelhouder van een rechtspersoon ABRvS 15 oktober 2008 (ECLI:NL:RVS:2008:BF8999) Lozing van bluswater. Bluswerkzaamheden worden geacht te zijn verricht in opdracht van de drijver van de inrichting die in brand stond, zodat de lozing kan worden toegerekend aan de drijver. (zie ook: ABRvS 22 januari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:90)). ABRvS 19 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:515) Chemie Pack. Gerard Spiering is via zijn BV directeur en enig aandeelhouder van ZH Loonbedrijven Beheer B.V. Dat bedrijf is weer enig aandeelhouder van CP NL. Erkend is dat Gerard Spiering feitelijk leidinggevende van CP NL was. Afdeling: Als enig bestuurder van Chemie-Pack Nederland B.V. kon [wederpartij] zeggenschap uitoefenen over dat bedrijf. Voorts had [wederpartij] via [wederpartij] de feitelijke leiding in het bedrijf. Gelet hierop kan [wederpartij] verantwoordelijk worden gehouden voor de overtreding van Chemie-Pack Nederland B.V. Medepleger HR 2 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3474) Medeplegen houdt in dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met de eigenlijke dader. Of dat het geval hangt af van de omstandigheden van het geval. De volgende elementen kunnen daarbij van belang zijn: intensiteit samenwerking; onderlinge taakverdeling; de rol in de voorbereiding, de uitvoering of afhandeling van de overtreding; belang van de rol van de medepleger; diens aanwezigheid op belangrijke momenten en; het zich niet terugtrekken op bepalende tijdstippen. Verschil tussen medeplegen en medeplichtig is dat bij medeplegen sprake moet zijn van een min of meer gelijkwaardige samenwerking, terwijl de medeplichtige slechts een ondergeschikt aandeel in het delict heeft; hij helpt slechts de eigenlijke dader. HR heeft geoordeeld dat bij medeplegen dus sprake moet zijn van een nauwe en bewuste samenwerking. Medepleger hoeft niet de normadressant te zijn.
3 Voorbeelden van uitspraken waarin medeplegen werd aangenomen: CBB 8 december 2014, ECLI:NL:CBB:2014:450): Uber International B.V. is terecht als medepleger aangemerkt, nu zij bewust en nauw samenwerkt met de chauffeurs die de overtreding begaan en meedeelt in hun opbrengsten. Rechtbank Rotterdam 17 juli 2015 (ECLI:NL:RBROT:2015:5174) Onderverhuurder van een horecapand waarin door de huurder zonder exploitatievergunning een horeca-inrichting wordt geëxploiteerd is aan te merken als medepleger. In een pand werd een sportschool door BV A en een welnesscentrum door BV B geëxploiteerd. Beide BV s hadden dezelfde directeur en enig aandeelhouder. In het pand bevond zich ook een horecagelegenheid. Die werd door BV B verhuurd aan BV C. BV C exploiteerde deze gelegenheid zonder te beschikken over een exploitatievergunning op grond van de APV. De burgemeester van de gemeente Binnenmaas, waar deze zaak zich afspeelde, legde aan BV C en BV B een last onder dwangsom op. De Afdeling oordeelde dat de burgemeester zich terecht op het standpunt had gesteld dat BV C als medepleger kon worden aangemerkt omdat: het exploiteren van een welnesscentrum zonder horecagelegenheid ondenkbaar is; BV B heeft eerder een exploitatievergunning aangevraagd voor een horecagelegenheid, maar die vergunning werd geweigerd onder verwijzing naar een Bibob-advies; daarna heeft BV B de horecagelegenheid verhuurd aan BV C; in de huurovereenkomst is opgenomen dat BV C toestemming nodig heeft van BV B voor besluiten over de openings- en sluitingstijden, de menukaart, de drankenkaart, reclameuitingen en speciale door BV C te organiseren acties; verder is BV C op grond van de huurovereenkomst verplicht om in het begin voorraden van BV B af te nemen; BV C heeft verder geen personeel in dienst en de persoon die zich als leidinggevende van de horecagelegenheid presenteert is in loondienst bij BV B.
4 B. Invordering verbeurde dwangsommen VRAAG: Aan de verschillende overtreders wordt een last onder dwangsom opgelegd. De dwangsom wordt bepaald op een bedrag van ,-- per week met een maximum van ,--. De last wordt niet uitgevoerd, waardoor de dwangsommen tot het maximumbedrag worden verbeurd. Nadat het maximumbedrag is verbeurd, besluit het college tot invordering van het volledige bedrag aan verbeurde dwangsommen. Inmiddels zijn 10 maanden verstreken sinds de eerste dwangsom is verbeurd en verjaart de bevoegdheid tot invordering over een kleine twee maanden. Hoe voorkomt u dat de bevoegdheid verjaart? De bevoegdheid tot invordering verjaart na verloop van een jaar vanaf het moment waarop de dwangsom is verbeurd (artikel 5:35 Awb). Het gevolg van het intreden van de verjaring is dat het bestuursorgaan niet meer bevoegd is om aan te manen, te verrekenen en een dwangbevel uit te vaardigen of ten uitvoer te leggen (artikel 4:104 lid 2 Awb). Wanneer eindigt de verjaring van de bevoegdheid tot invordering? Die verjaring eindigt pas als de verbeurde dwangsom is betaald. Dat volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 5 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2523. In die uitspraak was betoogd dat de verjaring van de bevoegdheid tot invordering eindigt zodra het bestuursorgaan heeft besloten om tot invordering over te gaan. De Afdeling oordeelde echter dat onder de bevoegdheid tot invordering niet alleen moet worden verstaan het nemen van een invorderingsbesluit, maar ook het aanmanen, verrekenen, uitvaardigen van een dwangbevel, etc. De verjaringstermijn kan worden gestuit of verlengd. Het verschil is dat bij stuiting een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen van een jaar (artikel 4:110 lid 1 Awb), terwijl bij verlenging de lopende verjaringstermijn wordt verlengd met een termijn die niet gelijk is aan en vaak korter is dan de verjaringstermijn. De bestuursrechter moet ambtshalve beoordelen of de vordering is verjaard. In haar uitspaak van 5 augustus 2015 (hierboven genoemd) oordeelde de Afdeling dat degene die zich tegen een invorderingsbeschikking verzet, geen procesbelang meer heeft bij die procedure als de bevoegdheid tot invordering inmiddels blijkt te zijn verjaard.
5 Stuiting Uit de artikelen 4:105 en 4:106 Awb volgt dat de verjaring door het bestuursorgaan kan worden gestuit door: a. een daad van rechtsvervolging overeenkomstig artikel 3:316 lid 1 BW; b. erkenning van het recht op betaling door de schuldenaar; c. een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb; d. een beschikking tot verrekening of; e. een dwangbevel of een daad van tenuitvoerlegging van een dwangbevel. Ad a. Onder het instellen van een daad van rechtsvervolging moet bijvoorbeeld worden verstaan het instellen van een eis bij een burgerlijke rechter, het leggen van conservatoir beslag of het indienen van een eis ter verificatie in een faillissement. Ad b. Het moet gaan om een expliciete erkenning van de schuld. Als bijvoorbeeld een overtreder hangende een procedure tegen de beschikking tot invordering van verbeurde dwangsommen een verzoek tot uitstel van betaling doet, dan is dat geen erkenning van de schuld. Ad c. In artikel 4:106 Awb wordt expliciet verwezen naar een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb. Artikel 4:112 Awb bepaalt dat een bestuursorgaan de schuldenaar die in verzuim is aanmaant tot betaling binnen twee weken na verzending van de aanmaning. Lid 2 bepaalt dat bij wettelijk voorschrift een andere termijn kan worden vastgesteld. Lid 3 bepaalt dat de aanmaning moet vermelden dat bij niet tijdige betaling de betaling kan worden afgedwongen door op kosten van de schuldenaar uit te voeren invorderingsmaatregelen. ABRvS 8 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3603 Een aanmaning waarbij een betalingstermijn van 8 dagen in plaats van twee weken wordt gegeven heeft toch stuitende werking. ABRvS 22 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2301 Een aanmaning waarbij de mededeling van lid 3 achterwege wordt gelaten heeft geen stuitende werking. In haar uitspraak van 28 oktober 2015 (ECLi:NL:RVS:2015:3279) heeft de (enkelvoudige kamer van de) Afdeling uitgemaakt dat een aanmaning pas stuitende werking heeft nadat een dwangsom bij besluit is vastgesteld en dit besluit op de juiste wijze is bekendgemaakt.
6 Een dwangsom wordt niet bij besluit vastgesteld. Waarschijnlijk doelt de Afdeling hier op de invorderingsbeschikking. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat een aanmaning pas stuitende werking heeft nadat een beschikking tot invordering is genomen en deze beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Daarom lijkt het verstandig om de aanmaning niet meer gelijktijdig met de invorderingsbeschikking te versturen. Ad d. Om te kunnen verrekenen moet het bestuursorgaan wel een schuld aan de schuldenaar hebben. Als dat al het geval is, dan kan alleen worden verrekend voor zover de bevoegdheid bij wettelijk voorschrift is voorzien (artikel 4:93 lid 1 Awb). Ad e. De verjaring wordt gestuit op het moment van betekening van het dwangbevel door de deurwaarder. Een dwangbevel kan pas worden uitgevaardigd nadat binnen twee weken na verzending van de aanmaning niet is betaald. Deze mogelijkheden zijn limitatief. Er kan alleen op bovenstaande gronden worden gestuit. Een invorderingsbeschikking heeft dus geen stuitende werking. Dat heeft de Afdeling in haar uitspraak van 24 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2626 uitgemaakt en de Hoge Raad heeft dit overgenomen in zijn uitspraak van 3 april 2015 (ECLI:NL:HR:2015:817). Dat betekent ook dat de verjaring niet meer, zoals onder het oude recht wel mogelijk was, kan worden gestuit door middel van een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 3:317 lid 1 BW. Het is onbegrijpelijk waarom de wetgever deze mogelijkheid heeft uitgesloten voor bestuursorganen. Het zorgt er wel voor dat de mogelijkheden om te stuiten zeer beperkt zijn. In het algemeen zal er niets te verrekenen zijn en zal een overtreder niet erkennen dat hij een verbeurde dwangsom verschuldigd is. Dat betekent dat de verjaring alleen kan worden gestuit door een daad van rechtsvervolging, het versturen van een aanmaning of het laten betekenen van een dwangsom c.q. een daad van tenuitvoerlegging. Een aanmaning kan meerdere keren worden verstuurd, maar de wetgever spreekt in artikel 4:106 Awb specifiek van een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb. De aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb is de voorgeschreven aanmaning. De aanmaning die moet worden verstuurd voordat een dwangbevel kan worden uitgevaardigd. Daar kan maar één
7 keer sprake van zijn. Daarna kunnen volgende aanmaningen worden verstuurd, maar dat kunnen geen aanmaningen als bedoeld in artikel 4:112 Awb zijn. De Afdeling heeft zich hier nog niet over uitgelaten. Alleen uit haar uitspraak van 7 mei 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1412) zou impliciet kunnen volgen dat de Afdeling vindt dat een tweede aanmaning ook stuitende werking heeft. In die zaak waren twee aanmaningen uitgebracht. De Afdeling overwoog dat sinds de tweede aanmaning meer dan een jaar was verstreken, zodat de bevoegdheid tot invordering was verjaard. Het lijkt ons echter niet verstandig om hiervan uit te gaan. Het lijkt ook niet de bedoeling van de wetgever te zijn geweest, gelet op de expliciete keus om het bestuursorgaan niet meer de mogelijkheid te geven de verjaring te stuiten door middel van een schriftelijke mededeling waarin het bestuursorgaan zich het recht op betaling ondubbelzinnig voorbehoudt. Verlenging Artikel 4:111 Awb bepaalt dat de verjaringstermijn wordt verlengd doordat: uitstel van betaling wordt verleend; de schuldenaar in surseance van betaling verkeert; de schuldenaar in staat van faillissement verkeert; ten aanzien van de schuldenaar de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is; de tenuitvoerlegging van een dwangsom is geschorst door een rechter. In tegenstelling tot een stuitingshandeling begint vanaf het moment van verlenging geen nieuwe verjaringstermijn, maar wordt de lopende verjaringstermijn verlengd met de duur van de periode waarvoor uitstel van betaling is verleend, de staat van faillissement, de schorsing van de tenuitvoerlegging, etc. Artikel 4:111 Awb regelt niet hoe het bestuursorgaan de verjaringstermijn kan verlengen. Het regelt dat in bepaalde situaties de verjaringstermijn van rechtswege wordt verlengd. Artikel 4:111 Awb biedt dus geen actieve verlengingsmogelijkheid. Het bestuursorgaan zou alleen door het verlenen van uitstel van betaling actief kunnen voorkomen dat de invorderingsbevoegdheid verjaart, maar daarvoor is de bevoegdheid om
8 uitstel van betaling te verlenen (artikel 4:94 Awb) niet bedoeld. Die is bedoeld om de schuldenaar tegemoet te komen. Wordt aan de overtreder uitstel van betaling van verbeurde dwangsommen verleend met het uitsluitende doel te voorkomen dat de bevoegdheid verjaart, dan riekt dat naar détournement de pouvoir. Artikel 4:111 lid 2 sub d Awb bepaalt dat de verjaringstermijn wordt verlengd als de tenuitvoerlegging van een dwangbevel is geschorst ingevolge een lopend rechtsgeding. Daarmee doelt de wetgever op een vonnis van de executierechter in een procedure over de executie van een dwangbevel. De schorsing van een invorderingsbesluit leidt dus niet tot verlenging van de verjaringstermijn! VRAAG: Tegen de invorderingsbeschikking wordt bezwaar gemaakt. De gemachtigde van de bezwaarmaker belt u en vraagt u of het college bereid is toe te zeggen dat het niet tot feitelijke invordering zal overgaan zolang de invorderingsbeschikking nog geen formele rechtskracht heeft. De verantwoordelijk wethouder is wel geneigd om die toezegging te doen. Wat adviseert u het college? Conservatoir beslag Er is niets frustrerender dan na het winnen van een lange procedure toch met lege handen te staan doordat de overtreder geen verhaal meer blijkt te bieden. Om dit te voorkomen kan conservatoir beslag worden gelegd. Het conservatoir beslag gaat vanzelf over in een executoriaal beslag nadat een veroordelend vonnis is verkregen. Er kan beslag worden gelegd op alle vermogensbestanddelen (onroerende zaken, roerende zaken, bankrekeningen, aandelen, salaris, uitkeringen, etc.). Om conservatoir beslag te kunnen leggen is verlof nodig van de voorzieningenrechter van de rechtbank. Het verzoekschrift om verlof voor het leggen van conservatoir beslag moet door een advocaat worden ingediend.
9 In bepaalde gevallen kan alleen verlof worden verleend als er sprake is van vrees voor verduistering van de te beslagen zaken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het leggen van conservatoir beslag op roerende zaken. Degene die verlof vraagt zal dan aannemelijk moeten maken dat er vrees voor verduistering is. De vordering die ten grondslag ligt aan het verlof wordt door de voorzieningenrechter slechts summier beoordeeld. Doorgaans wordt het verlof dan ook verleend. De wet schrijft voor dat aan het verlof de voorwaarde wordt verbonden dat, als de eis in de hoofdzaak nog moet worden ingesteld, de eis in de hoofdzaak binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn wordt ingesteld. Het doel van het conservatoir beslag is te voorkomen dat hangende een procedure verhaalsmogelijkheden verdwijnen. Dan moet wel een procedure aanhangig worden gemaakt. In het bestuursrecht kunnen kosten van bestuursdwang en verbeurde dwangsommen bij dwangbevel worden verhaald. Het dwangbevel levert een executoriale titel op. Het is ook mogelijk om vooruitlopend op dat dwangbevel conservatoir beslag te leggen voor de vordering tot betaling van kosten van bestuursdwang en verbeurde dwangsommen. Dat kan in ieder geval vanaf het moment dat kosten van bestuursdwang zijn gemaakt of dwangsommen zijn verbeurd. Het is mi. ook mogelijk om conservatoir beslag te leggen nadat de last is opgelegd en voordat bestuursdwang wordt toegepast of dwangsommen zijn verbeurd. Een bestuursorgaan hoeft geen eis in de hoofdzaak in te stellen omdat het zichzelf door middel van het dwangbevel een executoriale titel kan verschaffen. De voorzieningenrechter kan daar op twee manieren mee omgaan. Ofwel verbindt hij aan het verlof niet de voorwaarde dat de eis in de hoofdzaak binnen een bepaalde termijn moet worden ingesteld. Ofwel verbindt hij de voorwaarde dat de kostenbeschikking of de invorderingsbeschikking binnen een bepaalde termijn bekendgemaakt moeten worden. Het leggen van conservatoir beslag is niet zonder risico. Als de last onder dwangsom of de last onder bestuursdwang uiteindelijk geen stand houden, verdwijnt de grondslag voor het beslag. De beslaglegger is dan verantwoordelijk voor de schade die de beslagene als gevolg van het beslag heeft geleden. Het is verstandig om daarmee bij het maken van een keuze voor wat betreft de te beslagen zaken rekening te houden.
10 Faillissement VRAAG: Nadat het maximum aan dwangsommen is verbeurd gaat een van de bedrijven die als overtreder zijn aangeschreven failliet. Welke consequenties heeft dat voor de invordering van de verbeurde dwangsommen? Het gevolg van een faillissement is dat de failliet (degene die failliet is gegaan) van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen verliest. Het vermogen van de failliet ten tijde van de faillietverklaring en hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft valt onder het faillissement ( in de boedel ). De curator is belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel. Het faillissementsrecht kent drie soorten vorderingen: 1. boedelvorderingen; 2. verifieerbare (achtergestelde, concurrente of preferente) vorderingen en; 3. niet-verifieerbare vorderingen. Boedelvorderingen zijn vorderingen die: a. als zodanig zijn aangewezen in de wet (bijv. huur vanaf datum faillietverklaring (artikel 39 Fw) en loon werknemers (artikel 40 Fw) b. ontstaan doordat de curator in zijn hoedanigheid verplichtingen is aangegaan; en c. ontstaan doordat de curator in strijd handelt met een op hem, als curator, rustende verbintenis of verplichting. Deze omschrijving is door de HR gegeven in het arrest Koot/Tideman van 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6108. Verifieerbare vorderingen zijn vorderingen die vóór het faillissement zijn ontstaan en vorderingen die voortvloeien uit verplichtingen die vóór het faillissement door de failliet zijn aangegaan. Verifieerbare vorderingen kunnen uitsluitend worden voldaan indien en voor zover daarvoor na voldoening van de boedelvorderingen in de boedel nog geld aanwezig is. Niet-verifieerbare vorderingen zijn vorderingen die vanaf het faillissement ontstaan en die geen aanspraak geven op voldoening uit het boedelactief. Niet-verifieerbare vorderingen worden dus niet uit de boedel voldaan.
11 Het is in beginsel aan de burgerlijke rechter om te oordelen over de kwalificatie van een vordering. Toch laat de Afdeling zich hier ook over uit. In haar uitspraak van 13 februari 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ1261; Dutch Infra Tech) oordeelde de Afdeling dat dwangsommen die zijn verbeurd vóór het faillissement en dwangsommen die verbeurd raken als gevolg van het niet uitvoeren van een last onder dwangsom die vóór het faillissement is opgelegd aan de failliet niet-verifieerbare schulden opleveren. Op het terrein van de inrichting van DIT lagen grote hoeveelheden afvalstoffen opgeslagen, zonder dat DIT hiervoor over een vergunning beschikte. Het college van GS van Zuid-Holland legde voor deze overtreding aan DIT een last onder dwangsom op. Na het faillissement legde het college voor dezelfde overtreding een last onder dwangsom op aan de curatoren van DIT. In haar uitspraak van 23 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2728) over Bavin laat de Afdeling zich voor het eerst uit over de vraag of de kosten van bestuursdwang als boedelschuld moeten worden gekwalificeerd. Binnen de inrichting van Bavin ontstond, na het faillissement, brand. De brandweer bluste met water en het verontreinigd bluswater stroomde het oppervlaktewater in. Dat is een lozing waarvoor op grond van artikel 6.2 lid 1 Waterwet een vergunning is vereist. Die ontbrak in dit geval. Deze overtreding wordt toegerekend aan de curator. Aan de curator wordt de bestuursdwangbeschikking gestuurd, waarbij vermeld wordt dat de kosten van bestuursdwang voor rekening van de boedel komen. De Afdeling oordeelde dat op grond van het arrest Koot/Tideman q.q. dat de kosten van bestuursdwang een boedelschuld vormden omdat deze kosten gemaakt moesten worden doordat de curator een op hem, in zijn hoedanigheid van curator, rustende verplichting tot naleving van de Waterwet niet had nageleefd. In een uitspraak van 23 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2752) in de zaak Thermphos was een last onder dwangsom opgelegd om aan de verplichtingen uit de Kernenergiewet te voldoen en een extra stralingsdeskundige aan te stellen. De Afdeling oordeelde dat de kosten die gemoeid zijn met het voldoen aan de last door de curatoren worden gemaakt in hun hoedanigheid van beheerders van de boedel en dat deze kosten daarom boedelschulden zijn. Er is tot nu toe (7 april 2016) slechts één uitspraak bekend van een burgerlijke rechter over de kwalificatie van de hierboven beschreven bestuursrechtelijke verplichtingen. Dat is de
12 uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 19 maart 2014 (ECLI:NL:RBZWB:2014:1960). Thermphos International te Vlissingen ging failliet. Op grond van de omgevingsvergunning voor de inrichting van Thermphos golden opruimverplichtingen bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten. De uitvoering van deze verplichtingen zou naar schatting 70 miljoen euro gaan kosten. De curatoren vorderden een verklaring voor recht dat de kosten geen boedelschuld opleverden. De rechtbank oordeelde dat voor zover de opruimverplichtingen al bestonden toen het faillissement werd uitgesproken, deze verplichtingen geen boedelschuld opleveren, maar een (verifieerbare) concurrente vordering. Besluiten de curatoren om het bedrijf voort te zetten, dan geldt dat de verplichtingen als boedelschuld moeten worden gezien. De vraag is natuurlijk wanneer de opruimverplichtingen ontstaan. De opruimverplichtingen waren vastgelegd in vergunningsvoorschriften. Ontstaat deze verplichtingen met de inwerkingtreding van de vergunning of na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten. Deze vraag wordt door de rechtbank niet beantwoord. Vragen over dit onderwerp kunt u stellen aan: Bianca d Hooghe (bdhooghe@avdw.nl) en Jaap IJdema (cjijdema@avdw.nl)
Toezicht en handhaving
Toezicht en handhaving Praktijkdag VMR 2015 Jaap IJdema cjijdema@avdw.nl Modaliteit dwangsom Artikel 5:32b lid 1 Awb: Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een
Nadere informatieVMR Actualiteitendag
VMR Actualiteitendag Handhaving - overtreder 20 maart 2014 mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Begrip overtreder bij bestuurlijke handhaving
Nadere informatieArt. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid
PB 2015/4 Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheidd Publicatie PB: Tijdschrift voor Praktisch Bestuursrecht Jaargang 6 Publicatiedatum 20-05-2015 Afleveringnummer 4 Artikelnummer
Nadere informatieUitspraak. per overtreding met een maximum van
Auteur: mr. R. Olivier 1 Verschenen in: Gemeentestem (Gst.), januari 2019, Gst. 2019/6 Datum: 20 juni 2019 Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Titel: Verjaring van bestuursrechtelijke
Nadere informatieVMR praktijkdag 2017 Toezicht en handhaving
VMR praktijkdag 2017 Toezicht en handhaving door Jaap IJdema 30 november 2017 Onderwerpen 1. de eisen aan waarneming verbeurte dwangsom 2. de stuiting van de verjaring invorderingsbevoegdheid 3. de handhaving
Nadere informatieVMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving
VMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Thema s Artikel 5:39 Awb Betwisting
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1791
ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste
Nadere informatieAB 2015/224 AB 2015/224. Procesverloop
RECHTSPRAAK BESTUURSRECHT De rechtbank constateert ambtshalve dat de dwangsommen met betrekking tot de voornoemde handhavingsbesluiten zijn verjaard binnen een jaar na de data van 4, dan wel 5 of 6 september
Nadere informatieNOTA BESTUURSRECHTELIJKE GELDSCHULDEN
Nota: Bestuursrechtelijke geldschulden Inhoud: Beleid over uitstel van betaling, voorschotverlening, vertragingsrente en Sector/afdeling: Samensteller: Deelprojectgroep bestuursrechtelijke geldschulden
Nadere informatieIntegraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen
Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -
Nadere informatieAB 2015/224 AB 2015/224. Procesverloop
RECHTSPRAAK BESTUURSRECHT derzochte gemeenten, waar beide regimes naast elkaar werden toegepast, bleek er een voorkeur te bestaan voor het fiscale invorderingsregime en werden initiatieven ontplooid om
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2348
ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatie8 INVORDERING DOOR DE OVERHEID INHOUDSOPGAVE
8 INVORDERING DOOR DE OVERHEID INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 15 1.1 Over brandbommen en een hekwerk 15 1.2 Plaatsbepaling, terminologie en nut van dit onderzoek 18 1.3 Het invorderen van sancties onder de
Nadere informatieAuteur: Verschenen in: Datum: Titel: mr. P.J.J. van Buuren met noot van mr. R. Olivier i Tijdschrift voor Bouwrecht Editie 7, juli 2017
Auteur: Verschenen in: Datum: Titel: mr. P.J.J. van Buuren met noot van mr. R. Olivier i Tijdschrift voor Bouwrecht Editie 7, juli 2017 Verjaring van bestuursrechtelijke dwangsommen. Een invorderingsbeschikking
Nadere informatieOns kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]
Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens
Nadere informatieBestuursrechtelijke geldschulden
Mr. M.W. Scheltema Bestuursrechtelijke geldschulden Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2010 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Introductie /1 1.1 Inleiding /1 1.2 Verhouding tussen publiek- en privaatrecht
Nadere informatieFaillissement en milieu. Waartoe is de curator gehouden na faillissement van de onderneming?
Mr. E.H.P. Brans en mr. J.H. van der Weide 1 Faillissement en milieu. Waartoe is de curator gehouden na faillissement van de onderneming? 1. Inleiding Het komt bij milieu-incidenten van enige omvang regelmatig
Nadere informatieAB 2015/302 AB 2015/302
Bij besluit van 5 april 2013 heeft het college besloten tot invordering van door appellant 1 verbeurde dwangsommen ten bedrage van 50.000 (tien termijnen van 5.000). Bij besluit van 5 december 2013 heeft
Nadere informatieLeidraad voor het nakijken van de toets
Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatiemr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur
Gemeenschappelijke Dienst Directie Juridische Zaken AJBZ mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Telefoon 070 339
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52 2 januari 2017 Beleidsregel van de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) inzake toepassing van
Nadere informatieB&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:
2.2.5 Handhaving Villa de Lux en Begijnhofstraat 28 1 Dossier 1075 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1075 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 29 november 2016 Agendapunt 2.2.5 Omschrijving Handhaving
Nadere informatieJurisprudentie. J.W. v a n Z u n d e r t. t u u r d.
het bouwplan van 1.500.000,00, het door vergunninghouder voorgestelde bestedingsplafond voor het archeologisch onderzoek van 700.000,00, waarvan voor de uitbreiding van de grafkelder 300.000,00 is gereserveerd,
Nadere informatieBrief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag
Concept wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding van de evaluatie van de regeling over bestuursrechtelijke geldschulden en het Besluit buitengerechtelijke kosten Dit
Nadere informatieMr. W.J. Bosma en mr. J.L. Snijders Overheid en Aansprakelijkheid 2016/77 7 december 2016 Bestuursrechtelijke handhaving en faillissement
Auteur: Verschenen in: Datum: Titel: Mr. W.J. Bosma en mr. J.L. Snijders Overheid en Aansprakelijkheid 2016/77 7 december 2016 Bestuursrechtelijke handhaving en faillissement 1. Inleiding In faillissementsboedels
Nadere informatieNummer: 2 Datum: 16 december 2014
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 2 Datum: 16 december 2014 Gegevens onderneming: Datum uitspraak: 12 augustus 2014 Curator: Mr. I.M.M. Warmerdam R-C: Mr. I.M. Bilderbeek
Nadere informatieDe minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag
De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 1 juni 2016 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 088-361 33 17 uw kenmerk 750380 cc bijlage
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3368
ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste
Nadere informatieKnowledge Portal. TvI 2015/12. Aflevering TvI 2015, afl. 1a Publicatiedatum 01-02-2015 Auteur Mr. E.M.N. Noordover [1]
Knowledge Portal TvI 2015/12 Aflevering TvI 2015, afl. 1a Publicatiedatum 01-02-2015 Auteur Mr. E.M.N. Noordover [1] Titel De curator als overtreder [2] Tekst 1. INLEIDING Na jaren een goed lopend bedrijf
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt er over dat de Belastingdienst executoriaal beslag heeft gelegd op onroerende zaken van haar ondanks het feit dat er - in verband met de door de Belastingdienst gestelde
Nadere informatieZesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap EERBOT B.V.
Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap EERBOT B.V. inzake : de besloten vennootschap
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 29 702 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 juli 2007 Wij Beatrix,
Nadere informatieWebinar Handhaving in het omgevingsrecht. mr. W.J. (Willem) Bosma Van der Feltz advocaten www.feltz.nl
Webinar Handhaving in het omgevingsrecht mr. W.J. (Willem) Bosma Van der Feltz advocaten www.feltz.nl Hoofdstuk 5 Awb Onderwerpen Definities, bevoegd gezag Beginselplicht tot handhaving Handhavingsinstrumenten
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk
, Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1 AANTEKENEN Raad van de gemeente Montfoort Postbus 41 3417ZG MONTFOORT 04 nov 2016/1106 Datum 3 november 2016 Ons nummer 201607060/1/R2 Uw kenmerk
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:2558
ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieLJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502
LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 Datum uitspraak: 21-02-2012 Datum publicatie: 21-02-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige
Nadere informatieBijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering
Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering 1. Algemeen Een bestuursorgaan komt bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum van het te verbeuren bedrag een ruime mate van beleidsvrijheid
Nadere informatie: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving
Intitulé : LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Citeertitel: Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving
Nadere informatieZundertse regelgeving / Wetstechnische informatie
Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Rubriek Openbare orde en veiligheid Naam regeling Citeertitel Beleidsnotitie Woningontruiming n.v.t. Wettelijke grondslag Algemene plaatselijke verordening
Nadere informatieHUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN?
HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HOGE RAAD 19 APRIL 2013 LJN: BY6108 PROGRAMMA: Verplichtingen van de huurder (artikel 7:218 en 7:224 BW) Faillissement en beëindiging van de huurovereenkomst
Nadere informatieBeleidsregels Verhaal WWB en WIJ. Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling. Opmerkingen m.b.t. de regeling. Grondslagen
Beleidsregels Verhaal WWB en WIJ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 Nieuw B.W. eerste gedeelte, bevattende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de
Nadere informatieAansprakelijkheden van QESHmanagers. veiligheidsfunctionarissen
Aansprakelijkheden van QESHmanagers en veiligheidsfunctionarissen Remko Wijling Deltalinqs Arbo contactgroep d.d. 21 april 2017 1 Programmaonderdelen Inleiding Strafrechtelijke aansprakelijkheid? Bestuursrechtelijke
Nadere informatieZundertse Regelgeving Wetstechnische informatie
Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Citeertitel: Beleidsregels verhaal Pw 2015 gemeente Zundert
Nadere informatieStappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Dranken Horecawet en Wet op de Kansspelen.
Bijlage 2: Stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Dranken Horecawet en Wet op de Kansspelen. Er worden informatiebrieven verstuurd naar alle ondernemingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer
Nadere informatieR.B. CONVERTING BV R.B. ENGINEERING BV INTER HOLDING RHENEN BV
Dit verslag ziet uitsluitend op hetgeen zich in de afgelopen verslagperiode heeft voorgaan. Daar waar de nummering ontbreekt, zijn de hoofdstukken reeds afgesloten en wordt voor informatie verwezen naar
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.01/15/547 NL:TZ:0000003858:F001 18-08-2015 mr. H.J. School mr. C. Schollen Algemeen Gegevens onderneming TWEEDE VERSLAG: VLIELAND
Nadere informatieFaillissementsverslag nummer 1 datum: 25 oktober 2010
Faillissementsverslag nummer 1 datum: 25 oktober 2010 Gegevens onderneming : GMA Facility Services B.V. te Alphen aan den Rijn Faillissementsnummer : F.10/731 (S.10/54) Datum uitspraak : 24 september 2010
Nadere informatieProf. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I
Prof. mr. A.W. Jongbloed Executierecht Kluwer a Wotters Kluwer business Kluwer - Deventer 20t I INHOUD Voorwoord / V 1 Inleiding. Executoriale titels. Enkele algemene regels van executierecht /1 1.1 Inleiding
Nadere informatieBestuursrechtelijke handhaving in faillissement
Bestuursrechtelijke handhaving in faillissement M r. d r s. M. M o e l i k e r * 1 Inleiding Bij handhaving door een bestuursorgaan ten opzichte van een curator van een failliete onderneming vloeien het
Nadere informatieOmdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen.
Omgevingsdienst NZKG Retouradres: Postbus 209, 1500 EE ZAANDAM Bezoekadres: Ebbenhout 31 1507 EA Zaandam Leidseplein Beheer B.V. t.a.v. de heer M. J. C. de Vries Nieuwe Hemweg 5 E 1013 BG Amsterdam Postbus
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.01/15/547 NL:TZ:0000003858:F001 18-08-2015 mr. H.J. School mr. C. Schollen Algemeen Gegevens onderneming TWEEDE VERSLAG: VLIELAND
Nadere informatieHof van Cassatie van België
7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd
Nadere informatieAB 2013/95: Last onder dwangsom. Curator is uit hoofde van zijn bijzondere gezagsverhouding verantwoordelijk voor naleving van de voor inrichting g...
AB 2013/95: Last onder dwangsom. Curator is uit hoofde van zijn bijzondere gezagsverhouding verantwoordelijk voor naleving van de voor inrichting g... Wanneer een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer
Nadere informatie1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities.
vonnis RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Privaatrecht Locatie Leeuwarden Kort-gedingnummer: [... ] vonnis van de voorzieningenrechter in het kort-geding d.d. 16 juli 2014 inzake [DE MAN], wonende te [Plaatsnaam
Nadere informatieCorrectiemodel. SPD Bedrijfsadministratie RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel RECHT MAANDAG 5 OKTOBER 2015 13.10-15.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens B / 7 Opgave 1 (20 punten) Nee
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. H.W.H. Groenendijk (PVV) en B. Privé (PVV) (d.d. 12 mei 2015) Nummer 3037
van Gedeputeerde Staten op vragen van H.W.H. Groenendijk (PVV) en B. Privé (PVV) (d.d. 12 mei 2015) Nummer 3037 Onderwerp Administratieve blunders kosten bakken met geld Aan de leden van Provinciale Staten
Nadere informatieEssentie. Samenvatting
Gst. 2015/109: Dat de schuur en de daarbij behorende gronden zijn overgedragen aan een derde, maakt niet dat appellante vanaf dat moment geen dwang... Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Datum:
Nadere informatieAlgemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013
Bijlage 1: MANDAATLIJST Goeree-Overflakkee aan DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 Algemeen A01 A02 A03 A04 A05 A06 Proceshandelingen op grond van: a) art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en
Nadere informatieActualiteiten bestuursrecht uitspraken 18 (en 11) november 2015. mr. W.J. (Willem) Bosma Van der Feltz advocaten www.feltz.nl
Actualiteiten bestuursrecht uitspraken 18 (en 11) november 2015 mr. W.J. (Willem) Bosma Van der Feltz advocaten www.feltz.nl 1. ABRvS 18 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3536 (I) Dwangsom bij niet tijdig
Nadere informatieDatum : 30 maart 2014 Nummer: 17
ma/gr 20060569 Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex artikel 73a Fw) Datum : 30 maart 2014 Nummer: 17 Gegevens onderneming : Zuid-Hollandse Glascentrale Beheer B.V. (F 09.06.244) Zuid-Hollandse
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Nummer : 3, tevens eindverslag Datum : 21 december 2015 Gegevens
Nadere informatieLJN: BD4051, Rechtbank Almelo, 08 / 520 AQ1 V
LJN: BD4051, Rechtbank Almelo, 08 / 520 AQ1 V Print uitspraak Datum uitspraak: 30-05-2008 Datum publicatie: 16-06-2008 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/15/180 NL:TZ:0000002806:F001 10-03-2015 mr. T.F. Quaars mr. van Vugt Algemeen Gegevens onderneming Flevo Invest B.V. (hierna:
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Nummer : 1 Datum : 26 maart 2014 Gegevens onderneming : De
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/23 NL:TZ:0000002272:F001 12-01-2016 mr. M.C.C. Stoové mr. Neijt Algemeen Gegevens onderneming de besloten vennootschap met
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V.
ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. Artikel 1: Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op en vormen één geheel met alle door Buskoop te sluiten overeenkomsten. 1.2 In deze algemene voorwaarden
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Nummer : 2 Datum : 25 juni 2014 Gegevens onderneming : De
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.18/16/103 NL:TZ:0000005951:F001 03-05-2016 mr. J.M. Sprangers mr. P Molema Algemeen Gegevens onderneming Snezana B.V., gevestigd
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon -------------------------------------------------------------------------------------------------
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Nummer : 2 Datum : 21 september 2015 Gegevens onderneming
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieDerde cursusdag. I. Beslag Kort geding
Derde cursusdag II. I. Beslag Kort geding I. Beslag Factoren die vooraf een rol spelen bij het leggen van beslag: - De aard en de kracht van de vordering - De aanwezigheid van verhaalsobjecten - De gegoedheid
Nadere informatieVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester
Nadere informatiePer koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg SC ROTTERDAM
> Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Per koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg 637-639 3065 SC ROTTERDAM Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen
Nadere informatieEXECUTIE EN VERREKENING
EXECUTIE EN VERREKENING Geregeld komt het in familiezaken voor dat in het dictum van de uitspraak niet het bedrag wordt genoemd dat de één aan de ander verschuldigd is. Vaak gebeurt dit in verdelingszaken
Nadere informatieHuurrecht en faillissement
Presentatie Vogon 1 april 2015 Jurjan Adriaansens Advocaat vastgoed sinds 2002-2007 303-taxateur + bedrijfsjurist bij DTZ 2007-2008 Sinds 2008 terug als vastgoedadvocaat Oprichter/partner M2 Advocaten
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.18/15/380 NL:TZ:0000001330:F001 13-11-2015 mr. P.T. Bakker mr. A.L. Goederee Algemeen Gegevens onderneming de besloten vennootschap
Nadere informatieArtikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak
Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:10543
ECLI:NL:RBNHO:2015:10543 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 02-12-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4056888 \ CV EXPL 15-3511 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 7 Datum: 23 juni 2015. Gegevens onderneming: Stari Beheer B.V. Faillissementsnummer: C/01/12.586 F Datum uitspraak: 19 juni 2012 Curator:
Nadere informatieCorporate Alert: de 403-verklaring
Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.)
Dit verslag is identiek aan het digitaal ingediende verslag. Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.) Datum: 31 maart 2014 Nummer: 16 Gegevens gefailleerden : De besloten vennootschappen
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Betreft Verslagnummer Datum verslag 25-04-209 Insolventienummer F.0/9/26 Toezichtzaaknummer NL:TZ:0000098534:F00 Datum uitspraak 25-03-209
Nadere informatieActualiteiten over het retentierecht van de aannemer
Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht
Nadere informatieUitspraak /1/A3
Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782
Nadere informatieTerugvordering bestuursrechtelijke geldsommen door de NZa
BELEIDSREGEL Terugvordering bestuursrechtelijke geldsommen door de NZa Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201704039/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 18 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Haaren Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Project strijd bestemmingsplan
Nadere informatieBIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 202 Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieTenuitvoerlegging mist in deze opsomming, maar uitvoering is minstens zo belangrijk.
Ontwikkelingen wetgeving Omgevingswet: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/ruimte-en-wonen/omgevingswet 18.1 Handhavingstaak: a. houden van toezicht op de naleving; b. behandelen van klachten; c. opleggen
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/17/230 NL:TZ:0000013156:F001 16-05-2017 mr. W. Ploeg mr. Hofman Algemeen Gegevens onderneming PHZ Horeca B.V. Activiteiten onderneming
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;
VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN 2017 De raad van de gemeente Roosendaal, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;
Nadere informatieFaillissementsverslag nummer 1 datum: 8 april 2016
Faillissementsverslag nummer 1 datum: 8 april 2016 Gegevens onderneming : VDI Holding B.V., statutair gevestigd te Alphen aan den Rijn. Faillissementsnummer : C/09/16/140F. Datum uitspraak : 8 maart 2016.
Nadere informatieWie boven het bestuurs- en faillissementsrecht uitstijgt ziet de eenheid 1
Wie boven het bestuurs- en faillissementsrecht uitstijgt ziet de eenheid 1 mr. F.A. Pommer & mr. M.J.W. van Ingen 2 In TvCu 2014/1 schreven wij over de curator als milieuovertreder. Aanleiding voor dat
Nadere informatiegelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 7 juli 2015;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Epe. Nr. 65344 20 juli 2015 Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Epe ; gelet op het voorstel van burgemeester
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.18/16/103 NL:TZ:0000005951:F001 03-05-2016 mr. J.M. Sprangers mr. P Molema Algemeen Gegevens onderneming Snezana B.V., gevestigd
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/17/352 NL:TZ:0000015028:F001 15-08-2017 mr. W. Ploeg mr. van Vugt Algemeen Gegevens onderneming Arxalba B.V. Activiteiten onderneming
Nadere informatie