Het coöperatief leren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het coöperatief leren"

Transcriptie

1 Het coöperatief leren Coöperatief leren gaat uit van op samenwerking gerichte activiteiten en prestaties. De basiskenmerken komen samen in het woord: GIPS Gelijke deelname Individuele verantwoordelijkheid Positieve wederzijdse afhankelijkheid Simultane actie De 5 sleutels hiertoe zijn: o Werkvormen o Vaardigheden o Coöperatief klassenmanagement o Motiverend groepsklimaat o Het evalueren Met als doel samen werken, samen leren: - Verstandelijke ontwikkeling - Sociale ontwikkeling - Voorbereiden op functioneren in de maatschappij - Differentiatie Met als basisprincipes: - Positieve wederzijdse afhankelijkheid:l.l. dragen als individu bij aan het groepsresultaat. De inbreng van ieder is van belang. L.l. worden afhankelijk van elkaar. Groepsdoel: een eindproduct afleveren, groepsbeloning in het vooruitzicht. - Individuele verantwoordelijkheid voor de eigen inzet en bijdrage aan het werk. Ieder draagt zijn steentje bij. Aan het eind van de opdracht kan elk willekeurig lid van de groep de gevraagde uitleg geven. - Directe interactie over de uitvoering van de opdracht. De l.l. moeten dicht bij elkaar zitten, zonder dat de verschillende groepjes elkaar storen. - Sociale vaardigheden. In het begin zullen bepaalde vaardigheden misschien moeten worden aangeleerd, zoals bijv. het geven van een complimentje. - Evalueren van het groepsproces. De leerkracht observeert de verschillende groepjes en bespreekt na afloop niet alleen het product van het groepswerk, maar ook het groepsproces met de l.l. Evalueren op: - inhoud: wat, welke stappen - samenwerkingsvaardigheden in het algemeen - een van te voren gekozen samenwerkingsvorm of vaardigheid - niet vertellen, maar via gebaar - 30 sec. om drie dingen op te schrijven die anderen gedaan hebben om elkaar te helpen Aandachtspunten voor het evalueren met l.l.: - stel open vragen - geef l.l. bedenktijd; sec.

2 - gebruik de naam van de werkvorm: didactische werkvorm/opstelling - evalueer schriftelijk / mondeling: placemat matrix voor de B.B.: in kolom invullen wat er goed/minder goed ging, eventueel m.b.v. smilertjes. Kaartjes invullen: met bedenktijd 1 positief, 1 negatief punt opschrijven - hou het kort - antwoorden geven een start voor een volgende opdracht en/of evaluatie - geef vanuit eigen ervaringen voorbeelden - kom met conclusies (heb je het gezien. Klopt het) Argumenten voor het coöperatief leren: - Actief en constructief leren: actieve inbreng van l.l. - Sociaal leren: betere denkwijze, cognitieve ontw. - Adaptief onderwijs: heterogene samenstelling zorgt voor het leren omgaan met elkaars verschillen en elkaars zwakke punten aan te vullen. Verantwoordelijkheid krijgen voor elkaars leren. Leerkracht heeft de gelegenheid om een apart groepje te begeleiden - Sociale en communicatieve vaardigheden - Pedagogisch klimaat: elkaar beter leren waarderen en verdragen - Positief effect op zelfvertrouwen en motivatie - Positief effect op leerresultaten: mits het stellen van groepsdoelen en het ind. verantwoordelijk stellen van l.l. Voorwaarden: - Pedagogisch klimaat: prettige omgangsvormen, elkaar aankijken, elkaar laten uitspreken, elkaar een complimentje geven - Spreek en luistervaardigheden: vasthouden aan het onderwerp, ingaan op wat een ander zegt, vragen stellen, samenvatten wat een ander zegt. - Regels en afspraken hanteren: materialen delen, anderen niet storen, bij het groepje blijven - Elkaar helpen: hulp aanbieden, hulp vragen - Ruimte (soms)

3 Groeperingsvormen Coöperatief leren werkt dankzij de inzet van alle betrokkenen, het verhoogt het deelname percentage. Het kent 4 groeperingsvormen die ieder voor verschillende doelen in te zetten zijn. Niet alle l.l. in de groep zijn overal even goed in. De leerkracht kiest de groeperingsvorm - Heterogene groepen - Willekeurige groepen - Interesse groepen - Homogene groepen Heterogene groepen: Heterogeniteit is een basisprincipe van het coöperatief leren. Heterogene groepen vergroten de kans op het ontstaan van leerhulp bieden, positieve relaties en een efficiënt klassenmanagement. Heterogene, door de leerkracht geformeerde groepen, hebben tijdens het coöperatief leren de voorkeur omdat ze; 1. de grootste mogelijkheid bieden tot samenwerking 2. de relatie en integratie tussen de verschillende seksen en kinderen van verschillende etnische afkomst verbeteren 3. het klassenmanagement vergemakkelijken (een hoogpresterende in een groep kan de rol van de leerkracht voor de andere drie l.l. overnemen ) Binnen een heterogene groep kan het observeren en nadoen van gedrag tot ontwikkelingseffecten leiden. Hoe kleiner de groep, hoe groter het effect. Er is meer kans op participatie. Het groepseffect benut de verschillen in ontwikkeling door de wederzijdse afhankelijkheid, groepsbeloning en door de individuele verantwoordelijkheid spoor je l.l. maximaal aan, motiveer je hen en faciliteer je de cognitieve ontwikkeling. In een klas waarin samenwerking plaatsvindt zal een l.l. die op allerlei manieren andere l.l. helpt bij het leren, en in positieve zin hierin regelmatig opvalt, van groepsgenoten meer waardering en aanmoediging ontvangen dan in een meer traditioneel ingerichte klas. Een groep biedt daarmee niet alleen veiligheid, eigenwaarde, verwantschap en macht, maar ook prestige. Ook de veranderingen in de sociale status ten gevolge van verbeterde schoolprestaties kunnen erg belangrijk zijn. Willekeurige groepen: Deze groepen zijn op verschillende manieren te vormen: door eigen keuze van de l.l. (op basis van vriendschap of interesse) of toevallige selectie. (getal, geboortemaand, schoenmaat, eerste letter voornaam, lievelings eten etc.) Een eigen keuze heeft een risico in zich doordat je hiermee een eigen status of hiërarchie oproept of stimuleert. Formeren van groepen op toevallige selectie biedt variatie, de mogelijkheid om vaardigheden over te dragen en het idee van eerlijkheid. Het kan achter ook leiden tot een onevenredige verdeling, waardoor de zwakste l.l. samen in een groep komen. Willekeurig geformeerde teams moeten daarom ook niet te lang bestaan.

4 Interesse groepen: l.l. vormen een eigen groep die een bepaalde kwaliteit bezit. Men kan de inhoud meer uitdiepen. Het toelaten van een groep vrienden kan soms nieuwe energie geven aan het leerproces. Homogene groepen: Op grond van begrijpelijke instructie, taal- en begripsverwerving. Men heeft hetzelfde taalvaardigheidsniveau, dezelfde verbale vaardigheden, heeft dezelfde instructiebehoefte. Het vergemakkelijkt de instructie, l.l. krijgen de kans hun taal op een gepaste manier te verwerven. De taal vraagt om homogeniteit, men kan echter deze groepen heterogeen maken op grond van inhouden, geslacht, etnische achtergronden. De groeperingsvormen maken het noodzakelijk dat de meubilairopstellingen in korte tijd aangepast moeten worden aan het doel en de werkvorm van de les. In de beginfase is een snel en ordelijk verloop van de wisseling in meubilairopstellingen een stimulans om in samenwerking met groepjes verder te gaan. Voor een vlot verloop worden er afspraken gemaakt en regels vastgelegd en wordt er geoefend met meubilairverplaatsing.(denk hierbij aan tijd en geluid) Komen tot regels en afspraken voor het verplaatsen van tafels en stoelen: - Klassengesprek van ongeveer 5 min. - Een positieve benadering - Formuleren in expliciete bewoordingen - Zorg voor overeenstemming - Formuleer regels - Schrijf de regels op - Demonstreer de regels - Bepaal wat de basisopstelling in het vervolg is Coöperatief leren en peer-tutoring zijn niet hetzelfde maar hangen nauw samen. Peer-tutoring; De l.l. helpen elkaar als dat nodig is. Hulp in de vorm van het geven van aanwijzingen, zodat de ander zelf het antwoord kan ontdekken. De hulp wordt meestal in tweetallen gegeven: een l.l. heeft hulp nodig, de andere l.l. helpt. Kennis en vaardigheden worden overgedragen van de ene l.l. naar de andere l.l. Uitleg van een medel.l. wordt soms beter begrepen dan die van de leerkracht omdat de uitleg van de helper (tutor) meer aansluit bij het denkniveau en gedachtegang van de tutee. De tutor leert eveneens van het uitleggen omdat hij de stof goed moet structureren. Peer-tutoring Coöperatief leren Inbreng Geen gelijke inbreng / deelname tussen l.l. Gelijke inbreng / deelname l.l. Groepsgrootte Altijd twee l.l. Twee of meer l.l. Taken De taken van de l.l. zijn onafhankelijk De taken van de l.l. hangen sterk samen

5 Stappenplan (sociale) vaardigheden toegespitst op helpen 0. Vaststellen van de te leren vaardigheid: hulp geven, hulp vragen 1. Verhelderen: met voorbeelden uit het dagelijkse leven van kinderen; verhaal, video, rollenspel. Bespreken van het waarom, de voordelen om de vaardigheden te beheersen. 2. Voorbeelden laten zien: illustreer de vaardigheden nogmaals, laat zien hoe het tegenovergestelde eruit ziet. 3. Concreet maken: Ziet er uit als: Klinkt als: - Reageer vriendelijk als de ander - ja hoor, ik wil best helpen je hulp vraagt - Luister goed om te achterhalen wat het probleem is - Weet je niet hoe je moet beginnen? - Vraag uit jezelf of je kunt helpen - Voordoen en hardop vertellen - Wil je dat ik help? helpt - aanmoedigen en complimenten geven - Ik zal het voordoen en erbij vertellen wat ik doe. 4. Oefenen als tweede doel van de les: l.l. de vaardigheid als doel laten oefenen. Leerkracht begeleidt en observeert. 5. Observeren en nabespreken: opmerkingen maken over kenmerken van positief waargenomen gedrag. Om reacties vragen. Ben ik een goed helper? Ik reageer vriendelijk als iemand mij om hulp vraagt Ik vraag ook wel eens uit mezelf of ik iemand kan helpen Ik dring mijn hulp niet op Ik zeg het eerlijk als ik niet kan helpen Ik luister goed naar wat de vraag of het probleem is Ik doe zelf voor en vertel hardop wat ik doe Ik geef aanwijzingen maar zeg niet voor Ik laat de ander het ook proberen en moedig hem aan Ik geef een complimentje als het goed gaat Ik laat de hulp niet langer duren dan nodig is.

6 Samenwerkingsvaardigheden van l.l. Het coöperatief leren vergt samenwerkingsvaardigheden van l.l. als streefdoel voor een bepaalde periode: Basisvaardigheden Aan het eind van groep 4 beschikken de kinderen over de volgende vaardigheden: (waar een* staat: eind groep 2) (Prettige) omgang scheppen Elkaars naam gebruiken* Elkaar aankijken tijdens het praten* Vriendelijk op elkaar reageren* Elkaar gelegenheid geven mee te doen, geduld hebben Eigen initiatief tonen Een inbreng durven te hebben Zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan* Meewerken aan de groepsopdracht hulp vragen aan een ander Luisteren naar elkaar Luisteren naar elkaar Elkaar uit laten praten De inbreng van een ander accepteren Verschil van mening accepteren Elkaar aanbieden iets uit te leggen Je houden aan afspraken Bij je groepje blijven Rustig praten en werken Materiaal met elkaar delen* Om de beurt praten Aan de taak doorwerken tot deze af is* Voortgezette vaardigheden Aan het eind van groep 6 beschikken de kinderen over de volgende vaardigheden: Communiceren Vragen stellen aan elkaar Reageren op wat een ander zegt Elkaar vragen hardop te denken Verschil van mening accepteren Op een vriendelijke manier zeggen dat je het ergens niet mee eens bent Betrokkenheid op de groep tonen Elkaar aanmoedigen mee te doen Elkaar een complimentje geven Met alle groepsleden samenwerken (naar 4) Helpen Hulp vragen aan een ander Elkaar helpen zonder voor te zeggen Doelgericht werken Het werk plannen, volgorde Richting geven aan de uitvoering van de taak Elkaar herinneren aan de opdracht Vaardigheden voor gevorderden Voor het eind van groep 8 gelden de volgende streefdoelen: Interpersoonlijk contact Je in het standpunt van een ander verplaatsen Ook op de langere termijn een goede relatie behouden Elkaar vragen hardop te denken Ondersteunde opmerkingen maken Af en toe herhalen wat een ander zegt Omgaan met lastige situaties Overeenstemming met elkaar bereiken Kritiek formuleren op ideeën, niet op personen Met elkaar problemen oplossen Af en toe de voortgang samenvatten Bijdragen aan een optimale opbrengst Verschillende voorstellen kunnen combineren Ideeën verder uitbouwen De groep stimuleren, motiveren

7 Taakverdeling Bij het coöperatief leren worden er taken verdeeld: - Aanmoediger: o Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Bijvoorbeeld: Kom op jongens, we gaan aan de slag. o Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel. o Wanneer je groep de opdracht moeilijk vindt, zeg je bijvoorbeeld: we kunnen het wel, even goed nadenken. - Taakkapitein: o Je zorgt ervoor dat iedereen bij de groep blijft en dat niemand wegloopt. o Wanneer iemand in de groep over andere dingen praat dan de taak zeg je; Eventjes erbij blijven. o Wanneer de groep niet meer geconcentreerd is, zeg je: Kom op, probeer nog even mee te doen. - Tijdbewaker: o Je zorgt ervoor dat je de klok kunt zien of een horloge hebt. o Je vertelt aan het begin van de opdracht hoeveel tijd jullie hiervoor hebben o Wanneer de groep erg lang bij een vraag blijft hangen waarschuw je bijvoorbeeld door te zeggen: We moeten aan de volgende vraag beginnen, anders krijgen we het niet af. o Af en toe vertel je de groep hoeveel tijd er nog over is. o Je geeft aan wanneer de tijd bijna voorbij is en jullie echt moeten stoppen. - Stiltekapitein: o Je houdt in de gaten of je groepsgenoten niet te hard praten o Als de groep te hard praat zeg je bijvoorbeeld: We moeten iets zachter praten. o Als jouw groep last heeft van een andere groep mag jij hen waarschuwen en vragen wat zachter te doen. - Notulant/schrijver: o Zorg ervoor dat je pen en papier voor je hebt o Als de groep een antwoord geeft, vraag dan of iedereen het er mee eens is. o Schrijf het antwoord van je groep goed leesbaar op. - Materialenbaas: o Je let goed op welke materialen jullie nodig hebben een waar je ze kunt halen o Je haalt de materialen snel op zodat je groep aan het werk kan o Als tijdens het werk nog materiaal nodig is, mag jij alleen dat gaan halen. o Als het werk klaar is lever je het werk in bij de leerkracht en ruim je de materialen die jullie gebruikt hebben op. - Tafelbaas: o Je zorgt dat je weet hoe de tafels moeten staan o Je geeft je groepsgenoten aanwijzingen voor het verplaatsen van de tafels o Je zorgt er voor dat dit snel en zachtjes gebeurt.

8 Werkvormen voor coöperatief leren (zie bijlage 9: domeinenkaart coöperatief leren) Bij de werkvormen is het klassenmanagement / de organisatie van belang. De structuur biedt het houvast.: - Opstelling van het meubilair - Criteria voor het samenstellen van de groepen - Afspraken: o Samen met de l.l. o Gewenst gedrag concreet aangeven o Positief formuleren o Stapsgewijs opbouwen 1. Denken delen uitwisselen (2-4 kinderen) Deze werkvorm is geschikt om voorkennis van kinderen rond een thema op te halen. U stelt een open vraag of een vraag die een creatieve oplossing vraagt. De kinderen denken zelf na over hun antwoord (schrijven dit eventueel kort op). Uitwisselen met je maatje en komen tot een gezamenlijk antwoord. Hierbij ervaren ze dat de antwoorden van henzelf en hun maatje elkaar aanvullen en dat je samen meer weet dan alleen. Eventueel laat u de kinderen in een groepje van vier hun antwoorden vergelijken. Klassikale uitwisseling: u wijst enkele kinderen aan om het antwoord aan de groep te vertellen dat ze samen met hun maatje hebben geformuleerd. 2. De placemat (groep van 4) Ieder groepje krijgt een vel papier waarop in het midden een rechthoek staat; vanuit de hoeken van de rechthoek zijn lijnen getrokken naar de hoeken van het papier, waardoor er rond de rechthoek vier vakken ontstaan. Ieder kind schrijft in het eigen vak ideeën, antwoorden, oplossingen bij een gegeven vraagstelling. Na de individuele bedenktijd overleggen de kinderen wat er gezamenlijk is in hun antwoorden en dat schrijven zij in de rechthoek. Geschikt voor open vragen, kennis- en inzichtvragen (bijv. noem vier belangrijke kenmerken van de hoofdpersoon, met welke problemen kregen ontdekkingsreizigers te maken). Bij jonge kinderen is de lege placemat een hulpmiddel om samen iets te maken; ieder kind werkt eerst voor zichzelf en legt wat het heeft (plaatjes, tekeningetjes) in het eigen vak, vervolgens wordt er een gezamenlijk product van gemaakt (bijv. collage). 3. Graffiti (groepen van vier) Iedere groep krijgt een groot vel papier en viltstiften, ieder groepslid een eigen kleur. De leerkracht geeft een vraag, thema, uitspraak, onderwerp waarop de kinderen moeten reageren. Ieder groepslid schrijft in korte tijd zijn/haar 'graffiti' (woorden, zinnen, tekeningen) over het onderwerp. Het papier vervolgens doorgeven aan een volgende groep en die op dezelfde manier de 'graffiti' laten aanvullen, net zo lang tot iedere groep het eigen papier weer terug heeft. De groep vat alle reacties samen en trekt conclusies. Presentatie van de bevindingen in de hele groep.

9 4. Genummerde hoofden/de koppen bij elkaar (3-4 kinderen) U maakt groepjes van 3-4 kinderen. Elk kind in het groepje krijgt een nummer (of een kleur, naam van een dier). U geeft een vraag of opdracht (bijv. vragen bij een gelezen tekst, op welke manieren kun je een bepaalde som uitrekenen, hoe kunnen we elkaar helpen). U legt uit dat straks per groepje een kind het antwoord mag geven. Je weet van te voren niet wie. In het groepje moet elk kind het antwoord van de groep kunnen geven. De kinderen overleggen met elkaar in het groepje wat hun antwoord is. Klassikale uitwisseling: u noemt een nummer; elk kind met dat nummer geeft het antwoord van het groepje. 5. Oefengroepen (4 kinderen) In een groepje van vier gaan kinderen bepaalde leerstof oefenen. De groepsleider bedenkt op welke manier het oefenen plaats vindt; vooraf bespreekt u deze oefenvormen in de hele groep. Het inoefenen gebeurt onder leiding van de groepsleider; in het groepje bespreken de kinderen hoe het oefenen verloopt. De stof wordt daarna individueel getoetst. 6. Legpuzzel (4 kinderen) In een groep van vier gaan de kinderen ieder een eigen deel van de leerstof bestuderen; de leerkracht heeft daartoe vooraf de stof verdeeld in vier delen of deelonderwerpen. De leerkracht vormt deskundigengroepen door kinderen die dezelfde stof gaan bestuderen bij elkaar de zetten; in deze groep lezen de kinderen een tekst, onderzoeken zij materiaal of gegevens, bespreken dit, maken zij aantekeningen en een samenvatting. Daarna gaan de kinderen terug naar de eigen groep en vertellen om de beurt wat zij geleerd hebben in de deskundigengroep. Geschikt voor oriëntatie op een onderwerp, informatie verzamelen en verwerken. 7. Om de beurt (2 kinderen) U stelt een open vraag, bijv. wat neem je mee als je gaat zwemmen, wat kan ik kopen in de supermarkt, noem dingen die rond zijn, wat zie je in de huiskamer, verschillen noemen tussen huisdieren en wilde dieren, welke woorden rijmen op aan, noem woorden die beginnen met s. De kinderen geven in tweetallen om de beurt een antwoord. Samen bedenken ze zoveel mogelijk antwoorden (schrijven dit eventueel kort op, elk met een andere kleur). Klassikale uitwisseling: u wijst enkele kinderen aan om het antwoord te vertellen. Lukt het om de beurt antwoord geven? 8. Team interview (3-4 kinderen) Een kind staat centraal en wordt geïnterviewd door de groepsgenoten. De groepsleden stellen om de beurt een vraag. Ze luisteren naar het antwoord en sluiten hun vraag eventueel hierbij aan. Eventueel rollen wisselen. Klassikaal nabespreken door aan één interviewer in elk groepje te vragen wat hij of zij heeft gehoord.

10 9. Duo s (2 kinderen) U vormt tweetallen. U legt uit dat de kinderen om de beurt werken aan een gezamenlijke taak, bijv. een opdracht uit de methode of project, ontwikkelingsmateriaal, een tekening. Per tweetal werken de kinderen met een werkblad of papier of materiaal. Kind A voert de taak uit en denkt daarbij hardop; kind B kijkt en volgt A. Hij mag zijn maatje helpen. Na een aantal taken of op signaal van u wisselen de beurten. Nabespreking over de inhoud van de opdracht en het samenwerken. 10. Rooftocht (groepen van 4) Terwijl groepen van vier kinderen aan een opdracht werken, loopt één van de groepsleden door de klas om bij andere groepen te kijken en ideeën op te doen. De rover brengt ideeën van andere groepen in om zo het eigen groepsproduct te versterken. 11. Rotonde (3-4 kinderen) U stelt een open vraag of geeft een opdracht, waarbij de kinderen informatie, ervaringen of meningen kunnen uitwisselen. De kinderen denken eerst voor zichzelf na over het antwoord. De kinderen in de groep geven, met de klok mee, om de beurt een antwoord. De leerkracht wijst een aantal kinderen aan die het resultaat van hun groep mogen vertellen of laten zien aan de rest van de klas. Geschikt voor open vragen (bijv. voorkennis actualiseren), inventariseren, kenmerken noemen, overeenkomsten en verschillen. Variant: als je aan de beurt bent geef je eerst een samenvatting/herhaling van wat de vorige leerling heeft gezegd; dit bevordert het goed luisteren naar elkaar. 12. Twee Vergelijk In tweetallen geven de leerlingen meerdere reacties op een vraag, vergelijken met een ander tweetal en bedenken samen daarmee nog meer antwoorden. - de leerkracht geeft de opdracht of stelt een vraag waarop meerdere korte antwoorden mogelijk zijn. - tweetal: schoudermakkers bedenken en noteren ideeën of antwoorden. - de leerkracht geeft een stiltesignaal en laat tweetallen de antwoorden vergelijken op een werkblad (als bijlage toegevoegd). Om de beurt antwoord noemen, noteren in het juiste vakje van het werkblad. - de leerlingen gaan na de vergelijking met z'n vieren nóg meer ideeën of antwoorden bedenken die ze in het daarvoor bestemde vakje noteren. 13. Tafelrondje per tweetal In tweetallen werken de leerlingen om de beurt, schriftelijk, aan het uitvoeren van opdrachten. - ieder kind heeft een blad papier en een pen; - de leerkracht geeft een opdracht of stelt een vraag waarop meerdere niet te lange antwoorden mogelijk zijn; - de leerling die het eerst aan de beurt is schrijft en van zijn/haar antwoorden op;

11 - de andere leerling krijgt nu pen en papier en schrijft antwoorden op; - de leerlingen blijven zo om de beurt werken aan een lijst van antwoorden of oplossingen. Deze werkvorm is ook toepasbaar in een groepje van 4 tot 6 leerlingen; het papier schuift telkens door naar een volgend kind. 14. Tweetal Check In tweetallen lossen de leerlingen om de beurt een vraagstuk op. na ieder twee vraagstukken controleren ze de antwoorden bij en ander koppel. - kinderen werken in duo's, eventueel worden viertallen opgesplitst; - per tweetal werkt één kind aan het vraagstuk, terwijl de ander coacht en helpt; - de coach controleert het werk van de partner; coach en partner proberen het samen eens te worden over het antwoord; zonodig vragen zij hulp van een ander tweetal; lukt dat niet, stelt het viertal een vraag aan de leerkracht; - de coach geeft complimenten; - de partners wisselen van rol en herhalen de voorgaande stappen; - de Tweetal Check: in het groepje van vier vergelijken beide tweetallen de antwoorden. 15. Binnen/Buitenkring De leerlingen staan in twee concentrische cirkels. Doordat de leerlingen in een van de kringen roteren,ontstaan steeds nieuwe tweetallen. - leerlingen vormen twee kringen: zij staan in een kring waarbij twee kinderen die naast elkaar staan tegenover elkaar gaan staan; één blijft in de cirkel en de ander stapt naar voren en draait zich om. Zo ontstaan een binnen en een buitenkring. - in elk tweetal praat één leerling. De leerlingen uit de binnenkring vertellen iets n.a.v. een vraag/opdracht die mondeling of schriftelijk gegeven wordt. Ze krijgen daarvoor even Denktijd. - de leerlingen wisselen van rol. de leerlingen uit de buitenkring doen hetzelfde. - de leerlingen roteren. Een kring gaat een door de leerkracht aangegeven aantal plaatsen verder staan (met de klok mee). - opnieuw stap Zoek iemand die Leerlingen lopen door het lokaal met het doel "zoek iemand die" een antwoord weet op een van de opdrachten op een werkblad. - met het werkblad in de hand lopen de leerlingen door de klas en gaan (op een signaal) met z'n tweeën bij elkaar staan. - een leerling legt de ander een vraag voor van het werkblad. De ander geeft antwoord als zij/hij dat weet. De leerling schrijft het antwoord in eigen woorden op het werkblad. - de ander checkt: kijkt op het opgeschreven antwoord goed is. Na akkoord zet hij/zij de eigen naam erbij. - de leerlingen wisselen van rol. Nu stelt de andere leerling een vraag van het werkblad, waarop een antwoord en een check volgt. - opnieuw stap 1 4.

12 17. Mix en koppel Lijkt wat op Zoek iemand die, maar het gaat hierbij niet om vragen maar om het vinden van twee kaartjes die bij elkaar horen. Elk kind krijgt een kaartje van een paar dat bij elkaar hoort (bijv. foto kind + naam, sport + naam, twee precies dezelfde afbeeldingen, twee verschillende plaatjes van hetzelfde, schilder + schilderij). - als de kinderen hun kaartje hebben gekregen lopen ze rond door het lokaal; als ze langs elkaar lopen ruilen ze van kaartje totdat de leerkracht roept "bevries"; - op het teken "bevries" staan de kinderen stil en ruilen geen kaartjes meer. - de leerlingen "koppelen". Als de leerkracht roept "koppel", is het tijd om de juiste partner te vinden, de klasgenoot met het bijpassende kaartje. Als ze elkaar gevonden hebben gaat het tweetal naar en afgesproken plaats. Als alle kinderen hun partner gevonden hebben, start je weer van voren af aan Sfeer en klassenbouwers: (alleen als het nodig is gebruiken) Doel: door middel van bepaalde activiteiten juist de andere kanten van l.l. te belichten om zo een beter begrip voor elkaar te ontwikkelen inzet van bepaalde werkvormen aandacht voor sociaal/culturele achtergronden van l.l. - gesprekken met kinderen - samen afspraken maken - o.a. mensenjacht : je vindt elkaar op overeenstemming rijmwoorden som-antwoord memory naam+schilderij proefwerkvraag en antwoord jaartal en gebeurtenis land en hoofdstad vertaling woord ned.- engels Inhoudelijk (buiten het leren om): Ik ook Groep (het onbekende van elkaar te weten komen): - aankleding van het lokaal - uitwisseling meningen - mooiste boek/film/kleur - wie zou je willen zijn - favoriete toetje

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden. Ontwikkelingslijn: Ontwikkelingsveld 2: Eigenaar: Coöperatief leren Tandemleren Inge Kiers Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk

Nadere informatie

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? w 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 X 2 X X 3 X X X 4 X X X X 5 X X X X X 6 X X X X X X 7 X X X X X X X 8 X X X X X X X X ö 1. D e n k e n D e

Nadere informatie

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren Binnen en buitenkring - onderwerp bedenken - nadenken over de organisatie Interpersoonlijk: Klasbouwer, Sociale vaardigheden oefenen en informatie uitwisselen, denkvaardigheden De kring Binnen buiten kring

Nadere informatie

Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel.

Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel. Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel. Wanneer je groep de opdracht moeilijke vindt, zeg je bijvoorbeeld: We kunnen

Nadere informatie

Structuren. Coöperatief leren

Structuren. Coöperatief leren Structuren Coöperatief leren Mix En Koppel 1. Leerlingen mixen (muziek) 2. Leerlingen zoeken een maatje, stellen een vraag die past bij de kaart. 3. Maatje antwoordt, lln. bedankt of coacht. 4. Wissel

Nadere informatie

Tijdens de vergadering van

Tijdens de vergadering van BAS: Samenwerken Coöperatief leren Versie Versie 2 opgesteld door Erik Datum 31 augustus 2015 Documenteigenaar Borging vastgesteld in het team Teamleden Initiatief planning Tijdens de vergadering van Ria

Nadere informatie

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN 1 2 3 4 5 A Samen werken (spelen) Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant 7 Sleutels tot succes Sleutel 1: Didactische structuren Sleutel 2: Teams Sleutel 3: Management Sleutel

Nadere informatie

Boekje met coöperatieve werkvormen

Boekje met coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Boekje met coöperatieve werkvormen Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een

Nadere informatie

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN 15 BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN De zeventien activerende werkvormen uit Coöperatief leren in het basisonderwijs (CPS: M. Förrer, B. Kenter en S. Veenman). Voor een nadere uitwerking verwijzen we naar

Nadere informatie

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.)

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.) DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.) 1. De leerkracht geeft een opdracht/vraag. 2. De kinderen denken individueel (1-2 minuten) na en schrijven hun antwoord op. 3. De kinderen delen in tweetallen hun antwoord.

Nadere informatie

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Groep 1-2 Groep 3-4-5 Groep 6-7-8 1. Luisteren naar elkaar Elkaar aankijken tijdens het praten. Oogcontact maken. In mimiek en lichaamstaal je luisterende houding laten

Nadere informatie

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Les Dieren met een baan, thema vermaak Les Dieren met een baan, thema vermaak Lesvoorbereidingsformulier Doelgroep: groep 6 Beginsituatie: Wat kunnen en kennen de leerlingen al m.b.t. de doelstelling? Kijk in de methode, praat met je mentor,

Nadere informatie

Schooljaar : Leerlijn Coöperatieve werkvormen binnen groepsplannen

Schooljaar : Leerlijn Coöperatieve werkvormen binnen groepsplannen Schooljaar 2014-2015: Leerlijn Coöperatieve werkvormen binnen groepsplannen Workshop 1: Achtergrond en klassenmanagement 8 oktober 2014 13.30 16.00 uur Willeke Beuker Elselien Boekeloo Mia O Niel De Leerlijn

Nadere informatie

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd. Op onze school werken we al nu alweer enkele jaren met Coöperatief Leren volgens Kagan & Kagan. Het is ons antwoord op de vraag vorm en inhoud te geven aan het NIEUWE LEREN. We doen dit in alle groepen

Nadere informatie

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Werkvorm 1 Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Stap 2 Vervolgens formuleren ze vragen over wat ze

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

Onderbouw, groep 1 & 2

Onderbouw, groep 1 & 2 Onderbouw, groep 1 & 2 Vooral kleutergroepen zijn gewend om spelenderwijs te leren. Veel werkvormen van coöperatief leren kunnen in spelvorm aangeboden worden. De kinderen leren daar veel van; ze zijn

Nadere informatie

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren Coöperatief leren WEB P a g i n a [ 2 ] 1. Inleiding Samenwerken is een belangrijke vaardigheid die leerlingen nodig hebben om goed te kunnen functioneren

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort.

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort. 6.1 Plakker parade doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort. wanneer begin, kern of einde les(senserie) groepssamenstelling klassikaal duur 10-20

Nadere informatie

3. Samenwerkend leren

3. Samenwerkend leren 3.1 Denken-Delen-Uitwisselen doel Samen nadenken over een begrip of antwoord groepssamenstelling individueel-> tweetal ->klassikaal 1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een

Nadere informatie

Actieplan coöperatieve werkvormen.

Actieplan coöperatieve werkvormen. Planning Actieplan coöperatieve werkvormen. Planperiode Schooljaar 2016-2017 Versie 1 Datum 7-9- 2016 1. Algemene gegevens Opdrachtgever Bert Hardeman Organisatie- of resultaatgebied Visie en beleidsvorming

Nadere informatie

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES WAAROM DEZE BIJSCHOLING? DE LEERDRIEHOEK Luisteren 5 tot 8% Lezen 11% Zien / horen (avm) 22% Leerkracht: docent Leerkracht: mediator Zien / horen (demo) 32% Erover

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

1. Denken-delen-uitwisselen

1. Denken-delen-uitwisselen Vijf basiswerkvormen voor activerend leren 1. Denken-delen-uitwisselen 2. Check-in-duo s 3. Genummerde-hoofden-tezamen 4. Experts 5. Drie-stappen-interview 1. Denken-delen-uitwisselen - De docent stelt

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen Coöperatief leren 1 Bij MOVO en ICO gaat het niet alleen om het verwerven van kennis over andere culturen maar vooral om het ontwikkelen van overtuigingen, attitudes en vaardigheden. Belangrijk is dus

Nadere informatie

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof.

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof. Samenwerkend leren bij taakgericht werken 1 Samenwerkingsstructuren Check in duo's Elke leerling werkt eerst individueel aan de opdracht. Daarna vergelijkt elke leerling zijn eigen antwoorden met die van

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009. De Overstap

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009. De Overstap BAS Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009 De Overstap DE OVERSTAP BAS-project Ontwikkelingslijn: Samenwerken Ontwikkelingsveld: Coöperatief leren/tandemleren Vastgesteld: mei 2009 BAS Doel: Door middel

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Samenwerkend leren - Taakgericht werken 1 Samenwerkingsstructuren Check

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

Beleidsplan coöperatief leren 2013-2019

Beleidsplan coöperatief leren 2013-2019 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf... 2 De Doelen... 2 Vijf basiskenmerken... 2 1) Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid.... 2 2) Individuele verantwoordelijkheid.... 3 3) Directe interactie.... 3 4) Aandacht

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

denken - delen - uitwisselen

denken - delen - uitwisselen denken - delen - uitwisselen Je krijgt een vraag. DenkTijd: je denkt zelf na. Je overlegt met je maatje. Je wisselt je antwoorden uit met de klas. Groep 3 t/m 8 Rollen 2 leerlingen 5 minuten Luisteren

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER LESBESCHRIJVINGSFORMULIER Beroepstaak 1 Omgaan met kinderen in een leersituatie Stageschool Plaats Stagementor Stagegroep Aantal kinderen Gegevens Stageschool Datum Naam student Groep Vakgebied Gegevens

Nadere informatie

Workshop Coöperatief leren voor beginners

Workshop Coöperatief leren voor beginners Workshop Coöperatief leren voor beginners Onderwijsdag Scholengroep Holland Maandag 1 april 2019 Presentatie: Cissy van Eede Doelen voor de workshop Je hebt kennis gemaakt met: De uitgangspunten voor het

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

BIJLAGE 1a STRUCTUURKAARTJES Coöperatieve werkvormen

BIJLAGE 1a STRUCTUURKAARTJES Coöperatieve werkvormen BIJLAGE 1a STRUCTUURKAARTJES Coöperatieve werkvormen BIJLAGE 1b Coöperatieve leren - rollenkaartjes Tafelbaas: Tafelbaas Je zorgt dat je weet hoe de tafels moeten staan Je geeft je groepsgenoten aanwijzingen

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers Praten over boeken in de klas Het vragenspel van idan hambers We weten pas wat we denken als we het onszelf horen zeggen. (idan hambers). Elk individu, kind en volwassene, beleeft een tekst op geheel eigen

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Workshop Samen sterk leren, een win-win voor iedereen! 9.30 uur 10.45 uur

Workshop Samen sterk leren, een win-win voor iedereen! 9.30 uur 10.45 uur Vlajo Actieve en coöperatieve werkvormen Workshop Samen sterk leren, een win-win voor iedereen! 9.30 uur 10.45 uur Projectcoördinator Jurn Van den Meerssche 0492/73 05 53 Jurn.vandenmeerssche@vlajo.org

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

5. Klassen-of groepsgesprek

5. Klassen-of groepsgesprek 5.1 Beurten verdelen: Rondje doel Iedereen aan het woord laten over een onderwerp tijdens een gesprek wanneer n.v.t. groepssamenstelling klassikaal, groepjes duur 30 minuten voorbereiding: - Tijdens een

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Training. Vergaderen

Training. Vergaderen Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag

Nadere informatie

De macho en het muurbloempje

De macho en het muurbloempje Onderwijsbehoefte Zorgverbreding Team De macho en het muurbloempje Tamara Wally Over de auteur Tamara Wally, MSc. is onderwijs- en ontwikkelingspsycholoog. Zij is werkzaam bij de CED- Groep. Zij geeft

Nadere informatie

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN Afspraak 1. Maak samen met de kinderen afspraken over wat zelfstandig gedaan mag worden met betrekking tot naar de wc gaan, handen wassen, drinken, eten, de

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

En, wat hebben we deze les geleerd?

En, wat hebben we deze les geleerd? Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:

Nadere informatie

Coöperatieve werkvormen

Coöperatieve werkvormen Kernverzameling CWV Coöperatieve werkvormen kernverzameling Er is een heel uitgebreid scala werkvormen te vinden maar met een hoeveelheid van meer dan 200 verschillende zogenaamde didactische structuren

Nadere informatie

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar Hoe maakt TALENT interactie mogelijk? In elke les van TALENT wordt coöperatief gewerkt. De leerlingen gaan samen aan de slag bij opdrachten, leggen elkaar zaken uit... Om het coöperatief leren haalbaar

Nadere informatie

Onderhandelen en afspraken maken

Onderhandelen en afspraken maken OPDRACHTFORMULIER Onderhandelen en afspraken maken Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Nadere informatie

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO Hoofdfase LESBESCHRIJVING Jongere kind - Oudere kind Semester 1-2 - 3-4 - 5* Student: Linda Ouwendijk Studentnummer: 0813937 Paboklas: 2F Datum: 19-01-2010 Stageschool + BRIN:

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Sport & spel Een mondelinge instructie begrijpen Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een mondelinge instructie begrijpen Thema: Sport & spel Leerstijlvariant:

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

9. Schrijfopdrachten

9. Schrijfopdrachten 9.1 Poëzie doel Creatief schrijven activeren voorkennis toepassen kennis wanneer n.v.t. groepssamenstelling individueel duur 20 minuten De leerkracht geeft leerlingen een begrip, apparaat, mening, enzovoort.

Nadere informatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Handleiding Werkvormen Vragen stellen

Handleiding Werkvormen Vragen stellen Handleiding Werkvormen Vragen stellen Inhoud 1. Inleiding 2. Vragen stellen 3. Werkvormen 3.1. Vragenvuurtje 3.2. Geen Ja / Geen Nee 3.3. Doorzagen 3.4. De onbekende weg 1. Inleiding Voor de dialoog is

Nadere informatie

Meer doen met de rijtjesboeken

Meer doen met de rijtjesboeken Lijn 3 Meer doen met de rijtjesboeken Meer doen met de rijtjesboeken De rijtjesboeken bij Lijn 3 zijn een belangrijk hulpmiddel bij het automatiseren en vlot lezen van woorden (zie bladzijde 28 en 29 van

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les: Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Brugklastraining 2015 Groep 8

Brugklastraining 2015 Groep 8 Brugklastraining 2015 Groep 8 Marieke van der Ven (Kinder-jeugd Psycholoog - Propersona) Mehrnaz Rezai (Ortho-pedagoog Propersona) Renske van der Zande (Dramatherapeut IO BovensteOnder, Tandem) Deelnemers:

Nadere informatie

De ontwikkelde materialen per unit.

De ontwikkelde materialen per unit. Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Toekomst Een interview houden Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een interview houden Thema: Toekomst Leerstijlvariant: BEKIJK - DENK - DOE - ERVAAR Beschrijving

Nadere informatie

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Stijgen/Dalen: Eén persoon (bv. de leerkracht) stelt een gesloten vraag. Is het antwoord (op jou) van toepassing; ga je staan => stijgen. Is het niet (bij jou)

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. & OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren

Nadere informatie

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud Plannen en evalueren van een activiteit Inhoud Doelgroep Vakgebied Duur Materialen Doelen In deze les moeten de leerlingen in groep een bepaalde activiteit voorbereiden. Dit kan bijvoorbeeld het organiseren

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. OPDRACHTFORMULIER Gesprekken voeren 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie

Nadere informatie

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Gewenst gedrag uit zich bijvoorbeeld in 1 Interpersoonlijk competent De student toont in gedrag en taalgebruik respect Is vriendelijk

Nadere informatie

De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn.

De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn. De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn. de valkuilen aan het licht zullen komen. In de workshop zal worden

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Les 1 Ik en mijn selfie Les 1 Ik en mijn selfie Samenvatting van de les De kinderen kijken naar een selectie portretten waaronder selfies. Ze analyseren

Nadere informatie