instapkaarten taal verkennen
|
|
- Jelle Meyer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 instapkaarten
2 inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3 les 4 10 thema 3 les 7 11 thema 3 les 9 12 thema 4 les 2 13 thema 4 les 4 14 thema 4 les 7 15 thema 4 les 9 16 thema 5 les 2 17 thema 5 les 4 18 thema 5 les 7 19 thema 5 les 9 20 thema 6 les 2 21 thema 6 les 4 22 thema 6 les 7 23 thema 6 les 9 24 thema 7 les 2 25 thema 7 les 4 26 thema 7 les 7 27 thema 7 les 9 28 thema 8 les 2 29 thema 8 les 4 30 thema 8 les 7 31 thema 8 les 9 32
3 inhoud instapkaarten woordenschat Woordenschat thema 1 les 1 1 thema 1 les 6 2 thema 1 les 11 3 thema 2 les 1 4 thema 2 les 6 5 thema 2 les 11 6 thema 3 les 1 7 thema 3 les 6 8 thema 3 les 11 9 thema 4 les 1 10 thema 4 les 6 11 thema 4 les thema 5 les 1 13 thema 5 les 6 14 thema 5 les thema 6 les 1 16 thema 6 les 6 17 thema 6 les thema 7 les 1 19 thema 7 les 6 20 thema 7 les thema 8 les 1 22 thema 8 les 6 23 thema 8 les 11 24
4 woordenschat thema 1 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. de handtekening de kameraad de ramp de stakker de stam vluchten de redder de boezemvriend de vriend de bekende de onbekende de veiligheid het gevaar Tip: je mag spieken bij het verhaal. 1
5 thema 1 les 2 Je leert wat een zelfstandig naamwoord is. Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. man kat fiets 1
6 thema 1 les 4 Je leert wat een lidwoord is. Je leert waar een lidwoord bij hoort. de het een jongen meisje jongen, meisje aap schaap aap, schaap tafel huis tafel, huis 2
7 woordenschat thema 1 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. alsmaar het bewijs boffen hevig met opzet het talent de held dapper de lafaard laf verliefd een kleur krijgen een oogje hebben op Tip: je mag spieken bij het verhaal. 2
8 thema 1 les 7 Je leert hoe je een samenstelling maakt. Je maakt een samenstelling door twee woorden aan elkaar te plakken. fiets + bel fietsbel 3
9 thema 1 les 9 Je leert wat het alfabet is. Je kunt het alfabet opzeggen van a tot z. Het alfabet heeft 26 letters. a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z De letters staan altijd in deze volgorde. 4
10 woordenschat thema 1 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. de denkwolk driemaal is scheepsrecht de kans het praatje de tekstballon de het beeldscherm de toets de laptop de vriend optrekken met de vijand haten Tip: je mag spieken bij het verhaal. 3
11 woordenschat thema 2 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. de auteur de duikbril de griffel de illustratie de serie de bestemming bereiken onderweg zijn op pad gaan het gebied de kust de duinen het binnenland Tip: je mag spieken bij het verhaal. 4
12 thema 2 les 2 Je leert wat een werkwoord is. Je leert hoe je een werkwoord in een zin kunt vinden. Een werkwoord zegt wat een mens, dier of ding doet. Jan valt op straat. De bal rolt over het plein. 5
13 thema 2 les 4 Je leert hoe je groepjes van drie woorden maakt: een lidwoord, een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord zegt hoe iets eruitziet of wat je er van vindt. de witte broek een lieve mama 6
14 woordenschat thema 2 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. de baars fris ondergaan (van de zon) opkomen (van de zon) de schol de tong het getijde de eb de vloed de branding de stroming de golf Tip: je mag spieken bij het verhaal. 5
15 thema 2 les 7 Je leert dat een punt bij de zin hoort. Aan het eind van de zin staat altijd een punt. Aan de punt kun je zien waar de zin ophoudt. De jongen is blij. Hij gaat op reis met zijn vriend. 7
16 thema 2 les 9 Je leert wat een verkleinwoord is. Je leert hoe je een verkleinwoord maakt. Een verkleinwoord is een woord met iets erachter: vis + je = visje boom + pje = boompje deur + tje = deurtje 8
17 woordenschat thema 2 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. de blubber eindeloos de heimwee muzikaal de tekst de vos opeens snel het rijmwoord rijmen de rijmklank het gedicht geleidelijk langzaam Tip: je mag spieken bij het verhaal. 6
18 woordenschat thema 3 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. fraai het gips het idee het karwei de krukken het luik de wand het meubilair passen en meten inrichten saai afwisselend steeds hetzelfde steeds anders Tip: je mag spieken bij het verhaal. 7
19 thema 3 les 2 Je leert wat klinkers zijn. Je leert wat medeklinkers zijn. Er zijn klinkers en medeklinkers. klinkers a, e, i, o, u, aa, ee, oo, uu, ie, oe, eu, ui, ei, ij, au, ou medeklinkers b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z 9
20 thema 3 les 4 Je leert waar het bijvoeglijk naamwoord staat in een zin. Je leert wat je met een bijvoeglijk naamwoord kunt doen. Weet je nog? Het bijvoeglijk naamwoord zegt hoe iets eruitziet of wat je er van vindt. de gekke, rode stoel 10
21 woordenschat thema 3 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. hinken de lampenkap ontwerpen de plattegrond het vuilnis het grofvuil het gft het puin het meetinstrument de duimstok het meetlint de rolmaat Tip: je mag spieken bij het verhaal. 8
22 thema 3 les 7 Je leert dat in een zin minstens twee soorten woorden staan: een werkwoord en een zelfstandig naamwoord. In een zin staat één werkwoord. In een zin staan vaak meer zelfstandige naamwoorden. Juf loopt met twee paarse krukken. 11
23 thema 3 les 9 Je leert dat er in een samenstelling soms een werkwoord verstopt zit. eet + lepel eetlepel 12
24 woordenschat thema 3 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. de bereidingswijze de ingrediënten het recept het bakmeel bakken het deeg rijzen kneden de specerijen het kaneel de kerrie de nootmuskaat Tip: je mag spieken bij het verhaal. 9
25 woordenschat thema 4 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. de ervaring een hekel hebben aan opgroeien het uniform het verslag iets op zak hebben de levensfase de peuter de volwassene de bejaarde ouderwets iets van vroeger modern iets van nu Tip: je mag spieken bij het verhaal. 10
26 thema 4 les 2 Je leert wat een zin is. Een zin is een rij woorden die samen iets betekenen. Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Dit is een zin: De agent heeft een pen. 13
27 thema 4 les 4 Je leert hoe je een zin maakt. Dat doe je door vragen te stellen over het werkwoord. Je maakt een zin door te vragen wie of wat doet. aait Wie aait? Mijn zusje aait. Wat aait mijn zusje? Mijn zusje aait een hondje. 14
28 woordenschat thema 4 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. algauw het feestmaal gewoonlijk de receptie de sleep de toespraak de bruidegom de bruiloft het bruidsmeisje morgenmiddag morgenochtend gisteravond Tip: je mag spieken bij het verhaal. 11
29 thema 4 les 7 Je leert hoe je woorden verdeelt in klankgroepen. In een klankgroep staat altijd een klinker. vis heeft één klankgroep: vis meester heeft twee klankgroepen: mees + ter 15
30 thema 4 les 9 Je leert wat pictogrammen zijn. Een pictogram is een plaatje dat iets vertelt. Een pictogram moet heel duidelijk zijn. 16
31 woordenschat thema 4 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. het geduld schrappen tegenwoordig het tijdstip voortaan één voor één rangschikken de volgorde andersom de grootte het aanbreken van de dag het vallen van de avond de dag begint de dag eindigt Tip: je mag spieken bij het verhaal. 12
32 woordenschat thema 5 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. beweren de kieuwen de longen oppassen de tralies verzorgen de zoo zogen jonge dieren de pup de kitten de moedermelk het zoogdier 13
33 thema 5 les 2 Je leert hoe je een zin langer maakt met een waar-deel. Het waar-deel in de zin vertelt waar iets gebeurt. Je vindt het waar-deel door te vragen: waar? De leeuw is in de kooi. 17
34 thema 5 les 4 Je leert hoe je een lange zin korter maakt. Je haalt woorden weg. Toch houd je een goede zin over. In een goede zin staat altijd een wie-deel en een werkwoord. De vis in de kom heeft oranje kieuwen. De vis heeft oranje kieuwen. De vis heeft kieuwen. 18
35 woordenschat thema 5 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. de handleiding uitvoeren verhongeren de verzorger opvolgen de raad naast je neerleggen het huisdier tam de kanarie het dwergkonijn het wilde dier wild 14
36 thema 5 les 7 Je leert dat er twee soorten zinnen zijn: de vertelzin en de vraagzin. Een vertelzin is een zin waarin je iets vertelt. Een vraagzin is een zin waarin je iets vraagt. Aan het eind van een vertelzin staat een punt. Aan het eind van een vraagzin staat een vraagteken. Uil heeft een vis in een vissenkom. Heeft Uil een vis in een vissenkom? 19
37 thema 5 les 9 Je leert het verschil tussen beleefd en onbeleefd praten. Als je beleefd praat, praat je netjes. Als je onbeleefd praat, praat je niet netjes. Beleefd: Mag ik nog een koekje? Onbeleefd: Ik wil een koekje! Nu meteen! 20
38 woordenschat thema 5 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. het artikel de hoefsmid inenten de omgeving strelen een tip geven de manen de hoeven het paard de snaar de strijkstok de viool tokkelen 15
39 woordenschat thema 6 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. aanstaren de fotograaf het humeur de lens naar het vogeltje kijken schitterend uitdrukken de foto het portret het stilleven het landschap de voorgrond staat dichtbij de achtergrond staat verder weg 16
40 thema 6 les 2 Je leert hoe je een zin langer maakt met een wanneer-deel. Het wanneer-deel vertelt wanneer iets gebeurt. Je vindt het wanneer-deel door te vragen: wanneer? Morgen gaat Lotje naar de fotograaf. 21
41 thema 6 les 4 Je leert dat bij een werkwoord een wie-deel hoort. In elke zin staat een werkwoord met een wie-deel. Het wie-deel vertelt wie iets doet. Je vindt het wie-deel door te vragen: wie? Lotje schudt haar hoofd. 22
42 woordenschat thema 6 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. de fantasie klappertanden knipogen de plas tijdens de verrekijker het symbool het teken de letter het cijfer manieren van kijken loeren staren gluren aangapen 17
43 thema 6 les 7 Je leert wat enkelvoud en meervoud is. Je leert zelfstandige naamwoorden in het meervoud zetten. Enkelvoud is één. Meervoud is meer dan één. boek + en = boeken appel + s = appels 23
44 thema 6 les 9 Je leert wat een tegenstelling is. Bij een tegenstelling betekenen twee woorden precies het omgekeerde. klein groot 24
45 woordenschat thema 6 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. behulpzaam bepaald de beugel kennelijk logisch door middel van het hekje het teken het apenstaartje het haakje de beeldtaal het symbool het pictogram de cartoon 18
46 woordenschat thema 7 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. aandachtig eruit flappen grijnzen de liefhebber de meester de spion de verfilming de hoofdrol de bijrol de figurant dwars meegaand er tegen ingaan doen wat iemand vraagt 19
47 thema 7 les 2 Je leert dat je de volgorde van groepjes woorden in een zin kunt veranderen.? In een zin horen groepjes woorden bij elkaar. Die groepjes heten zinsdelen. De volgorde van zinsdelen kun je veranderen. Mama geeft aan Sil een dik boek. Mama geeft een dik boek aan Sil. Aan Sil geeft mama een dik boek. Geeft mama een dik boek aan Sil? 25
48 thema 7 les 4 Je leert hoe je een zin langer maakt. Dat doe je door vragen te stellen over het werkwoord. Bij een werkwoord kun je vragen stellen: wie, wat, waar, wanneer. Zo wordt de zin steeds langer. lezen Sil leest voor het eten een strip op zijn bed. 26
49 woordenschat thema 7 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. de acrobatiek dankzij het gezelschap presenteren de stunt de vaart mensen die een film maken de acteur/de actrice de cameraman de regisseur de filmreclame de reclame het affiche de trailer 20
50 thema 7 les 7 Je leert hoe je een groepje van drie woorden maakt die in een zin bij elkaar horen. Het groepje bestaat uit een lidwoord, een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Mama geeft Sil een dik boek. 27
51 thema 7 les 9 Je leert wat een voorzetsel is. Het voorzetsel is het eerste woordje van het waar-deel. Het voorzetsel zegt precies waar iets is. Er draait een film in de bioscoop. 28
52 woordenschat thema 7 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. eigenaardig gedurende glunderen overdrijven de scène het toneel de schouwburg de galerie de kunst de ballerina de pirouette het ballet 21
53 woordenschat thema 8 les 1 woordenschat Je oefent de themawoorden. de advertentie afrekenen deftig ontkennen schuldig het toestel de goederen de voorraad de toonbank in ontvangst nemen bezorgen bestellen 22
54 thema 8 les 2 Je leert hoe je zinnen maakt met woordsoorten. In bijna alle zinnen staan een werkwoord en een zelfstandig naamwoord of een groepje woorden. lidwoord zelfstandig naamwoord De vrolijke meisjes snoepen. bijvoeglijk naamwoord 29
55 thema 8 les 4 Je leert hoe je woorden in alfabetische volgorde zet. Je kijkt naar de eerste letter. Zijn de beginletters hetzelfde? Kijk dan naar de tweede letter. mand mens mist munt a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 30
56 woordenschat thema 8 les 6 woordenschat Je oefent de themawoorden. aanbieden de fietsroute de munt reeds uitbeelden ergens vol van zijn bovenop tussenin onderop de keukenmeid mensen die werken op een kasteel de hofdame de knecht 23
57 thema 8 les 7 Je leert wat een eigennaam is. Je leert hoe je een eigennaam schrijft. De naam van een mens zegt hoe hij of zij heet. Een dier of een ding geef je soms ook een eigen naam. Een eigennaam schrijf je met een hoofdletter. De bezem is voor Griet. 31
58 thema 8 les 9 Je leert nog meer zelfstandige naamwoorden herkennen. Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of een ding. Een ding kun je niet altijd zien, horen, voelen, ruiken of proeven. Ik koop een bezem. Hij vertelt een verhaal. 32
59 woordenschat thema 8 les 11 woordenschat Je oefent de themawoorden. de aanbieding de inbreker in kas arresteren kortom betrappen overhalen op onderzoek uitgaan de ruimte wat mij betreft geheim niet vertellen openlijk wel vertellen 24
instapkaarten woordenschat
instapkaarten inhoud instapkaarten Woordenschat thema 1 les 1 1 thema 1 les 6 2 thema 1 les 11 3 thema 2 les 1 4 thema 2 les 6 5 thema 2 les 11 6 thema 3 les 1 7 thema 3 les 6 8 thema 3 les 11 9 thema
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatiezelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een
Nadere informatieThema woorden Taal Actief groep 4 boek B
Thema woorden Taal Actief groep 4 boek B Thema 5 week 1 De pup = Een jong hondje. De kitten = Een jong katje. Het zoogdier = Een dier waarvan de jongen melk drinken bij de moeder. Zogen = Een moeder geeft
Nadere informatieThema woorden Taal Actief groep 4 boek A
Thema woorden Taal Actief groep 4 boek A Thema 1 week 1 De onbekende = iemand die je niet kent. De bekende = Iemand die je kent. De boezemvriend = De vriend met wie je het meeste speelt. De redder = Iemand
Nadere informatiewerkboek taal A
werkboek taal A thema 1 week 1 spreken en luisteren les 3 1 Verkennen Luister naar het verhaal. Let goed op de inleiding, de kern en het slot. Hoor je het? Zet dan een kruisje. De inleiding a Ik hoor over
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieWoordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een
Woordenschat blok 04 gr4 Les 1 Enzovoort: en ga zo maar verder. Hierboven: boven iets, bijvoorbeeld een lijn. Hieronder: onder iets, bijvoorbeeld een lijn. Ondersteboven: iets staat op zijn kop, de onderkant
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieBasis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal
Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieKlankgroep en lettergreep
Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.
Nadere informatieMeer dan grammatica!
Gramm@foon Meer dan grammatica! 1e druk 2011 ISBN: 9789490807061 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl Auteurs: Karine Jekel, Vika Lukina, Nynke Oosterhuis Redactie: Karine Jekel, Nynke Oosterhuis,
Nadere informatieLeerlijn Spreken & luisteren groep 5
Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in
Nadere informatieapen 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. Een woord met een lange klank aan het eind van een klankgroep. Net als jager.
spelling 27b 1 Kies uit: ogen tenen samen oren apen zalen muren tegels toren 1 Twee a hebben s : apen 2 vier o, vier o Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft.
Nadere informatieLezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.
Lesbrief 2 (groep 3 en groep 4) groep 3 Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd. In kern 5 leren we de volgende letters en woorden: Letters: ie, eu, l, ou, uu Woorden:
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatie2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieWe gaan binnenkort starten met blok 2 van taal, spelling en begrijpend lezen. Hieronder een overzicht van wat uw kind gaat leren.
Beste ouder(s), verzorger(s), We gaan binnenkort starten met blok 2 van taal, spelling en begrijpend lezen. Hieronder een overzicht van wat uw kind gaat leren. Het thema van dit blok is: natuur taal Bij
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieLesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.
groep 4 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. Materiaal Oefenblad
Nadere informatieHet verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).
Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 8 van taal. Dit is het laatste thema van dit schooljaar. Volgend schooljaar krijgt u geen uitleg meer over de spellingscategorieën omdat de categorieën in groep
Nadere informatieWELKOM IN GROEP 4 SCHOOLJAAR Informatieboekje voor ouders OBS DE HAARSCHOOL
WELKOM IN GROEP 4 Informatieboekje voor ouders SCHOOLJAAR 2018-2019 OBS DE HAARSCHOOL De Haarschool: Waar samen leren en creëren een beleving is! 1 VOORWOORD Beste ouders van groep 4, In dit informatieboekje
Nadere informatieLeerstofaanbod groep 4
Leerstofaanbod groep 4 Rekenen Rekenen Methode: RekenZeker De lessen zijn onderverdeeld in een aantal domeinen: getallen, bewerkingen (optellen, aftrekken en tafels en meten van tijd en geld. Optellen
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene
Nadere informatieEen lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool
Een lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool 1 Leren begrijpen van geschreven taal Wanneer en hoe? Begrijpend luisteren/lezen Wat heeft invloed op begrijpend luisteren/lezen? 2
Nadere informatieWij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!
In dit document kunt u lezen wat de kinderen leren in elke kern. In de eerste zes kernen zal dit voornamelijk ingaan op het aanleren van woorden en letters. In de laatste kernen komt het lezen al wat meer
Nadere informatieHandleiding basiswoordenschat.
basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist
Nadere informatieUitprobeerpakket. Toetsboek 4 groep 4 blok 6
Uitprobeerpakket Toetsboek 4 groep 4 blok 6 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa
Auditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa Boek van de week: 1. Barbapapa boeken allerlei 2. Met Barbapapa de wereld rond Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant
Nadere informatieThema 4 Lezen de prentenboeken 2. het versje 3. klappen. 2. het vers 2. Een vers is een lied of gedicht.
Les 4.1 Geluiden maken 1. het prentenboek 1. Een prentenboek is een boek met veel plaatjes en tekeningen. Er staat weinig geschreven in een prentenboek. Bij de kleuters wordt veel voorgelezen uit prentenboeken.
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatieKern 5: reus-jas-riem-bijl
Kern 5: reus-jas-riem-bijl Uw kind kent inmiddels al heel wat letters. De komende weken komen daar nieuwe letters bij: de eu van reus, de j van jas, de ie van riem, de l van bijl, de ou van hout en de
Nadere informatie1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.
1. poes 2. draak 3. muts 4. wolk Duo betekent twee De /u/ doet dus niet mee 5. krant 6. schaap Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je ch en nooit een g! 7. feest / vier Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Nadere informatieLes 1 jas en das. Op pad. van links naar rechts
Les 1 jas en das Op pad van links naar rechts 1 Inhoud 0 Inleiding 1.1 a} 1.2 s} as 1.3 j} jas 1.4 d} das 1.5 t} tas 1.6 k} kat 1.7 n} nat 1.8 r} rat, kar 1.9 v} vat 1.10 b} bak 1.11 l} bal 1.12 p} pak
Nadere informatieDyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:
Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart
Nadere informatieNieuwsbrief groep 3 oktober 2015
Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van oktober. Door middel van de nieuwsbrief houden we u op de hoogte van alles wat er in de groep gebeurd. Ook vertellen we wat
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieCBS de Wegwijzer. Nieuwsbrief van maandag 28 oktober Nr.6
CBS de Wegwijzer Nr.6 Nieuwsbrief van maandag 28 oktober 2013 Aan de ouders/verzorgers van CBS de Wegwijzer Vertrouwenspersoon We kunnen u meedelen dat Marloes Dijkstra (moeder van Mayte in groep 6 en
Nadere informatieSpiekkaart. Persoonsvorm - p.v.
Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de
Nadere informatieGroep 6 Taal en woordenschat. extra oefenmateriaal bij thema 2
Groep 6 Taal en woordenschat extra oefenmateriaal bij thema 2 Woordenschat Naast de themawoorden, moeten ook de onderstaande woorden geleerd worden: de service Als je de bal opslaat bij tennis. afgelasten
Nadere informatiepagina 1 van 5 VAN IN
ik lees met hup 1 1:ik 1 Visuele discriminatie ik lees met hup 1 1:ik 2 Auditieve discriminatie ik lees met hup 1 1:ik 3 Auditieve discriminatie ik lees met hup 1 1:ik 4 Spelling: i ik lees met hup 1 1:ik
Nadere informatie16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.
Les 1 16. En nu vakantie! 1 Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op. Les 2 Les 2. 1. Leuk! We gaan kamperen Vul in de zinnen
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieAuditieve taaloefeningen bij het onderwerp: 1. Auditieve Analyse: A: Eén en twee lettergrepen nazeggen. B: Drie of meer lettergrepen nazeggen.
Auditieve taaloefeningen bij het onderwerp: Rupsje Nooitgenoeg 1. Auditieve Analyse: A: Eén en twee lettergrepen nazeggen. B: Drie of meer lettergrepen nazeggen. 2. Auditieve Synthese: A: Lettergrepen
Nadere informatieslee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4
Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. slee Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 daarmee fee twee tree
Nadere informatieinstapkaarten spelling
7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.
Nadere informatieUitgeverij Schoolsupport www.schoolsupport.nl
Sorteren kun je leren Leerinhoud: rubriceren, klanken onderscheiden. Materiaal: allerlei voorwerpen en bordjes. Locatie: klaslokaal (eventueel speelplaats). Groepsindeling: individueel. Tijdsduur: 10 minuten.
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieinstapkaarten spelling
instapkaarten inhoud instapkaarten Spelling thema 1 les 1 cat. 5a 1 thema 1 les 3 cat. 5b 2 thema 1 les 5 cat. 6a,b 3 thema 1 les 7 cat. 6c 4 thema 1 les 9 cat. 7a,b 5 thema 1 les 11 cat. 7c 6 thema 1
Nadere informatieHotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN
Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatieNieuwsbrief groep 3 oktober 2017
Nieuwsbrief groep 3 oktober 2017 Nieuws uit de groep: Woensdag 4 oktober deden we met maar liefst 4 teams mee met het korfbaltoernooi voor groep 3 en 4. De kinderen hebben het ontzettend goed gedaan! Wat
Nadere informatieLEESHUIS. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten www.expertisecentrumnederlands.nl
LEESHUIS Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na eenheid 1 (Heks Snuifiepuifie)
Nadere informatieGroep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.
Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken. Veilig leren lezen Maandag 21 september zijn we begonnen
Nadere informatieOnline leren lezen - Overzicht van de oefeningen
Online leren - Overzicht van oefeningen Cursief = voorbeeld Kern S ik kim sim MKM KM Zoek (sleep) k van kim en -positie letters m (tussen letters uit ze Klik als je i ziet (flitsletters) Zoek /k/ /i/ /m/
Nadere informatieThema 1 vriendschap lesmenu taal
Thema 1 vriendschap lesmenu taal Over het thema Elk thema van Taal actief begint in week 1, 2 en 3 met een ankerverhaal. Het ankerverhaal is het vertrekpunt voor de lessen van die week. De lesdoelen worden
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieTaakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen
Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs Toetsen 91 92 Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
-b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord
Nadere informatieLezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.
Informatie voor de ouders Groep 3 Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd. In kern 4 en kern 5 hebben we de volgende letters en woorden geleerd. Letters: h - w - o -
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieVeilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis
Kern 1: ik - maan - roos vis Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen en Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind
Nadere informatieKern 3: doos-poes-koek-ijs
Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden
Nadere informatieKleuters leren lezen
Kleuters leren lezen Lerespel Inhoudsopgave INLEIDING... 3 STAP 1: KINDEREN MOETEN EERST BESEFFEN WAT LEZEN IS EN WAAROM HET HANDIG IS OM HET TE KUNNEN.... 4 STAP 2: DE VOORBEREIDING OP HET ZELF LEZEN;
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Een zelfstandig naamwoord geeft aan: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets, berg een gebeurtenis: feest, botsing
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieDe leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek
De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3 Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Waar is Rik? 1 Met wie gaat Rik op de foto? a Met groep 3 b Met Leen c Met groep
Nadere informatietip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken
Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar
Nadere informatielesmateriaal Taalkrant
lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De
Nadere informatieMaandbrief groep 3/4 - maart 2015
Maandbrief groep 3/4 - maart 2015 Beste ouders/verzorgers, Na een fijne voorjaarsvakantie, zijn we weer hard aan het werk gegaan. Alle kinderen hadden wel iets leuks beleefd of gedaan tijdens de vakantie,
Nadere informatie= een boek met getekende plaatjes. Er staan meestal maar weinig woorden in een prentenboek. = een ander woord voor het gedicht.
Woordenschat blok 4 gr5 Les 1 Het prentenboek Het versje De blijdschap De brutaliteit Grinniken = een boek met getekende plaatjes. Er staan meestal maar weinig woorden in een prentenboek. = een ander woord
Nadere informatieNieuwsbrief groep 3 oktober 2016
Nieuwsbrief groep 3 oktober 2016 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van oktober. Door middel van de nieuwsbrief houden we u op de hoogte van alles wat er in de groep gebeurd. Ook vertellen we wat
Nadere informatieInhoud Woorden lijst 1 lijst 2 lijst 3 lijst 4 lijst 5 lijst 6 lijst 7 lijst 8 lijst 9 lijst 10 lijst 11 lijst 12
Inhoud Voorwoord 7 Woorden 9 lijst 1 a - oo - ie / b - k - l - m - n - p - r - s - t - v 9 Zinnen lezen Tips: tellen, kleuren, bingo lijst 2 aa - oe - i / b - k - l - m - n - p - r - s - t - v - z 13 Zinnen
Nadere informatietaal Beste ouder, verzorger, Alweer van start met het laatste blok van dit schooljaar van taal, spelling en begrijpend lezen.
Beste ouder, verzorger, Alweer van start met het laatste blok van dit schooljaar van taal, spelling en begrijpend lezen. Het thema van dit blok is: andere tijden Bij woordenschat leren de kinderen: Woorden
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieLesbrief Game over / Date. Lesactiviteiten voor het ontwikkelen van Woordkennis Basisbegrip Interpretatie Reflectie Kritiek.
Lesbrief Game over / Date Lesactiviteiten voor het ontwikkelen van Woordkennis Basisbegrip Interpretatie Reflectie Kritiek Inhoud Woordkennis Vergelijkende trap 4 Kruiswoordpuzzel 5 Toekomende tijd 6 Basisbegrip
Nadere informatieGrafementoets: instructie voor de leerkracht
veilig leren lezen Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na kern 3. De toets bestaat uit een kaart, waarop de letters per kern gegroepeerd staan. De letterkennis
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema de dierentuin
Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Boek van de week: 1; Nijntje in de dierentuin 2; De dierentuin 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant
Nadere informatieLuister naar het alfabet en de voorbeelden. Kijk ook naar de afbeeldingen. voorbeeld letter. b bee [b] bus [ə] een. hemd
Het alfabet Van A tot Z Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters. Deze letters zijn klinkers en medeklinkers. Er zijn 6 klinkers: a, e, i, o, u, y. Er zijn 20 medeklinkers: b, c, d, f, g, h, j, k, l, m,
Nadere informatieNieuwsbrief maart 2016
De gezonde keus, waar leren en opgroeien hand in hand gaan! Nieuwsbrief maart 2016 De editie van deze nieuwsbrief ontvangt u digitaal én op papier. Woensdag 23 maart doen wij op de Gaandeweg mee aan de
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatieMannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus
ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieIndien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.
Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt
Nadere informatielezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1
veilig leren lezen Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Auteur: Josée Warnaar Zinnen maken met woorden én beeldtaal Regio noord en midden hebben kern 2 behandeld als de Kinderboekenweek begint. Regio
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieinstapkaarten spelling
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Spelling thema 1 les 1 cat. 5a 1 thema 1 les 3 cat. 5b 2 thema 1 les 5 cat. 9a 3 thema 1 les 7 cat. 9b 4 thema 1 les 9 cat. 10a 5 thema 1 les 11 cat. 10b 6 thema 1
Nadere informatieBlok Klankgrgoepenwoord Deze categorie komt in veel woorden voor en is een heel lastige categorie.
Blok 4 10 Klankgrgoepenwoord Deze categorie komt in veel woorden voor en is een heel lastige categorie. stap 3 stap 4 stap 1 stap 2 Stap 1 Verdelen in klankgroepen Klankgroepen zijn auditieve lettergrepen.
Nadere informatieOnthoudschrift spelling groep 8:
Onthoudschrift spelling groep 8: THEMA 1 Categorie basiswoord woordgroep 9A -ng tong weet/ 13B -ch lucht weet als je acht, echt, ucht of icht hoort schrijf je ch behalve bij hij ligt, hij legt, hij zegt
Nadere informatie1 De lange klinkers en klinkerreductie
1 De lange klinkers en klinkerreductie Schrijven A1 - richting werk de man is kaal het been het stuur de boot de ka-le man de be-nen de stu-ren de bo-ten de zee de gieter de liter de drie ik ski Schrijven
Nadere informatieLesbrief groep 5/6. Beste ouders,
Lesbrief groep 5/6 Beste ouders, Het is al weer een tijdje geleden dat we een lesbrief aan jullie hebben gestuurd. Maar met de start op onze prachtige nieuwe school, ook gelijk maar een doorstart met de
Nadere informatieGedichten. Spellingstad. uit. Leuke, leerzame, grappige gedichten over verschillende spellinghobbels in de Nederlandse taal
Gedichten uit Spellingstad Leuke, leerzame, grappige gedichten over verschillende spellinghobbels in de Nederlandse taal 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave p. 5 Een woord vooraf... p. 7 Spellingstad 1 - Klankgroepen
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieWoensdag, 31 oktober Luizencontrole 1 november - 7 november Juf Melissa in NY, juf Marjan B en juf Inge staan voor de groep
Datum: 29 oktober 2018 Belangrijke data: Woensdag, 31 oktober Luizencontrole 1 november - 7 november Juf Melissa in NY, juf Marjan B en juf Inge staan voor de groep Dinsdag, 6 november Einde kledingactie
Nadere informatie