Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever *"

Transcriptie

1 ARTIKELEN Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever * Sigrid van Wingerden 1 Inleiding In het regeer- en gedoogakkoord van 2010 werd al aangekondigd dat het kabinet met voorstellen zou komen om in het volwassenenstrafrecht minimumstraffen in te voeren. Minimumstraffen moesten gaan gelden voor personen die binnen tien jaar opnieuw worden veroordeeld voor een misdrijf waarop wettelijk een maximumstraf van twaalf jaar of meer is gesteld. In maart 2011 is het Conceptwetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven openbaar geworden en ter consultatie voorgelegd aan diverse betrokken organisaties. 1 Deze maakten korte metten met het wetsvoorstel, 2 maar blijkbaar was het fundamentele commentaar aan dovemansoren gericht: in september werd aangekondigd dat het wetsvoorstel voor indiening bij de Tweede Kamer nog verder aangescherpt zal zijn. De reikwijdte van de minimumstrafregeling wordt fors uitgebreid doordat minimumstraffen niet langer uitsluitend zullen gelden voor ernstige delicten met een strafdreiging van minstens twaalf jaar, maar al voor delicten met een strafdrei * Mr. drs. Sigrid van Wingerden is PhD-fellow bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. 1 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen in geval van recidive bij misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld, hierna: Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, te downloaden op 2 Raad voor de rechtspraak, Advies conceptwetsvoorstel Voorstel van wet minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, Den Haag 2011, te downloaden op Raad-Voor-De-Rechtspraak/Wetgevingsadvisering/Adviezen%202011/Advies-minimumstraffen pdf. Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, Wetgevingsadvies minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, Den Haag 2011, p. 3, te downloaden op theek-11.php?action=view&content_id=1057. Nederlandse Orde van Advocaten, Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake het voorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen in geval van recidive bij misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld (minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven), te downloaden op Wet.nsf/325c45408f2b433cc12564a6004b963d/b18336cfc1ecfe50c125789b003b4128/$FILE/ preadvies%20minimumstraffen%20(17%20mei%202011)%20boksem%20( _1).docx. En ongeconsulteerd: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Advies: Minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, Den Haag 2011, te downloaden op Brief%20RSJ%20minimumstraffen%20(ondertekende%20versie)_tcm pdf. 322 PROCES 2011 (90) 6

2 Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever ging van minstens acht jaar. Waar de reikwijdte van het oude wetsvoorstel niet zo groot was (twaalfjaarsfeiten komen relatief weinig voor), lijkt de recente aanscherping ervoor te zorgen dat het wetsvoorstel niet langer als louter symboolwetgeving gekwalificeerd kan worden. In plaats daarvan zal de impact op daders en het gevangeniswezen aanzienlijk zijn. Reden te meer om in dit artikel aandacht te besteden aan het wetsvoorstel en zijn gevolgen. De invoering van minimumstraffen is immers een ingrijpende wijziging van het Nederlandse strafrechtstelsel, omdat het de grote straftoemetingsvrijheid van de rechter beteugelt. In principe is er niets mis met het wijzigen van het strafrechtstelsel als alles altijd bij het oude moet blijven, is er immers ook geen ruimte voor progressie, maar als er ingegrepen wordt in het rechtssysteem, dan moet die ingreep wel op de juiste gronden gebaseerd zijn en met correcte argumenten worden onderbouwd. Dat het Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven op beide punten tekortschiet, zal ik hierna verder toelichten. 2 De straftoemetingsvrijheid van de rechter Een belangrijk kenmerk van de Nederlandse strafrechtspleging is de grote vrijheid die de strafrechter heeft bij het bepalen van de sanctie. Binnen de grenzen van de wet is hij vrij in zijn keuze om een bepaalde sanctie op te leggen, zowel voor wat betreft het type sanctie als de hoogte van de straf. De wet schrijft (tot nog toe) algemene strafminima voor: een gevangenisstraf moet bijvoorbeeld minstens een dag duren en een geldboete moet minstens 3 euro bedragen. Daarnaast gelden bijzondere strafmaxima: voor elk delict is aangegeven wat de maximumstraf is. 3 De straftoemetingsvrijheid van de rechter is dus enorm. De gedachte hierachter is dat de rechter de sanctie goed moet kunnen afstemmen op de concrete feiten en omstandigheden van het individuele geval. De Raad voor de rechtspraak verwoordt dit in zijn advies bij het wetsvoorstel als volgt: Deze rechterlijke straftoemetingsvrijheid is er niet om de rechter te plezieren, maar is noodzakelijk om hem in staat te stellen, bij de uitoefening van zijn grondwettelijke taak strafbare feiten te berechten, een straf of maatregel te kunnen opleggen die recht doet aan alle in het geding zijnde belangen. 4 Als het Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven wordt aangenomen, wordt het Nederlandse strafrechtstelsel fundamenteel in zijn aard gewijzigd door de beknotting van de straftoemetingsvrijheid van de rechter. In het wetsvoorstel wordt er echter op gewezen dat de invoering van de minimum 3 De rechter is echter niet verplicht om een sanctie op te leggen als de verdachte schuldig en strafbaar is: hij kan een verdachte schuldig verklaren, maar desondanks in verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan of die zich nadien hebben voorgedaan geen straf of maatregel opleggen (rechterlijk pardon: art. 9a Sr). 4 Raad voor de rechtspraak PROCES 2011 (90) 6 323

3 Sigrid van Wingerden straf niet de eerste stap is die tot een inperking van de rechterlijke straftoemetingsvrijheid leidt. Als voorbeeld wordt genoemd dat de oplegging en de lengte van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) door de wet ook al veel strakker genormeerd zijn dan voor de gevangenisstraf. Het wetsvoorstel wordt dan ook niet gepresenteerd als een voorstel tot een ingrijpende wijziging van het Nederlandse strafrechtstelsel, maar het wordt verkocht als zijnde een volgende stap in een lijn waarin de wetgever zijn eigen verantwoordelijkheid voor een rechtvaardige sanctietoepassing waar wil maken. 5 Deze mening deel ik niet. De ISD-maatregel is dan wel strakker genormeerd dan de gevangenisstraf (de duur van de ISD-maatregel is immers vastgesteld op twee jaar), maar het is geen minimumstraf: als de rechter meent dat de opsluiting voor twee jaar te lang is voor de verdachte, kan hij besluiten om geen ISD-maatregel op te leggen, maar een gevangenisstraf met een kortere duur. De ISD-maatregel is dan ook juist een uitbreiding van de sanctioneringsmogelijkheden van de rechter, niet een inperking daarvan. In het wetsvoorstel staat ook dat niet beoogd wordt afbreuk te doen aan het uitgangspunt dat het primaat van de individuele sanctietoemeting bij de rechter ligt. 6 Ik betwijfel ten zeerste of de uitwerking van het wetsvoorstel deze stelling toelaat. Voordat ik het wetsvoorstel kritisch tegen het licht houd, worden in het navolgende eerst de aanleiding, doelstellingen en inhoud van het wetsvoorstel weergegeven. 3 De aanleiding en doelstellingen van het wetsvoorstel Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel blijkt dat de aanleiding voor de introductie van minimumstraffen is gelegen in de wens om Nederland veiliger te maken. Recidive moet daarom effectief worden aangepakt en het middel dat daartoe wordt ingezet is zwaarder straffen, opdat personen die eerder reeds een ernstig strafbaar feit hebben begaan doeltreffend worden afgeschrikt. 7 De aanleiding en daarmee de noodzaak van het wetsvoorstel is dus in feite het idee dat recidivisten nu te licht bestraft worden (zij recidiveerden immers). Dit idee gaat gepaard met wantrouwen van politici ten aanzien van de rechter om gehoor te geven aan de roep om zwaardere straffen: de politiek wil zwaardere straffen, maar vreest dat rechters hier niet in meegaan. Daarom nemen zij hun eigen verantwoordelijkheid en wijzigen zij de wet om rechters te dwingen zwaarder te straffen. De rechterlijke straftoemetingsvrijheid wordt beknot vanuit het idee dat rechters anders van die softe straffen blijven opleggen. Naast de aanleiding voor het wetsvoorstel worden in de memorie van toelichting de doelstellingen van de wetswijziging uiteengezet. Gebrek aan ambitie kan het wetsvoorstel in ieder geval niet worden verweten. Een heel scala aan strafdoelen passeert de revue. Volgens de inleiding van de memorie van toelichting wordt met het wetsvoorstel beoogd om recidive te bestrijden en de maatschappij te bescher 5 Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p PROCES 2011 (90) 6

4 Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever men tegen recidivisten. Gezien de verdere toelichting lijkt het belangrijkste strafdoel van het wetsvoorstel speciale preventie te zijn, in de vorm van afschrikking: Daar hoort bij dat personen die eerder reeds een ernstig strafbaar feit hebben begaan doeltreffend worden afgeschrikt en daarmee nieuwe strafbare feiten worden voorkomen. 8 Uit het vervolg van de memorie van toelichting blijkt dat het wetsvoorstel zich niet uitsluitend richt op speciale preventie, maar dat het (juist) de bedoeling is dat de gehele bevolking weerhouden wordt van het plegen van criminaliteit: Het kabinet ziet het als zijn doel om juist de generaal-preventieve werking van bestraffing te versterken ter vergroting van de veiligheid in de samenleving. 9 Wilders benadrukt dit ook in een interview: Dat zorgt ervoor dat mensen de gevangenis eerder in gaan en dat zorgt ook voor anderen dat ze zich wel drie keer bedenken voordat ze iets doen, als ze weten dat ze zo n zware straf kunnen krijgen. 10 Naast speciale en generale afschrikking (of moet ik zeggen: daarboven?) dient het wetsvoorstel om de proportionaliteit bij de straftoemeting te herstellen: Een bijzonder stelsel van minimumstraffen, zoals vervat in het wetsvoorstel, is naar het oordeel van het kabinet primair van belang omdat het aangeeft welke gevangenisstraf naar het oordeel van de wetgever de minimale proportionele reactie bij ernstige gevallen van recidive is. 11 Hier hebben we het over vergelding als strafdoel (ook al komt dat woord niet letterlijk voor in de memorie van toelichting). Men meent dat de straffen nu te licht zijn om het delict te vergelden: er zijn zwaardere straffen nodig. Afschrikking en vergelding worden dus duidelijk in de memorie van toelichting genoemd als doelstellingen van de invoering van minimumstraffen. De eerste zin van de memorie van toelichting luidt echter: Het daadkrachtig bestrijden van recidive is nodig om burgers adequaat te beschermen en de veiligheid te vergroten. 12 Opvallend genoeg wordt in de memorie van toelichting verder nauwelijks ingegaan op het strafdoel incapacitatie (beveiliging van de maatschappij door onschadelijkmaking van de dader). Incapacitatie, een vorm van speciale preventie, houdt in dat het de dader fysiek onmogelijk wordt gemaakt om nieuwe delicten te plegen door hem in te sluiten: zolang hij vastzit, zal hij niet recidiveren. De invoering van minimumstraffen lijkt daarom ook incapacitatie als doel te hebben, ook al wordt dit niet expliciet uitgewerkt in de memorie van toelichting. 13 In de memorie van toelichting wordt wel nog een bijkomend doel genoemd: het vergroten van de rechtseenheid: Het voorstel beoogt een consistente straftoemeting in de meest ernstige gevallen van recidive ( ). 14 Elders in de memorie van toelichting is dit nogmaals te lezen: De voorgestelde nadere normering kan daar 8 Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Zie 11 Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Wellicht is het doel te voor de hand liggend voor een expliciete uitwerking. 14 Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p. 12. PROCES 2011 (90) 6 325

5 Sigrid van Wingerden mee ook bijdragen aan het voorkomen van onaanvaardbaar grote verschillen in de straftoemeting, juist in die situaties waarbij sprake is van recidive. 15 Naar aanleiding van de te licht bevonden straffen voor recidivisten, gepaard gaande met het idee dat rechters uit zichzelf niet strenger zullen gaan straffen, wordt een wetsvoorstel gelanceerd waarmee speciale en generale afschrikking en vergelding worden nagestreefd, en bovendien meer rechtseenheid. Voordat ik uiteenzet in hoeverre deze aanleiding en doelstellingen van het wetsvoorstel de fundamentele wijziging van het strafrechtsysteem rechtvaardigen, wordt in de volgende paragraaf eerst de inhoud van het wetsvoorstel besproken. 4 De inhoud van het wetsvoorstel In het wetsvoorstel wordt voorgesteld het Wetboek van Strafrecht (Sr) te wijzigen. De belangrijkste wijziging is de toevoeging van een artikel (genummerd art. 43c), dat een regeling voor de minimumstraffen bevat: de minimumstraf bedraagt minstens de helft van de maximale straf. De regeling in het oorspronkelijke wetsvoorstel geldt voor de verdachte die voor een zwaar misdrijf veroordeeld wordt, terwijl hij minder dan tien jaar geleden al eerder een gevangenisstraf heeft gekregen voor een zwaar misdrijf. Dit is een misdrijf waarop een wettelijke strafdreiging staat van minstens twaalf jaar gevangenisstraf. Met de recent aangekondigde wijziging van het wetsvoorstel zal de regeling gelden voor delicten waarop een gevangenisstraf staat van minstens acht jaar in plaats van twaalf jaar. Een aanvullend vereiste (ook in het oorspronkelijke wetsvoorstel) voor de toepassing van de minimumstraf is dat het huidige misdrijf een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Daarbij wordt niet alleen op lichamelijk letsel gedoeld, maar ook op geestelijk letsel. Voorts wordt de minimumstraf, overeenkomstig de kortingen die voor de strafmaxima gelden, bij poging en medeplichtigheid met een derde verminderd en bij voorbereiding met de helft. In het wetsvoorstel worden verder de mogelijkheden voor de rechter om van de minimumstraf af te wijken beperkt: zo is het rechterlijk pardon (art. 9a Sr) niet mogelijk. De minimumgevangenisstraf mag niet in combinatie met ISD worden opgelegd. Als aan een deels ontoerekeningsvatbare dader ook tbs wordt opgelegd, mag de rechter niet meer afzien van de gevangenisstraf, en bij tbs met voorwaarden geldt niet langer de beperking dat de gevangenisstraf ernaast maximaal drie jaar mag duren (art. 43e Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven). De rechter mag uitsluitend afwijken van de minimumstraf indien zich ten tijde of na het begaan van het misdrijf uitzonderlijke omstandigheden hebben voorgedaan die, indien de minimumstraf zou worden opgelegd, zouden leiden tot een onbillijkheid van zwaarwegende aard (art. 43d Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven). 15 Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p PROCES 2011 (90) 6

6 Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever 5 Kritiek op het wetsvoorstel 5.1 Inleiding In een consultatieronde is het wetsvoorstel naar verschillende belanghebbende partijen verstuurd met het verzoek advies uit te brengen over de voorgenomen wetswijziging. Uit de adviezen van de verschillende instanties, zoals de Raad voor de rechtspraak (RvdR), de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en (ongevraagd) de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), kan de conclusie worden getrokken dat voornoemde instanties unaniem zijn: het wetsvoorstel moet niet (zo) worden ingediend. 16 Bij het wetsvoorstel dat zulke ingrijpende gevolgen kan hebben voor het Nederlandse strafrechtstelsel en de veroordeelden die eraan onderworpen worden zijn immers nogal wat kritische kanttekeningen te plaatsen. In de volgende paragrafen bekritiseer ik (mede gebaseerd op de commentaren van de hiervoor genoemde instanties) de in de memorie van toelichting aangedragen redenen voor de voorgestelde wetswijziging en zet ik uiteen dat er op grond van wetenschappelijke kennis geen enkele verwachting is dat de doelstellingen van het wetsvoorstel bereikt zullen worden door de invoering van minimumstraffen. 5.2 De aanleiding: is die er wel? In paragraaf 3 is beschreven dat de wetswijziging wordt voorgesteld vanwege de te licht bevonden straffen voor recidivisten, gepaard gaande met het idee dat rechters uit zichzelf niet strenger zullen gaan straffen. Een eerste kritische noot bij het wetsvoorstel klinkt direct bij deze onderbouwing van de noodzaak tot de wetswijziging. Of eigenlijk het gebrek aan onderbouwing van die noodzaak. Blijkbaar is men van mening dat recidivisten te licht bestraft worden, maar hoe zwaar worden zij nu dan gestraft? En hoe zwaar willen burgers dat er gestraft wordt? Weten burgers wel hoe zwaar er gestraft wordt? En in hoeverre kan verwacht worden dat de voorgestelde wetswijziging bijdraagt aan de dichting van de gestelde punitiviteitskloof 17 tussen rechters en burgers? Deze vragen blijven in de memorie van toelichting onbeantwoord. Wel wordt in de memorie van toelichting voor een goed begrip van de betekenis van de voorgestelde regeling een aantal misdrijven besproken, waarbij ook de opgelegde straf genoemd wordt. 18 Zo wordt een geval besproken waarin de rechtbank zeventien jaar oplegde voor moord. Het probleem bij deze praktijkvoorbeelden is dat zij niet bijdragen aan de onderbouwing voor nut of noodzaak van het wetsvoorstel. Er zijn drie problemen met deze manier van onderbouwen: 1 Heeft de rechtbank door een gevangenisstraf van zeventien jaar op te leggen dan te licht gestraft? (Is dit een voorbeeld van een straftekort?) 16 Raad voor de rechtspraak 2011; Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak 2011; Nederlandse Orde van Advocaten 2011; Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming De punitiviteitskloof is het verschil in strafzwaarte dat rechters en publiek (gemiddeld) passend vinden (J.W. de Keijser, P.J. van Koppen & H. Elffers, Op de stoel van de rechter. Oordeelt het publiek net zo als de strafrechter?, Research Memoranda , Den Haag: Raad voor de rechtspraak 2006, p Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p PROCES 2011 (90) 6 327

7 Sigrid van Wingerden 2 Is er in dit geval wel sprake van recidive? Als er immers geen recidive is, is het wetsvoorstel ook niet van toepassing. 3 Hoe representatief zijn de aangehaalde voorbeelden? Is zeventien jaar gevangenisstraf voor moord een standaard straf? Als de voorbeelden niet representatief zijn, zegt het niets over de huidige straftoemetingspraktijk. 19 Kortom: het wordt niet duidelijk wat nu precies het probleem is waarvoor het paardenmiddel van de introductie van minimumstraffen de oplossing zou zijn. Dit leidt de NVvR tot de volgende conclusie: De NVvR houdt het er vooralsnog op dat thans geen reëel beeld van de straftoemetingspraktijk wordt geschetst, hetgeen op zich al onvoldoende basis biedt voor een rigoureuze systeemwijziging. 20 Een tweede kritiekpunt is dat het wetsvoorstel wordt voortgedreven door een enorm wantrouwen van de wetgevende macht in de rechtsprekende macht om daders behoorlijk (lees: zwaar) te straffen. De politiek wil zwaardere straffen en om dit te bereiken dient de rechterlijke straftoemetingsvrijheid te worden beknot vanuit het idee dat rechters anders van die softe straffen blijven opleggen. Hierbij wordt over het hoofd gezien dat de rechter de afgelopen jaren al steeds punitiever is geworden. 21 Is dit wantrouwen in de rechter dus wel zo gerechtvaardigd? Het is in ieder geval belangrijk om het gevoel van onvrede dat bij burgers bestaat over de zwaarte van de straffen die rechters opleggen, te onderkennen. Als burgers geen vertrouwen hebben in de strafpraktijk, kan dat de legitimiteit van het hele strafrechtstelsel onderuithalen. Ik betwijfel echter ten zeerste of de introductie van minimumstraffen bij recidivisten de juiste manier is om het vertrouwen in de rechtspraak te versterken: de tik van de wetgever op de vingers van de rechters geeft een signaal af dat de rechters niet goed bezig zijn. Dit lijkt mij het vertrouwen in de rechtspraak eerder te schaden dan te versterken. Bovendien is het maar de vraag in hoeverre de punitiviteitskloof tussen rechters en burgers een bedreiging vormt voor de legitimiteit van het strafrechtelijk systeem: uit onderzoek van Elffers en De Keijser blijkt dat de meerderheid van de burgers die vinden dat de rechter niet zwaar genoeg straft, ook vindt dat rechters alleen moeten letten op de zaak en niet op wat het publiek ervan vindt. 22 De burger vindt het dus niet zo erg dat zijn roep om zwaardere straffen niet gehoord 19 Doordat de voorbeelden zijn ontleend aan rechtspraak.nl, kun je er eigenlijk van uitgaan dat ze niet representatief zijn, omdat daar alleen opvallende uitspraken worden gepubliceerd. 20 Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak 2011, p Zie bijv. S.G.C. van Wingerden & P. Nieuwbeerta, Ontwikkelingen in de lengte van gevangenisstraffen voor moord en doodslag: een trend naar langere straffen, Trema 2006, 29 (8), p ; F. van Tulder, De straffende rechter, , NJB 2011, 86 (24), p , met een reactie van Van Velthoven, die o.a. bezwaren uit tegen de door Van Tulder gehanteerde omrekenformules om gevangenisstraffen, taakstraffen en geldboetes onder één noemer te brengen (B. van Velthoven, De punitiviteit is juist gedaald tussen 2000 en 2009, NJB 2011, 86 (27), p ). 22 H. Elffers & J.W. de Keijser, Different perspectives, different gaps: Does the general public demands a more responsive judge?, in: H. Kury (red.), Fear of crime Punitivity: New developments in theory and research, Bochum: Universitätsverslag Dr. N. Brockmeyer 2007; J.W. de Keijser & H. Elffers, Cross-jurisdictional differences in punitive public attitudes?, European Journal on Criminal Policy and Research 2009, 15 (1-2), p PROCES 2011 (90) 6

8 Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever wordt bij de rechter. Hij vindt het belangrijker dat de rechter rechtvaardig, onpartijdig, onafhankelijk en kritisch is, dan dat hij streng is. 23 Mede in dit licht dienen de gevolgen die door de politiek verbonden worden aan de roep om zwaardere straffen kritisch te worden bezien. 5.3 Zullen de doelstellingen van het wetsvoorstel bereikt worden? De doelstellingen die in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel worden genoemd, zijn in paragraaf 3 uiteengezet. Hierna wordt toegelicht waarom op basis van wetenschappelijke kennis verwacht mag worden dat de gestelde doelen niet bereikt zullen worden door de invoering van minimumstraffen voor recidivisten. Een eerste doelstelling van het wetsvoorstel is dat met de invoering van minimumstraffen voor recidivisten afschrikking wordt beoogd, zowel van specifieke daders als van de bevolking in het algemeen. De gedachte hierachter is: hoe strenger de straf, hoe groter de afschrikkende werking. Het aantal delicten dat extra voorkomen wordt door de straffen te verzwaren wordt het marginale afschrikkingseffect genoemd. Uit de criminologische literatuur is echter bekend dat er van dit marginale afschrikkingseffect niet te veel verwacht moet worden. Verhoging van de strafzwaarte heeft weinig invloed op de mate waarin daders zich laten afschrikken om opnieuw een delict te plegen. 24 Dat geldt niet alleen voor daders, maar ook voor de burger in het algemeen. Veel delicten worden immers niet gepleegd op grond van een kosten-batenanalyse. Het bewijs voor een afschrikkingseffect door hogere straffen is volgens Tonry buitengewoon ambigu en omstreden. 25 Hij stelt dat er geen geloofwaardig bewijs is op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat hogere straffen leiden tot marginale afschrikkingseffecten. 26 Als voorbeeld van het gebrek aan afschrikkingseffect van zware sancties wordt vaak naar Amerika gewezen: ondanks de dreiging in veel staten van de doodstraf, minimumstraffen en three strikes and you re out-wetten is de criminaliteit onverminderd hoog. Ook stelt Tak in een recent rechtsvergelijkend rapport dat er voor geen van de landen die een stelsel van minimumstraffen hebben, bewijs is dat de minimumstraf heeft geleid tot minder recidive. 27 De literatuur laat tevens zien dat als men toekomstige daders wil afschrikken, beter ingezet zou moeten worden op de zekerheid en snelheid van de sanctie dan 23 H. Elffers & J.W. de Keijser, Het geloof in de kloof: Wederzijdse beelden van rechters en publiek, in: J.W. de Keijser & H. Elffers (red.), Het maatschappelijk oordeel van de strafrechter: de wisselwerking tussen rechter en samenleving, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2004, p M. Tonry, Onderzoek naar afschrikking. De noodzaak om klein te denken als we iets nieuws willen leren, Justitiële verkenningen 2008, 34 (2), p ; O.J. Bosker, Snelrecht: de generaal en speciaal preventieve effecten van sneller straffen (diss. Groningen), Groningen 1997, te downloaden op Ook Bentham, de grondlegger van de afschrikkingstheorie, was van mening dat zekerheid en snelheid van straf belangrijker zijn voor het afschrikkingseffect dan de zwaarte van de straf (Tonry 2008, p ). 25 Tonry 2008, p Tonry 2008, p P.J.P. Tak, De minimumstraf opnieuw bezien, Een geactualiseerde beknopte rechtsvergelijking, Raad voor de rechtspraak: Research memoranda 2010, 4. PROCES 2011 (90) 6 329

9 Sigrid van Wingerden op de hoogte. 28 Op het terrein van afschrikking moet daarom niet al te veel verwacht worden van het wetsvoorstel. Naast afschrikking is een tweede doelstelling van de invoering van minimumstraffen het uitdrukken van vergelding: wat volgens de wetgever de minimale proportionele reactie bij ernstige gevallen van recidive is. 29 Het is echter een misvatting dat vergelding gelijk zou staan aan zwaarder straffen. Bij vergelding gaat het om doelbewuste leedtoevoeging, die proportioneel is aan de ernst van het feit en de verwijtbare schuld. Oftewel: iemand krijgt zijn verdiende loon. Binnen deze retributivistische visie bestaat ruimte om rekening te houden met recidive als strafverzwarende omstandigheid, omdat beargumenteerd kan worden dat het meer verwijtbaar is als een dader opnieuw een delict pleegt. 30 Vergelding betekent echter ook dat er niet zwaarder gestraft mag worden dan de verwijtbare schuld: de ernst van het feit en de verwijtbare schuld vormen de bovengrens voor de straf. Dat de straf proportioneel moet zijn aan de ernst van het feit, veronderstelt een bepaalde rangorde van delicten naar de mate van hun ernst. Deze categorisering van relatieve zwaarte van delicten ten opzichte van elkaar wordt ordinale proportionaliteit genoemd. 31 Door voor de delicten waarop het wetsvoorstel betrekking heeft zwaardere straffen af te dwingen, wordt deze ordinale proportionaliteit verstoord. Er ontstaat ongelijkheid doordat recidive wel extra verwijtbaar wordt bevonden bij delicten met een strafdreiging van minstens acht jaar, maar niet bij de lichtere delicten. Die ordinale proportionaliteit kan dan alleen maar worden hersteld door alle delicten op te schalen : als men proportionaliteit hoog in het vaandel heeft staan, zullen ook zwaardere straffen moeten gaan gelden voor delicten die buiten de reikwijdte van het wetsvoorstel vallen. Een andere (betere) oplossing is dat er helemaal geen minimumstraffen worden ingevoerd: dan wordt de ordinale proportionaliteit immers niet verstoord, dus is er ook geen opschaling nodig. Naast afschrikking en vergelding wordt in de memorie van toelichting ook genoemd dat de invoering van minimumstraffen van belang is ter bescherming van de samenleving. Op incapacitatie als doelstelling van het wetsvoorstel wordt echter verder niet expliciet ingegaan (wellicht omdat het wel erg voor de hand liggend is). Maar ook op incapacitatie als strafdoel is het nodige af te dingen. Hoe groot het incapacitatie-effect van de minimumstraffen is, is niet duidelijk. Dit komt ten eerste doordat het onbekend is hoe rechters de betreffende delicten bij recidivisten nu bestraffen. Hoeveel extra tijd worden de recidivisten ingesloten als de regeling voor minimumstraffen voor hen geldt? De Raad voor de rechtspraak heeft berekend dat als de minimumstraffen al in 2009 gegolden zouden hebben, de rechter in 85% van de 209 gevallen waarop het wetsvoorstel betrekking zou hebben, lager gestraft heeft dan wat de minimumstraf zou zijn. Dit verschil 28 H. Elffers, Een straffe aanpak (oratie VU), Den Haag: Boom Juridische uitgevers Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p Zie over de rol van eerdere veroordelingen bij de straftoemeting bijv. J.V. Roberts & A. von Hirsch (red.), Previous Convictions at Sentencing: Theoretical and Applied Perspectives, Oxford: Hart Publishing A. von Hirsch, Proportionality in the Philosophy of Punishment, Crime and Justice 1992, 16, p PROCES 2011 (90) 6

10 Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever bedraagt gemiddeld bijna drieënhalf jaar. 32 Daarbij moet wel worden opgemerkt dat dit onderzoek nog gebaseerd is op het oude wetsvoorstel: twaalfjaarsfeiten in plaats van achtjaarsfeiten. Bovendien kan uit de resultaten van het onderzoek niet worden geconcludeerd dat de daders gemiddeld drieënhalf jaar extra moeten zitten na invoering van de minimumstraf, omdat te verwachten is dat rechters zullen proberen om onder de minimumstraf uit te komen als zij menen dat deze in het concrete geval te hoog is. Volgens het wetsvoorstel mag de rechter alleen lager straffen dan de minimumstraf als er sprake is van een onbillijkheid van zwaarwegende aard. De rechter wordt geacht terughoudend met dit criterium om te gaan. Hij heeft echter nog een andere vluchtweg: ook via de bewezenverklaring en de kwalificatiebeslissing kan hij beïnvloeden of een minimumstraf zal moeten worden opgelegd. Niet onaannemelijk is dat de rechter begrippen als opzet anders gaat invullen om ervoor te zorgen dat de verdachte veroordeeld wordt voor een delict waarop geen (of niet zo n hoge) minimumstraf staat. Bovendien wordt een incapacitatie-effect afgezwakt doordat daders sowieso minder recidiveren als ze ouder worden (aging out-effect), of doordat andere personen in de plaats van de gedetineerden delicten plegen (replacement-effect). 33 Samengevat kan worden gesteld dat er met het wetsvoorstel naar gestreefd wordt zowel de dader als de burger in het algemeen af te schrikken en vergelding uit te drukken. Zoals hiervoor beargumenteerd, is de invoering van minimumstraffen niet de juiste manier om deze strafdoelen te bereiken. Als bijkomend doel wordt in de memorie van toelichting het vergroten van de rechtseenheid genoemd. 34 De introductie van minimumstraffen kan dan wel tot meer consistentie leiden (op alle diefstallen met geweld staat dezelfde minimumstraf), het draagt in ieder geval niet bij aan een eerlijkere straftoemeting. Ten eerste kunnen onder één delictsomschrijving vele verschillende soorten gedragingen met een uiteenlopende mate van ernst vallen: De wet kent geen onderscheid tussen gemaskerde bankovervallers met geladen wapens en een kleptomane huisvrouw die in de Hema ontsnapt aan een beveiliger. 35 Maar ook al zijn de feitelijke gedragingen binnen een delictsomschrijving nog zo verschillend, zij hebben straks dezelfde minimumstraf. Naast de oneerlijke gelijkschakeling van verschillende gedragingen binnen één delicttype wordt de straftoemeting bij minimumstraffen ook oneerlijker doordat de rechter beperkt wordt in zijn mogelijkheden om de straf af te stemmen op de persoon van de dader en op de omstandigheden: hij kan minder goed maatwerk leveren. De minimumstraf dwingt de rechter ertoe om ongelijke gevallen gelijk te behandelen. Ook voor wat betreft het doel om onaan 32 F. van Tulder & J. van der Schaaf, Minimumstraffen voor recidive bij zware delicten. Verslag van een onderzoek, Den Haag: Raad voor de rechtspraak 2011, p. 6. De auteurs tekenen daarbij aan dat niet alleen rechters lager straften dan de minimumstraf, de straffen die het OM eiste waren ook lager (p. 12). 33 A. Blokland, C. Bijleveld & P. Nieuwbeerta, Kosten en baten van de invoering van three strikes and you re out in Nederland een scenario studie, Tijdschrift voor Criminologie 2003, 45 (2), p Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven, p M. Zandbergen, Rechtertje beknotten, doe het niet, NRC Handelsblad 1 november 2011, p. 14. PROCES 2011 (90) 6 331

11 Sigrid van Wingerden vaardbaar grote verschillen in straftoemeting te voorkomen is het wetsvoorstel eerder een averechts middel. 6 Waarom wordt het wetsvoorstel dan toch doorgezet? Hiervoor is beschreven dat de politiek recidive wil voorkomen door recidivisten zwaarder te bestraffen. Om dit te bewerkstelligen worden minimumstraffen voor recidivisten geïntroduceerd. Het gebrek aan onderbouwing van nut en noodzaak van de minimumstraf leidde tot niet mis te verstane kritiek van de geconsulteerde instanties op het wetsvoorstel. De boodschap luidt unaniem: niet indienen! De adviezen van de geconsulteerde instanties lijken echter aan dovemansoren gericht te zijn: nadien is aangekondigd dat de reikwijdte van het wetsvoorstel verruimd wordt door het niet alleen te laten gelden voor ernstige delicten waar minstens twaalf jaar gevangenisstraf op staat, maar voor alle delicten met een minimale strafdreiging van acht jaar gevangenisstraf. In plaats van een stap terug te doen, doet minister van Veiligheid en Justitie Opstelten er nog een schep bovenop. Dit roept de vraag op waarom dit gebeurt: waarom wordt het wetsvoorstel doorgevoerd (en zelfs uitgebreid), terwijl er geen empirische onderbouwing is van nut en noodzaak van de invoering van minimumstraffen? De enige verklaring die hiervoor aan te dragen is, is dat het wetsvoorstel een schoolvoorbeeld is van penal populism. Beleid is populistisch als het louter wordt gevoerd om stemmen te winnen, zonder dat het zich wat aantrekt van de effecten van dat beleid. 36 Penal populism bestaat in verschillende gradaties. Roberts e.a. omschrijven een erge vorm van penal populism als the promotion of policies which are electorally attractive, but unfair, ineffective, or at odds with a true reading of public opinion. 37 Het Wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven kan onder deze gradatie worden geschaard: voor electoraal gewin wordt een wetswijziging voorgesteld waardoor oneerlijkheid ontstaat (ongelijke gevallen worden gelijk behandeld, rechters kunnen minder goed rekening houden met de persoon van de dader), die niet effectief is (de invoering van minimumstraffen zal niet tot recidivevermindering leiden, terwijl wel een verhoging van de kosten van de procesgang en het gevangeniswezen verwacht mag worden 38 ) en die conflicteert met diepere kennis over de publieke opinie (de publieke opinie over straffen is erg afhankelijk van de wijze waarop dat onderzocht wordt 39 en burgers vinden het 36 J.V. Roberts, L.J. Stalans, D. Indermaur & M. Hough, Penal populism and public opinion: Lessons from five countries, New York: Oxford University Press 2003, p Roberts, Stalans, Indermaur & Hough 2003, p Zie ook S.G.C. van Wingerden, De samenleving roept om zwaardere straffen. Is dat een oplossing?, in: J.P. van der Leun, E.R. Muller, N. van der Schee, P.M. Schuyt & M.A.H. van der Woude (red.), De vogel vrij. Liber amicorum prof. dr. mr. Martin Moerings, Den Haag: Boom Lemma uitgevers 2011, p J.W. de Keijser & H. Elffers, Cross jurisdictional differences in punitive public attitudes?, European Journal on Criminal Policy and Research 2009, 6, p PROCES 2011 (90) 6

12 Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever belangrijker dat een rechter rechtvaardig, onpartijdig, onafhankelijk en kritisch is, dan dat hij streng is 40 ). Penal populism heeft tot gevolg dat het strafklimaat steeds verder verhardt, met steeds meer mensen in de gevangenis, zonder dat de criminaliteit er noemenswaardig door beïnvloed wordt. Dat dit niet wenselijk is, lijkt mij evident. Desalniettemin vrees ik dat het wetsvoorstel (in licht gewijzigde vorm) zal worden aangenomen alle logische bezwaren ten spijt. Daarbij vrees ik ook voor een hellend vlak. Nu wordt de minimumstraf voor recidivisten bij zware misdrijven ingevoerd. Het is dan een kleine stap om de minimumstrafregeling verder uit te breiden naar meer soorten delicten en naar gevallen waarin geen sprake is van recidive. We stevenen dus af op een fundamentele wijziging van het strafrechtsysteem, met grote gevolgen voor de betrokkenen en voor de samenleving als geheel alle kritische geluiden uit de rechtspraktijk en de wetenschap, dat nut en noodzaak van de regeling ver te zoeken zijn, ten spijt. Dit alles leidt bij mij tot een gevoel van wantrouwen. Niet ten aanzien van de rechter, maar ten aanzien van de door populisme gedreven politiek. 40 Elffers & De Keijser PROCES 2011 (90) 6 333

U heeft de Nederlandse Orde van Advocaten verzocht te adviseren over bovengenoemd conceptwetsvoorstel.

U heeft de Nederlandse Orde van Advocaten verzocht te adviseren over bovengenoemd conceptwetsvoorstel. r - 7- Minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer mr. LW. Opstelten ~ Postbus 20301 1 t f 1 2500 EH Den Haag Den Haa~g, ~3 ~hei 2~Ç1 Doorkiesnummer: 1 Faxnummer: E-mail: Betreft: Conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Y1~Ufr~J~Ô)Dt~ College van Procureurs-Generaal. Openbaar Ministerie. Voorzitter

Y1~Ufr~J~Ô)Dt~ College van Procureurs-Generaal. Openbaar Ministerie. Voorzitter Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter Y1~Ufr~J~Ô)Dt~ Postbus 20305 2500 EH Den Haag De Minister van Veiligheid en Justitie I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Prins Clauslaan

Nadere informatie

De samenleving roept om zwaardere straffen

De samenleving roept om zwaardere straffen De samenleving roept om zwaardere straffen Is dat een oplossing? S.G.C. van Wingerden 1 Inleiding Plegers van strafbare feiten moeten worden gestraft. Daar zijn de meeste mensen het wel over eens. Maar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

de Rechtspraak ~ Raad voor de ~ f~b~sps~aak

de Rechtspraak ~ Raad voor de ~ f~b~sps~aak ~ ~ f~b~sps~aak Minister van Veiligheid en Justitie J / Directie Strategie en Mr. I.W. Opsteken Ontwikkeling / Postbus 2030! 2500 EH Den Haag 1 / bezoekadres / Kneuterdijk 1 // 2514 EM Den Haag datum bjum

Nadere informatie

DE BURGER ALS RECHTER Een onderzoek naar geprefereerde sancties voor misdrijven in Nederland

DE BURGER ALS RECHTER Een onderzoek naar geprefereerde sancties voor misdrijven in Nederland DE BURGER ALS RECHTER Een onderzoek naar geprefereerde sancties voor misdrijven in Nederland Hoofdstuk 8 Samenvatting en discussie 8.1 Vraagstelling Welke straffen prefereren Nederlandse burgers voor diverse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen. Op 24 juni 1998 is de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) gewijzigd. Deze wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een strengere aanpak van gevaarlijk rijgedrag in het verkeer.

Nadere informatie

Namens het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak,

Namens het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, NEDERLANDSE W j VERENIGING V. ~ VOOR RECHSPRAAK /// 7~AJ / Datum 26mei2011 Kenmerk Uw kenmerk De minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 GH Den Haag ii til j Onderwerp

Nadere informatie

/77. De minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w, Opstelten Postbus CH Den Haag. Geachte heer Opstelten,

/77. De minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w, Opstelten Postbus CH Den Haag. Geachte heer Opstelten, VfT 1CINT T De minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w, Opstelten Postbus 20301 2500 CH Den Haag Datum 26mei 2011 Kenmerk B,2,l.l l/1919/jt Uw kenmerk 5683863/11/6 Onderwerp Concept-wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 151 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen in geval van recidive bij misdrijven waarop naar

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2220 8 februari 2012 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen in geval

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

6 Justitiële verkenningen, jrg. 34, nr. 2, 2008

6 Justitiële verkenningen, jrg. 34, nr. 2, 2008 5 Het thema afschrikking en generale preventie is in zekere zin tijdloos. De afschrikkende werking van (streng) straffen is vaak als een vanzelfsprekendheid gezien en was in vroeger tijden een belangrijke

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De voorwaardelijke straf

De voorwaardelijke straf De voorwaardelijke straf Percepties van rechters en officieren van justitie: overwegingen bij de oplegging van de voorwaardelijke straf Doris van Dijk, Bas Vergouw Marijke Malsch, Joke Harte 1 september

Nadere informatie

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake het voorstel van wet van het lid Helder tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met onder andere de verruiming van de groepsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. WETSVOORSTEL Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel-Volp en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende de invoering van de strafbaarstelling van

Nadere informatie

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik -

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik - Bijlage 1 Toespraak Minister van Veiligheid en Justitie bij diner pensant, georganiseerd door Universiteit van Tilburg in sociëteit De Witte, Den Haag op 14-9-2011. 1) Inleiding Allereerst dank aan professor

Nadere informatie

MINIMUMSTRAFFEN VOOR RECIDIVE BIJ ZWARE DELICTEN VERSLAG VAN EEN ONDERZOEK. Frank van Tulder & Jacqueline van der Schaaf

MINIMUMSTRAFFEN VOOR RECIDIVE BIJ ZWARE DELICTEN VERSLAG VAN EEN ONDERZOEK. Frank van Tulder & Jacqueline van der Schaaf MINIMUMSTRAFFEN VOOR RECIDIVE BIJ ZWARE DELICTEN VERSLAG VAN EEN ONDERZOEK Frank van Tulder & Jacqueline van der Schaaf m.m.v. Nicole Emmerik en Bram Vlaanderen Raad voor de rechtspraak, eindversie 09-06-2011

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

ADVIES. Concept-wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten

ADVIES. Concept-wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten ADVIES Concept-wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten aan de Minister van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d. 7

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

De voorgestelde wettekst, alsmede de daarbij behorende memorie van toelichting geven de NVvR aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 10december2013 Uw kenmerk 427418 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II Opgave 1 Vertrouwen in de rechtspraak Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 en figuur 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Op 14 oktober 07 meldde het documentaire programma Zembla (VARA) dat rechters

Nadere informatie

Minimumstraffen, een kwestie van vertrouwen?

Minimumstraffen, een kwestie van vertrouwen? 22 Pagina Sdu Uitgevers Minimumstraffen, een kwestie van vertrouwen? Strafrechtelijke professionals over de invloed van minimumstraffen op de kloof tussen de burger en de strafrechter en het vertrouwen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 17-01-2018 Verwerkt op 17-01-2018 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Tevens per internetconsultatie Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de heer W.M.J. de Wildt Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Straffen en minimumstraffen bij recidive in

Straffen en minimumstraffen bij recidive in omslag research memoranda 2012-3 22-08-12 14:57 Pagina 1 Research Memoranda Nummer 3 / 2012 Jaargang 8 Raad voor de rechtspraak Straffen en minimumstraffen bij recidive in zware zaken Straffen en minimumstraffen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Betreft Beleidsreactie op advies

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting door Aylin 1392 woorden 7 maart 2018 8,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 4 Strafrecht: de

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive

Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive Samenvatting (Dutch Summary) Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive Inleiding Sinds het begin van deze eeuw is de Nederlandse overheid bezorgd over de hoge recidivecijfers. Uit

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I Opgave 1 Tbs ter discussie 1 maximumscore 2 beveiliging van de samenleving Voorbeeld van juiste toelichting bij beveiliging van de samenleving: In de tekst staat dat er steeds minder mensen uitstromen

Nadere informatie

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties.

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS. Zijne Excellentie. dr. R.H.A. Plasterk. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties. S Postbus i6oot KIenesing& i- T 030 88838 88 in(o@rnon5er,rechtcn.r,i Voorzitter Grondwet 2500 EA DEN HAAG Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre[aties dr. R.H.A. Plasterk Zijne Excellentie Postbus

Nadere informatie

Opsporingsberichtgeving

Opsporingsberichtgeving Opgave 4 Opsporingsberichtgeving Bij deze opgave horen de teksten 8 en 9 uit het bronnenboekje. Inleiding Een van de middelen die een officier van justitie kan inzetten in het opsporingsonderzoek is opsporingsberichtgeving.

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I Opgave 2 Juridische aanpak jihadi s Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3. Inleiding In januari 2016 gaf strafrechter Jan van der Groen een interview aan NRC Handelsblad, waarin hij zijn twijfel uitte

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Wetboek van Strafrecht in het algemeen Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Casus Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands vrachtschip, haalt uit de koffer

Nadere informatie

De minimumstraf. Een verkennende studie naar het voorkomen van minimumstraffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales.

De minimumstraf. Een verkennende studie naar het voorkomen van minimumstraffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales. De minimumstraf Een verkennende studie naar het voorkomen van minimumstraffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales. Prof. Dr. Anton M. van Kalmthout Prof. Mr. Peter J.P. Tak Voorwoord Het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Eindexamen maatschappijleer vwo I Vraag Antwoord Opgave 2 Strafrecht en volkswil Scores 14 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: kenmerk 1 Het zich afzetten tegen het politieke establishment / het gevestigde politieke

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den

Nadere informatie

Het wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven in rechtsvergelijkend perspectief

Het wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven in rechtsvergelijkend perspectief Het wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven in rechtsvergelijkend perspectief Een onderzoek naar de mogelijkheden voor de rechter om af te wijken van de minimumstraf na invoering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Minimumstraffen en het opportuniteitsbeginsel

Minimumstraffen en het opportuniteitsbeginsel Minimumstraffen en het opportuniteitsbeginsel Wat betekent de invoering van minimumstraffen voor het opportuniteitsbeginsel? K. Bruin Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent strafrecht Universiteit van

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Advies Wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen

Advies Wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen Advies Wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herziening van de regeling inzake de meerdaadse samenloop in strafzaken (herziening regeling meerdaadse samenloop in strafzaken) VOORSTEL VAN

Nadere informatie

28 februari 2005. Onderwerp: Advies conceptwetsvoorstel puntenstelsel rijbewijzen. Geachte heer Donner,

28 februari 2005. Onderwerp: Advies conceptwetsvoorstel puntenstelsel rijbewijzen. Geachte heer Donner, 28 februari 2005 Onderwerp: Advies conceptwetsvoorstel puntenstelsel rijbewijzen Geachte heer Donner, Bij brief van 18 november 2004 heeft u het College van procureurs-generaal het conceptvoorstel van

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 contactpersoon De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-18609322 uw kenmerk 409818 Advies

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 2030 2500 EH DEN HAAG Datum 20 februari 204 Uw kenmerk 458665 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt!

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt! Voorwoord Dit is een voorbeeldverslag van de onderwijsgroepen Inleiding Strafrecht. Dit verslag is bedoeld om kennis te maken met de verslagen van SlimStuderen.nl en wordt gratis aan studenten ter beschikking

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag.

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag. De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 30 oktober 2013 voorlichting contactpersoon doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 421548 onderwerp

Nadere informatie

Waarom Koers & kansen?

Waarom Koers & kansen? Waarom Koers & kansen? Dalende criminaliteit, minder mensen die straf krijgen Minder lange gevangenisstraffen opgelegd door rechter Criminelen hebben vaak ook andere problemen, bijvoorbeeld psychologische

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 011 01 33 309 Implementatie van de richtlijn 011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding van mensenhandel. de bescherming

Nadere informatie

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit

Nadere informatie

De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag

De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 13 maart 2014 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06 46116548 uw

Nadere informatie

RE: Artikelen inzake de vervolging van de heer Wilders.

RE: Artikelen inzake de vervolging van de heer Wilders. Arend Lammertink RE: Artikelen inzake de vervolging van de heer Wilders. Voorzitter To: Arend Lammertink Fri, Oct 8, 2010 at 11:03 AM Geachte

Nadere informatie

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober 2009 7,7 37 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1.1 Een rechtsstaat heft speciale kenmerken. Een staat is gekenmerkt door het hoogste

Nadere informatie

DE STRAFFENDE RECHTER, 2000-2009. Frank van Tulder

DE STRAFFENDE RECHTER, 2000-2009. Frank van Tulder DE STRAFFENDE RECHTER, 2000-2009 Frank van Tulder Een groot deel van de bevolking vindt dat rechters te licht straffen. Deze opvatting heeft de politieke wind ook nog eens flink in de rug. Er is een heel

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk:

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk: Ere-voorzitter Prof. mr. Pietervan Vollenhoven Postbus 93166 2509 AD Den Haag T 070 363 59 36 Ministerie van Justitie en Veiligheid T.a.v. de Minister voor Rechtsbescherming Zijne Excellentie de heer drs.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 982 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het in justitiële inrichtingen

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal R e g i s t r a t i e k a m e r Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal..'s-Gravenhage, 2 november 1998.. Onderwerp Wetsvoorstel onderwijsnummer

Nadere informatie

Datum 20 juli 2017 Onderwerp Beleidsreactie onderzoek "Straftoemeting ernstige verkeersdelicten"

Datum 20 juli 2017 Onderwerp Beleidsreactie onderzoek Straftoemeting ernstige verkeersdelicten 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal De minister voor Immigratie en Asiel drs. G.B.M. Leers Postbus 20011 2500 EA Den Haag datum 15 augustus 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 2011-2000250817 cc

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie