oorspronkelijke stukken
|
|
- Antoon Bakker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 oorspronkelijke stukken Behandeling van pneumonie bij verpleeghuispatiënten met ernstige dementie: terughoudender beleid in Nederland en actiever beleid in de Verenigde Staten naarmate de prognose ongunstiger is J.T.van der Steen, R.L.Kruse, G.van der Wal, D.R.Mehr en M.W.Ribbe Zie ook het artikel op bl Doel. Beschrijven van verschillen in de behandeling van pneumonie en in het verband tussen behandeling en prognose bij Nederlandse en Amerikaanse verpleeghuispatiënten met ernstige dementie. Opzet. Prospectieve studies in Nederland en de Amerikaanse staat Missouri. Methode. In 61 Nederlandse verpleeghuizen en 36 verpleeghuizen in Missouri werden respectievelijk in de perioden oktober 1996-juli 1998 en augustus 1995-september 1998 ernstig dementerende patiënten met pneumonie geïncludeerd. Er werden gegevens verzameld betreffende de gezondheidstoestand, comorbiditeit, symptomen van pneumonie en kenmerken van de behandeling, zoals het gebruik van antibiotica, ziekenhuisopname en symptoomverlichting. De behandeling in het ene land werd vergeleken met die in het andere bij groepen patiënten met overeenkomende risico s op overlijden binnen 2 weken. Resultaten. In totaal werden 328 Nederlandse en 280 Amerikaanse patiënten geselecteerd. In Nederland werd vaker afgezien van het geven van antibiotica (bij 33% van de patiënten) dan in Missouri (24%). Dat verschil was groter bij patiënten met een slechte prognose (56 versus 15%). Nederlandse patiënten waren vaker gedehydreerd, maar ontvingen minder vaak rehydratietherapie dan Amerikaanse patiënten, met een groter verschil bij patiënten met een slechte prognose (2 versus 63%). Vormen van symptoomverlichting die vaker werden toegepast bij patiënten met een slechte prognose (bij 20-26%) waren: toediening van zuurstof (in beide landen) en het gebruik van opiaten en hypnotica, sedativa of anxiolytica (vooral in Nederland). Conclusie. Bij patiënten met ernstige dementie en pneumonie werd in Nederland vaak afgezien van curatieve behandeling, des te vaker naarmate de prognose slechter was. In Missouri daarentegen werd dan actiever behandeld. Vergeleken met het vaak palliatieve behandeldoel in Nederland bleef het toepassen van symptoomverlichting achter. Deze inzichten kunnen helpen bij de besluitvorming over behandeling van pneumonie bij patiënten met ernstige dementie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:915-9 Van de patiënten met dementie overlijdt uiteindelijk een tot twee derde aan een pneumonie. 1 De keuze tussen curatieve en palliatieve behandeling is complex: de prognose de kans op lijden en overlijden speelt een rol, maar ook de met hulp van familieleden gereconstrueerde wens en de belangen van de patiënt zijn van betekenis. 2 In Nederland ziet men bij 23% van de psychogeriatrische verpleeghuispatiënten met pneumonie af van behandeling met antibiotica. 3 4 VU Medisch Centrum, EMGO Instituut, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam. Afd. Verpleeghuisgeneeskunde: mw.dr.ir.j.t.van der Steen, epidemioloog (tevens: afd. Sociale Geneeskunde); hr.prof.dr.m.w.ribbe, verpleeghuisarts. Afd. Sociale Geneeskunde: hr.prof.dr.g.van der Wal, sociaal geneeskundige (thans: Inspectie voor de Gezondheidszorg, Den Haag). University of Missouri-Columbia, Department of Family and Community Medicine, Columbia, MO, Verenigde Staten. Mw.R.L.Kruse, PhD, MSPH; hr.d.r.mehr, MD, MS. Correspondentieadres: mw.dr.ir.j.t.van der Steen (j.vandersteen@vumc.nl). In de Verenigde Staten besluit men minder vaak om geen antibiotica te geven. In Missouri een staat die gemiddeld scoort op actief behandelen, afgemeten naar hoe vaak er met sondevoeding wordt begonnen bij patiënten met zeer ernstige dementie 5 krijgt 15% van de demente verpleeghuispatiënten met longontsteking geen antibiotica. 3 Regressieanalysen wezen uit dat men in Missouri bij minder ernstig acuut-zieke patiënten vaker afziet van behandeling met antibiotica, terwijl die patiënten in Nederland juist vaker wél antibiotica krijgen. 3 4 In beide landen wordt frequenter van behandeling met antibiotica afgezien bij patiënten met ernstige dementie Het identificeren van dergelijke verschillen is van belang voor een discussie over de vraag welke behandelingen en behandeldoelen passend zijn voor deze patiënten en welke rol de prognose daarin speelt. In dit artikel vergelijken wij de behandeling van pneumonie bij ernstig demente patiënten in Nederland en in de Verenigde Staten en vergelijken 915
2 wij het verband tussen de prognose en de aard van de behandeling. patiënten en methode Combinatie van 2 prospectieve studies. In een prospectieve studie werden in de periode oktober 1996-juli psychogeriatrische patiënten met een eerste pneumonie uit 61 Nederlandse verpleeghuizen geïncludeerd: het Pneumonie onderzoek. 4 7 De diagnose pneumonie was door de behandelend verpleeghuisarts gesteld. Later bleek dat er in de Verenigde Staten ongeveer tegelijkertijd, in de periode augustus 1995-september 1998, een prospectieve studie werd uitgevoerd waarin 1044 verpleeghuispatiënten met een eerste infectie van de lagere luchtwegen ( lower respiratory tract infection ; LRI) werden geincludeerd uit 36 verpleeghuizen: de Missouri LRI study. 8 Getrainde projectverpleegkundigen stelden hier de diagnose pneumonie volgens geldende diagnostische criteria. 8 Om tot vergelijkbare populaties te komen werden uit de genoemde groepen 551 Nederlandse en 701 Amerikaanse patiënten geselecteerd die aan de diagnostische criteria voor infectie van de lagere luchtwegen voldeden, 60 jaar of ouder waren en dementie hadden. 6 Vervolgens werden uit deze groepen respectievelijk 328 en 280 patiënten met ernstige dementie geselecteerd. Ernstige dementie werd voor de Nederlandse groep gedefinieerd als een score hoger dan 15 op de Bedford Alzheimer nursing severity scale 9 en voor de Amerikaanse groep als een score van 5 of 6 op de Cognitive performance scale 10 en voor beide groepen gold dat tevens een score van minimaal 4 moest zijn behaald op een schaal van 0-6 voor adl-afhankelijkheid. Een vergelijkbare definitie van ernstige dementie is gevalideerd in 2 onafhankelijke populaties. 11 Dataverzameling. In de beide studies werden prospectief gegevens verzameld tijdens en na de ziekte-episode, en retrospectief gegevens over de periode daarvóór. Er werd gekeken naar de gezondheidstoestand van de patiënt, comorbiditeit, symptomen van pneumonie en kenmerken van de behandeling, zoals het al dan niet beginnen met antibiotica, het type antibioticum dat werd voorgeschreven, de toedieningswijze van het middel en de symptomatische behandeling. Bij opname van patiënten in het ziekenhuis werd het ver zamelen van gegevens daar voortgezet. 6 Indeling naar prognose. Omdat de Nederlandse patiëntengroep zieker was 6 dan de Amerikaanse werden de behandelingen in beide landen vergeleken binnen groepen patiënten met vergelijkbare ernst van de pneumonie en met vergelijkbare algehele kwetsbaarheid. Daartoe stratificeerden wij naar prognose door een score te gebruiken waarmee de geincludeerde patiënten met dementie en met antibioticumbehandeling konden worden ingedeeld naar het risico om binnen 2 weken te overlijden. 1 Deze prognostische score kwam voort uit het Pneumonie onderzoek en werd gevalideerd in de Amerikaanse groep verpleeghuispatiënten. 1 Patiënten werden gegroepeerd in 3 categorieën naar overlijdensrisico: laag (0-11 punten; gunstige prognose), matig (12-16 punten; matige prognose) en hoog (17-31 punten; slechte prognose). Wij maakten geen vergelijking op basis van diagnostische criteria omdat de diagnostiek in het ene land sterk verschilde van die in het andere. Zo werden in Nederland weinig röntgenfoto s gemaakt, weinig bloedbepalingen gedaan en weinig kweken ingezet, terwijl deze onderzoeken in de Verenigde Staten bij het protocol hoorden. Statistische analyse. Met behulp van het programma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS; Chicago, IL, Verenigde Staten), versie , werden verschillen tussen de behandeling van Nederlandse en van Amerikaanse patiënten geanalyseerd met de χ 2 -toets voor verschillen in proporties en met de t-toets voor verschillen in gemiddelde waarden. De samenhang tussen verschillen in behandeling en de prognose werd per land getoetst met de γ-toets voor concordantie van ordinale waarden. De aangegeven p-waarden gelden voor de trend binnen de 3 prognostische categorieën. Verschillen met een p-waarde < 0,05 werden als statistisch significant beschouwd. Ontbrekende waarden (over het algemeen < 5%) werden geïmputeerd met de modus of het gemiddelde. resultaten In de onderzoeksperiode werden voor deze studie zoals gezegd 328 Nederlandse en 280 Amerikaanse patiënten geincludeerd. De deelnemers hadden een kwetsbare algehele gezondheidstoestand (tabel 1). De Amerikaanse patiënten waren gemiddeld 1 jaar ouder en hadden gemiddeld meer comorbiditeit (niet in de tabel weergegeven). Bij de Nederlandse patiënten was er vaker een ontoereikende opname van voedsel en vocht, zij vertoonden meer symptomen van pneumonie en hadden gemiddeld een hoger risico op overlijden binnen 2 weken. Tabel 2 geeft de frequentie weer van ziekenhuisopname, gebruik van antibiotica, symptomatische en ondersteunende behandeling, en de behandelingen gecategoriseerd naar risico op overlijden binnen 2 weken. Ziekenhuisopname kwam voor bij 0,3% van de Nederlandse en 22% van de Amerikaanse patiënten. Van de Amerikaanse groep patiënten met een slechte prognose werd 44% opgenomen. Behandeling met antibiotica. Bij Nederlandse verpleeghuispatiënten werd vaker afgezien van het geven van antibiotica (33%) dan bij Amerikaanse patiënten (24%; het ging om 28% van de in het verpleeghuis verblijvende patiënten en 10% van de in het ziekenhuis opgenomen verpleeghuispatiënten (niet weergegeven in de tabel)). Dit verschil was groter bij patiënten met een slechte prognose: in de Neder- 916
3 tabel 1. Kenmerken van 328 Nederlandse en 280 Amerikaanse verpleeghuispatiënten met ernstige dementie en pneumonie kenmerk Nederland Missouri, (n = 328) Verenigde Staten (n = 280) vrouwelijk geslacht; n (%) 220 (67) 208 (74) gemiddelde leeftijd in jaren (SD) 84 (7,6) 85 (8,4) conditie vóór de pneumonie; n (%) volledig afhankelijk van ondersteuning 163 (50) 175 (63) bij eten, lopen en aan- en uitkleden gewichtsverlies of ontoereikende 169* (67) 139 (50) voedselinname symptomen van pneumonie temperatuur > 38,3 C; n (%) 199 (61) 63 (23) gemiddelde polsfrequentie per min (SD) 96 (18) 88 (17) gemiddelde ademhalingsfrequentie 29 (9,3) 27 (7,3) per min (SD) dyspneu; n (%) 202 (62) 66 (24) afwezigheid van hoesten; n (%) 92 (28) 64 (23) bewustzijnsdaling; n (%) 176 (54) 100 (36) vochtbalans; n (%) onvoldoende drinken kort vóór de 187 (57) 36 (13) pneumonie dehydratie ten tijde van het vaststellen 161 (49) 75 (27) van de pneumonie prognostische score voor overlijden binnen 2 weken bij behandeling met antibiotica gemiddelde score (SD) 18 (4,9) 13 (4,5) gemiddelde kans op overlijden (in %; SD) 34 (19) 17 (14) *In het Pneumonie onderzoek werden deze gegevens niet verzameld in de eerste maanden van het onderzoek. landse groep werd bij 56% van hen afgezien van het beginnen met antibiotica en in de Amerikaanse groep bij 15%. Amerikaanse patiënten ontvingen vaker parenterale antibiotica dan Nederlandse: 36 versus 16% (niet in de tabel weergegeven). In beide landen werden antibiotica frequenter parenteraal gegeven aan patiënten met een slechte prognose. In Nederland vond de parenterale toediening vrijwel uitsluitend intramusculair plaats (bij 95% van de betreffende patiënten), in de Verenigde Staten vooral intraveneus (61%). Intraveneuze behandeling kwam in de Verenigde Staten vooral voor bij patiënten die in het ziekenhuis waren opgenomen (89 versus 24% van de in het verpleeghuis behandelde patiënten; alle in het ziekenhuis opgenomen patiënten kregen bovendien nieuwe rehydratietherapie, dat wil zeggen dat vóór de pneumonie nog geen rehydratie of sondevoeding toegepast werd. Van de Nederlandse patiënten ontving 90% een van de volgende 3 typen antibiotica: penicilline (61%; van deze groep kreeg 98% amoxicilline), penicilline in combinatie met een β-lactamaseremmer (20%; in Nederland in alle gevallen amoxicilline-clavulaanzuur) of doxycycline (10%), terwijl bij Amerikaanse patiënten de variatie groot was. Het frequentst werd in de Amerikaanse groep een parenterale 3e- of 2e-generatiecefalosporine gegeven (21%). Dit kwam significant vaker voor naarmate de prognose ongunstiger was, tot bij 35% (p < 0,001) van de patiënten in de groep met een hoog risico op overlijden; ook behandeling met meerdere typen antibiotica kwam in deze groep vaker voor (zie tabel 2). Symptoombestrijding en ondersteunende behandeling. De frequentst toegepaste symptomatische behandelingen waren toediening van zuurstof (in beide landen), gebruik van opiaten en hypnotica, sedativa of anxiolytica (vrijwel uitsluitend in Nederland) en gebruik van bronchodilatatoren (voornamelijk in de Verenigde Staten; zie tabel 2). Deze behandelingen werden vaker toegepast bij patiënten met een slechte prognose (bij 20-26% van de patiënten), met uitzondering van de behandeling met bronchodilatatoren. Opiaten en hypnotica, sedativa of anxiolytica werden bij Nederlandse patiënten vaker toegepast als er werd afgezien van behandeling met antibiotica (opiaten: 36 versus 2%; hypnotica, sedativa of anxiolytica: 26 versus 5%; beide verschillen: p < 0,001); bij Amerikaanse patiënten gold dit voor bronchodilatatoren (18 versus 1%; p = 0,001). In de Amerikaanse groep werden de in het ziekenhuis opgenomen patiënten vaker symptomatisch behandeld dan de in het verpleeghuis verblijvende patiënten (zuurstoftoediening: 24 versus 9%; behandeling met hypnotica, sedativa of anxiolytica: 8 versus 0%; gebruik van bronchodilatatoren: 40 versus 7%; alle verschillen: p B 0,001). Nederlandse patiënten ontvingen minder vaak nieuwe rehydratietherapie dan Amerikaanse; dit verschil was groter bij patiënten met een slechte prognose (2 versus 63%; zie tabel 2). beschouwing Bij patiënten in de laatste fase van dementie die een pneumonie kregen, werd in de Nederlandse groep vaak afgezien van behandeling met antibiotica; dit kwam vaker voor naarmate de prognose slechter was. In de Verenigde Staten daarentegen werd actiever behandeld bij een slechtere prognose: de kans op een ziekenhuisopname, op behandeling met intraveneuze antibiotica en nieuwe typen cefalosporinen en op rehydratietherapie was dan groter. In Nederland werden deze vormen van behandeling nauwelijks toegepast. Een verklaring voor deze tegenstelling kan zijn dat in Nederland de kwaliteit van leven en de belasting van de behandeling voor de patiënt zwaarder meewegen bij de bepaling van het beleid. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat de kwaliteit van leven en de belangen van de patiënt een belangrijke rol spelen Verder begeleiden Nederlandse verpleeghuisartsen de familie intensief en hebben artsen een grote invloed op het behandelbesluit In de Verenigde 917
4 tabel 2. Vergelijking van de behandeling van verpleeghuispatiënten met ernstige dementie en pneumonie in Nederland en in Missouri, Verenigde Staten, afgezet tegen het geprognosticeerde risico op overlijden binnen 2 weken behandeling aantal patiënten (%) Nederland Missouri p gerangschikt naar geprognosticeerd risico op overlijden binnen 2 weken (n = 328) (n = 280) Nederland p* Missouri p* laag matig hoog laag matig hoog (n = 31) (n = 165) (n = 132) (n = 94) (n = 159) (n = 27) opname ziekenhuis 1 (0,3) 62 (22) < 0,001 0 (0) 0 (0) 1 (0,8) 0,32 10 (11) 40 (25) 12 (44) < 0,001 waarvan ic-opname 0 (0) 10 (4) 0,001 0 (0) 0 (0) 0 (0) 1 (1) 6 (4) 3 (11) 0,045 antibiotica geen 107 (33) 68 (24) 0,024 3 (10) 30 (18) 74 (56) < 0, (27) 39 (25) 4 (15) 0,30 1 type 221 (67) 187 (67) 0,92 28 (90) 135 (82) 58 (44) < 0, (69) 106 (67) 16 (59) 0,41 2 of meer typen 0 (0) 25 (9) < 0,001 0 (0) 0 (0) 0 (0) 4 (4) 14 (9) 7 (26) 0,008 symptoomverlichting zuurstof 48 (15) 34 (12) 0,38 1 (3) 17 (10) 30 (23) < 0,001 5 (5) 23 (14) 6 (22) 0,005 opiaten 44 (14) 0 (0) 10 (6) 34 (26) < 0,001 anxiolytica, hypnotica, sedativa 40 (12) 5 (2) < 0,001 2 (6) 12 (7) 26 (20) 0,002 0 (0) 3 (2) 2 (7) 0,055 bronchodilatatoren 11 (3) 40 (14) < 0,001 3 (10) 7 (4) 1 (0,8) 0, (11) 27 (17) 3 (11) 0,36 ondersteunende behandeling nieuwe sondevoeding 4 (1) 9 (3) 0,090 0 (0) 3 (2) 1 (0,8) 0,68 1 (1) 4 (3) 4 (15) 0,042 nieuwe rehydratie 5 (2) 78 (28) < 0,001 0 (0) 3 (2) 2 (2) 0,77 13 (14) 48 (30) 17 (63) < 0,001 *Trend per land over de 3 risicocategorieën. Gebruik van opiaten werd niet geregistreerd in het Amerikaanse onderzoek; toepassing van deze middelen is naar onze informatie zeldzaam (D.R.M.). Onbekend. Staten heeft de familie meer zeggenschap en stellen de artsen zich vaak terughoudend of defensief op Andere verschillen tussen beide landen, zoals verschillen in de organisatie van de zorg, in het maatschappelijk klimaat en in het belang dat aan technologie wordt gehecht, spelen waarschijnlijk ook een rol. 14 Er werd in de Amerikaanse resultaten wel een grotere variatie in behandelingen gevonden: van afzien van behandeling met antibiotica tot overplaatsing naar de ic-afdeling. Overigens zijn er tussen de patiëntengroepen van beide landen slechts kleine verschillen in de sterfte binnen enkele maanden, na correctie voor de mate van ziek-zijn; 15 dit vormt een aanwijzing dat een actieve behandeling, bijvoorbeeld met moderne parenterale antibiotica, de genezingskansen niet of nauwelijks vergroot. Mogelijk is actieve behandeling wel effectiever binnen een termijn van weken, 15 vooral bij patiënten met een slechte prognose, 1 15 maar ongunstige patiëntkenmerken bepalen de prognose sterker dan het gebruikte type antibiotica. Het terughoudender beleid in Nederland leek zich nauwelijks te vertalen in het frequenter toepassen van behandelingen ter verlichting van symptomen; er werden alleen meer opiaten en hypnotica, sedativa en anxiolytica gebruikt. Nederlandse patiënten waren vaak benauwd, maar werden niet significant vaker met zuurstof behandeld dan Amerikaanse patiënten. Bij Amerikaanse verpleeghuispatiënten die werden verwezen naar het ziekenhuis zagen wij naast meer gebruik van antibiotica ook meer op symptoombestrijding gerichte behandelingen. Bovendien bleek dat de behandeling ter verlichting van symptomen in Nederland niet toereikend is om de hoge mate van onwelbevinden bij pneumonie te voorkomen. 7 In ons onderzoek bleek dat men in de betrokken Nederlandse en doorsnee-amerikaanse verpleeghuizen terughoudend was met behandelingen ter verlichting van symptomen van pneumonie bij ernstig demente patiënten. In ons land biedt de benadering waarbij kwaliteit van leven vaak zwaarder weegt dan verlenging van het leven 16 de optie om af te zien van curatief behandelen bij patiënten met een slechte prognose. De geringe variatie in palliatieve behandeling bij patiënten met ernstige dementie in Nederland kan op twee manieren worden uitgelegd: er bestaat een grote mate van consensus over dit onderwerp onder Nederlandse verpleeghuis- 918
5 artsen, 16 of de behandeling is slechts in geringe mate toegesneden op het individu. Een belangrijke vraag is of het intraveneus toedienen van antibiotica en het geven van re hydratietherapie toch geïndiceerd kunnen zijn bij individuele patiënten bij wie het behandeldoel genezen van de pneumonie is. Een discussie hierover past bij de professiona lisering van de verpleeghuisgeneeskunde. In ieder geval kan zowel in de Verenigde Staten als in Nederland regelmatig overleg met de familie over behandeldoelen, zoals genezing, herstel van functioneren of verlichting van het lijden, resulteren in daarmee overeenstemmende behandelingen. De verpleeghuisartsen van 61 Nederlandse verpleeghuizen en de projectverpleegkundigen van de Missouri LRI study verzamelden gegevens. Dit onderzoek werd verder ondersteund door de onderzoeksassistenten van de Missouri LRI study en door E.M.Buunk-Kampers, onderzoeksassistent van het Pneumonie onderzoek. Dr.D.H.M.Frijters, bioloog en onderzoeker verpleeghuisgeneeskunde, leverde gegevens. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: het Pneumonie onderzoek werd ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Vereniging Het Zonnehuis. De Missouri LRI study werd ondersteund door de Agency for Healthcare Research and Quality en de Robert Wood Johnson Foundation. Het vervolgonderzoek waarin de data van beide studies werden gecombineerd, werd ondersteund door het National Institute of Aging, ZonMw en de afdelingen Verpleeghuisgeneeskunde en Sociale Geneeskunde van het EMGO Instituut van het VU Medisch Centrum. Aanvaard op 11 december 2006 Literatuur 1 Steen JT van der, Mehr DR, Kruse RL, Sherman AK, Madsen RW, D Agostino RB, et al. Predictors of mortality for lower respiratory infections in nursing home residents with dementia were validated transnationally. J Clin Epidemiol. 2006;59: Steen JT van der, Wal G van der, Mehr DR, Ooms ME, Ribbe MW. End-of-life decision making in nursing home residents with dementia and pneumonia: Dutch physicians intentions regarding hastening death. Alzheimer Dis Assoc Disord. 2005;19: Mehr DR, Steen JT van der, Kruse RL, Ooms ME, Rantz M, Ribbe MW. Lower respiratory infections in nursing home residents with dementia: a tale of two countries. Gerontologist. 2003;43 Spec No 2: Steen JT van der, Ooms ME, Ader HJ, Ribbe MW, Wal G van der. Withholding antibiotic treatment in pneumonia patients with dementia: a quantitative observational study. Arch Intern Med. 2002;162: Mitchell SL, Teno JM, Roy J, Kabumoto G, Mor V. Clinical and organizational factors associated with feeding tube use among nursing home residents with advanced cognitive impairment. JAMA. 2003; 290: Steen JT van der, Kruse RL, Ooms ME, Ribbe MW, Wal G van der, Heintz LL, et al. Treatment of nursing home residents with dementia and lower respiratory tract infection in the United States and the Netherlands: an ocean apart. J Am Geriatr Soc. 2004;52: Steen JT van der, Ooms ME, Wal G van der, Ribbe MW. Pneumonia: the demented patient s best friend? Discomfort after starting or withholding antibiotic treatment. J Am Geriatr Soc. 2002;50: Mehr DR, Binder EF, Kruse RL, Zweig SC, Madsen R, Popejoy L, et al. Predicting mortality in nursing home residents with lower respiratory tract infection: the Missouri LRI Study. JAMA. 2001;286: Volicer L, Hurley AC, Lathi DC, Kowall NW. Measurement of severity in advanced Alzheimer s disease. J Gerontol. 1994;49:M Morris JN, Fries BE, Mehr DR, Hawes C, Phillips C, Mor V, et al. MDS Cognitive Performance Scale. J Gerontol. 1994;49:M Steen JT van der, Volicer L, Gerritsen DL, Kruse RL, Ribbe MW, Mehr DR. Defining severe dementia with the Minimum Data Set. Int J Geriatr Psychiatry. 2006;21: Helton MR, Steen JT van der, Daaleman TP, Gamble GR, Ribbe MW. A cross-cultural study of physician treatment decisions for demented nursing home patients who develop pneumonia. Ann Fam Med. 2006;4: The AM, Pasman R, Onwuteaka-Philipsen B, Ribbe M, Wal G van der. Withholding the artificial administration of fluids and food from elderly patients with dementia: ethnographic study. BMJ. 2002;325: Quill TE, Kinisma G. End-of-life care in the Netherlands and in the United States: a comparison of values, justifications, and practices. Camb Q Healthc Ethics. 1997;6: Kruse RL, Mehr DR, Steen JT van der, Ooms ME, Madsen RW, Sherman AK, et al. Antibiotic treatment and survival of nursing home patients with lower respiratory tract infection: a cross-national analysis. Ann Fam Med. 2005;3: Hertogh CM, Ribbe MW. Ethical aspects of medical decision-making in demented patients: a report from the Netherlands. Alzheimer Dis Assoc Disord. 1996;10:11-9. Abstract Treatment of pneumonia in nursing home residents with severe dementia: for residents with poor prognosis, a more reserved approach in the Netherlands and more active treatment in the United States Objective. To describe differences in the treatment of pneumonia and in the association of treatment with prognosis in Dutch and American nursing home patients with late-stage dementia. Design. Prospective studies in the Netherlands and the American state of Missouri. Method. In 61 Dutch nursing homes and 36 in Missouri, severely demented patients with pneumonia were included in the periods October July 1998 and August 1995-September 1998 respectively. Data was collected on their state of health, comorbidity, symptoms of pneumonia and treatment aspects such as antibiotic use, hospital admission and relief of symptoms. Comparisons were made between treatments in both countries and between groups of patients with a similar probability of mortality within 2 weeks. Results. A total of 328 Dutch and 280 American patients were selected. Antibiotics were more frequently withheld in the Netherlands (in 33% of patients) than in Missouri (24%). Differences in antibiotic use were more pronounced in patients with a poor prognosis (56% versus 15%). Dutch patients were more frequently dehydrated but were less likely to receive rehydration therapy than American patients, with a larger difference in patients with a poor prognosis (2% versus 63%). Treatments to relieve symptoms that were provided more often in patients with a poor prognosis (in 20-26%) were: oxygen (both countries), and in the Netherlands also opiates, and hypnotics, sedatives or anxiolytics. Conclusion. In the Netherlands, curative treatment was frequently withheld in patients with severe dementia and pneumonia, and even more frequently when the prognosis was poorer. Conversely, treatment in Missouri was more active in patients with a poor prognosis. Despite more frequent palliative treatment goals in the Netherlands, treatments to relieve symptoms were provided infrequently and inconsistent with this approach. These insights may be helpful for decision-making in the treatment of pneumonia in patients with severe dementia. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:
H.R.W.Pasman, B.D.Onwuteaka-Philipsen, D.M.W.Kriegsman, M.E.Ooms, M.W.Ribbe en G.van der Wal
of drinken. Aanleiding hiervoor was de aanklacht van de familie van een patiënt tegen een verpleeghuis, omdat men aldaar zonder medeweten van de familieleden de vader bewust zou hebben laten uitdrogen.
Nadere informatieHet beloop van dementie in het verpleeghuis
Home no. 3 Juni 2017 Eerdere edities Verenso.nl Het beloop van dementie in het verpleeghuis Palliatief beleid inzetten vanaf opname? Eefje Sizoo redactie@verenso.nl Het is een zonnige dag deze 10 april.
Nadere informatieEnd-of-Life in Dementia (EOLD) scales Nederlandse versie 2010
End-of-Life in Dementia (EOLD) scales Nederlandse versie 2010 End-of-Life in Dementia scales Satisfaction With Care (EOLD-SWC) End-of-Life in Dementia scales Comfort Assessment in Dying (EOLD-CAD) End-of-Life
Nadere informatiePost-EAPC symposium 17 juni 2014
Post-EAPC symposium 17 juni 2014 Zorg rond het levenseinde Arianne Brinkman, onderzoeker Erasmus MC Geen potentiële belangenverstrengeling / End-of-life care, onderwerpen: - Changes in personal dignity
Nadere informatieValidatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Nadere informatiePneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen
Pneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen dr.ir. Jenny T. van der Steen VU medisch centrum, EMGO+ Instituut Afdeling Verpleeghuisgeneeskunde Definitie pneumonie bij onderzoek Definitie bepaalt
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieFamilie perspectief op palliatieve zorg bij dementie
Familie perspectief op palliatieve zorg bij dementie Jenny T. van der Steen, PhD Deel presentatie: met alleen gepubliceerde gegevens Department Quality of General of Practice Care & Elderly Care Medicine
Nadere informatieSterven met dementie in Vlaanderen. Lieve Van den Block Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, VUB-Ugent
Sterven met dementie in Vlaanderen Lieve Van den Block Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, VUB-Ugent Sterven met dementie in België Studie Huisartsenpeilpraktijken: sterfgevallen +65jb in 2008 31%
Nadere informatieAdvance Care Planning
Advance Care Planning Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde Surplus Arts palliatieve zorg Docent UMC St Radboud Nijmegen September 2009 Advance Care Planning TZT Toekomstig ZorgTraject (Huub Belderbos)
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieMini-Suffering State Examination (MSSE)
Mini-Suffering State Examination (MSSE) (Aminoff BZ, Gerontologie und Geriatrie 1999; Aminoff BZ, Purits E, Noy S, Adunsky A. Measuring the suffering of end-stage dementia: reliability and validity of
Nadere informatieAdvance Care Planning toepassen in de ouderenzorg. Prof dr J.J.M. van Delden Julius Centrum, afd medical humanities UMC Utrecht
Advance Care Planning toepassen in de ouderenzorg Prof dr J.J.M. van Delden Julius Centrum, afd medical humanities UMC Utrecht Advance Care Planning a voluntary formalized process of discussion and review
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieCharlotte Griffioen. Opioïd gebruik bij ouderen. Wetenschapsdag SANO in Maastricht 2016
Opioïd gebruik bij ouderen Charlotte Griffioen Specialist Ouderengeneeskunde bij Novicare Promovenda, afd. Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, LUMC Wetenschapsdag SANO in Maastricht 2016 Disclosure
Nadere informatieVEILIGHEID & VOORSCHRIJVEN VAN MEDICATIE SARAH JANUS
VEILIGHEID & VOORSCHRIJVEN VAN MEDICATIE SARAH JANUS OVER MIJ Veiligheid & voorschrijven van medicatie 6-11-2014 2 IK ZAL HET VANDAAG HEBBEN OVER Onderzoek doen OF waarom onderzoek doen leuk is en soms
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
EDERLADSE SAMEVATTIG Hoofdstuk 1 Dementie is een van de grootste uitdagingen voor de gezondheid wereldwijd en een aanzienlijk aantal mensen en hun families zullen het lot van dementie treffen. Dementie
Nadere informatieWaarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor?
UMCG Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor? Verenso Jaarcongres 2011 Dr. S.U. Zuidema (Sytse) Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde UMC St Radboud Nijmegen Afdeling Huisartsgeneeskunde
Nadere informatieVERBAND VAN ACTIVITEITEN MET DEPRESSIE EN WELBEVINDEN 1
VERBAND VAN ACTIVITEITEN MET DEPRESSIE EN WELBEVINDEN 1 Hedonisme en Eudemonisme bij Activiteiten in Verband met Depressieve Symptomen en Welbevinden bij Ouderen in Verpleeghuizen Hedonism and Eudaimonia
Nadere informatieOntremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia
Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Dementie is een progressieve ziekte die de levensverwachting bekort. De ziekte leidt tot een geleidelijke verslechtering van het mentaal functioneren. In Nederland
Nadere informatieBesluitvorming rond kunstmatige voedsel- & vochttoediening: verpleegkundige betrokkenheid en beleving
Besluitvorming rond kunstmatige voedsel- & vochttoediening: verpleegkundige betrokkenheid en beleving Chris Gastmans, Els Bryon & Bernadette Dierckx de Casterlé I. Inleiding Zorgverleners meer en meer
Nadere informatieHet meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA
Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Measuring quality of life in children with JIA Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Marlot Schuurman 1642138 mei 2011 Afdeling Psychologie
Nadere informatieOnderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018
Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Britt Appelhof, psycholoog/ promovenda, Archipel Zorggroep Ans Mulders, specialist ouderengeneeskunde/ promovenda, Thebe Inleiding
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieOverlijden bij dementie; oost west, thuis best?
Overlijden bij ; oost west, thuis best? Een pleidooi voor meer samenwerking met de huisarts Drs. Suzanne Lans, AIOS ouderengeneeskunde Gerion, Amsterdam / Prof.dr. Wilco P. Achterberg, specialist ouderengeneeskunde,
Nadere informatieDe Reactie van Verzorgenden in het Verpleeghuis op Seksueel Ontremd Gedrag: Is Deze Anders voor Demente dan voor Somatische Bewoners?
De Reactie van Verzorgenden in het Verpleeghuis op Seksueel Ontremd Gedrag: Is Deze Anders voor Demente dan voor Somatische Bewoners? Is er een Verband met de Reactie van de Bewoner? The Reaction of Nursing
Nadere informatieHet Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.
Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on
Nadere informatieSterven bij dementie. studie arena 2011: sterven bij dementie 1. Progressie Alzheimer MMSE 30. vroeg mild matig ernstig. Prevalentie dementie
Prevalentie dementie Sterven bij dementie mannen vrouwen Prof.dr. WP (Wilco) Achterberg Hoogleraar Institutionele Zorg en Ouderengeneeskunde Afdeling Public health en Eerstelijnsgeneeskunde % populatie
Nadere informatieBetere zorg rond levenseinde van patiënten met dementie
Betere zorg rond levenseinde van patiënten met dementie Trend naar tevredener familie en meer comfort van de stervende Jenny T. van der Steen, Mirjam C. van Soest-Poortvliet, Marie-José H.E. Gijsberts,
Nadere informatie1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )
1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieTo ventilate or not to ventilate, that s the question
To ventilate or not to ventilate, that s the question Prof Jan Bakker Afdelingshoofd Intensive Care Volwassenen jan.bakker@erasmusmc.nl VRAAG Opname op Intensive Care? JA Kan ik nog niet zeggen Doet opname
Nadere informatieIJsselland Ziekenhuis Capelle aan den IJssel tel. (010) Palliatieve zorg bij dementie NPZR&o 12 okt 2017
IJsselland Ziekenhuis Capelle aan den IJssel tel. (010) 258 5000 www.ysl.nl Palliatieve zorg bij dementie NPZR&o 12 okt 2017 Opzet workshop Wat maakt palliatieve zorg bij dementie anders? Algemene introductie
Nadere informatieRol van de CRA bij palliatieve zorg in een Woonzorgcentrum. Jan De Lepeleire Crataegus ACHG KU Leuven
Rol van de CRA bij palliatieve zorg in een Woonzorgcentrum Jan De Lepeleire Crataegus ACHG KU Leuven (Wettelijk) kader Coördinerend Raadgevend Arts Ondersteuningsfunctie en Interrai Vroegtijdige zorgplanning
Nadere informatieOpioiden en medicinale cannabis voor chronische pijn: alle problemen opgelost?? Jan Van Zundert / Anesthesiologie-MPC ZOL
Opioiden en medicinale cannabis voor chronische pijn: alle problemen opgelost?? Jan Van Zundert / Anesthesiologie-MPC ZOL HET MULTIDISCIPLINAIR PIJNCENTRUM HET MULTIDISCIPLINAIR PIJNCENTRUM GLOBAL BURDEN
Nadere informatieMAPPING STUDIE. Anne van den Brink. Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker
MAPPING STUDIE Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker UKON symposium 7 april 2016 A study on the characteristics, care needs and quality of life of patients with both Mental
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieDe Invloed van Familie op
De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste
Nadere informatieV. Spoorenberg Arts-onderzoeker, AIOS Interne Geneeskunde Afdeling Infectieziekten, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
Appropriate antibiotic use for patients with complicated urinary tract infections in 38 Dutch hospital departments: variation and the relation to length of hospital stay V. Spoorenberg Arts-onderzoeker,
Nadere informatieLOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE
LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieAlcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael
Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:
Nadere informatieGeautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc
Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Jorrit Harms OSV: Dr. Kees van Boven Inhoud Achtergrond
Nadere informatieDe invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.
De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms
Nadere informatieGrenzeloos einde: zorg tegen beter weten in of geplande zorg?
Grenzeloos einde: zorg tegen beter weten in of geplande zorg? Prof.dr.K.C.P.Vissers, MD, PhD, FIPP Kenniscentrum Palliatieve Zorg UMC St Radboud Nijmegen Doodgaan behoort tot het zeer weinige dat niet
Nadere informatieEffecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en
Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers
Nadere informatieBegeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015
Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Even voorstellen Psychische klachten: neuropsychiatrische symptomen (NPS) De laatste
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieTriage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot
Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot Triage neurologie Mw. D, 87 jaar, sinds een week op de afdeling neurologie Ernstig icva doorgemaakt : volledige verlamming rechter arm, gedeeltelijke
Nadere informatieRouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)
Rouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) Mourning in people with chronic fatigue syndrome (CFS) Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Lisanne Fischer S1816071 Mei 2012
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieWhat are we waiting for: doorlooptijden op de SEH
What are we waiting for: doorlooptijden op de SEH I.L. Vegting, N. Alam, K. Ghanes, O. Jouini, F. Mulder, M. Vreeburg, T. Biesheuvel J. van Bokhorst, P. Go, M.H.H. Kramer, G.M. Koole 2, P.W.B. Nanayakkara
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,
Nadere informatiePijn en dementie. Inhoud. Introductie! Pijn. Pijn
Inge van Mansom palliatief arts/specialist ouderengeneeskunde Sint Elisabeth Gasthuishof, LUMC en IKNL regio Leiden Maartje Klapwijk specialist ouderengeneeskunde en onderzoeker LUMC Introductie! 22 september
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieBeleidsdocument MEB 47. Toetsingscriteria voor combinatieverpakkingen
Beleidsdocument EB 47 Toetsingscriteria voor EB 47 Toetsingscriteria voor 1 van 5 pagina('s) 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Afkortingen... 3 3 Inleiding... 3 3.1 Definitie combinatieverpakking...
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatie15:40 16:00 uur. Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR. Ouderenpsychiater
5:40 6:00 uur Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR Ouderenpsychiater % psychiatrische problemen bij Alzheimer 60 50 40 30 20 0 0 Zhao et al, J Affect Disord 205 Wanneer spreken van van een depressie?
Nadere informatieCOPD en hartfalen in de palliatieve fase
COPD en hartfalen in de palliatieve fase Manon Boddaert Arts palliatieve geneeskunde Bardo en Spaarne Ziekenhuis Antoon van Dijck Kwaliteit van leven Verloop COPD en hartfalen Markering palliatieve fase
Nadere informatieDe Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Nadere informatieOutcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling
Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling Ellen Stikkelbroeck, Renal Practitioner i.o., VieCuri Venlo Inleiding Introductie CVVH in Venlo Onderzoek
Nadere informatieStress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch
Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence
Nadere informatieVanzelf verandert er niets: implementatie en samenwerking tussen onderzoekers en professionals
Vanzelf verandert er niets: implementatie en samenwerking tussen onderzoekers en professionals Prof. Dr. Myrra Vernooij Dassen Radboud University Medical Centre Scientific Institute for Quality of Healthcare
Nadere informatiePalliatieve zorg en dementie zorg Stellingen
Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen prof.dr. Cees Hertogh en dr.ir. Jenny van der Steen EMGO Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde
Nadere informatieAGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study
AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study Angst en depressie bij verpleeghuisbewoners; prevalentie en risico indicatoren Lineke Jongenelis Martin Smalbrugge EMGO, onderzoeksprogramma common mental
Nadere informatieAdherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Nadere informatieContinue palliatieve sedatie
Home no. 4 September 2017 Themanummer Advance care planning Eerdere edities Verenso.nl Continue palliatieve sedatie Aafke Koffeman aafkekoffeman@hotmail.com Met een waardig Hora est verlost de pedel de
Nadere informatieNederlandse samenvatting
In dit proefschrift wordt verslag gedaan van onderzoek naar de laatste levensfase bij patiënten met dementie in een instelling voor langdurige zorg (verpleeghuis en verzorgingshuis). Het proefschrift bestaan
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieDE TOEKOMST VAN PALLIATIEVE PATIENTENZORG
DE TOEKOMST VAN PALLIATIEVE PATIENTENZORG Prof dr Wouter WA Zuurmond Vrije Universiteit Medisch Centrum Medisch Direkteur Hospice Kuria Amsterdam 1 BEHANDELING PIJN MEER DAN ALLEEN PIJNBEHANDELING PALLIATIEVE
Nadere informatieAngst voor vallen en verslikken bij patiënten met de ziekte van Huntington. Kristel Kalkers GZ-Psycholoog De Kloosterhoeve
Angst voor vallen en verslikken bij patiënten met de ziekte van Huntington Kristel Kalkers GZ-Psycholoog De Kloosterhoeve Dysfagie en angst voor verslikken bij patiënten met de ziekte van Huntington Dysfagie
Nadere informatieStaken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017
Staken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017 Inleiding Tegenwoordig overlijden patienten op de IC nadat wij besluiten met behandelen te staken
Nadere informatieStrafrechtelijke vervolging na een medische fout en de gevolgen op de communicatie met de patiënt?
Strafrechtelijke vervolging na een medische fout en de gevolgen op de communicatie met de patiënt? René Heylen, MD, PhD, LLM ZOL Genk Medische aansprakelijkheid Tuchtrechtelijk: Orde van Geneesheren Strafrechtelijk
Nadere informatieSamenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen
Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 196 Beleid en richtlijnen
Nadere informatiePSYCHIATRIE IN HET VERPLEEGHUIS. Inleiding
PSYCHIATRIE IN HET VERPLEEGHUIS Inleiding Hoewel onderzoek uitwijst dat multimorbiditeit bij ouderen eerder regel dan uitzondering is, ontbreken exacte cijfers over de combinatie van psychiatrische en
Nadere informatieInvasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieVerbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld
Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa NCVGZ April 2013 Andrea de Winter EU-FP7-IROHLA Jaap Koot & Menno Reijneveld Omvang en aard van problemen met gezondheidsvaardigheden Doelen
Nadere informatieCOPDnet transmuraal ketenzorgmodel
COPDnet transmuraal ketenzorgmodel integrale zorg in een geïntegreerde zorgketen LAN, Conferentie, 19 januari 2018 dr. A.J. (Alex) van t Hul Uitgangspunten/ aannames: 1. Uitkomsten van zorg voor mensen
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDe Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden
De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy
Nadere informatieKwetsbaarheid na bezoek huisartsenpost
Kwetsbaarheid na bezoek huisartsenpost Onderzoek TOPICS-MDS A. BLOEMHOFF, K. SMULDERS, Y. SCHOON, R. AKKERMANS, K. VAN DEN BERG, S. BERBEN Beeld: https://pulmoncology.roche4professionals.nl/hagaziekenhuis-biedt-zorg-op-maat-voor-de-kwetsbare-oudere-pati%c3%abnt-met-longkanker
Nadere informatieDiabetespatiënten in Verpleeghuizen De Relatie tussen Diabetes, Depressieve Symptomen en de Rol van Executieve Functies
Diabetespatiënten in Verpleeghuizen De Relatie tussen Diabetes, Depressieve Symptomen en de Rol van Executieve Functies Diabetic Patients in Nursing Homes The Relationship between Diabetes, Depressive
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieDe NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!
De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Onderzoeksresultaten ondervoeding op de revalidatie afdeling in het verpleeghuis Judith van Zwienen Hoe is het allemaal begonnen Eerste DV&V award Aanleiding
Nadere informatieDiagnostiek VTE: 1 e of 2 e lijn?
Diagnostiek Diagnostiek VTE: 1 e of 2 e lijn? Dr. Geert-Jan Geersing huisarts Universitair Medisch Centrum Utrecht Julius Center for Health Sciences and Primary Care Longembolie en de huisarts Iedereen
Nadere informatieAcknowledgement. Acknowledgement
Acknowledgement Acknowledgement This study is part of TREND (Trauma RElated Neuronal Dysfunction), a Dutch Consortium that integrates research on epidemiology, assessment technology, pharmacotherapeutics,
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieAdvance Care Planning bij chronisch orgaanfalen: praat voor het te laat is!
Advance Care Planning bij chronisch orgaanfalen: praat voor het te laat is! Carmen Houben MSc. Wetenschappelijk onderzoeker Medisch Psycholoog 24 november 2015 Chronische ziekten - 1900: overlijden door
Nadere informatie