Basis voor talentontwikkeling. Evaluatieonderzoek naar de inzet van combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basis voor talentontwikkeling. Evaluatieonderzoek naar de inzet van combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht"

Transcriptie

1 Basis voor talentontwikkeling Evaluatieonderzoek naar de inzet van combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht Juni 2014

2 Titel Basis voor talentontwikkeling Evaluatieonderzoek naar de inzet van combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht Rapportage Nathalie Daalder, MSc. Meike Elfring, MSc. Marja Leijenhorst, MSc. Een rapportage opgemaakt door Kennispraktijk ( Kennispraktijk adviseert bedrijven, overheden en instellingen die zich bezighouden met sport & bewegen, onderwijs en gezondheid Opdrachtgever Gemeente Utrecht. Met dank aan De actieve medewerking en open houding van de combinatiefunctionarissen, maatschappelijke instellingen en medewerkers van de gemeente Utrecht, die betrokken zijn bij de inzet van de combinatiefunctionarissen.

3 Inhoud Samenvatting Inleiding Inrichting combinatiefuncties Utrecht Sectoren Doelstellingen Voorwaarden Wijken Methode Gehanteerd model Onderzoeksopzet Onderzoeksparameters Inzet Inzet sectoren Inzet doelstellingen Werkgeverschap en organisatiestructuur Taken Proces Inbedding van de inzet van de combinatiefunctionarissen Samenwerking Deskundigheid Succesfactoren en knelpunten Kansen en bedreigingen Resultaten Deelname Toeleiding Doelstellingen Effecten Effecten Algemene meerwaarde van de combinatiefunctionaris in Utrecht Conclusies Aanbevelingen...58

4 Samenvatting In de gemeente Utrecht worden al vanaf 2008 combinatiefunctionarissen ingezet binnen onderwijs, sport en cultuur. Dit gebeurt conform de Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur enerzijds en het collegeprogramma Utrecht Groen, Open en Sociaal anderzijds. Er zijn 36 fte combinatiefunctionarissen aangesteld in de gemeente Utrecht: 18 fte voor de sector sport, 3 fte voor cultuur, 0,5 fte uitvoerend voor het primair onderwijs, 3 fte voor het voortgezet onderwijs en 11,5 fte voor coördinatie brede scholen en talentontwikkeling primair onderwijs. De gemeente Utrecht heeft Kennispraktijk benaderd om middels onderzoek inzicht te geven in de volgende vraag: Welke resultaten zijn behaald met de inzet van de combinatiefunctionarissen in de periode en onder welke omstandigheden effecten wel/niet zijn gerealiseerd? Methode: Om inzicht te krijgen in de resultaten en effecten die zijn gerealiseerd door de inzet van de combinatiefunctionarissen is bestaande kwantitatieve data geanalyseerd. Daarnaast is met een aanvullen verdiepend onderzoek (door middel van diepte-interviews en evaluatiesessies) nieuwe kwalitatieve data verzameld bij verschillende betrokken partijen. Inzet: Combinatiefunctionarissen sport en cultuur en coördinatoren brede scholen en talentontwikkeling primair onderwijs worden voornamelijk ingezet in de zogenaamde krachtwijken. De belangrijkste taken zijn coördineren, uitvoeren en het leggen of verbeteren van samenwerkingsverbanden. Het werkgeverschap ligt bij schoolbesturen, sportverenigingen, SSU, cultuurinstellingen, welzijnsinstellingen of het zijn zzp ers. Er zijn elf doelstellingen waar de combinatiefunctionarissen op worden ingezet. De prioriteit lijkt te liggen bij het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen. Proces: Men is over het algemeen tevreden over de samenwerking met verschillende betrokken partijen. De samenwerking tussen combinatiefunctionarissen sport onderling en tussen combinatiefunctionarissen sport en basisscholen zijn behoeft nog enige aandacht. Goede communicatie en de competenties en motivatie van de combinatiefunctionarissen worden gezien als belangrijke succesfactoren voor het project. De organisatiestructuur komt naar voren als belangrijkste verbeterpunt. Deze wordt over het algemeen als verwarrend ervaren. Dit geldt voornamelijk voor de situatie rondom de combinatiefunctionarissen sport en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. Er wordt gedacht dat meer wijkgericht te werk gaan en meer inzet op voortgezet onderwijs zouden meer resultaat zou kunnen bewerkstelligen. Resultaten en effecten: Veel kinderen nemen deel aan het aanbod van combinatiefunctionarissen sport en cultuur. Men geeft daarnaast aan een stijging van ledenaantallen bij verenigingen te zien sinds de komst van de combinatiefunctionarissen. Ook geeft men aan effecten te zien op het gebied van sportdeelname en kennismaking met sport en cultuur. Er wordt bij betrokken partijen een duidelijke meerwaarde van de inzet van combinatiefunctionarissen ervaren. 4

5 Conclusies en aanbevelingen: De vier belangrijkste conclusies van het huidige onderzoek zijn: 1. Verschillende beoogde doelstellingen lijken behaald te worden met de inzet van de combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht; 2. De combinatiefunctionarissen zijn over het algemeen tevreden over de samenwerking met betrokken partijen. De samenwerking tussen de combinatiefunctionarissen onderling kan beter; 3. De belangrijkste factoren voor het behalen van succes zijn goede communicatie en competenties van de combinatiefunctionarissen, terwijl de complexe organisatiestructuur succes in de weg staat; 4. Er wordt met betrekking tot deelname en toeleiding (duidelijk) resultaat waargenomen door de combinatiefunctionarissen zelf en betrokken organisaties. Vanuit het huidige onderzoek worden de onderstaande drie aanbevelingen aan de gemeente Utrecht als meest gewichtig beschouwd: 1. Organiseer structurele bijeenkomsten voor combinatiefunctionarissen sport. 2. Zorg voor meer mandaat en een duidelijker takenpakket voor de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. 3. Vereenvoudig de organisatiestructuur rondom de inzet van combinatiefunctionarissen in Utrecht. Dit kan door middel van een wijkgerichte aanpak. 5

6 1 Inleiding De Rijksoverheid zet zich in om een samenhangend aanbod tussen onderwijs, sport en cultuur te creëren, waardoor een rijke leeromgeving ontstaat waarin kinderen en jongeren de kans krijgen om hun talenten te leren kennen, sociale vaardigheden op te doen en plezier te hebben. Hiertoe worden in Nederland fte combinatiefunctionarissen/ buurtsportcoaches aangesteld. De gemeente Utrecht onderschrijft de plannen van het Rijk en doet mee aan de Brede impuls combinatiefuncties. In Utrecht worden al vanaf 2008 combinatiefunctionarissen ingezet binnen onderwijs, sport en cultuur. Dit gebeurt conform de Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur 1 enerzijds en het collegeprogramma Utrecht Groen, Open en Sociaal anderzijds. In juni 2010 heeft het college in het collegeprogramma Utrecht Groen, Open en Sociaal de ambitie uitgesproken dat alle Utrechtse jeugd maximaal de kans moet krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Dit heeft betrekking op de schoolloopbaan, maar bijvoorbeeld ook op de ontwikkeling op het gebied van sport en cultuur. Met de oprichting van Brede Scholen en programma s als de Verlengde Schooldag en Sport Scoort! probeert de gemeente Utrecht aanvullende mogelijkheden te creëren om dit doel te bereiken. Ook in de Utrechtse Onderwijs Agenda (UOA ) 3 zijn ambities kenbaar gemaakt op het gebied van talentontwikkeling. Het motto dat centraal staat is meer kansen voor Utrechts talent. De UOA plaatst talentontwikkeling in een breed kader. Omdat leerlingen zich op vele plekken ontwikkelen, zowel binnen als buiten school, wordt gestreefd naar versterking van het binnen- en buitenschools aanbod en voorzieningen. De UOA streeft naar een integrale benadering, waarbij de schotten tussen school en andere relevante sectoren worden doorbroken. Ook in de Sportnota staat talentontwikkeling centraal. De gemeente geeft in deze nota aan dat alle Utrechters de mogelijkheid moeten krijgen om te sporten en te bewegen zodat zij hun talent kunnen ontdekken en ontwikkelen. Hierbij heeft de gemeente extra aandacht voor de jeugd in de aandachtsgebieden en zogenaamde krachtwijken, omdat de sportdeelname in deze wijken veel lager is dan andere wijken en buurten. Voor realisering van deze ambities door middel van de inzet van de combinatiefunctionarissen stelt de gemeente jaarlijks subsidie in de vorm van cofinanciering beschikbaar voor een aantal samenwerkingspartners. Deze cofinanciering is aanvullend op de middelen die de gemeente ontvangt vanuit de Rijksoverheid. De gemeente Utrecht kwam op basis van haar inwonertal in aanmerking voor 36 fte combinatiefuncties. In het kader van de eerder genoemde ambitie die de gemeente Utrecht heeft uitgesproken in het collegeprogramma Utrecht Groen, Open en Sociaal, heeft zij Kennispraktijk benaderd om middels onderzoek inzicht te geven in de volgende vraag: 1 Bron: Beleidsnota Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: 19 december Bron: Utrecht Groen, Open en Sociaal Utrechts College, mei Bron: Meer Kansen voor Utrechts Talent. Utrechtse Onderwijs Agenda, Bron: Sportnota : in Utrecht staat jouw talent centraal!. Gemeente Utrecht,

7 Welke resultaten zijn behaald met de inzet van de combinatiefunctionarissen in de periode en onder welke omstandigheden effecten wel/niet zijn gerealiseerd? Deze rapportage betreft de evaluatie van de inzet van deze combinatiefuncties. Om tot antwoorden te komen zal worden gekeken naar de input (wie zijn de combinatiefunctionarissen en hoe worden ze ingezet?), throughput (procesfactoren, zoals doelstellingen, samenwerking, deskundigheid, succesfactoren en knelpunten en kansen en bedreigingen), output (wat is het effect geweest op deelname, toeleiding en aanbod?) en outcome (welke effecten zijn waargenomen bij de doelgroep? Is beweeggedrag en sportdeelname bijvoorbeeld positief beïnvloed door de inzet van combinatiefunctionarissen? In het volgende hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de regeling combinatiefuncties is ingericht in de gemeente Utrecht. Vervolgens wordt beschreven hoe met deze kennis als basis het onderzoek voor de gemeente Utrecht is opgezet. Daarna wordt toegelicht hoe de combinatiefunctionarissen in Utrecht worden ingezet om de geformuleerde ambities te behalen. Vervolgens worden achtereenvolgend resultaten met betrekking tot proces, prestatie en effecten beschreven. Tenslotte worden de conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek gepresenteerd en toegelicht. 7

8 2 Inrichting combinatiefuncties Utrecht In dit hoofdstuk wordt de inrichting van de combinatiefuncties in Utrecht weergegeven. In de komende hoofdstukken zullen verschillende factoren opnieuw terugkomen waarbij een beeld wordt geschetst hoe de inzet in de loop van de jaren verder is vormgegeven. 2.1 Sectoren Het totaal aantal combinatiefuncties in Utrecht is 36 fte. Dit is verdeeld over de volgende segmenten: Coördinerende combinatiefuncties onderwijs (11,5 fte - overall coördinatie, coördinatie talentontwikkeling en coördinatie ouderbetrokkenheid) De Brede school coördinatie wordt gefinancierd uit de regeling voor combinatiefunctionarissen. Dit is een regeling waarbij gemeente (60%) en rijk (40 %) ieder meebetalen. Het betreft coördinerende combinatiefuncties die worden ingezet voor een optimale samenwerking tussen school en andere organisaties. Doel is te zorgen voor een aantrekkelijk programma van buitenschoolse activiteiten en ouderbetrokkenheid dat aansluit bij het regulier schoolprogramma. De criteria voor (het predicaat) brede school zijn hierbij richtinggevend. Sinds augustus 2013 is er bij stichting Harten voor Sport 0,5 fte coördinatie voor de inzet van sportcombinatiefuncties. Uitvoerende combinatiefuncties (18 fte Sport, 3 fte Cultuur, 3 fte Brede Scholen VO) Naast coördinerende combinatiefuncties zijn er uitvoerende combinatiefuncties. Dit zijn functies die gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld een sportvereniging, een culturele instelling of een onderwijsorganisatie, waarbij de invulling in combinatie wordt gedaan op de vereniging/instelling en op scholen of in de buurt. Jaarlijks vindt tijdig overleg plaats over welke uitvoerende activiteiten er in welke (Brede) School worden aangeboden, zodat de vraag van de (Brede School) een goede match heeft met het aanbod van de combinatiefuncties. Bij deze functies is eveneens cofinanciering rijk (40 % ) en gemeente (60%). Activiteitenbudget talentontwikkeling op (Brede) scholen PO met meer dan 30% gewichtenleerlingen 5 Naast de subsidie voor combinatiefuncties is er voor alle (Brede) scholen PO met meer dan 30% gewichtenleerlingen een bedrag beschikbaar voor de organisatie en facilitering van activiteiten op het gebied van talentontwikkeling. Dit mag eventueel ook onder schooltijd worden ingezet, maar moet wel een aanvulling zijn op het reguliere curriculum. De hoogte van de budgetten wordt bepaald door de omvang van het leerlingaantal. 5 De gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt om onderwijsachterstanden weg te werken. Dit gebeurt op basis van het opleidingsniveau van de ouders en het postcodegebied van de school. 8

9 In het VO geldt ook een toewijzingsregeling voor activiteitenbudgetten. Deze is gekoppeld aan het aantal leerlingen van een school dat afkomstig is van een bepaald postcodegebied. Beleidsregels Voor de verdeling van de budgetten voor combinatiefuncties en activiteitenbudgetten wordt gewerkt met beleidsregels. In de beleidsregels worden de eisen, voorwaarden, monitoring en verantwoording van het budget geregeld. Er zijn twee beleidsregels die verbonden zijn met de combinatiefuncties, één voor de inzet van uitvoerende combinatiefuncties en één voor de inzet van coördinerende combinatiefuncties in combinatie met activiteitenbudget voor talentontwikkelingsactiviteiten. Partijen konden via de gemeente Rijksmiddelen aanvragen voor 100% financiering van de loonkosten. Daarnaast konden deelnemende (brede) scholen een activiteitenbudget van 40,- per leerling aanvragen. De rol van de gemeente is te omschrijven als ondersteuner en lid van het samenwerkingsverband. Deze verdeling komt grotendeels overeen met de verdeling zoals die vanuit het Rijk, mede gelet op de herkomst van middelen, afgesproken is. Hierbij zou 34% ingezet worden op primair onderwijs, 10% op voortgezet onderwijs, 50% op sport en 6% op cultuur 6. In Utrecht is de verdeling 33% primair onderwijs, 8% voortgezet onderwijs, 50% sport en 8% cultuur. 2.2 Doelstellingen Voor de inzet van de combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht is een aantal gemeentelijke doelstellingen geformuleerd 7 : Versterken van (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod (zowel primair als voortgezet onderwijs, te beginnen bij de aandachtsgebieden en krachtwijken ); Versterken van sport- en culturele instellingen; Het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen stimuleren; Bevorderen dat jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meerdere kunstvormen; Bijdragen aan de talentontwikkeling van kinderen en jongeren; Versterken van de inzet van sport- en cultuurinstellingen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van de sociale samenhang; Stimuleren van jeugd om lid te worden van een sport- of cultuurinstelling; Bevorderen van participatie van jeugd bij het organiseren van sport- en cultuuractiviteiten op straat, in de wijk en bij sport- en cultuurinstellingen; Aansluiten bij de wijkambities vreedzaam, ouderbetrokkenheid en gezonde school. 6 Bron: Beleidsnota Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: 19 december Bron: Beleidsregel stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd. Besluit van b. en w. 2 oktober

10 Daarnaast zijn voor de inzet van de brede school en talentcoördinatoren nog een tweetal additionele doelstellingen geformuleerd: Ontwikkelen en implementeren van een pedagogische visie voor de gehele brede school; Creëren van optimale ontwikkelkansen voor kinderen en het uitbreiden van hun ervaringswereld. 2.3 Voorwaarden Naast dat een subsidieaanvraag bij moet dragen aan de genoemde doelstellingen in de vorige paragraaf, moest de aanvraag aan nog een aantal voorwaarden voldoen. Voor de aanvraag van subsidie voor de combinatiefunctionarissen waren dat de volgende verplichtingen 8 : 1) de aanvrager moet samenwerken met een (Brede) school. 2) betreft de aanvraag een combinatiefunctionaris sport, dan moet de aanvrager voldoen aan één of meer van onderstaande eisen: a. de aanvrager moet een sportinstelling zijn die is aangesloten bij een landelijke bond of overkoepelende organisatie die de betrokken tak van sport vertegenwoordigt b. de aanvrager moet een sportinstelling zijn die een belangrijke bijdrage levert aan het gemeentelijk sport- en beweegbeleid beschreven in de Sportnota c. de aanvrager moet aangesloten zijn bij een bestuur van een in Utrecht gevestigde (brede) school. 3) betreft de aanvraag een cultuurcoach, dan moet de aanvrager een culturele instelling zijn, die voor de periode van de gemeente Utrecht subsidie ontvangt en een beleid heeft op het gebied van cultuureducatie. Het uitvoeren van een creatief partnerschap met een school in het primair onderwijs en / of voortgezet onderwijs heeft de voorkeur. 4) betreft de aanvraag een combinatiefunctionaris onderwijs, dan moet de aanvrager een schoolbestuur zijn van in Utrecht gevestigde scholen. Voor de aanvraag van een Brede School of Talentcoördinator moest aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Het percentage gewichtenleerlingen 9 moet 30% of meer zijn binnen de (brede) school. Hiervoor wordt gekeken naar het aantal leerlingen volgens de oktobertelling van het voorgaande (school)jaar.. De Brede School heeft een aantoonbaar netwerk in de wijk op het gebied van sport, kunst, welzijn, natuur en techniek. 8 Bron: Beleidsregel stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd. Besluit van b. en w. 2 oktober Een gewichtenleerling wordt gedefinieerd als een leerling die, in het kader van het achterstandenbeleid, in een hogere categorie wordt ingedeeld op basis van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers en het postcodegebied van de school. 10

11 2.4 Wijken Zoals eerder genoemd, worden de combinatiefunctionarissen voornamelijk ingezet in de aandachtsgebieden en krachtwijken. Deze wijken, ook wel aandachtswijken genoemd, zijn wijken waar zich sociale, fysieke en economische problemen voordoen. De bewegingsarmoede is in deze wijken groter en de sportdeelname ligt lager in deze wijken. De betreffende aandachtswijken zijn Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven Hoewel Hoograven officieel geen krachtwijk meer is sinds het najaar van 2011, worden hier nog wel combinatiefunctionarissen ingezet. 11

12 3 Methode In dit hoofdstuk wordt beschreven welke methoden zijn gebruikt bij de evaluatie van de inzet van de combinatiefunctionarissen in de periode Allereerst wordt het gehanteerde model voor beleidsevaluatie toegelicht. Dit model vormt de basis van het onderzoek. Vervolgens wordt de onderzoeksopzet verder uitgewerkt. Hierbij wordt eerst een overzicht gegeven van de verschillende onderzoeksgroepen (deelnemers). Vervolgens komt de wijze van dataverzameling aan bod. Ook wordt ingegaan op de verschillende parameters die binnen dit onderzoek zijn onderzocht. 3.1 Gehanteerd model De onderzoeksopzet is gebaseerd op een model voor beleidsevaluatie. Bij een beleidsevaluatie kunnen vier onderdelen worden onderscheiden, zoals in Figuur 1 schematisch is weergegeven (ingevulde teksten zijn indicatief en niet volledig). Om gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de inzet van combinatiefunctionarissen moet op lokaal niveau op alle vier onderdelen uit de figuur voldoende zicht zijn: Figuur 1. Model voor beleidsevaluatie Om te illustreren wat met welk onderdeel uit de figuur wordt bedoeld volgen hierna een paar voorbeelden: Middelen (Input): bijvoorbeeld, hoeveel fte combinatiefuncties is met welke taken aangesteld? Welke materialen gebruiken zij? Hebben ze activiteitenbudget? Proces (Throughput): bijvoorbeeld, is er een projectplan? Is dit uitgevoerd zoals beoogd? Hoe werken organisaties samen? Hoe verloopt de communicatie en werving van kinderen? 12

13 Prestaties (Output): bijvoorbeeld, hoeveel knelpunten van verenigingen zijn aangepakt? hoeveel trainers/ docenten hebben aan een scholing meegedaan? Hoeveel kinderen participeren aan het naschoolse sportaanbod? Was men tevreden? Effecten (Outcome): bijvoorbeeld, zijn verenigingen sterker geworden? Voldoen meer kinderen aan de beweegnorm? Zijn er minder kinderen met motorische achterstanden? Het is van belang om bij onderzoek niet alleen na te gaan wat de resultaten/effecten zijn, maar ook naar het proces te kijken. De wijze waarop het programma is georganiseerd, de inhoud van het programma (de activiteiten), hoe erover is gecommuniceerd, het enthousiasme waarmee (sport)verenigingen er aan hebben gewerkt, de kosten voor de deelnemers, de kwaliteit en wijze van begeleiding zijn immers allemaal belangrijke factoren voor het al dan niet optreden van effecten. Het gaat er dus niet alleen om te onderzoeken welke effecten het werk van de combinatiefunctionarissen oplevert, maar vooral ook onder welke omstandigheden deze effecten al dan niet optreden. Dergelijke cruciale informatie is vooral te halen uit de ervaringen en verhalen van de direct betrokkenen/belanghebbenden. Bij het uitvoeren van de evaluatie naar de inzet van combinatiefunctionarissen in Utrecht is dan ook zowel nagegaan wat de ervaren effecten zijn, alsmede is onderzocht op welke manier de combinatiefunctionarissen daar al dan niet aan hebben bijgedragen. 3.2 Onderzoeksopzet Met het model voor beleidsevaluatie als uitgangspunt is een de onderzoeksgroep geselecteerd en zijn de methoden voor dataverzameling vastgesteld. In deze paragraaf wordt de onderzoeksgroep beschreven en worden de manieren van dataverzameling verder toegelicht Deelnemers Aan dit onderzoek hebben verschillende betrokken personen en partijen deelgenomen, te weten: De combinatiefunctionarissen ; o combinatiefunctionarissen sport; o combinatiefunctionarissen cultuur 11 ; o combinatiefunctionarissen uitvoerend primair onderwijs; o combinatiefunctionarissen voortgezet onderwijs & o coördinatie brede scholen en talentontwikkeling primair onderwijs. Sportverenigingen; Cultuurinstellingen; Scholen vanuit zowel het primair als voortgezet onderwijs; Beleidsadviseurs vanuit de gemeente. 11 In het vervolg zal meermaals naar de combinatiefunctionarissen cultuur gerefereerd worden als cultuurcoaches. Deze term wordt landelijk gebruikt voor de combinatiefunctionarissen cultuur. 13

14 Zoals uit de opsomming blijkt zijn zeer veel personen en partijen betrokken bij de evaluatie. Op deze manier kon immers een zo compleet mogelijk beeld worden verkregen van de situatie omtrent de combinatiefuncties in Utrecht in de periode Op welke manier er door de betrokkenen is bijgedragen, wordt hierna beschreven Dataverzameling Voor de evaluatie in de gemeente Utrecht zijn drie verschillende bronnen/manieren van dataverzameling gebruikt. Per onderdeel worden de manieren van dataverzameling hieronder beschreven. 1. Documentanalyse De basis van het onderzoek bestaat uit analyse van lokale documentatie zoals registraties, voortgangsrapportages en beleidsstukken. Deze documenten hebben inzicht gegeven in de huidige situatie binnen de gemeente en gebruikt om meetinstrumenten te ontwikkelen. 2. Kwantitatief onderzoek De gemeente Utrecht heeft in en deelgenomen aan het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties (Mulier Instituut & Kennispraktijk). In het kader van deze onderzoeken zijn in 2011 en 2013 vragenlijsten uitgezet onder combinatiefunctionarissen en betrokken organisaties. In deze rapportage wordt voor de kwantitatieve analyse hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de data van het verdiepingsonderzoek van Waar nodig wordt deze aangevuld met data van In 2013 hebben 43 combinatiefunctionarissen, 13 sportverenigingen, drie cultuurinstellingen en twee onderwijsinstellingen een vragenlijst ingevuld. De twee onderwijsinstellingen hebben ook een aantal vragen niet ingevuld, waardoor data ontbreken. Omdat er over veel onderzoeksparameters geen uitspraken kunnen worden gedaan wanneer het aantal respondenten maar twee of drie bedraagt, ligt de focus van het kwantitatief onderzoek op de combinatiefunctionarissen en de sportverenigingen. De data zijn gebruikt om over de volgende thema s uitspraken te kunnen doen: Algemene kenmerken combinatiefunctionarissen; Doelstellingen; Betrokken sectoren; Betrokkenheid/taken bij sportverenigingen; Betrokkenheid/taken bij onderwijsinstellingen; Tevredenheid over relevante thema s; Succesfactoren/knelpunten; Algemene ervaren meerwaarde. 12 von Heijden, Leijenhorst, van Kalmthout, Hilhorst, Boers, Beth & Lucassen (2011) Impuls lokaal bekeken: Meer en beter, Utrecht/ Nijmegen, Mulier Instituut & Kennispraktijk 13 von Heijden, Leijenhorst, Hakkers & Hilhorst (2013) Impuls lokaal bekeken: veelzijdig en van meerwaarde, Utrecht/ Ede, Mulier Instituut & Kennispraktijk 14

15 3. Kwalitatief onderzoek Door middel van kwalitatief onderzoek zijn nieuwe data verzameld. Hiertoe zijn zowel evaluatiesessies en diepte-interviews gehouden met verschillende betrokkenen: Eén evaluatiesessie met de combinatiefunctionarissen sport (n=8); Eén evaluatiesessie met de combinatiefunctionarissen cultuur en betrokken culturele instellingen (n=11); Eén evaluatiesessie met de coördinatoren brede school en talentontwikkeling (n=6); Eén evaluatiesessie met betrokken sportverenigingen (bestuursleden) (n=7); Vijf verdiepende telefonische interviews met combinatiefunctionarissen sport 14 ; Vier telefonische interviews met leerkrachten/betrokkenen vanuit het primair onderwijs; Drie telefonische interviews met leerkrachten/betrokkenen vanuit het voortgezet onderwijs Drie telefonische interviews met schoolbesturen PO Een gesprek met Harten voor Sport; Een gesprek met VSU/SSU; Twee gesprekken met beleidsadviseurs (de eerste als onderdeel van het onderzoek en de tweede na dataverzameling ter bespreking van eerste resultaten). Thema s die aan de combinatiefunctionarissen en betrokken partijen zijn voorgelegd gedurende de werksessies en interviews zijn onder andere: samenwerking; organisatiestructuur en werkgeverschap; succesfactoren en knelpunten; deskundigheid; resultaten; effecten; talentontwikkeling; kansen en bedreigingen. Alle informatie is uiteindelijk gebundeld. Hieruit zijn verschillende conclusies en aanbevelingen voortgevloeid die in de laatste hoofdstukken van deze rapportage worden weergegeven. 3.3 Onderzoeksparameters De gehanteerde onderzoeksparameters binnen het onderzoek zijn ingedeeld aan de hand van het model van beleidsevaluatie (zie Figuur 1). Op deze manier wordt richting gegeven aan de uitkomsten van de evaluatie en worden de resultaten bruikbaarder voor de gemeente Utrecht. 14 De verdiepende telefonische interviews werden gehouden met combinatiefunctionarissen die niet bij de evaluatiesessie aanwezig waren. Bij de evaluatiesessie met combinatiefunctionarissen cultuur waren alle combinatiefunctionarissen cultuur aanwezig. Zodoende zijn er alleen telefonische interviews gehouden met combinatiefunctionarissen sport. 15

16 Input (middelen): Beschrijving combinatiefunctionarissen (leeftijd, uren, opleidingsachtergrond); Inzet (sector, doelgroep, wijk, taken, verdeling van uren). Throughput (procesfactoren): Doelstellingen; Positie van combinatiefunctionarissen in schoolbeleid/curriculum; Samenwerking en communicatie; Deskundigheid; Organisatiestructuur en werkgeverschap; Succesfactoren en knelpunten; Kansen en bedreigingen. Output (prestatie): Deelname (omvang per school/groep); Toeleiding (omvang/bestemming); Aanbod talentontwikkeling. Outcome(effecten): Waargenomen effecten bij doelgroep (sociaal-emotioneel, cognitief, fysiek, gezonde leefstijl, beweeggedrag). 16

17 4 Inzet Dit vierde hoofdstuk van deze rapportage kijkt breed naar de inzet van de combinatiefunctionarissen in Utrecht. Zo wordt beschreven hoe de inzet van de combinatiefunctionarissen is binnen de verschillende sectoren maar wordt ook op meer detailniveau gekeken naar de inzet ten aanzien van de landelijke en lokale doelstellingen. De situatie rondom het werkgeverschap wordt in dit hoofdstuk ook verder toegelicht en er wordt gekeken naar de taken die de combinatiefunctionarissen vervullen. 4.1 Inzet sectoren In het kader van het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties 2013 van het Mulier Instituut en Kennispraktijk 15 hebben 43 combinatiefunctionarissen uit Utrecht een online vragenlijst ingevuld. De gemiddelde leeftijd van deze combinatiefuncties is 39 jaar. De jongste is 22 jaar en de oudste is 57. De gemiddelde omvang van de aanstelling per combinatiefunctionaris is 19 uur per week. De aanstellingen variëren van één uur tot 40 uur per week. De combinatiefunctionarissen hebben in de online vragenlijst ook aangegeven in welke sectoren ze werkzaam zijn. Tabel 1 geeft overzicht van de verdeling van de combinatiefunctionarissen over vier verschillende sectoren. Verreweg de meeste combinatiefunctionarissen zijn werkzaam in de sectoren onderwijs en sport. Een relatief klein percentage van de combinatiefunctionarissen is werkzaam in de sectoren cultuur en/of welzijn 16. Deze percentages kunnen niet vergeleken worden met de geplande verdeling vanuit de beleidsregel, omdat de combinatiefunctionarissen in de vragenlijst meerdere sectoren konden kiezen waarvoor ze werkzaam zijn. Omdat de combinatiefunctionarissen als taak hebben het combineren van (werkzaamheden voor) meerdere sectoren vallen deze percentages hoger uit. Tabel 1. Percentage combinatiefunctionarissen dat werkzaam is in een bepaalde sector Sector [meerdere antwoorden mogelijk] Onderwijs Sport Cultuur Welzijn 17 Percentage combinatiefunctionarissen dat in 2013 in deze sector werkzaam is (n=43) 76,7% (n=33) 65,1% (n=28) 16,3% (n=7) 25,6% (n=11) 15 Bron: Von Heiden, Leijenhorst, Hakkers, & Hilhorst (2013). Impuls lokaal bekeken: veelzijdig en van meerwaarde. Mulier Instituut en Kennispraktijk. 16 Omdat uit de resultaten van het landelijk verdiepingsonderzoek van voorgaande jaren naar voren kwam dat een aantal combinatiefunctionarissen ook verbonden zijn aan de sector welzijn, is deze optie toegevoegd aan de vragenlijst van In het verdiepingsonderzoek combinatiefuncties is als gevolg van de brede inzet van combinatiefunctionarissen door het land heen gekozen om de sector Welzijn ook toe te voegen als antwoordcategorie in de vragenlijst. 17

18 Zoals bij de beschrijving van de onderzoeksmethode al is aangegeven hebben van de maatschappelijke organisaties voornamelijk sportverenigingen (13) deelgenomen aan het kwantitatieve onderzoek. Hierdoor zal hierna, bij de presentatie van de kwantitatieve resultaten, de focus ook meer op de sector sport liggen. Kwalitatieve data is wel beschikbaar voor de sectoren sport, onderwijs en cultuur. 4.2 Inzet doelstellingen Vanuit het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport en het ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschap zijn bij de opzet van de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur vier doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de inzet van de combinatiefunctionarissen. In deze paragraaf wordt besproken in hoeverre combinatiefunctionarissen en organisaties in Utrecht deze doelen hanteren en in hoeverre men al resultaat ziet. Uiteraard heeft de gemeente Utrecht ook lokale doelstellingen geformuleerd voor de inzet van de combinatiefunctionarissen. Hierin zit onder andere veel aandacht voor talentontwikkeling. In deze paragraaf zal daarom ook aandacht uitgaan naar de bijdrage van de combinatiefunctionarissen ten aanzien van deze lokale doelstellingen. Landelijke doelstellingen De vier landelijke doelstellingen zijn: Uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als voortgezet onderwijs, om te beginnen in de 40 krachtwijken; Versterking van ca. 10% van de sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; Stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen; bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met een of meer kunst- en cultuurvormen en onder jongeren actieve kunstbeoefening stimuleren. Uit de data van het landelijk verdiepingsonderzoek 2013 blijkt dat de combinatiefunctionarissen in Utrecht de prioriteit bij het stimuleren van het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen hebben liggen (79,1%). Daarnaast wordt het versterken van sportverenigingen als een belangrijke doelstelling gezien (69,8%). Jeugd onder de 18 jaar kennis laten maken met één of meerdere kunsten cultuurvormen en uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod worden minder belangrijke doelstellingen gevonden (respectievelijk 51,2% en 46,5%). Een klein percentage combinatiefunctionarissen (4,7%) geeft aan geen enkele landelijke doelstellingen na te streven. Zie voor een overzicht van de resultaten Tabel 2. 18

19 Tabel 2. Percentage combinatiefunctionarissen dat bepaalde doelstelling nastreeft (data landelijk verdiepingsonderzoek 2013) Landelijke doelstelling Percentage combinatiefunctionarissen dat doel nastreeft (n=43) Percentage sportverenigingen dat doel nastreeft (n=13) Uitbreiding van het aantal brede scholen met sporten cultuuraanbod in zowel het primair als voortgezet onderwijs, om te beginnen in de 40 krachtwijken 46,5% 76,9% Versterking van ca. 10% van de sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk 69,8% 100% Stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen 79,1% 84,6% Bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met een of meer kunst- en cultuurvormen en onder jongeren actieve kunstbeoefening stimuleren 51,2% n.v.t Geen doelstelling 4,7% 0% Uit bovenstaande Tabel 2 blijkt dat de dertien ondervraagde sportverenigingen unaniem aangeven het versterken van de sportvereniging als belangrijke doelstelling te zien (100%). Daarnaast vinden ze het stimuleren van het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen (84,6%) en uitbreiding van het aantal brede scholen met sportaanbod (76,9%) belangrijk. Zoals eerder aangegeven zijn er helaas niet altijd kwantitatieve data beschikbaar van organisaties uit de sectoren onderwijs en cultuur. Lokale doelstellingen Aan is de combinatiefunctionarissen gevraagd of zij naast de landelijke doelstellingen nog specifieke, lokale doelstellingen nastreven. Indien deze vraag bevestigend werd beantwoord, werd ze een aantal mogelijke doelstellingen voorgelegd. In 2013 gaven 26 combinatiefunctionarissen aan specifieke, lokale doelstellingen na te streven. De belangrijkste doelstellingen zijn in Tabel 3 gepresenteerd. 19

20 Tabel 3. Percentage combinatiefunctionarissen dat bepaalde lokale doelstellingen nastreeft 18 Lokale doelstelling Percentage combinatiefunctionarissen dat doel nastreeft in 2013 (n=26) Vergroten van samenwerking met andere organisaties 73,1% Verbeteren van de ontwikkelmogelijkheden van jeugdige culturele talenten 34,6% Verbeteren van de kwaliteit van het cultuuraanbod aan kinderen Bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met een of meer kunst- en cultuurvormen en onder jongeren actieve kunstbeoefening stimuleren 42,3% 51,2% Vergroten van aantal kinderen dat lid is van een sportvereniging 53,8% Verbeteren van de kwaliteit van het sportaanbod aan kinderen 61,5% Vergroten van betrokkenheid van ouders 80,8% Bevorderen van de leefbaarheid in de gemeente Verbeteren van de sociale competenties van jongeren 53,8% 57,7% Aan de vragenlijst van 2013 zijn ten opzichte van 2011 een aantal nieuwe lokale doelstellingen toegevoegd, waaronder vergoten van de betrokkenheid van de ouders. Met 80,8% wordt deze doelstelling de belangrijkste lokale doelstelling bevonden in 2013, gevolgd door het vergroten van de samenwerking met andere organisaties (73,1%) en het verbeteren van het sportaanbod aan kinderen (61,5%). Ook de nieuw toegevoegde doelstellingen leefbaarheid in de gemeente bevorderen en verbeteren van de sociale competenties van jongeren lijken belangrijke lokale doelstellingen, die door meer dan de helft (53,8% en 57,7%, respectievelijk) van de combinatiefunctionarissen worden nagestreefd. De meer cultuurgerelateerde doelstellingen lijken in 2013 minder te worden nagestreefd dan in Ook de organisaties zijn gevraagd of ze naast de landelijke doelstellingen nog belangrijke lokale doelstellingen hebben met de inzet van combinatiefunctionarissen. In 2013 geven vijf van de dertien sportverenigingen aan nog specifieke doelstellingen te hebben. De belangrijkste lijken het vergroten 18 Dit zijn alleen de combinatiefunctionarissen die in een eerdere vraag hebben aangegeven naast de landelijke doelstellingen nog andere, specifieke doelstellingen na te streven. 20

21 van de betrokkenheid van ouders en verbeteren van fysieke gezondheid van kinderen (beiden 5 van de 5). Ook het vergroten van het aantal jeugdleden bij onze vereniging en het verbeteren van de sociale competenties van jongeren worden gezien als belangrijke doelstellingen (beide 4 van de 5). Met betrekking tot deze specifieke doelstellingen zien twee van de vijf sportverenigingen al een beetje resultaat en drie van de vijf sportverenigingen al duidelijk resultaat. Cultuurorganisaties (n=2) geven aan de prioriteit bij andere lokale doelstellingen te hebben liggen, namelijk het vergroten van de vaardigheden van vrijwilligers/medewerkers binnen de organisatie (2), vergroten van de naamsbekendheid van de organisatie (2), vergroten van ontwikkelmogelijkheden van jeugdige culturele talenten (2) en kinderen die het niet vanuit huis meekrijgen kennis laten maken met cultuur (2). Over het algemeen zien ze al een beetje tot duidelijk resultaat. In 2013 hebben de twee bevraagde onderwijsinstellingen aangegeven dat zij naast de landelijke doelstellingen geen andere lokale doelstellingen hebben. 4.3 Werkgeverschap en organisatiestructuur Het werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs ligt bij verschillende partijen: schoolbesturen, sportverenigingen, SSU, cultuurinstellingen, zzp ers en welzijnsinstellingen. In Tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de verschillende typen functionarissen, werkgevers en het aantal combinatiefunctionarissen dat bij een werkgever in dienst is. Tabel 4. Inrichting werkgeverschap combinatiefunctionarissen Utrecht Type combinatiefunctionaris Werkgever(s) Aantal combinatie functionarissen coördinatoren brede school & talentontwikkeling primair onderwijs (11,5 fte) Schoolbesturen PO (2x) Schoolbestuur PO (1x) i.c.m. zzp Schoolbesturen PO (2x) i.c.m. welzijn Schoolbestuur PO (1x) i.c.m. cultuur combinatiefunctionarissen sport (18 fte ) SSU i.c.m. schoolbesturen PO Sportverenigingen i.c.m. schoolbesturen PO combinatiefunctionarissen voortgezet onderwijs (3 fte) Schoolbesturen VO (3x) i.c.m. Jongerenorganisatie (1x) 4 combinatiefunctionarissen cultuur (3 fte) Culturele organisaties (4x) i.c.m. schoolbesturen VO 4 Uit de data van het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties 2013 blijkt dat in Utrecht 36,5% van de combinatiefunctionarissen tevreden is over de manier waarop het werkgeverschap is geregeld. Meer dan een kwart van de functionarissen die in 2013 aan het verdiepingsonderzoek heeft deelgenomen is (zeer) ontevreden over de wijze waarop het werkgeverschap is geregeld 21

22 (28,7%). Bij de sportverenigingen is dit beeld duidelijk anders; 76,9% van de sportverenigingen is tevreden over de manier waarop het werkgeverschap is geregeld. Uit de evaluatiesessies en telefonische interviews komen zeer wisselende beelden over het werkgeverschap naar voren. Een gezamenlijke deler onder de verschillende partijen is dat men het werkgeverschap met betrekking tot de inzet van de combinatiefunctionarissen in Utrecht onduidelijk vindt. Hier wordt hierna verder op ingegaan. Combinatiefunctionarissen sport Het werkgeverschap voor de gehele inzet van de combinatiefunctionaris sport ligt in principe bij de sportvereniging die een aanvraag heeft gedaan voor de inzet van de combinatiefunctionaris. De vereniging heeft de keuze het formele werkgeverschap zelf op zich te nemen of het werkgeverschap bij Stichting Sport en Samenleven (SSU) neer te leggen. In het tweede geval is SSU verantwoordelijk voor zaken rondom het formele werkgeverschap maar ligt de dagelijkse aansturing van de combinatiefunctionaris wel bij de sportvereniging zelf. Een enkele vereniging heeft het formele werkgeverschap zelf op zich genomen en vervolgens weggezet bij een andere partij zoals een regionale sportservice. Een gedeelte van de sportverenigingen is tevreden over deze constructie, waarbij de sportvereniging zelf formeel werkgever is of in ieder geval de dagelijkse aansturing in handen heeft. Ze geven aan het prettig te vinden dat de combinatiefunctionaris echt onderdeel uitmaakt van de vereniging. Hierdoor wordt de betrokkenheid van de combinatiefunctionaris bij de vereniging en vice versa positief gestimuleerd. Anderzijds wordt door sommige sportverenigingen ook aangegeven dat zij niet in staat zijn een professional in dienst te nemen en hier op een goede wijze werkgever voor te zijn. Een aantal combinatiefunctionarissen ervaart dan ook het ontbreken van professionaliteit en continuïteit rondom werkgeverschap vanuit de vereniging. Een klein aantal combinatiefunctionarissen is bijvoorbeeld niet tevreden over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden in relatie tot hun ervaring en leeftijd). Positief is dat de combinatiefunctionarissen over het algemeen weinig moeite lijken te hebben met dergelijke randvoorwaardelijke zaken en het niet of nauwelijks als struikelblok zien in hun functioneren. Uit de evaluatiesessie en telefonische interviews blijkt dat de eventuele ontevredenheid van de combinatiefunctionarissen sport over het werkgeverschap vooral voortkomt uit verwarring en onduidelijkheid. Zo wordt het werkgeverschap bij de SSU goed bevonden, omdat dit een professionele stichting is. Er wordt aangegeven dat de ondersteuning vanuit SSU inhoudelijk goed is; de combinatiefunctionarissen vinden het prettig dat er bijvoorbeeld ook budget is voor cursussen. Anderzijds, doordat de stichting onderdeel is van Vereniging Sport Utrecht (VSU) en alleen formeel werkgeverschap verzorgt, zijn er bijvoorbeeld geen vaste werkplekken voor de combinatiefunctionarissen binnen de stichting. Daarnaast wordt aangegeven dat, omdat de combinatiefunctionarissen te maken hebben met verschillende organisaties (SSU als formele werkgever, de sportvereniging als informele werkgever) het voor hen soms lastig is te bepalen bij wie ze terecht kunnen met bepaalde vragen en afstemming van werkzaamheden. De SSU herkent dit beeld en geeft aan dat het voor de combinatiefunctionarissen soms een erg lastige constructie is. 22

23 De situatie rondom het werkgeverschap wordt is ook complexer doordat, naast de inzet voor de sportverenigingen, de combinatiefunctionaris 60% van zijn/haar tijd dient te besteden aan de sector onderwijs. Hier heeft, sinds zomer 2013 de organisatie Harten voor Sport een taak in. Deze organisatie heeft als kerntaak het programmeren van het sportaanbod in het Utrechts primair onderwijs met behulp van combinatiefunctionarissen. Harten voor Sport heeft dus geen formele relatie met de combinatiefunctionarissen in het kader van werkgeverschap maar de gemeente Utrecht heeft Harten voor Sport wel de opdracht toebedeeld de inzet van de combinatiefunctionarissen sport voor het onderwijs in Utrecht te coördineren en organiseren. Hierdoor is Harten voor Sport verantwoordelijk voor de inzet van de combinatiefunctionarissen in het onderwijs. De meeste combinatiefunctionarissen zijn tevreden over de rol die Harten voor Sport heeft gekregen. Zij vinden het fijn dat hun inzet voor het primair onderwijs gecoördineerd en gepland wordt. Er zijn echter enkele punten die aandacht verdienen. De combinatiefunctionarissen geven aan dat er op dit moment door Harten voor Sport teveel activiteiten worden ingepland en dat de planning die Harten voor Sport voor de combinatiefunctionarissen maakt niet altijd even efficiënt is. De combinatiefunctionarissen sport zijn nu soms veel langer onderweg van de ene naar de andere school en hebben minder achter elkaar geplande uren dan voordat Harten voor Sport de planning maakte. De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs vinden het prettig dat Harten voor Sport een rol heeft gekregen in de organisatiestructuur voor de combinatiefunctionarissen sport. Voor hen is het nu duidelijker bij wie ze moeten zijn voor de invulling van naschools sportaanbod. Hoewel de coördinatoren tevreden zijn zien zij nog mogelijkheden voor verbetering. De coördinatoren zouden graag willen dat Harten voor Sport de inzet meer vraaggestuurd invult vanuit de brede scholen en minder aanbodgericht vanuit de uren die volgen vanuit de aanstellingen van de verschillende sportspecifieke combinatiefunctionarissen sport. In Figuur 2 is de organisatiestructuur rondom de combinatiefunctionarissen sport op schematische wijze inzichtelijk gemaakt. 23

24 Figuur 2. Werkgeverschap combinatiefunctionarissen sport gemeente Utrecht Combinatiefunctionarissen cultuur Rondom het werkgeverschap en de organisatiestructuur van de inzet van de cultuurcoaches zijn geen opvallende zaken te melden. De coaches zijn in dienst van verschillende culturele instellingen. Dit zijn allemaal professionele organisaties die werkgeverschap voor meerdere mensen verzorgen. Uit de werksessie met combinatiefunctionarissen cultuur bleek ook dat ze over het algemeen tevreden zijn over de manier waarop het nu geregeld is. Coördinatoren brede school & talentontwikkeling primair onderwijs Het werkgeverschap en de organisatiestructuur rondom de inzet van de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs wordt net als het werkgeverschap rondom de combinatiefunctionarissen sport ook relatief complex bevonden door zowel de functionarissen zelf als door betrokken onderwijsinstellingen en schoolbesturen. De coördinatoren zijn formeel in dienst van verschillende werkgevers (welzijnsorganisaties, onderwijsbesturen, zzp ers etc.). Informeel ligt het werkgeverschap van de coördinatoren bij de kernteams van de brede scholen. De kernteams bestaan uit de vertegenwoordigers van de betrokken kernpartners. 19 De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs maken geen onderdeel uit van de bestaande hiërarchie binnen de onderwijsorganisaties. Dit maakt het lastig voor hen om hun werkzaamheden goed uit te voeren. De coördinatoren zijn in hun werk afhankelijk van de good will van de betrokkenen van het kernteam van de brede school. In de werksessie geven ze aan dat het belang van de functie niet geheel duidelijk is en dat dit inbedding in de schoolplannen lastig maakt. 19 Dit kunnen dus bijvoorbeeld penvoerders van schoolbesturen, directeuren etc. zijn 24

25 Er zijn rondom dit punt inmiddels ook positieve geluiden. Zo geven enkele coördinatoren aan dat hun functie sinds de start van het project al beter wordt vormgegeven en beter ingebed lijkt in het brede (school)beleid. Sommige coördinatoren hebben bijvoorbeeld taken, die zij in eerst instantie zelf uitvoerden, weggezet bij de verschillende directeuren van betrokken onderwijsinstellingen. Daarbij gaat het om taken als stimuleren van talentontwikkeling en vergroten van ouderbetrokkenheid. Hierdoor wordt de functie van de coördinator beperkt, maar neemt de betrokkenheid vanuit de onderwijsinstellingen wel toe. 20 Dus hoewel de inbedding van de functie en de betrokkenheid van de onderwijsorganisaties beter kan lijken er wel kleine stapjes te worden gemaakt op dit gebied. Dit past ook bij de wens van de gemeente Utrecht. Het beleid van de gemeente is erop gericht te stimuleren dat het eigenaarschap en de sturing van talentontwikkeling (en hiermee de inzet van brede school coördinatoren en coördinatoren talentontwikkeling primair onderwijs) steviger bij het onderwijs komt te liggen en deel uitmaakt van het schoolplan en schoolprogramma, waardoor in de toekomst wellicht een deel van de coördinatie kan worden ingewisseld voor uitvoering. Een ander aandachtspunt in het werkgeverschap van brede school coördinatoren & coördinatoren talentontwikkeling primair onderwijs heeft betrekking op de bestaande hiërarchie in combinatie met de aansturing van de brede school coördinatoren en coördinatoren talentontwikkeling primair onderwijs. Nu is het zo dat de basisscholen die onderdeel uitmaken van één brede school, niet allemaal onderdeel uitmaken van hetzelfde schoolbestuur. Er zijn dus basisscholen binnen de brede school, die niet onder hetzelfde schoolbestuur vallen als waar de brede school coördinator onder valt. Hierdoor heeft hij formeel gezien een beperkte of zelfs helemaal geen invloed op deze basisscholen. Dit kan lastig zijn bij vragen of problemen met/over deze basisscholen. Als laatste aandachtpunt wordt genoemd dat het gecompliceerd is dat de coördinator onderdeel uitmaakt van hetzelfde kernteam dat als taak heeft de brede school coördinator aan te sturen (zie Figuur 3). Er is hierdoor dus eigenlijk meer sprake van samenwerking dan van aansturing. Dit leidt af en toe tot een moeilijk werkbare situatie omdat de coördinatoren formeel gezien geen gezag hebben en dus afhankelijk zijn van de eerder genoemde welwillendheid van het kernteam. 25

26 Figuur 3. Formele en informele aansturing van brede school coördinatoren primair onderwijs 4.4 Taken In deze laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt gekeken naar de taken van de combinatiefunctionarissen bij de sportverenigingen en binnen de culturele en onderwijsinstellingen. Sportvereniging In het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties 2013 is de functionarissen gevraagd wat hun taken zijn bij verschillende organisaties. Op de sportverenigingen (zie Tabel 5) lijkt coördineren de belangrijkste taak te zijn (67,9%), gevolgd door uitvoeren, organiseren en het leggen of verbeteren van samenwerkingsverbanden (allen 64,3%). Vanuit gesprekken met combinatiefunctionarissen sport en sportverenigingen komt naar voren dat hun coördinerende rol voornamelijk te maken heeft met het aansturen van vrijwilligers. Het uitvoeren en organiseren heeft meer betrekking op het activiteitenaanbod, bijvoorbeeld het organiseren en uitvoeren van clinics en evenementen op de vereniging, voornamelijk voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Ook het geven van trainingen is onderdeel van de uitvoerende activiteiten van de combinatiefunctionarissen sport. 26

27 Tabel 5. Taken van de combinatiefunctionarissen op de sportverenigingen Taak op de sportvereniging Coördineren 67,9% Uitvoeren (aanbieden van activiteiten) 64,3% Organiseren (van activiteitenaanbod) 64,3% Samenwerkingsverbanden leggen of verbeteren 64,3% Ondersteunen (technisch kader) 42,9% Ondersteunen (bestuurders/organisatorisch) 42,9% Opleiden (trainers/coaches) 25,0% Percentage combinatiefunctionarissen (n=28) Culturele instellingen Bij de culturele organisaties lijken de belangrijkste taken van de combinatiefunctionarissen samenwerkingsverbanden leggen of verbeteren en coördineren te zijn (beiden 71,4%; zie Tabel 6). Daarnaast houdt iets meer dan de helft van de combinatiefunctionarissen zich bezig met organiseren van het activiteitenaanbod (57,1%). Ondersteunen van medewerkers of vrijwilligers (28,6%), uitvoeren (14,3%) en opleiden (0,0%) zijn taken waar de functionarissen zich bij de culturele organisatie minder frequent mee bezig houden. Uit de gesprekken met de cultuurcoaches en betrokken culturele instellingen komt naar voren dat het leggen of verbeteren van samenwerkingsverbanden zowel binnen de culturele sector (samenwerken met andere culturele instellingen dan de werkgever en met zzp ers) als tussen de culturele sector en het onderwijs plaatsvindt. Uit gesprekken blijkt dat de kennismaking met de activiteiten vooral tijdens en na schooltijd zijn en er weinig activiteiten plaatsvinden bij de culturele instellingen. Tabel 6. Taken van de combinatiefunctionarissen op culturele instellingen Taak bij culturele instelling Samenwerkingsverbanden leggen of verbeteren 71,4% Coördineren 71,4% Organiseren (van activiteitenaanbod) 57,1% Ondersteunen (medewerkers/vrijwilligers) 28,6% Uitvoeren (aanbieden van activiteiten) 14,3% Opleiden (trainers/coaches) 0,0% Percentage combinatiefunctionarissen (n=7) Onderwijsinstellingen De 33 combinatiefunctionarissen die actief zijn bij onderwijsinstellingen hebben aangegeven dat samenwerkingsverbanden leggen en/of verbeteren daar hun voornaamste taak is (75,8%). Ook houden zij zich hier veel bezig met coördineren (72,7%), organiseren van activiteitenaanbod (63,6%) en ondersteunen van docenten, medewerkers of vrijwilligers (57,6%). Dat het percentage functionarissen met uitvoerende taken relatief laag is (39,4%) en met coördinerende taken relatief hoog, zou toe te schrijven aan dat mogelijk een groot gedeelte van de functionarissen die de vragenlijst ingevuld hebben, coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs zijn. Zij hebben geen taak in het aanbieden van activiteiten of het opleiden van anderen, maar 27

28 voornamelijk in het opzetten van samenwerkingsverbanden in de brede scholen. Zie Tabel 7 voor de resultaten. Tabel 7. Taken van combinatiefunctionarissen op onderwijsinstellingen Taak bij de onderwijsinstelling Samenwerkingsverbanden leggen of verbeteren 75,8% Coördineren 72,7% Organiseren (van activiteitenaanbod) 63,6% Ondersteunen (docenten/medewerkers/vrijwilligers) 57,6% Uitvoeren (aanbieden van activiteiten) 39,4% Opleiden (trainers/coaches) 18,2% Percentage combinatiefunctionarissen (n=33) 28

29 5 Proces In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze het proces rondom de inzet van de combinatiefunctionarissen is vormgegeven. Zo wordt weergegeven welke positie de combinatiefunctionarissen hebben binnen het schoolprogramma, hoe de samenwerking en communicatie tussen de combinatiefunctionarissen en betrokken partijen is vormgegeven, hoe de deskundigheid van de combinatiefunctionarissen wordt beoordeeld en welke succesfactoren en knelpunten worden ervaren door verschillende partijen. 5.1 Inbedding van de inzet van de combinatiefunctionarissen Tijdens de verschillende evaluatiesessies en in de telefonische interviews is gevraagd naar de inzet van de combinatiefunctionarissen binnen het schoolprogramma en naar de inbedding van de inzet van de combinatiefunctionarissen binnen de sportverenigingen. Combinatiefunctionarissen sport en cultuur: primair onderwijs De inzet van de combinatiefunctionarissen cultuur lijkt goed vastgelegd in het schoolplan en schoolprogramma in het primair onderwijs. Deze functionarissen zijn actief op enkele scholen. Hierdoor zijn de cultuurcoaches actief betrokken bij het cultuurplan van de onderwijsinstelling en hebben zij een stimulerende rol bij het inbedden van cultuurgerelateerde activiteiten in het schoolprogramma van de (brede) scholen. In de werksessie is door de cultuurcoaches aangegeven dat er nu soms een duidelijke cultuurvisie vanuit de onderwijsinstellingen ontbreekt, maar dat hier wel aan gewerkt wordt in de werkgroep brede scholen. De inzet van de combinatiefunctionarissen cultuur binnen de schoolprogramma s van het primair onderwijs verschilt van de inzet van de combinatiefunctionarissen sport. De combinatiefunctionarissen sport verzorgen aanbod op veel verschillende onderwijsinstellingen. De combinatiefunctionarissen sport zijn daardoor minder betrokken bij de onderwijsinstellingen en in zijn niet/nauwelijks betrokken bij het sportprogramma van de school. Vanuit de sessies en interviews met de onderwijsinstellingen, combinatiefunctionarissen sport en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs komt naar voren dat de inzet van deze functionarissen meestal niet of minimaal is vastgelegd in het schoolplan en schoolprogramma van de onderwijsinstelling. Dit lijkt te maken te hebben met een gebrek aan betrokkenheid van beide kanten. Wanneer we de situatie van sport en cultuur in het primair onderwijs met elkaar vergelijken, lijkt kort samengevat het succes van de verankering van de inzet van de combinatiefunctionarissen in de schoolplannen een basis te vinden in de betrokkenheid en samenwerking tussen combinatiefunctionarissen en scholen. Hierbij lijkt de betrokkenheid en samenwerking beïnvloed te worden door de hoeveelheid scholen die de functionarissen bedienen. Waarbij bij het bedienen van minder scholen leidt tot een hogere betrokkenheid. Combinatiefunctionarissen sport en cultuur: voortgezet onderwijs In het voortgezet onderwijs lijken de werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen vaak wel onderdeel uit te maken van het schoolplan. Uit de werksessies en interviews wordt duidelijk dat dit 29

30 er grotendeels vooral mee te maken heeft dat sommige combinatiefunctionarissen een duo-functie hebben op voortgezet onderwijsscholen (combinatiefunctionaris in combinatie met sport- of cultuurgerelateerde vakleerkracht of coördinerende functie) en soms al bij de school in dienst waren voordat zij als combinatiefunctionaris aan de slag gingen. De meeste scholen voor voortgezet onderwijs delen de combinatiefunctionaris. Dit houdt in dat de combinatiefunctionarissen sport en cultuurcoaches verbonden zijn aan meerdere voortgezet onderwijs scholen. De bevraagde voortgezet onderwijsscholen geven aan dat de inzet van de combinatiefunctionarissen sport in het voortgezet onderwijs minder sterk verankerd zijn dan de inzet van de cultuurcoaches. Zo geeft een school aan in drie jaar tijd drie verschillende combinatiefunctionarissen sport te hebben gehad en dat deze combinatiefunctionarissen ook een relatief kleine aanstelling heeft per school. Dit kan een reden zijn waarom de inzet van de combinatiefunctionarissen nog niet zo goed in de verschillende schoolplannen lijkt te zijn opgenomen. Coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs De brede school coördinatoren en coördinatoren talentontwikkeling primair onderwijs hebben een bijzondere plek als men kijkt naar de positie van deze functionarissen in het schoolplan en schoolprogramma van de verschillende primair onderwijs instellingen. Zij werken namelijk overkoepelend voor de gehele brede school. Inbedding in de plannen van de afzonderlijke scholen binnen de brede scholen is hierdoor lastiger te verwezenlijken. In het programaa van de brede scholen is de positie van de coördinatoren vaak wel vorm gegeven. Vanuit de evaluatiesessie met de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs en telefonische interviews met penvoerders van de schoolbesturen primair onderwijs komt wel naar voren dat er een omslag naar inbedding in de programma s aan het plaatsvinden is. Zo zetten, zoals al eerder aangegeven, de coördinatoren bijvoorbeeld taken weg bij schooldirecteuren en krijgt hun functie en positie in het (brede)schoolprogramma meer vorm. Ze geven aan dat er tijd en middelen nodig zijn om deze stijgende lijn voort te zetten. Het kost volgens hen onder andere veel tijd omdat de scholen erg met zichzelf bezig zijn en de prioriteit bij de kerntaken ligt. Hierdoor gaat de vormgeving van de brede scholen op sommige plekken moeizaam. Zowel vanuit de penvoerders als vanuit de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs wordt aangegeven dat het soms ook een kwestie van chemie op persoonsniveau kan zijn waardoor dit proces van inbedding sneller of juist moeizamer verloopt. Combinatiefunctionarissen sport op de sportvereniging Uit de evaluatiesessie met de sportverenigingen blijkt dat er nog weinig inbedding van de combinatiefunctionarissen sport op de sportverenigingen is. Deels worden taken van de combinatiefunctionaris overgenomen door bijvoorbeeld vrijwilligers, maar de sportverenigingen geven unaniem aan dat wanneer de combinatiefunctionaris weg zou vallen, dit niet zomaar opgevangen zou kunnen worden. Dan valt alles dat we opgebouwd hebben uit elkaar, zegt één van de vertegenwoordigers van de sportvereniging. Er is tijd nodig om de taken/werkzaamheden van de combinatiefuncties in de plannen van de sportvereniging een positie te geven en te bedden in bijvoorbeeld het jeugd- of vrijwilligersbeleid. Dit wordt binnen de sportverenigingen extra bemoeilijkt omdat dit proces voornamelijk door vrijwilligers moet worden ingericht, die hier maar beperkte tijd voor hebben en de prioriteit ook vaak bij andere zaken hebben liggen. 30

31 5.2 Samenwerking Samenwerking op verschillende niveaus, met verschillende sectoren en verschillende partijen is belangrijk binnen de uitvoering van de combinatiefuncties. Uit de data van landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties 2013 blijkt dat 81,4% van de combinatiefunctionarissen (n=43) (zeer) tevreden is over de samenwerking met de betrokken partijen. Zowel de combinatiefunctionarissen sport als cultuur schetsen een goede samenwerking met de sport- of cultuurverenigingen. De dertien sportverenigingen die de vragenlijst hebben ingevuld geven allemaal aan tevreden of zeer tevreden zijn over de samenwerking met de combinatiefunctionaris. Hierna worden enkele samenwerkingsverbanden nader bekeken. Samenwerking combinatiefunctionarissen sport met onderwijs Hoewel de samenwerking in het algemeen als positief wordt beoordeeld wordt de samenwerking met scholen uit het primair onderwijs echter in sommige gevallen wel als moeizaam ervaren door de combinatiefunctionarissen sport. Er wordt bijvoorbeeld door de combinatiefunctionarissen sport meerdere keren genoemd dat de scholen naar binnen gericht zijn en dat dit problemen geeft met betrekking tot de communicatie. Tijd en ingangen zijn moeilijk te vinden, zegt één van combinatiefunctionarissen sport en een interview. Een deel van de combinatiefunctionarissen sport is ontevreden over de manier waarop ze ontvangen en benaderd worden bij scholen. De leerkrachten leveren hun klas bij je af en gaan vervolgens koffie drinken, beschrijft een combinatiefunctionaris in een interview. Meer betrokkenheid vanuit de scholen zou beter resultaat kunnen bewerkstelligen, denken de combinatiefunctionarissen sport. Opvallend is dat juist vanuit het onderwijs het beeld geschetst wordt dat combinatiefunctionarissen sport niet betrokken genoeg zijn. De primair onderwijsinstellingen en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs geven aan dat de combinatiefunctionarissen sport hun aanbod komen verzorgen en vervolgens weer vertrekken. De combinatiefunctionarissen sport en de onderwijsinstellingen hebben in sommige gevallen dus verschillende beelden. Uit de gesprekken met voortgezet onderwijsscholen komt naar voren dat de samenwerking met de combinatiefunctionarissen sport wisselend wordt ervaren. Doordat de combinatiefunctionarissen binnen het voorgezet onderwijs vaak een dubbele inzet hebben zijn de lijntjes korter en is de samenwerking soms al onderdeel van een bestaand proces. Hoewel de samenwerking binnen het voortgezet onderwijs beter lijkt te gaan dan binnen het primair onderwijs zijn er ook binnen het voortgezet onderwijs signalen dat de samenwerking en communicatie met de combinatiefunctionarissen sport beter kan. Er wordt een aantal keer genoemd dat dit ook afhankelijk is van de persoon die de functie bekleedt. Samenwerking combinatiefunctionarissen cultuur met onderwijs De samenwerking en communicatie tussen de cultuurcoaches onderling en met zowel de basis- als voortgezet onderwijsscholen lijkt beter te verlopen dan op het gebied van sport. Wellicht is dit te verklaren doordat het cultuuraanbod beter is ingebed in het schoolplan dan het sportaanbod (het sportaanbod is een meer los aanbod). Daarnaast zijn de betrokken cultuurcoaches aan minder 31

32 scholen gekoppeld, wat voor meer betrokkenheid zorgt. Ook geven verschillende personen binnen betrokken scholen (zowel primair als voortgezet onderwijs) aan dat sommige cultuurcoaches competenter lijken te zijn dan een aantal van de combinatiefunctionarissen sport. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan deskundigheid (inhoudelijk input) en pedagogische vaardigheden. Samenwerking coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs met onderwijs De samenwerking tussen de primair onderwijsinstellingen en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs verschilt sterk per coördinator en school. Dit lijkt te maken hebben met de chemie tussen verschillende personen en ook hoe de overige samenwerking tussen de scholen binnen de brede school gaat. Wanneer er op andere vlakken (inrichting van een gezamenlijk gebouw, afspraken rondom gezamenlijke inkoop etc.) een goede samenwerking is, lijkt deze samenwerking in het kernteam en met de coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs ook beter te gaan. Harten voor Sport en VSU/SSU De samenwerking met Harten voor Sport wordt door de combinatiefunctionarissen sport over het algemeen als prettig ervaren. Ze vinden het makkelijk dat Harten voor Sport voor de planning zorgt. Een enkele combinatiefunctionaris geeft aan dat dit wel voor inefficiënte werkschema s zorgt. Zo moeten sommige combinatiefunctionarissen veel reizen en zit er veel tijd tussen clinics. De samenwerking tussen Harten voor Sport en sportverenigingen moet zich nog verder ontwikkelen. De sportverenigingen geven aan dat ze het jammer vinden dat Harten voor Sport voor hun gevoel grote zeggenschap heeft over de tijd waarin de combinatiefunctionarissen voor onderwijs moeten worden ingezet. De combinatiefunctionarissen sport ervaren de samenwerking met SSU (soms als formele werkgever) over het algemeen als prettig. De bijeenkomsten voor combinatiefunctionarissen worden bijvoorbeeld nuttig bevonden. De samenwerking tussen de VSU/SSU en Harten voor Sport gaat goed, op onderdelen verschillen zij wel van inzicht. Daarover zeggen ze we agree to disagree 21, dit betreft verschillende thema s zoals werkgeverschap en coördinatie omtrent de combinatiefunctionarissen sport. Wellicht dat een deel van de verschillen voortkomt uit de posities die de organisaties hebben. De VSU/SSU is er voor de sport terwijl de inzet van Harten voor Sport meer gericht lijkt op het onderwijs en (welzijns)organisaties in de wijk. Hierdoor hebben ze verschillende belangen te behartigen die mogelijk van invloed kunnen zijn op de onderlinge samenwerking rondom de inzet van de combinatiefunctionarissen. Samenwerking combinatiefunctionarissen onderling Uit de data van het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties blijkt dat iets meer dan de helft (53,5%; n=23) van de combinatiefunctionarissen (zeer) tevreden is over de samenwerking met andere combinatiefunctionarissen. Dit betreft de combinatiefunctionarissen sport, de combinatiefunctionarissen cultuur en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair 21 Vertaling: we zijn het eens, dat we het niet eens zijn 32

33 onderwijs. Wel moet worden opgemerkt dat vijf combinatiefunctionarissen niet van toepassing hebben ingevuld. Zeven combinatiefunctionarissen zijn (zeer) ontevreden (16,3%) en acht hebben neutraal geantwoord. Uit de evaluatiesessies en verdiepende interviews met de combinatiefunctionarissen blijkt dat de eventuele ontevredenheid bij de combinatiefunctionarissen sport vooral te maken heeft met het geringe contact dat de combinatiefunctionarissen sport met elkaar hebben. De combinatiefunctionarissen sport geven aan dat het voelt alsof ze op losse eilandjes opereren. Het elkaar niet kunnen bereiken, zowel letterlijk als figuurlijk, wordt als belemmerend ervaren voor het goed functioneren. Ze benadrukken het belang van het vergroten van de samenwerking met andere combinatiefunctionarissen sport om betere resultaten te bewerkstelligen. Deze samenwerking zou structureel van aard moeten zijn. Opties die worden aangedragen zijn een (online) netwerk, structurele bijeenkomsten, één platform van waaruit de combinatiefunctionarissen worden uitgezet en een wijkgerichte aanpak. De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs werken veel zelfstandig, maar geven in de evaluatiesessie aan elkaar wanneer nodig en wenselijk wel te kunnen bereiken en samen te kunnen werken. 5.3 Deskundigheid Uit data van het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties 2013 blijkt dat sportverenigingen de competenties van de combinatiefunctionarissen als de op één na belangrijkste reden zien (61,5%) voor de behaalde successen. Er is de sportverenigingen niet apart gevraagd naar een beoordeling van de combinatiefunctionarissen sport/ cultuur of coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. Echter omdat de sportverenigingen hoogstwaarschijnlijk geen contact hebben met de combinatiefunctionarissen cultuur en waarschijnlijk ook weinig met de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs, zullen deze cijfers voornamelijk betrekking hebben op de combinatiefunctionarissen sport. In de werksessies en interviews wordt bevestigd, door zowel de combinatiefunctionarissen sport zelf als de sportverenigingen, dat de competenties van de combinatiefunctionarissen sport zelf een belangrijke succesfactor vormen (zie paragraaf 5.4). In de werksessies en interviews is ook gevraagd naar welke competenties van belang zijn voor de combinatiefunctionarissen (zowel voor sport, cultuur als coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs). De meest genoemde competenties (zowel door de verschillende combinatiefunctionarissen zelf als betrokken partijen) zijn: Zelfstandigheid Communicatief vaardig (goed kunnen netwerken/verbinden, sociaal makelaarschap ) Proactieve werkhouding Pedagogisch vaardig De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs geven aan dat voor hun functie ook het hebben van een proactieve houding belangrijk is. Daarnaast geven ze aan dat ze goed moeten kunnen netwerken en verbinden ( sociaal makelaarschap ) en betrokken moeten zijn in hun werk. 33

34 5.4 Succesfactoren en knelpunten Deze paragraaf gaat in op de succesfactoren en knelpunten die worden ervaren bij de inzet van de combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht. Eerst worden de resultaten weergegeven van het landelijke verdiepingsonderzoek en vervolgens worden deze uitkomsten aangevuld met de resultaten uit de interviews en werksessies. Succesfactoren De combinatiefunctionarissen is in het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties gevraagd wat zij zouden omschrijven als de belangrijkste procesmatige succesfactoren van hun inzet. Oftewel, wat maakt dat er succes wordt behaald/wat draagt bij aan het behalen van de doelstellingen? De combinatiefunctionarissen konden van vijftien mogelijke factoren aangeven of ze dachten dat deze ervoor zorgden dat het project combinatiefuncties een succes wordt/is geworden. In 2013 is de belangrijkste reden volgens de combinatiefunctionarissen de goede communicatie met de doelgroep en de betrokken instellingen (67,4%). Andere redenen die worden genoemd zijn de goede aansluiting tussen het binnenschoolse en naschoolse aanbod (30,2%), heldere doelstellingen en/of visie met betrekking tot de inzet van de combinatiefunctionaris (32,6%) en de grote betrokkenheid van en draagvlak bij de betrokken organisaties (30,2%). De sportverenigingen zijn ook gevraagd of zij aan konden geven of bepaalde factoren van belang zijn om succes te bewerkstelligen. Zij noemen ook de goede communicatie met de doelgroep en/of betrokken instellingen als belangrijke reden voor succes (76,9%), gevolgd door de competenties van de combinatiefunctionaris (61,5%). De drie bevraagde cultuurorganisaties noemen ook alle drie deze twee succesfactoren als de belangrijkste. Daarnaast schrijven twee cultuurorganisaties het succes toe aan heldere doelstellingen en/of visie met betrekking tot de inzet van de combinatiefunctionaris. Data van 2013 met betrekking tot onderwijsinstellingen ontbreken 22. Voor een overzicht van de belangrijkste succesfactoren zie Tabel De twee bevraagde onderwijsinstellingen in 2013 hebben deze vragen niet ingevuld. 34

35 Tabel 8. Succesfactoren voor de inzet van de combinatiefunctionarissen Succesfactoren Percentage combinatiefunctionarissen dat succes aan bepaalde reden toeschrijft (n=28) Percentage sportverenigingen dat succes aan bepaalde reden toeschrijft (n=13) Goede communicatie met de doelgroep en/of betrokken instellingen 67,4% 76,9% Heldere doelstellingen en/of visie met betrekking tot de inzet van de combinatiefunctionaris 32,6% 23,1% Goede aansluiting tussen het binnenschoolse en naschoolse aanbod 30,2% 7,7% Grote betrokkenheid van en draagvlak bij de betrokken organisaties. 30,2% 23,1% De competenties van de combinatiefunctionaris n.v.t. 61,5% In de evaluatiesessies en telefonische interviews met combinatiefunctionarissen en betrokken partijen werden nagenoeg dezelfde succesfactoren genoemd. Belangrijke andere succesfactoren die worden genoemd in de evaluatiesessies en telefonische interviews zijn dat er één gezicht/aanspreekpunt in de wijk/binnen de vereniging is, competenties en motivatie van combinatiefunctionarissen, betrokkenheid van de betrokken organisaties, diversiteit en kwaliteit van het aanbod en laagdrempeligheid. Er kwam met name ook naar voren dat korte lijntjes de effectiviteit verhogen. De combinatiefunctionarissen vanuit het voortgezet onderwijs geven ook aan dat het voor hen belangrijk is dat zij hun eigen beleid kunnen ontwikkelen. In Figuur 4 zijn de belangrijkste succesfactoren weergegeven. 35

36 Laagdrempeligheid Goede communicatie (met doelgroep) Betrokkenheid betrokken organisaties Korte lijntjes Succesfactoren Competentie en motivatie van combinatiefunctionaris Diversiteit en kwaliteit aanbod Eén gezicht/ aanspreekpunt Figuur 4. Succesfactoren voor de inzet van de combinatiefunctionarissen 23 Kort samengevat kan dus worden geconcludeerd dat bij voortzetting van de inzet van de combinatiefunctionarissen de nadruk moet worden gelegd op: Een goede communicatie, zowel op organisatieniveau als met de doelgroep. Korte lijntjes zijn hierbij van belang; Zorgdragen voor een divers, kwalitatief goed en laagdrempelig sport- en cultuuraanbod; Sterk gemotiveerde en competentie combinatiefunctionarissen met een passie voor wat ze doen; Zorgen dat de combinatiefunctionaris één zichtbaar en herkenbaar aanspreekpunt is. Dit is vooral van belang bij een wijkgerichte aanpak. Knelpunten Waar successen zijn gaan dingen ook minder goed. Naast het in kaart brengen van de succesfactoren is het dan ook van belang in kaart te brengen wat de belangrijkste knelpunten/verbeterpunten zijn bij de inzet van de combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht. Van alle combinatiefunctionarissen ziet 11,6% helemaal geen knel- of verbeterpunten. Vanuit het landelijk verdiepingsonderzoek combinatiefuncties lijkt voor de combinatiefunctionarissen zelf weinig/geen betrokkenheid van ouders het grootste knelpunt te zijn (30,2%). Daarnaast noemen zij dat de wederzijdse verwachtingen tussen de betrokken organisaties niet of onvoldoende op elkaar afgestemd zijn (23,3%). Andere knelpunten die worden genoemd zijn dat de lokale organisatiestructuur niet helder is (20,7%), onduidelijkheden met betrekking tot doelstellingen/visie 23 N.B. De grootte van het tekstvak en de tekst hebben verder geen betrekking op het gewichtig/belang van de succesfactor. 36

37 (16,3%) en tijdsgerelateerde problemen, zowel voor betrokken organisaties als de combinatiefunctionarissen zelf (beide 16,3%). De sportverenigingen geven aan tijd(sinvestering) als grootste knelpunt te zien, zowel voor de betrokken organisaties (30,8%) als voor de combinatiefunctionarissen (38,5%). Daarnaast noemen zij onvoldoende afstemming van de wederzijdse verwachtingen tussen betrokken organisaties en onduidelijke lokale organisatiestructuur als struikelblokken (beide 30,8%). Opvallend is dat de cultuurorganisaties (n=3) alle drie tegen een gebrek aan animo tot samenwerken noemen. Twee cultuurorganisaties noemen ook dat de lokale organisatiestructuur niet helder is. Een overzicht van knelpunten in weergegeven in Tabel 9. Tabel 9. Knelpunten voor de inzet van de combinatiefunctionarissen Knelpunten Percentage combinatiefunctionarissen dat knelpunt benoemt (n=43) Percentage sportverenigingen dat knelpunt benoemt (n=13) Weinig/geen betrokkenheid ouders Wederzijdse verwachtingen tussen betrokken organisaties zijn niet/onvoldoende op elkaar afgestemd 30,2% 7,7% 23,3% 30,8% Lokale organisatiestructuur is niet helder 20,7% 30,8% Doelstellingen en/of visie m.b.t. inzet is onduidelijk 16,3% 15,4% Grote tijdsinvestering voor betrokken organisatie 16,3% 30,8% Te weinig tijd voor uitvoering van werkzaamheden 16,3% 38,5% Ik zie geen knel- of verbeterpunten 11,6% 15,4% In de werksessies en interviews wordt opvallend genoeg een gebrek aan heldere doelstelling en/of visie met betrekking tot de inzet van combinatiefunctionarissen juist vaak genoemd als knelpunt, dit is het tegenovergestelde van de succesfactor heldere doelstellingen en/of visie met betrekking tot de inzet van de combinatiefunctionaris die door bijna één derde van de combinatiefunctionarissen wordt genoemd. Uit de evaluatiesessies en verdiepende interview met zowel de combinatiefunctionarissen sport, de cultuurcoaches als de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs lijkt een belangrijk knelpunt onduidelijkheid met betrekking tot de organisatiestructuur. Dit heeft bij de verschillende combinatiefunctionarissen wel verschillende achtergronden. Zo geven de combinatiefunctionarissen sport aan soms niet te weten met welke vraag ze naar welke betrokken 37

38 partij moeten. Bijvoorbeeld als ze vragen hebben over vakantiedagen of ziekte dan weet een deel niet of ze bij VSU/SSU, bij de betrokken sportvereniging of bij Harten voor Sport moeten zijn. De cultuurcoaches ervaren een andere vorm van onduidelijkheid met betrekking tot de organisatiestructuur. Zij geven in de werksessie bijvoorbeeld aan dat ze zich afvragen waarom er in verhouding tot de combinatiefunctionarissen sport zo weinig cultuurcoaches zijn. De cultuurcoaches ervaren ook onduidelijkheid omdat ze zelf wellicht minder goed op de hoogte zijn van de subsidieregeling en voor hoe lang er middelen zijn toegezegd. Bij de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs slaat de onduidelijkheid met betrekking tot de organisatiestructuur meer op hun eigen positie binnen de brede school. Ze geven aan in formele zin geen positie te hebben in de brede school, hierdoor is het soms onduidelijk waar ze zeggenschap over kunnen uitoefenen. Het is volgens een penvoerder van een schoolbestuur PO voor de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs soms onduidelijk bij wie ze terecht kunnen als ze vragen hebben over de inzet van mensen in het kernteam en of de penvoerder van het schoolbestuur primair onderwijs hier dan een rol in kan spelen of niet. Ook de lage ouderbetrokkenheid, te weinig tijd en onduidelijke visie/beleid (vanuit de gemeente) komen duidelijk naar voren als struikelblok. Daarnaast wordt nog een aantal andere knelpunten benoemd voor de combinatiefunctionarissen sport, namelijk: te weinig vrijheid voor tijdsindeling (o.a. door strikte 60%-40% richtlijn en dat de planning bij Harten voor Sport ligt); een overkill aan activiteiten; (combinatiefunctionarissen sport geven aan dat kinderen soms uit veel verschillende activiteiten tegelijk kunnen kiezen) gratis aanbod (er wordt gedacht dat dit een negatief effect heeft op de toeleiding naar verenigingen); verschillen in vraag en aanbod (de onderwijsinstellingen hebben wellicht wensen voor andere sporten dan de sporttakken waar de combinatiefunctionarissen sport aan verbonden zijn). Een aantal combinatiefunctionarissen sport geeft ook aan tegen de lage betrokkenheid van primair onderwijs scholen aan te lopen. Een laatste struikelblok voor combinatiefunctionarissen sport is dat de randvoorwaardelijke zaken niet altijd goed geregeld zijn. Zo geven verschillende combinatiefunctionarissen aan dat ze geen (vaste) werkplek hebben of zelf voor materiaal moeten zorgen. De belangrijkste struikelblokken zijn schematisch uiteengezet in Figuur 5. 38

39 Gratis aanbod Lage ouderbetrokkenheid Onduidelijke organisatiestructuur Overkill aan activiteiten Knelpunten Onduidelijke visie/beleid Tijd(sindeling) Verschillen vraag-aanbod Figuur 5. Succesfactoren voor de inzet van de combinatiefunctionarissen 24 Puntsgewijs zal, bij voortzetting van het de inzet van de combinatiefunctionarissen, naar de volgende punten aandacht kunnen uitgaan om de inzet (nog) succesvoller te maken: Er dient een duidelijker beleid en visie geformuleerd te worden voor de inzet van combinatiefunctionarissen. Dit zowel vanuit de gemeente als vanuit de organisaties. Ook de organisatiestructuur zal onder de loep moeten worden genomen. Uit paragraaf 4.3 bleek al dat er in sommige gevallen sprake was van een complexe situatie met betrekking tot werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen sport en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. Er zijn twijfels of het gratis aanbod een positief effect heeft op de doorstroom naar een vereniging of juist niet. Aan de ene kant zorgt het voor laagdrempelige kennismaking, aan de andere kant zorgt het er, in combinatie met de overkill aan activiteiten, voor dat kinderen onbeperkt gratis kunnen sporten, waardoor de doorstoom naar de sportverenigingen wellicht in het geding komt Een belangrijk speerpunt in de toekomst zal het vergroten van de ouderbetrokkenheid kunnen zijn. Hierbij moet sterk rekening worden gehouden met cultuurverschillen. De tijdsindeling wordt ervaren als knelpunt. De 60%-40% richtlijn voor de combinatiefunctionarissen sport is hier een voorbeeld van. Ook zou de planning die nu bij Harten voor Sport ligt effectiever kunnen. 24 N.B. De grootte van het tekstvak en de tekst hebben verder geen betrekking op het gewichtig/belang van het knelpunt 39

40 5.5 Kansen en bedreigingen In deze laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de kansen en bedreiging rondom de inzet van combinatiefuncties in de gemeente Utrecht. Per thema worden kansen en bedreigingen verder uitgewerkt en toegelicht. Kansen Uit de evaluatiesessies en verdiepende gesprekken zijn enkele belangrijke kansen naar voren gekomen die hierna worden toegelicht Samenwerking combinatiefunctionarissen vergroten Eén van de meest genoemde kansen is het vergroten/bevorderen van de samenwerking tussen combinatiefunctionarissen. Vooral de combinatiefunctionarissen sport kunnen elkaar nog niet altijd voldoende bereiken. Een verbetering van de onderlinge samenwerking kan bijdragen aan de kwaliteit en afstemming van het aanbod. Wijkgerichter te werk gaan Een andere kans die veel wordt genoemd, is wijkgerichter te werk gaan. Harten voor Sport geeft bijvoorbeeld in het rapport Advies Combinatiefunctionaris Sport aan te willen gaan werken in Buurt Sportteams. In een Buurt Sportteam werken combinatiefunctionarissen onder leiding van een Beweegmakelaar Jeugd samen met de scholen in het werkgebied en leveren zij maatwerk aan sportstimulering in de buurt. Deze teams zijn deels zelfsturend. Een combinatiefunctionaris is werkzaam in één of maximaal twee Buurt Sportteams (Harten voor Sport, 2014). Harten voor Sport denkt dat het werken in Buurt Sportteams ertoe leidt dat de combinatiefunctionarissen meer dan nu bekend raken in de buurt en op scholen. Daarnaast kunnen ze als team hun aanbod afstellen op de vraag. Nu zou de aanpak van de combinatiefunctionarissen nog teveel aanbodgericht zijn in plaats van vraaggericht. Sportverenigingen zijn over het algemeen ook voor een wijkgerichte aanpak, maar zouden liever zien dat de vereniging de kern is van de inzet van de combinatiefunctionaris. Zij willen graag zien dat de combinatiefunctionaris langdurig actief aan één of enkele verenigingen gekoppeld is. Dit om het sneeuwbaleffect dat ervaren wordt binnen de sportverenigingen verder vorm te geven. Dat wil zeggen, door de inzet en betrokkenheid van de combinatiefunctionaris op de vereniging gaan vrijwilligers ook gemotiveerder en gerichter te werk. Het werken vanuit de door de Harten van Sport voorgestelde Buurt Sportteams wordt door een deel van de sportverenigingen als bedreigend hiervoor ervaren. Ze zijn bang dat de combinatiefunctionaris dan minder betrokken is bij de sportvereniging en minder onderdeel uit kan maken van de specifieke verenigingscultuur. Meer inzet op voortgezet onderwijs Vanuit het voortgezet onderwijs zouden de betrokkenen graag zien dat meer combinatiefunctionarissen zich op het voortgezet onderwijs gaan richten. Dit is namelijk een 25 Bron: Advies Combinatiefunctionaris Sport 2.0 (conceptieversie). Harten voor Sport, april

41 doelgroep waar veel uitval op sportdeelname is. De combinatiefunctionarissen sport die zelf lijntjes met het voortgezet onderwijs moeten leggen, geven aan dit vaak lastig is en veel tijd kost. De voortgezet onderwijsscholen geven ook aan dat ze moeite hebben de combinatiefunctionarissen te vinden/bereiken. Eén combinatiefunctionaris stelt bijvoorbeeld voor dat er een dag of week aan het begin van het schooljaar kan worden georganiseerd, waar combinatiefunctionarissen hun aanbod kunnen presenteren aan leerlingen en scholen uit het voortgezet onderwijs. Zo krijgen de combinatiefunctionarissen bekendheid en worden de lijntjes met de scholen korter. Het signaal dat er meer inzet op voortgezet onderwijs gepleegd zou kunnen worden is door de gemeente Utrecht al eerder opgevangen en inmiddels opgepakt. Vanuit de gemeente Utrecht is aangegeven dat er in ,5 fte extra wordt ingezet op VO en dat hier in 2015 nog 0,5 fte extra bij komt. Vormgeving functies functionarissen Een vierde kans doet zich voor in de vormgeving van de functie van de combinatiefunctionarissen sport en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op duidelijkere afbakening/inkadering van de taken. Op dit moment worden de combinatiefunctionarissen en coördinatoren op uiteenlopende wijzen ingezet en rijst soms de vraag of bepaalde taken wel of niet in het takenpakket thuishoren. Hier zouden duidelijkere kaders voor gesteld kunnen worden. Daarnaast is er vraag naar een duidelijk competentieprofiel. Belangrijke competenties voor functionarissen en coördinatoren zijn beschreven in paragraaf 5.3. Bepaalde scholing hierbij lijkt in het kader van professionalisering ook gewenst, bijvoorbeeld met betrekking tot vreedzame aanpak en pedagogisch-didactische vaardigheden. Ook komt uit de evaluatiesessies en verdiepende gesprekken naar voren dat zowel combinatiefunctionarissen sport als betrokken partijen het soms belemmerd ervaren als aanstellingen minder dan 0,4 fte zijn. De grondslag hiervoor ligt vooral bij de 40%-60% richtlijn. Hierdoor zouden combinatiefunctionarissen sport met een kleine aanstelling (te) weinig tijd bij de vereniging door brengen, wat effect heeft op de betrokkenheid en bekendheid van de combinatiefunctionaris sport bij de vereniging. Bedreigingen Er worden kansen gezien maar ook bedreigingen ervaren rondom de inzet van de combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht. De bedreigingen die men ervaart worden hieronder verder toegelicht. Stopzetting subsidie De meest genoemde bedreiging die wordt ervaren is dat de subsidie (vanuit het Rijk en/ of de cofinanciering vanuit de gemeente) wordt stopgezet. Combinatiefunctionarissen en betrokken organisaties zijn het erover eens dat de subsidie van groot belang is om het project overeind te houden. Zowel de functies van de combinatiefunctionarissen sport en cultuur als van de coördinatoren brede school en talentcoördinatoren primair onderwijs zijn nog niet voldoende geborgd voor continuïteit als de subsidie weg zou vallen (zie onder andere paragraaf 5.1). Hoewel er vanuit de gemeente geen signalen worden gegeven dat de subsidie stopt brengt dit toch enige onzekerheid met zich mee. 41

42 Overkill en gratis activiteiten Een tweede vaak genoemde bedreiging is de al eerder genoemde overkill aan activiteiten. Het gaat hier vooral om naschools aanbod. Er wordt beschreven dat er aanbod vanuit verschillende betrokken partijen is en dat dit niet altijd goed wordt afgestemd. De rol van Harten voor Sport hierin is belangrijk, daar zij verantwoordelijk zijn voor de planning voor het naschools aanbod. Daarnaast worden veel activiteiten gratis aangeboden. Dit wordt door veel combinatiefunctionarissen sport en betrokken partijen als nadelig en een bedreiging voor de toeleiding naar verenigingen en culturele organisaties gezien. Kinderen hoeven geen lid meer te worden, omdat ze elke dag gratis kunnen sporten, stelt een combinatiefunctionaris sport. Verschillende combinatiefunctionarissen en betrokken partijen geven aan dat ze graag zouden zien dat er een kleine (bijna symbolische) bijdrage zou moeten worden geleverd voor het naschoolse sportaanbod. Aan de andere kant zeggen de sportverenigingen dat het gratis aanbod de kinderen wel gelegenheid geeft om kennis te maken met verschillende sporten. Dit is ook in overeenstemming met de belangrijkste doelstelling van de gemeente Utrecht ( Alle jeugd moet maximaal de kans krijgen hun talenten te ontwikkelen ). Bij het naschools cultuuraanbod wordt al wel een kleine bijdrage gevraagd, combinatiefunctionarissen cultuur zijn hier zeer tevreden over. Zij geven aan dat ze minder tevreden zijn over het gratis aanbod vanuit sport omdat dit voor hun concurrentie is. Functionarissen op eilandjes Een derde bedreiging is dat de meeste combinatiefunctionarissen sport maar ook de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs zich eilandjes voelen. Dit wordt als bedreigend ervaren voor de betrokkenheid en (intrinsieke) motivatie. Het zich ergens onderdeel van voelen zou dit kunnen bevorderen. Nu hebben de combinatiefunctionarissen te maken met verschillende partijen, waar zij rekening mee moeten houden en verantwoording aan moeten afleggen (zie paragraaf 4.3). Borging aanwas bij sportverenigingen Een laatste bedreiging is dat een aantal sportverenigingen niet in staat, of betrokken genoeg, lijkt nieuwe aanwas te kunnen borgen. Dit komt naar voren uit gesprekken met zowel de combinatiefunctionarissen sport zelf, als het gesprek met VSU/SSU. Dit kan ermee te maken hebben dat het aanbod en de cultuur van deze sportverenigingen nog niet ingericht is op de aanwas van een relatief nieuwe doelgroep of dat er niet genoeg (sport)technische ondersteuning is. De inspanningen van de combinatiefunctionarissen sport lijken hiermee mogelijk in het water te vallen en het is daarom belangrijk te kijken om welke verenigingen het gaat en hoe dit probleem aangepakt kan worden. 42

43 Kans of bedreiging? Tot slot zijn er nog twee thema s die een kans of een bedreiging kunnen vormen. Hierna worden deze twee thema s verder uitgediept. Combinatiefunctionarissen sport verbonden aan een (enkele) sportvereniging? Sportverenigingen en sommige combinatiefunctionarissen vinden het belangrijk dat de functionarissen aan één of enkele verenigingen verbonden zijn, omdat dit de betrokkenheid vergroot. Zo zit je meer in het DNA van de vereniging, wordt beschreven. Ook de gemeente geeft aan bewust te hebben gekozen voor het wegzetten van het werkgeverschap bij de sportverenigingen waardoor grotere betrokkenheid verwacht werd. Aan de andere kant vinden bijvoorbeeld de onderwijsinstellingen (zowel primair, als voorgezet onderwijs) dat de combinatiefunctionarissen niet aan één sportvereniging gekoppeld zouden moeten zijn. De argumenten hiervoor zijn dat het aanbod op scholen hierdoor te aanbodgericht is in plaats van vraaggericht en dat er maar één (of een beperkt aantal) aanbieders kan worden bediend. Centraal werkgeverschap? Een ander discussiepunt is het werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen sport, cultuur en voortgezet onderwijs. Zoals eerder beschreven, zijn deze combinatiefunctionarissen op dit moment formeel in dienst bij SSU, schoolbesturen, culturele instellingen, regionale sportservices of sportverenigingen. In de evaluatiesessies en gesprekken is zowel de combinatiefunctionarissen als de betrokken partijen gevraagd hoe zij denken over een centraal geregisseerd werkgeverschap. Een aantal voordelen hiervan zouden zijn: Gelijke arbeidsvoorwaarden; Betere afstemming mogelijk tussen vraag en aanbod; Beter supervisie/intervisie mogelijk, bijvoorbeeld tussen combinatiefunctionarissen onderling; Verenigingen kunnen geen misbruik maken van de combinatiefunctionaris; Betere inbedding is schoolbeleid/-curriculum (minder partijen, één lijn). De tevredenheid van de combinatiefunctionarissen sport, cultuur en voortgezet onderwijs zelf over het werkgeverschap is, zoals eerder beschreven, wisselend. In de gesprekken geven sommige aan wel wat te voelen voor een centraal werkgeverschap, terwijl anderen het prettig vinden zoals het nu geregeld is. VSU/SSU heeft geen problemen met het versnipperde werkgeverschap, terwijl Harten voor Sport graag zou zien dat het werkgeverschap bij één werkgever komt te liggen. Zij geven aan dat zij dit graag op zich willen nemen. De onderwijsinstellingen - zowel primair, als voortgezet onderwijs - geven aan hier over het algemeen geen zicht op te hebben en zijn neutraal in deze discussie. De meeste sportverenigingen die hiertoe in staat zijn, nemen graag zelf het werkgeverschap op zich. Zij zijn vooral bang dat als het werkgeverschap bij een andere organisatie komt te liggen, combinatiefunctionarissen minder betrokken zullen zijn bij de vereniging. Bovendien benadrukken ze dat dit belangrijk is met betrekking tot de continuïteit. De vraag is ook in hoeverre het haalbaar is het werkgeverschap centraal te regelen. Hier lijken enkele praktische bezwaren aan te kleven. De centralisatie van het werkgeverschap zou bijvoorbeeld een 43

44 grote tijdsinvestering en kostenpost zijn. Het zou verder onderzocht moeten worden in hoeverre deze investeringen zullen worden omgezet in resultaat. Een andere mogelijkheid die is aangedragen is dat iedereen vrij is het werkgeverschap op zich te nemen, maar dat er wel duidelijke, centrale afspraken gemaakt worden over inhoudelijke en organisatorische zaken rondom het werkgeverschap. Harten van Sport zou hierin een leidende rol kunnen spelen, tenminste met betrekking tot de combinatiefunctionarissen sport. Deze optie zal echter ook nog verder onderzocht moeten worden. 44

45 6 Resultaten In dit hoofdstuk worden de (ervaren) resultaten (volgens het model voor beleidsevaluatie prestaties genoemd, zie Figuur 1) van de inzet van de combinatiefunctionarissen in Utrecht weergegeven. Allereerst wordt in beeld gebracht wat de resultaten zijn met betrekking tot deelname aan het activiteitenaanbod van de combinatiefunctionarissen. Vervolgens wordt gekeken naar ledenaantallen bij sportverenigingen. Tenslotte worden de ervaren resultaten op verschillende doelstellingen weergegeven. 6.1 Deelname Vanuit de evaluatiesessies en gesprekken komt duidelijk naar voren dat de deelname aan het aanbod van de combinatiefunctionarissen erg groot is. Er wordt dan ook door de combinatiefunctionarissen zelf, de betrokken organisaties en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs een duidelijke toename in participatie waargenomen, zowel op het gebied van sport als cultuur, sinds de komst van de combinatiefunctionarissen. Eén van de coördinatoren zegt bijvoorbeeld sinds 2009 cijfers met betrekking tot deelname bij te houden en te hebben geconstateerd dat maximaal 5% van de kinderen van de school niet heeft meegedaan aan de activiteiten van de combinatiefunctionaris. In de evaluatiesessie van de combinatiefunctionarissen sport geven meerdere combinatiefunctionarissen aan dat de vraag soms zelfs groter is dan het aanbod. Ook zeggen ze er voldoening uit te halen als er veel deelname is aan hun activiteiten. 79,1% van de combinatiefunctionarissen en 92,3% van sportverenigingen is (zeer) tevreden over het bereik van de beoogde doelgroep. Alle culturele organisaties geven aan tevreden te zijn over dit thema. De twee onderwijsinstellingen die in 2013 de vragenlijst in hebben gevuld, hebben deze vraag niet beantwoord. 6.2 Toeleiding Voor sportverenigingen is gekeken in hoeverre het waargenomen ledenaantal door de komst van de combinatiefunctionarissen sport is gestegen. Hierbij is alleen gekeken naar 2013 en is een onderverdeling gemaakt tussen specifieke doelgroepen. De resultaten voor de 28 combinatiefunctionarissen die in hun werk te maken hebben met sportverenigingen zijn in Tabel 10 gepresenteerd. Opvallend is vooral de hoge percentages waargenomen toename van jeugd (85,7%) en allochtonen (71,4%). Ook de sportverenigingen zelf hebben vooral een toename van het aantal jeugd- (84,6%) en allochtone (69,2%) leden waargenomen. Met het oog op de doelstelling dat alle Utrechtse jeugd de kans moet krijgen al zijn talenten te ontwikkelen, is dit een mooi resultaat. Omdat de focus op de krachtwijken ligt, waar het percentage allochtonen relatief hoog ligt, is het ook een mooi resultaat dat een hoog percentage combinatiefunctionarissen sport en de sportverenigingen een toename heeft waargenomen. 45

46 Tabel 10. Percentage combinatiefunctionarissen sport en sportverenigingen dat toename van het aantal leden van sportvereniging heeft waargenomen Doelgroep Percentage combinatiefunctionarissen dat toename heeft waargenomen (n=28) Percentage sportverenigingen dat toename heeft waargenomen (n=13) Jeugd Allochtonen Inactieven 85,7% 84,6% 71,4% 69,2% 42,9% 30,8% Lage SES 26 42,9% 46,2% Gehandicapten of mensen met een chronische aandoening 7,1% 15,4% Ouderen 3,6% 23,1% De waargenomen ledenstijging bij verschillende doelgroepen komt overeen met wat er uit de evaluatiesessies en verdiepende gesprekken naar voren komt. Een groot deel van zowel de combinatiefunctionarissen sport als cultuur geeft aan door hun activiteiten een toename van het aantal leden bij de vereniging te zien. Voor cultuur gaat het om veel kleinere aantallen dan sport, maar de cultuurcoaches geven aan dit te ervaren als een relatief grote stijging. De combinatiefunctionarissen geven aan dat het naschoolse aanbod effectiever is met betrekking tot toeleiding naar de vereniging dan het binnenschoolse aanbod. Dit heeft ermee te maken dat alle kinderen meedoen aan het binnenschools aanbod. Kinderen vinden de activiteiten dan niet altijd even leuk. Voor het naschools aanbod moeten ze zich zelf aanmelden. Ze kiezen dus bewust een bepaalde activiteit die ze leuk (denken te) vinden. Ook de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs geven aan een toename waar te nemen met betrekking tot toeleiding naar zowel sport- als cultuurverenigingen. 6.3 Doelstellingen In het landelijk verdiepingsonderzoek 2013 is de combinatiefunctionarissen gevraagd of ze al resultaat zien in het behalen van verschillende landelijke doelstellingen. Over het algemeen zien ze een beetje tot duidelijk resultaat op de verschillende doelstellingen (zie Tabel 11). Hetzelfde geldt voor de sportverenigingen. De sportverenigingen lijken, hoewel niet significant, al meer resultaat waar te nemen. 26 SES staat voor Sociaal Economische Status 46

47 Tabel 11. Door combinatiefunctionarissen ervaren resultaat m.b.t. verschillende doelstellingen. De score is het gemiddelde van de keuzeopties 1 = geen resultaat, 2 = een beetje resultaat, 3 = duidelijk resultaat. Landelijke doelstelling Ervaren resultaat combinatiefunctionarissen (n= ) Ervaren resultaat sportverenigingen (n=10) Uitbreiding van het aantal brede scholen met sporten cultuuraanbod in zowel het primair als voortgezet onderwijs, om te beginnen in de 40 krachtwijken 2,50 2,8 Versterking van ca. 10% van de sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk 2,73 2,77 Stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen 2,68 2,82 Bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met een of meer kunst- en cultuurvormen en onder jongeren actieve kunstbeoefening stimuleren 2,73 n.v.t. Ook ten aanzien van de lokale doelstellingen hebben de combinatiefunctionarissen aangegeven of ze al resultaat zien. De doelen (zie paragraaf 4.2) zijn niet afzonderlijk bevraagd, maar er is gevraagd hoeveel resultaat ze over het algemeen op deze lokale doelen zien. In 2013 geven zeventien combinatiefunctionarissen aan een beetje resultaat te zien, acht een duidelijk resultaat en slechts één geeft aan niet te weten of er al resultaat is. Van de vijf sportverenigingen die hebben aangegeven dat ze ook lokale doelstellingen nastreven, geven drie aan al duidelijk resultaat hierop te zien en twee een beetje resultaat te zien. Op basis van de informatie uit het landelijk verdiepingsonderzoek en het aanvullende en verdiepende kwalitatieve onderzoek is onderstaande tabel tot stand gekomen. Deze geeft een opsomming van de ervaren resultaten, relevantie en inzet op de verschillende doelstellingen door de combinatiefunctionarissen en betrokken organisaties. De doestellingen die op alle drie de thema s positief scoren zijn grijs gearceerd. Op deze doestellingen wordt een combinatie van relevantie, ervaren inzet en resultaat gezien, zie Tabel Respondenten hoefden alleen aan te geven of ze resultaat op een bepaalde doelstelling zagen als ze die doelstelling bij de vorige vraag hadden aangekruist als zijnde een doelstelling die ze na streven. 47

48 Tabel 12: doelstellingen, ervaren resultaten, relevantie en inzet Doelstelling 1 Versterken van (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod (zowel primair als voortgezet onderwijs, te beginnen bij de aandachtswijken) 2 Versterken van sport- en culturele instellingen 3 Het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen stimuleren 4 Bevorderen dat jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meerdere kunstvormen 5 Bijdragen aan de talentontwikkeling van kinderen en jongeren 6 Versterken van de inzet van sport- en cultuurinstellingen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van de sociale samenhang 7 Stimuleren van jeugd om lid te worden van een sport- of cultuurinstelling Ervaren resultaat Ervaren relevantie Ervaren inzet Opmerkingen Het versterken van (brede) scholen wordt niet als primaire doelstelling gezien, maar uitbreiding van sport- en cultuuraanbod op de (brede) scholen wel. Alle combinatiefunctionarissen plegen hierop inzet, hetzij door dit te organiseren, hetzij door het uit te voeren Wordt beschouwd als belangrijke doelstelling vooral vanuit de combinatiefunctionarissen sport, die er ook de meeste inzet op plegen. Resultaat wordt vooral door de sportverenigingen ervaren Wordt door de combinatiefunctionarissen het meest genoemd als doel. Alle combinatiefunctionarissen op de cultuurcoaches na worden hier op inzet, hetzij door dit te organiseren, hetzij door het uit te voeren De belangrijkste doelstelling voor de cultuurcoaches en betrokken culturele instellingen. Echter doordat er maar een beperkt aantal fte op wordt ingezet is ook maar een beperkt resultaat te verwachten Wordt in de brede zin van het woord talentontwikkeling vooral door onderwijsinstellingen uit primair en voortgezet onderwijs nagestreefd Doelstelling die niet veel ter sprake is gekomen gedurende het onderzoek. Wordt meer als neveneffect ervaren. Wordt ook weinig directe inzet op gepleegd, dus mag ook niet veel effect op verwacht worden Hoewel resultaat op deze doelstelling duidelijk ervaren wordt, lijkt het niet de belangrijkste doelstelling te zijn van betrokken organisaties en de combinatiefunctionarissen. Vooral de cultuurcoaches geven aan dat het primaire doel de kennismaking is. 48

49 8 Bevorderen van participatie van jeugd bij het organiseren van sport- en cultuuractiviteiten op straat, in de wijk en bij sport- en cultuurinstellingen 9 Aansluiten bij de wijkambities vreedzaam, ouderbetrokkenheid en gezonde school. 10 Ontwikkelen en implementeren van een pedagogische visie voor de gehele brede school 11 Creëren van optimale ontwikkelkansen voor kinderen en het uitbreiden van hun ervaringswereld Is niet genoemd als doelstelling door de combinatiefunctionarissen of betrokken partijen in Utrecht. Wordt niet relevant bevonden en is ook geen resultaat op zichtbaar Belangrijke doelstelling voor zowel betrokken organisaties als combinatiefunctionarissen. Vooral vreedzaam en ouderbetrokkenheid worden relevante thema s bevonden waar meer op ingezet zou moeten worden. De resultaten worden zichtbaar, in sommige wijken worden door alle organisaties die betrokken zijn bij de inzet van de combinatiefunctionarissen de methode vreedzaam gebruikt Is een doelstellingen specifiek voor de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs, wordt door hen aan gewerkt i.s.m. het primair onderwijs. Het resultaat verschilt tussen de brede scholen Is een doelstellingen specifiek voor de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs, wordt door hen aan gewerkt i.s.m. het primair onderwijs. Het resultaat verschilt tussen de brede scholen. Doelstellingen behaald? De tabel geeft al inzicht op het ervaren resultaat op de verschillende doelstellingen. Op basis hiervan kunnen de volgende conclusies worden getrokken met betrekking tot het behalen van de doelstellingen van het project combinatiefunctionarissen in de gemeente Utrecht: Behaald Versterken van (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod (zowel primair als voortgezet onderwijs, te beginnen bij de aandachtswijken) Het lijkt erop dat brede scholen de afgelopen jaren door de inzet van combinatiefunctionarissen sport en cultuur en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs zijn versterkt. Het betreft hier voornamelijk scholen in aandachtswijken. 49

50 Versterken van sport- en culturele instellingen De sportverenigingen lijken meer versterkt dan de culturele instellingen. Dit kan ermee te maken hebben dat er minder inzet is gepleegd op cultuur en daar waar inzet is gepleegd, ligt de focus minder op de culturele instellingen zelf dan bij de sportverenigingen. Het gaat vaak meer om het naschools cultuuraanbod op scholen, terwijl de combinatiefunctionaris sport 40% van de tijd op de sportvereniging wordt ingezet Het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen stimuleren Er is een duidelijke toename van het sport- en beweegaanbod op en rond scholen waar combinatiefunctionarissen worden ingezet. Voor alle leerlingen is echter in deze discutabel, daar er voornamelijk wordt ingezet op scholen in aandachtswijken. Bijdragen aan de talentontwikkeling van kinderen en jongeren Doordat er binnenschools en naschools sport- en cultuuraanbod plaatsvindt op scholen met een combinatiefunctionaris, krijgen kinderen en jongeren de kans hun talenten op het gebied van sport en cultuur te ontdekken. Stimuleren van jeugd om lid te worden van een sport- of cultuurinstelling Door de bevraagden van het evaluatieonderzoek wordt een duidelijk resultaat ervaren met betrekking tot toeleiding naar de vereniging, zowel op sport- als cultuurgebied. Er moet echter wel worden opgemerkt dat niet bevestigd kan worden door cijfermateriaal over ledenaantallen. Deels behaald Bevorderen dat jeugd vertrouwd raakt met één of meerdere kunstvormen Door de inzet van cultuurcoaches is het cultuuraanbod op scholen waar een cultuurcoach wordt ingezet breder en is het structureler van aard. Het resultaat zal stedelijk gezien echter beperkter zijn door het kleine aantal fte s dat wordt ingezet op cultuur. Aansluiten bij de wijkambities vreedzaam, ouderbetrokkenheid en gezonde school Op de vreedzame aanpak wordt al relatief sterk ingezet. Dit zou nog structureler kunnen, bijvoorbeeld door verplichte scholing. Op vergroten van de ouderbetrokkenheid wordt deels ingezet. Dit is echter nog een struikelblok, dus hier zou meer op kunnen worden ingezet. De gezonde school is een thema dat in het evaluatieonderzoek niet duidelijk naar voren is gekomen. Het blijft onduidelijk of hier actief op wordt ingezet. Ontwikkelen en implementeren van een pedagogische visie voor de gehele brede school Hier wordt door de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs in samenwerking met het primair onderwijs aan gewerkt. Resultaat is nog niet altijd duidelijk zichtbaar. Dit verschilt ook per brede school. Creëren van optimale ontwikkelkansen voor kinderen en het uitbreiden van hun ervaringswereld 50

51 Niet behaald Hier wordt duidelijk op ingezet, maar door formulering van de doelstelling is het lastig te constateren of er werkelijk resultaat geboekt wordt. Dit heeft vooral te maken met de definitie van optimale ontwikkelkansen. Er kan worden afgevraagd wat precies optimale ontwikkelkansen zijn. Versterken van de inzet van sport- en cultuurinstellingen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van de sociale samenhang Uit het huidige onderzoek blijkt dat er op deze doelstelling niet direct wordt ingezet. Eventuele effecten zijn ook niet geconstateerd. Bevorderen van participatie van jeugd bij het organiseren van sport- en cultuuractiviteiten op straat, in de wijk en bij sport- en cultuurinstellingen Ook een doelstelling waar niet direct op wordt ingezet. Het lijkt erop dat jeugd niet direct betrokken wordt bij het organiseren of uitvoeren van sport- en cultuuractiviteiten op straat, in de wijk of bij cultuur- of sportverenigingen. 51

52 7 Effecten In dit hoofdstuk worden de (ervaren) effecten van de inzet van de combinatiefunctionarissen in Utrecht weergegeven. Puntsgewijs zullen de effecten inzichtelijk gemaakt worden. Verder wordt ingegaan op de meerwaarde van de combinatiefunctionaris. 7.1 Effecten Er zijn geen metingen bekend van scores van Utrechtse kinderen op bijvoorbeeld cognitie, sociaalemotionele ontwikkeling, fysieke ontwikkeling, gezonde leefstijl, sportdeelname, cultuur kennismaking en culturele ontplooiing voordat de combinatiefunctionarissen zijn ingezet. Hierdoor kan dit ook niet gekoppeld worden aan een nameting. Wanneer dit wel gedaan zou zijn kunnen feitelijke uitspraken gedaan worden over de effecten van de inzet van de combinatiefunctionarissen. Nu kan slechts de ervaring van de betrokken ten aanzien van de effecten van hun inzet worden weergegeven. Ondanks dat het hier niet om feitelijke effecten gaat geven de ervaringen van de betrokkenen ook een aardig beeld van de effecten van de inzet van de combinatiefuncties in de gemeente Utrecht. Verschillende betrokkenen zien effecten van de inzet van de combinatiefunctionarissen. Zo wordt aangeven dat: kinderen een bredere ontwikkeling krijgen op het gebied van sport en cultuur; doordat ze laagdrempelig kennis maken met veel verschillende vormen van aanbod krijgen ze een bredere ontwikkeling. de sportdeelname onder kinderen is verhoogd; de combinatiefunctionarissen sport en sportverenigingen geven aan ledenstijging te zien onder de doelgroep kinderen. Ook kan de grote hoeveelheid kinderen die deelnemen aan het naschool programma duiden op een hogere sportdeelname, echter zullen hiervan ook al veel kinderen deelnemen die al sporten. kinderen kennis maken met cultuur en zich hierdoor cultureel meer kunnen ontplooien; er zijn veel kinderen die door de inzet van de combinatiefunctionarissen cultuur voor het eerst in aanraking komen met bepaalde culturele activiteiten. Een deel van die kinderen sluit vervolgens aan bij een organisatie of club waar ze zich vervolgens kunnen ontplooien. de fysieke ontwikkeling bij kinderen toeneemt; doordat kinderen gevarieerd beweegaanbod krijgen door professionals of kader dat sportspecifiek getraind is, krijgen ze een bredere fysieke basisontwikkeling. De combinatiefunctionarissen zelf (zowel sport als cultuur) merken duidelijke effecten bij de kinderen en de betrokken organisaties in de wijk. Effecten zijn niet voor iedereen te zien. Er wordt door een deel van de betrokkenen aangegeven (voornamelijk onderwijsinstellingen, zowel vanuit het primair als voortgezet onderwijs, en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs) dat ze geen/of weinig zicht hebben op de effecten van de inzet van de combinatiefunctionarissen. 52

53 De ambitie van gemeente Utrecht is dat kinderen maximaal de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Op de vraag of de combinatiefunctionarissen er aan bijdragen dat alle (Utrechtse) jeugd maximaal de kans krijgen om al hun talenten te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving, wordt over het algemeen positief gereageerd. Er wordt aangegeven dat met de inzet van de combinatiefunctionarissen kinderen duidelijk meer kennis maken met verschillende soorten aanbod, waardoor ze beter kunnen ontdekken waar hun talenten liggen. Daarnaast is de methode tot kennismaking erg laagdrempelig waardoor ieder kind de kans krijgt tot kennismaking. De belevingswereld van de kinderen wordt ook duidelijk groter. 7.2 Algemene meerwaarde van de combinatiefunctionaris in Utrecht Uit de data van de sportverenigingen blijkt dat de combinatiefunctionarissen in 2013 bij alle sportverenigingen als meerwaarde worden gezien. Zeven (53,8%) antwoordden dat de combinatiefunctionaris een grote meerwaarde voor het functioneren van de vereniging heeft. De overige zes (46,2%) zeggen dat de meerwaarde van de combinatiefunctionaris duidelijk merkbaar is. Van de drie cultuurorganisaties zegt één dat de combinatiefunctionarissen grote meerwaarde heeft en twee zeggen dat de meerwaarde duidelijk merkbaar is(zie Figuur 6). 28 Uit de gesprekken met verschillende betrokken partijen wordt dit beeld bevestigd. Vooral de sportverenigingen zijn zeer blij met de komst van combinatiefunctionaris, bijvoorbeeld in het kader van professionalisering, toeleiding en talentontwikkeling. 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% Sportverenigingen (n=13) Cultuurinstellingen (n=3) Onderwijsinstellingen (data 2011; n=9) 00% Grote meerwaarde Meerwaarde is duidelijk merkbaar De meerwaarde is gering Geen meerwaarde Figuur 6. Ervaren meerwaarde van combinatiefunctionarissen voor organisaties 28 Van de onderwijsinstellingen ontbreken data van 2013 over dit thema. 53

54 8 Conclusies Kennispraktijk heeft in het voorjaar van 2014 kwalitatief onderzoek verricht naar de inzet van de combinatiefunctionarissen in de periode in de gemeente Utrecht. In de voorgaande hoofdstukken van dit rapport is een beeld geschetst van de inzet, proces, resultaten en effecten van de combinatiefunctionarissen in Utrecht. Over die inzet is in dit hoofdstuk een aantal conclusies uitgewerkt. 1. Verschillende beoogde doelstellingen lijken behaald te worden met de inzet van de combinatiefunctionarissen, andere deels of niet. Er zijn elf lokale doelstellingen geformuleerd waar de combinatiefunctionarissen op ingezet worden. Van deze elf doelstellingen is in Tabel 13 weergegeven of ze wel, deels of niet zijn behaald. Tabel 13: Overzicht van behaalde, deels behaalde en niet behaalde doelstellingen Doelstellingen Behaald Deels behaald Niet behaald Versterken van (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod (zowel primair als voortgezet onderwijs, te beginnen bij de aandachtswijken) Versterken van sport- en culturele instellingen X X Het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen stimuleren Bevorderen dat jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meerdere kunstvormen Bijdragen aan de talentontwikkeling van kinderen en jongeren X X X Versterken van de inzet van sport- en cultuurinstellingen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van de sociale samenhang Stimuleren van jeugd om lid te worden van een sport- of cultuurinstelling X X Bevorderen van participatie van jeugd bij het organiseren van sport- en cultuuractiviteiten op straat, in de wijk en bij sport- en Aansluiten bij de wijkambities vreedzaam, ouderbetrokkenheid en gezonde school. Ontwikkelen en implementeren van een pedagogische visie voor de gehele brede school Creëren van optimale ontwikkelkansen voor kinderen en het uitbreiden van hun ervaringswereld. X X X X Deze doelstellingen geven gezamenlijk een goed beeld van het resultaat van de inzet van de combinatiefunctionarissen in Utrecht. Hiermee wordt zichtbaar dat de inzet heeft geleid tot het versterken van de betrokken instellingen (onderwijs, sport en cultuur) en het stimuleren van dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle kinderen. Daarnaast heeft de inzet geleid tot meer toeleiding van leden naar verenigingen. Op het gebied van het betrekken van jeugd 54

55 bij het organiseren van sport- en cultuuractiviteiten en het versterken van sport- en cultuurinstellingen op het gebied van ontmoeting, participatie en verbetering van sociale samenhang is nog niet het gewenste resultaat behaald. 2. De aansluiting van de inzet van de combinatiefunctionarissen bij de schoolplannen en bij andere organisaties gaat deels goed, maar vraag soms nog aandacht. De inzet van de combinatiefunctionarissen cultuur lijkt goed aan te sluiten bij de schoolplannen van de verschillende betrokken primair onderwijs instellingen. De inzet van de combinatiefunctionarissen cultuur maakt sterk onderdeel uit maakt van de schoolprogrammering. Dit betekent niet dat de combinatiefunctionarissen cultuur zonder subsidie verder kunnen werken. Juist door de subsidie is er de ruimte en tijd om cultuur een plek binnen de schoolprogrammering te geven. Ook de aansluiting van de inzet van de combinatiefunctionarissen in het voortgezet onderwijs lijkt goed vormgegeven. De betrokken combinatiefunctionarissen hebben vaak al een positie binnen de onderwijsinstelling omdat ze vaak een gecombineerde aanstellingen hebben. Zowel de positie van de uitvoerende combinatiefunctionarissen sport als van de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs lijken nog minder aan te sluiten bij schoolplannen in het primair onderwijs. De partijen ervaren van beide kanten niet altijd de betrokkenheid die nodig is om dit te bewerkstelligen. De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs hebben wel een duidelijke aansluiting bij de brede school programmering maar in de schoolprogrammering van de van de afzonderlijk primair onderwijsscholen is de rol van de coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs vaak niet beschreven 3. De combinatiefunctionarissen en betrokken organisaties zijn over het algemeen tevreden over de samenwerking. De samenwerking tussen (een deel van) de combinatiefunctionarissen onderling kan beter. De samenwerking tussen de combinatiefunctionarissen en de betrokken partijen gaat over het algemeen goed. Zo lijkt de samenwerking tussen de cultuurcoaches en het onderwijs en de cultuurcoaches en de culturele instellingen goed te gaan. Ook zijn zowel de combinatiefunctionarissen sport als de betrokken sportvereniging tevreden over de onderlinge samenwerking. De samenwerking tussen de combinatiefunctionarissen sport en de SSU/Harten voor Sport lijkt over het algemeen ook goed te gaan. De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs hechten veel waarde aan de onderlinge overleggen en zijn tevreden over de onderlinge samenwerking. Op sommige gebieden kan de samenwerking worden verbeterd. Er lijkt maar beperkt sprake van samenwerking tussen de betrokken organisaties onderling. De combinatiefunctionarissen sport is bijvoorbeeld over het algemeen zelf de schakel tussen de sportvereniging en de onderwijsinstelling, deze beide soorten organisaties hebben onderling niet veel contact. 55

56 De samenwerking tussen een deel van de combinatiefunctionarissen onderling kan nog verbeterd worden. Vooral de combinatiefunctionarissen sport weten elkaar minder goed te vinden. Ook kan nog verbetering plaatsvinden op de samenwerking tussen de combinatiefunctionarissen sport en het primair onderwijs. Hiermee worden zowel de contactpersonen vanuit het primair onderwijs als de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs bedoeld. De samenwerking tussen de primair onderwijsinstellingen en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs verschilt sterk. Er zijn coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs die aangeven tevreden te zijn over de samenwerking met het primair onderwijs, sportverenigingen en andere maatschappelijke organisaties. Andere coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs geven aan dat er meer afstemming moet plaatsvinden met het primair onderwijs en de sportverenigingen. 4. De organisatiestructuur rondom de combinatiefunctionarissen in Utrecht wordt als complex ervaren. Dit schept soms verwarring over taken en inzet. De organisatiestructuur zoals hij nu is vormgegeven wordt als verwarrend ervaren door een groot deel van de combinatiefunctionarissen sport en cultuur en de betrokken partijen. Voornamelijk rondom de inzet van de combinatiefunctionarissen sport is er verwarring over de aansturing. De verwarring over de aansturing komt voort uit de verschillende rollen die verschillende betrokken partijen hierbij spelen. Harten voor Sport zorg voor de planning een aansturing binnen het onderwijs. De sportverenigingen zorgen voor de planning en aansturen bij de sportverenigingen. SSU zorgt bij een deel voor personele aspecten en ondersteuning. Dit zelfde geldt ook deels voor de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. Hier is ook enige verwarring over aansturing. De coördinatoren maken onderdeel uit van het kernteam maar het kernteam is eveneens verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing van de coördinatoren. Daarbij hebben een aantal coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs binnen het kernteam de rol om andere kernteamleden ook taken te geven en indirect aan te sturen. 5. Belangrijke factoren voor behaalde successen zijn onder andere communicatie en competenties van de combinatiefunctionarissen. Goede communicatie op verschillende niveaus en met korte lijnen blijkt essentieel voor het goed uitvoeren van de taken van een combinatiefunctionaris. Verder zijn de competenties van de combinatiefuncties belangrijk bij het uitvoeren van werkzaamheden van een combinatiefunctionaris. Een competente combinatiefunctionaris kan ik korte tijd meer bereiken met een betere kwaliteit. 56

57 6. Ouderbetrokkenheid wordt ervaren als een knelpunt in het behalen van optimale resultaten De lage ouderbetrokkenheid wordt voornamelijk door de combinatiefunctionarissen sport en sportverenigingen als knelpunt ervaren in de doorstroom en borging van nieuwe (jeugd)leden bij sportverenigingen. 7. Er worden door de combinatiefunctionarissen en betrokken partijen verschillende kansen gezien om de combinatiefunctionarissen effectiever in te zetten Als eerste wordt het verbeteren van de samenwerking tussen de combinatiefunctionarissen onderling als kansrijk voor versterking van de inzet genoemd. Ook het inrichten van een wijkgerichte aanpak waarbij combinatiefunctionarissen in wijkteams gaan werken, wordt als kans aangedragen. Vanuit het voortgezet onderwijs wordt het vergroten en herinrichten van de combinatiefunctionarissen in het voortgezet onderwijs genoemd. Tot slot wordt het duidelijker beschrijven van de taken en doelen van de functie van de combinatiefunctionarissen sport en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs aangedragen als een kansen tot versterking van de inzet van de combinatiefunctionarissen. 8. Er wordt met betrekking tot deelname en toeleiding (duidelijk) resultaat waargenomen door de combinatiefunctionarissen zelf en betrokken organisaties. De deelname aan het aanbod van de combinatiefunctionarissen sport en cultuur is erg groot. De vraag is soms zelfs groter dan het aanbod. Sinds de komst van de combinatiefunctionaris worden er meer kinderen bereikt met naschools sport- en cultuuraanbod. Ook met betrekking tot toeleiding wordt resultaat ervaren. Sportverenigingen en combinatiefunctionarissen sport geven aan een duidelijke stijging van ledenaantal bij sportverenigingen waar te nemen, vooral bij de doelgroepen jeugd en allochtonen. Ook cultuurorganisaties en cultuurcoaches geven aan een stijging van ledenaantallen bij enkele vereniging waar te nemen. Het naschools aanbod lijkt effectiever dan het binnenschools aanbod met betrekking tot toeleiding. 9. Verschillende betrokkenen ervaren effecten van de inzet van combinatiefunctionarissen, maar effectmetingen zijn nodig om de grootte van de effecten inzichtelijk te maken. De combinatiefunctionarissen sport en cultuur en sportverenigingen nemen effecten waar op onder andere beweeggedrag, sportparticipatie, talentontwikkeling en culturele ontplooiing. De primair en voortgezet onderwijsinstellingen en de coördinatoren brede school en talentontwikkeling geven aan hier weinig tot geen zicht op te hebben. Om inzicht te krijgen in of er werkelijk effect is behaald op verschillende variabelen, zullen effectmetingen moeten worden verricht. 57

58 9 Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden negen aanbevelingen gedaan om de inzet van de combinatiefunctionarissen in Utrecht mogelijk verder te verbeteren. 1. Minder doelstellingen voor duidelijker beleid en visie Er wordt aanbevolen om kritisch naar de in het totaal elf doelstellingen te kijken en na te gaan welke het belangrijkste zijn voor de inzet van de combinatiefunctionarissen. Uit het huidige onderzoek komen de volgende doelstellingen naar voren als breedst gedragen: Versterken van (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod (zowel primair als voortgezet onderwijs, te beginnen bij de aandachtswijken); Versterken van sport- en culturele instellingen met het oog op hun maatschappelijke functie en de sport- en cultuurorganisaties in zetten voor het onderwijs, de naschoolse opvang en in de wijk; Het dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen stimuleren; Stimuleren van jeugd om lid te worden van een sport- of cultuurinstelling; Aansluiten bij de wijkambities vreedzaam, ouderbetrokkenheid en gezonde school. Bijdragen aan de talentontwikkeling van kinderen en jongeren Vervolgens is het van belang dat de doelstellingen meetbaar worden gemaakt. Hierdoor kunnen resultaten in de toekomst inzichtelijker gemaakt worden. Een doelstelling zoals het versterken van (brede) scholen met sport- en cultuuraanbod is bijvoorbeeld lastig meetbaar. Want hoe meet je of een (brede) school versterkt is? Samengevat wordt er aanbevolen: 1. Doelstellingen opnieuw te formuleren; 2. De zes bovenstaande doelstellingen hiervoor als uitgangspunt te gebruiken; 3. Maximaal zeven doelstellingen te formuleren; 4. Talentontwikkeling centraal te zetten (vanuit het collegeprogramma Utrecht Groen, Open en Sociaal ); 5. Ervoor te zorgen dat de doelstellingen specifiek en meetbaar zijn. 2. Inzet combinatiefunctionarissen sport kan beter worden aangesloten bij de schoolprogramma s Aanbevolen wordt om voor betere aansluiting van de inzet van de combinatiefunctionarissen sport bij het schoolprogramma meer actie en betrokkenheid van het onderwijs te vragen. Harten voor Sport zou in overleg met de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs een rol kunnen spelen in het ondersteunen van de onderwijsinstellingen bij het opstellen van een plan rondom inbedding van deze inzet in het schoolprogramma. Hiervoor zou gekeken kunnen worden naar de stukken die al zijn vormgegeven in het kader van de aansluiting van de inzet en activiteiten van de combinatiefunctionarissen cultuur in het schoolprogramma. 58

59 3. Meer mandaat en duidelijker takenpakket coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs Aanbevolen wordt om de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs meer mandaat te geven. De coördinatoren zouden in het kernteam op bepaalde thema s (gekozen in de werkgroep brede school en vastgelegd in het brede school beleid) mandaat moeten kunnen krijgen. Hierdoor kunnen ze andere binnen het kernteam meer aansturen op deze thema s waardoor ze minder van good will afhankelijk zijn. Er dient een duidelijke functieomschrijving en takenpakket voor de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs opgesteld te worden. Vervolgens is het van belang om deze informatie actief te delen met de verschillende kernteams van de brede scholen. Hierdoor is bij de verschillende kernteamleden ook duidelijkheid over de inzet van de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs. Er kan dan ook voor gekozen worden om bepaalde taken uit dit pakket weg te zetten bij andere leden uit het kernteam, waardoor direct inbedding van inzet plaatsvindt. Wanneer hiervoor gekozen wordt dient de gemeente zich wel te realiseren dat ze dan indirect financiering vanuit de combinatiefunctie-regeling doorsluizen naar kernteamleden. Idealiter zouden kernteamleden kosteloos taken van de coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs moeten overnemen. Hierdoor vindt inbedding van de taken plaats en kan de coördinator andere taken oppakken die versterkend zijn aan de brede school. 4. Wijkgerichte aanpak om samenwerking tussen betrokkenen te bekrachtigen Er wordt aanbevolen meer wijkgericht te werk te gaan om samenwerkingsverbanden te versterken. Om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen zouden van een desbetreffende wijk combinatiefunctionarissen sport en cultuur en coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs bij elkaar moeten komen op regelmatige basis. Tijdens dit overleg kunnen behoeftes en verwachtingen van/naar elkaar uitgesproken worden, meningen en ervaringen uitgewisseld worden en concrete afspraken gemaakt worden. Dit is voornamelijk van belang bij vormgeving van het binnenschools en naschools aanbod. De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs kunnen hierin de rol van aanjager op zich nemen en een dergelijk structureel wijkoverleg onder functionarissen op zetten en coördineren. 5. Structurele bijeenkomsten voor combinatiefunctionarissen sport Om de samenwerking tussen de combinatiefunctionarissen sport onderling te verbeteren en intervisie mogelijk te maken, wordt aanbevolen structurele bijeenkomsten voor de combinatiefunctionarissen sport op te zetten. Er wordt geadviseerd dat deze bijeenkomsten één keer per zes tot acht weken plaats zouden moeten vinden. Tijdens deze bijeenkomsten kunnen steeds wisselende thema s worden behandeld, met de nadruk op sportoverstijgende thema s, zoals vreedzame aanpak, ouderbetrokkenheid, pedagogische vaardigheden etc. Wanneer thema s van tevoren bekend zijn, kunnen de functionarissen zelf bepalen of ze hierbij aanwezig kunnen en willen zijn. Er wordt, in de huidige situatie, hierin een aanjagende/regisserende rol voor Harten voor Sport samen met VSU/SSU gezien. Vanuit hun verschillende taken en belangen, kunnen ze samen de combinatiefunctionarissen sport met verschillende belangrijke thema s helpen. Daarnaast zou er een online netwerk op kunnen worden gezet waar de combinatiefunctionarissen sportervaringen, meningen, vragen, aankomende evenementen etc. uit kunnen wisselen. 59

60 6. De organisatiestructuur rondom de combinatiefunctionarissen in Utrecht dient vereenvoudigd te worden Een nieuwe versimpelde organisatiestructuur kan bestaan uit de inrichting van combinatiefunctionarissen in wijkteams. Deze organisatiestructuur zou er als volgt uit kunnen gaan zien: De brede school wordt het uitgangspunt van de structuur. De coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs wordt de aanjager van het wijkgerichte combinatiefunctionarissen team. Dit team bestaat uit de coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs, de combinatiefunctionarissen sport en eventueel de combinatiefunctionarissen cultuur die werkzaam zijn in de wijk waar de brede school gesitueerd is. Dit team is zelf verantwoordelijk voor de planning van binnen- en naschools sport- en cultuuraanbod bij de brede school. Ze kunnen voor planning van de werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen sport en cultuur gebruik maken van de combinatieplanner. Dit is een planningstool die speciaal ontwikkeld is voor de inzet van de combinatiefunctionarissen. Door gebruikt te maken van deze tool vergroot de betrokkenheid van de combinatiefunctionarissen bij de brede scholen. De coördinatoren brede school en talentontwikkeling primair onderwijs krijgen voor de start van het nieuwe schooljaar een overzicht van aanwezige combinatiefunctionarissen in de wijk. Er zullen enkele combinatiefunctionarissen stadsbreed werken, die bijvoorbeeld betrokken zijn bij een sport waar maar één vereniging van een bepaalde sporttak is in Utrecht. De combinatiefunctionarissen sport kunnen 50% van hun tijd inplannen voor het aanbieden van naschools aanbod en 35% voor taken binnen de sportverenigingen. Hierdoor ontstaat ruimte voor de combinatiefunctionarissen om deel te nemen aan de nieuwe wijkoverleggen en mogelijke extra wijkgerichte taken (bijvoorbeeld in het kader van een wijkevenement) op te pakken. Door de organisatie rond de combinatiefunctionarissen via bovengenoemd structuur, in beeld gebracht in Figuur 7, vorm te geven is er geen extra partij betrokken die inspraak heeft op de inzet van de combinatiefunctionarissen naast de sportverenigingen, onderwijsinstellingen en culturele instellingen. De verantwoordelijkheid wordt bij de betrokken combinatiefunctionarissen zelf gelegd waardoor ze meer zelfstandigheid en sturing hebben op hun eigen inzet. Vanuit het primair onderwijs wordt aangegeven dat zij veel aanbiedingen krijgen voor naschools sportaanbod, waarmee zij zich niet goed raad weten. Doordat de inzet van de verschillende combinatiefunctionarissen in deze structuur via de coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs loopt, worden scholen hierin ontlast. Het genoemde struikelblok van overkill aan activiteiten wordt hiermee ook getackeld, doordat er binnen het wijkteam door gebruik van het planningsinstrument zicht is op de inzet van de verschillende combinatiefunctionarissen in de wijk. Nadeel van deze structuur is dat de coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs meer een taak krijgt als coördinator van het naschools aanbod. Hierdoor is het lastiger om betrokkenheid vanuit de onderwijsinstellingen te krijgen. Dit kan echter weer vergroot worden doordat de coördinator brede school en talentontwikkeling primair onderwijs de vraag ophaalt bij de 60

61 onderwijsinstellingen waardoor deze instellingen aanbod krijgt dat past binnen het schoolprogramma. Figuur 7. Nieuwe, versimpelde organisatiestructuur van wijkgerichte aanpak met brede school als middelpunt Aanbevolen wordt het komende twee jaar ( ) te gebruiken om met de verschillende betrokken organisaties en de combinatiefunctionarissen een nieuwe versimpelde organisatiestructuur te ontwerpen. Hiervoor dient de tijd genomen te worden om alle partijen daarin te betrekken zodat de organisatiestructuur uiteindelijk zo breed mogelijk gedragen wordt. Een nieuwe organisatiestructuur kan tot gevolg hebben dat er andere subsidieverstrekkingen doorgevoerd zouden moeten worden. De subsidieverstrekking naar verschillende organisaties loopt eind 2014 af. Het is echter niet realistisch in 2014 nog een aangepaste organisatiestructuur te ontwerpen en vorm te geven. Daarom wordt geadviseerd de subsidieverstrekking voor de eerstvolgende aankomende periode niet op grote lijnen te wijzigen ten opzichte van de afgelopen subsidieverstrekking. Hierbij kunnen wel kleine nuances worden doorgevoerd, bijvoorbeeld op het gebied van spreiding van de sporttakken. Wanneer de nieuwe aanvragen voor de komende periode zijn gehonoreerd kan de huidige inzet voortgezet worden, waardoor er geen gat komt in de werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen in Utrecht en dus tijd genomen kan worden om een nieuwe structuur in te richten. 7. Communiceer de succesfactoren naar betrokkenen: vier successen Ten eerste wordt aanbevolen de gevonden succesfactoren voor de betrokkenen van het project combinatiefuncties inzichtelijk te maken. Uit de internationale literatuur blijkt dat het van belang is 61

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 1. Inleiding De projectgroep Combifuncties Onderwijs wil in de periode

Nadere informatie

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches Caroline van Lindert Ine Pulles Nationale Kennisdag Sport en Gemeenten 29 januari 2015 Mulier Instituut, Utrecht Agenda Doelstellingen

Nadere informatie

Provinciaal onderzoek naar de effecten van de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches

Provinciaal onderzoek naar de effecten van de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches Provinciaal onderzoek naar de effecten van de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches 1 Colofon Combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches in Overijssel 2015 Provinciaal onderzoek

Nadere informatie

Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: Verbreding en structurele samenwerking

Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: Verbreding en structurele samenwerking Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: Verbreding en structurele samenwerking Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: verbreding en structurele samenwerking Verdiepingsonderzoek naar processen

Nadere informatie

Evaluatie project combinatiefuncties gemeente Leiden

Evaluatie project combinatiefuncties gemeente Leiden Evaluatie project combinatiefuncties gemeente Leiden juni 2014 Titel Evaluatie project combinatiefuncties gemeente Leiden Afbeelding voorpagina Stockfoto - istock Rapportage Nathalie Daalder, MSc Meike

Nadere informatie

Convenant Impuls brede scholen, sport en cultuur Nijmegen

Convenant Impuls brede scholen, sport en cultuur Nijmegen Convenant Impuls brede scholen, sport en cultuur Nijmegen De gemeente Nijmegen, ten deze krachtens artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door haar wethouders P.F.G. Depla en J.G. Kunst daartoe

Nadere informatie

LERENDE NETWERKEN. Hoe werkt de cultuurcoach?

LERENDE NETWERKEN. Hoe werkt de cultuurcoach? LERENDE NETWERKEN Hoe werkt de cultuurcoach? Ga even staan als Cultuurcoaches Uitkomsten inventarisatie 2016 onder beleidsmedewerkers cultuur en cultuurcoaches Wie hebben gereageerd? 55 cultuurcoaches

Nadere informatie

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2010

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2010 Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2010 De projectgroep Combifunctie Onderwijs wil in de periode 2008-2011 jaarlijks monitoren of scholen en / of schoolbesturen bekend zijn met combinatiefuncties

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst per wijk Impuls brede scholen, sport en cultuur

Samenwerkingsovereenkomst per wijk Impuls brede scholen, sport en cultuur GEMEENTE UTRECHT Samenwerkingsovereenkomst per wijk Impuls brede scholen, sport en cultuur Concept 3 23 september 2008 Partijen Instelling A: [Naam rechtspersoon], gevestigd te [adres], hierbij rechtsgeldig

Nadere informatie

Impuls Brede scholen, sport en cultuur (24 september 2009)

Impuls Brede scholen, sport en cultuur (24 september 2009) (24 september 2009) Dennis Winne (Sport) en Jan Wieringa (onderwijs) www.middelburg.nl www.combinatiefuncties.nl Het kabinet wil samen met gemeenten, onderwijssector, sportsector en cultuursector tenminste

Nadere informatie

Kansen voor sport en cultuur Kader werkgeverschap combinatiefuncties 2016

Kansen voor sport en cultuur Kader werkgeverschap combinatiefuncties 2016 Kansen voor sport en cultuur Kader werkgeverschap combinatiefuncties 2016 Inhoud 1. Inleiding 2 2. Combinatiefuncties: regeling en doelstellingen 2.1 De regeling 3 2.2 Sport- en cultuurcoaches in Breda

Nadere informatie

Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein

Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein Inleiding Met het aanstellen van combinatiefunctionarissen wil de overheid de samenwerking versterken tussen onderwijs, sport en cultuur.

Nadere informatie

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief logoocw Geadresseerde Den Haag Ons kenmerk PO/ZO/2007/30206 Onderwerp koersbrief Samenvatting Vanaf volgend jaar wil het kabinet het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur bundelen en

Nadere informatie

Impuls brede scholen, sport en cultuur

Impuls brede scholen, sport en cultuur Impuls brede scholen, sport en cultuur Sport Koepel Edam Volendam, combineert de hele dag! Sport Koepel is de organisatie voor Edamse en Volendamse sportverenigingen, scholen, sportieve Edammers en Volendammers

Nadere informatie

Combinatiefuncties voorzien in een behoefte

Combinatiefuncties voorzien in een behoefte Combinatiefuncties voorzien in een behoefte Violette van Empel is senior adviseur bij VBS. E-mail: vvempel@vbs.nl Het kabinet heeft zich eind 2007 samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),

Nadere informatie

Zet u straks ook een combinaris in?

Zet u straks ook een combinaris in? Zet u straks ook een combinaris in? Visiedocument Combinatiefuncties in provincie Groningen juni 2008 Huis voor de Sport Groningen Visiedocument Combinatiefuncties in provincie Groningen Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Lees het volledige stappenplan voor alle informatie en tips over het monitoren en evalueren van het beleid rondom de inzet van buurtsportcoaches of raadpleeg

Nadere informatie

Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere

Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere Uitleg format Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Het voor u liggend formulier is bedoeld om subsidie aan te vragen bij de gemeente Almere voor een combinatiefuncties.

Nadere informatie

Combinatiefuncties. Impuls brede scholen, sport en cultuur. 12 december 2008

Combinatiefuncties. Impuls brede scholen, sport en cultuur. 12 december 2008 Combinatiefuncties Impuls brede scholen, sport en cultuur 12 december 2008 Presentatie Marieke Pronk Backer Diks Projectleider Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 12 december 2008 12 december 2008 Sportplan

Nadere informatie

De Impuls van een combinatiefunctionaris, 2-meting. Anneke von Heijden Janine van Kalmthout

De Impuls van een combinatiefunctionaris, 2-meting. Anneke von Heijden Janine van Kalmthout De Impuls van een combinatiefunctionaris, 2-meting Anneke von Heijden Janine van Kalmthout in opdracht van het ministerie van VWS Mulier Instituut Utrecht, mei 2012 mulier instituut - sociaal-wetenschappelijk

Nadere informatie

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor!

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor! De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor! Verbindingen leggen en onderhouden. Dat is de belangrijkste taak van de combinatiefunctionaris.

Nadere informatie

Uitbreiding deelname Programma Sport en Bewegen in de Buurt

Uitbreiding deelname Programma Sport en Bewegen in de Buurt gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Portefeuillehouder drs. M.J. Bezuijen Collegevergadering 4 december 2012 Inlichtingen Maurits van Tubergen Lotgering (023 5676632 ) Registratienummer 2012.0068182

Nadere informatie

Vragenlijst voor (gemeentelijke) ambtenaren sportbeleid

Vragenlijst voor (gemeentelijke) ambtenaren sportbeleid Vragenlijst voor (gemeentelijke) ambtenaren sportbeleid Hartelijk dank dat u wilt deelnemen aan dit onderzoek. Deze vragenlijst maakt onderdeel uit van een landelijk onderzoek naar de lokale aanpak en

Nadere informatie

Voorgesteld wordt om met voorliggende overeenkomst in te stemmen en deze door de gemeente en de Stichting Combibrug te laten ondertekenen.

Voorgesteld wordt om met voorliggende overeenkomst in te stemmen en deze door de gemeente en de Stichting Combibrug te laten ondertekenen. VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 24 november 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00888 Onderwerp: Overeenkomst Stichting Combibrug 2016-2018 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: Op 30 april 2015 is in de

Nadere informatie

De Sportprofessional: ook voor uw vereniging!

De Sportprofessional: ook voor uw vereniging! De Sportprofessional: ook voor uw vereniging! Programma VSU Harten voor Sport Beweegmakelaar Buurtsportcoaches (Mobiele) verenigingsmanager Combinatiefunctionaris Verenigingsmodel Vereniging Sport Utrecht

Nadere informatie

Gemeente Utrecht: Beleidsregel stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd

Gemeente Utrecht: Beleidsregel stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Utrecht (Utr). Nr. 6112 0 juni 2014 Gemeente Utrecht: Beleidsregel stimuleringssubsidie combinatiefuncties Jeugd Besluit van b. en w. 17 juni 2014 Het college

Nadere informatie

Combinatiefuncties in Rotterdam Aanknopingspunten met bestaand beleid

Combinatiefuncties in Rotterdam Aanknopingspunten met bestaand beleid Aanknopingspunten met bestaand beleid Voorstellen Mera Oosterom Beleidsmedewerker actieprogramma Voeding en Beweging + interim projectleider Combinatiefuncties Inhoud De aanloop Uitgangspunten in Rotterdam

Nadere informatie

gemeente Tilburg 090113-11-BO bwbinternet Impuls Brede school, Sport en Cultuur 1. Inleiding

gemeente Tilburg 090113-11-BO bwbinternet Impuls Brede school, Sport en Cultuur 1. Inleiding 090113-11-BO bwbinternet Impuls Brede school, Sport en Cultuur 1. Inleiding Op 10 december 2007 is de landelijke kaderstellende overeenkomst "Bestuurlijke Afspraken Impuls Brede scholen, sport en cultuur"

Nadere informatie

A1j. / ja nee NOORDENVELD. Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggevende. Datum. 6 juni Afdeling R&S. Noël Weisenbach. Opsteller.

A1j. / ja nee NOORDENVELD. Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggevende. Datum. 6 juni Afdeling R&S. Noël Weisenbach. Opsteller. G E M E E N T E t NOORDENVELD Paraaf secretaris Paraaf direct leidinggevende Datum 6 juni 2013 Afdeling R&S ADVIES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Opsteller Telefoon Registratie Noël Weisenbach 461 BW13.0611

Nadere informatie

Impuls brede scholen, sport en cultuur combinatiefuncties v.a. 2012

Impuls brede scholen, sport en cultuur combinatiefuncties v.a. 2012 Impuls brede scholen, sport en cultuur 2500 combinatiefuncties v.a. 2012 2.500 Fte Combinatiefuncties uitbreiding aantal brede scholen primair en voortgezet onderwijs - met sport- en cultuuraanbod versterking

Nadere informatie

De combinatiefunctionaris bij een vereniging

De combinatiefunctionaris bij een vereniging KNSB Verenigingsdag 8 november 2008, Vechtsebanen Utrecht De combinatiefunctionaris bij een vereniging Koen Mühlradt Beleidsadviseur / projectleider Combinatiefuncties Eén werkgever, twee sectoren (onderwijs,

Nadere informatie

24 september september 2018

24 september september 2018 Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 24 september 2018 10 10 september 2018 wethouder A.G.J. Bosch Zaaknummer 7184-2018

Nadere informatie

Combinatiefuncties en NASB

Combinatiefuncties en NASB Combinatiefuncties en NASB Aanpak en ervaringen 13-09-2010 Arjan van den Beld Marjolein Zevenbergen Korte terugblik BSI en Bos Eerste sportnota sport, doen en beleven in 2002 vastgesteld. Start BSI in

Nadere informatie

Inventarisatie van het werkveld van de cultuurcoach

Inventarisatie van het werkveld van de cultuurcoach Inventarisatie van het werkveld van de cultuurcoach Belangrijke bruggenbouwer, onzekere toekomst Cul tuur coach

Nadere informatie

Gemeente Den Haag Kinderen doen mee!

Gemeente Den Haag Kinderen doen mee! Kinderen doen mee! Ilona Ligtvoet, gemeente Den Haag DSZW Richard van der Zand, ministerie van SZW 1 Achtergrond Kinderen moeten gelijke kansen krijgen om hun talenten te ontplooien, ongeacht het inkomen

Nadere informatie

Regeling Combinatiefunctie

Regeling Combinatiefunctie Regeling Combinatiefunctie Impuls Onderwijs, Sport en Cultuur Chantal Dirkes & Jasper Varwijk 3D-carré 14 april 2016 Opzet Wat is de Regeling Combinatiefuncties? De Zaanse invulling: Impuls Onderwijs,

Nadere informatie

Invoeringsregeling combinatiefuncties

Invoeringsregeling combinatiefuncties Invoeringsregeling combinatiefuncties Inhoudsopgave 1 Wat is de regeling combinatiefuncties 3 2 Door de raad vastgestelde kaders 3 3 Context invoering combinatiefuncties. 4 4 Invoeringsregeling combinatiefunctionarissen

Nadere informatie

Workshop. Zicht op de resultaten van de buurtsportcoach

Workshop. Zicht op de resultaten van de buurtsportcoach Workshop Zicht op de resultaten van de buurtsportcoach Zicht op de effecten van de buurtsportcoach Geeske van Asperen, NISB Caroline van Lindert, Mulier Instituut Evelien Wijdeveld, EWorks Programma Voorstellen

Nadere informatie

Toestel. Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur - "tussenstand" 5 februari 2009

Toestel. Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur - tussenstand 5 februari 2009 MEMO Aan Van De leden van de commissie Welzijn Wethouder Jaap Pilon Toestel 538412 1 Sector I Afdeling Betreft Datum Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur - "tussenstand" 5 februari 2009 Kopie aan 1.

Nadere informatie

Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting. Stand per en verwachting per Samenvatting

Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting. Stand per en verwachting per Samenvatting Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting Stand per 1-10-2008 en verwachting per 1-1-2009 Samenvatting Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting Stand

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Linda Ooms (Mulier Instituut) Wikke van Stam (Mulier Instituut) Liesbeth Preller (Kenniscentrum Sport) Anneke Hiemstra (Kenniscentrum Sport) Maart/april 2019

Nadere informatie

Van Impuls naar inbedding. Evaluatie van de inzet van combinatiefunctionarissen in Venray vanuit de Impuls Brede scholen, sport en cultuur.

Van Impuls naar inbedding. Evaluatie van de inzet van combinatiefunctionarissen in Venray vanuit de Impuls Brede scholen, sport en cultuur. Van Impuls naar inbedding Evaluatie van de inzet van combinatiefunctionarissen in Venray vanuit de Impuls Brede scholen, sport en cultuur. Februari 2012 Colofon Titel Van Impuls naar inbedding. Evaluatie

Nadere informatie

Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur over 2011

Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur over 2011 Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur over 2011 Rapportage 4-meting 1 e tranchegemeenten 3-meting 2 e tranchegemeenten 2-meting 3 e tranchegemeenten 1-meting 4 e tranchegemeenten

Nadere informatie

Samenvatting monitor Impuls brede school, sport en cultuur Rapportage 2-meting 1 e tranchegemeenten en 1-meting 2 e tranchegemeenten

Samenvatting monitor Impuls brede school, sport en cultuur Rapportage 2-meting 1 e tranchegemeenten en 1-meting 2 e tranchegemeenten Samenvatting monitor Impuls brede school, sport en cultuur 2010 Rapportage 2-meting 1 e tranchegemeenten en 1-meting 2 e tranchegemeenten BMC Juni 2010 drs. Annelieke van den Heuvel, drs. Cora Heijkoop,

Nadere informatie

gemeente Steenbergen

gemeente Steenbergen gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen - Welberg Raadsvergadering 27 oktober 2011 Agendanummer 11 Onderwerp: Combinatiefuncties Steenbergen, 20 september 2011 Aan

Nadere informatie

BAOZW/U Lbr.12/006

BAOZW/U Lbr.12/006 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Bestuurlijke Afspraken Sport en Bewegen in de Buurt Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk BAOZW/U201102333 Lbr.12/006

Nadere informatie

Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur 2013 (over 2012)

Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur 2013 (over 2012) Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur 2013 (over 2012) Rapportage 5-meting eerste tranchegemeenten 4-meting tweede tranchegemeenten 3-meting derde tranchegemeenten 2-meting vierde

Nadere informatie

Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2015 (over 2014)

Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2015 (over 2014) Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2015 (over 2014) Vereniging van Nederlandse Gemeenten Rapportage 7-meting eerste tranchegemeenten 6-meting tweede tranchegemeenten 5-meting derde tranchegemeenten

Nadere informatie

Hoe maak je de resultaten en opbrengsten van je werk (als buurtsportcoach) inzichtelijk?

Hoe maak je de resultaten en opbrengsten van je werk (als buurtsportcoach) inzichtelijk? Hoe maak je de resultaten en opbrengsten van je werk (als buurtsportcoach) inzichtelijk? & EWorks Met medewerking van Caroline van Lindert: Mulier Instituut en Geeske van Asperen: Kenniscentrum Sport Carolien

Nadere informatie

Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport

Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport Lotte Wiekamp, Kim Overbeek: combinatiefunctionaris sport en Saskia Smeenk: directeur Leerdam: juli 2018 1 1 Inleiding Via deze weg dient SamenDoen

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Impuls lokaal bekeken: verbinders in de tweede tranche. Verdiepingsonderzoek naar effecten én processen van de inzet van combinatiefunctionarissen

Impuls lokaal bekeken: verbinders in de tweede tranche. Verdiepingsonderzoek naar effecten én processen van de inzet van combinatiefunctionarissen Impuls lokaal bekeken: verbinders in de tweede tranche Verdiepingsonderzoek naar effecten én processen van de inzet van combinatiefunctionarissen Colofon Titel Impuls lokaal bekeken: verbinders in de

Nadere informatie

Beleidsregel Stimuleringssubsidie Combinatiefuncties Jeugd 2017-2018 gemeente Utrecht

Beleidsregel Stimuleringssubsidie Combinatiefuncties Jeugd 2017-2018 gemeente Utrecht GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Utrecht. Nr. 72480 6 juni 2016 Beleidsregel Stimuleringssubsidie Combinatiefuncties Jeugd 2017-2018 gemeente Utrecht Besluit van b. en w. 30 mei 2016 Het college

Nadere informatie

Uitvoeringskader combinatiefuncties/buurtsportcoach 2015 e.v. Versie 19-3-2015

Uitvoeringskader combinatiefuncties/buurtsportcoach 2015 e.v. Versie 19-3-2015 Uitvoeringskader combinatiefuncties/buurtsportcoach 2015 e.v. Versie 19-3-2015 1. Inleiding In 2008 is de gemeente Nijmegen gestart met de inzet van 13,3 fte combinatiefuncties bij Onderwijs, Sport en

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Combinatiefuncties in Overijssel

Combinatiefuncties in Overijssel Combinatiefuncties in Overijssel Onderzoek naar de effecten van de inzet van combinatiefuncties 2 Colofon Combinatiefuncties in Overijssel Onderzoek naar de effecten van de inzet van combinatiefuncties

Nadere informatie

Evaluatie Combinatiefuncties Gemeente Nijmegen

Evaluatie Combinatiefuncties Gemeente Nijmegen Evaluatie Combinatiefuncties Gemeente Nijmegen Evaluatie 2008 t/m 2011 Inzet 2012 e.v. jaren I. Inleiding Vanaf 2008 heeft het kabinet het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur gebundeld

Nadere informatie

Overzicht QenA, versie 1306

Overzicht QenA, versie 1306 Overzicht QenA, versie 1306 vraag antwoord Gevalideerd door Is het mogelijk de start van de Ja, kinderopvangorganisaties die op een locatie kinderen Min bso-tijd voor alle contracten aan van verschillende

Nadere informatie

Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur 2014 (over 2013)

Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur 2014 (over 2013) Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur 2014 (over 2013) Rapportage 6-meting eerste tranchegemeenten 5-meting tweede tranchegemeenten 4-meting derde tranchegemeenten 3-meting vierde

Nadere informatie

SBO de Vlinderboom Bemmel. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011. Haarlem, maart 2011

SBO de Vlinderboom Bemmel. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011. Haarlem, maart 2011 SBO de Vlinderboom Bemmel Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011 Haarlem, maart 2011 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl 023

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 234 Toekomstig sportbeleid Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 98

Nadere informatie

Actieplan. Aangepast Sporten Noordoostpolder

Actieplan. Aangepast Sporten Noordoostpolder Actieplan Aangepast Sporten Noordoostpolder 2015-2018 Inleiding Aanleiding Voor mensen met een beperking is voldoende beweging niet altijd vanzelfsprekend en zijn er meer knelpunten om in beweging te komen

Nadere informatie

Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2017 (over 2017)

Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2017 (over 2017) Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2017 (over 2017) Vereniging van Nederlandse Gemeenten Rapportage 9-meting eerste tranchegemeenten 8-meting tweede tranchegemeenten 7-meting derde tranchegemeenten

Nadere informatie

Combinatiefunctionaris Sport m/v (40 uur per week) (een kleinere aanstelling is bespreekbaar)

Combinatiefunctionaris Sport m/v (40 uur per week) (een kleinere aanstelling is bespreekbaar) In het kader van het Convenant Brede Regeling Combinatiefuncties in het onderwijs is SKOLO in samenwerking met de gemeente Losser op zoek naar een nieuwe collega voor de functie Combinatiefunctionaris

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

De effecten van combifuncties in het onderwijs

De effecten van combifuncties in het onderwijs De effecten van combifuncties in het onderwijs Peter Gramberg Jessica van der Linden 8 december 2011 Waarom een onderzoek naar de effecten? Combifunctionarissen zijn sinds 2008 o.a. aan de slag gegaan

Nadere informatie

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar Utrecht gezond! Gemeente Utrecht en Door: Ellen van der Voorst en Victor Everhardt Achmea, divisie Zorg & Gezondheid werken samen

Nadere informatie

Subsidieaanvraag en jaarplan Samendoen 2018 Combinatiefunctionaris Sport

Subsidieaanvraag en jaarplan Samendoen 2018 Combinatiefunctionaris Sport Subsidieaanvraag en jaarplan Samendoen 2018 Combinatiefunctionaris Sport Esmee Meijdam, combinatiefunctionaris sport en Saskia Smeenk, directeur Leerdam, 31 oktober 2017 1 1 Inleiding Via deze weg dient

Nadere informatie

Integraal (sport) beleid. Lerende Netwerken 18 april Zaanstad

Integraal (sport) beleid. Lerende Netwerken 18 april Zaanstad Integraal (sport) beleid Lerende Netwerken 18 april Zaanstad Gemeente Katwijk Aanleiding sportnota Visie op sport en bewegen Integrale en interactief benadering Proces Sportnota Realisering combinatiefuncties

Nadere informatie

KENNISBANK - SUBSIDIES EN FONDSEN

KENNISBANK - SUBSIDIES EN FONDSEN KENNISBANK - SUBSIDIES EN FONDSEN PRESENTATIE SPORT EN BEWEGEN IN DE BUURT SPORTS CONSULTING GROUP Samenvatting Presentatie van de Sport Consulting Group over sport en bewegen in de buurt. Wat zijn de

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties.

Bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties. Den Haag, 29 juni 2018 Bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties. Een leven lang sporten en bewegen plus deelnemen aan cultuur Overweging In het Regeerakkoord 2017-2021 Vertrouwen in de

Nadere informatie

Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2016 (over 2015)

Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2016 (over 2015) Samenvatting Monitor Brede Impuls Combinatiefuncties 2016 (over 2015) Rapportage Onder de 71 gemeenten die het afgesproken aantal niet gerealiseerd hebben over 2014 Myrte de Jong MSc Lieke Salomé MSc drs.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: 2 februari 2010 B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: 2 februari 2010 B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 10.0020 Rv. nr..: 10.0020 B&W-besluit d.d.: 2 februari 2010 B&W-besluit nr.: 10.0129 Naam programma +onderdeel: 8. Cultuur, Sport en Recreatie Onderwerp: Evaluatie Topsportbeleid 2006 2008

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Monitoring en evaluatie Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe door Zoë Zernitz, Rijksuniversiteit Groningen In 2012 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Subsidieaanvraag en jaarplan Samendoen 2018 Combinatiefunctionaris Cultuur

Subsidieaanvraag en jaarplan Samendoen 2018 Combinatiefunctionaris Cultuur Subsidieaanvraag en jaarplan Samendoen 2018 Combinatiefunctionaris Cultuur Esmee Meijdam, combinatiefunctionaris sport en Saskia Smeenk, directeur Leerdam, 19 0oktober 2017 1 1 Inleiding Via deze weg dient

Nadere informatie

1BL. reg.nr.: /&_ öoq2>23u. Aan burgemeester en wethouders. 29 maart 2012 SLZ/Beleid Wethouder Borgonjen J. Laurs-Breur par.:

1BL. reg.nr.: /&_ öoq2>23u. Aan burgemeester en wethouders. 29 maart 2012 SLZ/Beleid Wethouder Borgonjen J. Laurs-Breur par.: fy Aan burgemeester en wethouders ingekomen: reg.nr.: /&_ öoq2>23u atum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: 29 maart 2012 SLZ/Beleid Wethouder Borgonjen J. Laurs-Breur par.: par.

Nadere informatie

Subsidieaanvraag en jaarplan 2018 SamenDoen Buurtsportcoaches en Gezond in Leerdam

Subsidieaanvraag en jaarplan 2018 SamenDoen Buurtsportcoaches en Gezond in Leerdam Subsidieaanvraag en jaarplan 2018 SamenDoen Buurtsportcoaches en Gezond in Leerdam Cynthia van de Water, buurtsportcoach en Saskia Smeenk, directeur Leerdam, 19 oktober 2017 1 1 Inleiding Via deze weg

Nadere informatie

10 september n.v.t.

10 september n.v.t. Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 10 september 2018 9 n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch Zaaknummer 7184-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

Nieuwe koers brede school

Nieuwe koers brede school bijlage bij beleidsvoorstel Brede Talentontwikkeling in de Kindcentra 28 mei 2013 Nieuwe koers brede school (november 2012) 1. Waarom een nieuwe koers? De gemeente Enschede wil investeren in de jeugd.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten Agendapuntnummer : rok Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : 12 oktober 2017 Raadscommissie Commissie Samenleving Commissie d.d. 3 oktober 2017 Programma Recreëren, Samenleven en Zorgen Onderwerp Projectplan

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie van sport(stimulering)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach

Monitoring en evaluatie van sport(stimulering)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach Monitoring en evaluatie van sport(stimulering)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach Monitoring en evaluatie van sport(stimulerings)beleid, met aandacht voor inzet Buurtsportcoach Liesbeth Preller

Nadere informatie

Evaluatie buurtsportcoaches

Evaluatie buurtsportcoaches Evaluatie buurtsportcoaches Bouwstenen voor een succesvolle lokale aanpak!? Caroline van Lindert & Anouk Brandsema 14 december 2017 Mulier Instituut Agenda workshop 1. Resultaten evaluatieonderzoek 2.

Nadere informatie

Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: Verbreding en structurele samenwerking

Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: Verbreding en structurele samenwerking Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014: Verbreding en structurele samenwerking 2 Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2014 Mulier Instituut Kennispraktijk Mulier Instituut Kennispraktijk Utrecht,

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Notitie Combinatiefuncties

Notitie Combinatiefuncties Notitie Combinatiefuncties Inleiding De Impuls brede scholen, sport en cultuur is een initiatief van de ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW)

Nadere informatie

Aanvraag voor ondersteuning van sport- en cultuurcoaches voor sportieve- en culturele activiteiten

Aanvraag voor ondersteuning van sport- en cultuurcoaches voor sportieve- en culturele activiteiten Aanvraag voor ondersteuning van sport- en cultuurcoaches voor sportieve- en culturele activiteiten Uitleg aanvraag ondersteuning sport- en cultuurcoaches Met dit formulier kunt u ondersteuning van een

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Emmen-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Nederweert Plaats : Nederweert Gemeentenummer : 0946 Onderzoeksnummer : 292866 Datum onderzoek : 20 april 2017

Nadere informatie

M E M O R A A D. ter kennisname/ter informatie toezegging openbaar

M E M O R A A D. ter kennisname/ter informatie toezegging openbaar M E M O R A A D Aan: de leden van de raad Van: college van Heusden Datum: 24 januari 2012 Onderwerp: kwalitatief evaluatieonderzoek combinatiefuncties Doel: Aanleiding: Aard informatie: ter kennisname/ter

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Sport2U is een virtuele sportinfrastructuur voor jongeren (12-18 jaar) (en

Nadere informatie

Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2016: tabellenrapportage

Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2016: tabellenrapportage Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2016: tabellenrapportage Zoë van Ginneken Caroline van Lindert Hugo van der Poel 2 Verdiepingsonderzoek buurtsportcoaches 2016 Mulier Instituut Verdiepingsonderzoek

Nadere informatie

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach

Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Monitoring en evaluatie inzet buurtsportcoach Liesbeth Preller (Kenniscentrum Sport) Anneke Hiemstra (Kenniscentrum Sport) Maart/april 2019 Mulier Instituut Inhoud workshop Inrichting proces Doelstellingen

Nadere informatie