14/01/2016. Deel 1: Hoofdstuk 1-4. Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens
|
|
- Gerda Desmet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Deel 1: Hoofdstuk 1-4 Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens 1
2 "I" (inland): varen op de binnenwateren (Beperkt Stuurbrevet) "C" (coast): varen in de kustwateren (Algemeen Stuurbrevet) "M" (motor): varen met motorboten "S" (sail): varen met zeilboten Lengte >= 15 meter of Snelheid > 20 km/h Vaartuig Voorwaarden Lengte Snelheid Vermogen Min leeftijd Stuurbrevet <15m Nee <15m <=20km/h <10PK 16 Nee <15m <=20km/h >=10PK 16 (vergezeld) Nee >=15m 18 Ja >20km/h 18 Ja 2
3 Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens Beperkt Stuurbrevet: APSB Rupel-Brussel (7) Gem. Maas (8) Algemeen Stuurbrevet: AR Kustvaart (4) BVA (3) SKRGT (5) BenZee (6) Reglementen Voorrangsregels 4 vragen Lichten en dagmerken 3 vragen Verkeersborden/lichten 4 vragen Aanvullend 1 vraag Navigatie Bebakening 3 vragen Nautische documenten 1 vraag Vaartechniek Manoeuvreren 2 vragen Uitrusting 1 vraag EHBO en veiligheid 1 vraag 3
4 Reglementen Voorrangsregels 4 vragen Lichten en dagmerken 4 vragen Geluidseinen 2 vragen BENZEE / SRKGT 2 vragen Kustreglement 2 vragen Navigatie Bebakening 1 vraag Getijden 2 vragen Kaartpassen 2 vragen Meteo 1 vraag Wat mag je op het examen meebrengen: De uitnodiging een balpen, een eenvoudige rekenmachine (enkel + - / *) Multiple choice per computer, telkens 60 minuten voor de 20 vragen Voor het bekomen van het Algemeen stuurbrevet examen moet men eerst het examen van beperkt stuurbrevet slagen. Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens 4
5 Gebaseerd op CEVNI (Code Européen des Voies de Navigation Intérieure) Een schip is een vaartuig geschikt als middel van vervoer Een drijvende inrichting is een drijvend bouwsel dat in de regel niet wordt verplaatst (bv ponton) Een drijvend werktuig wordt beschouwd als een schip Een klein schip is een schip waarvan de lengte over de boeg kleiner is dan 20 meter behalve volgende schepen, ook al zijn ze korter dan 20 m: een passagiersschip een vissersschip (dat aan het vissen is) een veerpont een duwbak een schip dat een groot schip sleept, assisteert, duwt of langszij vastgemaakt meevoert Een groot schip is een schip dat geen klein schip is. 5
6 Een zeilschip is een schip dat uitsluitend door middel van zeilen wordt voortbewogen. Een schip dat onder zeil vaart en tevens de motor gebruikt, is een motorschip. Een passagiersschip is een schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren. Varen met hoge snelheid: sneller dan 20 km/h Een schip dat aan het vissen is is een schip dat effectief vist met lijnen, sleepnetten of ander vistuig dat de manoeuvreerbaarheid beperkt. Een sleep: geheel van sleepboot en op tros gesleept vaartuig Een duwstel: geheel van duwboot en geduwde schepen Een gekoppeld samenstel Een samenstel Een veerpont is een schip dat een veerdienst onderhoudt waarbij de vaarweg wordt overgestoken. Stilliggend schip: gemeerd of voor anker Varend schip: niet gemeerd of voor anker of aan de grond gelopen Waterscooter (Jetski): kleiner dan 4 meter en aangedreven door waterstraalpomp Plezierboot Overdag Nacht Vaargeul: gedeelte van de vaarweg dat feitelijk door de scheepvaart kan worden gebruikt. Korte stoot: 1 sec Lange stoot: 4 sec Reeks zeer korte stoten: ¼ sec (minimum 6x) 6
7 De schipper is altijd verantwoordelijk De schipper moet tijdens de vaart altijd aan boord zijn Maximaal toegestane alcohol promilage is 0,5 De bemanning moet altijd gehoorzamen. Goed zeemanschap heeft voorrang op alle regels en moet ook gebruikt worden wanneer geen regel beschikbaar is reddingsgordel (of kussen of vest) voor iedere opvarende Marifoon voor motorschepen langer dan 7 m. Uitrustingsmaterieel (behalve voor waterscooters): anker of dreg, pomp of hoosvat, reserve voortstuwingsmiddel, 2 touwen minstens gelijk aan de lengte van het vaartuig, blusapparaat voor motorjachten. Dodemanskoord: indien <7m en sneller dan 20 km/h: Boorddocumenten Kopie van het APSB (digitaal of papier) Stuurbrevet CE verklaring (voor schepen vanaf 1998) (kopie van )Immatriculatiedocument ( B-nummer ) Vlaggenbrief (buiten Belgische binnenwateren) Marifoon vergunning (schepen > 7m) Certificaat radiotelefonist (schepen > 7m) Meetbrief (schepen >= 20m) moeten worden voorgelegd bij elk verzoek hiertoe door de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren 7
8 Algemene regelgeving (bv APSB) Tijdelijke voorschriften (bericht aan de schipperij) Aanwijzingen bevoegde autoriteiten Goed zeemanschap Verplicht voor alle kleine pleziervaartuigen, behalve: wedstrijdroeiboten en trainingsroeiboten; kano s en kajaks, gondels en waterfietsen; Zeilplanken, surfplanken, vlotten opblaasbare bootjes die niet geschikt zijn om met een motor te worden voortbewogen; kleine schepen met een romplengte kleiner dan 2,5 m, met uitzondering van waterscooters; bijboten Grootte Snelheid Kentekens Klein schip zonder - immatriculatie Klein schip < 5m of <=20 km/h Immatriculatie min 10 cm Enkel spierkracht Klein schip < 5m of >20 km/h Immatriculatie min 20 cm Enkel spierkracht Klein schip >= 5m <=20 km/h Immatriculatie min 10 cm Naam min 10 cm Klein schip >= 5m >20 km/h Immatriculatie min 20 cm Naam min 20 cm 8
9 Grootte Snelheid Kentekens Groot schip Min 20cm: Naam Europees identificatienummer Min 15cm: Thuishaven Land Laadvermogen (vrachtschip) Max aantal passagiers (passagiersschip) Inzinkingsmerken Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens Te voeren bij nacht (na zonsondergang) Bij slecht zicht 9
10 TL: Toplicht Wit, 225 Enkel bij motorboot Minstens 1m hoger dan boordlichten HL: Heklicht Wit, 135 C SB: SB-boordlicht Groen, 112,5 C BB: BB-boordlicht Rood, 112,5 C Schuin Naderende Motorboot Schuin Naderend Zeilschip Wegvarende Motorboot Wegvarend Zeilschip Recht naderende motorboot Recht naderend zeilschip Schuin Naderende Motorboot Schuin Naderend Zeilschip Wegvarende Motorboot Wegvarend Zeilschip Recht naderende motorboot Recht naderend zeilschip 10
11 Schuin Naderende Motorboot Schuin Naderend Zeilschip Wegvarende Motorboot Wegvarend Zeilschip Recht naderende motorboot Recht naderend zeilschip Grootte Motorschip Zeilschip <7m Rondomschijnend wit licht (enkel indien open en max 13 km/h) Rondomschijnend wit licht Bijomende zaklmap bij gevaar <20m Grootte Motorschip Zeilschip >=20m >=110m 11
12 Grootte Duwstel < 110m x 12m >= 110m x 12m Nota: ankeren of meren is verboden bij: Bij aangave van het verbod onder een brug of onder een hoogspanningslijn; op een bepaalde afstand van een schip met gevaarlijke stoffen ( blauwe kegels ) in een engte Op kruising van een vaarweg; in het traject van een veerpont; in de route van schepen die aan een aanlegplaats willen aanleggen of vandaar vertrekken; Op keerplaatsen behoudens toestemming van de beheerder van de waterweg, in de wachtplaats van een sluis of in de nabijheid van kunstwerken (sluizen, bruggen, ). Grootte Nacht Dag (dagmerken) klein groot 12
13 Grootte Nacht Dag (dagmerken) klein groot Nacht Dag (dagmerken) Gevaarlijk anker Nacht Dag (dagmerken) Net of Uitlegger (gemeerd) 13
14 Nacht Dag (dagmerken) <110m Nacht Dag (dagmerken) >110m Opmerking: indien meerdere schepen gesleept worden voert Enkel de laatste een heklicht <110m Nacht Dag (dagmerken) >110m 14
15 Nacht Dag (dagmerken) Nota: Kleine schepen voeren de normale navigatieverlichting Nacht Dag (dagmerken) Nacht Dag (dagmerken) 15
16 werken Nacht Dag (dagmerken) Toezicht, Brandweer, Politie, Geel en blauw flikkerlicht of snel flikkerlicht Nacht Dag (dagmerken) Nacht Dag (dagmerken) 16
17 Nacht Dag (dagmerken) Nacht Dag (dagmerken) Met uitzet (> 150m) Vrijvarend Nacht Dag (dagmerken) Kabelpont 17
18 Nacht Dag (dagmerken) Lichten als groot zeilschip Ontvlambaar 10 meter Nacht Dag (dagmerken) Gezondheid 50 meter Ontplofbaar 100 meter Nacht Dag (dagmerken) 18
19 Nacht Dag (dagmerken) Men mag ook met wit licht zwaaien bij een klein schip Nacht Dag (dagmerken) In praktijk dient ook het ankerlicht of ankerbol (dagmerk) geplaatst worden, Wat resulteert in 3 zwarte bollen als dagmerk Nacht Dag (dagmerken) 19
20 Groot schip > 40 km/h Nacht Dag (dagmerken) Snel Flikkerlicht (VQ: 120 flikkeringen per minuut) Nacht Dag (dagmerken) Bij nacht geen specifieke lichten Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens 20
21 Gebruikte signalen: Lange stoot: 4 sec Reeks klokslagen: 4 sec - Korte stoot: 1 sec. Zeer korte stoot: ¼ sec Groot schip gebruikt tegelijkertijd een geel rondom schijnend licht (fluitlicht of toeterlicht) Kleine schepen mogen slechts beperkt aantal geluidssignalen geven Attentiesein - Koers naar stuurboord -- Koers naar bakboord --- achteruit ---- Kan niet manoevreren Gevaar voor aanvaring ---- Medische hulp nodig - - etc. Blijf weg - Verzoek bedienen sluis/brug etc. Noodsein (lange stoten of continu scheepsbel) U mag me niet voorbijlopen/ik begrijp u niet - Keren over stuurboord -- Keren over bakboord - Wil u oplopen langs stuurboord -- Wil u oplopen langs stuurboord Ik wil oversteken (van hoofdvaargeul) - Vaar in/uit naar stuurboord -- Vaar in/uit naar bakboord 21
22 De signalen moeten minstens 1x per minuut gegeven worden Schip Andere schepen Varende veerpont Varend ---- Stilliggend (4s) (4s) Inleiding Reglementen en wetten Definities APSB Lichten en dagmerken Geluidsseinen Verkeerstekens 22
23 23
24 Wat betekent dit? 24
25 Wat betekent dit? Wat betekent dit? En wat denk je dat er verderop is? Wat betekent dit? 25
26 Wat betekent dit? Wat betekent dit? Enkele begrippen Voorrangsregels APSB Sluizen en bruggen Enkele bijkomend regels Kanaal Brussel-Rupel Gemeenschappelijke Maas 26
27 Kruisend koers Tegengestelde koers Oplopende Koers Loef: kant waar de wind vandaan komt Lij: Kant waar de wind heen waait Lij Loef Bezeild: naar bestemming kunnen zeilen zonder laveren Niet bezeild 27
28 Over stuurboord varen: zeil over stuurboord Over bakboord varen: zeil over bakboord Over bakboord Over stuurboord Wijken: koers of snelheidsverandereing Uitwijken: koersverandering Enkele begrippen Voorrangsregels APSB Sluizen en bruggen Enkele bijkomend regels Kanaal Brussel-Rupel Gemeenschappelijke Maas 28
29 Voorrang nemen = koers en snelheid behouden. Voorrang verlenen = tijdig koers en snelheid wijzigen. Kruisend koersen Tegengestelde koersen Oplopende Koers Engtes 29
30 1. SB Wal heeft voorrang B 2. Groot gaat voor klein B 2. Groot gaat voor klein Uitzondering: Snelle schepen moeten ALTIJD voorrang geven. Snelle schepen zijn grote schepen (>20m) die sneller kunnen varen dan 40 km/u en tonen 2 gele snelle flikkerlichten. 30
31 3. hoofdvaarwater gaat voor nevenvaarwater B A 4. Zeil > Spier > Motor (klein onderling) B 5. BB Zeil > SB Zeil A 31
32 6. Loef wijkt voor lij 7. SB > BB (groot en motorboten onderling) B 7. SB > BB (groot en motorboten onderling) A 32
33 1. SB Wal heeft voorrang A B 1. SB Wal heeft voorrang: opgelet! Een blauw bord met wit knipperlicht op een groot schip wil stuurboord op stuurboord kruisen. Gepaard met marifoonboodschap of geluidssein 33
34 2. Groot gaat voor klein (uitz. snelle schepen) A B 4. Zeil > Spier > Motor (klein onderling) A B 5. BB Zeil > SB Zeil A B 34
35 Grote schepen en motorboten onderling A B 1. Stroom mee (kop voor) heeft voorrang B A 35
36 2. Groot > klein B A 3. bezeild>niet-bezeild (zeilschepen) A 4. BB zeil > SB zeil (zeilschepen) B A 36
37 5. bezeild zeil>spier>motor > niet bezeild (klein onderling) B A 6. SB-wal vrij heeft voorrang (motor en groot onderling) A B Gelijkwaardige motorboten? A B 37
38 1. Opgelopene heeft altijd voorrang B Oplopen met een zeilboot bij voorkeur aan loefzijde (iemand de loef afsteken) Klein opgelopen schip moet aan groot oplopend schip medewerking verlenen (bv niet in het midden van de vaargeul gaan varen) 38
39 Kruisende Koersen Tegengestelde Koers Engte Oplopen 1 SB Wal heeft voorrang SB Wal heeft voorrang Stroom mee heeft voorrang Opgelopene heeft voorrang 2 Groot > Klein Groot > Klein Groot > Klein Klein schip moet medewerking verlenen 3 Hoofd > Neven Bezeild>Niet bezeild (zeilboten onderling) Klein schip indien mogelijk, zeilschip langs loef 4 Zeil > Spier > Motor (klein Zeil > Spier > Motor (klein onderling) onderling) BB Zeil > SB Zeil 5 BB Zeil > SB Zeil BB Zeil > SB Zeil Zeil (bezeild) > Spier>Motor > niet bezeild (klein onderling) 6 Lij > Loef SB Wal vrij heeft voorrang (grote schepen en motor onderling) 7 SB gaat voor Enkele begrippen Voorrangsregels APSB Sluizen en bruggen Enkele bijkomend regels Kanaal Brussel-Rupel Gemeenschappelijke Maas Kunstwerk: brug of sluis Schutten: een sluis nemen Schot: opening waarlangs het water de sluis inkomt of uitloopt (meestal in de sluisdeur) Moet: natte bemoste wand van een sluis 39
40 Getijsluis: Sluis die uitgeeft op getijdewater Dikwijls is een dergelijke sluis alleen tussen een paar uur voor en na hoogwater bruikbaar Op de kaart: getijsluis gewone sluis Verboden doorvaart Aanbevolen doorvaart, geen tegenliggers Aanbevolen doorvaart, tegenliggende vaart mogelijk Aanbeveling om binnen de grenzen te varen Verboden buiten de grenzen te varen 40
41 Doorvaart door gesloten brug toegestaan, geen tegenliggers Doorvaart door gesloten brug toegestaan, tegenliggende vaart mogelijk Doorvaart door gesloten brug toegestaan, geen tegenliggers Doorvaart door gesloten brug toegestaan, tegenliggende vaart mogelijk Doorvaart verboden Doorvaart verboden, kunstwerk buiten bedrijf Doorvaart verboden, aanstonds toegestaan 41
42 Doorvaart toegestaan Doorvaart toegestaan, kunstwerk niet bediend Doorvaart verboden, tenzij stoppen niet meer mogelijk is (groen licht flikkert) Stoppen 50 meter voor (gesloten) sluis Afstemmen op correct marifoonkanaal (indien aanwezig) Groot gaat voor klein Geen gebruik maken van de motor (schroef uit) eenmaal in de sluis Alleen drijvende stootwillen gebruiken Touwen (landvasten) in de hand houden Niet langer dan noodzakelijk Stoppen 50 meter voor brug, indien doorvaart niet toegelaten Stoppen 100 meter voor spoorwegbrug, indien doorvaart niet toegelaten Afstemmen op correct marifoonkanaal (indien aanwezig) 42
43 (uit het AR) Mag ik doorvaren? Mag ik doorvaren? 43
44 Mag ik doorvaren? Waar kan ik best varen? Waar mag ik varen? 44
45 Wat betekent dit? Enkele begrippen Voorrangsregels APSB Sluizen en bruggen Enkele bijkomend regels Kannaal Brussel-Rupel Gemeenschappelijke Maas Evenementen die invloed kunnen hebben op goede orde van scheepvaart zijn verboden zonder vergunning (APSB 1.23) Niet varen tussen sleepboot en sleep Verboden om zich te laten meedrijven met de stroom Geen golfslag bij stilliggende (kleine) schepen, havenmonden, bij veerponten Zwemmen of duiken enkel overdag en indien toegelaten Bestuurders van waterskiërs extra uitkijk van minstens 15 jaar 45
46 Enkele begrippen Voorrangsregels APSB Sluizen en bruggen Enkele bijkomend regels Kanaal Brussel-Rupel Gemeenschappelijke Maas Bij het invaren en uitvaren van het kanaal moet men zich melden Golfslag beperken Maximale snelheid: 18 km/h (diepgang < 1,5m) Maximale snelheid: 12 km/h (diepgang > 1,5m) Enkele begrippen Voorrangsregels APSB Sluizen en bruggen Enkele bijkomend regels Kanaal Brussel-Rupel Gemeenschappelijke Maas 46
47 ScheepsvaartReglement Gemeenschappelijke Maas Maximale snelheid: 16km/h (behalve anders aangegeven) Motortechniek Controles binnenboordmotoren Controles buitenboordmotoren Veiligheid Veiligheidsmiddelen Elektriciteit nodig tijdens bedrijf Benzinegassen ontluchten Geen elektriciteit tijdens het bedrijf Minder vochtgevoelig Benzine Diesel 47
48 Impeller Wierpot Buitenwaterkraan 48
49 Directe koeling Indirecte koeling Gesloten systeem Semi-gesloten systeem Natte uitlaat Geluidsdemping Koeling gassen Droge uitlaat Zeer eenvoudig Lage motortemperatuur Niet wintervast Voordelen Nadelen 49
50 Wintervast Ideale motortemperatuur Gevaar beschadiging koelpijpen Minder gestroomlijnd Voordelen Nadelen 50
51 Ideale motortemperatuur Niet wintervast Voordelen Nadelen Waterzak / waterafscheider Winterstalling met volle tank Winterstalling beluchter dichtdraaien 51
52 Ontluchter Water Kunststof-lagers Onderhoudsvrij Mogelijk meer onderhevig aan slijtage Vet Vetpot, elke 6 uur aandraaien Goede afdichting Olie Mogelijk olie lekkage Weinig wrijving 52
53 Motortechniek Controles binnenboordmotoren Controles buitenboordmotoren Veiligheid Veiligheidsmiddelen Brandstofvoorraad Controleren lekkage (gasalarm + motorruim) Elektriciteit aan Buitenboordkraan (koelwater) Brandstofkraan Oliepeil motor Vetpot aandraaien Motorruimte ventileren (benzine) Koelwater uit uitlaat? 53
54 Oliepeil keerkoppeling Peil koelvloeistof V snaren (2 cm indrukken) Accuvleistof 1 cm boven platen Afdichting Gland Navigatieverlichting Toeter Ruitenwisser Oliepeil hydraulische sturing Koelwaterniveau Oliedruk Laadstroom dynamo Vetpot aandraaien Motor even laten nadraaien Buitenboordkraan dicht Brandstoftoevoer (kraan) afsluiten Hoofdschakelaar boordnet uit Motorruim ventileren (benzine) Vetpers aandraaien 54
55 Kleurloos: OK Lichtblauw: koude motor Wit: mogelijk lekke koppaking Zwart: slechte verbranding Een dieselmotor uitgerust met een mechanische injectiepomp, draait onbelast, maar als de gashendel vooruit geduwd wordt, neemt het toerental niet toe. Welke handeling heeft met deze panne niets te maken: A. controleer de kabel van de gashendel naar de motor B. controleer de batterijspanning C. controleer brandstofleidingen op lekken Motortechniek Controles binnenboordmotoren Controles buitenboordmotoren Veiligheid Veiligheidsmiddelen 55
56 Brandstofvoorraad Reserve breekpen Koelwaterinlaat schoon? Benzinefilter/waterafscheider controleren op vuil Brandstofkraan open Koelwater controleren Beluchtingsschoef van de tank open Bun open (luchttoevoer) Choke gebruiken (en weer afzetten) 56
57 Koelwater controleren Brandstofkraan dicht Beluchtingsschroef dicht Koelsysteem spoelen met zoet water (indien op zout water) Staartstuk laag houden Onregelmatig en blauwe rook: chokeknop Motor slaagt af: beluchtingsschroef Schroef draait niet mee: breekpen 57
58 Motortechniek Controles binnenboordmotoren Controles buitenboordmotoren Veiligheid Veiligheidsmiddelen reddingsgordel (of kussen of vest) voor iedere opvarende Marifoon voor motorschepen langer dan 7 m. Uitrustingsmaterieel (behalve voor waterscooters): anker of dreg, pomp of hoosvat, reserve voortstuwingsmiddel, 2 touwen minstens gelijk aan de lengte van het vaartuig, blusapparaat voor motorjachten. dodemanskoord indien <7m en sneller dan 20 km/h: Boorddocumenten (zie vroeger) een vlag of ieder ander geschikt voorwerp waarmee in het rond wordt gezwaaid; een vlag met daarboven of daaronder een bol of een daarop gelijkend voorwerp; een licht waarmee in het rond wordt gezwaaid; vuurpijlen, lichtkogels, parachutelichten of rookbommen die bij voorkeur een rood licht produceren; een lichtsignaal overeenkomend met het SOS-teken in Morse-code vlammen, door het verbranden van teer, olie, enz.; het herhaald op en neer bewegen van beide gestrekte armen. 58
59 Verplicht op sommige vaarwegen (SRKGT) Zo hoog mogelijk ophangen (op SRKGT min 4 meter) Niet met de punt omhoog, maar zoals je hem op tafel zou zetten Art Brand Wanneer er brand uitbreekt geeft de schipper onmiddellijk alarm en neemt zo mogelijk ligplaats daar waar hij geen gevaar of hindernis vormt. 59
60 Voor het ontstaan van een brand moeten tegelijkertijd drie factoren aanwezig zijn: een brandbare stof (ontbrandings)temperatuur zuurstof A-branden zijn branden van vaste stoffen Papier Hout B-branden zijn vloeistofbranden Benzine Olie C-branden zijn gasbranden Propaan Butaan D-branden zijn metaalbranden Magnesium Water A-branden; Schuim A-branden B-branden (soms ook C-branden), Veroorzaakt weinig schade Poeder A-branden B-branden C-branden Soms ook D Veroorzaakt mogelijk schade aan elektrische toestellen CO2 B-branden C-branden Werkt vestikkend 60
61 Een oliebrand nooit blussen met water! Water wordt omgezet in stoom en de brand zal zich dan snel verspreiden Verplicht gebruik van thermisch beveiligde gastoestellen; als de waakvlam uitwaait, wordt ook de gastoevoer afgesloten Brandblussers controleren/vervangen (2 jaar) Rubber gasleidingen regelmatig vervangen (3 jaar) Indien een gasdetector wordt geplaatst onderin het schip omdat propaan en butaan zwaarder zijn dan lucht Butaan ( campinggas ) bevriest bij vriestemperaturen. Propaan niet. Propaan heeft hogere druk dan butaan de hoofdkleur van de reddingsmiddelen is oranje Verplicht 1 reddingsvest per opvarend 61
62 Vaarwegmarkeringen Lichten Laterale betonning SIGNI Overige tonnen Kardinale Markering IALA Betonning SIGNI (Signalisation des Voies de Navigations Intérieuré): toepasselijk op de binnenwateren IALA (International Association of Lighthouse Authorities): toepasselijk op de noordzee en beneden zeeschelde/westerschelde IALA-A: Grootste deel van de wereld IALA-B: Amerika en de Philippijnen Vaarwegmarkeringen Lichten Laterale betonning SIGNI Overige tonnen Kardinale Markering IALA Betonning 62
63 Afk. Omschrijving Lengte schittering/ verduistering (sec) F Vast licht: ononderbroken schijnsel LFl Lang Schitterlicht (Long Flash) 2 Fl Schitterlicht (Flash) 1 Q Flikkerlicht (Quick flash) 1/2 VQ Snel Flikkerlicht (Very Quick flash) 1/4 Oc Onderbroken licht (gaat af en toe uit) 1 Iso Isofase licht: het schijnsel is even lang als de verduistering variabel Het aantal schitteringen (of verduisteringen) kan gespecifieerd worden voor een bepaalde periode Ook de kleur kan aangegeven worden (indien niet wit) Vb: Fl(2).R.10s Totale periode is 10 seconden Rood licht Een groep van 2 schitteringen 1s 1s 1s 1s 10s 10s 63
64 Welk lichtpatroon geeft de boei OG-DL? Vaarwegmarkeringen Lichten Laterale betonning SIGNI Overige tonnen Kardinale Markering IALA Betonning Bron Rechteroever Linkeroever Monding 64
65 Deze kunnen voorzien zijn van: een topteken (rode cilinder) een rood licht (ISO of lang schitterlicht) Een lettercombinatie een nummer (even) De nummering loopt tegen de betonningsrichting in, dus van de monding naar de bron (SIGNI) Deze kunnen voorzien zijn van: een topteken (groene kegel) een groen licht (ISO of lang schitterlicht) Een lettercombinatie een nummer (oneven) De nummering loopt tegen de betonningsrichting in, dus van de monding naar de bron (SIGNI) 65
66 Kleur: rood-groen horizontaal gestreept Vorm: bolvormige boei, boei met topteken Topteken (indien aanwezig): rood-groen horizontaal gestreepte bol Licht (indien aanwezig): wit isofase licht (2s) 66
67 Kleur: rood-groen horizontaal gestreept Vorm: bolvormige boei, met topteken en kleur van hoofdvaarwater Licht (indien aanwezig): rood of groen flikkerlicht 67
68 Vooral ten behoeve van de pleziervaart Zonder kenteken (cijfers noch letters) Toont redelijke waterdiepte aan (meestal 1,5 m) Ligt buiten de normale betonning en duidt het fietspad aan 68
69 Vaarwegmarkeringen Lichten Laterale betonning SIGNI Overige tonnen Kardinale Markering IALA Betonning Ter hoogte van een nieuw ontdekt gevaar voor de navigatie, in afwachting van berging of andere betonning. Afwisselend blauw/geel flikkerlicht (wanneer aanwezig) Kleur: zwart, met één of meerdere brede rode horizontale banden Twee witte schitteringen (indien aanwezig) Licht (indien aanwezig): wit gegroepeerd schitterlicht per 2 69
70 Meestal bolvormig, rood gestreept Mag langs alle zijden voorbijgevaren worden Licht (indien aanwezig): wit, isofase of regelmatig onderbroken licht of licht met een lange schittering om de 10 s of letter A van de Morse-code Gele tonnen worden gebruikt om bepaalde gebieden te markeren, bijvoorbeeld baggerplaatsen, ankerplaatsen, visserijgebieden of natuurgebieden. Als de ton voorzien is van een rood wit rood toptekenen is het betreffende gebied verboden voor de scheepvaart. Licht (indien aanwezig): geel schitterlicht of gegroepeerd schitterlicht Vast of traag knipperende lichten (indien aanwezig) Rood-witte of groen-witte zuil met topteken Haven invaren licht op licht 70
71 Voor het aangeven van de diepe kant van een rivier Bakens bevinden zich op de oever Diepe kant bevindt zich aan de rechteroever Licht (indien aanwezig): Rood (OC) Diepe kant bevindt zich aan de Linkeroever Licht (indien aanwezig): Groen (OC) Voor het aangeven van de overgang van de vaargeul naar de andere oever Bakens bevinden zich op de oever Aanduiding op de rechteroever Licht (indien aanwezig): Geel (OC) Aanduiding op de Linkeroever Licht (indien aanwezig): Geel (OC) 71
72 Voor het aangeven van te volgen lijn bij de overgang van de vaargeul naar de andere oever Telkens twee bakens, het achterste hoger dan het andere Aanduiding op de rechteroever Aanduiding op de Linkeroever 72
73 Let op: wit licht wordt op een kaart geel weergegeven! Vaarwegmarkeringen Lichten Laterale betonning SIGNI Overige tonnen Kardinale Markering IALA Betonning 73
74 Licht-patroon Oost-kardinaal Naam: 2 vaarwaters Exacte positie Wit licht 74
75 Vaarwegmarkeringen Lichten Laterale betonning SIGNI Overige tonnen Kardinale Markering IALA Betonning 75
76 Bron SIGNI: Binnenwaters IALA: Open zee Westerschelde Beneden zeeschelde Open Zee 76
77 Hiervoor wordt de kardinaalmarkering gebruikt 77
ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart
Nadere informatieBegrippen en Definities. Ivar ONRUST
Begrippen en Definities Ivar ONRUST Toepassingsgebied Diverse reglementen B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieExamen November 2005
Examen November 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 26 november 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatie1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.
43 Examen maart 2013 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen 1. Hieronder is een verkeerssituatie
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de
Nadere informatieExamen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):
Examen Maart 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 5 maart 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieExamen November 2007
Examen November 2007 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 17 november 2007. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011
ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60
Nadere informatieDigitale thuiscursus VB1(KVB1)
Digitale thuiscursus VB1(KVB1) Vaarschool Albatros Grote Oost 30 1621 BW Hoorn www.vaarschoolalbatros.nl Uw docent Coen Cromjongh 0229 317 020 Voor inhoudelijke vragen over de cursus, kunt u terecht op:
Nadere informatieBPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR
BPR Algemene Bepalingen Instructie CWO 3 BPR Het Binnenvaart Politie Reglement Bevat regelgeving voor alle binnenwateren behalve: Boven- en neder-rijn Lek Waal Westerschelde Eemsmonding Kanaal van Gent
Nadere informatieExamen Beperkt stuurbrevet
Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 Maart 2011. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10 vragen) geeft u
Nadere informatieDEEL 1 - VRAGEN 1-20
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel DEEL 1 - VRAGEN 1-20 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 4 mei 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 110 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Vragen 1-4 In
Nadere informatieReglementen. Ivar ONRUST
Reglementen Ivar ONRUST 2 Toepassingsgebied Diverse reglementen S.R.K.G.T. B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal
Nadere informatieExamen November 2003
Examen November 2003 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 22 november 2003. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieExamen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):
Examen Maart 2002 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 9 maart 2002. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieVaarbewijs 1. Verlichting
Vaarbewijs 1 Verlichting Kleine schepen Motorboot: Boordlichten Toplicht, tenminste 1 meter boven boordlichten Heklicht of Rondom schijnend licht i.p.v. apart toplicht en heklicht Kleine schepen Zeilboot:
Nadere informatieOpmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.
40 2012 BEPERKT STUURBREVET EXAMEN 1 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen: Hieronder staan de vragen van het Beperkt Stuurbrevet-examen
Nadere informatieExamen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET
Examen Maart 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 6 maart 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatie2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet
2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 17 november 2012. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. U bent
Nadere informatieBPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017
BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van
Nadere informatieLes 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam
Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Binnenvaartpolitieregelement (BPR) REGELEMENT TER VOORKOMING VAN AANVARING OF AANDRIJVING OP DE OPENBARE WATEREN Net als op straat zijn er ook op
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 17 mei 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel
Nadere informatieVeilig varen. Welkom KBC Utrecht.
Veilig varen Welkom KBC Utrecht Jasper Jansen 43 jaar Al ruim 35 jaar op het water: ouders, scouting, diverse zeilscholen, eigen schip CWO kielboot- en kajuitjachtinstructeur Ruim 20 jaar wonen en varen
Nadere informatieKielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort. Inleiding
Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort Inleiding et Binnenvaartpolitiepeglement (BPR) beschrijft alle regels ter voorkoming van aanvaringen op de openbare wateren in Nederland. Om dit 250 pagina
Nadere informatieKlein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst
Klein vaarbewijs 6 e bijeenkomst programma testje Marifoon en radar Vaarregels (voorrangsregels) BPR Doorvaren sluizen Slecht zicht Ligplaats nemen Snelle motorboten Overige regels Marifoon Maritieme telefoon
Nadere informatieElk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.
H3 PR 3.1 Het innenvaartpolitiereglement Voordat we het water op kunnen moeten we goed weten wanneer je wel of geen voorrang hebt. Daarvoor bestaat het innenvaartpolitiereglement. Wanneer je de regels
Nadere informatie2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.
41 2012 BEPERKT STUURBREVET EXAMEN 2 Opmerking: De vermelding "CEVNI" heeft betrekking op de Europese reglementering. De vermelding "SIGNI" heeft betrekking op de Europese voorschriften voor signalisatie
Nadere informatie3. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.
44 Examen mei 2013 Examenvragen stuurbrevet - 04 Mei 2013 Beperkt stuurbrevet Opmerking: De vermelding "CEVNI" heeft betrekking op de Europese reglementering. De vermelding "SIGNI" heeft betrekking op
Nadere informatieDEEL 1 - VRAGEN 1-20
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel DEEL 1 - VRGEN 1-20 LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 22 februari 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS.
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel
Nadere informatieBPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR
BPR Dagtekens Instructie ZI BPR Dagtekens Zwarte Kegel: Als een zeilschip op zijn zeilen en motor vaart, moet deze getoond worden Zwarte Bol: Als een schip voor anker ligt, moet deze getoond worden Cilinder:
Nadere informatieExamen November 1999
Examen November 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 20 november 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieExamen CWO buitenboordmotor III
Examen CWO buitenboordmotor III Werkgroep CWO-examenvragen Nautische commissie waterwerk Scouting Nederland Legenda afbeeldingen Wind Wit licht Stroom Geel licht Koers Blauw licht Klein zeilschip Groen
Nadere informatieSamenvatting BPR KZV 2005/2006
1. Klein vaarbewijs I Schepen > 15 meter Schepen sneller dan 20 km/u Op rivieren en kanalen 1. Klein vaarbewijs II Schepen > 15 meter Schepen sneller dan 20 km/u Op ruim vaarwater 2. Groot vaarbewijs Beroepsvaart:
Nadere informatieBPR. Betonning. Kardinale Betonning. Laterale Betonning. Splitsingen. Hoe herken je de betonning? Betonning. Om aan te geven waar je kan varen
Betonning Betonning Om aan te geven waar je kan varen 2 soorten: Kardinale Betonning Laterale Betonning Kardinale Betonning Laterale Betonning Wordt gebruikt om een obstakel of ondiepte te markeren Geeft
Nadere informatieHoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder
Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder Artikel 13.01. Verboden handelingen Behoudens toestemming van de bevoegde autoriteit is het verboden op de
Nadere informatieHet ROEIEN en de vaarregels
Het ROEIEN en de vaarregels Net als op de openbare weg gelden op het openbare water verkeersregels. En dus ook varend met de roeiboten van de K.W.V.L. moeten we ons daar aan houden. Veel van de regelgeving
Nadere informatieVAARREGELS DE BELANGRIJKSTE
DE BELANGRIJKSTE VAARREGELS Dit overzicht omvat een vereenvoudigde voorstelling van vaarregels op het water. Een totaaloverzicht vind je op www.visuris.be/scheepvaartreglementering. Verder moeten schippers
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 november 2012
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 17 november 2012 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel
Nadere informatieBasis gedragsregels & veiligheid sloeproeien
Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien Indeling presentatie Basis verkeersregels (herhaling voor mensen met eerdere opleiding) Suggesties tav gedrag en veiligheid - Varen doe je samen Tips van de
Nadere informatieErratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk.
Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk. Erratum Bladzijde 144 Antwoorden 5.5 Politiereglement Beneden-Zeeschelde Antwoord 1.A moet zijn 1.B Antwoord 9.B moet zijn 9.C 5.7 Kustvaartreglement Antwoord 4.A moet
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 5 mei 2012 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel staan
Nadere informatielichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017
lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 vraag 1) Zeilend met een vlet zie je recht vooruit een schip dat aan stuurboord twee boven elkaar gehesen groene ruiten voert en aan bakboord een rode bal. Je
Nadere informatieDeel 1 BPR volledige wetsteksten
CWO RO-3 cursus 2009. BPR Deel 1, volledige wetstekst. Pagina 1/10 Deel 1 BPR volledige wetsteksten CWO RO-3 cursus 2009 Scouting JWF. Bronvermelding: www.wetten.nl Door: Jeroen Leenderts Typen schepen
Nadere informatiehebt tussen de 25 en 40 meter lengte. Je moet dan een Beperkt Groot Vaarbewijs of een Groot Pleziervaartbewijs hebben.
Examens en vaarbewijzen Dit boek behandelt de stof die je moeten kennen om de examens Klein Vaarbewijs 1 en 2 te halen. Wie alleen het eerste examen haalt, krijgt een Klein Vaarbewijs 1, wie later of meteen
Nadere informatie512 Politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust
Inhoud 10 Inleiding 11 Kanttekeningen 20 Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement 24 Binnenvaartpolitiereglement (BPR) 117 Rijnvaartpolitiereglement (RPR) (uittreksel) 164 Scheepvaartreglement
Nadere informatieBINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)
BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) Theorie eisen reglementen (BPR) voor CWOIII Kennis van de volgende artikelen en de uitwijkbepalingen in de betreffende situaties kunnen toepassen: Art. 1.01 i Definitie
Nadere informatieEen aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn.
Een aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn. *) nb. In verband met de duidelijkheid is hier en daar de officiële tekst wat minder formeel gemaakt.
Nadere informatieVaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT
Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT Met het Watersport Certificaat kunt u in binnen- en buitenland aantonen dat u conform de Nederlandse wet- en regelgeving in Nederland op alle
Nadere informatieOpzet van de theoriecursus
Opzet van de theoriecursus Vandaag: voor roeiers én zeilers Vaarregels relevant op de Eem Borden die te vinden zijn op de Eem als illustratie Lichten in kort bestek Op 9 februari: krachten bij een zeilboot
Nadere informatieR W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt
Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Vragen 1-3 In
Nadere informatieOpzet van de theoriecursus
Opzet van de theoriecursus Vandaag: voor roeiers én zeilers Vaarregels relevant op de Eem Borden die te vinden zijn op de Eem als illustratie Lichten in kort bestek Op 25 januari: verdieping voor regels,
Nadere informatieA. Verbodstekens A.1 In-, uit- of doorvaren verboden (algemeen teken)
A. Verbodstekens A.1 In-, uit- of doorvaren verboden (algemeen teken) of of A.1.a Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip zonder motor A.2 Voorbijlopen
Nadere informatieProefexamen Beperkt Stuurbrevet
Proefexamen Beperkt Stuurbrevet Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. U bent geslaagd indien u 60 % gehaald hebt (36/60). Let op: met dit systeem van meerkeuzevragen
Nadere informatie1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?
Nautisch Inzicht 1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed? a) de hoge wal, loef- en lijzijde; b) de lage wal, lij- en loefzijde;
Nadere informatieEXAMEN JULI 1999 BEPERKT STUURBREVET
EXAMEN JULI 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 16 juni 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieTheorieboekje CWO-Rb3
Theorieboekje CWO-Rb3 Versie oktober 2000 Waterscouting Mark Twain Nederweert internet: http://scoutnet.nl/~scoutppx/ 1 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen...4 Binnenvaart Politie Reglement (BPR)...4 Toepassingsgebied...4
Nadere informatie1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden?
Nautisch Inzicht 1. ls een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden? a) beide schepen gaan slingeren en men moet dubbel oppassen; b) zuiging tussen de twee schepen
Nadere informatieTheorieavond. URV Viking - 1 -
Theorieavond URV Viking - 1 - Opzet instructie Viking Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4-2 - Instructie Fase 1 st1 (wherry) sc1 (wherry/c4x+) centraal geregeld/data bekend afsluiting: pannenkoekentocht en ploegvorming
Nadere informatieBPR. Betonning. Instructie ZI BPR
BPR Betonning Instructie ZI BPR Betonning Om aan te geven waar je kan varen 2 soorten: Kardinale Betonning Laterale Betonning Kardinale Betonning Wordt gebruikt om een obstakel of ondiepte te markeren
Nadere informatieExamen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI).
Examen Juni 2003 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 7 juni 2003. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieHoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen
Deel II Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen Artikel 9.01. Toepassingsgebied Dit hoofdstuk is van
Nadere informatieDe oorspronkelijke nummering is gehandhaafd, waardoor vaak vast te stellen is waar een artikel of lid is weggelaten. PW.
Verantwoording: Dit is een uittreksel uit het Binnenvaartpolitiereglement. Aan dit uittreksel kunnen geen rechten worden ontleend. Het volledige en actuele BPR is te vinden via www.overheid.nl, middels
Nadere informatieVeilig varen doen we samen
Veilig varen doen we samen Vaarregels recreatie- en beroepsvaart Algemeen - Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook binnen de betonde vaargeul. - Pas uw koers en snelheid
Nadere informatieOpmerking Deze tekens kunnen worden aangevuld of verduidelijkt met bijkomende tekens, vermeld onder F
E. AANWIJZINGSTEKENS Opmerking Deze tekens kunnen worden aangevuld of verduidelijkt met bijkomende tekens, vermeld onder F E.1 In-, uit- of doorvaren toegestaan (algemeen teken) (artikelen 6.08, onder
Nadere informatieLichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1)
In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1) Buitengebruik gestelde gedeelten van de vaarweg (Bordnr. A.1a) Geldt niet voor een klein schip zonder motor. Voorbijlopen verboden (Bordnr. A.2) Verboden ligplaats
Nadere informatieErratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk.
Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk. Erratum Bladzijde 144 Antwoorden 5.5 Politiereglement Beneden-Zeeschelde Antwoord 1.A moet zijn 1.B Antwoord 9.B moet zijn 9.C 5.7 Kustvaartreglement Antwoord 4.A moet
Nadere informatie1. Schroef en roerwerking. 2
pagina 1 1. Schroef en roerwerking. 2 1.1 De links en rechts draaiende schroef. 2 1.2 Rondraaien in nauwe vaarwateren. (smal). 2 1.3 Stoppen. 2 1.4 Achteruit varen. 3 1.5 Man over boord. 3 2. BPR (Binnenvaart
Nadere informatieVaaropleiding kleine schepen MBL M2 CWO - MBII
Vaaropleiding kleine schepen MBL M2 CWO - MBII RA 6 van de Maze In samenwerking met de Landelijke Admiraliteit Inleiding...3 De benodigde reglementen...3 BIJLAGE 3 - OPTISCHE TEKENS VAN SCHEPEN...25 Bijlage
Nadere informatieAlgemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (koninklijk besluit van 24 september 2006)
Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (koninklijk besluit van 24 september 2006) www.mobilit.belgium.be Inhoud HOOFDSTUK 1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN... 7 Art. 1.01. Betekenis
Nadere informatieDit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt
Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen
Nadere informatieMinisterie van Verkeer en Waterstaat
Examen versie: VB 999999NWG-7-200909:00VB Handmatig pagina (-7-2009) Ministerie van Verkeer en Waterstaat Stichting VAMEX EXAMEN KLEIN VAARBEWIJS I (Rivieren, kanalen en meren artikel 6 Binnenvaartbesluit)
Nadere informatieVeilig het water op! Vaarregels recreatie- en beroepsvaart. Algemeen. hoofdvaargeul varen.
Veilig het water op! Vaarregels recreatie- en beroepsvaart Algemeen - Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook binnen de betonde vaargeul. - Pas uw koers en snelheid tijdig
Nadere informatieAlgemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren. (koninklijk besluit van 24 september 2006) www.mobilit.fgov.be
Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (koninklijk besluit van 24 september 2006) www.mobilit.fgov.be INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN... 8 Art. 1.01. Betekenis
Nadere informatieErratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015
Erratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015 Klein Vaarbewijs 1 (les 1 t/m 4) Bladzijde 83 bovenaan, beperkt manoeuvreer schip Middelste kolom onder lichten rood-groen-rood moet rood-wit-rood zijn
Nadere informatieZeil insigne kielboot 1. Termen... 2. Zeil standen... 3. Overstag... 4. Gijpen... 5. Stormrondje... 5 BPR... 6. Regels... 6. 1 Goed zeemanschap...
Inhoud Termen... 2 Zeil standen... 3 Overstag... 4 Gijpen... 5 Stormrondje... 5 BPR... 6 Regels... 6 1 Goed zeemanschap... 6 2 Een klein schip wijkt voor een groot schip... 6 3 Kleine schepen onderling...
Nadere informatieR W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt
Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen
Nadere informatieHoud plezier in de vaart!
Houd plezier in de vaart! Regels en tips voor veilige recreatievaart 1 2 Trossen los, lekker varen Net als op de weg gelden ook op de vaarweg verkeersregels. Rijkswaterstaat zet in deze brochure de belangrijkste
Nadere informatieH4 Lichten, seinen & termen
Kielboot 4.4 Verkeerstekens algemeen Net zoals in het verkeer kan je op het water ook verkeerstekens tegen komen. Deze tekens zijn in 4 groepen te verdelen; - Verbodstekens, - Aanbevelingstekens, - Aanwijzingstekens,
Nadere informatieAdmiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen
Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen Nautisch Technische Commissie Theorie examen: MBL M1 - Buitenboordmotorboot / CWO Buitenboordmotorboot III Set: 504 1 Waarom mag er niet gezwommen worden in de
Nadere informatieVAMEX - Voorbeeldexamen februari 2015, CWO-GMS deel A pag. 1
VAMEX - VOORBEELDEXAMEN CWO-GMS deel A Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen CWO-GMS deel A. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord
Nadere informatieInhoud. Het belang van goed sturen Vaarregels en vaartekens Roeireglement Viking, Orca en Triton Algemene aandachtspunten. 6 mei mei 2008
Inhoud Het belang van goed sturen Vaarregels en vaartekens Roeireglement Viking, Orca en Triton Algemene aandachtspunten Belang van goed sturen Klik om het opmaakprofiel van de modelondertitel te bewerken
Nadere informatieAlgemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (koninklijk besluit van 24 september 2006)
Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (koninklijk besluit van 24 september 2006) Dit betreft een geconsolideerde tekst bijgewerkt door De Vlaamse Waterweg nv. Voor de correcte
Nadere informatieeen schip dat een groot schip sleept, assisteert, duwt of langszijde vastgemaakt meevoert;
Binnenvaartpolitiereglement (Tekst geldend op: 26-11-2010) Besluit van 26 oktober 1983, tot vaststelling van een reglement houdende bepalingen ter voorkoming van aanvaring of aandrijving op de openbare
Nadere informatieKLERK DER WATERWEGEN (M/V) VOOR DE HAVEN VAN BRUSSEL
Redersplein, 6 1000 Brussel SYLLABUS KLERK DER WATERWEGEN (M/V) VOOR DE HAVEN VAN BRUSSEL (ANB14001) Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (koninklijk besluit van 24 september
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk
Nadere informatieDit boekje is van: ...
Dit boekje is van:... Boekje kwijt? Je kan hem ook terugvinden op onze website! www.scoutingwestvoorne.nl Speltakken > Zeeverkenners > CWO Zeilen Aftekenlijst voor het CWO 2 Diploma Praktijk Eisen: CWO
Nadere informatieProefexamen 6. 2 Welk vaarreglement is van kracht op de Waddenzee?
Proefexamen 6 1 Binnenvaartbesluit Een klein vaarbewijs is vereist voor het varen met een: Motorschip met een hoogst bereikbare snelheid van 16 km/uur en een lengte van minder dan 15 meter. Motorschip
Nadere informatieInstructieboekje Roei-insigne
Instructieboekje Roeiinsigne Scouting Willem de Zwijger, Delft Zeeverkenners 2005, Fons Huijs Het roeiinsigne Het roeiinsigne is een nautisch vaardigheidsinsigne dat we afgeven aan zeeverkenners die hebben
Nadere informatieScheepvaartreglement gemeenschappelijke Maas
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Maritiem vervoer Scheepvaartreglement gemeenschappelijke Maas (wet van 15 maart 2002) Scheepvaartreglement gemeenschappelijke Maas 1 INLEIDING... 4 HOOFDSTUK
Nadere informatieVaarregels in Nederland
Aantekeningen: Vaarregels in Nederland Toegespitst op: Door spierkracht voortbewogen schepen. (zoals: kano s en roeiboten) Volgens de stand van zaken in: april 2014 Door : A.H. Aalbrecht Nautisch docent
Nadere informatieExamen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)?
Examen Juni 2001 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 16 juni 2001. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieGeachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.
Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1. De in dit proefexamen opgenomen vragen komen uit de examenvragenbank, maar draaien niet meer mee bij
Nadere informatie