EXPERTENADVIES AFSTEMMEN RUIMTE EN MOBILITEIT IN STEDELIJKE GEBIEDEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EXPERTENADVIES AFSTEMMEN RUIMTE EN MOBILITEIT IN STEDELIJKE GEBIEDEN"

Transcriptie

1 EXPERTENADVIES AFSTEMMEN RUIMTE EN MOBILITEIT IN STEDELIJKE GEBIEDEN ANN VERHETSEL DEPARTEMENT TRANSPORT EN RUIMTELIJKE ECONOMIE UNIVERSITEIT ANTWERPEN In opdracht van VLAAMSE OVERHEID - AFDELING JURIDISCHE EN BELEIDSONTWIKKELING ANTWERPEN, 29 OKTOBER 2015 Voorliggende tekst is een experten advies omtrent de afstemming van ruimte en mobiliteit, in het bijzonder in stedelijke regio s. Opvallend in de gestelde opdracht (Bijlage 1) is het totaal ontbreken van het concept bereikbaarheid. In dit concept zitten de dimensies ruimte en mobiliteit verweven. In heel veel landen is het begrip bereikbaarheid (Engels: accessibility) al geruime tijd het uitgangspunt voor onderzoek en beleid waarbij men ruimte en mobiliteit wil verweven. Het ontbreken ervan in de opdracht, en dus vermoedelijk ook in de praktijk van ruimtelijke ordening in Vlaanderen, verplicht mij in dit advies enige basisideeën omtrent bereikbaarheid op te sommen en te verwijzen naar goede bronnen en voorbeelden ervan in het beleid van ruimte en mobiliteit. De auteur was zelf lid van de COST actie TU1002 waarin het gebruik van bereikbaarheidsindices in de ruimtelijke planning centraal stond, de website met resultaten is nog steeds actief ( Een goede bron is zeker ook het boek dat bij onze noorderburen werd gemaakt door het kennisplatform CROW in 2013 over Mobiliteit en ruimte. De wisselwerking tussen mobiliteit en ruimte in de stedelijke regio. Zelf deden we in 2007 in opdracht van de Mobiliteitscel van de Vlaamse gemeenschap een onderzoek naar de relatie tussen locatiebeleid en duurzame mobiliteit voor woonwerkverplaatsingen (Verhetsel et al., 2007a; Verhetsel et al., 2007b). Onderstaande tekst is geïnspireerd op al deze bronnen en ook de Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Transport Planning door Karst Geurs over de dynamiek in mobiliteit en bereikbaarheid is een goede inleiding in de problematiek (Geurs, 2014). Na de toelichting over bereikbaarheid wordt dieper ingegaan op de vorm van bereikbaarheid die in de context van deze opdracht belangrijk is, namelijk de geografische bereikbaarheid, zonder dat andere benaderingen van bereikbaarheid daarbij uit het oog worden verloren. Achtereenvolgens worden de uitdagingen, de ruimtelijke voorwaarden en de ontwikkelingskansen ervan in Vlaanderen becommentarieerd. Gezien de beperkte aandacht tot nu toe in Vlaanderen, blijven er nog vele vragen open en kan het één en ander slechts exemplarisch worden aangebracht. In deze opdracht wordt gevraagd te focussen op de mobiliteit in de stedelijke regio. Dit brengt ons onmiddellijk bij de problematiek van wat zijn de stedelijke regio s in Vlaanderen? Is Vlaanderen misschien één grote stedelijke regio? Of moet er worden uitgegaan van de stedelijke gebieden afgebakend door de praktijk van de ruimtelijke planning gedurende de laatste 15 jaar? Of gaat het over de Vlaamse centrumsteden die in het Vlaamse beleid worden gebruikt? Als geograaf ken ik ook de mogelijkheden van de concepten stadsgewest, stedelijke leefcomplex, werkgelegheidsbassin, telefoonbassin. Om niet te verdrinken in een afbakeningsdiscussie die de werkelijke uitdaging van het voorliggende advies zou maskeren, focus ik op de stedelijke pendelgebieden, dit zijn aaneengesloten gebieden waarvan de voornaamste woon-werkrelaties zich polariseren op een centraal stedelijk gebied. 1

2 Dat ik kies voor deze stedelijke pendelregio s heeft te maken met de bijzondere aandacht hiervoor in verschillende Vlaamse beleidsdocumenten, waar onder op de eerste plaats de beleidsnota van de Minister van mobiliteit en openbare werken. Herhaaldelijk wordt daarin gewezen op de gerichte aandacht die de Vlaamse overheid wil hebben voor de bereikbaarheid van jobs en scholen. De aandachtige lezer merkt hier op dat het begrip bereikbaarheid in deze beleidsnota wel expliciet gebruikt wordt, meestal in de samenstelling basisbereikbaarheid waarmee men een nieuw accent wil leggen ten opzichte van het begrip basismobiliteit gehanteerd in de voorbije legislaturen. Uiteraard moet later ook aandacht worden besteed aan winkelverplaatsingen, we kennen allemaal de congestie en files die op drukke winkelmomenten ontstaan op de routes naar de stedelijke winkelgebieden. Maar winkelen verdient ook aandacht omdat het risico bestaat dat een deel van de bevolking onvoldoende toegang heeft tot winkels waar ze hun dagelijkse goederen, inclusief gezonde voeding, kunnen aankopen (zie hierover het rapport Cant, J., Vanoutrive, T. en Verhetsel, A. (2014), De bereikbaarheid van voedselwinkels in het Vlaamse gewest, Beleidsrapport Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie STORE-B ). Ook verplaatsingen in functie van zorg en recreatie vereisen aandacht in de context van een ruimtelijke ordening gericht op bereikbaarheid. De aandacht voor bereikbaarheid in stedelijke gebieden in het bijzonder is zeer terecht. In Sectie 3 (Ruimtelijke voorwaarden voor geografische bereikbaarheid) wordt verwezen naar studies met cijfers voor Vlaanderen die heel duidelijk aantonen dat in stedelijke omgevingen, hoe ze ook afgebakend worden, er significant meer wordt gekozen voor duurzame vervoersmodi. Dit motiveert zeker tot het behouden en hopelijk versterken van de (stedelijke) ruimtelijke structuren die daarvoor zorgen. Ook in de European Commission White paper on transport uit 2011 stelt men duidelijk en expliciet dat door de hogere bevolkingsdichtheid en omdat de autonomie van een voertuig in de stad minder belangrijk is, het in steden gemakkelijk is om over te schakelen op schonere voertuigen, men kan zich ook te voet en met de fiets verplaatsen, er is meer openbaar vervoer beschikbaar (p 8). Dankzij het beheer van de vervoersvraag en ruimtelijke ordening kunnen de verkeersvolumes worden gereduceerd. Een toename van het openbaarvervoergebruik in stedelijke gebieden in combinatie met verplichtingen voor een minimum dienstverlening zal het mogelijk maken de densiteit en frequentie te verhogen en een nieuwe dynamiek op gang brengen in het openbaar vervoer. Ook verplaatsingen te voet en met de fiets faciliteren, moet een integrerend onderdeel worden van stedelijke mobiliteit en infrastructuurontwerp (p 9). In een stedelijke context moet om de congestie en de uitstoot terug te dringen een multidisciplinair beleid worden gevoerd met oog voor ruimtelijke planning, tariefsystemen, efficiënt openbaar vervoer en infrastructuur voor nietgemotoriseerd verkeer en voor het laden/tanken van schone voertuigen. Steden vanaf een bepaalde omvang moeten worden aangemoedigd stedelijke mobiliteitsplannen op te stellen waarin al deze elementen worden meegenomen. Stedelijke mobiliteitsplannen moeten volledig worden afgestemd op de geïntegreerde stadsontwikkelingsplannen (p 14). Wat betreft beleid is er, weliswaar eerder impliciet dan expliciet, al een verweving van ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid. Mobiliteitsbeleid gebeurt via vier soorten maatregelen: ruimtelijke ordening, infrastructuurbeleid, regulerend beleid, financiële maatregelen. Internationaal onderzoek (Banister, 1995; Van Wee en van der Hoorn, 1997), en onderzoek in Vlaanderen (Verhetsel, 1999) in de jaren negentig van de vorige eeuw toonde al duidelijk aan dat planologische maatregelen het minst effectief zijn en dan nog alleen bij een volgehouden beleid op lange termijn; dat infrastructuurmaatregelen de lokale bevolking kan stimuleren gebruik te maken van openbaar vervoer; maar dat regulerende en vooral financiële maatregelen een duidelijk significante impact hebben op het aantal gegenereerde passagierskilometers en de modale keuze tijdens de spitsuren. Ook al zijn de regulerende en financiële maatregelen niet ruimtelijk in se, ze hebben belangrijke ruimtelijke effecten én werken slechts onder bepaalde ruimtelijke randvoorwaarden. Bijvoorbeeld rekeningrijden beïnvloedt de aantrekkingskracht van bepaalde regio s voor bepaalde activiteiten en kan locatieveranderingen met zich meebrengen (uitwijken bedrijven naar locaties buiten de taxzones), anderzijds zal rekeningrijden de beoogde duurzaamheidseffecten maar bereiken wanneer 2

3 ruimtelijke randvoorwaarden worden opgelegd zodat bijvoorbeeld verdere verspreiding van de activiteiten wordt verhinderd door strenge ruimtelijke ordening. Ook heeft iedereen al wel zelf ervaren hoe regels in verband met parkeren, eventueel versterkt met prijsverhogingen, het mobiliteitsgedrag op korte termijn kunnen beïnvloeden in geviseerde stedelijke buurten. 1. Integreren Ruimte en Mobiliteit: via concept van Bereikbaarheid ( accessibility ) Locatiebeleid beïnvloedt mobiliteit, maar mobiliteitsbeleid beïnvloedt op zijn beurt ook de locatiekeuze en ruimtelijke structuur. Verder zijn er veel andere factoren die het locatiebeleid en/of het mobiliteitsbeleid kunnen beïnvloeden. Er is dus sprake van een uitermate complexe structuur van relaties. De relatie tussen ruimtegebruik en transport wordt goed omschreven in de ruimtegebruik transport feedback loop van Wegener (1995, 2004) (figuur 1): de verdeling van bodemgebruik, zoals residentieel, industrieel en commercieel, bepaalt waar mensen hun activiteiten ontplooien. De locaties van deze activiteiten hebben een invloed op het verplaatsingsgedrag en de kenmerken ervan, zoals de bestemmingskeuze, de keuze van modus en de routekeuze. Verkeer is mede het gevolg van het feit dat de activiteiten op verschillende plekken plaatsvinden. Het verkeer zorgt ook voor een bepaalde belasting van de links en bepaalt daardoor de reistijd, afstand en reiskosten, waardoor het verplaatsingsgedrag kan worden beïnvloed. Het transportsysteem zorgt ervoor dat deze verplaatsing mogelijk wordt en dat locaties bereikbaar zijn. Naarmate plaatsen beter bereikbaar zijn, worden ze aantrekkelijker als locatie voor activiteiten en dit beïnvloedt de locatiebeslissing van investeerders, overheden en gebruikers (Verhetsel et al., 2007a, p.5-6). Figuur 1: Probleemstelling relatie ruimtegebruik en mobiliteit Mobiliteitsbeleid andere factoren Mobiliteit 2 Bereikbaarheid Activiteiten andere factoren Ruimte gebruik Locatiebeleid 1 3

4 De relatie die uit de hoofdvraag het meeste belang blijkt te hebben, is het effect van locatiebeleid op de mobiliteit. Maar gezien de wisselwerking tussen de verschillende componenten is het van belang ook de omgekeerde relatie te bestuderen, met name het effect van mobiliteitsbeleid via een wijzigende bereikbaarheid op ruimtegebruik. Verder worden zowel het ruimtegebruik als de mobiliteit beïnvloedt door andere sociale, economische, ecologische,... factoren. Deze factoren kunnen zorgen voor indirecte effecten. De lezing van de documenten over het Vlaamse ruimtelijke ordeningsbeleid en het Vlaamse mobiliteitsbeleid leert ons dat er overeenstemming is over de algemene principes van het te voeren locatiebeleid. De complexe verweving tussen locatiebeleid en mobiliteitsbeleid, voorgesteld in figuur 1, wordt uitgebreid geïllustreerd bij confrontatie met deze Vlaamse beleidsdocumenten.(verhetsel et al, 2007a, p 7) Met het concept bereikbaarheid wordt het mogelijk de verweving tussen ruimte en mobiliteit te beschrijven, te kwantificeren, te simuleren. Er zijn verwarrend veel verschillende manieren om bereikbaarheid te omschrijven en te berekenen. Een goed begrip van het concept bereikbaarheid is belangrijk om drie redenen. In de eerste plaats is bereikbaarheid een sleutelfactor om de wisselwerking tussen mobiliteit en ruimte te begrijpen, verklaren en modelleren. In de tweede plaats is het begrip bereikbaarheid belangrijk bij het proces van planvorming en beleidsontwikkeling. Een goede invulling kan helpen bij de integratie van ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid. In de derde plaats is bereikbaarheid ook belangrijk als indicator in beleidsevaluaties om de effecten van mobiliteitsbeleid en ruimtelijk beleid te bepalen.(geurs, 2014, p 12) Geurs en Ritsema Van Eck (2001, p. 11) definiëren bereikbaarheid als "de mate waarin de ruimtelijkinfrastructurele constellatie mensen (of goederen) in staat stelt om activiteiten (of bestemmingen) te bereiken met een bepaalde (combinatie van) vervoerswijze(n)". Bereikbaarheid wordt voorgesteld als het resultaat van vier componenten die ook onderling elkaar beïnvloeden en beïnvloed worden door bereikbaarheid: een transportcomponent, een ruimtelijke component, een tijdscomponent en een individuele component (figuur 2). De transportcomponent geeft de afstand, reistijd en -kosten en moeite weer om van een oorsprong naar een bestemming te gaan en de waardering van deze afstand, reistijd en -kosten en moeite. De ruimtelijke component beschrijft ten eerste de omvang en ruimtelijke spreiding van bestemmingen en het aanbod van activiteiten op deze bestemmingen, ten tweede de omvang en ruimtelijke spreiding van de vraag naar activiteiten en ten derde de confrontatie tussen het aanbod en de vraag naar deze activiteiten. De tijdcomponent geeft de tijdsrestricties van personen en activiteiten weer. De individuele component ten slotte houdt rekening met de behoeften, capaciteiten en mogelijkheden van individuen. (Verhetsel, 2007a, p30) 4

5 Figuur 2: Vier componenten van bereikbaarheid Vraag naar activiteiten Ruimtelijke component Lokalisatiefactor Vervoersvraag Vervoers- Transport component Aanbod aan vraag Vervoersactiviteiten Reistijd, vraag Tijds- Tijds- restrictie Bereikbaarheid van locaties -kosten, Wensen, mogelijkheden restrictie Tijds Tijd nodig Mogelijkheden Individuele component Beschikbare tijd component Mogelijkheden Bron: Geurs, K.T. en Ritsema Van Eck, J.R., 2001, p. 44, eigen verwerking De relaties tussen bereikbaarheid en de vier componenten worden weergegeven door de pijlen. Er bestaan drie verschillende invloeden: - Bereikbaarheid wordt beïnvloed door de vier componenten. De ruimtelijke component heeft een effect op de bereikbaarheid door het aanbod van activiteiten te bepalen op de locaties, de transportcomponent d.m.v. de reistijd, -kosten en moeite, de individuele door de bepaling van de wensen en mogelijkheden van individuen en de tijdscomponent beïnvloedt bereikbaarheid door de opgelegde tijdsrestricties. - Hiernaast beïnvloedt bereikbaarheid zelf ook de verschillende componenten. Bereikbaarheid is een lokalisatiefactor voor zowel huishoudens als bedrijven en heeft daarmee een effect op de ruimtelijke component. Bereikbaarheid beïnvloedt de vervoersvraag (transportcomponent), de mogelijkheden van individuen (individuele component) en de tijd nodig om op de plaats van bestemming te geraken (tijdscomponent). - Tot slot zijn ook de componenten onderling gerelateerd. De ruimtelijke component bepaalt mede de vervoersvraag (transportcomponent), tijdsrestricties (tijdscomponent) en mogelijkheden van individuen (individuele component). De individuele component beïnvloedt ook de vervoersvraag (transportcomponent), de beschikbare tijd (tijdscomponent) en de vraag naar activiteiten (ruimtelijke component). (Verhetsel, 2007a, p31) Voor een uitgebreidere bespreking over bereikbaarheid en het meten ervan wordt verwezen naar een rapport van Vandenbulcke (2007) in opdracht van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. 5

6 Ondanks de prominente rol die bereikbaarheid in de maatschappij heeft, wordt het begrip in onderzoek en beleid veelal niet of impliciet gedefinieerd. Omwille van de complexiteit met verschillende invalshoeken, kunnen verschillende benaderingen van bereikbaarheid worden onderscheiden (Geurs, 2014, p28-30): - Op infrastructuur gerichte benadering of verkeerskundige benadering: in deze benadering staat de kwaliteit van het functioneren van verkeersinfrastructuur centraal. Denk aan reistijden over de weg, de kans op file of de omvang van files. Complexere analyses berekenen hoe goed plekken in een infrastructuurnetwerk verbonden zijn met alle andere delen van het netwerk, met andere woorden de connectiviteit. In Vlaanderen denken we dan aan de informatie die vooral door het Verkeerscentrum gegenereerd wordt. Op locaties gerichte benadering of geografische benadering: deze aanpak richt zich op de vraag hoeveel activiteitenplaatsen met hoeveel moeite bereikbaar zijn. Bijvoorbeeld: het aantal arbeidsplaatsen dat binnen een zekere reistijd bereikbaar is vanuit woningen. In de literatuur wordt dit de place-based accessibility genoemd. Door het gebruik van geografische informatiesystemen en de toegenomen beschikbaarheid van ruimtelijke gegevens is het detailniveau van analyse de afgelopen jaren enorm omhoog gegaan. Ook zijn geavanceerde indicatoren ontwikkeld om rekening te houden met verschillen in de ruimtelijke verdeling van de mogelijke vraag naar bepaalde activiteiten en het beschikbare aanbod. In Vlaanderen loopt momenteel binnen het kader van het SBO onderzoek Stedelijke Logistiek en Mobiliteit aan de Universiteit Antwerpen een onderzoek naar de bereikbaarheid van arbeidsplaatsen vanuit de woonplaatsen van Vlaamse werknemers. - Op personen gerichte benaderingen: deze houden niet alleen rekening met de locaties van activiteiten maar ook met de kenmerken van personen die zich op deze locaties bevinden. Daarnaast houden ze rekening met het feit dat de tijd die beschikbaar is om naar een of meerdere bestemmingen te reizen, tussen dagdelen en dagen in de week kan verschillen en afhankelijk is van voorafgaande verplaatsingen. Deze benadering is vrij complex en er zijn maar weinig van dit soort bereikbaarheidsmaten ontwikkeld. In de literatuur wordt dit person-based accessibility genoemd. In Vlaanderen is het onderzoek van Tijs Neutens aan de Universiteit Gent een goed voorbeeld. - Op nut gerichte benadering: deze richt zich op het nut of de (geldelijke) waardering van mensen of bedrijven van het kunnen bereiken van activiteiten. Deze benadering komt voort uit de economische theorie. Deze economische benadering van bereikbaarheid geeft niet de bereikbaarheid zelf weer, maar de economische waardering ervan. Hiermee is deze benadering niet zozeer geschikt om bereikbaarheid in kaart te brengen, maar wel om als input te dienen voor een economische analyse van bereikbaarheid, bijvoorbeeld in het kader van een kosten-batenanalyse van een infrastructuurproject. De laatste jaren lijkt deze benadering aan aandacht te winnen. In Vlaanderen is de studie gemaakt in het kader van het Steunpunt Ruimte van Verhetsel et al. (2013) over het nut dat logistieke bedrijven toeschrijven aan locaties met verschillende bereikbaarheid een goed voorbeeld. Figuur 3 geeft in een matrix de verschillende benaderingen en componenten van bereikbaarheid weer. 6

7 Figuur 3: Benaderingen en componenten van bereikbaarheid Bron: Geurs, 2014, p30 Gezien de voorliggende vraag van dit experten advies ligt het voor de hand in het vervolg van de tekst de geografische benadering van bereikbaarheid centraal te stellen, het draait dan om hoeveel activiteitenplaatsen met hoeveel moeite bereikbaar zijn. CROW (2013, p183) definieert geografische bereikbaarheid als: De mate waarin personen in staat zijn om activiteiten op verschillende locaties en diverse tijdstippen uit te oefenen (perspectief van personen)? Vanuit het perspectief van bedrijven en voorzieningen gaat het om de mate waarin deze in staat zijn om mensen, goederen en informatie op diverse tijdstippen te ontvangen. Er zijn binnen deze benadering veel verschillende indicatoren. Vaak wordt geografische bereikbaarheid uitgedrukt in het aantal inwoners, banen of voorzieningen dat met een bepaalde hoeveelheid reistijd met een bepaalde vervoerswijze te bereiken is. De activiteitenplaatsen zijn expliciet onderdeel van de ruimtelijke planning, de moeite die men moet doen wordt bepaald door de verkeersinfrastructuur naar deze activiteitenplaatsen. Aldus moet nu duidelijk zijn dat de verweving tussen ruimte en mobiliteit kan worden aangepakt via het concept van de geografische bereikbaarheid. De relatie tussen ruimtelijke ordening en transport behoeft een nieuwe impuls. Een goede afstemming van de ruimtelijke inrichting met het transportsysteem, waarbij de focus ligt op bereikbaarheid en niet eenzijdig op reductie van automobiliteit. Gebruikers moeten (ruimtelijke) alternatieven worden geboden, die zowel betrekking hebben op de mobiliteitsbeslissing als op het ruimtelijke keuzegedrag (Meurs, 2001). Ondanks het belang van geografische bereikbaarheid, is ook de op personen gerichte benadering van bereikbaarheid relevant, zeker gezien de nadruk die door de Vlaamse regering wordt gelegd op basisbereikbaarheid. Doel van dergelijk beleid is immers om eenieder toegang tot een waaier aan activiteiten te garanderen zodat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. 2. Geografische bereikbaarheid: uitdagingen heden en toekomst, in het bijzonder in stedelijke gebieden Ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in verkeers-en vervoerssystemen staan niet op zichzelf maar vinden plaats in een wisselwerking met andere maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografische, economische, sociaal-culturele en technologische ontwikkelingen. (Geurs, 2014, p 10-11) Meer mensen betekent doorgaans meer mobiliteit en meer mensen die ergens willen wonen en werken. Ook wijzigingen in de leeftijdsopbouw (zoals vergrijzing) en huishoudsamenstelling (meer eenpersoonshuishoudens) zijn van belang. Kinderen en hoogbejaarden reizen immers veel minder. 7

8 Mensen met een immigratieachtergrond hebben vaak een ander verplaatsingspatroon. Deze demografische groei en veranderingen in demografische kenmerken zijn groter en meer uitgesproken in stedelijke gebieden dan elders. Ook veranderingen in de economische structuren beïnvloeden de vraag naar mobiliteit. De verschuiving van een economie gekenmerkt door massaproductie en massaconsumptie, naar een meer flexibele door de consument gestuurde economie zorgde voor een verschuiving van dikke goederenstromen naar een netwerk van frequente en verspreide fijne goederenstromen. Tevens zorgt de verschuiving van arbeid in de productienijverheid naar arbeid in de dienstverlening en kennissectoren voor een andere mobiliteitsvraag eerder gericht op verspreide stedelijke locaties dan op perifere grootschalige industrieterreinen. Ook hier verwachten we dus een veel grotere impact in stedelijke gebieden. Sociale en culturele processen zoals de individualisering en de intensivering van het dagelijks leven, en technologische ontwikkelingen van nieuwe communicatievormen, hebben ook duidelijke effecten op mobiliteit. Een andere ontwikkeling is schaalvergroting. We gaan steeds vaker naar grote baanwinkels, megabioscopen, pretparken en grote evenementen en ook in het onderwijs en in de zorg is de afgelopen decennia een verregaand proces van schaalvergroting gaande. Het gevolg is dat consumenten, scholieren, patiënten en personeel grotere afstanden moeten afleggen. Omdat deze centrumfuncties uiteraard in stedelijke gebieden gelokaliseerd zijn, verwachten we ook daarom een toename van de mobiliteitsvraag in stedelijke gebieden. Als moderne ICT toepassingen zoals e- commerce ons enerzijds doet denken dat het aantal verplaatsingen van personen afneemt, moeten we anderzijds vaststellen dat de resulterende goederenstromen voor belevering exponentieel kunnen toenemen. Weerom zal dit de bestaande stedelijke verkeersinfrastructuur zwaar belasten. Overheden beïnvloeden de ruimte-mobiliteit-feedbackcirkel direct met verkeers-en vervoersbeleid en ruimtelijk beleid, denk aan de aanleg van wegen en het ontwikkelen van bouwlocaties. Maar overheidsbeleid grijpt ook in op de andere maatschappelijke ontwikkelingen zoals het arbeidsmarktbeleid, de gezondheidszorg en het fiscaal beleid. Daarmee beïnvloeden overheden dus ook op een indirecte manier ruimtelijke en mobiliteitsontwikkelingen. In de complexiteit van stedelijke gebieden met heterogene bevolkingsgroepen en een gevarieerde economische structuur is de wisselwerking tussen al deze beleidsvormen in de ruimte en op de mobiliteit belangrijk, maar moeilijk in beeld te brengen. Zoals in de inleiding reeds gesteld is de samenhang tussen mobiliteit en ruimte ook complex omdat maatschappelijke veranderingen zich afspelen op een andere tijdshorizont. De effecten van ruimtelijke ontwikkelingen of aanleg van nieuwe infrastructuur worden vaak slechts na vele jaren zichtbaar. Gelijktijdig verandert ook de economie, de bevolking en zijn er sociale, culturele en technologische ontwikkelingen. Ook kunnen ontwikkelingen in verkeers-en vervoerssystemen en ruimtelijke ontwikkelingen elkaar versterken maar ook verzwakken. Door massale investeringen in infrastructuur in de afgelopen decennia zijn reistijden enorm afgenomen, maar tegelijkertijd is het stedelijk gebied enorm gegroeid en zijn de afstanden tussen activiteiten toegenomen. De bereikbaarheidswinst van de uitbreiding van het wegennet na de tweede wereldoorlog wordt vrijwel geheel te niet gedaan door een grotere ruimtelijke spreiding van de bevolking en activiteiten. Deze maatschappelijke uitdagingen tonen dat de problematiek van de wisselwerking tussen ruimte en mobiliteit nu en de toekomst vooral in stedelijke gebieden een oplossing zal moeten krijgen. Echter in de stedelijke gebieden vinden we ook de meeste opportuniteiten voor de afstemming tussen ruimte en mobiliteit. Uit onderzoek blijkt dat de geografische bereikbaarheid juist toeneemt als het stedelijk gebied beter wordt benut. Ook de op nut gerichte benadering van bereikbaarheid laat zien dat met zo n strategie bereikbaarheidswinst te halen valt. Stedelingen kunnen immers meer activiteiten bereiken met dezelfde reistijd. Automobilisten gaan er op achteruit, maar de bereikbaarheidswinst voor fietsers, voetgangers en treinreizigers is veel groter (Geurs et al., 2010). 8

9 3. Geografische bereikbaarheid: ruimtelijke voorwaarden Voor het organiseren van een goede geografische bereikbaarheid zijn twee groepen van ruimtelijke voorwaarden geschikt, namelijk een locatiebeleid enerzijds en een infrastructuurbeleid anderzijds. In de studie Onderzoek naar de relatie tussen locatiebeleid en duurzame mobiliteit voor woonwerkverplaatsingen (Verhetsel et al, 2007a, 2007b) wordt uitgebreid empirische evidentie gegeven over de mogelijke impact van locatiebeleid en infrastructuurbeleid op geografische bereikbaarheid én op de keuze voor duurzame transportmodi in Vlaanderen. Dezelfde analyse werd ook doorgevoerd ingezoomd op de Belgische grootstedelijke gebieden (Verhetsel et al, 2007). Wat betreft het locatiebeleid blijkt dat het promoten van de stad, met onder meer de stedelijke afbakening volgens het RSV, zinvol is gebleken uit onze studie. De twee grootstedelijke gebieden Antwerpen en Gent vertonen in 2001 reeds een duurzamer pendelgedrag ten opzichte van het gemiddeld pendelgedrag van de Vlaming. Ook het optimaliseren van de verkeers- en vervoersinfrastructuur en het lokaliseren van verkeersgenererende activiteiten rond openbaar vervoersknooppunten leidt tot minder autogebruik en meer pendel met duurzame vervoersmodi. Deze resultaten mogen echter niet te optimistisch worden bekeken. Zowel in grootstedelijke gebieden als in stationsomgevingen met een zeer goed aanbod aan treinen en locaties die goed bediend worden door het openbaar vervoer, blijft de auto veruit de belangrijkste pendelmodus. Ruimtelijke structuren zijn zeer inert en maar op lange termijn te beïnvloeden. Dit betekent geenszins dat locatiebeleid geen effect zou hebben. Wanneer men bijvoorbeeld de verspreide nieuwbouw gebouwd tussen 1980 en 2000 volgens de principes van het RSV zou gelokaliseerd hebben, zou dat nu wel degelijk een verschil maken. Op middellange en korte termijn helpt locatiebeleid in beperkte mate de mobiliteitsafwikkeling te beïnvloeden: zowel woonlocaties als werklocaties, zeer dichtbij stations en andere stoppunten van het openbaar vervoer die een uitermate goede dienstverlening hebben, produceren meer duurzame vormen van woonwerkverkeer. Ook naar en vanuit de door het RSV vooropgestelde stedelijke verdichtingsgebieden verloopt het verkeer nu al duurzamer, we hebben dus goede hoop dat relatief veel toekomstige bewoners en werknemers van dergelijke gebieden en locaties ook de kans zullen nemen zich duurzaam naar het werk te verplaatsen. Onze empirische analyse wijst ook in de richting van een positieve invloed van infrastructuurbeleid, die zelfs op middellange termijn al effect kan hebben. Infrastructuurinvesteringen verbeteren de bereikbaarheid van plekken die zo een verhoogde aantrekkingskracht hebben op activiteiten. Maar het is duidelijk dat 'ruimtelijke' maatregelen als locatiebeleid en infrastructuurbeleid alleen niet voldoende zijn, ook de levensstijl is van belang. Op de levensstijl hebben dan weer financiële en regelgevende maatregelen een grotere impact. Financiële maatregelen, die de inkomensrestrictie beïnvloeden, zijn belangrijk en kunnen op korte termijn effecten genereren. Zo is men het in onderzoekskringen erover eens dat bijvoorbeeld rekeningrijden of een congestietax vrij snel belangrijke gedragsveranderingen kunnen meebrengen, maar begeleidende ruimtelijke maatregelen zijn belangrijk. Wanneer de ruimtelijke regelgeving buiten het taxgebied niet gecontroleerd wordt, kan een uitwijking van activiteiten uit het taxgebied tot een zeer snelle en nefaste verdere verstedelijking van de stadsrand en overblijvende open ruimte leiden. Naast de financiële, zijn ook regelgevende maatregelen van belang. Het in de tijd beperken en duurder maken van parkeren, doet nadenken over het autogebruik voor woon-werkverkeer. Uit onderzoek blijkt zeer duidelijk dat parkeerbeleid een zeer krachtig mobiliteitsinstrument kan zijn voor stedelijke overheden. Ook dit vraagt een ondersteunend ruimtelijk beleid.(verhetsel, 1999) 9

10 4. Geografische bereikbaarheid: ontwikkelingskansen De ontwikkelingskansen voor geografische bereikbaarheid worden bepaald door twee verschillende soorten bekommernissen. Enerzijds moet er een praktijk van bereikbaarheidsonderzoek worden opgezet waarbij er een keuze wordt gemaakt voor de ontwikkeling van een robuust instrument voor berekening van de geografische bereikbaarheid als ondersteunend instrument voor de ruimtelijke planning in Vlaanderen (Hull et al, 2012). Anderzijds is uit internationale ervaringen (te Brommelstoet et al, 2014) gebleken dat zelfs als er een goed instrument aanwezig is om de planning van geografische bereikbaarheid te ondersteunen, dit instrument vaak niet gebruikt wordt. Er moet dus bijkomend nagedacht worden over hoe deze aanpak geïnstitutionaliseerd kan worden. Voor het verhogen van de geografische bereikbaarheid kan men dus werken vanuit enerzijds de ruimtelijke ordening en anderzijds vanuit het aanbod van verkeersinfrastructuren. Wat betreft de uitbreiding van verkeersinfrastructuren, is het zo dat we in Vlaanderen zeer dicht zitten bij een alomtegenwoordige bereikbaarheid, waardoor bijkomende infrastructuurinvesteringen nog nauwelijks een effect hebben. Enkel het wegwerken van relevante ontbrekende schakels in het infrastructuurnetwerk van de periferie en de uitbreiding van capaciteit bij congestie in stedelijke gebieden kan nog een hoger positief effect betekenen. Het komt er dus op aan mogelijke ontwikkelingskansen van locaties in te schatten en aldus zoeklocaties te definiëren voor gebiedsgerichte en realisatiegerichte actie. Best worden, net zoals bij de verkeersmodellen, bereikbaarheidsindicatoren ontwikkeld per ruimtelijk schaalniveau van de planningspraktijk, dus voor gebruik op niveau Vlaanderen, niveau van de provincies en lokaal niveau. Planvorming over infrastructuur is daarbij niet los te zien van ruimtelijke planvorming. Voor de aanpak van stedelijke bereikbaarheidsproblemen is het beter benutten van infrastructuur cruciaal. Voor extra aanleg van infrastructuur is vaak immers geen ruimte. Hierbij gaat het er niet alleen om verschillende vervoerswijzen beter op elkaar af te stemmen, maar ook om ruimtelijke en infrastructuurontwikkelingen beter op elkaar af te stemmen. De afgelopen jaren is er in het verkeersen vervoersbeleid en onderzoek veel aandacht voor gebiedsontwikkeling rond openbaarvervoerknooppunten. Dit wordt ook wel Transit Oriented Development genoemd. Ook door intensief ruimtegebruik rond de knooppunten kan de infrastructuur beter worden benut. Maar hoe moeten de bereikbaarheidseffecten van een dergelijk beleid nu in kaart worden gebracht? Het volstaat dan niet om te kijken naar files of vertragingen op wegen. Er is dus bereikbaarheidsonderzoek nodig. (Geurs, 2014) De internationale ervaringen uitgewisseld in de COST TU1002 actie over de moeilijkheden om bereikbaarheidsindicatoren in de ruimtelijke planning toe te passen, wijzen er vaak op dat geografische bereikbaarheidsindicatoren complex zijn en dat de berekeningswijze moeilijk is uit te leggen. In Vlaanderen kan dit argument geen stand houden, al sedert de jaren negentig van vorige eeuw werkt men met verkeersmodellen waarvan de complexiteit die van bereikbaarheidsindicatoren fel overschrijdt. Geografische bereikbaarheidsindicatoren zijn ook zonder problemen te berekenen met behulp van deze alom gebruikte en aanvaarde verkeersmodellen. Maar deze analyses worden zelden uitgevoerd, er moet dus wat anders aan de hand zijn. In het Europees onderzoeksproject COST TU1002 zijn verschillende geografische bereikbaarheidsindicatoren toegepast in workshops met regionale en lokale beleidsmakers in 16 verschillende landen. De overgrote meerderheid van betrokken beleidsmakers gaf aan dat het gebruik van deze instrumenten nuttig zou zijn in de dagelijkse beleidspraktijk. Toch gaven ze de toepassing weinig kans van slagen in hun eigen organisatie. De belangrijkste barrières die de beleidsmakers identificeerden, zijn institutioneel van aard. In de meeste landen zijn er weinig formele of informele prikkels voor betrokken sectoren (mobiliteit en openbare werken, ruimtelijke ordening) om samen te werken aan integrale 10

11 oplossingen voor bereikbaarheidsvraagstukken. In enkele landen in Europa zijn geografische bereikbaarheidsanalyses een verplicht onderdeel in planvorming over ruimtelijke of infrastructuurprojecten. Zo is in het Verenigd Koninkrijk de toepassing van een geografische bereikbaarheidsindicator verplicht bij de planvorming over infrastructuurprojecten, in aanvulling op economische effectenstudies (kosten-batenanalyse). In sommige andere Europese landen zijn dergelijke analyses niet verplicht maar worden ze wel aangeraden. De introductie van geografische bereikbaarheid in het ruimtelijk beleid is niet enkel van dienst voor experten en professionele gebruikers. Ook als communicatie instrument naar de Vlaamse bevolking kan het een belangrijke rol spelen, zo kan bijvoorbeeld enerzijds van nieuwe verkeersinfrastructuur vlot de impact op toekomstige reistijden rond de nieuwe investering in beeld worden gebracht, anderzijds kan voor een nieuw te ontwikkelen locatie overzichtelijk een beeld worden gegeven van welke scholen, ziekenhuizen, stations en andere locaties vlot bereikbaar zijn. Een eenvoudige toepassing op GEOPUNT zou Vlamingen al snel kunnen tonen welke andere locaties vanuit een bepaalde woonlocatie of werklocatie bereikbaar zijn. Dit zou een spin off van een meer professioneel geoloket kunnen zijn. Dergelijke ideeën wijzen er op dat rond een geografisch bereikbaarheidsproject zal moeten samen gewerkt worden tussen ruimtelijk planning, mobiliteit en openbare werken en GISVlaanderen, waarbij we de leiding aan ruimte zouden toevertrouwen. 11

12 STELLINGEN De problematiek van de verweving tussen ruimte en mobiliteit in stedelijke gebieden is te complex om te herleiden naar enkele stellingen. Er moet in Vlaanderen nog een start gemaakt worden met een professionele aanpak van deze problematiek. De introductie van het concept bereikbaarheid in de praktijk van de ruimtelijke ordening is daarbij onmisbaar. Er moet een praktijk van bereikbaarheidsonderzoek worden opgezet waarbij er een keuze wordt gemaakt voor de ontwikkeling van een robuust instrument voor berekening van de geografische bereikbaarheid als ondersteunend instrument voor de ruimtelijke planning in Vlaanderen (op verschillende schaalniveaus). Bij de introductie van het concept bereikbaarheid in de praktijk van de ruimtelijke ordening moet er vooral aandacht gaan naar geografische bereikbaarheid. Het draait dan om hoeveel activiteitenplaatsen met hoeveel moeite bereikbaar zijn. De activiteitenplaatsen zijn expliciet onderdeel van de ruimtelijke planning, de moeite die men moet doen wordt bepaald door de verkeersinfrastructuur naar deze activiteitenplaatsen. Gezien het grote belang van basisbereikbaarheid (in plaats van het vroegere basismobiliteit) in het Vlaamse mobiliteitsbeleid, is een verdere stap naar introductie van geografische basisbereikbaarheid noodzakelijk voor de verweving van de huidige ruimte- en mobiliteitsvraagstukken. In stedelijke gebieden is het uitbouwen van een transportinfrastructuur (voor openbaar vervoer, fietsen en stappen) in functie van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen een efficiënt middel om het ruimtelijk rendement van woon- en werklocaties op te drijven. Infrastructuurinvesteringen verbeteren de bereikbaarheid van plekken die zo een verhoogde aantrekkingskracht hebben op activiteiten, en het effect wordt reeds bereikt op middellange termijn. Het komt erop aan een inventaris te maken van mogelijk te ontwikkelen locaties in de buurt van openbaar vervoerhaltes waardoor de bestaande verkeersinfrastructuur beter benut wordt, en daaraan een lijst toe te voegen van te ontwikkelen locaties waar snelle investeringen in openbaar vervoer mogelijk zijn: dit levert zoeklocaties op voor nieuwe bereikbare woon- en werkplekken. Zowel woonlocaties als werklocaties, gelegen zeer dichtbij stations en andere stoppunten van het openbaar vervoer die een uitermate goede dienstverlening hebben, produceren meer duurzame vormen van woon-werkverkeer. In stedelijke gebieden is een consistent (want slechts effectief op lange termijn) locatiebeleid voor woon en werklocaties noodzakelijk om de gewenste positieve effecten van de uitbouw van ruimtelijke structurerende transportinfrastructuur veilig te stellen. Zolang voor wonen en werken gemakkelijk locaties worden gevonden om naar uit te wijken, zal de verdere verstedelijking van Vlaanderen buiten de steden blijven toenemen. Het komt er dus op aan mogelijke ontwikkelingskansen van locaties in te schatten en aldus zoeklocaties te definiëren voor gebiedsgerichte en realisatiegerichte actie. Om in de ruimtelijke ordeningspraktijk het werken met geografische bereikbaarheid te realiseren, moet een samenwerking opgezet worden tussen de administraties ruimte (verantwoordelijk voor locatie activiteiten, stelt waar willen we welke geografische bereikbaarheid bereiken), mobiliteit (verantwoordelijk voor transportinfrastructuur, beschikt binnen het Verkeerscentrum over de nodige gegevens) en GIS-Vlaanderen (hebben expertise in huis om tool te maken voor analyseren en opvolgen van geografische bereikbaarheid). Daarnaast moet binnen de administratie ruimte goed worden nagedacht over hoe het gebruik van de geografische bereikbaarheidstool in de planningsprocessen op verschillende schaalniveaus zal worden geïntegreerd. Een afgeleide van de ontwikkelde tool kan via GEOPUNT ter beschikking gesteld worden aan alle actoren in Vlaanderen die bij een locatiebeslissing daarmee het bereikbaarheidsprofiel van een locatie kunnen raadplegen. 12

13 REFERENTIES Banister, D. (1995), Transport and urban development. London, F&FN SPON. Cant, J., Vanoutrive, T. en Verhetsel, A. (2014), De bereikbaarheid van voedselwinkels in het Vlaamse gewest. Beleidsrapport STORE-B CROW (2013), Mobiliteit en ruimte. De wisselwerking tussen mobiliteit en ruimte in de stedelijke regio. CROW, Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, Ede (NL). ISBN Te bestellen via: Department for Transport, Accessibility Statistics London. statistics Geurs, K., Zondag, B., de Jong, G., de Bok, M. (2010), Accessibility appraisal of integrated landuse/transport policy strategies: more than just adding up travel time savings. Transportation Research Part D 15, Geurs, K. (2014), Dynamiek in Mobiliteit en Bereikbaarheid. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Transport Planning aan de faculteit Construerende Technische Wetenschappen van de Universiteit Twente op donderdag 22 mei Hull, A., Silva, C., Bertolini, L. (2012), Accessibility Instruments for Planning Practice. COST Office, Action TU1002, Brussels. Meurs, H. (2001). Ruimte voor bereikbaarheid. Tijdschrift vervoerswetenschap, 40, te Brommelstroet, M., Silva, C., Bertolini, L. (2014), Assessing Usability of Accessibility Instruments. COST Office, Action TU1002, Brussels. Vandenbulcke, G. (2007), Accessibility indicators to places and transports. Brussel, Politique scientifique fédérale. Verhetsel, A. (1999), The impact of spatial versus economic measures in an urban transportation plan. Computers, Environment and Urban Systems, p Verhetsel, A., Vanelslander,T., Sellekaerts, N. (2007a), Onderzoek naar de relatie tussen locatiebeleid en duurzame mobiliteit voor woonwerkverplaatsingen. Antwerpen, UA, Department of Transport and Regional Economics. Verhetsel, A., Vanelslander,T., Sellekaerts, N. (2007b), De relatie tussen locatiebeleid en duurzame mobiliteit: empirische analyse van het woonwerkverkeer in Vlaanderen en Brussel. Van Christaller tot Wallerstein: liber amicorum prof. dr. Pieter Saey / Nuffel, van, N. [edit.], Zelzate, Nautilus Academic Books. Verhetsel, A., Thomas, I., Beelen, M. (2007), De kracht van het Alonso-Muth-model: het woonwerkverkeer in en rond de Belgische grootsteden. Ruimte en planning : tijdschrift voor ruimtelijke planning, stedenbouw en huisvesting, p

14 Verhetsel, A., Kessels, R., Blomme, N., Cant, J., Goos, P. (2013), Location of logistics companies : a stated preference study to disentangle the impact of accessibility. Research paper, University of Antwerp, Faculty of Applied Economics, 2013:024. Wee, B. van, van der Hoorn, T. (1997), De invloed van ruimtelijke ordening op verkeer en vervoer: scenariostudies vergeleken. Tijdschrift Vervoerswetenschap, 1, p Wegener, M. (1995). Accessibility and development impacts. In D. Banister (Ed.), Transport and urban development, pp , London: F&FN SPON. Wegener, M. (2004). Overview of land use transport models. In Hensher, D., Button, K., Kingsley, E.H. en Stopher, P. (ed.), Handbook of transport geography and spatial systems. Amsterdam, Pergamom,

15 Bijlage 1 Expertenadvies ikv workshop afstemmen tussen ruimte en mobiliteit Beleidsmatige context en ambitie De Vlaamse Overheid werkt aan een Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zal vervangen. Het BRV zal de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen bevatten. Deze ruimtelijke visie zal moeten afgestemd zijn op de huidige en toekomstige ruimtelijk relevante ontwikkelingen op vlak van mobiliteit. In diverse beleidsdocumenten wordt de noodzaak van de afstemming tussen ruimte en mobiliteit aangehaald. Het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid hangen immers sterk samen en beïnvloeden elkaar. De Vlaamse Regering stelt in het regeerakkoord Vlaamse Regering dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en het Mobiliteitsplan Vlaanderen op elkaar afgestemd dient te worden. Minister van Omgeving Joke Schauvliege stelt tevens in haar beleidsnota Omgeving onder strategische doelstelling 4 dynamisch, gebiedsgericht en realisatiegericht ruimtelijk ontwikkelingsbeleid dat bij de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen maximaal zal worden afgestemd met andere beleidsplannen die een ruimtelijke inslag hebben, zoals het mobiliteitsplan. Aansluitend stelt Minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts in zijn beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken onder operationele doelstelling 27 het mobiliteitsplan Vlaanderen: een horizontale aanpak dat een duurzaam langetermijnbeleid inzake mobiliteit en openbare werken afgestemd moet worden met de visie op de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen. Op 24 april 2015 keurde de Vlaamse Regering de bisconceptnota omtrent het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed. Hierin wordt nogmaals de nadruk gelegd op de nodige afstemming tussen het ruimtelijk beleid en het mobiliteit én wordt gesteld dat mobiliteit als belangrijk thema wordt ervaren in de verdere uitbouw van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. In kader van deze afstemming tussen beide domeinen heeft de beleidsontwikkeling rond de ruimtelijke impact van mobiliteit twee luiken. Momenteel omvat de beleidsontwikkeling voor het BRV heel wat bouwstenen voor het eerste luik. Het eerste luik beslaat locatiebeleid en knooppuntontwikkeling (mede op vraag vanuit het mobiliteitsbeleid die tevens inzet op locatiebeleid). Het tweede luik gaat over het mobiliteitssysteem in se en is tijdens de beleidsontwikkeling tot op vandaag onderbelicht gebleven. Het mobiliteitssysteem is de manier waarop wij ons als samenleving van dag tot dag verplaatsen. Het gaat zowel om goederen als personen. De verplaatsingen verlopen via diverse hardware, zoals het spoorwegennet, de binnenvaart en het wegennetwerk. Alle schaalniveaus worden meegerekend, zowel internationaal, regionaal als stedelijk. Het BRV stelt een visie op de ruimte in 2050 voor. Het mobiliteitssysteem maakt deel uit van de ruimte in 2050, maar heeft nood aan een ruimtelijk kader afgestemd op de inherente uitdagingen van het 15

16 mobiliteitssysteem. De richting waarin het mobiliteitssysteem dient te ontwikkelen in kader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen werd nog niet gedefinieerd. Het houden van een workshop waarin diverse thema s aan bod komen waarover afstemming cruciaal is, zal ervoor zorgen dat het ruimtelijk beleid direct of indirect een antwoord zal bieden op de ruimtelijke uitdagingen van het mobiliteitssysteem. Om de afstemming te optimaliseren zal de workshop samen met het departement Mobiliteit en Openbare Werken georganiseerd worden. In de workshop zal er worden nagegaan wat de cruciale ruimtelijke uitdagingen met betrekking tot het mobiliteitssysteem zijn. Daarna wordt er gekeken hoe het ruimtelijk beleid antwoord kan geven op de ruimtelijke uitdagingen in het mobiliteitssysteem om de visie naar 2050 toe te ondersteunen en hoe het mobiliteitssysteem verder ontwikkeld kan worden door de koppeling met de ruimtelijke uitdagingen. Graag zoomen we tijdens de workshop in op volgende raakvlakken tussen ruimte en mobiliteit: mobiliteit in een stedelijke regio en tussen stedelijke regio s, logistiek, landelijke mobiliteit en technologische innovatie. Doel van de workshop DOEL Afstemming verzekeren tussen mobiliteit en ruimte door in het ruimtelijk beleid antwoord te bieden op ruimtelijke uitdagingen in het mobiliteitssysteem en het mobiliteitssysteem verder te ontwikkelen door ruimtelijke uitdagingen eraan te koppelen. Om dit te bereiken worden allereerst de ruimtelijke uitdagingen van het mobiliteitssysteem geïdentificeerd. Daarna wordt er gekeken hoe het ruimtelijk beleid een antwoord kan bieden op de ruimtelijke uitdagingen in het mobiliteitssysteem; Welke tools zijn hiervoor nodig? Welke concepten of voorwaarden dienen er toegepast te worden? THEMA S Daar we niet in de mogelijkheid zijn om het volledige mobiliteitssysteem te betrekken in de opdracht, wordt er gefocust op vijf thema s, waarover een inhoudelijk debat noodzakelijk is. Binnen elk thema worden twee deelvragen geïdentificeerd. 1. Logistiek, transport en distributie 2. Mobiliteit in een stedelijke regio 3. Mobiliteit tussen stedelijke regio s 4. Landelijke mobiliteit 5. Technologische innovatie DEELVRAGEN PER THEMA: - Wat zijn de cruciale ruimtelijke uitdagingen die zich voordoen binnen het thema? - Hoe kan het ruimtelijk beleid een antwoord bieden op de uitdagingen in het mobiliteitssysteem en wat betekent dit voor de verdere ontwikkeling van het mobiliteitssysteem? Producten: adviesnota en workshop inleiden obv powerpoint 16

17 Elke expert wordt een thema toegewezen. 1/ Aan elke expert wordt gevraagd voor de workshop (termijn wordt nog afgesproken) een adviesnota over zijn toegewezen thema te bezorgen. De nota dient minimaal volgende topics te behandelen: o o o o o o o o Analyse van de huidige situatie: ruimtelijke en mobiliteitsaspecten Identificeren van de ruimtelijke uitdagingen (heden en toekomst) Mogelijke ruimtelijke randvoorwaarden voor het mobiliteitssysteem De ruimtelijke ontwikkelingskansen van het mobiliteitssysteem Afstemming met het mobiliteitssysteem tussen stedelijke regio s (enkel bij thema mobiliteit binnen een stedelijke regio ) Afstemming met het mobiliteitssysteem binnen een stedelijke regio (enkel bij thema mobiliteit tussen stedelijke regio s ) Noodzakelijke elementen in verband met mobiliteit die zeker moeten meegenomen worden in het BRV. Nuttige bronnen 2/ De workshop wordt samen met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken georganiseerd in kader van de afstemmingsopdracht tussen ruimte en mobiliteit. Er worden vijf parallelle workshops georganiseerd, die elk één thema behandelen. Per workshop participeren relevante actoren uit het middenveld (vb fietsersbond, Tramtreinbus, logistiek Vlaanderen, ), de private sector (vb autosector, havenbedrijven, ), flankerende beleidsdomeinen (MOW, Economie, LNE, ), overheidsinstanties (NMBS, De Lijn, ) academici en experts. Per workshop worden er 10- tot 15tal actoren verwacht. Op de workshop wordt de expert gevraagd zijn thema toe te lichten aan de hand van een powerpoint. De nadruk wordt hierbij gelegd op de deelvragen. Nadien wordt op basis van de powerpoint een discussie gevoerd. Concreet gezien hebben we in de powerpoint geen extra vragen nodig, maar oplossingen. Deze powerpoint wordt minimaal twee werkdagen voor de workshop bezorgd aan shana.debrock@rwo.vlaanderen.be. PRAKTISCH Plenair gedeelte: - 10min: speech minister Schauvliege/Weyts (tot 13u30) - 10 min: toelichting opzet workshop (tot 13u40) - 20min: toelichting gedachtengoed ruimtelijk beleid (BRV) (tot 14u) - 20min: MOW: keuze van topic aansluitend op één van de thema s (tot 14u20) Pauze: 15min (tot 14u35) Parallelle workshops: - 2u25min: workshop (tot 17u) korte pauze halverwege 17

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit in stedelijke regio s 23/11/15

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit in stedelijke regio s 23/11/15 Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit Mobiliteit in stedelijke regio s 23/11/15 Strategische visie BRV over mobiliteit in stedelijke regio s 20/11/2015 3 20/11/2015 4 20/11/2015 5 20/11/2015 6 Stellingen

Nadere informatie

(Fiets)logistiek integreren in het lokale mobiliteitsbeleid

(Fiets)logistiek integreren in het lokale mobiliteitsbeleid (Fiets)logistiek integreren in het lokale mobiliteitsbeleid Dominique Ameele & Tijl Dendal Vlaamse Overheid Departement MOW Workshop event fietslogistiek 5/5/2017 Mechelen 1 1 2 Overzicht Duurzaam lokaal

Nadere informatie

Inspiratieboek Attractieve Mobipunten. Studiedag Basisbereikbaarheid 29 maart 2019 Brussel

Inspiratieboek Attractieve Mobipunten. Studiedag Basisbereikbaarheid 29 maart 2019 Brussel Inspiratieboek Attractieve Mobipunten Studiedag Basisbereikbaarheid 29 maart 2019 Brussel AANLEIDING Basisbereikbaarheid door combimobiliteit multimodaal reisgedrag waarbij personen voor hun verplaatsingen

Nadere informatie

De invloed van de residentiële mismatch op het verplaatsingsgedrag in Vlaanderen

De invloed van de residentiële mismatch op het verplaatsingsgedrag in Vlaanderen De invloed van de residentiële mismatch op het verplaatsingsgedrag in Vlaanderen De laatste decennia is het autogebruik sterk toegenomen. Het toenemende gebruik van de wagen brengt echter negatieve gevolgen

Nadere informatie

RUIMTELIJKE VERSNIPPERING IN VLAANDEREN

RUIMTELIJKE VERSNIPPERING IN VLAANDEREN RUIMTELIJKE VERSNIPPERING IN VLAANDEREN Lien Poelmans (VITO) Studiedag Basisbereikbaarheid 29 maart 2019 VITO Not for distribution 1 RUIMTELIJKE VERSNIPPERING IN VLAANDEREN Toestand van urban sprawl in

Nadere informatie

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 1 PBL project Verstedelijking & Infrastructuur Analyseren van verwachte knelpunten en kansen bij afstemming verstedelijking en infrastructuur Samenhang

Nadere informatie

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15 Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit Mobiliteit tussen regio s met een stedelijk karakter 23/11/15 BRV strategische visie Het Vlaams ruimtelijk beleid maakt zich sterk voor een goede integratie

Nadere informatie

Expertenworkshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit 23 november 2015

Expertenworkshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit 23 november 2015 Raakvlakken Ruimte & Mobiliteit Peter Cabus Filip Boelaert Secretaris-Generaal Secretaris-Generaal Departement Ruimte Vlaanderen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Expertenworkshop Afstemmen van

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid

Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid Hans Tindemans (beleidsmedewerker VRP) Studiedag: van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid 2 okt.

Nadere informatie

Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid

Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid Peter Cabus Duurzaam Ruimtegebruik Antwerpen, 23 maart 2018 Leiegardens 2014, Your Estate Solution Inhoud 1. Context 2. Witboek Beleidsplan

Nadere informatie

Vervoerregio Limburg Vervoerregioraad Hoe gaat Limburg aan de slag?

Vervoerregio Limburg Vervoerregioraad Hoe gaat Limburg aan de slag? Vervoerregio Limburg Vervoerregioraad Hoe gaat Limburg aan de slag? Plattelandsacademie Landelijke Gilden 12 maart 2019 Sven Lieten Voorzitter Vervoerregio Limburg Departement Mobiliteit en Openbare Werken

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting (summary in Dutch language)

Nederlandstalige samenvatting (summary in Dutch language) Nederlandstaligesamenvatting 145 Nederlandstaligesamenvatting (summaryindutchlanguage) Reizen is in de afgelopen eeuwen sneller, veiliger, comfortabeler, betrouwbaarder, efficiënter in het gebruik van

Nadere informatie

mobi4u OUD vs. NIEUW Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

mobi4u OUD vs. NIEUW Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer mobi4u OUD vs. NIEUW Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Introductie Het leidt geen twijfel dat het stimuleren van duurzame ontwikkeling en duurzame mobiliteit één van de grootste uitdagingen

Nadere informatie

Voorstelling MOW en afdeling Beleid

Voorstelling MOW en afdeling Beleid Voorstelling MOW en afdeling Beleid 1 1 1 Structuur beleidsdomein MOW Minister van Mobiliteit en Openbare Werken Beleidsraad Strategische adviesraad Mobiliteit (MORA) Maritieme Dienstverlening en Kust

Nadere informatie

De autoliefhebber die in de compacte stad plots een fanatiek fietser werd. Paul van de Coevering. Breda University 1. Kees Maat

De autoliefhebber die in de compacte stad plots een fanatiek fietser werd. Paul van de Coevering. Breda University 1. Kees Maat TVW Tijdschrift Vervoerswetenschap Jaargang 54, nummer 2 augustus 2018 pp. 13-17 ISSN: 1571-9227 www.vervoerswetenschap.nl De autoliefhebber die in de compacte stad plots een fanatiek fietser werd Paul

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Het regionaal mobiliteitsplan

Het regionaal mobiliteitsplan Het regionaal mobiliteitsplan 1 1 1 Inhoud Kader voor de regionale mobiliteitsplanning - doelstellingen Schaalniveau in de mobiliteitsplanning Fasering van een RMP Stand van zaken vervoerregio s 2 2 Kader

Nadere informatie

SARO. Advies van 29 juni 2011 over het informatief deel van het mobiliteitsplan Vlaanderen. SARO Koning Albert II-laan 19 bus 12 1210 Brussel

SARO. Advies van 29 juni 2011 over het informatief deel van het mobiliteitsplan Vlaanderen. SARO Koning Albert II-laan 19 bus 12 1210 Brussel SARO Strategische Adviesraad Ruimtelijke ordening Onroerend erfgoed Advies van 29 juni 2011 over het informatief deel van het mobiliteitsplan Vlaanderen SARO Koning Albert II-laan 19 bus 12 1210 Brussel

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. BBL Studienamiddag Brussel, 13 december 2016

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. BBL Studienamiddag Brussel, 13 december 2016 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen BBL Studienamiddag Brussel, 13 december 2016 Inhoud Ruimte in een veranderende wereld We nemen veel ruimte in, een hypotheek op de toekomst Resultaat van de structuur en gewestplanning

Nadere informatie

Economie, innovatie en duurzaamheid zijn van

Economie, innovatie en duurzaamheid zijn van Inter-Steunpunten Transitieplatform Economie, innovatie en duurzaamheid zijn van belang in transport Hilde Meersman, Cathy Macharis, a Christa Sys, Eddy Van de Voorde, Thierry Vanelslander, Ann Verhetsel

Nadere informatie

Uitdagingen voor het mobiliteitsbeleid in Vlaanderen

Uitdagingen voor het mobiliteitsbeleid in Vlaanderen Vervoerregio Gent Plattelandsacademie Landelijke Gilden 16 april 2019 Hannelore Deblaere Voorzitter vervoerregio Gent Departemen Mobiliteit en Openbare Werken 1 Uitdagingen voor het mobiliteitsbeleid in

Nadere informatie

Basisbereikbaarheid Inleiding

Basisbereikbaarheid Inleiding Basisbereikbaarheid Inleiding Eric Sempels Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Beleid Programmamanagement Basisbereikbaarheid 29/03/2019 1 1 1 1. Van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Gebiedsontwikkeling in regio s

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Gebiedsontwikkeling in regio s Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Gebiedsontwikkeling in regio s Partnerforum Gent 18 oktober 2016 Ruimtelijke staat van Vlaanderen Demografische evoluties (groei, krimp, vergrijzing, gezinsverdunning,

Nadere informatie

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Vergrijzing Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Robert Petit Het departement Research van Dexia heeft een bijzonder interessante studie gepubliceerd voor de gemeentelijke beleidsvoerders die

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit 2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit Er zijn minstens vijf verklaringen voor de grote verschillen die er tussen de stedelijke gebieden bestaan in het gebruik van de auto, het openbaar vervoer

Nadere informatie

Mobiliteit in binnensteden: nieuwe trends. Prof. Dr. Henk Meurs Radboud Universiteit/MuConsult

Mobiliteit in binnensteden: nieuwe trends. Prof. Dr. Henk Meurs Radboud Universiteit/MuConsult Mobiliteit in binnensteden: nieuwe trends Prof. Dr. Henk Meurs Radboud Universiteit/MuConsult Auto s in steden: trendbreuk naar toekomst Embarcadero snelweg, San Francisco - Was: brede snelweg met twee

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening en mobiliteit: stadsregionale uitdagingen

Ruimtelijke ordening en mobiliteit: stadsregionale uitdagingen Ruimtelijke ordening en mobiliteit: stadsregionale uitdagingen Casestudy Regionet Leuven www.regionetleuven.be Studievoormiddag 29 mei 2015 Kenniscentrum Vlaamse Steden Johan Van Reeth johan@buur.be Ruimtelijke

Nadere informatie

De bruisende stad. Beleidskader

De bruisende stad. Beleidskader De bruisende stad Vlaams Regeerakkoord: Beleidskader» Werk maken van duurzame, creatieve steden» Stedelijke kernen uitbouwen tot aantrekkelijke woonkernen met een interessant cultureel, onderwijs-, verzorgings-,

Nadere informatie

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017 83 Stadsperimeter Brussel München 84 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 1.400.000 (sterke groei verwacht tegen 2030) " Grootstedelijk gebied: 5.500.000 o Netwerk " Regionale treinen: 14 lijnen " Metro: 6

Nadere informatie

BETREFFENDE HET STREEFBEELD ALS BELEIDSINSTRUMENT STUDIE MC/03/1201 JULI 2004

BETREFFENDE HET STREEFBEELD ALS BELEIDSINSTRUMENT STUDIE MC/03/1201 JULI 2004 ONDERZOEKSOPDRACHT BETREFFENDE HET STREEFBEELD ALS BELEIDSINSTRUMENT STUDIE MC/03/1201 SAMENVATTING EINDRAPPORT JULI 2004 OPDRACHTGEVER MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT LEEFMILIEU EN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Ruimte en mobiliteit In wisselwerking Trends en veranderingen Effectief beleid. Heerlen, 23 november 2018 Arie Bleijenberg

Ruimte en mobiliteit In wisselwerking Trends en veranderingen Effectief beleid. Heerlen, 23 november 2018 Arie Bleijenberg Ruimte en mobiliteit In wisselwerking Trends en veranderingen Effectief beleid Heerlen, 23 november 2018 Arie Bleijenberg Nieuwe mobiliteit na het autotijdperk www.ariebleijenberg.nl Infrastructuur Business

Nadere informatie

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel 69 Stadsperimeter Brussel Helsinki 70 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 600.000 inwoners " Hoofdstedelijke regio : 1.050.000 inwoners " Grootstedelijk gebied: 1.350.000 inwoners o Netwerk " Regionale treinen:

Nadere informatie

DYNAMIEK IN MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID

DYNAMIEK IN MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID ORATIE 22 MEI 2014 DYNAMIEK IN MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID PROF.DR.ING. KARST GEURS PROF. DR. ING. KARST GEURS DYNAMIEK IN MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt

Nadere informatie

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

DUURZAME INFRASTRUCTUUR DUURZAME INFRASTRUCTUUR wisselwerking van stad, spoor, snelweg en fietspad TON VENHOEVEN VENHOEVENCS architecture+urbanism Krimp werkgelegenheid Percentage 65+ Woon-werkverkeer Grondprijzen 2007, Toegevoegde

Nadere informatie

Vervoerregio s in het Vlaamse mobiliteitsbeleid

Vervoerregio s in het Vlaamse mobiliteitsbeleid Vervoerregio s in het Vlaamse mobiliteitsbeleid 1 11 Aanleiding Basisbereikbaarheid Regeerakkoord Vlaamse Regering 2014-2019 Herziening mobiliteitsdecreet (2009) Vaststellingen OV niet bekeken vanuit samenhang

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

De beleidsnota Omgeving

De beleidsnota Omgeving Briefadvies De beleidsnota Omgeving 2014-2019 Briefadvies over de beleidsnota Omgeving 2014-2019 Datum van goedkeuring 9 december 2014 Volgnummer 2014 039 Coördinator + e-mailadres Sandra Sliwa, sandra.sliwa@minaraad.be

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van Schema voor Handelsontwikkeling september 2018

ADVIES. Ontwerp van Schema voor Handelsontwikkeling september 2018 ADVIES Ontwerp van Schema voor Handelsontwikkeling 2018 20 september 2018 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02 205 68 68 Fax :

Nadere informatie

het mobiliteitsbudget en cash for car

het mobiliteitsbudget en cash for car Vilvoorde 21/11/2018 het mobiliteitsbudget en cash for car Thomas Vanoutrive Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling Urban Studies Institute Universiteit Antwerpen cash for car en mobiliteitsbudget Wat

Nadere informatie

Ton Venhoeven, Rijksadviseur Infrastructuur

Ton Venhoeven, Rijksadviseur Infrastructuur Geïntegreerde netwerken en knooppunten: veranderingen in de maatschappij Ton Venhoeven, Rijksadviseur Infrastructuur Project uitwerking en planvoorbereiding Advies verkenningen Onderzoek duurzame stedenbouw

Nadere informatie

ROUTEPLAN 2030 > Samen vooruit > Regionale sessie 22/23/ Lier/Kapellen/Ranst

ROUTEPLAN 2030 > Samen vooruit > Regionale sessie 22/23/ Lier/Kapellen/Ranst De nieuwe visie voor mobiliteit in uw regio ROUTEPLAN 2030 > Samen vooruit > Regionale sessie 22/23/24.01.2019 Lier/Kapellen/Ranst WELKOM PROGRAMMA 19.00 19.10 uur: Opening 19.10 19.25 uur: Vervoerregio

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS Advies 2019-08 / 28.06.2019 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Opzet project Kluisbos... 3 3 Enkele bedenkingen / aandachtspunten... 4 3.1 Procesaanpak

Nadere informatie

Ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen

Ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen Ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen KADER=MOBILITEITSDECREET Lange termijnplan (20-jaar en doorkijk op LT) Opmaak door gewestelijke planningscommissie (PC) en via participatietraject (participatiebeginsel)

Nadere informatie

Overzicht presentatie. bereikbaarheid: Aanleiding: Duurzaamheidsverkenningen-2. Indicatorenset voor duurzaam ruimtegebruik

Overzicht presentatie. bereikbaarheid: Aanleiding: Duurzaamheidsverkenningen-2. Indicatorenset voor duurzaam ruimtegebruik Overzicht presentatie 1. Duurzaamheidsverkenning Nederland Later Rekenen aan duurzame 2. Rekenenmethodiek duurzame bereikbaarheid bereikbaarheid: 3. Case Toepassen van TIGRIS XL in Nederland Later 4. Resultaten

Nadere informatie

CIVITAS PROSPERITY. Ondersteunen van lokale and nationale overheden bij de invoering of verbetering van een Duurzaam Mobiliteits Plan

CIVITAS PROSPERITY. Ondersteunen van lokale and nationale overheden bij de invoering of verbetering van een Duurzaam Mobiliteits Plan CIVITAS PROSPERITY Ondersteunen van lokale and nationale overheden bij de invoering of verbetering van een Duurzaam Mobiliteits Plan Inhoud presentatie DUURZAME MOBILITEITSPLANNEN definitie, sleutelbegrippen

Nadere informatie

architecture is an art we make it happen

architecture is an art we make it happen architecture is an art we make it happen Infrastructurele randvoorwaarden creëren voor gedeelde mobiliteit Visie van de projectontwikkelaar Vanhaerents Development nv Inhoud Uitgangspunten: Integrale duurzaamheid

Nadere informatie

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn

Nadere informatie

Basisbereikbaarheid in landelijke regio. plattelandsacademie van Landelijke Gilden Poperinge 28 maart 2019

Basisbereikbaarheid in landelijke regio. plattelandsacademie van Landelijke Gilden Poperinge 28 maart 2019 1 Basisbereikbaarheid in landelijke regio plattelandsacademie van Landelijke Gilden Poperinge 28 maart 2019 2 Overzicht Wie? Basisbereikbaarheid? Van Basismobiliteit naar Basisbereikbaarheid Waar staan

Nadere informatie

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN Advies 2018-18 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Modaliteiten

Nadere informatie

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN Centraal Netwerk geïnstalleerd Vandaag werd in Antwerpen het

Nadere informatie

m o n t e f e l t r o

m o n t e f e l t r o m o n t e f e l t r o Van stammenstrijd naar kansen voor jonge professionals op het raakvlak tussen RO en verkeer dr Daan H. van Egeraat (www.montefeltro.nl) was initiatiefnemer en projectleider van de

Nadere informatie

FLEXIBELE REGELGEVING VOOR EEN HOGER RUIMTELIJK RENDEMENT 13/12/ OLIVIER CARRETTE

FLEXIBELE REGELGEVING VOOR EEN HOGER RUIMTELIJK RENDEMENT 13/12/ OLIVIER CARRETTE FLEXIBELE REGELGEVING VOOR EEN HOGER RUIMTELIJK 13/12/2016 - OLIVIER CARRETTE Vastgoedproces Promotor Investeerder Verkavelaar Architect Aannemer Vastgoedmakelaar Residentieel Kantoren Winkels Logistiek

Nadere informatie

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Kiezen om ruimte te maken Den Haag 2040 Den Haag is volop in beweging, de stad is in trek. Verwacht wordt dat Den Haag groeit, van 530.000 inwoners in 2017 naar

Nadere informatie

Verplaatsingsgedrag Wetenschap of waarzeggerij

Verplaatsingsgedrag Wetenschap of waarzeggerij Verplaatsingsgedrag Wetenschap of waarzeggerij Prof. Dr. Geert Wets IMOB Universiteit Hasselt www.imob.uhasselt.be Geert.Wets@uhasselt.be Afstand devalueert Eeuwen: Andere stad = dagreis te voet Vandaag:

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van richtplan van aanleg. «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019

ADVIES. Ontwerp van richtplan van aanleg. «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019 ADVIES Ontwerp van richtplan van aanleg «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Stand van zaken van de voorbereidingen 26/06/2015 1

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Stand van zaken van de voorbereidingen 26/06/2015 1 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Stand van zaken van de voorbereidingen 26/06/2015 1 Historiek BRV in een notendop Fase 0: Oriëntatie en voorbereiding (04/2010-01/2011) Startnota VR Fase 1: Coproductie Groenboek

Nadere informatie

Locatiekeuze en duurzame bereikbaarheid

Locatiekeuze en duurzame bereikbaarheid Locatiekeuze en duurzame bereikbaarheid prof. dr. ir. Kobe Boussauw Vrije Universiteit Brussel Cosmopolis Centre for Urban Research, Vakgroep Geografie Kick-off Leerstoel Bedrijven en Duurzame Mobiliteit

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Advies. Over de conceptnota Vlaams strategisch spoorbeleid. Brussel, 20 juli VHC_ADV_ _Vlaamse_spoorstrategie

Advies. Over de conceptnota Vlaams strategisch spoorbeleid. Brussel, 20 juli VHC_ADV_ _Vlaamse_spoorstrategie Advies Over de conceptnota Vlaams strategisch spoorbeleid Brussel, 20 juli 2012 VHC_ADV_20120720_Vlaamse_spoorstrategie Vlaamse Havencommissie Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 F +32 2 217

Nadere informatie

Inhoudstafel INLEIDING...2

Inhoudstafel INLEIDING...2 ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12

Nadere informatie

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio. Maak plaats voor Hoorn! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio. Iedere dag is het hier een komen en gaan van duizenden

Nadere informatie

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Doel en opzet Basisprincipes Voorbereidende werkgroepen Resultaat van de Staten-Generaal Vooraf

Nadere informatie

Over (goede) manieren om zich in Antwerpen te verplaatsen

Over (goede) manieren om zich in Antwerpen te verplaatsen Over (goede) manieren om zich in Antwerpen te verplaatsen De modal split uitdaging in Antwerpen, met een wetenschappelijk bril bekeken Lezing 25ste Horta avond 18 juni 2018 Prof. Dirk Lauwers Onderzoeksgroep

Nadere informatie

Draagvlak voor multisectorale indicatoren

Draagvlak voor multisectorale indicatoren (Bijdragenr. 118) Draagvlak voor multisectorale indicatoren M. Olde Klieverik (Universiteit Twente) S.I.A. Tutert (Witteveen+Bos en Universiteit Twente) Samenvatting In deze bijdrage worden de resultaten

Nadere informatie

De uitdaging van een duurzaam mobiliteitsbeleid

De uitdaging van een duurzaam mobiliteitsbeleid De uitdaging van een duurzaam mobiliteitsbeleid Economische groei Meer economische activiteit Hoger inkomen Meer consumptie veroorzaakt Vraag naar vervoer Woon-werkverkeer Goederenvervoer Consumptief vervoer

Nadere informatie

Digitale inclusie bij beleid en burger

Digitale inclusie bij beleid en burger Digitale inclusie bij beleid en burger Axelle Asmar & Chantal Wauters IMEC-SMIT VUB Digitale inclusie in België Federaal onderzoeksproject IDEALiC IMEC-SMIT VUB & UCL in samenwerking met Belspo Onderzoek

Nadere informatie

Maak. Ruimte. Oost voor. Vlaanderen

Maak. Ruimte. Oost voor. Vlaanderen Vlaanderen 20 50 Maak Ruimte Oost voor Huidig ruimtelijk beleidsplan : PRS Huidig toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen : PRS goedgekeurd in 2004 Addendum Wind 2009 Partiële herziening 2012 Nood

Nadere informatie

OOSTKAMP /03/2019 1

OOSTKAMP /03/2019 1 OOSTKAMP 2030 13/03/2019 1 Een reis naar de toekomst Het besturen van een gemeente zonder een heldere visie op de toekomst en daarbij een passende strategie is als het besturen van een auto met een blinddoek

Nadere informatie

Opmaak van een prototype van een Synergiefaciliterend Sediment Kennissysteem (SfSKs)

Opmaak van een prototype van een Synergiefaciliterend Sediment Kennissysteem (SfSKs) Opmaak van een prototype van een Synergiefaciliterend Sediment Kennissysteem (SfSKs) Rapport 1 Inhoudstafel 1. Doel en context van de opdracht 3 2. Plan van aanpak 4 2.1. Methodologie 4 2.2. Stappenplan

Nadere informatie

GROTE PROJECTEN voor kleine stations

GROTE PROJECTEN voor kleine stations 12 mei 2015 Workshop Schakelmobiliteit GROTE PROJECTEN voor kleine stations Station Izegem Euro Immostar Matthias Blondia matthias.blondia@kuleuven.be Leuven Mobility Research Centre ACHTERGROND > 2010

Nadere informatie

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werktekst witboek Beleidsatria Lokaal Leuven, 24 november 2015 / Gent, 25 november 2015 / Antwerpen, 2 december 2015 / Hasselt, 14 december 2015 / Brugge, 15 december 2015

Nadere informatie

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit 23/11/15. Technologische innovatie

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit 23/11/15. Technologische innovatie Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit 23/11/15 Technologische innovatie Strategische visie BRV over Technologische innovatie 20/11/2015 2 Technologische innovatie, een kans Meer te doen met minder

Nadere informatie

Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid. Prof. dr. ing. Karst Geurs

Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid. Prof. dr. ing. Karst Geurs Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid Prof. dr. ing. Karst Geurs 1 Inhoud 1. Verschillende perspectieven op bereikbaarheid 2. Aanpak TOD project 3. Resultaten en conclusies 2 Brede

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

advies CRB Federale actievoorstellen ter bevordering van carpooling in België

advies CRB Federale actievoorstellen ter bevordering van carpooling in België advies CRB 2014-1820 Federale actievoorstellen ter bevordering van carpooling in België CRB 2014-1820 Advies over de Federale actievoorstellen ter bevordering van carpooling in België BRUSSEL 15.10.2014

Nadere informatie

BIJLAGE EEN CONCEPT VOOR DUURZAME STEDELIJKE MOBILITEITSPLANNING. bij de

BIJLAGE EEN CONCEPT VOOR DUURZAME STEDELIJKE MOBILITEITSPLANNING. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2013 COM(2013) 913 final ANNEX 1 BIJLAGE EEN CONCEPT VOOR DUURZAME STEDELIJKE MOBILITEITSPLANNING bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD,

Nadere informatie

Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context

Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context Een materialenbeleid als onderdeel van een beleid CE of beleid CE tout court moet ook een ruimtelijk beleid zijn (net

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Gebruik de RIA-leidraad en de RIA-checklist om deze RIA in te vullen. 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de

Nadere informatie

Geachte leidend ambtenaren Geachte onderzoekers en wetenschappelijk medewerkers Beste medewerkers en collega s

Geachte leidend ambtenaren Geachte onderzoekers en wetenschappelijk medewerkers Beste medewerkers en collega s Geachte leidend ambtenaren Geachte onderzoekers en wetenschappelijk medewerkers Beste medewerkers en collega s Namens de Vlaamse Landmaatschappij heet ik u van harte welkom op de studiedag: Gebiedsgerichte

Nadere informatie

Supporters van het openbaar vervoer. Visietekst basisbereikbaarheid

Supporters van het openbaar vervoer. Visietekst basisbereikbaarheid Visietekst basisbereikbaarheid Visietekst basisbereikbaarheid Inhoud Inleiding... 3 Gewenste functies van openbaar vervoer... 4 Exit basismobiliteit?... 4 Definitie basisbereikbaarheid... 5 Uitgangspunten

Nadere informatie

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan. Tweede adviesnota van het STEM-PLATFORM aan de stuurgroep donderdag, 12 december 2013 Brussel, Koning Albert II - Laan Pagina 1 Beoordelingskader voor de subsidiëring van initiatieven ter ondersteuning

Nadere informatie

Goederen- en personenvervoer met Ruimte Hilde Meersman, Evy Onghena, Christa Sys, Eddy Van de Voorde, Thierry Vanelslander, Ann Verhetsel

Goederen- en personenvervoer met Ruimte Hilde Meersman, Evy Onghena, Christa Sys, Eddy Van de Voorde, Thierry Vanelslander, Ann Verhetsel Goederen- en personenvervoer met Ruimte Hilde Meersman, Evy Onghena, Christa Sys, Eddy Van de Voorde, Thierry Vanelslander, Ann Verhetsel 12/6/2015 Steunpunt Goederen- en personenvervoer MOBILO 2 Steunpunt

Nadere informatie

WORKSHOP Beleveren van winkels: laden en lossen met minder hinder

WORKSHOP Beleveren van winkels: laden en lossen met minder hinder WORKSHOP Beleveren van winkels: laden en lossen met minder hinder Leen Christiaens Kabinet minister-president Kris Peeters 14 mei 2009 Flanders Logistics: hoe de logistieke sector op een duurzame manier

Nadere informatie

AbWWh leeh Z[ ijwhj 9^[Yab_ij cex_b_j[_j El[hp_Y^j Fhe`[Yj][X_[Z mwj5 D_[km[ je[aecij Aed_d]_d <WX_ebWbWWd C[[h m[j[d5

AbWWh leeh Z[ ijwhj 9^[Yab_ij cex_b_j[_j El[hp_Y^j Fhe`[Yj][X_[Z mwj5 D_[km[ je[aecij Aed_d]_d <WX_ebWbWWd C[[h m[j[d5 vervolg op pagina 2 De werkzaamheden aan het station Gent-Sint-Pieters en omgeving hebben een invloed op de verkeersafwikkeling. Via deze Nieuwsbrief worden automobilisten, voetgangers, fietsers, gebruikers

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

stationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan

stationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan stationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan informatievergadering 7 maart 2006 openbaar onderzoek van 27 februari 2006 tot 27 april 2006 1 inhoud toelichting

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Aart de Koning, april 2010 De aanleiding: de concurrentiepositie van de haven van Rotterdam staat onder druk De haven van Rotterdam is altijd sterk verankerd geweest

Nadere informatie

Waarom een evenementenvervoerplan?

Waarom een evenementenvervoerplan? Waarom een evenementenvervoerplan? VSV Mobiliteitsacademie 17 november 2014 Scelta Mobility Mobiliteitsbureau Oplossingen op maat voor: Evenementen Recreatieve locaties: toerisme, cultuurhuizen, Tijdelijke

Nadere informatie

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN Advies 2016-18 / 20.10.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke

Nadere informatie

Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties

Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties VIVES BRIEFING 2018/02 Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties Lieselot Baert & Jo Reynaerts KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES Steunpunt Economie &

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

RUP Centrum Infovergadering 23/08/2018

RUP Centrum Infovergadering 23/08/2018 RUP Centrum Infovergadering 23/08/2018 Inhoud - Wat is een RUP? - Planningsproces - Doel en afbakening - Opbouw - Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften - Wat is een Ruimtelijk UitvoeringsPlan

Nadere informatie

Hoe smart is t Stad?

Hoe smart is t Stad? Hoe smart is t Stad? Dat internet, computers en vele andere technologieën een belangrijke invloed hebben op onze samenleving is onweerlegbaar. Ook steden zijn steeds meer bezig met het toepassen van technologie.

Nadere informatie