Vragen en antwoorden bij de onderzoeksopdracht 'Milieugerelateerde materiaalimpact van gebouw(element)en' (MMG)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vragen en antwoorden bij de onderzoeksopdracht 'Milieugerelateerde materiaalimpact van gebouw(element)en' (MMG)"

Transcriptie

1 Vragen en antwoorden bij de onderzoeksopdracht 'Milieugerelateerde materiaalimpact van gebouw(element)en' (MMG) Auteur: Roos Servaes Versie:6 1 Beleidsdoelstellingen inzake onderzoeksopdracht MMG 1.1 Wat zijn de concrete beleidsdoeleinden mbt de in ontwikkeling zijnde methodiek MMG? Zoals reeds opgenomen in het uitvoeringsplan 1 'Milieuverantwoord materiaalgebruik en afvalbeheer in de bouw' (anno 2007) zijn er voldoende signalen en groeiend bewustzijn vanuit de internationale context om meer prestatiegericht te gaan werken in de bouw. Dit wordt niet alleen opgepikt door de traditionele koploperlanden zoals Nederland en Duitsland, het geeft een trend aan die zich elders in Europa voortzet. Ook binnen Vlaanderen wordt al geruime tijd de vraag gesteld, zowel door architecten als particuliere bouwheren, welke milieucriteria doorslaggevend zijn inzake keuze van materialen om een gebouw op te trekken. Bij gebrek vandaag de dag aan eigen methodieken in België, beroepen architecten en bouwspecialisten zich op beschikbare tools van het buitenland, die echter niet afgestemd zijn op de bouwwijzen en scenario's van België. Bij de beoordeling van materialen is het uiteraard belangrijk de materialen in de context van hun (technische) toepassing te beoordelen. Het vergelijken van bouwmaterialen op zich biedt geen uitkomst, het vergelijken van hun gebruik of toepassing in gebouw(element)en biedt wel rationele inzichten. De OVAM heeft daarom het initiatief genomen om een LCA-gebaseerd expert-rekenmodel te ontwikkelen om inzicht te verwerven in de milieu-impact van materialen op gebouw(element)niveau. Deze methodiek moet in eerste instantie inzicht geven in de omvang van de milieu-impact tijdens de diverse fasen van de levenscyclus. Milieu-impacten van materiaalgebruik kunnen optreden tijdens de productie van het bouwmateriaal (winning, transport, verwerking), de bouwfase (verwerking en restafval), het gebruik en onderhoud van het gebouw (emissies, afval) en ten slotte in de afdank- of sloopfase. Deze milieueffecten kunnen zeer divers zijn. De studieopdracht MMG is daarbij gericht op het ontwikkelen van een (eerste) output vergelijkbaar met deze van buitenlandse systemen zoals Green Guide to Specification (UK) en de NIBE-classificatie (NL), waarbij de milieu-impact van diverse types gebouwelementen wordt weergegeven op niveau van milieu-impactcategorieën en op geaggregeerd niveau in functie van 1 milieu-indicator. Eenmaal een representatief aantal gebouwelementvarianten doorgerekend is (grootteorde ?), zullen architecten en andere bouwspecialisten voor het eerst beschikken over informatie inzake milieuverantwoord materiaalgebruik dat afgestemd is op de Belgische bouwmarkt. Eenmaal 1(zie actionreq=actionpubdetail&fileitem=2208) Auteur: Roos Servaes Versie: 6 1/8

2 inzicht in de bijdragen naar milieu-impact van de levensfasen van een materiaal kan ook via diverse beleidsinstrumenten meer doelgericht gewerkt worden om de milieu-impact te reduceren op basis van kwantitatieve criteria. Voor het precies vastleggen en definiëren van de aard en de omvang van mogelijke reductiemaatregelen echter is het momenteel nog veel te vroeg. In een latere fase kunnen mogelijk de resultaten uit de MMG-methodiek in de "maatstaf duurzaam wonen en bouwen in Vlaanderen en/of in het Belgisch Referentieel" opgenomen en beleidsmatig verwerkt worden binnen het thema 'afval en materialen'. De opdracht MMG (start maart einde april 2012) is een eerste mijlpaal in de ontwikkeling van een kwantitatief beleidsinstrument inzake milieuverantwoord materiaalgebruik in de bouw en kan -gezien haar modulaire opbouw- verder als basis gebruikt worden om bovenvermelde doelstellingen op termijn te realiseren. Het is dus zeker geen statisch eindresultaat te noemen. Tot slot moet benadrukt worden dat de output van een materialenmethodiek die milieugerelateerde prestaties beschouwt, steeds naast andere karakteristieken en eisen voor een gebouw gelegd dienen te worden om inzichten te bekomen. Het is dan ook de taak van een architect/bouwheer om op basis van alle vrijheidsgraden een doordachte afweging naar materiaalgebruik te maken. 1.2 Waarom wordt in de huidige opdracht MMG ook gekozen om extra milieuimpactcategorieën (naast de CEN EN indicatoren) in rekening te brengen? Zoals ook in het uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord materiaalgebruik en afvalbeheer in de bouw' vermeld, bestaat (op langere termijn) bij uitbreiding van de materiaalmethodiek tot op gebouwniveau, ook de mogelijkheid om doelvoorschriften op te leggen op gebouwniveau. Op deze manier kan analoog aan de energieprestatie van gebouwen- een minimumprestatie inzake duurzaam materiaalgebruik in de bouwsector gerealiseerd worden. Om te komen tot een algemeen maatschappelijk gedragen methodiek werden de Vlaamse overheidsinstellingen betrokken bij het leefmilieubeleid en de FOD Volksgezondheid, bevraagd met betrekking tot welke milieubeleidsapsecten relevant zijn voor Vlaanderen/België en welke milieuimpactindicatoren de overheid minstens in rekening wil brengen. Op basis van deze bevraging bleek dat de CEN-categorieën alleen zeker niet alle relevante domeinen bestrijken en dat er ook nood is aan inzicht in de impact voor andere milieu-indicatoren. Gezien het om een eerste verkennende onderzoeksopdracht gaat, was het voor de overheid wenselijk enerzijds de haalbaarheid voor de berekening van aanvullende indicatoren (CEN+) te bekijken. Anderzijds was het ook interessant en leervol om na te gaan welke resultaten op basis van aanvullende indicatoren (CEN+) worden bekomen, om vast te stellen of deze impactcategorieën in verhouding minder relevant zijn of juist niet. Ingeval het haalbaar blijkt om deze categorieën conform wetenschappelijk gefundeerde methodes correct door te rekenen en de relevantie van CEN+categorieën groot blijkt, lijkt het voor de Vlaamse overheid ondoordacht en niet in het minst weinig duurzaam om deze in de toekomst niet mee in rekening te brengen. Volgende milieu-impactcategorieën werden meegenomen in de materiaalmethodiek: broeikaseffect/klimaatverandering aantasting van de stratosferische ozonlaag verzuring van land en waterbronnen vermesting (eutrofiëring) fotochemische luchtverontreiniging (lage ozon, zomersmog) uitputting van niet-fossiele grondstoffen uitputting van fossiele grondstoffen menselijke toxiciteit (kanker- en niet kankereffecten) fijn stof impact op gezondheid ioniserende stralingseffecten op de mens ecotoxiciteit (land, zoetwater en marien) landgebruik (bezetting) landgebruik (omvorming) waterschaarste Auteur: Roos Servaes Versie: 6 2/8

3 Wij verwijzen voor meer informatie naar het document 'MMG-Bepalingsmethode' en het achtergrondrapport 'Monetarisatie van impactcategorieën'. De CEN-scores conform de Europese norm opgenomen worden in italic weergegeven in bovenstaande opsomming. 1.3 Waarom wordt in de huidige opdracht MMG gekozen om tevens een geaggregeerde score te berekenen van milieu-impactcategorieën? Zoals ook in het uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord materiaalgebruik en afvalbeheer in de bouw' vermeld, bestaat (op langere termijn) bij uitbreiding van de materiaalmethodiek tot op gebouwniveau, ook de mogelijkheid om doelvoorschriften op te leggen op gebouwniveau. Op deze manier kan analoog aan de energieprestatie van gebouwen- een minimumprestatie inzake duurzaam materiaalgebruik in de bouwsector gerealiseerd worden. Een keuze maken tussen varianten van gebouwelementen op basis van verschillende individuele scores per milieu-indicator is praktisch niet haalbaar (gezien het grote aantal milieu-indicatoren) en gebeurt veelal op basis van een één-getal-score. Gezien het om een eerste verkennende onderzoeksopdracht gaat, was het aangewezen de haalbaarheid en de resultaten op basis van een één-getalscore te laten onderzoeken. Alle aanvullingen daartoe worden transparant en wetenschappelijk onderbouwd. 1.4 Hoe kan rekening gehouden worden met alle varianten en typische bouwwijzen die België eigen is? Er werd vertrokken van een open databank waarbij in het huidige voorliggende onderzoek (MMG) voornamelijk op de bepalingsmethode is gefocust, eerder dan op de hoeveelheid aan elementvarianten. Doelstelling vanuit de overheid is te blijven werken met een open databank waaraan steeds nog specifieke varianten kunnen worden toegevoegd. Gezien de grote verscheidenheid aan scenario's moet met aannames of gemiddelden worden gewerkt; belangrijk is dat deze aannames met de nodige frequentie steeds opnieuw afgetoetst worden aan de praktijk enerzijds. Voor een aantal aannames anderzijds wordt ook beroep gedaan op gevoeligheidsanalyse om het belang van eventuele variaties te onderzoeken. Deze analyse moet uitmaken of deze variaties al dan niet een belangrijke rol spelen en verder in detail uitgewerkt worden in volgende fasen. Bij afronding van de eerste onderzoeksopdracht zullen een 110-tal elementvarianten doorgerekend zijn; op termijn wordt gestreefd naar 1200 à 1500 elementvarianten om in lijn te blijven met de evoluties en de grote variaties op de Belgische bouwmarkt. 1.5 Hoe wordt rekening gehouden met toekomstige evoluties in bouwwijzen en -varianten? Binnen het huidig model wordt vertrokken van de huidige en gekende situatie en worden elementen en verwerkte materialen vervangen door dezelfde. Het is een te grote uitdaging voor deze eerste studie om evolutiescenario s per element en/of verwerkt materiaal uit te schrijven. Dit wordt echter meegenomen als aandachtspunt voor een eventueel vervolgproject. 1.6 Wat is de status van het prototype MMG expertmodel? Voor opmaak van het model werd rekening gehouden met de vandaag de dag en beschikbare wetenschappelijke data en uo-to-date methodieken. Aspecten die door input van externen tijdens het eerste onderzoek niet meer konden worden geïntegreerd owv beperkte tijd en middelen worden in het eindrapport bij de het prototype model MMG opgelijst. De bepalingsmethode anno april 2012 is een prototype dat in een vervolgproject verder zal verfijnd moeten worden op basis van nieuwe kennis en ontwikkeling. De eerste output kan nog niet aangewend worden om gebouwelementenvarianten volwaardig te vergelijken gezien het beperkt aantal varianten (110-tal), maar heeft als doel om de mogelijkheden en potentieel van het rekenmodel ten volle te kunnen aantonen en de bespreekbaarheid hiervan te vergroten met andere geïnteresseerde partijen uit privé en overheid. Auteur: Roos Servaes Versie: 6 3/8

4 1.7 Is er afstemming tussen het MMG expertmodel en het opzetten van een EPDdatabank op federaal niveau? De ontwikkeling van de MMG-materialenmethodiek en de EPD-databank zal maximaal op mekaar aansluiten door een coherente afstemming tussen gewestelijk en federaal niveau. De EPD-databank van FOD heeft de ambitie om de CEN+ categorieën mee te laten opnemen en sluit aldus in dat opzicht perfect aan bij het expertmodel MMG van de OVAM. In de toekomst zullen EPD's uit deze databank mogelijk gebruikt kunnen worden voor een (nog te ontwikkelen) in de praktijk werkende tool voor architecten. 1.8 Welk traject wordt voorzien door de OVAM na afloop van de studie? OVAM zal in de loop van 2012 bilaterale gesprekken aangaan met geïnteresseerde organisaties (privé en overheid) om te bekijken welke doorontwikkeling aan het model kan gegeven worden ten einde het in de toekomst als een volwaardig instrument ten dienste te stellen van bouwsector en overheid. Concrete trajecten daarbij zijn ondermeer: verdere verfijning van de bepalingsmethode obv opmerkingen tijdens het eerste onderzoek die nog niet konden worden geïntegreerd owv beperkte tijd en middelen uitbreiding van het aantal elementvarianten ifv typologieën en materiaalcombinaties (van 110 naar grootteorde ?) frequente update van de datarecords en bepalingsmethode uitbreiding van de methode van gebouwelementniveau naar gebouwniveau ontwikkeling van gebruiksvriendelijke software om zelf materialen en gebouwelementen toe te voegen om door te laten rekenen. 2 Monetarisatie 2.1 Waarom werd gekozen voor monetarisatie als methode om gewichtsfactoren toe te kennen per milieu-impactcategorie? Monetarisatie wordt beschouwd als één van de meest objectieve benaderingen om verschillende milieu-indicatoren te aggregeren. Deze methode is gebaseerd op de concepten van vermijden, compenseren of willingness-to-pay en gesteund op brede enquêtes in plaats van de vaak subjectieve weging door een beperkt panel van experten. Het vinden van een wetenschappelijk onderbouwde monetarisatiefactor hangt van de gekozen impactmethode en de bijhorende eenheid waarmee de impact wordt uitgedrukt. Het monetariseren wordt transparant uitgelegd in de bijlage van de bepalingsmethode. 2.2 Waarom werd gekozen voor een geaggregeerde score? zie antwoord bij vraag 1.3 Monetarisatie als methodiek voor een geaggregeerde score is vandaag de dag te beschouwen als 1 van de meest objectieve benaderingen om verschillende milieu-indicatoren te aggregeren. Deze methode is gebaseerd op de concepten van vermijden, compenseren of "willingness-to-pay" en steunt op brede enquêtes in plaats van de vaak subjectieve weging door een beperkt panel van experten. 2.3 Welke milieu-impactcategorieën werden meegenomen in de monetarisatieoefening en waarom? Naast de weergave van de individuele CEN-scores, werd omwille van beleidsrelevantie beslist om in deze studie verder te gaan door: ook de individuele scores weer te geven van andere milieu-indicatoren die niet opgenomen worden door de Europese normen (i.e. CEN+ scores), mits mogelijkheid tot wetenschappelijke onderbouw. een geaggregeerde score (opgedeeld in CEN, CEN+ en de som van beide) om beslissingen toe te laten. Auteur: Roos Servaes Versie: 6 4/8

5 Voor ieder gebouwelementvariant kan derhalve de impact van iedere bovenvermelde milieu-indicator worden berekend, maar ook de gesommeerde impact voor zowel enkel CEN-indicatoren, enkel CEN+indicatoren of voor de totale impact (CEN en CEN+). 2.4 Hoe gebeurde de toekenning van de gewichtsfactoren per milieuimpactcategorie? De toekenning van gewichtsfactoren per milieu-impactcategorie gebeurde via monetarisatie. Voor meer info zie vraag Voor het monetariseren van uitputting van niet-fossiele grondstoffen werd de eenheid ' /Fe eq' gebruikt en niet ' /Sb eq' zoals het gedeclareerd volgens CEN TC 350? Wat is hiertoe de reden? Het vinden van een wetenschappelijk onderbouwde monetarisatiefactor hangt van de gekozen impactmethode en de bijhorende eenheid waarmee de impact wordt uitgedrukt. Om dubbeltellingen en lacunes in de levenscyclusimpactanalyse te vermijden werd er gekozen om voor alle indicatoren beroep te doen op de (nieuwe) ReCiPe-methodes, die in het algemeen het meest up-to-date zijn (vergeleken met andere LCIA-methodes op de markt) en ondersteund wordt door het ILCD-handboek. Voor sommige milieu-indicatoren was het daarom noodzakelijk om een andere impactmethode te gebruiken, dan gedeclareerd volgens CEN TC 350. Zo worden bijvoorbeeld de impacten voor de indicator uitputting van niet-fossiele grondstoffen gemonetariseerd op basis van kg FE eq. (conform de ReCiPe midpointmethode) en niet op basis van kg Sb (antimoon) eqv., een vrij ongekende materiaal, waarvan de waarde moeilijk in te schatten is. Het monetariseren wordt transparant uitgelegd in het document 'MMG-Bepalingsmethode' en het achtergrondrapport 'Monetarisatie van impactcategorieën'. Dit onderzoek is een verkennend onderzoek naar mogelijkheden tot monetarisatie geweest; het is echter belangrijk erop te wijzen dat monetarisatie slechts 1 van de eindresultaten is van het MMGonderzoek. Er is immers ook de mogelijkheid om op basis van het onderzoek enkel de indicatoren zonder monetarisatie te zien. Uiteraard trachten we ernaar te streven om conform CEN TC 350 te werken en zullen we in de toekomst bekijken welke oplossingen mogelijk zijn om deze maximale afstemming te kunnen behouden. 3 Methodiek/Bepalingsmethode 3.1 Waarom worden slechts een beperkt aantal typologieën uitgewerkt? In het onderzoek MMG wordt voornamelijk gefocust op de bepalingsmethode (expert-rekenmodel) eerder dan op de uitwerking van diverse typologieën. Doelstelling is om -eenmaal de bepalingsmethode geconsolideerd wordt- op termijn heel wat meer Belgische typologieën en elementvarianten in kaart te brengen en door te rekenen. In het huidige onderzoek werden voor 8 verschillende gebouwelementen (binnenmuur, buitenmuur, dak, vloer, tussenvloer,...) telkens een 10 à 15-tal varianten uitgewerkt. Dit resulteert in een eerste output van een 110-tal elementvarianten. 3.2 Waarom wordt in dit onderzoek de analys en methodiek beperkt tot op gebouwelementniveau? De analyse gebeurt best op gebouwniveau (of nog hoger), met inbegrip van uitstralingseffecten naar andere elementen. Deze onderzoeksopdracht MMG is een eerste stap en vormt een basis voor verdere uitbreiding naar gebouwniveau. Dit onderzoek is een verkennend onderzoek om eerste inzichten te genereren over de materiaalgebonden milieu-impact van een aantal gebouwelementvarianten. Toch wordt voor de Auteur: Roos Servaes Versie: 6 5/8

6 belangrijke energieverliezen door transmissie reeds een zo nauwkeurig mogelijke schatting gemaakt (via de equivalente graaddagen methode). Indien dit niet zou gebeuren zou het aanbrengen van isolatie omwille van de methode steeds negatief zijn voor het milieu (wel inrekenen van milieueffecten bij productie, maar niet inrekenen van de milieuvoordelen tijdens het gebruik). 3.3 Hoe wordt omgegaan met het aspect 'Carbon sink'? Credits toekennen omdat hout en ook kunststof CO2 opslaat is momenteel niet bij CEN-indicatoren opgenomen noch bij de CEN+-indicatoren. Dit is een verder te analyseren effect, dat (voorlopig) nog niet operationeel kan meegenomen worden, maar voor verdere analyse meegenomen wordt in een vervolgstudie. 3.4 Waarom wordt het model een expertrekenmodel genoemd? Een expertmodel in deze context betekent dat alle achterliggende data transparant mee in het rekenblad worden opgenomen, zonder op geaggregeerd niveau te werken, i.e. productie, transport naar werf, gebruiksfase, transport naar End Of Life (EOL), en EOL. Het modulair en transparant opgebouwde model biedt de mogelijkheid om telkens nieuwe datarecords toe te voegen en doorrekeningen te maken. Dergelijk niet-geaggregeerd expertrekenmodel is niet werkbaar voor een leek, maar vereist heel wat achtgrondkennis mbt opbouw databank, rekenbladen en invoer data. Zijn specifieke opbouw maakt het wel mogelijk in de toekomst op basis hiervan nieuwe ontwikkelingen te doen bv. software ontwikkelen op maat van een type doelgroep (architecten, bouwheer, overheid,...). 3.5 Welke functionele eenheid wordt gebruikt? Het hierbij ontwikkelde expertenmodel en de bijhorende tool zijn in eerste instantie bedoeld voor een evaluatie op elementniveau 2. De functionele eenheid is dus 1m2 van een element (bv. 1m² buiten- of binnenwand, 1m² vloer, ) dat in de praktijk gebouwd wordt. Het voordeel hiervan is dat dit toelaat zich te concentreren op één of meerdere elementen zonder een volledig gebouw te moeten ontwerpen. Een nadeel van enkel op elementniveau te werken is dat bepaalde keuzes voor één element soms invloed hebben op andere elementen (bv. bredere fundering indien dikkere isolatie in de spouw) en dit enkel op gebouwniveau geanalyseerd kan worden. Daarenboven komt, afhankelijk van de gebouwlayout, een element meer of minder voor per m² vloer (bijvoorbeeld m² dak voor appartement of bungalow). De elementmethode moet echter als een eerste stap gezien worden naar een mogelijk latere uitbreiding op gebouwniveau. De uiteindelijke vergelijking per functionele eenheid moet ook gebaseerd zijn op de technische prestaties van het gebouw(element) en moet dus o.a. de energetische en akoestische prestaties bevatten. Het hoofddoel van deze studie is echter de materiaalgerelateerde milieu-impact van verschillende gangbare technische oplossingen te kunnen vergelijken. Bijgevolg zijn dergelijke prestaties niet opgenomen in de definitie van de functionele eenheid. Om over de energetische prestaties de varianten toch op een gelijkwaardige voet te kunnen vergelijken (en dus te voorkomen dat de minder geïsoleerde varianten een gunstiger materiaalgebonden milieuprofiel zouden hebben), wordt de invloed op het energieverbruik voor verwarming wel apart begroot aan de hand van de equivalente graaddagen methode. 3.6 Hoe kunnen gebouwelementen vergeleken worden naar materiaalimpact zonder oog te hebben voor energieverliezen? Voor de belangrijke energieverliezen door transmissie werd reeds een zo nauwkeurig mogelijke schatting gemaakt (via equivalente graaddagen methode) voor de doorgerekende gebouwelementvarianten. Indien dit niet zou gebeuren zou het aanbrengen van isolatie omwille van de methode steeds negatief zijn voor het milieu (wel inrekenen van milieueffecten bij productie, maar niet inrekenen van de milieuvoordelen tijdens het gebruik). 3.7 Voor welke parameters wordt een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om na te gaan of het model voldoende robuust is? Voor volgende parameters wordt een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd binnen de onderzoeksopdracht 2 Element = onderdeel van een gebouw, bv. wand, dak of buitenmuur. Er wordt rekening gehouden met de volledige levenscyclus van dit element in zijn toepassing in het gebouw. Auteur: Roos Servaes Versie: 6 6/8

7 MMG: End of Life, transportscenario's, bouwafval op de werf, levensduur, monetarisatie. 4 Data 4.1 Welk type data zijn nodig voor het doorrekenen van materialen in gebouwelementvarianten? Voor het doorrekenen van data van een bouwmateriaal wordt gebruik gemaakt van data per individuele milieu-impactcategorie, die ter beschikking gesteld kunnen worden via een EPD (Environmental Product Declaration). Er wordt verwezen naar vraag 2.3 om een overzicht te bekomen mbt welke impactcategorieën in de methodiek worden doorgerekend. De individuele LCA-resultaten voor de CEN-indicatoren zijn volledig conform EN Binnen de onderzoeksopdracht werden ook aanvullende indicatoren (CEN+) opgenomen om hun relevantie te onderzoeken. 4.2 Wat is de oorsprong van de data voor het doorrekenen van de gebouwelementvarianten? Als generieke LCI-databank werd doelbewust de ecoinvent 2.2-databank gebruikt, die voor transport en energiemix geharmoniseerd werd naar de Belgische context, daar waar nodig. De ecoinventdatabank is momenteel de meest uitgebreide databank op de markt (i.e. meer dan 4000 industriële processen). 4.3 Waarom werden producenten gevraagd tijdens de onderzoeksopdracht MMG om LCI-data aan te leveren mbt hun bouwproducten? Om nog meer de Belgische realiteit te benaderen, zou het aangewezen zijn om specifieke data (obv Belgische sectorgemiddelden of op basis van groeperingen van of individuele bedrijven) door te rekenen in plaats van de generieke data uit de Eco-inventdatabank. Daarom werd tijdens het onderzoek een oproep gedaan naar de bouwsector om LCI-gegevens door te geven. De LCIbevraging heeft tot doel om meer accurate LCI-data te bekomen voor sommige producten, maar is ook een kans voor bouwmateriaalproducenten om vertrouwd te geraken met de methodiek. Het regelmatig checken of de data up-to-date is, is belangrijk, maar valt buiten de doelstellingen van deze beperkte opdracht. Dit wordt zeker meegenomen als aandachtspunt voor een eventueel vervolgopdracht. 4.4 Waarom zijn EPD's (Environmental Product Declarations) niet voldoende als input in de materialenmethodiek MMG? Via de EPD s opgemaakt op basis van CEN, wordt enkel gecommuniceerd over de CEN-indicatoren. Op basis hiervan kunnen geen bijkomende (zogenoemde CEN+) indicatoren berekend worden. Met behulp van de achterliggende LCI data, kunnen wel extra indicatoren (CEN+) worden berekend. 4.5 Welke aanpassingen/wijzigingen ondergingen de data uit de Ecoinventdatabank vooraleer ze worden doorgerekend in de materialenmethodiek MMG? In de huidige fase van het project werd gewerkt met generieke data afkomstig uit de Ecoinventdatabank. De Ecoinvent-databank is momenteel de meest uitgebreide databank op de markt (i.e. meer dan 4000 industriële processen). Gezien de methodiek bestemd is voor de Vlaamse/Belgische markt werden al wel aanpassingen aan de data gedaan opdat ze meer waarheidsgetrouw de Vlaamse/Belgische situatie kunnen benaderen. Aanpassingen gebeurde bij: transportafstanden indien relevant (bv. om onderscheid te kunnen maken tussen blauwe hardsteen uit Wallonië en uit China) de energiemix (Europese vs Belgische vs andere landen) Om nog meer de Belgische realiteit te benaderen, zou het aangewezen zijn om specifieke data (obv Belgische sectorgemiddelden of op basis van groeperingen van of individuele bedrijven) door te rekenen. Daarom werd tijdens het onderzoek een oproep gedaan naar de bouwsector om LCI- Auteur: Roos Servaes Versie: 6 7/8

8 gegevens door te geven. De LCI-bevraging heeft tot doel om meer accurate LCI-data te bekomen voor sommige producten, maar is ook een kans voor bouwmateriaalproducenten om vertrouwd te geraken met de methodiek. 4.6 Hoe wordt omgegaan met vertrouwelijke datarecords, nl. LCI-data? De opgemaakte database bevat GEEN LCI-data. De database bevat enkel de CEN en CEN+ indicatoren en de gemonetariseerde waarden. Voor de LCI-data maakt opdrachtnemer VITO met een aantal bedrijven en sectorfederaties een vertrouwelijkheidsovereenkomst op. De LCI data worden aldus niet publiek bekend gemaakt en VITO gebruikt deze enkel in het kader van dit onderzoeksproject MMG voor de berekening van de CEN en CEN + indicatoren en de gemonetariseerde waarden. 5 MMG-databank 5.1 Wie is eigenaar van de MMG-databank? De CEN-, CEN+-indicatoren en de gemonetariseerde ééngetal scores van de materialen werden berekend voor 8 vlakke elementenvarianten te maken (10 à 20 per element volgens afspraak) op basis van data uit de Eco-inventdatabank en zijn momenteel eigendom van de OVAM. Voor 10 materialen en 10 verwerkte materialen zijn de gedocumenteerde resultaten tevens eigendom van OVAM en opgenomen in het eindrapport van het onderzoek MMG. Het projectteam MMG (VITO, WTCB, KUL/ASRO) maakt verslag op mbt hoe heel de databank is opgebouwd. Ook dit verslag zal de OVAM publiceren. De gebruikte interne databank (obv Ecoinvent) kan niet doorgegeven worden owv vertrouwelijkheid van de database en eigendomsrechten van de database. In het huidige stadium blijven de berekende resultaten eigendom van de OVAM. In de loop van 2012 zal op basis van verkennende gesprekken met potentiële partners in overheid en privé meer inzicht verkregen worden op een definitieve (samen)werkvorm rond de materialenmethodiek. Op basis daarvan kan mogelijk het eigenaarschap mbt de database uitgebreid worden. 5.2 Voor wie is de MMG-databank toegankelijk? Momenteel is de database enkel toegankelijk voor enkele OVAM-medewerkers. De output, zijnde 110 doorgerekende elementvarianten met weergave van de impact per milieuindicator zal wel via een publicatie in 2012 verspreid worden naar geïnteresseerden om aan te tonen wat het potentieel van de methodiek is. In de loop van 2012 moet op basis van contacten met andere stakeholders verder uitkristalliseren wie mee aan de opbouw van de MMG methodiek database zal werken en wie in functie daarvan rechtstreeks toegang nodig heeft tot de database. Auteur: Roos Servaes Versie: 6 8/8

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 8. Raam

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 8. Raam Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant 8. Raam Domentbeschrijving 1. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen, details per variant: raam 2. Verantwoordelijke uitgever Danny Wille,

Nadere informatie

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 10. Binnenschrijnwerk

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 10. Binnenschrijnwerk Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant 1. Binnenschrijnwerk Domentbeschrijving 1. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen, details per variant: binnenschrijnwerkerij 2. Verantwoordelijke

Nadere informatie

Levenscyclusanalyse van groene wanden

Levenscyclusanalyse van groene wanden Groen Bouwen: Groene gevels voor duurzame gebouwen en steden Levenscyclusanalyse van groene wanden Inzicht in de milieu-impact van de verschillende onderdelen Lisa Wastiels, An Janssen WTCB 1 Mid-term

Nadere informatie

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 1. Vloer op volle grond

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 1. Vloer op volle grond Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant 1. Vloer op volle grond Domentbeschrijving geïntegreerde milieubeoordeling details van per materialengebruik variant: vloer op in volle gebouwen grond

Nadere informatie

Materiaalbewust bouwen & TOTEM. John Wante, Roos Servaes MINA-hoorzitting, 18 maart 2019

Materiaalbewust bouwen & TOTEM. John Wante, Roos Servaes MINA-hoorzitting, 18 maart 2019 Materiaalbewust bouwen & TOTEM John Wante, Roos Servaes MINA-hoorzitting, 18 maart 2019 1. Intro 2. TOTEM 3. Circulariteit 4. Conclusies Klimaatimpact van een gebouw 60 50 40 30 20 10 Klimaatimpact door

Nadere informatie

TOTEM & Circulariteit. Roos Servaes Build up / Inspiratiedag GDCB 23 mei 2019

TOTEM & Circulariteit. Roos Servaes Build up / Inspiratiedag GDCB 23 mei 2019 TOTEM & Circulariteit Roos Servaes Build up / Inspiratiedag GDCB 23 mei 2019 Waarom? Wat is de impact van onze gebouwen? Welke bouwmaterialen zijn meer of minder duurzaam? Hoe kan ik afwegingen maken rond

Nadere informatie

Environmental Profile of Building Element details per variant. 9. Trap

Environmental Profile of Building Element details per variant. 9. Trap Environmental Profile of Building Element details per variant 9. Trap Domentbeschrijving 1. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen, details per variant: trap 2. Verantwoordelijke uitgever Danny

Nadere informatie

Circulaire economie Duurzaam materiaalgebruik in de bouw

Circulaire economie Duurzaam materiaalgebruik in de bouw Circulaire economie Duurzaam materiaalgebruik in de bouw Gent, 29 november 2016 Roos Servaes, Meg Scheppers INHOUD 1. Circulaire economie 2. Materiaalbewust bouwen in kringlopen (2014-2020) 3. Materiaalprestatie

Nadere informatie

MATERIAAL-MILIEUPRESTATIE EN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

MATERIAAL-MILIEUPRESTATIE EN DE CIRCULAIRE ECONOMIE MATERIAAL-MILIEUPRESTATIE EN DE CIRCULAIRE ECONOMIE Wat zit er achter instrumenten zoals GPR Gebouw, MRPI-MPG en BREEAM-NL / DGBC Materialentool? Harry van Ewijk (SGS) NVBV-Kennisdag, 14 juni 2017 1 HARRY

Nadere informatie

Aluminium, LCA en EPD

Aluminium, LCA en EPD Symposium Duurzaam Aluminium 5 februari 2015 Aluminium, LCA en EPD Harry van Ewijk IVAM UvA BV www.ivam.uva.nl IVAM UvA BV Opgericht in 1993 vanuit de Vakgroep Milieukunde UvA is enige aandeelhouder 15

Nadere informatie

Milieu-impact van groene wandsystemen

Milieu-impact van groene wandsystemen Groen Bouwen: Groene gevels voor duurzame gebouwen en steden Milieu-impact van groene wandsystemen Lisa Wastiels, An Janssen WTCB Met de financiële steun van: 1 Milieu-impact van groene wanden 1. Levenscyclusanalyse

Nadere informatie

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 3. Dragende binnenwand

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 3. Dragende binnenwand Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. Dragende binnenwand Domentbeschrijving. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen, details per variant: dragende binnenwand. Verantwoordelijke

Nadere informatie

De Ecolizer 2.0. Een instrument voor introductie van ecodesign

De Ecolizer 2.0. Een instrument voor introductie van ecodesign De Ecolizer 2.0 Een instrument voor introductie van ecodesign Ecolizer 2.0 Inhoud OVAM & ecodesign Ecolizer historiek Ecolizer 2.0 Toekomst OVAM Ecodesign Award Pro in samenwerking met Winnaars OVAM Ecodesign

Nadere informatie

PCR VLOERBEKLEDING. Versie December Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan AL Den Haag

PCR VLOERBEKLEDING. Versie December Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan AL Den Haag PCR VLOERBEKLEDING Versie 1.0 12 December 2018 Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan 7 2596 AL Den Haag T (0)88 558 01 00 KvKnummer: 24437504 Banknummer: NL95ABNA0457578211 INSIDE/INSIDE is een initiatief

Nadere informatie

Invloed op duurzaamheid als constructeur via de MPG

Invloed op duurzaamheid als constructeur via de MPG Invloed op duurzaamheid als constructeur via de MPG Olga van der Velde Datum: 14-06-2018 Constructeursdag Circl paviljoen www.nibe.org o.vandervelde@nibe.org 06 34 06 54 25 Voorstelronde: NIBE in het kort

Nadere informatie

FAQ KB EPD Scope van het KB? Zijn er overgangsmaatregelen voorzien? Hoe moet een fabrikant een LCA of levenscyclusanalyse uitvoeren?

FAQ KB EPD Scope van het KB? Zijn er overgangsmaatregelen voorzien? Hoe moet een fabrikant een LCA of levenscyclusanalyse uitvoeren? FAQ KB EPD Scope van het KB? De wetgeving geldt voor alle milieuboodschappen die op het bouwproduct worden aangebracht, maar niet voor reclamefolders en -panelen. Zijn er overgangsmaatregelen voorzien?

Nadere informatie

TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie. Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 1 april 2015

TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie. Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 1 april 2015 TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 1 april 2015 Doel Ontwikkeling van integrale methodiek om de milieueffecten als gevolg van energiegebruik

Nadere informatie

Methode en data in Europees perspectief

Methode en data in Europees perspectief Methode en data in Europees perspectief SBK-symposium Nationale Milieudatabase 24 februari 2011 Agnes Schuurmans (vz normcie 351 281 / lid SBK-TIC / Rockwool) Europese ontwikkelingen waarvoor milieu-informatie

Nadere informatie

Kwantificeren van Milieuprestatie. Mantijn van Leeuwen

Kwantificeren van Milieuprestatie. Mantijn van Leeuwen Kwantificeren van Milieuprestatie Mantijn van Leeuwen NIBE (Experts in Sustainability) Ondersteund door LCA gegevens, maakt u betere beslissingen NIBE speelt een centrale rol tussen producenten, ontwerpers,

Nadere informatie

Een tool in ontwikkeling op basis van de MMG berekeningswijze

Een tool in ontwikkeling op basis van de MMG berekeningswijze Een tool in ontwikkeling op basis van de MMG berekeningswijze Seminaries Duurzaam Bouwen, Leefmilieu Brussel 29 januari 2016 Evi Rossi, AMB, dienst Databeheer & Statistiek Roos Servaes, AMB, dienst Beleidsinnovatie

Nadere informatie

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen 9 Oktober 28 Laure Itard 1 november 28 1 Renovatie van een rijtjehuis gebouwd in de periode 1966-1976 1 november 28 2 1. Isolatie

Nadere informatie

WP4: Verbeterde schattingsmethode materiaalhoeveelheden in constructies! 1 april 2015, TKI KIEM!

WP4: Verbeterde schattingsmethode materiaalhoeveelheden in constructies! 1 april 2015, TKI KIEM! WP4: Verbeterde schattingsmethode materiaalhoeveelheden in constructies 1 april 2015, TKI KIEM WP4 - Verbeterde schattingsmethode materiaalhoeveelheden Projectpartners IMd Raadgevende Ingenieurs, Rotterdam

Nadere informatie

Duurzaamheid bouwwerken - Nieuwe Nederlandse en Europese normen en regelgeving

Duurzaamheid bouwwerken - Nieuwe Nederlandse en Europese normen en regelgeving Duurzaamheid bouwwerken - Nieuwe Nederlandse en Europese normen en regelgeving Agnes Schuurmans Voorzitter NEN 351 281 (CEN TC350) Rockwool International 1 Bouwbesluit - 1 april 2012 Milieuparagraaf Artikel

Nadere informatie

SuFiQuaD. Sustainability, Financial and Quality evaluation of Dwelling types. Frank De Troyer, Karen Allacker. OVAM 1 oktober 2009.

SuFiQuaD. Sustainability, Financial and Quality evaluation of Dwelling types. Frank De Troyer, Karen Allacker. OVAM 1 oktober 2009. SuFiQuaD Sustainability, Financial and Quality evaluation of Dwelling types Frank De Troyer, Karen Allacker. OVAM 1 oktober 2009 1 Doel Presentatie Wat kunnen we uit SuFiQuaD project leren voor een toekomstgericht

Nadere informatie

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 5. Verdiepingsvloer

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 5. Verdiepingsvloer Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant 5. Verdiepingsvloer Domentbeschrijving 1. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen, details per variant: verdiepingsvloer 2. Verantwoordelijke

Nadere informatie

dr. ir. Ralph Hamerlinck en ir. Jan-Pieter den Hollander Inleiding ontwikkelingen duurzaam bouwen en Webtools voor duurzaamheid

dr. ir. Ralph Hamerlinck en ir. Jan-Pieter den Hollander Inleiding ontwikkelingen duurzaam bouwen en Webtools voor duurzaamheid Seminar duurzaam bouwen met staal dr. ir. Ralph Hamerlinck en ir. Jan-Pieter den Hollander Inleiding ontwikkelingen duurzaam bouwen en Webtools voor duurzaamheid Inhoud Inleiding ontwikkelingen duurzaam

Nadere informatie

PCR ACCESSOIRES. Versie December Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan AL Den Haag

PCR ACCESSOIRES. Versie December Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan AL Den Haag PCR ACCESSOIRES Versie 1.1 12 December 2018 Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan 7 2596 AL Den Haag T (0)88 558 01 00 KvKnummer: 24437504 Banknummer: NL95ABNA0457578211 INSIDE/INSIDE is een initiatief

Nadere informatie

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie Ecodesign Leen Van Aken Groep Design & Technologie Wat is ecodesign? Eco - design Ecologisch > esthetisch, ergonomisch, economisch, functioneel, Levenscyclus > ontwerp, productie, distributie, gebruik

Nadere informatie

Het duurzaam materialenbeheer in de bouwsector in Vlaanderen

Het duurzaam materialenbeheer in de bouwsector in Vlaanderen Het duurzaam materialenbeheer in de bouwsector in Vlaanderen Beleidsmedewerker, afdeling Afvalstoffen- en Materialenbeheer, team bouw Uitvoeringsplan Bouw 2007-2013: Pionier in zijn soort, zowel naar vorm

Nadere informatie

Op weg naar 2030 SGS congres 16 mei 2019 Drs. Ing. H.M. (Harry) Nieman

Op weg naar 2030 SGS congres 16 mei 2019 Drs. Ing. H.M. (Harry) Nieman Op weg naar 2030 SGS congres 16 mei 2019 Drs. Ing. H.M. (Harry) Nieman 1 Inhoud : Wat is en doet de NMD Herstructurering Harmonisatie Onderzoek Toekomst 2 Doelstellingen NMD: Landelijke geharmoniseerde

Nadere informatie

Duurzaam bouwen en LCA s en de NMD. G. Jonkers NVVT 28-5-2013

Duurzaam bouwen en LCA s en de NMD. G. Jonkers NVVT 28-5-2013 Duurzaam bouwen en LCA s en de NMD G. Jonkers NVVT 28-5-2013 Presentatie Achtergronden duurzaam bouwen Bepalingsmethoden milieuprestatie gebouw LCA Nationale Milieudatabase Duurzaamheid en verf -> een

Nadere informatie

Bewust Duurzaam Bouwen

Bewust Duurzaam Bouwen Bewust Duurzaam Bouwen inleiding Inleiding 2 3 Energie Energieverbruik België 2005 4 Energieverbruik woning Totaal: ca. 28.000 kwh 5 Energieverbruik woning Totaal: ca. 3.000 kwh 6 Energieverbruik woning

Nadere informatie

Definitie. Wat is Duurzaamheid?

Definitie. Wat is Duurzaamheid? Duurzaamheid Definitie Wat is Duurzaamheid? Waarom is duurzaamheid belangrijk? Bevolkingsgroei 7naar 9Miljard Waarom is duurzaamheid belangrijk? Grondstofschaarste Waarom is duurzaamheid belangrijk? Ontbossing

Nadere informatie

Onderbouwing van de duurzaamheid van staalconstructies. Ontwerphandleiding

Onderbouwing van de duurzaamheid van staalconstructies. Ontwerphandleiding Onderbouwing van de duurzaamheid van staalconstructies Ontwerphandleiding Juni 2014 Introductie De ontwerphandleiding heeft als doel informatie te verschaffen over de verschillende stappen die doorlopen

Nadere informatie

TOTEM & Circulariteit. Roos Servaes Masterclass Kamp C, 4 oktober 2018

TOTEM & Circulariteit. Roos Servaes Masterclass Kamp C, 4 oktober 2018 TOTEM & Circulariteit Roos Servaes Masterclass Kamp C, 4 oktober 2018 OVAM: ambities circulair bouwen in Vlaanderen Beleidsprogramma Bouw (2014-2020): Materiaalbewust bouwen in kringlopen 5 thema s TOTEM

Nadere informatie

De ecologische keuze van bouwmaterialen: aandachtspunten en basisbegrippen

De ecologische keuze van bouwmaterialen: aandachtspunten en basisbegrippen De ecologische keuze van bouwmaterialen: aandachtspunten en basisbegrippen Opleidingscyclus 'De ecologische keuze van bouwmaterialen' 21 april 2009 1 Inhoud: 1. Enkele cijfers 2. Grijze energie: een basisbegrip

Nadere informatie

BIM: impact op duurzame gebouwen

BIM: impact op duurzame gebouwen Seminarie Duurzame gebouwen BIM: impact op duurzame gebouwen 15 juni 2018 BIM EN LCA-TOOLS Illustratie van de werking van de Belgische tool TOTEM voor de ecologische doorlichting van gebouwen Sophie Bronchart

Nadere informatie

Duurzame oplossing door houtreparatie!

Duurzame oplossing door houtreparatie! Duurzame oplossing door houtreparatie! Het systeem om meerpalen te repareren in plaats van vervanging door nieuwe palen, is niet alleen goedkoper maar blijkt ook minder belastend te zijn voor het milieu.

Nadere informatie

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 6. Plat dak

Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant. 6. Plat dak Milieuprofiel van gebouwelementen details per variant 6. Plat dak Domentbeschrijving 1. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen, details per variant: 2. Verantwoordelijke uitgever Danny Wille,

Nadere informatie

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN Aan: Van: Evert Kraaima [Kingspan Insulated Panels] Kamiel Jansen, Joost van Leeuwen [NIBE] Datum: 21-09-2018, laatste wijzigingen: 26-11-2018

Nadere informatie

INLEIDING TOT LEVENSCYCLUSANALYSE ALGEMENE PRINCIPES EN GEBRUIK LISA WASTIELS & LAETITIA DELEM WTCB DUURZAME ONTWIKKELING CSTC DEVELOPPEMENT DURABLE

INLEIDING TOT LEVENSCYCLUSANALYSE ALGEMENE PRINCIPES EN GEBRUIK LISA WASTIELS & LAETITIA DELEM WTCB DUURZAME ONTWIKKELING CSTC DEVELOPPEMENT DURABLE INLEIDING TOT LEVENSCYCLUSANALYSE ALGEMENE PRINCIPES EN GEBRUIK LISA WASTIELS & LAETITIA DELEM WTCB DUURZAME ONTWIKKELING CSTC DEVELOPPEMENT DURABLE 1 INLEIDING TOT LEVENSCYCLUSANALYSE 1. Levenscyclusanalyse

Nadere informatie

Product Sustainability Indicator

Product Sustainability Indicator Product Sustainability Indicator Waarom een scorecard? Duurzaam bouwen is al lang geen trend meer. De vraag naar duurzame gebouwen groeit en daarmee de vraag naar duurzame producten. Maar wat is een duurzaam

Nadere informatie

Opmaak van een prototype van een Synergiefaciliterend Sediment Kennissysteem (SfSKs)

Opmaak van een prototype van een Synergiefaciliterend Sediment Kennissysteem (SfSKs) Opmaak van een prototype van een Synergiefaciliterend Sediment Kennissysteem (SfSKs) Rapport 1 Inhoudstafel 1. Doel en context van de opdracht 3 2. Plan van aanpak 4 2.1. Methodologie 4 2.2. Stappenplan

Nadere informatie

Beleidsprogramma 'Materiaalbewust bouwen in kringlopen'

Beleidsprogramma 'Materiaalbewust bouwen in kringlopen' Beleidsprogramma 'Materiaalbewust bouwen in kringlopen' Philippe Van de Velde OVAM, Afdeling Afvalstoffen en Materialenbeheer, team eindverwerking en bouw Staalbouwdag 2014 Brussel 27 november 2014 Inhoud

Nadere informatie

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven

Nadere informatie

Milieudeclaraties van bouwproducten ~ stand van zaken & toekomstige evoluties ~

Milieudeclaraties van bouwproducten ~ stand van zaken & toekomstige evoluties ~ Milieudeclaraties van bouwproducten ~ stand van zaken & toekomstige evoluties ~ Piet Vitse (PCE-FOAMGLAS) voorzitter BMP-WG Duurzaam Bouwen 1 1 1. Uitgangspunt 2. Maatschappelijk & wettelijk kader CPR

Nadere informatie

Life Cycle Analysis Granova. Heros Sluiskil B.V. Samenvatting uit rapport: Datum

Life Cycle Analysis Granova. Heros Sluiskil B.V. Samenvatting uit rapport: Datum Samenvatting uit rapport: Life Cycle Analysis Granova Heros Sluiskil B.V Datum 10-10-2014 Opdrachtgever Heros Sluiskil B.V. Oostkade 5 4541 HH Sluiskil Opdrachtnemer EcoChain Technologies B.V. Oostenburgermiddenstraat

Nadere informatie

BEKNOPTE PROJECTMANAGEMENTFICHE VOOR TWEEDE FASE RENOVATIEPACT

BEKNOPTE PROJECTMANAGEMENTFICHE VOOR TWEEDE FASE RENOVATIEPACT Werf 3 (deeltaak 1): Renovatieadvies voor de (nieuwe) woningeigenaar Inhoud van het renovatieadvies vastleggen: o Omschrijving van de inhoudelijke elementen die in het renovatieadvies aan bod moeten komen,

Nadere informatie

Energiebesparing koffieverpakkingen

Energiebesparing koffieverpakkingen Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

MILIEUPROFIELEN VAN SCHEEPSBRANDSTOFFEN IN DE NATIONALE MILIEUDATABASE. Suzanne de Vos-Effting

MILIEUPROFIELEN VAN SCHEEPSBRANDSTOFFEN IN DE NATIONALE MILIEUDATABASE. Suzanne de Vos-Effting MILIEUPROFIELEN VAN SCHEEPSBRANDSTOFFEN IN DE NATIONALE MILIEUDATABASE Suzanne de Vos-Effting OPZET PRESENTATIE Motivatie RWS milieuprofielen scheepsbrandstof Aanpak berekening Resultaten Gebruik milieuprofielen

Nadere informatie

Milieuprofiel van. gebouwelementen. op weg naar een geïntegreerde milieubeoordeling. van materiaalgebruik in gebouwen

Milieuprofiel van. gebouwelementen. op weg naar een geïntegreerde milieubeoordeling. van materiaalgebruik in gebouwen Milieuprofiel van gebouwelementen op weg naar een geïntegreerde milieubeoordeling van materiaalgebruik in gebouwen Domentbeschrijving 1. Titel publicatie Milieuprofiel van gebouwelementen geïntegreerde

Nadere informatie

Bepalingsmethode Milieugerelateerde Materiaalprestatie van Gebouwelementen (MMG)

Bepalingsmethode Milieugerelateerde Materiaalprestatie van Gebouwelementen (MMG) Bepalingsmethode Milieugerelateerde Materiaalprestatie van Gebouwelementen (MMG) Bepalingsmethode Milieugerelateerde Materiaalprestatie van Gebouwelementen (MMG) Voor Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

Nadere informatie

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY

transport grondstoffen verpakking water energie MANAGEMENT SUMMARY MANAGEMENT SUMMARY Aanleiding: De keuze voor het werken met disposable en versus de wasbare microvezel doeken in de professionele schoonmaak wordt vaak op basis van meerdere factoren gemaakt. Een van de

Nadere informatie

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat Duurzaam inkopen bij Duurzaamheid bij aanleg en onderhoud van wegen, vaarwegen en waterwerken Edwin van der Wel, Sr. Adviseur Duurzaamheid en Energie, GPO Inhoud Programma duurzaam inkopen GWW Doelstellingen

Nadere informatie

Om te bepalen of een verf duurzaam is dient er, naar de mening van de VVVF, sprake te zijn van een integrale aanpak.

Om te bepalen of een verf duurzaam is dient er, naar de mening van de VVVF, sprake te zijn van een integrale aanpak. BEOORDELINGSMODEL DUURZAAM ONDERHOUD Integrale benadering Om te bepalen of een verf duurzaam is dient er, naar de mening van de VVVF, sprake te zijn van een integrale aanpak. Een integrale aanpak zou zich

Nadere informatie

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Monitoring 2013 Datum: 6-5-2014 Versie: Eindrapport Project nummer: CL1039 In opdracht van: Hendrik Bijker, Wecycle. Uitgevoerd door: Jorrit Leijting,

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Opleiding Duurzaam Gebouw: Opleiding Duurzaam Gebouw: Isolatiematerialen: hoe kiezen? Leefmilieu Brussel OM TE BEGINNEN: DE CONTEXT Liesbet TEMMERMAN cera a vzw De context: Beoordeling van een staal Voor u op tafel ligt een staal

Nadere informatie

Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf

Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf Milieubeoordeling houten bruggen Diana de Graaf Vergelijkende milieustudie bruggen Onderzoek Brede studie met meerdere sectoren Specificatie, berekeningsmethode, data Niet-materiaal gebonden specificaties

Nadere informatie

EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015

EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015 1 EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. INGRIJPENDE ENERGETISCHE RENOVATIE... 2 1.1 Definitie en eisen bij ingrijpende energetische

Nadere informatie

Kingspan Geïsoleerde Panelen. Toekomstbestendig bouwen begint met duurzaamheid

Kingspan Geïsoleerde Panelen. Toekomstbestendig bouwen begint met duurzaamheid Kingspan Geïsoleerde Panelen Toekomstbestendig bouwen begint met duurzaamheid TOEKOMSTBESTENDIG BOUWEN Wie bouwt voor de toekomst weet ook dat je verder moet denken dan de gewenste levenscyclus van een

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzame materialen: hoe kiezen? Leefmilieu Brussel

Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzame materialen: hoe kiezen? Leefmilieu Brussel Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzame materialen: hoe kiezen? Leefmilieu Brussel Duurzaam materiaalgebruik: problematiek en uitdagingen Liesbet TEMMERMAN cera a asbl Doelstellingen van de presentatie Stilstaan

Nadere informatie

TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie. Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 24 juni 2014

TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie. Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 24 juni 2014 TKI-KIEM WP1 - Methode voor integrale Energie- en Milieuprestatie Erik Alsema, David Anink, W/E adviseurs 24 juni 2014 Doel Ontwikkeling van integrale methodiek om de milieueffecten als gevolg van energiegebruik

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw :

Opleiding Duurzaam Gebouw : Opleiding Duurzaam Gebouw : Duurzaam Bouwen Van A tot Z Leefmilieu Brussel Milieu-impactevaluaties in de gebouwde omgeving Milieugerelateerde materiaalprestatie van gebouwelementen Deel 2 Damien TRIGAUX

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw : Duurzame renovatie: kort overzicht

Opleiding Duurzaam Gebouw : Duurzame renovatie: kort overzicht Opleiding Duurzaam Gebouw : Duurzame renovatie: kort overzicht Leefmilieu Brussel MILIEU-IMPACTEVALUATIES IN DE GEBOUWDE OMGEVING Het gebruik van Life Cycle Assessment Deel 1 Damien TRIGAUX KU LEUVEN MILIEU-IMPACTEVALUATIES

Nadere informatie

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 Toelichting ISO 14001 Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 SCCM heeft een instrument ontwikkeld waarmee u goed inzicht krijgt in de milieuprestaties van uw organisatie, de ISO 14001 Milieuprestatiemeting.

Nadere informatie

Bio-ecologisch bouwen

Bio-ecologisch bouwen Bio-ecologisch bouwen VIBE vzw - gewestelijke thematische milieuvereniging - 8 medewerkers - eigen criteria & label bouwsector - geen federatie / belangenvertegenwoordiging Bio-ecologische bouwsector in

Nadere informatie

Rapport Milieuprestatie 2Amsterdam

Rapport Milieuprestatie 2Amsterdam Rapport Milieuprestatie 2Amsterdam Project 2Amsterdam Onderwerp Bouwaanvraag Onderbouw (parkeergarage) MPG Datum 20-02-2017 Paginas 5 Toelichting Dit rapport bevat de uitkomst van de berekende milieuprestatie

Nadere informatie

Modulair bouwen 14/11/2017. Willebroek

Modulair bouwen 14/11/2017. Willebroek Modulair bouen 14/11/2017 Willebroek Levenscyclusanalyse Quo vadis? Contact: Lieven De Boever Lieven@ood.be Thomas Wynsberghe thomas@ood.be Susanna Campogrande Susanna@ood.be Cluster Bouindustrialisatie

Nadere informatie

Het renovatieadvies en EPC+

Het renovatieadvies en EPC+ Het renovatieadvies en EPC+ Stand van zaken Barbara Wauman- VEA 16 december 2016 Werknota (mei 2016) Nota online beschikbaar http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/belei d/rp_fase2_werknotarenovatieadvies.pdf

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW ISOLATIEMATERIALEN: HOE KIEZEN? LENTE 2018 Om te beginnen: de context Liesbet TEMMERMAN CERAA vzw De context: Beoordeling van een staal Voor u op tafel ligt een staal thermische

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

OVAM materialenbeleid. Roos Servaes innovatiemedewerker

OVAM materialenbeleid. Roos Servaes innovatiemedewerker OVAM materialenbeleid innovatiemedewerker OVAM materialenbeleid Materialendecreet en nieuw uitvoeringsbesluit Milieugerelateerde materiaalprestatie van gebouw(element)en Studie C2C in de bouw Interreg

Nadere informatie

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3. Jade Beheer Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.0 Document : Communicatieplan CO 2-prestatieladder Auteur : Jade

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW ISOLATIEMATERIALEN: HOE KIEZEN? LENTE 2018 Conclusies en perspectieven Liesbet TEMMERMAN CERAA vzw Conclusies & perspectieven 1ste criterium bij keuze bouwmateriaal of -product:

Nadere informatie

Starters Handleiding DuboCalc Project versie 4.0 21 juni 2015. DuboCalc Project 4.0 StartersHandleiding

Starters Handleiding DuboCalc Project versie 4.0 21 juni 2015. DuboCalc Project 4.0 StartersHandleiding Starters Handleiding DuboCalc Project versie 4.0 21 juni 2015 DuboCalc Project 4.0 StartersHandleiding Inhoud 1 Aan de slag met DuboCalc Project... 5 1.1 Wat is DuboCalc Project?... 5 1.2 Starten van

Nadere informatie

Onderzoek naar de klimaatimpact van het gebruik van Ecocheques in België EXECUTIVE SUMMARY. 29 April 2019 versie 1.1

Onderzoek naar de klimaatimpact van het gebruik van Ecocheques in België EXECUTIVE SUMMARY. 29 April 2019 versie 1.1 Onderzoek naar de klimaatimpact van het gebruik van Ecocheques in België EXECUTIVE SUMMARY 29 April 2019 versie 1.1 Samenvatting In opdracht van de Voucher Issuers Association Belgium werd in deze studie

Nadere informatie

Quick Devis. De universele software voor het maken van offertes

Quick Devis. De universele software voor het maken van offertes Quick Devis De universele software voor het maken van offertes Ondernemers Ontdek een software ontworpen om zaken te winnen, dat toelaat van alle types van prijsopgaven te beheren. Prijsberekeningen op

Nadere informatie

Materiaalbewust bouwen in kringlopen

Materiaalbewust bouwen in kringlopen Materiaalbewust bouwen in kringlopen Vlaams beleidsprogramma & concrete acties Roos Servaes, AMB, dienst Beleidsinnovatie INHOUD 1. Vlaams Beleidsprogramma (2014-2020) 2. Niet-steenachtige fractie 3. Materiaalprestatie

Nadere informatie

Renovatiepact Commissie Vlaams Parlement

Renovatiepact Commissie Vlaams Parlement Renovatiepact Commissie Vlaams Parlement 22 april 2015, Brussel AGENDA Inleiding Stand van zaken 6 werkgroepen Eerste conclusies aangaande stand van zaken 2 INLEIDING Het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

Samenvatting LCA Ioniqa. Screening carbon footprintanalyse

Samenvatting LCA Ioniqa. Screening carbon footprintanalyse Samenvatting LCA Ioniqa Screening carbon footprintanalyse Samenvatting LCA Ioniqa Screening carbon footprintanalyse Deze samevatting is geschreven door: Erik Roos Lindgreen Geert Bergsma Delft, CE Delft,

Nadere informatie

Benelux Seminarie oktober Vergelijking van berekeningsmethodes: Case Nederland Vlaanderen

Benelux Seminarie oktober Vergelijking van berekeningsmethodes: Case Nederland Vlaanderen Benelux Seminarie 21 22 oktober 2004 Vergelijking van berekeningsmethodes: Case Nederland Vlaanderen Marleen Spiekman TNO Bouw Peter Wouters WTCB-CSTC Structuur van de voordracht Basisprincipes methode

Nadere informatie

Tabel 1 Basisprofiel standaard geleiderails

Tabel 1 Basisprofiel standaard geleiderails Memo Aan: Kenmerk: Betreft: Van: Delft, 8 mei 2014 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Verzinkerij Van Aert LCA-resultaten van s Basisprofielen van de standaard s en de verzinkte s en vergelijking

Nadere informatie

Duurzaam ondernemen in Vlaanderen. Warmtenetten in Vlaanderen: welke business cases bieden potentieel?

Duurzaam ondernemen in Vlaanderen. Warmtenetten in Vlaanderen: welke business cases bieden potentieel? Duurzaam ondernemen in Vlaanderen Studienamiddag Roeselare Warmtenetten in Vlaanderen: welke business cases bieden potentieel? 18 juni Michel Davidts warmteontwikkelingen Kader Restwarmtegebruik maakt

Nadere informatie

BEKNOPTE PROJECTMANAGEMENTFICHE VOOR TWEEDE FASE RENOVATIEPACT

BEKNOPTE PROJECTMANAGEMENTFICHE VOOR TWEEDE FASE RENOVATIEPACT Werf 1 (deeltaak 1 en deeltaak 2): Langetermijndoelstelling verder concreet uitwerken op basis van simulaties en analyses De langetermijndoelstelling voor 2050 voor bestaande woongebouwen (maatregelenpakket,

Nadere informatie

Opdrachtomschrijving Werkstuk. DuBo-materialen

Opdrachtomschrijving Werkstuk. DuBo-materialen Opdrachtomschrijving Werkstuk DuBo-materialen van de module bougms01c, jaar 1, kw2, Opleiding Bouwkunde, Hogeschool Rotterdam, Njs16 De lessenreeks Materiaalkunde bestaat naast de inleidende les met een

Nadere informatie

INHOUD. Waarom een vergelijkingstool? INSIDE/INSIDE als koploper. Wat is INSIDE/INSIDE? Hoe werkt INSIDE/INSIDE? Wat is een LCA?

INHOUD. Waarom een vergelijkingstool? INSIDE/INSIDE als koploper. Wat is INSIDE/INSIDE? Hoe werkt INSIDE/INSIDE? Wat is een LCA? INHOUD Waarom een vergelijkingstool? INSIDE/INSIDE als koploper Wat is INSIDE/INSIDE? Hoe werkt INSIDE/INSIDE? Wat is een LCA? Welke informatie heb ik nodig? Wat is een EPD? Hoe kom ik aan een EPD? 4 7

Nadere informatie

Duurzame bedrijventerreinen

Duurzame bedrijventerreinen Duurzame bedrijventerreinen Duurzaamheid: meer dan enkel energie Duurzaam bedrijventerrein Energie, water, afval, sociale aspecten, samenwerkingen, Wordt ingewikkelde oefening Gegevens? Project SIS (Sustainable

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Een duurzaam bestaan voor de woning

Een duurzaam bestaan voor de woning Een duurzaam bestaan voor de woning Over de milieueffecten van het onderhouden, aanpassen en bewonen van woningen Arjen Meijer en Ad Straub, Onderzoeksinstituut OTB 3-11-2011 Delft University of Technology

Nadere informatie

PCR MEUBILAIR. Versie December Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan AL Den Haag

PCR MEUBILAIR. Versie December Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan AL Den Haag PCR MEUBILAIR Versie 1.1 12 December 2018 Contactgegevens DGBC: Zuid Hollandlaan 7 2596 AL Den Haag T (0)88 558 01 00 KvKnummer: 24437504 Banknummer: NL95ABNA0457578211 INSIDE/INSIDE is een initiatief

Nadere informatie

Ondersteuning burgemeestersconvenant

Ondersteuning burgemeestersconvenant 20/01/2014 Ondersteuning burgemeestersconvenant Deel 2: Sustainable energy action plan (SEAP) Studiedag LNE Brussel Inhoud» Doel maatregelentool» Architectuur maatregelentool» Aan de slag 20/01/2014 2

Nadere informatie

LCA voor woningen. Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) Bertrand Waucquez, Energieconsulent Mechelen,

LCA voor woningen. Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) Bertrand Waucquez, Energieconsulent Mechelen, LCA voor woningen Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) Bertrand Waucquez, Energieconsulent Mechelen, 2018-06-07 www.vcb.be Inhoud Waarom LCA? Wat is LCA en wat kan je uit een LCA leren? Toekomstige versies

Nadere informatie

Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA)

Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA) Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA) 1 Waarom een EnergieAtlas Limburg?» Hoe ontwikkelingen rond HE ruimtelijk beoordelen, ordenen, afstemmen, faciliteren, optimaliseren? => Dynamische Energie Atlas

Nadere informatie

Samenvatting en conclusie

Samenvatting en conclusie Samenvatting en conclusie In het huidige economisch denken wordt groei als een vanzelfsprekendheid gezien. Het belang van de economie is evident. Om onze welvaart op peil te houden, is economische ontwikkeling

Nadere informatie

Knooppunten & interacties Naar oplossingen (?)

Knooppunten & interacties Naar oplossingen (?) Studiedag Bouwknopen Knooppunten & interacties Naar oplossingen (?) Jeroen Vrijders & Sandrine Herinckx WTCB Afdeling Duurzame Ontwikkeling en Renovatie Brussel 13 november 2012 In de knoop? Studiedag

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzame materialen: hoe kiezen?

Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzame materialen: hoe kiezen? Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzame materialen: hoe kiezen? Leefmilieu Brussel Duurzaam materiaalgebruik: problematiek en uitdagingen Liesbet TEMMERMAN cera a vzw Doelstelling(en) van de presentatie Stilstaan

Nadere informatie