Curie Hoofdstuk 11 HAVO 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Curie Hoofdstuk 11 HAVO 5"

Transcriptie

1 Redoxreacties Curie Hoofdstuk 11 HAVO 5

2 11.11 Wat zijn redoxreacties? 11.2 Voorspellen van redoxreacties 11.3 Elektrische stroom uit reacties 114Corrosie Elektrolyse 11.6 Metaalwinning

3 11.1 Wat zijn redoxreacties?

4 Wat zijn Redoxreacties? Red-Ox komt van Reductor Oxidator Reductor reduceert = staat elektronen af Oxidator oxideert = neemt elektronen op Een redoxreactie is een reactie waarbij elektronen worden overgedragen van de reductor naar de oxidator.

5 Wat zijn Redoxreacties? Een redoxreactie is een reactie waarbij elektronen worden overgedragen van de reductor naar de oxidator. e - Reductor + oxidator

6 Wat zijn Redoxreacties? Een redoxreactie is opgebouwd uit twee halfreacties, namelijk: de reactie die elektronen afstaat de reactie die elektronen opneemt Welke halfreacties gaan er bijvoorbeeld schuil achter de verbranding van Magnesium tot magnesiumoxide?

7 Metalen en niet-metalen Welke halfreacties gaan er bijvoorbeeld schuil achter de verbranding van Magnesium tot magnesiumoxide? 2 Mg + O 2 2 MgO In MgO heeft zuurstof lading 2- (O 2- ) en magnesium 2+ (Mg 2+ ). Blijkbaar heeft Mg twee elektronen afgestaan, terwijl zuurstof er twee heeft opgenomen

8 Metalen en niet-metalen Welke halfreacties gaan er bijvoorbeeld schuil achter de verbranding van Magnesium tot magnesiumoxide? 2 Mg + O 2 2 MgO Mg Mg e - (vorming van magnesiumionen) O e - 2 O 2- (vorming van oxide ionen) De Mg-atoom is de reductor (staat af) en O-atoom is de oxidator (neemt op)

9 Metalen en niet-metalen 2x Mg Mg e - O +4e 2O Mg+ O + 4e - 2Mg O e Mg + O 2 2 Mg O 2-4 e - 2 Mg + O 2 2 MgO

10 Halogenen en halogenide-ionen Doe oplossingen van KBr en Cl 2 bij elkaar. De oplossing wordt bruin, er wordt Br 2 gevormd. Dat kan alleen als de Br - elektronen afstaat, zodat Br 2 gevormd kan worden. 2 Br - Br e - (bromide is reductor) Maar welke stof neemt de elektronen op? Cl e - 2 Cl - (chloor is oxidator)

11 Halogenen en halogenide-ionen 2 Br - Br e - Cl e - 2 Cl Br - + Cl 2 Br Cl - 2 e - Voor de reactie Reactievergelijking Na de reactie Cl 2 2( (aq) K + (aq), Br - (aq) H 2 O(l) 2 Br - + Cl 2 Br Cl Br 2 2( (aq) K + (aq), Cl - (aq) H 2 O(l) K + i d i t t d ti K + ionen doen niet mee met de reactie en zijn dus tribune-ionen

12 Halogenen en halogenide-ionen Cl 2 reageert wel met Br -, maar omgekeerd Br 2 reageert niet met Cl -. Maar Br - 2 reageert weer wel met I. Cl 2 > Br 2 > I 2 Hier betekent > dus reageert beter dan of neemt beter elektronen op Chloor, Cl 2 is de sterkere reductor

13 Halogenen en halogenide-ionen Maar voor het afstaan van elektronen geldt precies het omgekeerde: I - >Br - >Cl - Hier betekent > dus staat makkelijker elektronen af Jodide, I - is de sterkere oxidator

14 Halogenen en halogenide-ionen F 2 F - 2 Cl 2 Toenemende Cl - Br 2 oxidatorsterkte Br - Toenemende reductorsterkte I 2 I - Waarom????

15 Halogenen en halogenide-ionen Waarom verschillen in oxidator/reductor sterkte? Bij I - zit de buitenste valentie elektron veel verder van de kern van het atoom dan bij F -, daardoor veel losser en makkelijker te verwijderen. I - staat makkelijker af, dus sterkere reductor. F 2 bestaat uit veel kleinere F-atomen en dus valentie elektronen zullen dichter bij de kern komen te zitten en dus steviger aangetrokken e worden, dus sterkere e e oxidator.

16 Metalen en metaal-ionen Zet een metalen spijker in een koper(ii)sulfaat oplossing. Wat gebeurt er? Er ontstaat een rode aanslag op de spijker, dit is koper.

17 Metalen en metaal-ionen Er ontstaat een rode aanslag op de spijker, dit is koper. Blijkbaar is de Cu 2+ in de koper(ii)sulfaat omgezet in koper. Cu e - Cu Hiervoor zijn elektronen nodig en die kunnen alleen van het ijzer zijn gekomen. Fe Fe e -

18 Metalen en metaal-ionen Cu e - Cu Fe Fe 2+ +2e - Fe + Cu 2+ Cu + Fe 2+ 2 e - Voor de reactie Reactievergelijking Na de reactie Fe(s) Cu 2+ (aq), SO 2-4 (aq) H 2 O(l) Fe + Cu 2+ Cu + Fe 2+ Cu(s) Fe 2+ (aq), SO 2-4 (aq) H 2 O(l) SO 2-4 ionen doen niet mee met de reactie en zijn dus tribune-ionen i

19 Metalen en metaal-ionen Breng koperkrullen in een zilvernitraatoplossing. Wat gebeurt er? Er ontstaat een grijze aanslag op de spijker, dit is zilver.

20 Metalen en metaal-ionen Er ontstaat een grijze aanslag op de spijker, dit is zilver. Blijkbaar is de Ag + in de zilvernitraat omgezet in zilver. Ag + + e - Ag Hiervoor zijn elektronen nodig en die kunnen alleen van het koper zijn gekomen. Cu Cu e -

21 Metalen en metaal-ionen 2x Ag + + e - Ag Cu Cu 2+ +2e - Cu + 2 Ag + Cu Ag 2 e - Voor de reactie Reactievergelijking Na de reactie Cu(s) Ag + (aq), NO 3- (aq) H 2 O(l) Cu + 2 Ag + 2 Ag + Cu 2+ Ag(s) Cu 2+ (aq), NO 3- (aq) H 2 O(l) NO 3- ionen doen niet mee met de reactie en zijn dus tribune-ionen i

22 Metalen en metaal-ionen Metalen kunnen elektronen afstaan, hierdoor ontstaan positieve metaalionen. Metalen zijn dus reductoren. De metaalionen kunnen weer elektronen opnemen, het zijn dus oxidatoren. Ook bij metalen is sprake van reductor en oxidator sterkte. Een edelmetaal staat moeilijk elektronen af (zwakke reductor) en zal dus niet snel geoxideerd worden. IJzer roest snel, goud duidelijk niet!!! IJzer roest snel, goud duidelijk niet!!! (IJzer is onedel, goud is edel)

23 Metalen en metaal-ionen Ook bij metalen is sprake van reductor en oxidator sterkte. Voorbeeld van de Cu-krullen in AgNO 3 opl: Zilver is een sterkere oxidator dan koper, het neemt sneller elektronen op, koper is een sterkere reductor en staat dus makkelijker elektronen af. We zeggen: Zilver is edeler dan koper. Een onedel metaal staat makkelijker elektronen af.

24 11.2 Voorspellen van redoxreacties

25 Voorspellen van redox reacties Twee reacties uit 11.1: Fe + Cu 2+ Cu + Fe 2+ (Spijker in CuSO 4 oplossing) 2 e - Cu 2+ neemt 2 elektronen op, Cu 2+ is oxidator Cu+2Ag + Cu 2+ +2Ag (Koperkrullen in AgNO 3 oplossing) 2 e - Cu staat 2 elektronen af, Cu is reductor Cu/Cu 2+ noemen we een REDOXKOPPEL

26 Voorspellen van redox reacties Redoxkoppels A red + B ox A ox + B red.. e - A red staat.. elektronen af en vormt A ox B ox neem.. elektronen op en vormt B red A red /A ox en B red /B ox zijn REDOXKOPPELS

27 BINAS Tabel 48 - Redoxkoppels Voorspellen van redox reacties OX RED Sterkere oxidator Indien de oxidator hoger staat dan de reductor dan volgt een Redox reactie. Sterkere reductor

28 Voorspellen van redox reacties Voorbeeld: Koperkrullen, Cu in AgNO + 3 oplossing (= Ag ionen) Cu Cu e - 2 Ag e - 2 Ag Cu + 2 Ag + Cu 2+ + Ag Ox hoger dan Red reactie

29 Voorspellen van redox reacties Nu omgekeerd: Zilverkrullen, llen Ag in Cu(NO 3 ) 2 oplossing (= Cu 2+ ionen) Ox lager dan Red GEEN reactie

30 Voorspellen van redox reacties Nog één: IJzer in zuur (Fe in H + ) Ox hoger dan Red reactie 2 H e - H 2 (g) Fe Fe e - Fe + 2 H + Fe 2+ +H 2

31 Redoxreacties opstellen Als je de halfreacties hebt dan stel je de totaalvergelijking als volgt op: 1. Maak de aantallen opgenomen en afgestane elektronen aan elkaar gelijk, door de coëfficiënten te vermenigvuldigen. 2. Streep de elektronen weg. 3. Tel de reacties op. 4. Streep eventueel dezelfde deeltjes voor en na de reactiepijl weg.

32 Redoxreacties opstellen Reactie van ijzer (Fe) met chloor (Cl 2 ): Fe Fe e - (x 2) Cl e - 2 Cl - (x 3) Stap 1 2 Fe 2 Fe e - Stap 2 3 Cl2 + 6 e - 6 Cl - + 2Fe+3Cl 2Fe +6Cl Stap 3 2Fe+3Cl 2 2FeCl 3 (s)

33 Andere oxidatoren en reductoren H 2 O 2 oxidator bleekmiddel, bleken van haar. Koolstof en koolstofmono-oxide CO, reductoren ijzer maken in Hoogovens Samengestelde ionen kunnen soms als oxidator of als g reductor reageren zie tabel Binas 48

34 Tabel 48 Binas Voor de Redox reacties in tabel 48 geldt: De reacties vinden plaats in oplossingen (enkele uitzonderingen). De concentratie van de reagerende deeltjes is steeds 100 1,00 mol/l. Temperatuur 298 K en druk p 0 (= atmosferische druk)

35 11.3 Elektrische stroom uit reacties

36 Een elektrochemische cel Zn + 2 H + Zn 2+ + H 2 Deze reactie is opgebouwd uit twee halfreacties: Zn Zn e - 2H + +2e - H 2 Zink atomen staan dus elektronen af aan H + ionen.

37 Een elektrochemische cel Het afstaan van elektronen gebeurt ook in een elektrochemische cel, alleen vindt daar de overdracht plaats via een stroomdraad. Verplaatsing van elektronen door de draad is een elektrische stroom: Een elektrochemische cel of elektrische cel zet chemische energie om in elektrische energie.

38 Een elektrochemische cel A Een zinkstaaf en een koolstaaf in een H 2 SO 4 oplossing: Zn C Zn staat elektronen af en Zn 2+ gaat in de oplossing: Zn Zn 2+ +2e - e - e - De elektronen gaan via de stroomdraad, door de ampèremeter naar de koolstaaf. H + ionen gaan naar de koolstaaf en nemen Zn 2+ de elektronen op en vormen H H 2. Het vormt 2 gasbelletjes: H + 2 H e - H 2

39 Een elektrochemische cel A De ampèremeter zal uitslaan want er loopt een stroom. De elektronen stromen van de Zn naar de Zn C C staaf, de Zn-staaf is negatief t.o.v. de C- staaf. e - e - Daarom zeggen we dat de C-staaf de + pool (plus-pool of positieve elektrode) en - Zn-staaf (min-pool Zn + de de pool of 2+ H 2 negatieve elektrode). H +

40 Een elektrochemische cel Een elektrochemische cel bestaat uit twee elektroden (of polen) in een oplossing met vrije ionen. Een stof waarvan de oplossing in water vrije ionen bevat, heet een elektrolyt. D l kt i d t d d d ti De elektronen gaan via de stroomdraad van de negatieve elektrode (- pool) naar de positieve elektrode (+ pool).

41 Een elektrochemische cel Daar waar de reductor reageert, wordt de elektrode negatief: de min-pool. Als de min-pool een onedel metaal is kan dit metaal zelf de reductor zijn; de pool wordt dan aangetast. Daar waar de oxidator reageert, wordt de elektrode positief: de plus-pool. Mr PO = Min-pool Reductor Plus-pool Oxidator

42 Een elektrochemische cel De H + ionen kunnen ook direct met Zn-staaf reageren: Rechtstreeks met de Zn staaf, er ontstaat Zn 2+ en H 2 Via de koolstaaf en de geleidende verbinding (draden, ampèremeter) naar de zinkstaaf. Om dit soort reacties te voorkomen plaatst men vaak een Om dit soort reacties te voorkomen plaatst men vaak een poreuze wand of membraan tussen de elektroden.

43 Een elektrochemische cel Om dit soort reacties te voorkomen plaatst men vaak een poreuze wand of membraan tussen de elektroden. Zn A C De poreuze wand mag de reagerende deeltjes uit de redoxreactie niet doorlaten, maar moet wel de stroom geleiden. Poreuze wand

44 Een elektrochemische cel Ook kun je i.p.v. een poreuze wand een zogenaamde zoutbrug ggebruiken. Animatie van elektrochemische cel

45 De batterij Een batterij noemen ze een droge cel. De buitenkant van de batterij j( (zink) is de negatieve pool en de koolstofstaaf de positieve pool. De eigenlijke oxidatie halfreactie is gebaseerd op de reactie tussen MnO 2 (bruinsteen) en water. Als elektrolyt is een pasta van NH 4 Cl aanwezig. Voor de halfreactie met de reductor geldt: Zn (s) Zn e - Voor de halfreactie met de oxidator geldt: 2 MnO 2 (s) + H 2 O (l) + 2 e - Mn 2 O 3 (s) + 2 OH -

46 De loodaccu Een loodaccu bestaat uit meerdere cellen in serie geschakeld. Per cel zijn er twee loodplaten waarvan er één bedekt is met PbO 2. De loodplaat werkt als reductor en zorgt voor de vorming van de negatieve pool. Het PbO 2 werkt als oxidator en zorgt voor de vorming van de positieve pool. De accu is gevuld met een zwavelzuur- oplossing die dienst doet als elektrolyt.

47 De loodaccu Voor de halfreactie met de reductor geldt: Pb (s) + SO 4 2- (aq) PbSO 4 (s) + 2 e - Voor de halfreactie met de oxidator geldt: PbO H + + 2e - 2 (s) SO 4 (aq) (aq) PbSO 4 (s) + 2H 2 O(l) Na verloop van tijd zal de accu zijn uitgeput. De loodplaten zijn dan geheel bedekt met lood(ii)sulfaat. Het is mogelijk om een loodaccu weer op te laden, dit kan door middel van elektrolyse. Als beide polen van een accu worden verbonden met de overeenkomstige polen van een externe spanningsbron (dynamo) dan zullen beide halfreacties in omgekeerde richting gaan verlopen. De accu wordt op die manier weer opgeladen.

48 11.4 Corrosie

49 Corrosie Bescherming tegen corrosie door afdekken: Verf (bruggen, auto s, fietsen) Olie (fietsketting) Teerproducten, zoals Tectyl (onderkant auto) Glas ( le) Laagje andere metalen, verchromen (laagje chroom) en galvaniseren (laagje zink). Blik is ijzer met laagje Tin. De oxidelaag van deze metalen is ondoordringbaar en beschermt het onderliggende metaal.

50 Corrosie Bescherming met opofferingsmetaal: Metalen blokken die op ijzeren constructies worden gemonteerd, bv boten en booreilanden. De metalen die op het ijzer worden geplaatst, t vormen samen met het ijzer een electrochemische cel. Het zeewater is het elektrolyt. Het opofferingsmetaal moet regelmatig vervangen/ververst worden.

51 Corrosie Bescherming door legeringen: Door een legering (of alliage) te maken wordt het corrosiebestendiger.

52 11.5 Elektrolyse

53 Elektrolyse Bij elektrolyse wordt elektrische energie gebruikt om chemische reacties die niet spontaan optreden (OX < RED) toch te laten verlopen. Aan de + pool reageert de sterkste reductor. Bijv: negatief ion Br -, OH -, water of het metaal van de elektrode. Aan de pool reageert de sterkste oxidator. Bijv: positief ion Cu 2+, H + of water. Een elektrode van koolstof of edelmataal noemen we een onaantastbare elektrode (reageert niet mee).

54 Elektrolyse Zoutoplossing voor Zoutoplossing voor geleiding, elektrolyt

55 Elektrolyse van CuCl 2 oplossing Aan de negatieve kathode (aanvoer e - ) reageert Cu 2+ als oxidator: Cu e - Cu Aan de positieve anode (afvoer e - ) reageert chloride als reductor: 2 Cl - Cl 2 (g) + 2 e -

56 Elektrolyse toestel van Hofmann Aan de negatieve kathode (aanvoer e - ) reageert water als oxidator: 2HO+2e H 2 (g)+ 2 OH Aan de positieve anode (afvoer e - ) reageert water als reductor: 2HO 2 O 2 (g) + 2 H e -

57 Elektrolyse Bij elektrolyse reageert aan de pool altijd de sterkste oxidator en aan de + pool de sterkste reductor. Een uitzondering: Chloride in Water. Water is een sterkere reductor dan chloride, maar toch reageert chloride tot chloor, Cl 2. Elektrolyse = gedwongen redox daar ga je van mopperen M.O.P.R. En dan is dus de Min-pool de plek waar de Oxidator reageert en bij de Plus-pool reageert de Reductor

58 Elektrolyse CuSO 4 oplossing met koolstofelektroden: - + Aanwezige oxidatoren: Cu 2+, H 2 O Sterkste OX: Cu 2+ C Cu C O 2 Reactie: Cu e - Cu Aanwezige reductoren: H 2 O Sterkste RED: H 2 O 2 Cu 2+ SO H 2 O O 2 (g) + 2 H e

59 Elektrolyse CuSO 4 oplossing met koperelektroden: - + Aanwezige oxidatoren: Cu 2+, H 2 O Sterkste OX: Cu 2+ Cu Cu Cu Reactie: Cu e - Cu Aanwezige reductoren: Cu, H 2 O Sterkste RED: Cu Cu 2+ SO 4 2- Reactie: Cu Cu e -

60 Verchromen, verzilveren Door een elektrolyse uit te voeren waarbij een chroom of zilver laagje ontstaat op de negatieve elektrode kun je verchromen of verzilveren. Dit proces noemen ze ook Galvaniseren.

61 11.6 Metaalwinning

62 Metaalwinning De belangrijkste chemische reactievergelijkingen: C + O 2 CO (Energie opleverende verbranding van koolstof) CO 2 +C 2CO(Vorming2 van het gasvormige reductiemiddel koolmonoxide) Fe 2 O CO 3 CO Fe (Reductie van ijzeroxide tot ijzer)

63 Metaalwinning

Elektronenoverdracht (1)

Elektronenoverdracht (1) Redoxreacties 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13

Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13 Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam

Nadere informatie

Reacties en stroom; een aanvulling op hoofdstuk 9

Reacties en stroom; een aanvulling op hoofdstuk 9 Reacties en stroom; een aanvulling op hoofdstuk 9 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam

Nadere informatie

Reacties en stroom 1

Reacties en stroom 1 Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

Hierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster.

Hierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster. Redoxreacties 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam redoxreactie is een samentrekking

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u) Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Opgave 1 Welke halfreactie kan men verwachten in de volgende gevallen? a Br ionen bij een positieve elektrode Br kan gemakkelijk elektronen afstaan, is dan reductor:

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Redoxreacties

Hoofdstuk 17 Redoxreacties Hoofdstuk 17 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal de oxidatiegetallen van alle atomen in: Waterstof H: altijd +1 Zuurstof O: altijd 2 Som ladingen steeds 0 a H 2O H: +1 O: 2 2 x +1 + 2 = 0 b SO 2

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 13 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 In de volgende halfreacties zijn de elektronen weggelaten. Zet zelf de elektronen erbij en vermeld of het deeltje geoxideerd of gereduceerd wordt. Links

Nadere informatie

Oxidator = het deeltje dat elektronen onttrekt aan een ander deeltje Reductor = het deeltje dat elektronen afstaat aan een ander deeltje

Oxidator = het deeltje dat elektronen onttrekt aan een ander deeltje Reductor = het deeltje dat elektronen afstaat aan een ander deeltje Cursus Chemie 6-1 Hoofdstuk 6: REDOX REACTIES 1. INLEIDING In vroegere tijden werd de term oxideren gebruikt om een reactie met zuurstof aan te geven. Bvb. de reactie waarbij koolstof verbrandt is C +

Nadere informatie

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - - Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit

Nadere informatie

Hieronder zie je een schema van een eenvoudige chemische cel met koper/zink elektroden. Bestudeer dit schema met aandacht:

Hieronder zie je een schema van een eenvoudige chemische cel met koper/zink elektroden. Bestudeer dit schema met aandacht: Cursus Chemie 7-1 Hoofdstuk 7 : INDIREKTE REDOXREACTIES (met elektrodes) Naast de directe zijn er ook indirecte redoxreacties. Dat wil zeggen: er is geen direct contact tussen de deeltjes van de oxidator

Nadere informatie

Module 5 Reductoren en Oxidatoren Antwoorden

Module 5 Reductoren en Oxidatoren Antwoorden 2 Reductoren en oxidatoren Opmerking: informatie over reductoren en oxidatoren vind je in tabel 48. 1 De metalen vind je in de rechter kolom (reductoren). 2 Metaal-ionen: in de linker kolom (oxidatoren).

Nadere informatie

Inleiding in de RedOx chemie

Inleiding in de RedOx chemie Even opfrissen: Drie hoofdcategorieën stoffen: Inleiding in de RedOx chemie Moleculaire stoffen: Atoombinding in molecuul (sterk), Van der Waals binding tussen moleculen (zwak), polaire/apolaire (atoom)bindingen,

Nadere informatie

Elektrochemie voor VWO

Elektrochemie voor VWO Elektrochemie voor VWO 0. Inleiding Wanneer scheikundige processen gepaard gaan met elektrische verschijnselen zoals elektrische spanning en elektrische stroom wordt dit aangeduid met de algemene term

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOX vwo Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in

Nadere informatie

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie Chemie in druppels Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie 2 Oxidatie en reductie 2.1 Redoxreacties Een redoxreactie is een reactie waarbij elektronen uitgewisseld worden tussen reagentia.

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Boek 2

Samenvatting Scheikunde Boek 2 Samenvatting Scheikunde Boek 2 Samenvatting door een scholier 2661 woorden 26 april 2005 6,2 89 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.1 -> Reactie en molverhouding M Vm NA

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

!"#$%&#'()')##'*#'"#)#"'

!#$%&#'()')##'*#'#)#' !"#$%&#'()')##'*#'"#)#"' Een module over batterijen. Onderstaande artikelen zijn van internet geplukt. Pagina 1 van 14 Pagina 2 van 14 Ook Wubbo Ockels neemt graag zijn eigen energie mee in de boot Ecolution

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 5 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a C 3H 8O 2 4 O 2 3 CO 2 4 H 2O b P 4 5 O 2 6 H 2O 4 H 3PO 4 c 4 Al 3 O 2 2 Al 2O 3 d 2 Fe 3 Cl 2 2

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H

Nadere informatie

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting door Dylan 748 woorden 30 december 2016 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 1 Gemeenschappelijke eigenschappen metalen:

Nadere informatie

H5SK-H11. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74277

H5SK-H11. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74277 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 06 april 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74277 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

leerlingenpracticum: met eenvoudige materiaal een eenvoudige redoxreactie uitvoeren;

leerlingenpracticum: met eenvoudige materiaal een eenvoudige redoxreactie uitvoeren; Leergebied: redoxreactie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO Lp 8 - oxidatie- en reductiereacties (redoxreacties) uitvoeren. LP Chemie 3e gr KSO GO Lp 14 - leerlingenpracticum 2: met eenvoudig materiaal

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 28 januari tot en met 4 februari 2015 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 11 February 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/57859 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

CCVS-tentamen 16 mei 2014 - Uitwerking

CCVS-tentamen 16 mei 2014 - Uitwerking CCVStentamen 16 mei 2014 Uitwerking door Frank Povel NB. De puntentoekenning is door mij gedaan op grond van de totalen per opgave zoals weergegeven op bij het tentamen behorende voorblad. OPGAVE 1 koper

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een

Nadere informatie

H5sk-h11. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

H5sk-h11. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 30 august 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74277 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Elektrochemische cellen Redox in theorie en praktijk

Elektrochemische cellen Redox in theorie en praktijk Elektrochemische cellen Redox in theorie en praktijk V Hugo Strang & Jan Ooms, www.havovwo.nl Elektrochemische cellen Auteurs: Hugo Strang 6F hugo_strang@hotmail.com Jan Ooms 6F janooms@home.nl Profiel:

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel UITWERKING CCVSTENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie

Het spel: Rad van Fortuin

Het spel: Rad van Fortuin Het spel: Rad van Fortuin Spelregels: - iedereen draait om beurt aan het rad. - als het rad stopt, moeten ze een vraag beantwoorden. Goed antwoord: krijgen ze de punten waar het rad is gestopt en mogen

Nadere informatie

21 e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2000

21 e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2000 e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde, 000 Opgaven woensdag 9 februari Deze voorronde bestaat uit 9 vragen verdeeld over 7 opgaven. De maximum score voor dit werk bedraagt 00 punten. De toets duurt maximaal

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 18 april 2017

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 18 april 2017 UITWERKING CCVSTENTAMEN 18 april 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Energie om mee te nemen

Energie om mee te nemen 001 Nieuwe Scheikunde Energie om mee te nemen Een module over batterijen Module 02 docentenhandleiding 003 inhoud Werkwijze 005 energie om mee te nemen 006 speciale opdrachten 009 005 werkwijze Materiaal

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Sk-13 redoxreacties. Jan Lutgerink; Dick Naafs. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Sk-13 redoxreacties. Jan Lutgerink; Dick Naafs. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jan Lutgerink; Dick Naafs 04 october 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45855 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

Sk-13 Redoxreacties. Jan Lutgerink ; Dick Naafs. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Sk-13 Redoxreacties. Jan Lutgerink ; Dick Naafs. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jan Lutgerink ; Dick Naafs 03 februari 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45855 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven

Nadere informatie

Stabilisator voor PVC

Stabilisator voor PVC Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 HOCUS POCUS... BOEM VERSIE PR O EF DE CHEMISCHE REACTIE WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 14/04/16 20:53 HOOFDSTUK 1 CHEMISCHE REACTIES EN FYSISCHE VERSCHIJNSELEN 1.1 Chemische reactie en fysisch verschijnsel

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort

Nadere informatie

4 Redoxevenwicht. Denk er eens over na Redoxevenwicht. 2 Roest 3 Gasvorming bij een reactie van koper met waterstofnitraat

4 Redoxevenwicht. Denk er eens over na Redoxevenwicht. 2 Roest 3 Gasvorming bij een reactie van koper met waterstofnitraat 4 Redoxevenwicht Denk er eens over na 1 Dodenmasker van Toetanchamon, al eeuwenlang onaangetast 2 Roest Gasvorming bij een reactie van koper met waterstofnitraat 4 Verzinken van een autocarrosserie 5 Chemische

Nadere informatie

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische-opdracht door een scholier 1902 woorden 12 oktober 2008 6,3 10 keer beoordeeld Vak Scheikunde De truc van de verdwenen puntenslijper

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot havo II

Eindexamen scheikunde pilot havo II Beoordelingsmodel Papier en (afval)water 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: H... H C H H... H H H C H H... H C H H... H H H C H eerste H-brug juist getekend 1 tweede H-brug juist

Nadere informatie

1 Verdringingsreacties niet-metalen met lucifers

1 Verdringingsreacties niet-metalen met lucifers Verdringingsreacties niet-metalen met lucifers Plaats in de leerplannen VVKSO leerplan derde graad ASO Chemie LICAP Brussel D20060279040:. Oriënteren Achtergrondinformatie Herhaal de begrippen oxidator-

Nadere informatie

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke

Nadere informatie

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke

Nadere informatie

Zelfstudiepakket Leerkracht (Correctiesleutel) Industrieel Ingenieur Chemie, Biochemie, Milieukunde

Zelfstudiepakket Leerkracht (Correctiesleutel) Industrieel Ingenieur Chemie, Biochemie, Milieukunde @ KORTRIJK Zelfstudiepakket Leerkracht (Correctiesleutel) REDOX Industrieel Ingenieur Chemie, Biochemie, Milieukunde Graaf Karel de Goedelaan 5-8500 Kortrijk Info.Kortrijk@UGent.be Voorwoord Dit zelfstudiepakket

Nadere informatie

7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen

7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen 7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen 7.1 Oxiden Vrijwel alle elementen kunnen, min of meer heftig reageren met zuurstof. De gevormde verbindingen worden oxiden genoemd. In een van de voorafgaande

Nadere informatie

Steven Werbrouck 04-02-2000 Practicum 3: Niet-ideale gelijkspanningsbron

Steven Werbrouck 04-02-2000 Practicum 3: Niet-ideale gelijkspanningsbron Practicum 3: Niet-ideale gelijkspanningsbron 1. Situering De eerste wet van Ohm (U =.R) beschrijft de grootte van de spanning U (klemspanning) over een uitwendige weerstand R als er een stroom doorvloeit

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Energie om mee te nemen

Energie om mee te nemen 001 Nieuwe Scheikunde Energie om mee te nemen Een module over batterijen Module 02 Leerlingentekst 003 inhoud voorwoord 005 inleiding 006 elektrische energie 007 hoe reageren een reductor en een oxidator

Nadere informatie

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern. 1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit

Nadere informatie

Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag?

Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? Chemie Vraag 1 Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? NaNO3-oplossing, AgNO3-oplossing en BaCl2-oplossing K2SO4-oplossing, (CH3COO)2Pb-oplossing

Nadere informatie

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen. 2 ELEKTRICITEITSLEER 2.1. Inleiding Je hebt al geleerd dat elektriciteit kan worden opgewekt door allerlei energievormen om te zetten in elektrische energie. Maar hoe kan elektriciteit ontstaan? En waarom

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Chemie Vraag 1 Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Waarover kun je op basis van deze gegevens GEEN éénduidige

Nadere informatie

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Chemie Vraag 1 Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Waarover kun je op basis van deze gegevens GEEN éénduidige

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo I Beoordelingsmodel Biobrandstofcel 1 maximumscore 2 berekening van de afname van het aantal mmol glucose per liter en van de toename van het aantal mmol Fe 2+ per liter in 150 uur: 1,03 ± 0,01 (mmol L 1

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis chemie

Deel 2. Basiskennis chemie Deel 2. Basiskennis chemie Achteraan vind je een periodiek systeem van de elementen. Gebruik dit waar nodig. Vraag 21 Koolstofmonoxide (C) kan gesynthetiseerd worden door stoom met methaan (CH4 ) te laten

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2002-I 4. Antwoordmodel Rood kwik 1 Een juiste afleiding leidt tot de lading 5+. berekening van de lading van twee kwik(ii)ionen en zeven oxide-ionen: tweemaal 2+ optellen bij zevenmaal 2-1 conclusie 1 Indien

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Atoommodel van Rutherford

Atoommodel van Rutherford Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij

Nadere informatie

IM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN

IM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN M4--14 ONDERWJS N 1 MAV04 Maandag 17 mei, 14.00--16.00 uur NATUUR- EN SCEKUNDE (Scheikunde) OPEN VRAGEN Bij het examen natuur- en scheikunde wordt de volgende verdeling van de tijd over de twee onderdelen

Nadere informatie