BA-SCRIPTIEHANDLEIDING - OPLEIDING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN Universiteit van Amsterdam

Transcriptie

1 BA-SCRIPTIEHANDLEIDING - OPLEIDING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN Universiteit van Amsterdam vastgesteld: 30 september 2010 laatst gewijzigd: 20 februari 2015 Het onderdeel scriptie is bedoeld als afsluitend onderdeel van de BAstudie, waarmee de student laat zien dat hij/zij aan de eisen van de opleiding heeft voldaan; doorgaans is de scriptie dan ook het laatste onderdeel dat een student binnen de BA-opleiding voltooit. De BA-scriptie is qua omvang en inhoud beperkter dan de MA-scriptie; dit komt tot uitdrukking in de zwaarte van het onderzochte probleem, de omvang van het gebruikte primaire en secundaire materiaal en de theoretische diepgang. De opbouw van een BA-scriptie komt meestal op het volgende neer: in de inleiding wordt een onderzoeksvraag geformuleerd, waarna in de verschillende hoofdstukken en paragrafen de elementen voor een antwoord worden uitgewerkt, zodat in de conclusie uiteindelijk een overtuigend antwoord gegeven kan worden. De regeling omtrent de BA-scriptie (Opleiding Slavische Talen en Culturen) wordt hieronder in detail besproken. In de bijlage technische aanwijzingen bij dit reglement staat informatie over o.a. de opbouw van een scriptie, hoe men kan verwijzen naar literatuur en hoe men een bibliografie kan maken. 1

2 1. Plaats in het curriculum In de BA-studie staat in het tweede semester van het derde studiejaar (semester 2, blok 2 en 3) een korte scriptie op het programma. Dit onderdeel wordt voorafgegaan door het zogenaamde Seminar (semester 2, blok 1), waarin studenten o.m. door middel van hoor-/werkcolleges en (presentatie-)opdrachten worden voorbereid op het opzetten en schrijven van een scriptie. Toegangseisen: 1) het propedeusediploma moet behaald zijn (m.a.w. er mogen geen eerstejaarsvakken open staan); 2) ten minste 120 ECTS van het BA programma van de opleiding moeten behaald zijn, inclusief alle modules die een verplicht onderdeel van de BA studie Slavische Talen en Culturen vormen. 2. Aard van de BA-scriptie De BA-scriptie is een schriftelijk verslag van een beperkt onderzoek dat een student zelfstandig heeft verricht. Het onderzoek vindt plaats onder begeleiding van een docent en betreft een onderwerp dat men zelf kan kiezen binnen de grenzen van het terrein dat door de opleiding wordt bestreken: (een van de) Slavische talen en/of literaturen. Het werk aan de BA-scriptie heeft een omvang van 12 ECTS. Het doel van een BA-scriptie is in het algemeen dat de student blijk geeft van voldoende kennis, inzicht en vaardigheid op het vakgebied van haar/zijn opleiding om zelfstandig een beperkt onderzoek op het niveau van een beginnend onderzoeker uit te voeren. Hij/zij oefent bij het schrijven van de scriptie in vaardigheden zoals - het maken van een onderzoeksopzet; - het verzamelen en ordenen van materiaal; - het opsporen, bestuderen en kritisch evalueren van vakwetenschappelijke literatuur; - het opzetten van een helder en systematisch betoog; - het vorm geven aan ideeën; en - het correct formuleren. 3. Inhoud en omvang van de BA-scriptie De BA-scriptie omvat zo n 30 pagina s tekst (ca woorden) in het Nederlands (of in het Russisch, Tsjechisch, Pools of Servisch/Kroatisch, of Engels) met daarnaast een titelpagina, inhoudsopgave en een bibliografie; er kunnen bijlages aan toegevoegd zijn (deze tellen niet mee voor het aantal pagina s). In alle gevallen moet de tekst door een competente native speaker gecontroleerd en gecorrigeerd zijn, zodat spelling, interpunctie en 2

3 woordkeus correct zijn. Let op: het is niet de taak van de scriptiebegeleider om teksten op taalgebruik, spelling en interpunctie te corrigeren. Hij/Zij zal daartoe gewoonlijk min of meer gedetailleerde aanwijzingen over geven. Er wordt in ieder geval aangegeven dat de tekst verbeterd moet worden. Men kan een onderwerp kiezen dat op de colleges aan de orde is gekomen, want het is goed om aan te sluiten bij iets waar al aan gewerkt is. Natuurlijk kan men ook een docent om raad of suggesties vragen. Het is belangrijk dat het onderwerp op wetenschappelijk verantwoorde wijze kan worden behandeld in 30 pagina s: het gaat om een goed afgeperkt, niet te omvangrijk onderwerp! Het is mogelijk om een onderwerp dat in een werkstuk is behandeld in het scriptieonderzoek verder uit te werken. Het moet dan wel gaan om een duidelijk nieuw onderzoek op hetzelfde terrein. Men dient dit expliciet te vermelden in het scriptievoorstel dat aan de Examencommissie wordt gestuurd (zie par. 4). Zie voor de onderdelen waaruit een BA-scriptie kan bestaan de bijlage technische aanwijzingen. De scriptie dient in tweevoud te worden ingeleverd, respectievelijk voor de begeleider en de tweede beoordelaar. Daarnaast dient de student de definitieve versie van de scriptie 1. als digitaal document te uploaden in Blackboard Euphorus 1 ; en 2. te uploaden in Pontifex in PDF-formaat. Voor details, zie 2/folder/afstuderen/scripties-inleveren/scripties-inleveren.html. Samen met de scriptie is de student verplicht een korte samenvatting van maximaal 200 woorden in te leveren bij de scriptiebegeleider. 2 Let op: de student behoudt de auteursrechten over de scriptie. Publicatie uit de scriptie kan alleen plaatsvinden in overleg met en na goedkeuring van de student. Let op: tijdens de buluitreiking geeft de student een kleine presentatie (5 a 10 minuten) over de BA-scriptie. Dit mag vergezeld gaan van een powerpoint, maar dat is niet verplicht. 1 Waar noodzakelijk geacht controleert de begeleider en/of tweede lezer de scriptie op plagiaat. 2 Deze samenvatting zal in Novinky, het nieuwsbulletin van de opleiding, en op de website van de opleiding worden gepubliceerd. 3

4 4. Tijdspad Het schrijven van een scriptie vereist een goede tijdsplanning en kent een aantal fasen, zoals te zien in het schema. - Consultaties met SB (= scriptiebegeleider) duren elk een half uur. - Stuur te lezen stukken minimaal vier dagen voorafgaand of binnen een andere met SB overeengekomen termijn aan een consultatie aan de SB op ( ). In feite is het gehele scriptieproject verdeeld over de vakken Seminar en Bachelorscriptie. Tijdens het Seminar worden behalve de in het schema genoemde onderdelen ook colleges over het plegen van onderzoek op het vakgebied en het schrijven van een scriptie gegeven (zie studiegids). Men moet ervoor zorgen dat aan het begin van het Seminar (1e week 2e semester) een onderwerp, een onderzoeksvoorstel en een scriptiebegeleider zijn gevonden. Dat betekent dat men al tijdens het eerste semester voorbereidingen treft (bv. contact met de voorgenomen scriptiebegeleider), zodat 4

5 het gehele tweede semester beschikbaar is voor het uitvoeren van het scriptieonderzoek zelf. Concreet betekent dit dat een eerste versie van de onderzoeksopzet in de derde week van het 1e blok van het tweede semester aan de gekozen begeleider moet worden voorgelegd; deze opzet omvat: - werktitel en voorlopige inhoudsopgave; - probleemstelling, eventueel opsplitsing in deelvragen; - duidelijke afbakening (thematisch, chronologisch, geografisch); - globaal werkplan (met name wat betreft werkwijze en tijdsplanning); en - voorlopige literatuurlijst van primaire en secundaire literatuur. Let op: als je je scriptievoorstel niet of te laat inlevert, kunnen we niet garanderen dat je in het lopende collegejaar nog kunt afstuderen. In de weken daarna wordt een en ander bijgewerkt en verbeterd tot een definitief onderzoeksvoorstel van een à twee A4-tjes (voor verdere bespreking kan in overleg ruimte gemaakt worden op het seminar-college). Niet later dan in week 7 van het 1e blok, 2e semester, wordt dit voorstel dan aan het hoofd van de opleiding ter goedkeuring opgestuurd, per p/a ellen.rutten@uva.nl (gericht aan prof. dr. Ellen Rutten). Het hoofd van de opleiding beoordeelt vervolgens inhoud, opzet en haalbaarheid van het voorgestelde onderzoek, bevestigt officieel de begeleider en wijst een tweede beoordelaar (ook wel genaamd: tweede lezer ) aan. Alle betrokkenen krijgen hierover per bericht. Om af te studeren moet de scriptie voor het einde van het tweede semester (dwz vóór de zomervakantie) ingeleverd zijn en voldoende worden bevonden door scriptiebegeleider en tweede beoordelaar (deze beoordeling vindt plaats in weken 27 en 28 en de student wordt via de administratie over de uitslag bericht). Indien de scriptie niet op tijd is ingeleverd, wordt de scriptie als onvoldoende beoordeeld en dient de student zich in te schrijven voor het volgende academische jaar (let op: extra kosten!!!); de afronding en beoordeling vinden dan plaats, bij wijze van herkansing, in de eerste maanden van het volgende eerste semester. In principe heeft de student dan geen recht meer op consultaties, maar de begeleider kan zelf besluiten of verder consulteren nog tot de mogelijkheden behoort. Aan het eind van het tweede blok (week 21 of inhaalweek 22), bespreken student en scriptiebegeleider het project tot dan toe. Zij evalueren tevens de de kans van slagen van het project. Indien nu al blijkt dat de scriptie niet klaar zal zijn in week 26, kan besloten worden de resterende consultatie 6 5

6 na het zomerreces te laten plaatsvinden, zodat de student tijdens de zomer aan de scriptie kan werken. Verdere bepalingen: a. Per scriptieproject is er slechts één herkansingsmogelijkheid. b. Indien een student ook in tweede instantie niet slaagt, kan er een nieuw scriptieproject worden gestart in het eerstvolgende 2e semester: het programma zoals beschreven in paragraaf 4 hierboven wordt dan in zijn geheel herhaald (let op vernieuwde inschrijving, kosten etc). Een nieuw project houdt ook in: een nieuw onderwerp en eventueel een nieuwe begeleider. Let op: Wie verder gaat in een onderzoeksmaster of een duale master moet in verband met de toelatingsselectie de definitieve scriptie die dan ook beoordeeld moet zijn al eerder beschikbaar hebben. Informatie over het tijdspad, de sollicitatieprocedure en de selectiecriteria is te vinden op de websites van de betreffende masteropleidingen. Let op: Bovenstaande data en de andere deadlines genoemd in dit scriptiereglement gelden voor studenten die de scriptie volgens het normale studieschema in het tweede semester schrijven. Met studenten die hun scriptie in het eerste semester schrijven worden aparte afspraken gemaakt over geldende deadlines. Deze studenten dienen tijdig (in elk geval twee maanden voordat ze met het schrijven van de scriptie willen beginnen) contact op te nemen met hun beoogd begeleider. 5. Begeleiding Het is gebruikelijk dat studenten hun scriptie-in-wording per hoofdstuk met hun begeleider bespreken. Na elke bespreking worden de op- en aanmerkingen van de begeleider in de tekst verwerkt, waarna een verbeterde versie ter beoordeling aan de begeleider wordt gegeven. de finale versie wordt in week 26 ingeleverd waarna begeleider en tweede lezer het eindcijfer bepalen. Feedback en ander commentaar op de scriptie wordt schriftelijk door de begeleider (in principe niet door de tweede lezer) gegeven. Let op: de consultaties duren elk een half uur. Het aantal consultaties is beperkt tot 6 en ze dienen plaats te vinden in het aangegeven tijdsbestek (zie schema par. 4). Let op: het is aan te raden niet te veel versies van de tekstdelen te maken en minimaal vier dagen voorafgaand aan consultaties het te bespreken materiaal aan de begeleider op te sturen. 6

7 6. Beoordeling Criteria op grond waarvan de scriptie wordt beoordeeld zijn: - helderheid van de probleemstelling; - mate waarin de inhoud bijdraagt aan het wetenschappelijk inzicht (het wetenschappelijk belang); - kennis over het onderwerp (ook: de status quaestionis, behoeft niet uitputtend te zijn, maar cruciale aspecten van het desbetreffende wetenschapsgebied mogen niet over het hoofd zijn gezien); - opbouw van het betoog: is het systematisch, logisch, consistent etc.; - originaliteit van de probleemstelling en/of de analyse; - theoretisch/methodologisch kader: wordt uitgelegd op welke manier of met welke instrumenten het onderzoek is uitgevoerd, en is de toepassing van methodes consistent; - conclusie: is er een heldere conclusie, die antwoord geeft op de vragen die in de probleemstelling naar voren komen. - zelfstandigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd; - leesbaarheid; - nauwkeurigheid (o.a. wat betreft verwijzingen, citaten, bibliografie); - uiterlijke verzorging van de scriptie; - spelling en stijl. De begeleider is de eerste beoordelaar van deze criteria. De rol van de tweede beoordelaar is met name bedoeld ter ondersteuning van het oordeel van de begeleider. Dat wil zeggen dat de tweede beoordelaar een oordeel moet uitspreken over de uiteindelijke versie van de scriptie. Het oordeel van de tweede beoordelaar wordt via de begeleider kenbaar gemaakt. De tweede beoordelaar is geen verantwoording schuldig aan de student, alleen aan de begeleider en zo nodig aan de Examencommissie. Indien de scriptie niet voldoet aan de eisen krijgt de student de gelegenheid verbeteringen aan te brengen binnen een door de begeleider en student in overleg bepaalde termijn. De student kan tegen de beoordeling van de scriptie in beroep gaan bij de Examencommissie van de opleiding. Wanneer hier geen oplossing wordt gevonden, kan de student in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. Begeleider en tweede beoordelaar vullen het volgende formulier in en berekenen het eindcijfer. 7

8 7. Scriptie en BA-examen Studenten willen vaak een voorlopige goedkeuring van de scriptie met het oog op de aanvraag van het bachelorexamen. De begeleider moet dan een verklaring ondertekenen dat hij/zij verwacht dat de student de scriptie op tijd zal voltooien; aan deze verklaring kan de student geen rechten ontlenen. 8. Onderzoeksstage Als alternatief voor een BA-scriptie kan in sommige gevallen een onderzoeksstage worden gekozen, welke wordt afgesloten met een onderzoeksverslag. Bij een dergelijke stage doet een student mee met het lopende onderzoek van een docent. In het afsluitende verslag beschrijft de student de bereikte onderzoeksresultaten. Studenten kunnen hiervoor 8

9 gevraagd worden door docenten of zich zelf tot een docent wenden. Docenten zijn niet verplicht om dergelijke stages te realiseren. Voor een onderzoeksstage wordt door de student expliciet toestemming aan de commissie gevraagd d.m.v. het indienen van een onderzoeksplan. Hierin zijn in ieder geval de volgende punten opgenomen: - korte beschrijving van het onderzoek(sproject) waarbinnen de stage gaat plaatshebben; - opzet van de stage, aard van de werkzaamheden; - afspraken over de wijze van begeleiding; en - stageperiode. De stage wordt afgesloten met een stageverslag. Hieraan worden dezelfde formele eisen gesteld als aan een BA-scriptie (ca 8000 woorden in het Nederlands (of in het Russisch, Tsjechisch, Pools of Servisch/Kroatisch, Engels) etc.). NB Binnen afzienbare tijd komt er een facultaire regeling op dit punt. 9. Fraude Sinds 2010 is er een nieuwe regeling 'Fraude en Plagiaat Studenten UvA' van kracht. Als een student ernstige fraude heeft gepleegd, kan dat leiden tot het uitschrijven uit de Universiteit. Daarom is het belangrijk om te weten wat fraude en plagiaat is en aan welke regels en gebruiken je je als student moet houden als je tentamen doet of een werkstuk, paper of essay schrijft. Voor meer informatie over plagiaat en de gevolgen ervan, zie de universitaire fraude- en plagiaatregeling: 9