Reglement raad van toezicht en bestuur WSL

Transcriptie

1 Reglement raad van toezicht en bestuur WSL ex artikelen 3 lid 8 en 14 lid 2 van de statuten d.d. 13 december 2012

2

3 Inhoud A. ALGEMEEN... 4 B. HET BESTUUR... 4 C. DE RAAD VAN TOEZICHT... 7 Profielschets raad van toezicht Woningstichting Leusden (2013) Samenstelling raad van toezicht en bestuur Rooster van aftreden van raad van toezicht Vergoedingsregeling raad van toezicht

4 A. ALGEMEEN Artikel 1 - Definities In dit Reglement wordt verstaan onder: WSL: De raad van toezicht: Het bestuur: De WSL-Groep: Dochtermaatschappij: De Ondernemingsraad: Huurdersorganisatie Woningstichting Leusden, gevestigd te 3833 AM Leusden, kantoorhoudende aan de Larikslaan 2 te Leusden. Het orgaan van WSL dat toezicht op het bestuur houdt (artikel 7 lid 1 sub b BBSH). Het orgaan van WSL dat WSL bestuurt (op grond van artikel 2:291 lid 1 BW) en dat wordt gevormd door de directeur/bestuurder. De Stichting en haar dochtermaatschappijen. De rechtspersoon c.q. vennootschap als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het in het kader van de Wet op de Ondernemingsraden ingestelde overlegorgaan. Het conform het BBSH en de WOHV ingestelde collectief overlegorgaan huurder/verhuurder. Artikel 2 - Functie Reglement 1. Dit Reglement geeft nadere voorschriften, welke de raad van toezicht en het bestuur bij de uitoefening van hun taak in verhouding tot WSL, in verhouding tot elkaar en in hun onderlinge verhouding dienen na te leven, zulks ter aanvulling op het bepaalde in de statuten van WSL. 2. De onderhavige bepalingen vormen derhalve een nadere uitwerking van zowel de rechtsperso- nenrechtelijke verhouding tussen WSL en de raad van toezicht en het bestuur als van de tussen de raad van toezicht en het bestuur bestaande verhouding. Voorts wordt in dit Reglement de onderlinge verhouding tussen de leden van de raad van toezicht nader uitgewerkt. 3. Dit Reglement is vastgesteld bij besluit van de raad van toezicht op 13 december Door ondertekening verklaart het bestuur met de daarin opgenomen bepalingen akkoord te gaan. 4. Dit Reglement kan te allen tijde worden gewijzigd door de raad van toezicht, nadat daarover door de raad van toezicht overleg is gevoerd met het bestuur. 5. Dit Reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet en/of de statuten van WSL. Onverminderd het bepaalde in dit Reglement zullen de raad van toezicht en het bestuur voor hun functioneren als uitgangspunt hanteren de algemene beginselen van governance. Tevens onderschrijven de raad van toezicht en het bestuur de Principes van de Governancecode Woningcorporaties, tenzij door de raad van toezicht anders wordt aangegeven ( pas toe of leg uit ). 6. Van het bestaan van dit Reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van toezicht in het jaarverslag. B. HET BESTUUR Artikel 3 - Informatieverstrekking 1. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. 2. Het bestuur zal de raad van toezicht naast de jaarlijkse verslaggeving als in de statuten 4

5 geregeld, regelmatig op de hoogte houden van de gang van zaken binnen WSL en de met haar verbonden onderneming(en). 3. Met name zal het bestuur de raad van toezicht op de hoogte houden van de ontwikkeling op het gebied van de volkshuisvesting en van de voor WSL belangrijke ontwikkelingen in de markt waarin zij opereert. 4. Informatieverstrekking zoals bedoeld in het vorige lid zal steeds moeten plaatsvinden, zodra het bestuur daartoe aanleiding aanwezig acht en dient voorts in ieder geval te geschieden indien de voorzitter van de raad van toezicht daarom verzoekt. 5. Periodiek zal het bestuur de raad van toezicht een schriftelijke tussentijdse rapportage (periodieke rapportage) verstrekken, waarin zowel op alle relevante gebieden waarop zij werkzaam is alsmede met betrekking tot de werkorganisatie de ontwikkelingen van WSL en de met haar verbonden ondernemingen worden weergegeven. Deze rapportage zal steeds in een te houden vergadering van de raad van toezicht worden besproken. Naast de periodieke rapportage zal het bestuur de raad van toezicht periodiek informeren over de door het bestuur genomen bestuursbesluiten, realisering van de strategie en realisering van de ondernemingsdoelstellingen van WSL en de interne beheersystematiek, alsmede de risico s van de onderneming(en) in beeld brengen. 6. In het jaarverslag geeft het bestuur inzicht in de interne risicobeheersings- en controlesystemen en de werking hiervan. Specifiek gaat het bestuur daarbij in op de wijze waarop het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen inclusief het aangaan van majeure transacties daarbinnen is geregeld. 7. De raad van toezicht ontvangt het jaarlijks verslag van de klachtencommissie vóór het moment dat het jaarverslag wordt vastgesteld. Artikel 4 - Externe verantwoording/tegenstrijdige belangen 1. Het bestuur draagt er zorg voor dat de activiteiten van WSL en de met haar verbonden onderneming(en) bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel goed en inzichtelijk geregeld zijn en verantwoord worden. 2. De onverenigbaarheden van leden van het bestuur zijn neergelegd in artikel 5 van de statuten van WSL. Ter nadere uitwerking van artikel 5 van de statuten van WSL geldt dat lid van het bestuur niet kan zijn degene, die: a. in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming tot bestuurder lid geweest is van de raad van toezicht van WSL. b. deel uitmaakt van het bestuur van een in het belang van de huurders werkzame organisatie waarmee WSL een (samenwerkings)overeenkomst heeft gesloten. c. in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming tot bestuurder een belangrijke zakelijke relatie met WSL of een aan haar gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming tot bestuurder heeft gehad. d. deel uitmaakt van de raad van toezicht van een woningcorporatie werkzaam in één van de in artikel 2 lid 1 van de statuten van WSL genoemde gemeenten. 3. Indien het bestuur voorziet dat (de schijn van) een tegenstrijdig belang of onverenigbaarheid zou kunnen optreden, meldt het dit terstond aan de voorzitter van de raad van toezicht. 4. Indien naar het oordeel van het bestuur sprake is van een incidentele tegenstrijdigheid en bezwaren daarvan kunnen worden opgelost door een tijdelijke voorziening, dan werkt het bestuur aan die voorziening mee. 5. Indien naar het oordeel van het bestuur sprake is van een meer dan incidentele tegenstrijdigheid of onverenigbaarheid van belangen, dan zorgt het bestuur onverwijld voor opheffing van de tegenstrijdige of onverenigbare belangen. 6. Het bestuur meldt het voornemen om een nevenfunctie of nevenwerkzaamheden uit te oefenen alsmede de hoogte van eventuele daaruit voortvloeiende neveninkomsten aan de voorzitter van de raad van toezicht. 7. Indien het bestuur voorziet dat een nevenfunctie of het uitoefenen van nevenwerkzaamheden invloed zal kunnen hebben op zijn positie van bestuur, dan meldt het dit terstond aan de voorzitter van de raad van toezicht. 8. Indien de nevenfunctie of nevenwerkzaamheden naar de mening van de raad van toezicht schade kunnen veroorzaken aan WSL of de positie van het bestuur, dan beëindigt deze laatste de nevenfunctie of werkzaamheden. 9. Het door het bestuur aanvaarden van een nevenfunctie die gezien de aard of een tijdsbeslag van betekenis is voor de uitoefening van de taak van het bestuur behoeft voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. 5

6 Artikel 5 - Benoeming, schorsing en ontslag van het bestuur 1. Bij een vacature binnen het bestuur wordt de Ondernemingsraad van WSL voor de aanvang van de wervingsperiode gehoord door de raad van toezicht. De Ondernemingsraad heeft conform artikel 30 WOR adviesrecht bij de benoeming van het bestuur. 2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 leden 3 t/m 7 van de statuten van WSL is de raad van toezicht bevoegd het bestuur te schorsen en/of te ontslaan. 3. Een voorstel tot schorsing of ontslag van het bestuur dient met redenen te zijn omkleed. Voordat het voorstel tot schorsing of ontslag wordt behandeld wordt de Ondernemingsraad van WSL door de raad van toezicht gehoord. Conform artikel 30 WOR, artikel 25, leden 4 en 5 WOR, heeft de Ondernemingsraad in deze adviesrecht. 4. De raad van toezicht nodigt ingeval van een voorstel tot schorsing of ontslag het bestuur bij monde van de voorzitter, maar tevens per aangetekende brief uit ter vergadering te verschijnen, alwaar hem de gelegenheid wordt geboden verweer te voeren. Het bestuur kan zich laten vergezellen danwel laten vertegenwoordigen door een (juridisch) deskundige. 5. Het niet ter vergadering verschijnen van het bestuur na daartoe te zijn uitgenodigd vormt geen belemmering voor het nemen van een besluit over schorsing of ontslagverlening. 6. De raad van toezicht neemt een met redenen omkleed besluit over de schorsing of ontslagverlening van het bestuur. Dit besluit wordt door de voorzitter van de raad van toezicht op schrift gesteld. Hij draagt tevens zorg voor (aangetekende) verzending aan betrokkene en ter kennisname aan de Ondernemingsraad. Artikel 6 Taken en bevoegdheden van het bestuur 1. Het bestuur is belast met het besturen van WSL en haar dochtermaatschappijen (de WSL- Groep). Het bestuur vertegenwoordigt WSL en haar dochtermaatschappijen (de WSL- Groep). 2. Het bestuur is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en realiseren van het externe beleid van WSL en voor de externe profilering en contacten alsmede het ontwikkelen en realiseren van het intern beleid en het structureren en integreren van bedrijfsprocessen. Artikel 7 - Functioneren en salarisvoorwaarden bestuur 1. Ten minste eenmaal per jaar vindt overleg tussen de remuneratiecommissie / twee leden van de raad van toezicht en het bestuur plaats omtrent het functioneren alsmede de salariëring en overige arbeidsvoorwaarden van het bestuur. Van dit overleg wordt een schriftelijk verslag gemaakt. 2. De raad van toezicht stelt het salaris van het bestuur vast. Het bezoldigingsbeleid ten aanzien van het bestuur wordt vastgesteld met inachtneming van de Sectorbrede Beloningscode bestuurders Woningcorporaties en met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving. Artikel 8 - Vervanging van het bestuur 1. In geval van kortdurende afwezigheid van het bestuur vindt vervanging plaats op basis van een door het bestuur te nemen bestuursbesluit. 2. In geval van langdurige afwezigheid van het bestuur vindt vervanging van het bestuur in principe plaats op basis van een door het bestuur te nemen bestuursbesluit. In de eerst volgende vergadering van de raad van toezicht wordt deze vervanging besproken en vastgesteld. 3. Nadere regels met betrekking tot de delegatie van bestuursbevoegdheid en vertegenwoordigingsbevoegdheid zijn neergelegd in de Bevoegdhedenregeling d.d. 13 december

7 Artikel 9 - Vergaderingen raad van toezicht De vergaderingen van de raad van toezicht worden in beginsel bijgewoond door het bestuur, tenzij de raad van toezicht besluit buiten de aanwezigheid van het bestuur te vergaderen. C. DE RAAD VAN TOEZICHT Artikel 10 - Profiel en verkiezing leden raad van toezicht 1. De raad van toezicht van Woningstichting Leusden bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven personen. 2. Het aantal leden wordt door de raad van toezicht vastgesteld. 3. Overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de statuten van WSL, worden de leden van de raad van toezicht benoemd op voordracht van de Commissie Voordrachten. Regels met betrekking tot de samenstelling en het profiel voor de te benoemen leden van de raad van toezicht zijn in de navolgende leden van dit artikel vastgelegd. 4. De Commissie Voordrachten bestaat uit: - de voorzitter van de raad van toezicht of bij ontstentenis zijn vervanger. - een lid van de raad van toezicht. 5. De raad van toezicht stelt een profielschets op voor zijn omvang en samenstelling, rekening houdend met de aard van de onderneming(en) van WSL en haar deelnemingen en de gewenste deskundigheid en achtergrond van leden van de raad van toezicht. Deze profielschets is als Bijlage A bij dit Reglement gevoegd. 6. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de statuten van WSL zal de raad van toezicht zich er, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden, voor inzetten dat de raad te allen tijde zodanig is samengesteld dat: a. de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. b. ieder lid van de raad van toezicht geschikt is om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoordelen. c. ieder lid van de raad van toezicht beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak, binnen zijn rol in het kader van de profiel(schets) van (leden van) de raad van toezicht. d. de raad van toezicht als geheel overeenkomt met de profielschets en de samenstelling van de raad van toezicht zodanig is dat hij zijn taken naar behoren kan uitvoeren. e. alle leden van de raad van toezicht onafhankelijk zijn en er geen sprake is van onverenigbaarheden zoals in artikel 10 van de statuten van WSL en artikel 13 van dit reglement beschreven. 7. De raad van toezicht is aanspreekbaar op de kwaliteiten en kwaliteitseisen van haar (individuele) leden. 8. Bij het ontstaan van een vacature in de raad van toezicht wordt de procedure gevolgd, zoals neergelegd in artikel 14 van dit Reglement. Artikel 11 - Taken en bevoegdheden van de raad van toezicht 1. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de al gemene gang van zaken in WSL en de met haar verbonden instelling(en). De taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn neergelegd in artikel 13 van de statuten van WSL. 2. Het toezicht van de raad van toezicht op het bestuur omvat in ieder geval: a. de realisatie van de doelstellingen van WSL. b. de strategie en de risico s verbonden aan de activiteiten van WSL. c. de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. d. de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording en beleidbeïnvloeding door belanghebbenden. e. het financiële verslaggevingsproces. f. de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving. g. het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen. 3. De raad van toezicht stelt het bezoldigingsbeleid ten aanzien van het bestuur vast. Jaarlijks stelt de raad van toezicht een remuneratierapport op waarin dit bezoldigingsbeleid wordt opgenomen en de wijze waarop dit het afgelopen jaar in de praktijk is gebracht.. 7

8 4. De raad van toezicht doet jaarlijks schriftelijk verslag van zijn werkzaamheden in het boekjaar, welk verslag deel uitmaakt van de jaarstukken van WSL. In dit verslag doet de raad ook de specifieke opgave en meldingen die de Governancecode Woningcorporaties verlangt. 5. De raad van toezicht fungeert als een college met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent dat alle leden van de raad van toezicht gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor besluiten die genomen worden in de raad van toezicht, ook als zij zich in vergadering tegen de inhoud van het besluit hebben uitgesproken. 6. Het bestuur stelt een toetsingskader vast voor verbindingen alsmede een toetsingskader voor investeringen. De raad van toezicht keurt deze toetsingskaders goed en ziet toe op de naleving van uitgangspunten hierin. 7. De leden van de raad van toezicht onderschrijven het integriteitsbeleid/leveranciersbeleid van WSL. 8. Tot de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht horen ook: de opdracht aan de accountant te verlenen en de opdracht in te trekken. het bestuur te benoemen, te schorsen of te ontslaan, alsmede het vaststellen van het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de leden van het bestuur. leden van de raad van toezicht te benoemen, te schorsen en te ontslaan. zich desgewenst op kosten van WSL te laten bijstaan door een deskundige. recht op verschaffing door het bestuur van alle door de raad van toezicht gewenste inlichting, op het getoond worden van de kas en de waarden alsmede op inzage op de boeken en bescheiden van WSL. ervoor zorgen dat zo spoedig mogelijk in vacatures binnen het bestuur wordt voorzien. het waarnemen van de taken van het bestuur ingeval van belet of ontstentenis van alle leden van het bestuur en het daartoe aanwijzen van één of meer personen, al dan niet uit zijn midden. In geval van afwezigheid van het bestuur, vindt vervanging in principe plaats op basis van een door het bestuur te nemen bestuursbesluit. In de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht wordt deze vervanging besproken en door de raad van toezicht vastgesteld. Artikel 12 - Rol van de Voorzitter 1. De raad van toezicht staat onder leiding van de voorzitter. 2. De voorzitter van de raad van toezicht: a. bereidt de agenda van de vergadering van de raad van toezicht voor. b. leidt de vergaderingen van de raad. c. ziet toe op het goed functioneren van de raad. d. draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan de leden van de raad. e. zorgt ervoor dat voldoende tijd bestaat voor besluitvorming. f. is namens de raad van toezicht het voornaamste aanspreekpunt voor het bestuur. g. initieert de evaluatie van het functioneren van de raad van toezicht. h. initieert de evaluatie van het functioneren van het bestuur. 3. De voorzitter van de raad van toezicht ziet erop toe dat: a. de leden van de raad van toezicht tijdig de informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak. b. voldoende tijd bestaat voor de beraadslaging en besluitvorming door de raad. c. de commissies van de raad van toezicht naar behoren functioneren. d. het bestuur en de leden van de raad van toezicht tenminste jaarlijks worden beoordeeld op hun functioneren. e. de contacten van de raad van toezicht met het bestuur en de Ondernemingsraad naar behoren verlopen. f. de contacten van de raad van toezicht met het bestuur en de huurdersorganisatie naar behoren verlopen. g. de leden van de raad van toezicht hun introductie- en opleidings- of trainingsprogramma volgen. 4. De voorzitter en de vice-voorzitter van de raad van toezicht stellen in onderling overleg een verdeling van werkzaamheden vast en informeren de overige leden van de raad hierover. 5. Bij ontstentenis of belet van de voorzitter, wordt deze vervangen door de vice-voorzitter. Artikel 13 - Onverenigbaarheden/tegenstrijdige belangen 1. De onverenigbaarheden van leden van de raad van toezicht zijn neergelegd in artikel 10 van de statuten van WSL. Ter nadere uitwerking van artikel 10 van de statuten van WSL geldt dat lid van de raad van toezicht ook niet kan zijn degene, die: 8

9 a. in de vijf jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer of lid van het bestuur van de stichting (inclusief gelieerde rechtspersonen) is geweest. b. een persoonlijke financiële vergoeding van de stichting of van een aan haar gelieerde rechtspersoon ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als lid van de raad van toezicht verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van bedrijf. c. bestuurslid is van een vennootschap dan wel rechtspersoon waarin een lid van het bestuur van de stichting lid van de raad van toezicht is. d. in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de stichting of een aan haar gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geval dat het lid van de raad van toezicht, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de stichting en het geval dat het lid van de raad van toezicht bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de stichting een duurzame en significante relatie onderhoudt. e. lid is van Provinciale Staten van een provincie waar de stichting feitelijk werkzaam is dan wel in dienst is van een zodanige provincie en feitelijk betrokken bij volkshuisvestingsaangelegenheden. f. werkzaam is bij het ministerie waaronder de zorg voor de volkshuisvesting ressorteert, of bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw of voor de volkshuisvesting relevante belangenbehartigingsorganisaties en feitelijk betrokken is bij volkshuisvestingsaangelegenheden. g. lid is van het management, het bestuur of de raad van toezicht van een woningcorporatie die binnen hetzelfde werkgebied werkzaam is. h. aandelen houdt, of bestuurder of commissaris van een rechtspersoon is die aandelen houdt, in een aan de stichting gelieerde vennootschap, of vennoot is dan wel bestuurder of commissaris is van een vennoot in een contractuele vennootschap waarin ook de stichting vennoot is. i. gedurende de voorafgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur bij belet en ontstentenis van bestuurders. 2. Ieder lid van de raad van toezicht dat een (schijn van) onverenigbaarheid voorziet, als in artikel 10 van de statuten of het hiervoor vermelde artikellid genoemd, bedoeld of een anderszins tegenstrijdig belang tussen WSL en het lid van de raad van toezicht, dient hiervan via de voorzitter de raad van toezicht onverwijld in kennis te stellen. 3. Nadat de voorzitter van de raad van toezicht in kennis is gesteld, als bedoeld in het vorige lid van dit artikel, zal de voorzitter de overige leden van de raad van toezicht elk afzonderlijk consulteren. Indien de voorzitter een onverenigbaarheid of een anderszins tegenstrijdig belang voor zichzelf voorziet, zal hij de vice-voorzitter hiervan in kennis stellen, naar aanleiding waarvan de vice-voorzitter de overige leden van de raad van toezicht elk afzonderlijk zal consulteren. 4. Indien de raad van toezicht van oordeel is dat er sprake is van een incidentele onverenigbaarheid, waarvoor een tijdelijke oplossing kan worden gevonden, werkt het desbetreffende lid van de raad van toezicht aan die oplossing mee. 5. Indien de raad van toezicht van oordeel is dat er sprake is van een méér dan incidentele onverenigbaarheid dient het desbetreffende lid van de raad van toezicht af te treden. 6. In verband met het bepaalde in de leden 4 en 5 van dit artikel dient ieder lid van de raad van toezicht bij zijn aantreden op voorhand aan te geven dat, als het gaat om de eigen positie in de raad, hij zich zal neerleggen bij het oordeel en het besluit van de raad van toezicht en daarnaar zal handelen. 7. Ieder lid van de raad van toezicht meldt het voornemen om een nevenfunctie of nevenwerkzaamheden uit te oefenen aan de raad van toezicht. Artikel 14 - Benoeming leden raad van toezicht 1. De leden van de raad van toezicht worden door de raad benoemd, geschorst en ontslagen. 2. Bij de benoeming van de leden in de raad van toezicht wordt door de raad in acht genomen een profielschets van de raad, die door de raad is vastgesteld. Het bestuur van WSL wordt door de raad gehoord omtrent de voorgenomen benoeming. 3. Twee van de leden van de raad van toezicht komen uit de kring van de huurders of uit de in het belang van die huurders werkzame organisatie. 9

10 4. Voor de benoeming van het onder 3 bedoelde lid van de raad van toezicht worden de huurders of wordt de in het belang van die huurders werkzame organisatie in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht uit hun kring te doen, welke voordracht ten hoogste twee namen voor iedere te vervullen plaats bevat. 5. Bij het ontstaan van een vacature stelt de raad van toezicht indien nodig voor de betreffende vacature de profielschets bij. De profielschets dient onder meer te bevatten: - de eigenschappen die benodigd zijn voor het vervullen van de betreffende vacature. - de kennis en vaardigheden die benodigd zijn voor de betreffende vacature. Van de vacature en de op die vacature betreffende profielschets wordt aankondiging gedaan in een advertentie. 6. In geval de vacature de huurderszetel in de raad van toezicht betreft, deelt het bestuur aan de huurders c.q. de in het belang van die huurders werkzame organisatie zo spoedig mogelijk mee wanneer de zetel in de raad van toezicht vrijkomt. Bij zijn mededeling overlegt het bestuur een afschrift van de door de raad van toezicht vastgestelde profielschets. Tevens worden de huurders c.q. de in het belang van die huurders werkzame organisatie daarbij uitgenodigd een voordracht te doen, waarbij voldaan dient te worden aan de door de raad vastgestelde profielschets. 7. De voordracht dient binnen twee maanden na dagtekening van de onder 6 bedoelde uitnodiging te worden gedaan. 8. De kandidaatstelling voor een lid van de raad van toezicht dient schriftelijk te geschieden onder vermelding van het curriculum vitae van de kandidaat en een verklaring van de betrokken kandidaat dat deze de kandidaatstelling aanvaardt. 9. De raad van toezicht toetst de voorgedragen kandidaat aan de vastgestelde profielschets. 10. Voldoet de voordracht als bedoeld onder 6 niet aan de profielschets of wordt de voordracht niet binnen de onder 7 genoemde termijn gedaan, dan is de raad van toezicht vrij in zijn keus. 11. In geval de vacature een zetel in de raad van toezicht betreft doch niet die waarvoor de huurders of de in het belang van die huurders werkzame organisatie een bindende voordracht doen, is het bestuur bevoegd personen aan te bevelen. 12. Benoemingen van leden van de raad van toezicht worden gepubliceerd in het jaarverslag van WSL. 13. Een door de huurdersorganisatie voorgedragen lid van de raad van toezicht vervult zijn taak zonder last of ruggenspraak. Artikel 15 - Aftreden leden raad van toezicht 1. Een lid van de raad van toezicht treedt volgens rooster af, doch uiterlijk vier jaar na zijn benoeming. 2. Een op grond van lid 1 afgetreden lid kan voor ten hoogste één termijn van vier jaar worden herbenoemd. 3. De statuten van WSL van 16 april 2003 kennen een langere zittingstermijn voor toezichthouders dan toegestaan volgens de Governancecode Woningcorporaties. Op grond van de Governancecode zal geen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid tot herbenoeming van toezichthouders indien daarmee de maximale zittingstermijn van toezichthouders van acht jaar zal worden overschreden. 4. De raad van toezicht stelt een rooster van aftreden op. Bij het vaststellen van het rooster van aftreden geldt als uitgangspunt dat zo weinig mogelijk leden van de raad van toezicht tegelijkertijd aftreden. Leden van de raad van toezicht treden af tijdens de laatste vergadering voorafgaande aan het tijdstip waarop hun benoeming verstrijkt. Bij voorkeur is dit de vergadering na het goedkeuren van het jaarverslag. 5. Indien sprake is van tussentijds openvallen van plaatsen in de raad van toezicht, voorziet de raad zo spoedig mogelijk in vacatures conform artikel 8 lid 2 van de statuten van WSL. Tussentijds benoemde leden van de raad van toezicht nemen op het rooster van aftreden de plaats in van hen, die zij vervangen. 6. Het rooster van aftreden wordt in ieder geval op de website van WSL geplaatst. Artikel 16 - Schorsing en ontslag leden raad van toezicht 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de statuten van WSL is de raad van toezicht bevoegd om leden van de raad van toezicht te schorsen. 2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de statuten van WSL is de raad van toezicht bevoegd om leden van de raad van toezicht te ontslaan. 10

11 3. Een voorstel tot schorsing of ontslag van een lid van de raad van toezicht dient met redenen te zijn omkleed. 4. De raad van toezicht nodigt in geval van een voorstel tot schorsing of ontslag het lid van de raad van toezicht per aangetekende brief uit ter vergadering te verschijnen, alwaar hem de gelegenheid wordt geboden verweer te voeren. 5. Het niet ter vergadering verschijnen van het lid van de raad van toezicht na daartoe te zijn uitgenodigd vormt geen belemmering voor het nemen van een besluit tot schorsing of ontslag. 6. De raad van toezicht neemt een met redenen omkleed besluit over de schorsing of ontslag van leden van de raad van toezicht. Dit besluit wordt door de voorzitter van de raad van toezicht op schrift gesteld. Hij draagt tevens zorg voor (aangetekende) verzending aan betrokkene(n) en ter kennisneming aan de Ondernemingsraad. Artikel 17 - Vergaderingen en besluitvorming raad van toezicht 1. Tenminste eenmaal per kalenderkwartaal wordt een vergadering gehouden. De raad van toezicht draagt ervoor zorg dat dit met een zekere frequentie op een van tevoren vastgestelde dag en tijdstip in een kalenderkwartaal zal plaatsvinden. 2. Vergaderingen worden bijeengeroepen door de voorzitter van de raad van toezicht of indien dit niet het geval is door de personen zoals vermeld in de statuten. Naast de raad van toezicht is ook het bestuur aanwezig bij de vergaderingen van de raad van toezicht, tenzij de raad besluit buiten de aanwezigheid van het bestuur te vergaderen. Voor een vergadering van de raad van toezicht, voor zover die ook door het bestuur wordt bijgewoond, wordt de agenda opgesteld door de voorzitter van de raad van toezicht in overleg met het bestuur. Het bestuur zorgt bij die gezamenlijke vergaderingen voor de oproeping. 3. De voorzitter van de raad van toezicht heeft de leiding bij de uitvoering van alle aan de raad van toezicht toebedeelde taken. Hij leidt de vergaderingen. 4. Leden van de raad van toezicht zijn bevoegd voorstellen ter behandeling in de vergadering in te dienen. Voor zover indiening bij de voorzitter plaatsvindt, nadat de oproeping reeds is verzonden, komen zij slechts voor behandeling in aanmerking indien alle leden van de raad ter vergadering aanwezig zijn en met de behandeling daarvan instemmen. 5. Ieder lid van de raad van toezicht is bevoegd tijdens de vergadering voorstellen te doen aangaande de te behandelen agenda, de volgorde van behandeling van onderwerpen en de orde van de vergadering. 6. Een door het bestuur aangewezen persoon draagt zorg voor de verslaglegging van de vergadering. 7. Een door het bestuur aangewezen persoon draagt zorg voor het archief van de raad van toezicht. In het archief moeten alle bescheiden, ingekomen stukken en kopieën van uitgaande brieven aanwezig zijn. Dit archief is voor alle leden van de raad van toezicht toegankelijk. 8. Naast de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergaderingen, vergadert de raad van toezicht tenminste eenmaal per jaar zonder het bestuur met als doel het functioneren van de raad van toezicht en het bestuur te evalueren, met inbegrip van opvolgings- en beloningskwesties en opleidingsbehoeften. 9. In ieder geval vergadert de raad van toezicht ten minste eenmaal per jaar over de volgende onderwerpen: a. de begroting. b. de concept jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag), alsmede het accountantsverslag en de management letter. c. de invulling van de maatschappelijke taak en positie van WSL en de strategie en risico s verbonden aan de onderneming(en) mede in het licht van het lange termijn karakter en de activa en de aard van de financiering. d. de uitkomsten van de beoordeling van het bestuur. e. de opzet en de werking van de interne beheersingssystemen. f. de verslagen van de door de raad ingestelde commissies. 10. De vergaderingen als bedoeld in de leden 1 en 8 van dit artikel worden in beginsel gehouden ten kantore van de stichting. Van het houden van de vergaderingen van de raad van toezicht wordt melding gemaakt in het jaarverslag. Artikel 18 - Goedkeuring voor bepaalde besluiten/rechtshandelingen 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 van de statuten van WSL behoeft het bestuur de goedkeuring van de raad van toezicht voor het namens WSL nemen van de daarin genoemde besluiten c.q. verrichten van daarin genoemde rechtshandelingen. 11

12 Naast de in artikel 7 van de statuten van WSL genoemde besluiten c.q. rechtshandelingen behoeft het bestuur de goedkeuring van de raad van toezicht voor besluiten van het bestuur omtrent a. de operationele en financiële doelstellingen van de stichting. b. de strategie die moet leiden tot het realiseren van de doelstellingen. c. de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd. d. de wijze waarop de principes van horizontale verantwoording ten opzichte van de belanghebbenden worden vormgegeven. e. de vaststelling en wijziging van het bestuursreglement zoals genoemd in artikel 3 lid 8 van de statuten van de stichting. f. de opdracht tot het uitvoeren van een visitatie en de wijze waarop deze opdracht moet worden uitgevoerd en de wijze waarop verslag wordt gedaan van de visitatie. g. vaststelling van een toetsingskader voor verbindingen of investeringen. h. de periodieke rapportages. 2. Het in de leden 1 en 2 van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij het uitoefenen van stemrecht door het bestuur in deelnemingen waarin WSL bestuurder is, en het uitoefenen van stemrecht op de door WSL gehouden aandelen in deelnemingen waarin WSL overwegende zeggenschap uitoefent, indien en voor zover die aangelegen- heden in die deelnemingen aan de orde zijn. 3. De goedkeuring wordt vooraf aan de raad van toezicht gevraagd. in spoedeisende gevallen wordt vooraf door het bestuur overleg gepleegd met de voorzitter van de raad van toezicht. Artikel 19 - Begroting 1. Zoals in artikel 7 van de statuten van WSL is aangegeven, moet de door het bestuur vastgestelde begroting worden goedgekeurd door de raad van toezicht. In die begroting wordt een prognose gegeven van het daarop volgende jaar. Van de begroting maakt deel uit een winst- en verliesrekening, een balans en een kasstroomoverzicht. 2. Het bestuur heeft de bevoegdheid om binnen de navolgende gestelde grenzen de begroting te overschrijden c.q. daarvan af te wijken: - Voor wat betreft projecten, desinvesteringen in het kader van projecten en investeringen voor nieuwbouw en herstructurering gelden de afspraken zoals neergelegd in het Statuut Projectontwikkeling. - Voor wat betreft overige afwijkingen groter dan 5% of dreigende afwijkingen van (de posten) op de begroting geldt dat daarvan door het bestuur in ieder geval in de periodieke rapportages melding wordt gemaakt met een toelichting daarbij. Artikel 20 - Archief, secretariaat 1. De raad van toezicht ziet erop toe dat het bestuur ten behoeve van de raad van toezicht en door de raad ingestelde commissies zorg draagt voor de inrichting en de instandhouding van een afzonderlijk archief waarin notulen en andere vergaderstukken alsmede alle correspondentie en overige documentatie de raad van toezicht betreffende worden bewaard, met uitzondering van die documentatie ten aanzien waarvan het bestuur een afzonderlijke bewaring verlangt, zoals, doch niet uitsluitend, de arbeidsovereenkomst van de bestuurder(s) en hun pensioenregelingen. 2. Het archief wordt gehouden ten kantore van WSL. Het bestuur ziet erop toe dat het archief te allen tijde volledig en toegankelijk is voor de leden van de raad van toezicht. 3. Het bestuur draagt er zorg voor dat de leden van de raad van toezicht in redelijkheid en in overleg ook toegang hebben tot de onderliggende stukken die behoren bij c.q. de basis vormen voor de in lid 1 genoemde documenten (vergaderstukken, correspondentie en overige documentatie van de raad van toezicht). 12

13 Artikel 21 - Informatie 1. De raad van toezicht bevordert dat hij tijdig schriftelijke informatie van het bestuur ontvangt over alle feiten en ontwikkelingen met betrekking tot WSL, welke informatie de raad van toezicht nodig heeft om adequaat te kunnen functioneren en zijn taken naar behoren te kunnen uitoefenen. 2. De raad van toezicht maakt met het bestuur nadere afspraken over de informatievoorziening, onder andere qua omvang, presentatie en frequentie ervan. 3. Ontvangt een lid van de raad van toezicht uit een andere bron dan het bestuur of raad van toezicht informatie of signalen die in het kader van het toezicht van belang zijn, dan brengt hij deze informatie zo spoedig mogelijk ter kennis van de voorzitter, die vervolgens de overige leden van de raad van toezicht en het bestuur daarvan op de hoogte stelt. 4. Ieder lid van de raad van toezicht zal alle informatie en documentatie, die hij in het kader van zijn lidmaatschap van de raad van toezicht verkrijgt en die redelijkerwijs als vertrouwelijk zijn te beschouwen, als zodanig behandelen en niet buiten de raad van toezicht en het bestuur openbaar maken, ook niet na zijn aftreden. 5. Om adequaat te kunnen functioneren en zijn taken naar behoren te kunnen uitoefenen is de raad van toezicht bevoegd zich op kosten van WSL op enigerlei wijze te laten bijstaan door één of meer (externe) deskundigen. Artikel 22 - Commissies 1. De raad van toezicht kan uit zijn midden één of meer commissies instellen. 2. De raad van toezicht stelt de taken, bevoegdheden alsmede de werkwijze van de commissies vast. Eén en ander wordt vastgelegd in reglementen voor de afzonderlijke commissies die worden opgesteld en vastgesteld door de raad van toezicht. Artikel 23 - Relatie tot de accountant 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 lid 2 van de statuten wijst de raad van toezicht jaarlijks een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, aan en verleent hem opdracht de jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag) te onderzoeken en daarover een verklaring, dan wel een mededeling daarover af te leggen. Een accountant kan geen opdracht worden verstrekt voor een periode langer dan vier jaar. Indien het functioneren van de accountant daartoe aanleiding geeft kan hem telkens voor een periode van maximaal vier jaar opnieuw opdracht worden verleend. 2. Aan de vergadering(en) van de raad van toezicht, waarin de concept jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag), als mede het accountantsverslag en de management letter worden behandeld, neemt als regel ook de accountant deel. 3. Bij de beoordeling van de jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag) zal de raad van toezicht zich in elk geval rekenschap geven van de keuzes en de toepassing der grondslagen voor vermogens- en resultaatbepaling. De accountant zal de raad moeten bevestigen dat de gekozen uitgangspunten ook daadwerkelijk door het bestuur zijn gehanteerd bij het opmaken van de jaarrekening. 4. Ook verschaft de raad van toezicht zich inzicht in en geeft een kwalitatief oordeel over de diverse noodzakelijk geachte balansvoorzieningen, ook al bestaat daarvoor een bestendige gedragslijn. 13

14 5. De contacten tussen de raad van toezicht en de accountant lopen via de auditcommissie, indien deze is ingesteld. Indien naar het oordeel van de raad van toezicht daartoe aanleiding bestaat, kan de raad van toezicht met de accountant overleggen buiten de aanwezigheid van het bestuur. 6. De raad van toezicht spreekt zich uit over de wenselijkheid van uitvoering van de eventueel door de accountant in de management letter gedane aanbevelingen en ziet erop toe dat deze, voor zover zij door de raad van toezicht wenselijk worden geacht, ook door het bestuur worden nageleefd. Artikel 24 - Relatie tot de Ondernemingsraad 1. Twee leden van de raad van toezicht kunnen ten minste één keer per jaar overleggen met de Ondernemingsraad. 2. Indien een lid van de raad van toezicht wordt uitgenodigd voor een (interne) vergadering van de Ondernemingsraad, accepteert hij deze uitnodiging niet dan na overleg met het bestuur dat de contacten met de Ondernemingsraad coördineert en in eerste instantie onderhoudt en met de voorzitter van de raad van toezicht. 3. Het bestuur bevordert dat de raad van toezicht kennis kan nemen van de notulen van de overlegvergaderingen van de Ondernemingsraad. Artikel 25 - Relatie tot de huurdersorganisatie 1. Jaarlijks stelt de raad van toezicht een schema op voor de aanwezigheid van één of meer leden van de raad van toezicht bij de daartoe bestemde overlegvergadering met de huurdersorganisatie. 2. Indien een lid van de raad van toezicht wordt uitgenodigd voor een (interne) vergadering van de huurdersorganisatie, accepteert hij deze uitnodiging niet dan wel na overleg met het bestuur dat de contacten met huurdersorganisatie coördineert en in eerste instantie onderhoudt en met de voorzitter van de raad van toezicht. 3. Het bestuur bevordert dat de raad van toezicht kennis kan nemen van de notulen van de (overleg)vergaderingen van de huurdersorganisatie. 4. Eén maal per jaar vindt er een overleg plaats tussen de twee leden van de raad van toezicht die op voordracht van de huurdersorganisatie in de raad van toezicht zijn benoemd en de huurdersorganisatie. Artikel 26 - Informele contacten Ieder lid van de raad van toezicht die op informele of andere indirecte wijze in vertrouwen wordt genomen ten aanzien van kwesties WSL betreffende, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds vooropstellen dat de raad van toezicht, althans de voorzitter, in dit vertrouwen kan worden betrokken. Artikel 27 - Vergoedingen raad van toezicht De raad van toezicht ontvangt een redelijke vergoeding voor zijn werkzaamheden, waarvan de hoogte jaarlijks door de raad van toezicht wordt vastgesteld. De raad van toezicht neemt daarbij de Honoreringscode commissarissen in acht. Artikel 28 - Aansprakelijkheidsverzekering De raad van toezicht ziet erop toe dat WSL de eventuele aansprakelijkheid van haar bestuurders en toezichthouders afdoende verzekert door middel van een aansprakelijkheidsverzeke- ring. 14

15 Artikel 29 - Bijlagen De aan dit reglement vastgehechte Bijlage inzake: - profielschets raad van toezicht (bijlage A) maakt deel uit van dit reglement. Aldus in tweevoud opgemaakt en vastgesteld bij besluit van de raad van toezicht in zijn vergadering van 13 december 2012 Ondergetekende,mevrouw M.F. Brewster,, directeur/bestuurder van WSL, verklaart hierbij van de inhoud van bovenvermeld reglement te hebben kennisgenomen en daarmee akkoord te zijn. 15

16 Profielschets raad van toezicht Woningstichting Leusden (2013) Vastgesteld in de vergadering van de raad van toezicht d.d. 7 februari De functie van de raad van toezicht De raad van toezicht (RvT) is met de invoering van het BBSH als een intern toezichthoudend orgaan verplicht gesteld. De RvT houdt primair toezicht, daarnaast zijn aan dit orgaan advies- en/of goedkeuringsbevoegdheden toegekend. Binnen de woningcorporatie zijn drie belangen te onderscheiden, te weten: het volkshuisvestelijk belang, het maatschappelijk belang en het bedrijfsbelang. De afweging tussen deze belangen wordt door het bestuur gedaan en wordt bewaakt door de RvT. Formeel is de taak van de raad als volgt te formuleren: de raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de corporatie. De RvT staat het bestuur met raad en daad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de corporatie. Naast de controlerende taak dient de raad over het vermogen en de attitude te beschikken om het bestuur met raad en als klankbord terzijde te staan. Dit vergt van de RvT nadrukkelijk het vermogen op strategisch niveau te functioneren door zich op hoofdlijnen een oordeel te vormen over een aantal strategische issues en hierover van gedachten te wisselen met de directeur-bestuurder, waarbij de juiste balans moet worden gevonden tussen betrokkenheid en bestuurlijke distantie. De raad opereert vanuit een collectieve, integrale verantwoordelijkheid, waarbij alle leden in staat en bereid moeten zijn een collectieve bijdrage te leveren. De cyclus van good governance (functioneren RvT, samenspel met de directeur-bestuurder, interne informatievoorziening, interne en maatschappelijke verantwoording, conform de governance code van Aedes) vormt de leidraad voor bestuur, toezicht en verantwoording. Bij de samenstelling van de raad is het van belang dat deze zodanig is dat de leden samen beschikken over de vereiste kennis, ervaring en netwerken om de doelen van beleid en strategie, de geboden zorg en dienstverlening, de organisatie en de bedrijfsvoering in algemene zin te kunnen beoordelen. Om de taken adequaat te kunnen uitoefenen moet de RvT maatschappelijk breed geïnformeerd zijn. Elk lid van de raad moet een generalist zijn met de benodigde kwaliteiten om verschillende aspecten integraal af te wegen, gericht op het belang van de organisatie als geheel. Bijzondere taken Tenslotte kan de raad van toezicht nog een aantal bijzondere taken hebben. De statuten van de rechtspersoon bepalen uiteindelijk welke dat zijn. De meest voorkomende zijn: Benoemen, schorsen en ontslaan van het bestuur. Deze bevoegdheid staat niet op zichzelf, maar is een logisch sluitstuk van de toezichthoudende taak. Een belangrijke opdracht voor de raad van toezicht is om er voor te zorgen dat de woningstichting het best mogelijke bestuur heeft. Dat begint met het benoemen van een goed bestuurder. Een bestuurder die het niet goed (meer) doet en niet te verbeteren is, moet door het toezichthoudend orgaan op non-actief kunnen worden gezet. Niet om hem te straffen, maar om verder onheil voor de rechtspersoon te voorkomen. Goedkeuren bestuursbesluiten

17 Een bijzondere taak die statuten aan de raad van toezicht geven is om ingrijpende bestuursbesluiten goed te keuren. Die bevoegdheid wordt niet aan de raad van toezicht gegeven om met het bestuur mee te besturen, maar om er zeker van te zijn dat dit soort belangrijke besluiten niet wordt genomen zonder dat de raad van toezicht zich daarover een oordeel heeft kunnen vormen. NB. Het goedkeuren van besluiten van het bestuur moet niet verward worden met het schorsen van de uitvoering van bestuursbesluiten. De statuten moeten deze bevoegdheid aan de raad van toezicht verlenen krachtens het BBSH. 2. De profielschets Aan de raad van toezicht is in het BBSH een aantal minimumeisen gesteld: In staat zijn het toezicht voortdurend uit te oefenen. Bevoegd zijn tot het nemen van maatregelen, die voor uitoefening van dat toezicht nodig zijn en daartoe de uitvoering van besluiten van het bestuur kan schorsen. Niet gehouden zijn over haar handelingen verantwoording aan het bestuur af te leggen (dit houdt o.a. in dat de raad van toezicht niet kan worden ontslagen door het bestuur). Het verlenen van opdracht tot onderzoek door een registeraccountant. In de profielschets wordt eerst ingegaan op het algemene kwaliteitsprofiel van de raad van toezicht als geheel. Vervolgens worden kwaliteitsprofielen voor individuele leden van de raad van toezicht beschreven Algemeen Kwaliteitsprofiel Uitgangspunt voor de bezetting van de raad van toezicht is, dat zij uit generalisten bestaat. Deze generalisten beschikken over een brede kennis ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen met daarnaast specifieke kennis en ervaring gericht op een aandachtsgebied. Gezamenlijk vormen deze generalisten een multidisciplinair team waarbij integrale besluitvorming vanuit een helikopterview mogelijk is. Van de leden wordt besluitvaardigheid en resultaatgerichtheid verwacht. Zij moeten in staat zijn scherpe discussies collegiaal te voeren. Zij moeten weten waarop zij dienen te toetsen en de juiste vragen kunnen stellen. Hierbij is het gewenst een zeker evenwicht te bereiken tussen personen afkomstig uit het bedrijfsleven en afkomstig uit de non-profitsector. De individuele kwaliteiten van de leden van de raad van toezicht dienen zodanig te zijn dat één kwalitatief geheel wordt bereikt. De leden beschikken over de volgende nader geformuleerde kwaliteiten: Van ieder lid van de raad van toezicht wordt verwacht dat hij of zij de ontwikkelingen ten aanzien van zijn of haar kennisgebied weet te vertalen naar de volkshuisvesting en naar de stichting in het bijzonder. Bepaalde kennisgebieden zullen gecombineerd voorkomen in één persoon. Dit betekent dan ook, dat bij de samenstelling van de raad van toezicht vooral gekeken wordt of de totale groep op bovengenoemde kennisgebieden voldoende in huis heeft. Gezien het belang van de financiële continuïteit is het gewenst de bedrijfseconomische knowhow vanuit meerdere personen en invalshoeken in te vullen. Het hebben van een helikopterview, analytisch vermogen en het kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken (denkniveau op ten minste Hbo-niveau) Het in hoofdlijnen kunnen functioneren als een klankbord voor het bestuur voor diverse (deel-)terreinen van beleid

18 Het hebben van kennis en ervaring in bestuurlijke besluitvormingsprocessen. Het hebben van inzicht in strategische vraagstukken. Het kunnen werken in teamverband. Het hebben van affiniteit met de doelstelling van de corporatie. Beschikken over eigenschappen als discussievaardigheid, vergadervaardigheid, besluitvaardigheid en communicatievaardigheid. Ook informatiebronnen hebben buiten de volkshuisvesting. Zakelijkheid kunnen combineren met sociale bewogenheid. Voldoende tijd beschikbaar hebben om de functie uit te kunnen oefenen (gemiddeld ca. 8 uur per maand). Er moet binnen de raad voldoende bekendheid zijn met het werkgebied van Woningstichting Leusden. Een aantal leden moet zich verbonden voelen met het werkgebied, zodat lokale verankering geborgd is. Daarnaast zullen de leden binding moeten voelen met de samenleving in het algemeen en de volkshuisvesting in het bijzonder. Noch vanuit de dagelijkse werkzaamheden van de leden van de raad van toezicht noch anderszins mag sprake zijn van belangenverstrengeling. 3. Kennis en ervaring raad van toezicht Binnen de raad van toezicht is behoefte aan een breed scala van kennis en ervaring om het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid te kunnen beoordelen en om als klankbord te kunnen fungeren. Het gaat daarbij om taken op het gebied van volkshuisvesting, dienstverlening, vastgoedontwikkeling treasury personeelsbeleid, bestuurlijke processen, strategie en beleidsprocessen, financiële- en bedrijfskundige zaken en processen, vastgoedmarkt, juridische zaken, zorg en welzijn, bouwkundige zaken. 4. Bezetting van de raad van toezicht Naast het vooral generalist zijn, zullen de volgende aandachtsgebieden binnen de raad van toezicht aanwezig dienen te zijn. 4.1 Volkshuisvestelijk De functie van dit aandachtsgebied is om met name vanuit een bezieling en visie op de volkshuisvesting een bijdrage te leveren aan de continuïteit van de stichting, haar dienstverlening en nieuwe ideeën. Bij deze deskundigheid gaat het om: kennis en ervaring op het gebied van de volkshuisvesting. visie op toekomstige rollen van corporaties binnen de volkshuisvesting in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen en doelgroep-ontwikkelingen. ideeën op het gebied van leefbaarheid, herstructurering en samenwerking met andere marktpartijen. affiniteit met wonen en bouwen