Melkproductieregistratie (MPR)
|
|
- Rebecca de Ruiter
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Melkproductieregistratie (MPR) Melkproductieregistratie (MPR) is een zeer belangrijke schakel in het management op de bedrijven. Rantsoenberekeningen, selectie van het vee, fokbeleid en quotumplanning worden veelal gebaseerd op de MPR-gegevens. Daarnaast vormen de MPR-gegevens de basis voor de indexberekeningen van de stieren en koeien en voor NRS-managementproducten. Deelnemende bedrijven maken naar keuze gebruik van drie-, vier-, vijf- of zesweekse MPR. De diverse mogelijkheden worden in dit boek besproken. Maandelijks wordt tijdens de monstername van elke koe de dagproductie vastgesteld en een melkmonster genomen. Dit melkmonster wordt standaard onderzocht op het percentage vet, eiwit en lactose en naar wens op celgetal en/of ureum. Celgetal heeft te maken met de uiergezondheid en ureum met de benutting van het eiwit in het rantsoen. NRS combineert deze productie- en onderzoeksgegevens. Ook zijn er koppelingen met andere bestanden, waaronder registratie (I&R en stamboekgegevens), insemineren (inseminatiegegevens van de inseminatoren en DHZ ers en natuurlijke dekkingen van de eigen stier en samenweidingen) en exterieurcontrole (bedrijfsinspectie). NRS maakt hieruit werkbare en overzichtelijke managementproducten voor de veehouders, maar ook voor de begeleidingsbedrijven zoals dierenartspraktijken, voervoorlichters en accountantsbureaus. 1 MPR-proefmelkformulier Bedrijfsoverzicht De proefmelkformulieren worden gebruikt tijdens de monstername. We kennen twee soorten monsternames: monstername met behulp van een monsternemer vanuit de organisatie; monstername in eigen beheer (MEB). Ruim 25 procent van de veehouders maakt gebruik van de mogelijkheid om de monstername zelf uit te voeren. Hieronder vallen ook de veehouders die werken met een automatisch melksysteem (melkrobot). Ruim een week vooraf- EDI-NRS Bezitters van een managementsysteem kunnen de MPR-, registratie-, KI-, of exterieurgegevens via elektronische weg of op diskette verkrijgen. Deze methode van gegevensoverdracht wordt ook wel EDI genoemd (Electronic Data Interchange). gaand aan de geplande monsternamedag ontvangt de veehouder de proefmelkformulieren en het bericht over de geplande MPR-datum. Bij de MEB-deelnemers worden de benodigde materialen op het bedrijf bezorgd en na monstername gehaald. Bij de andere bedrijven gebeurt dit via de monsternemer. Op de werkdag volgend op de monsternamedag worden de monsters en formulieren verzameld. Alle monsters uit Nederland worden verzonden naar MCS (melkcontrole station), het centrale laboratorium in Zutphen. Verwerking van de formulieren vindt plaats op de regiokantoren. Zo spoedig mogelijk na verwerking of onderzoek worden de gegevens digitaal verzonden, waarna de NRS-computers aan de slag kunnen. Na de verwerking kunnen de NRS-computers de uitslagen op drie manieren naar de veehouders verzenden: printen en verzenden via KPN; digitaal verzenden (EDI-NRS); beschikbaar stellen via Mijn Bedrijf op internet. De gemiddelde verwerkingstijd tussen de dag van monstername en het tijdstip dat de uitslagen beschikbaar zijn bedraagt twee à drie werkdagen. Veel formulieren hebben dezelfde opbouw en beginnen standaard met de deelnamegegevens. 1 Deelnamegegevens Het UBN (uniforme bedrijfsnummer), NAW (naam, adres, woonplaats) en telefoonnummer spreken voor zich. Voortelling Dit is een controlegetal voor de regio en de centrale computer ter controle of de gegevens juist zijn verwerkt. Status monstername 0 is een officiële monstername met monsternemer van de organisatie. 1 is een monstername uitgevoerd in eigen beheer. 2 is een niet-officiële monstername. De gebruikelijke aanvangstijden en de te gebruiken apparatuur staan voorgedrukt. De monsternemer vult de werkelijke tijden in. Er wordt aangegeven waarop de monsters onderzocht moeten worden (vec = vet-eiwit-celgetal). 2Wensen proefmelkformulier De dieren kunnen op het proefmelkformulier worden afgedrukt op volgorde van diernummer of naam. 3Wensen MPR-uitslag Veehouders die werken met groepen, kunnen bij groepsindeling hun wensen aankruisen. De sortering op het proefmelkformulier en op het uitslagformulier hoeven niet gelijk te zijn. Het is dus mogelijk om de dieren op het proefmelkformulier op volgorde van diernummer te hebben en op het uitslagformulier op alfabetische volgorde. 4Opmerkingen Hier kunnen bijzonderheden die van belang zijn voor de MPR worden vermeld. 72
2 Proefmelkformulier Bedrijfsoverzicht
3 Electronische melkmeters MPR-deelnemers met electronische melkmeters die aangesloten zijn op een managementsysteem hebben de mogelijkheid om dagelijks of periodiek alle werkelijk gerealiseerde melkgiften door te zenden naar NRS. Bij de deelnemers met een automatisch melksysteem wordt in bijna alle gevallen ook de monstername automatisch uitgevoerd door een hiervoor speciaal ontwikkelt apparaat. Alle melkingen worden voorzien van datum en tijdstip van melking. De gegevens van de monstername worden aangeleverd op diskette of via de postbus. 1 MPR-proefmelkformulier Dieroverzicht Op het dieroverzicht van het proefmelkformulier worden de tijdens de monstername gemeten melkproducties plus de opmerkingen genoteerd. Na de monstername ontvangt de veehouder een doordruk. Verder wordt dit formulier gebruikt voor de verzending van de monsters naar het centrale laboratorium en de verwerking van de gegevens voor NRS. 1Reknummer en voortelling Het reknummer en de voortelling worden door het regiokantoor ingevuld. Voordat de monsters naar het laboratorium worden verzonden voor de analyse worden ze uit de tempexblokjes overgezet in rekjes van 90 monsters. Het invullen van het reknummer waarin de monsters van het bedrijf overgezet worden is van belang, omdat met behulp van dit reknummer de gegevens uit het laboratorium gekoppeld worden aan de melkgiften. De voortelling dient als controle voor de juiste verwerking van de gegevens. Diernummer, naam en levensnummer spreken voor zich. Het levensnummer is dusdanig afgedrukt dat in één oogopslag het grote oormerknummer te lezen is voor controle. 2Volgnummer en flesnummer Het volgnummer geeft aan op welke plaats de monsterfles in de kist staat. Op elk monsterflesje staat een nummer dat de monsternemer ter controle invult. Normaal wordt er 's avonds en 's morgens telkens een melkmonster van 5 cc genomen. Codes monstername code betekenis 1 1 keer per dag gemolken 1x 2 2 maal gemolken bij systeem 3 keer daags melken 2x 3 driespeen drsp 4 tochtig toch 5 mastitis of uierontsteking mast 6 monstername onmogelijk onm 7 ziek ziek 8 kalfdatum is minder dan 5 dagen geleden vers 9 te vroeg gekalfd tvg Bij de monstername kunnen per koe twee opmerkingen worden gemaakt. De tweede opmerking moet dan onder de kolom opmerkingen worden ingevuld. Status dracht 20 natuurlijk gedekt nd 21 samenweiding sw 22 geïnsemineerd ins 23 geïmplanteerd impl 25 drachtig geconstateerd drch 26 niet drachtig ndr 27 ET-gespoeld et 28 verworpen verw 29 bewust gust gust Code 25 t/m 29 kan de veehouder zelf opgeven. Status productie 50 droog 51 vleesproductie 60 verkocht 74
4 Proefmelkformulier Dieroverzicht Kg melk Hier wordt de hoeveelheid melk van de avond-, ochtend- en eventueel derde melking genoteerd. De melkgift wordt afgerond op ééntiende kilogram. Bij drie keer daags melken worden de koeien ook drie keer bemonsterd. 4Volgnummer v/e monsterflesje Het regiokantoor noteert hier de plaats van het monsterflesje in het rek waarin het monster wordt overgezet. Dit rek wordt naar het centrale laboratorium in Zutphen gestuurd. De monsters worden standaard op vet, eiwit en lactose onderzocht. Daarnaast wordt naar de wens van de veehouder het celgetal en/of het ureumgetal bepaald. 5Geschatte melkgift (kg m vw) Dit is een door NRS berekende verwachte melkgift op het moment van de monstername. Na de monstername is te zien of de koe meer of minder melk heeft gegeven. 6Kalfdatum Eind 2005 komt er een nieuw proefmelkformulier waarbij de kalfdatum wordt vervangen door: Pariteit (bijvoorbeeld 1e- of 2e- kalfs) Aantal maanden in lactatie 7Het groepsnummer Indien gekozen is (op het bedrijfsoverzicht) voor groepsindeling opgeven per koe dan kan onder N nieuw bij de betreffende dieren het groepsnummer gewijzigd worden. O = oud geeft aan in welke groep de koe nu gepresenteerd wordt. 8Status voortplanting De status dracht geeft aan of een koe gedekt is en wat voor dekking het betreft. De veehouder kan voor iedere koe zelf aangeven of de koe wel of niet drachtig is. De bijbehorende codes staan op de vorige pagina. Voor een aantal NRS-producten is het belangrijk dat de veehouder deze gegevens doorgeeft. Koe-Attenties attendeert bijvoorbeeld geen koeien voor drachtcontrole die drachtig zijn geconstateerd of voor inseminaties die bewust gust zijn. Ook Quotumplanning werkt nauwkeuriger, door bijvoorbeeld geen nieuwe lactatie te berekenen bij verwerpers. 75
5 2 MPR-uitslag Bedrijfsoverzicht Op het bedrijfsoverzicht van de MPR-uitslag staan de resultaten van de laatste monstername. In één oogopslag heeft de veehouder de prestaties van zijn melkkoeien in beeld. Dit geldt voor groepen dieren, maar ook voor vergelijkingen met resultaten uit het verleden. Aan de hand van deze cijfers worden vaak managementbeslissingen genomen, bijvoorbeeld over het rantsoenen, de selectie van dieren of rondom de melkproductieplanning binnen het toegestane quotum. Het is mogelijk kopieën te ontvangen, dit gebeurt bijvoorbeeld bij bedrijven waar meerdere personen belangstelling hebben voor de MPR-uitslagen. De cijfers van dit overzicht zijn mede de basis voor: SnelZicht en Koe-Attenties de ideale overzicht en voor voorlichters en dierenartsen voor begeleiding van de veehouders. Internet Mijn Bedrijf heeft extra selectiemogelijkheden voor: het maken van een andere groepsindeling, sortering van de koeien op lactatiestadium of selectie op productiedoel. Uiteraard kunnen ook bedrijfsoverzichten uit het verleden worden geselecteerd. 1Deelnamegegevens Het UBN en NAW- en deelnamegegevens spreken voor zich. Datum monstername staat voor de datum waarop de ochtendmonstername plaatsvond. Datum laboratorium staat voor de datum waarop het monster in het laboratorium is onderzocht en de analyseresultaten zijn doorgezonden naar NRS. MPR 24 uur geeft een indicatie over de betrouwbaarheid van de cijfers. (Zie MPR-kwaliteit op pagina 86) 2Dag- en 305-dagenproductie De sortering en groepsindeling in deze rubriek kan via het proefmelkformulier worden gewijzigd. Een indeling op lactatiestadium geeft een beeld of de dieren goed opstarten na het afkalven en of het rantsoen voldoet aan de verwachtingen. Een groepsindeling op pariteit geeft inzicht in de vooruitgang in melkproductie van vaarzen ten opzichte van tweedekalfs- en oudere dieren. 3Ureum (UR) Het ureumgetal geeft een indicatie voor de benutting van het eiwit in het rantsoen. Vooral de verhouding tussen energie en eiwit is bepalend voor het ureumgetal. Hoe beter die verhouding is in het rantsoen, hoe gezonder de koeien. Door te selecteren op bijvoorbeeld lactatiedagen is direct inzichtelijk of de groep pas gekalfde dieren (0-60 dagen) het juiste rantsoen voorgeschoteld krijgt. 4Rollend jaargemiddelde Voor de berekening van dit jaargemiddelde wordt van alle bekende monsternames over de periode van het afgelopen jaar de totale dagproductie van het bedrijf (kg melk, vet, eiwit) bij elkaar opgeteld en daarnaast het totale aantal melkgevende en droge koeien. Deze aantallen worden gedeeld door het aantal monsternames. Voor de berekening van de dagproductie per koe worden deze getallen gedeeld door het gemiddeld aantal aanwezige koeien. Voor de berekening van het bedrijfsgemiddelde wordt de gemiddelde dagproductie vermenigvuldigd met 365. De vermelde leeftijd is de gemiddelde leeftijd van de aanwezige koeien. 5Economisch jaarresultaat (EJR) Voor de berekening van het EJR worden de kilogrammen melk, vet en eiwit van het bedrijfsgemiddelde vermenigvuldigd met respectievelijk 0,06, 2,80 en 5,40. 6Maandgemiddelden In dit blok worden de maandgemiddelden op bedrijfsniveau over de periode van één jaar weergegeven. Het betreft de maandgemiddelden van kg melk, percentage vet, percentage eiwit, percentage lactose en het ureumgetal. Grafische weergave BSK en NO De grafieken van de bedrijfsstandaardkoe (BSK) en de netto-opbrengst (NO) geven over een periode van twee jaar het gemiddelde per maand weer. Indien er geen proefmelking is geweest in een bepaalde maand, wordt voor die maand niets weergegeven. Bij twee proefmelkingen in één maand wordt het gemiddelde genomen. 7Bedrijfsstandaardkoe (BSK) De BSK is een maatstaf voor het melkproductieniveau op het bedrijf of van de groep op de dag van de monstername. Er wordt rekening gehouden met verschillen in leeftijd, lactatiestadium en maand van afkalven. Koeien worden alleen in de berekening van de gemiddelde BSK meegenomen als ze tussen dag 5 en dag 305 in lactatie zijn. Bij de 305-dagenproductie wordt per groep het aantal dieren vermeld dat de gemiddelde BSK bepaalt. 8Netto-opbrengst (NO) De NO is een maatstaf voor het saldo van melkgeld minus voerkosten op basis van de gecorrigeerde 305-dagenproductie en normatieve voerkosten. Er wordt gecorrigeerd voor verschil in leeftijd en maand van afkalven. Bij de berekening worden gemiddelde zuivelprijzen gebruikt en voerkosten op basis van een standaard (krachtvoer)prijs. 76
6 MPR-uitslag Bedrijfsoverzicht
7 2 MPR-uitslag Celgetaluitslag Een goede uiergezondheid geeft veel arbeidsplezier en een hogere melkopbrengst. Het is goed voor het dierwelzijn en geeft besparingen op de medicijnen. Gemiddeld kost één mastitisgeval 220. Celgetalbepaling is onmisbaar voor een goede uiergezondheidsbewaking. Op dit bedrijfsoverzicht wordt enkel groepsinformatie verstrekt. Deelnemers aan Koe-Attenties ontvangen een overzicht van alle dieren met een te hoog celgetal. Over een periode van zeven opeenvolgende monsternames worden de celgetallen weergegeven. 1Celgetalinformatie Hier worden de celgetallen bij vaarzen, tweedekalfs- of oudere dieren en per lactatiestadium afzonderlijk weergegeven. De kolom gemiddeld celgetal geeft het gemiddelde celgetal van een bepaalde groep dieren weer. In de kolom aantal verhoogd wordt het aantal dieren met een te hoog celgetal weergegeven. Er is sprake van een verhoging wanneer het celgetal bij vaarzen groter is dan , bij koeien ligt de grens op In de kolom aantal nieuw wordt het aantal dieren vermeld dat voor de eerste keer, of na een periode met een laag celgetal, nu een te hoog celgetal laat zien. In de kolom aantal verh. na afkalven wordt het aantal dieren weergegeven dat bij de eerste monstername na afkalven een te hoog celgetal heeft. Dit kan een indicatie zijn voor problemen bij de jongveeopfok, droogstandsmanagement of problemen rondom het afkalven. Tijdens de MPR kan de veehouder alle zichtbare mastitisgevallen doorgeven. De gemelde aantallen worden op dit overzicht weergegeven. Van de celgetalpatronen wordt het percentage omgevings- of koegebonden ziekteverwekkers weergegeven. 3Grafische weergave De ontwikkeling van de uiergezondheid is over een periode van twee jaar duidelijk te volgen via de grafieken. 4Tankcelgetal De zuivelfabriek laat elke 14 dagen de kwaliteit van de geleverde melk bepalen. Een vast onderdeel daarvan is de bepaling van het tankcelgetal. De celgetalinformatie wordt met NRS uitgewisseld. NRS middelt deze getallen per maand, zodat ze overzichtelijk weergegeven kunnen worden in de grafiek. 5Celgetalpatronen Er zijn verschillende soorten ziekteverwekkers bij een uierontsteking. De celgetalpatronen van de koeien geven hierover informatie. Koeien die snel herstellen (slechts één keer een te hoog celgetal), hebben een andere ziekteverwekker dan koeien die meerdere monsternames achter elkaar een te hoog celgetal hebben. De ziekteverwekkers die aan het laatste patroon ten grondslag liggen, houden zich voornamelijk op in de koe (koegebonden). De andere ziekteverwekkers (snel herstel) houden zich vaker op in de omgeving (omgevingsgebonden, bijvoorbeeld E. coli). Het probleem met deze ziekteverwekkers dient gezocht te worden in de voeding, huisvesting of wijze van melken. Met behulp van bacteriologisch onderzoek (BO) van de melk van probleemdieren kan een betere diagnose worden gesteld en kan de behandeling gerichter worden toegepast. Via het logistieke netwerk van de MPR kunnen BO-flesjes en formulieren gebracht en gehaald worden. 2Uiergezondheid Hier wordt van de melkgevende dieren het percentage vermeld dat: een verhoogd celgetal heeft; nieuw is op het overzicht; een verhoogd celgetal na afkalven heeft. De monsternemers krijgen met steeds meer techniek te maken in de melkstallen 78
8 MPR-uitslag Celgetaluitslag
9 2 MPR-uitslag Dieroverzicht Op het dieroverzicht van de MPR-uitslag staan de resultaten per dier van alle aanwezige en in productie zijnde dieren tijdens de laatste monstername. Ook dieren die tijdens de laatste monstername droogstonden of waarbij monstername onmogelijk was, staan op het overzicht. Naast de dag-, de lactatie- en de 305-dagenproductie wordt bij deelnemers ook het cel- en/of het ureumgetal weergegeven. Het overzicht is te verkrijgen in twee verschillende formaten: liggend of staand. Op het staande formulier worden per koe twee regels gebruikt, terwijl op het liggende formulier één regel per koe wordt gebruikt en meer koeien per formulier worden afgedrukt. 1Verwachte dagproductie Voor het voorspellen van de dagproductie kg melk vw wordt gebruikgemaakt van een standaardlactatiecurve (zie hoofdstuk E1 onder documentatie op de internetsite van NRS). Deze curve geeft het verwachte verloop van de lactatie weer. NRS houdt bij de berekening rekening met de laatst bekende dagproductie, de 305-dagenproductie van de Internet Op de uitslagen via internet wordt tevens de ISK weergegeven. De ISK (individuele standaardkoe) wordt per monstername berekend voor dieren die tussen 5 en 305 dagen in lactatie zijn. De ISK geeft de kilogrammen melk weer op de dag van de MPR indien de koe bij volwassen leeftijd, in februari/maart afgekalfd zou hebben en 50 dagen in lactatie zou zijn. Door alle ISK s op te tellen (en te delen door het aantal) wordt de BSK [76] berekend. voorgaande lactatie en het gemiddelde lactatieverloop van de groep koeien van gelijke leeftijd die gekalfd hebben in hetzelfde seizoen en produceren onder gelijke omstandigheden. Deze verwachte melkproductie wordt gebruikt om te zien of het dier tijdens de monstername aan de verwachting voldoet en voor de berekening van de (voorspelde) 305- dagenproductie. 2Gemeten dagproductie De gemeten dagproductie Kg melk dag wordt vergeleken met de verwachte dagproductie. Indien het verschil tussen de gemeten en de verwachte dagproductie groter is dan 15 procent, dan wordt dit bij de gemeten dagproductie aangegeven met een + of een. Zo is gemakkelijk te zien welke koeien meer of minder melk gegeven hebben dan verwacht werd. Vooral een afwijking naar beneden kan een indicatie zijn dat er iets met de koe aan de hand is. Deze dieren komen tot de 120e lactatiedag automatisch op het overzicht Koe-Attenties. 3Lactose Vanaf eind 2005 wordt het percentage lactose vermeld. Dit getal biedt mogelijkheden in verband met de voeding en dus de gezondheid van de melkkoeien. Bij verse koeien kan een laag lactosegehalte duiden op een energietekort. Ook de verhouding tussen vet- en lactosegehalte biedt aankopingspunten voor het in kaart brengen van managementproblemen. Momenteel wordt er wereldwijd onderzoek gedaan naar de verdere toepasbaarheid van deze informatie. 4Ureum Het ureumgetal (UR) geeft een indicatie voor de benutting van het eiwit in het rantsoen. Vooral de verhouding tussen energie en eiwit is bepalend voor het ureumgetal. Bij individuele bepaling kan het ureumgetal aan schommeling onderhevig zijn en het kan daarom niet als basis dienen voor aanpassing van het rantsoen. De individuele bepaling wordt gebruikt om de groepsoverzichten te berekenen, die wel als basis kunnen dienen voor de rantsoenen. 5Celgetal Hier wordt het gevonden celgetal weergegeven, waarbij een celgetal van 90 wil zeggen dat er per ml melk (afweer)cellen geteld zijn. Tegelijkertijd wordt naast het celgetal het aantal keren dat het celgetal verhoogd en onderzocht is binnen de lactatie afgedrukt. Er is sprake van een verhoging wanneer het celgetal bij vaarzen groter is dan , bij koeien ligt hiervoor de grens op De dieren met een verhoogd celgetal komen altijd op de Koe-Attentie-lijst. 6Status Bij OPM (opmerkingen) kunnen onderstaande codes worden weergegeven. Gebruikte codes: 1 x 1 maal per dag gemolken vlpr vleesproductie drg droog drsp driespeen fik fictieve dagproductie ne niet erkende monstername mast mastitis of uierontsteking onm monstername was onmogelijk toch tochtig tvg te vroeg gekalfd vers nog geen 4 dagen geleden gekalfd ziek ziek G1 en G2 hebben betrekking op de groepsindeling (zie bedrijfsoverzicht proefmelkformulier). 7Lactatieproductie/ 305-dagenproductie Naast kalfdatum, leeftijd en lactatienummer worden hier de gerealiseerde en (voorspelde) 305-dagenproductie weergegeven. Op het staande formulier hebben de vetgedrukte cijfers betrekking op de 80
10 MPR-uitslag Dieroverzicht werkelijk gerealiseerde productie. De productiecijfers zonder het aantal dagen hebben betrekking op de (voorspelde) 305-dagenproductie. Vanaf de vijfde lactatiedag wordt de 305- dagenproductie berekend met behulp van een standaardlactatiecurve (zie 1 Verwachte dagproductie). De dagproducties, zowel de gemeten als de berekende dagproducties, kunnen in een grafiek uitgezet worden tegen het moment van de lactatie. Het oppervlak onder deze lijn is gelijk aan de cumulatieve productie. Als het dier de 305-dagengrens heeft overschreden tijdens de lactatie, wordt telkens de gerealiseerde 305-dagenproductie afgedrukt. De 305-dagenproductie biedt de mogelijkheid om de dieren onderling te vergelijken. Ook worden deze gegevens gebruikt bij deelnemers aan het Quotumplanning voor de voorspelling van de productie van de aanwezige dieren. 8Lactatiewaarde (LW) Vanaf eind 2005 wordt een nieuwe bere- kening voor de lactatiewaarde gebruikt. Nieuw in de berekening is de correctie voor tussenkalftijd niet weer drachtig worden geeft een lagere LW. Ook wordt rekening gehouden met de vetreferentie van het bedrijf. Koeien die ruim boven de vetreferentie produceren, krijgen eveneens een lagere LW. De LW is een kengetal voor de korte termijn en met name gebaseerd op rendement. In de berekening wordt verder rekening gehouden met de kosten van het voer en de opbrengsten van de melkcomponenten, de leeftijd en het seizoen van afkalven. Met de lactatiewaarde kun je de koeien binnen het bedrijf met elkaar vergelijken. Het gemiddelde van alle koeien is 100. Bij een LW van 90 of lager wordt met een aangegeven dat de koe duidelijk slechter produceert dan de overige koeien op het bedrijf. Een lactatiewaarde van 110 of hoger wordt aangegeven met een +. Deze koeien produceren 10 procent of meer dan de gemiddelde veestapel. Internet MPR uitslag dieroverzicht via Mijn Bedrijf heeft extra (selectie)mogelijkheden. Door op de naam van een kengetal (bijv. % eiwit) te klikken worden de dieren gesorteerd naar keuze met een oplopend of aflopend percentage eiwit. Dit is bijvoorbeeld erg handig om alle dieren met een te laag eiwit direct in beeld te hebben. In één oogopslag zijn de dieren te zien die een verkeerde vet- eiwitverhouding hebben en nog in het begin van de lactatie zitten. De sorteermogelijkheden gelden voor alle blauwgedrukte kengetallen. Als extra kengetal is de individuele standaardkoe (ISK) berekend. De dieren kunnen op het bedrijfsoverzicht worden ingedeeld in de groepen leeftijd, lactatiestadium of productiedoel. Alle overzichten over de periode van het voorgaande jaar zijn in te zien. 81
11 3 MPR-jaaroverzicht Bedrijfsoverzicht Jaarlijks, na afloop van het boekjaar (1 september-31 augustus), ontvangt de veehouder het MPR-jaaroverzicht. Dit overzicht geeft via het rangnummer bij het rollend jaargemiddelde aan waar het bedrijf staat. Het geeft de gemiddelde productie tussen de verschillende leeftijdsgroepen van de veestapel weer en biedt een overzicht van de erkende monsternames in het verslagjaar, waarbij ook de kwaliteitsgegevens worden vermeld. Nieuw op het overzicht is de vermelding van de levensproductie. Een hogere levensproductie geeft een hoger rendement door minder opfokkosten per kilogram melk. 1Rollend jaargemiddelde Het rollend jaargemiddelde wordt berekend uit de resultaten van de monsternames die hebben plaatsgevonden in het statistiekjaar. 3Rangnummer Het EJR in het rollend jaargemiddelde is bepalend voor het rangnummer binnen de afdeling, provincie, regio of Nederland. Om in aanmerking te komen voor een rangnummer moeten minimaal 6 erkende monsternames zijn uitgevoerd en minimaal 10 dieren in het gemiddelde zitten. 4De gemiddelde lactatieproductie Bij totaal wordt de gemiddelde productie van alle koeien op het bedrijf die in het statistiekjaar opnieuw gekalfd hebben (lactatie met EJR) weergegeven. De dieren zijn tevens uitgesplitst naar vaarzen, tweedekalfs- en oudere koeien en rasgroepen. Daarnaast wordt de productie vermeld van de afgevoerde dieren. 5Gemiddelde levensproductie Nieuw op het overzicht is de gemiddelde levensproductie. De aanwezige- en afgevoerde koeien worden apart vermeld. 6Erkende monsternames Alle erkende monsternames in het statistiekjaar worden vermeld. Naast de gemiddelde productiecijfers en het aantal melkgevende en droge koeien wordt het aantal vleesdieren weergegeven. Ook wordt aandacht geschonken aan de kwaliteit door de vermelding van MPR 24 uur en MPR zuivel. 7Bij MPR 24 uur Hier wordt gekeken naar de verhouding tussen de hoeveelheid avond- en ochtendmelk bij de monstername. Bij MPR zuivel worden de kilogrammen melk en de gehalten vergeleken met de zuivelleveranties in dezelfde periode. De kengetallen worden uitgedrukt in een schaal ten opzichte van Het economisch jaarresultaat (EJR) Een EJR wordt berekend voor het rollend jaargemiddelde en per lactatie. Daarvoor dient het dier opnieuw afgekalfd te hebben omdat de tussenkalftijd onderdeel uitmaakt van de berekening. Het EJR wordt berekend door de geproduceerde kilogrammen te delen door het aantal dagen tussenkalftijd. De berekende dagproductie wordt vermenigvuldigd met 0,06 x kg melk + 2,80 x kg vet en + 5,40 x kg eiwit en vervolgens vermenigvuldigd met 365 dagen. Dit betekent voor het overzicht dat alleen lactaties worden geselecteerd van koeien die in het statistiekjaar opnieuw afgekalfd hebben. Hiermee wordt aandacht geschonken aan de productie, vruchtbaarheid en duurzaamheid. Het gemiddelde aantal aanwezige koeien en de werkelijke gemiddelde leeftijd zijn aan dit overzicht toegevoegd. Nieuwe berekeningswijzen van het rollend jaargemiddelde en het economisch jaarresultaat sluiten goed aan bij de praktijk 82
12 MPR-jaaroverzicht Bedrijfsoverzicht
13 3 MPR-jaaroverzicht Dieroverzicht Op het MPR-jaardieroverzicht wordt de gerealiseerde lactatie-/305-dagenproductie van alle koeien vermeld die in de statistiekperiode opnieuw (ten minste voor de tweede keer) gekalfd hebben of zijn afgevoerd. De dieren staan op leeftijdsvolgorde en de afgevoerde dieren staan in een aparte rubriek. De kalf- of afvoerdatum die bepalend is voor de publicatie wordt vermeld. Daarnaast worden de tussenkalftijd (tkt), het aantal dagen droog en het EJR gepubliceerd. MPR-jaaroverzicht Dieroverzicht MPR-jaaroverzicht Dieroverzicht: lactaties van afgevoerde koeien 84
14 MPR is mogelijk in vele vormen Monstername met behulp van: unster; true-testers; melkmeetglazen; elektronische melkmeters; automatisch melksysteem (robot). De monstername kan uitgevoerd worden: door een monsternemer van de organisatie; in eigen beheer; door het automatisch monsternameapparaat (bij een melkrobot). Frequenties: elektronische melkmeters, in combinatie met een managementsysteem, kunnen dagelijks de melkhoeveelheden per koe aanleveren bij NRS; 1- of 2-weekse MPR wordt uitgevoerd op verschillende proef- en testbedrijven; 3-, 4-, 5-, of 6-weekse MPR wordt uitgevoerd op de rest van de bedrijven; alternerend voor bedrijven die alle melkhoeveelheden dagelijks doorgeven. In deze gevallen wordt volstaan met één melkmonster per MPR voor de bepaling van de gehalten, celgetal en/of ureum. True-tester Melkmeetglas Er is onderzoek mogelijk op: vetgehalte (standaard); eiwitgehalte (standaard); lactose (standaard); celgetal (frequenties kunnen wisselen); ureumgetal. De uitslagen worden verzonden: op papier via de KPN (het is mogelijk om kopieën naar afwijkende adressen te versturen: bijvoorbeeld mede-eigenaar, voorlichter enz.); als digitale informatie naar de verschillende managementsystemen op de bedrijven; via > Mijn Bedrijf > VeeManager. Electronische melkmeters Het is mogelijk om via NRS voorlichters en/of dierenartsen te machtigen zodat zij digitaal mee kunnen kijken als er weer nieuwe uitslagen beschikbaar komen. Veehouders kunnen zelf aangeven hoe ze de uitslagen willen ontvangen. Voor alle uitslagen die via internet uit te printen zijn, kan naar wens de papieren versie stopgezet worden. Wilt u iets wijzigen? Neem dan contact op met het kantoor in uw regio. Melkrobot 85
15 4 MPR-kwaliteit De MPR-cijfers vormen de basis voor managementbeslissingen op het bedrijf en voor de NRS-producten. Om de kwaliteit van de MPR-cijfers te waarborgen vinden er verschillende (automatische) controles plaats door het computersysteem. Daarnaast is het mogelijk dat er steeksproefsgewijs een hercontrole plaatsvindt. De Commissie Toezicht Erkende Gegegevensverzameling (CTEG) is door het bestuur van CR Delta belast met de handhaving van de reglementen voor de Melkproductie-, Stamboekregistratie en de Registratie van Exterieurgegevens. (zie boekje Reglementen & Algemene Voorwaarden uitgave juni 2005). De MPR kent twee soorten: erkend en niet erkend. Een klein gedeelte van de MPR-deelnemers werkt met niet officieel goedgekeurde melkmeters of melkmeetglazen en deze monsternames worden niet erkend. Ongeveer 75 procent van de bedrijven laat de monsternames uitvoeren door een monsternemer van de (contract)organisatie. Bij ruim 25 procent van de MPR-deelnemers wordt de monstername uitgevoerd in eigen beheer (MEB-bedrijven). Daarbij horen ook bijna alle bedrijven met een melkrobot. Voor MEB-bedrijven is zuivelborging gewenst. Bedrijven die geen toestemming hebben gegeven voor zuivelborging hebben een grotere kans op een bezoek van een hercontroleur. In voorkomende gevallen wordt een monstername of lactatie niet erkend. 1Deelnamegegevens Hier worden diverse gegevens vermeld over: soort MPR, frequentie, gebruikte apparatuur, aantallen koeien, zuivelleveranties en melktijden. 2MPR 24 uur Dit getal geeft aan of de monstername betrekking heeft op een periode van 24 uur. Er wordt gekeken naar de verhouding tussen de hoeveelheid avond- en ochtendmelk. Deze verhouding dient na correctie voor onder meer productieniveau en seizoen overeen te komen met de verhouding van de tijdsintervallen tussen de avond- en ochtendmelkingen. MPR 24 uur wordt uitgedrukt als een percentage ten opzichte van 100. De grafiek toont het kengetal voor de MPR s van het laatste jaar (maximaal 13 MPR s). Naast de grafiek wordt het rollend jaargemiddelde vermeld. Wanneer de laatste MPR 24 uur boven de 108 komt, wordt als signalering het overzicht MPR-kwaliteit verstuurd naar de veehouder. Ligt de laatste MPR 24 uur boven de 112 dan wordt de betreffende monstername niet erkend. Het rollend jaargemiddelde MPR 24 uur is het gemiddelde van alle berekende MPR 24 uur in het jaar voorafgaand aan de laatste MPR. Wanneer het rollend jaargemiddelde MPR 24 uur boven de 104 komt, wordt als signalering het MPR-kwaliteitsoverzicht verstuurd. Wanneer het rollend jaargemiddelde boven de 106 komt, worden de monsternames niet meer erkend totdat het gemiddelde weer beneden de norm van 106 is gedaald. 3MPR zuivel Bij MPR zuivel worden de hoeveelheid geregistreerde melk tijdens de monstername en het percentage vet en eiwit vergeleken met de in die periode geleverde melk aan de zuivelfabriek. Er wordt standaard gecorrigeerd voor eigen gebruik. MPR zuivel wordt eveneens uitgedrukt als een percentage ten opzichte van 100. De grafiek toont de MPR zuivel (kg melk) van het laatste jaar (maximaal 13 MPR s). Naast de grafiek worden de berekende/gecorrigeerde leveranties aan de zuivel op de dag van de MPR en de MPR-dagproductie vermeld. Wanneer de laatste berekening voor MPR zuivel boven de 108 komt, wordt als signalering het overzicht MPR-kwaliteit verstuurd. Onder het kopje MPR zuivel wordt een rollend jaargemiddelde weergegeven. Wanneer dit jaargemiddelde onder de 96 of boven de 104 komt, wordt als signalering het overzicht MPR-kwaliteit verstuurd. Als het MPR zuiveljaargemiddelde boven 106 uitstijgt, worden de monsternames niet erkend totdat dit kenmerk weer tot beneden de norm is gedaald. 4Verdeling ISK* De verdeling ISK (individuele standaardkoe, zie pagina 80) geeft aan of er bij de MPR extreem positief of negatief afwijkende producties zijn geregistreerd. De ISK s worden oplopend gesorteerd en verdeeld over zeven klassen. Bij een normale verdeling valt 98 procent van de koeien in klasse 2 t/m 6. Zijn de klassen 1 en 7 gevuld dan betekent dit dat er individuele uitschieters zijn. De grafiek toont de gegevens van de laatste MPR. Naast de grafiek worden (eventueel) de koeien met een extreme ISK weergegeven ( = uitschieter naar beneden en + = uitschieter naar boven). 5Verdeling verschil ISK Verdeling verschil ISK geeft aan of er bij deze MPR producties zijn geregistreerd die extreem afwijken ten opzichte van de vorige MPR. Na correctie voor de spreiding op het bedrijf worden ze verdeeld over zeven klassen. Zijn de klassen 1 en 7 gevuld, dan betekent dit dat er individuele uitschieters zijn. De grafiek toont de gegevens van de laatste MPR. Afwijkende dieren worden vermeld. 86
16 MPR-kwaliteit
MpR en managementproducten
MpR en Melkproductieregistratie (mpr) is een belangrijke schakel in het management op de bedrijven. De mpr-gegevens worden onder andere gebruikt voor het berekenen van de rantsoenen, de selectie van het
Nadere informatieKengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur
Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie
Nadere informatieNO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde
NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde Inleiding Na elke monstername wordt voor alle melkkoeien op het bedrijf een Netto Opbrengst (NO) berekend. De NO geeft het gecorrigeerde rendement van
Nadere informatieVetcorrectie Op basis van het voorgaande kan de NO berekend worden zonder een eventuele vetcorrectie.
Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde Inleiding Na elke monstername wordt voor alle melkkoeien op het bedrijf een Netto Opbrengst (NO) berekend. De NO geeft het gecorrigeerde rendement van een
Nadere informatieof slepende melkziekte worden op deze manier overzichtelijk gepresenteerd. Bijzonderheden staan in de kolom opmerking.
5 Koemanagement Koe-Attenties Koe-Attenties is een zeer praktisch overzicht dat alle belangrijke momenten waarop de koe aandacht nodig heeft op het juiste moment weergeeft. Er is extra aandacht voor afwijkingen
Nadere informatieKengetallen. E-13 Voortplanting
Kengetallen E-13 Voortplanting Inleiding Op melkveebedrijven wordt jaarlijks een aanzienlijke schade geleden als gevolg van een niet optimale tussenkalftijd en een voortijdige afvoer van koeien die niet
Nadere informatieInformatie uit melk. Benny Declerck workshops voor dierenartsen. 2015 september-oktober
Informatie uit melk Benny Declerck workshops voor dierenartsen 2015 september-oktober Agenda CRV Dataverzameling MPR kengetallen MPR informatie Ontsluitingsprocedure 2015-09+10 workshops da mpr bd 2 CRV
Nadere informatieMelkproductie High-techbedrijf 1999
Melkproductie High-techbedrijf 1999 Iris Arendzen en Ton van Scheppingen Op het High-techbedrijf (HTB) wordt de doelstelling melken met een lage kostprijs ingevuld door veel liters per man, per ha en per
Nadere informatieKengetallen. E-1 Voorspelling Dagproductie
Kengetallen E-1 Voorspelling Dagproductie Inleiding Ter ondersteuning van de fokkerij en het bedrijfsmanagement berekent NRS diverse kengetallen. Te denken valt aan bijvoorbeeld de fokwaarden van koeien
Nadere informatieInventarisatie huidige en gewenste kengetallengebruik op melkveebedrijven
Inventarisatie huidige en gewenste kengetallengebruik op melkveebedrijven Een onderzoek naar het huidige en gewenste gebruik van kengetallen met betrekking tot melkproductie en vruchtbaarheid op melkveebedrijven
Nadere informatiePrestaties in beeld HOOFDSTUK 5. 5.1 hoe presteert mijn veestapel?
5.1 hoe presteert mijn veestapel? Veehouders willen goede resultaten behalen. Maar waaraan lees je die af? En hoe zijn de resultaten op een gemakkelijke manier te vergelijken met bijvoorbeeld landelijke
Nadere informatieWaarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen
Efficiënt en effectief gebruik van MPR Missie Objectieve data verzamelen Analyse Lokeren, 7 maart 2012 Concreet en bedrijfsspecifiek advies Opvolging Opleiding Er is geen universele waarheid Ieder bedrijf
Nadere informatieKengetallen. E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde
Kengetallen E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde Inleiding Jaarlijks wordt circa 30% van de melkveestapel afgevoerd en vervangen door hoogdrachtige vaarzen. De afvoer van een koe kan gedwongen zijn
Nadere informatie10 SAP - StierWijzer Basisfokdoelen
10 Stieradviesprogramma (SAP) - StierWijzer De stierkeuze is één van de belangrijkste beslissingen op fokkerijgebied. Veehouders hebben een eigen fokdoel die het beste past bij hun bedrijf. Omdat de fokdoelen
Nadere informatieHandleiding. Agis TFS Melk
Handleiding Agis TFS Melk 0348-443840 1 Inhoud 1.TFS Melk... 4 1.1 De mogelijkheden van TFS Melk... 4 1.2 Tips... 4 2. Groepen maken in combinatie met de veldkiezer... 5 2.1 Een groep maken... 5 2.2 Groepen
Nadere informatieReglementen en algemene voorwaarden
juli 2014 Reglementen en algemene voorwaarden Melkproductieregistratie Stamboekregistratie Registratie van Exterieurgegevens Commissie Toezicht Erkende Gegevensverzameling Geschillencommissie Algemene
Nadere informatieDe kwetsbare 100 dagen
Hoofdstuk 7 De kwetsbare 100 dagen Extra aandacht rondom afkalven Zo n 40 dagen voor het kalven en 60 dagen daarna is de koe in haar meest kwetsbare periode. In deze periode heeft ze extra aandacht nodig
Nadere informatieUw veestapel in beeld. Sensoren beschikbaar op de Merlin melkrobot. CrystaLab maakt dagelijks sturen op basis van gehalten mogelijk!
Sensoren beschikbaar op de Merlin melkrobot Crystal software Crystal management software observeert, analyseert, controleert en rapporteert. Dit alles op basis van management by exception. U wordt alléén
Nadere informatieN o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -
Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen
Nadere informatieHandleiding Veehouder
Handleiding Veehouder Dit is een handleiding voor het werken met de MPR Assistent op uw telefoon en/of tablet. Wanneer u geen MPR-proefmelkformulier meer wenst te ontvangen, kunt u dat melden bij de routerijder
Nadere informatieKengetallen E-40 Fokwaarde voeropname
Kengetallen E-40 Fokwaarde voeropname Inleiding Melkkoeien gebruiken voer om melk te produceren, voor onderhoud en om te groeien. De hoeveelheid voer die een koe opneemt is afhankelijk van de geproduceerde
Nadere informatieRegels en Standaards
Regels en Standaards F-4 Reglement voor de publicatie van Fokwaarden Reglement voor publicatie fokwaarden voor melkproductiekenmerken voor exterieurkenmerken voor gebruikskenmerken: celgetal geboorteverloop
Nadere informatieDe praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen
De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen De veestapel maakt het verschil Wat is een goed presterende veestapel? Hoge melkproductie met goede gehalten Efficiënt omzetten van voer in melk Hoge
Nadere informatiehet cijfer moet op dezelfde manier gelezen worden als bijvoorbeeld de fokwaarden. Het cijfer is gebaseerd op: niet-behaald rendement (zie punt 4).
Vruchtbaarheid Vruchtbaarheid is continu een punt van aandacht voor elk melkveebedrijf. Belangrijke factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden, zijn onder andere de energiebalans, de tochtwaarneming en
Nadere informatie68 melkkoeien (incl vaarzen), 21 pinken, 24 kalveren Vervangingspercentage 29 %
2. OMZET EN AANWAS De bedrijfseconomische berekening van de omzet en aanwas is een verhaal apart. Hieronder zal dat aan de hand van een voorbeeldberekening worden duidelijk gemaakt. 2.2 Voorbeeldbedrijf
Nadere informatieReglement Melkproductieregistratie
Reglement Melkproductieregistratie CRV Vlaanderen vzw, april 2016 G/AZ/CRVVLvzw/ Inhoudsopgave Begrippenlijst 2 1. Algemeen 4 1.1. Inleiding 4 1.2. Erkenning 4 1.3. International Committee for Animal Recording
Nadere informatieEr valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen
Er valt veel te winnen met een langere levensduur Henk Hogeveen Lange levensduur is goed...... gevolg van betere gezondheid... gevolg van betere vruchtbaarheid... minder jongvee nodig minder kosten minder
Nadere informatieVeterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen
Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen Inhoud presentatie Dierziekten: ontwikkelingen BVD en IBR Uiergezondheid: kengetallen omtrent droogstandstherapie Vruchtbaarheid: nieuwe benadering
Nadere informatieKengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel
Kengetallen E-18 Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Inleiding Mastitis is een van de belangrijkste bedrijfsgebonden ziekten in de Nederlandse rundveehouderij. Mastitis resulteert in hoge economische verliezen
Nadere informatieMil - R - Mor. Dagen sinds Ge boorte / / / / / 1, / 377
Mil-R-Mor Farm Mil - R - Mor L E E F T I J D Productiein het vorige jaar LBS/ KG Melk opbrengst Opbrengst minus productie kosten Dagen sinds Ge boorte Totaal netto inkomen sinds geboortedag Netto inkomen/
Nadere informatieKengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel
Kengetallen E-18 Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Inleiding Mastitis is een van de belangrijkste bedrijfsgebonden ziekten in de Nederlandse rundveehouderij. Mastitis resulteert in hoge economische verliezen
Nadere informatieDuurzaamheid veestapels in project Koeien & Kansen
Duurzaamheid veestapels in project Koeien & Kansen Januari 2012 Rapport nr. 64 Colofon Uitgever Wageningen UR Livestock Research Postbus 65, 8200 AB Lelystad Telefoon 0320 238 238 Fax 0320 238 022 E-mail:
Nadere informatieHandleiding. Veehouder
Handleiding Veehouder Hierbij hebben we het genoegen om u een handleiding aan te bieden voor het werken met de MPR Assistent op uw smartphone en/of tablet. In deze handleiding geven wij u een overzicht
Nadere informatieKengetallen E-25 Fokwaarde Ureum
Kengetallen E-25 Fokwaarde Ureum Inleiding Op 1 januari 2006 is het nieuwe mestbeleid van start gegaan met strengere normen. Dit nieuwe beleid was nodig omdat het Europees hof het oude (Minas)beleid onvoldoende
Nadere informatieEn is de uiergezondheidssituatie halverwege 2014 nog steeds goed? Draag hem of haar dan nu voor voor de Uiergezondheid Award 2014!
Uiergezondheid Award 2014 De Uiergezondheid Award 2014 is bedoeld voor melkveehouders die iets bijzonders hebben gedaan op het gebied van uiergezondheid in 2013 (en begin 2014) en die hiermee andere melkveehouders
Nadere informatieHandleiding Veehouder
Handleiding Veehouder Hierbij hebben we het genoegen om u een handleiding aan te bieden voor het werken met de MPR App op uw telefoon en/of tablet. We hebben geprobeerd om de belangrijkste zaken te vermelden,
Nadere informatieWaarom droogstand? 24/12/2018. Gevolgen van een verkorte of geen droogstand op melkproductie, inkomen en broeikasgasemissies
Melkgift Gevolgen van een verkorte of geen droogstand op melkproductie, inkomen en broeikasgasemissies Symposium Droogstand op Maat, 2 december 218 Akke Kok, Ariëtte van Knegsel, Corina van Middelaar,
Nadere informatieKengetallen E-25 Fokwaarde Ureum
Kengetallen E-2 Fokwaarde Ureum Inleiding Op 1 januari 2006 is het nieuwe mestbeleid van start gegaan met strengere normen. Dit nieuwe beleid was nodig omdat het Europees hof het oude (Minas)beleid onvoldoende
Nadere informatieKengetallen E-20 NVI. Inleiding. Selectierespons
Kengetallen E-20 NVI Inleiding Het fokdoel voor melkvee is in de loop der jaren veranderd van alleen focus op productie naar aandacht voor productie, levensduur, gezondheidskenmerken en exterieur. Het
Nadere informatieHOOFDSTUK 4 Monitoring
HOOFDSTUK 4 Monitoring Routines in T4C Om de koppel-, groep- en/of individuele dierprestaties te bekijken, zijn in T4C een aantal rapporten beschikbaar. Naast de controle attenties (controle 2 keer/dag
Nadere informatieHANDLEIDING MPR ASSISTENT VEEHOUDER BETTER COWS BETTER LIFE. oktober 2017
HANDLEIDING MPR ASSISTENT VEEHOUDER oktober 2017 BETTER COWS BETTER LIFE Hierbij hebben we het genoegen om u een handleiding aan te bieden voor het werken met de MPR Assistent op uw telefoon en/of tablet.
Nadere informatieVruchtbaarheidsanalyse melkkoeien
Vruchtbaarheidsanalyse melkkoeien -- t/m -6- Laatste drachtcontrole: -6- [] [] [] [] [] [] Aantal koeien op bedrijf 98 6 iddelde aantal lactatie dagen 78 78 7 77 9 iddelde aantal dagen eerste tochtigheid
Nadere informatieaan de slag met VEEMANAGER-APP
Direct aan de slag met de VeeManager-App aan de slag met VEEMANAGER-APP De VeeManager-App Met de VeeManager-App managet u altijd en overal uw veestapel op uw smartphone of tablet. Of u nu in de stal bent,
Nadere informatieKengetallen E-25 Fokwaarde Ureum
Kengetallen E-2 Fokwaarde Ureum Inleiding Op 1 januari 2006 is het nieuwe mestbeleid van start gegaan met strengere normen. Dit nieuwe beleid was nodig omdat het Europees hof het oude (Minas)beleid onvoldoende
Nadere informatieHandleiding MPR assistent Veehouders Versie december 2010
Handleiding MPR assistent Veehouders Versie december 2010 Tel.nr. MPR Helpdesk NL + 31 (0)88-002 44 22 Tel.nr. Klantendienst BE + 32 (0)78 15 44 44, toets 2 Index Startscherm 2 Datum/tijd aanpassen 2 Selectie
Nadere informatieVaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation. Sofie Piepers, DVM, PhD. M-team UGent
Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation Sofie Piepers, DVM, PhD Vaarzenmastitis Intramammaire infecties vóór kalven Gevolgen na kalven: Klinische mastitis Subklinische mastitis
Nadere informatieMeten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer
Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013 Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013 Inleiding
Nadere informatieEgam Update
Egam Update 5.17.2.22 Het programma is weer op vele punten bijgespijkerd. Dit mede dankzij de inbreng en medewerking van klanten. Elda heeft de missie om het programma steeds te blijven ontwikkelen en
Nadere informatieProgramma: SPONSORS. Ontwikkelingen GES 2015. GES organisatie. Agenda. Quotum eraf, fosfaat erop? Apeldoorn 4 november 2015
10.00 - Geart Benedictus: Welkom Programma: Quotum eraf, fosfaat erop? Toekomst fokkerij? Apeldoorn 4 november 2015 10.05 - Jan Huitema (melkveehouder en Europarlementariër) 10.35 - Bonny van Ranst (melkveehouder
Nadere informatieKengetallen E-15 Fokwaarde melksnelheid
Kengetallen E-15 Fokwaarde melksnelheid Inleiding Het is van belang om te weten hoe snel dochters van een bepaalde stier melken. Immers, te snel melkende koeien hebben een grotere kans op mastitis en kunnen
Nadere informatieHandleiding. ProductiePlanning
Handleiding ProductiePlanning Inhoud 1. Instellen van standaardgegevens... 3 2. Planning maken... 4 3. Alternatieven berekenen... 6 4. Rapportage... 7 0348-443840 2 Agis TFS Productie Planner De TFS Productie
Nadere informatieAanpassingen NVO-fokwaardeschattingen april maart 2008 Animal Evaluation Unit (AEU)
Aanpassingen NVO-fokwaardeschattingen april 2008 18 maart 2008 Animal Evaluation Unit (AEU) Aanpassingen op een rij DU ->levensduur aanpassing van NVI Vruchtbaarheid Introductie van 3 bases voor alle kenmerken
Nadere informatieDe dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie
De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie Melkveecongres 2016 Dr Monique Van Goubergen Enter number(s) then press 'Send'. Wat is het doel van de droogstand? Vote for up to 3 choices 1. Voor
Nadere informatieHOOFDSTUK 3 Routinematige invoer. 3 Routinematige invoer. Acties die regelmatig in T4C uitgevoerd zijn worden in dit hoofdstuk beschreven
HOOFDSTUK 3 Routinematige invoer 3 Routinematige invoer Acties die regelmatig in T4C uitgevoerd zijn worden in dit hoofdstuk beschreven Afkalven Tochtigheid Inseminatie Drachtigheidscontrole Droogzetten
Nadere informatieHandleiding MPR assistent Veehouders
Handleiding MPR assistent Veehouders Versie april 2009 MPR Helpdesk NL: + 31 (0)88-002 44 22 Klantendienst BE: + 32 (0)78 15 44 44, toets 2 Index Startscherm 2 Datum/tijd aanpassen 2 Selectie bedrijf 3
Nadere informatieBETTER COWS BETTER LIFE
BETTER COWS BETTER LIFE De perfecte match voor een perfecte veestapel Een goed presterende veestapel is de wens van iedere veehouder. Met fokkerij legt u de basis voor uw veestapel van de toekomst. U wilt
Nadere informatieValacon-Dairy v.o.f. Duurzaam melkvee. Het waarom en hoe. Willem van Laarhoven 23 november
Duurzaam melkvee Het waarom en hoe. Willem van Laarhoven 23 november 2010 www.duurzaammelkvee.nl 1 . Onderzoeks- en adviesbureau voor duurzaam melkvee. Richt zich op de economische, ecologische en maatschappelijk
Nadere informatieHistorisch hoog. Met die woorden kopte Veeteelt. Aantal Nederlandse mpr-koeien groeit in
Aantal Nederlandse mpr-koeien groeit in Mpr-bedrijf telt me Het was een jaar van records, zo laten de mpr-cijfers van CRV zien. Niet eerder telde een Nederlands melkveebedrijf zo veel koeien, was het totaal
Nadere informatieKengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen
Kengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen Inleiding De fokwaardeschatting voor stieren valt onder regelgeving van de overheid. De GES (Genetische Evaluatie Stieren) is verantwoordelijk voor de publicatie
Nadere informatieGezondheidsaandoeningen en vruchtbaarheid op proefbedrijven
Gezondheidsaandoeningen en vruchtbaarheid op proefbedrijven W.J.A. Hanekamp (PR) De meest voorkomende gezondheidsaandoeningen op de proefbedrijven zijn mastitis, melkziekte en zoolzweer. Er is wel een
Nadere informatieMastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen
Mastitis en de vrije markt Henk Hogeveen Wat kunt u van mij verwachten Denken in een tijd zonder quotum Het probleem: Preventieve kosten vs faalkosten En nu zonder quotum Oude denken Productiecapaciteit
Nadere informatieExtra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt
Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt Mastitis en de vrije markt Het wegvallen van het melkquotum betekent een ander kosten- en opbrengstenplaatje. Wat betekent dit voor de benadering
Nadere informatieVerantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten
Verantwoord antibioticumgebruik en selectief nietdroogzetten Een studie in opdracht van Lami uitgevoerd door de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk (ULP) Juli 2012 1 Inhoud Introduktie... 3 Opzet
Nadere informatiePRAKTISCHE KIJK OP HOE VAARZENMASTITIS TE VOORKOMEN EN TE CONTROLEREN. Sofie Piepers Sarne De Vliegher. M - team. Roadshows uiergezondheid
PRAKTISCHE KIJK OP HOE VAARZENASTITIS TE VOORKOEN EN TE CONTROLEREN Sofie Piepers Sarne De Vliegher - team Roadshows uiergezondheid Wat verwachten we van vaarzen? Op leeftijdvan twee jaar: Kalven Start
Nadere informatieVRUCHTBAARHEID. eigen attentielijsten samenstellen. Voor elk onderdeel zijn er aparte attentielijsten,
VRUCHTBAARHEID Het behalen van goede sresultaten vraagt veel inspanningen van veehouders. CRV wil de veehouders maximaal ondersteunen op elk onderdeel van de. Zo brengt VeeManager alle KoeAttenties op
Nadere informatieNoot: Zorg voor een lijst met koe-informatie om een snelle opstart te realiseren!
HOOFDSTUK 1 INVOER DATA VOOR OPSTART 1 Instellen Bedrijf- & Diergegevens De volgende informatie dient minimaal in T4C te worden ingevoerd om goed met de Astronaut te kunnen melken: Koenummer, Responder
Nadere informatieDe opfok. Hoofdstuk 2. De eerste levensmaanden. Beslissen van kalf tot koe
Hoofdstuk 2 De opfok De eerste levensmaanden Het fokken van een duurzame en lang producerende koe begint met een goede opfok. Het jonge kalf verdient veel aandacht. Na de geboorte luidt het advies bij
Nadere informatieUw doel bereiken met MelkNavigator
Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Als melkveehouder wilt u er uit halen, wat er in zit. Kies gericht voor meer melk, betere gehalten of meer grammen eiwit en/of vet.
Nadere informatieHandleiding. Agis TFS CowScore
Handleiding Agis TFS CowScore 2 Inhoud 1. CowScore... 4 1.1 Inlezen van de gegevens van uw veestapel... 4 1.1.1 Werkwijze voor veehouders die met het Agis managementsysteem werken:.. 5 1.2 Invoeren van
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 Controle attentielijsten &KPI s
HOOFDSTUK 2 Controle attentielijsten &KPI s De overgang van traditionele melkstal naar een melkrobot systeem is ook van invloed op de dagelijkse routines van de veehouder. Naast het verrichten van de standaard
Nadere informatieReglement Stamboekregistratie
Reglement Stamboekregistratie 28 februari 2003 KW/03.0048/AP/EdV Inhoudsopgave Begrippenlijst 3 1. Algemeen 4 1.1. Inleiding 4 1.2. Erkenning 4 1.3. Dienstverlening door derden 4 1.4. Gebruik gegevens
Nadere informatieIntroductie AMS-STAGE
Introductie AMS-STAGE 1 Algemeen - Stageduur 5 weken - Inleveren POK, stageverslag, urenregistratie - Stagebezoek - Beoordeling 2 Programma vandaag Stageopdrachten Algemene bedrijfsbeschrijving(missie,
Nadere informatieHandleiding UNIFORM-TOUCH
Handleiding UNIFORM-TOUCH 2013 UNIFORM-Touch Met de UNIFORM-Touch heeft u als veehouder real-time alle informatie van uw koeien bij de hand. Denk hierbij aan de algemene koekalender gegevens, de gegevens
Nadere informatieNoot: Zorg voor een lijst met koe-informatie om een snelle opstart te realiseren!
HOOFDSTUK 1 INVOER DATA VOOR OPSTART 1 Instellen Bedrijf- & Diergegevens De volgende informatie dient minimaal in T4C te worden ingevoerd om goed met de Astronaut te kunnen melken: Koenummer, Responder
Nadere informatieKengetallen. E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid
Kengetallen E-17 Fokwaarde Vruchtbaarheid Inleiding De vruchtbaarheid van een stier uit zich op twee manieren: via het bevruchtend vermogen van zijn sperma en via de vruchtbaarheid van zijn dochters. De
Nadere informatieopfok24 > gezonde kalveren > robuuste vaarzen > hoge levensproductie
opfok24 > gezonde kalveren > robuuste vaarzen > hoge levensproductie Het beste uit uw jongvee Vaarzen die op 24 maanden aan de melk komen, worden de beste koeien. Zowel in melkproductie als in levensduur.
Nadere informatieVeeManager. Handleiding vernieuwde dekkingsregistratie. <1 januari 2000>
VeeManager Handleiding vernieuwde dekkingsregistratie Samenweidingen Het invoeren van samenweidingen is verbeterd. Zo heeft u direct overzicht in de lopende samenweidingen. Daarnaast is
Nadere informatieCERES, net dat tikkeltje meer...
CERES, net dat tikkeltje meer... Met het Ceres programma kan de rundveehouder op een eenvoudige manier zijn administratie van zijn melkvee/zoogkoeien/vleesveebedrijf opvolgen. Met een minimum aan administratief
Nadere informatieKort verslag oriënterende voerproef hooi
Kort verslag oriënterende voerproef hooi Voerproef naar de invloed van hooi op melkproductie en melksamenstelling Uitgevoerd voor het netwerk Heerlijk, Helder Hooi Locatie proef: proefboerderij Zegveld
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 Controle attentielijsten & KPI s
HOOFDSTUK 2 Controle attentielijsten & KPI s De overgang van traditionele melkstal naar een melkrobot systeem is ook van invloed op de dagelijkse routines van de veehouder. Naast het verrichten van de
Nadere informatieNa volledig invullen van de enquête neemt een assistente of uw bedrijfseigen dierenarts contact met u op om een afspraak te maken voor het BGP 2017.
Inleiding Beste veehouder/ veehoudster, Binnenkort bent u weer toe aan de update van uw BGP en BBP! Om zoveel mogelijk uit uw BGP te halen en kosten zo laag mogelijk te houden verzoeken we u vriendelijk
Nadere informatieKengetallen voor het ideale voedermanagement
Kengetallen voor het ideale voedermanagement Els Van Looveren Gregory Antrop Melkveecongres, september 2016 Doelstelling melkveehouder Ik ben gezond dus ik doe wat er van mij verwacht wordt : veel melk
Nadere informatieStap 3. Inventarisatieformulier
Stap 3. Inventarisatieformulier Voor bedrijven met meer dan vijf procent verwerpers op jaarbasis of een abortusstorm. Algemeen Aantal melkkoeien: Geslotenheid bedrijf (aanvoer, o.a. stier, keuringen, samen
Nadere informatieMeer info? Contacteer: Frederik De Vos, DVM 03 / 877 44 34 of frederik.devos@vetoquinol-benelux.be. O ptimilq 1
Meer info? Contacteer: Frederik De Vos, DVM 03 / 877 44 34 of frederik.devos@vetoquinol-benelux.be 8 O ptimilq O ptimilq 1 efficiënt samenwerken Verantwoord antibioticagebruik wint steeds meer aan belang.
Nadere informatieMelkveebedrijf. Huisvesting. Melkveebedrijf. MPR oktober Melkmachine en melktechniek. 260 koeien 166 jongvee
260 koeien 166 jongvee BVD Vrij IBR Vrij Salmonella onverdacht Paratbc Status A Huisvesting Volledig TMR Aparte vaarzen groep Opstartgroep Gezakt zaagsel (Allspan) met Boxclean 2dd boxen schoongemaakt
Nadere informatieContinue meten = continue weten
Continue meten = continue weten Agis Automatisering heeft in 2010-2011 een Samenwerking bij Innovatie-project uitgevoerd met 15 melkveebedrijven: het Melkveehouder Decision Support System project. Dit
Nadere informatieDE BASIS VAN DE FOKKERIJ
6.1 WAT IS FOKKERIJ? Fokken is het selecteren van de juiste koeien. Van de ene koe of stier willen veehouders een nakomeling, van de andere niet. Fokken is het bewust combineren van ouderdieren: een nieuwe
Nadere informatieRegistratie. 17 Meldsysteem. Managementproducten - Registratie. Beslissen van kalf tot koe
Registratie De goede registratie van het rundvee draagt bij aan de succesvolle rundveeverbetering in Nederland. Het I&R-systeem is de basisregistratie en daaraan zijn verschillende systemen gekoppeld.
Nadere informatiePraktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport
Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de
Nadere informatieKengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen
Kengetallen E-26 Publicatieregels stierindexen Inleiding De fokwaardeschatting voor stieren valt onder regelgeving van de overheid. De Coöperatie CRV is verantwoordelijk voor de publicatie van fokwaarden
Nadere informatieVeekeuring Fryslân. 4. Alleen dieren die in de catalogus voorkomen doen mee aan de individuele keuring.
Veekeuring Fryslân Vraagprogramma * Deelname is opengesteld voor dieren uit de provincie Friesland. * Dieren dienen op de sluitingsdatum van de aangifte aanwezig te zijn op een UBN binnen de provincie
Nadere informatieLactatie op Maat Optimaliseren van lactatielengte bij melkvee om diergezondheid en productie-efficiëntie te verbeteren
Ziekte incidentie (per 100 koeien) Lactatie op Maat Optimaliseren van lactatielengte bij melkvee om diergezondheid en productie-efficiëntie te verbeteren Eline Burgers 1,2, Akke Kok 1,3, Roselinde Goselink
Nadere informatieKengetallen E-34 Fokwaarde Ketose
Kengetallen E-34 Fokwaarde Ketose Inleiding Aan het begin van de lactatie is ketose een van de meest voorkomende aandoeningen bij melkvee. In de periode tot 60 dagen na afkalven hebben melkkoeien veelal
Nadere informatie18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik
% % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % Broilers Slaughter pigs Veal calves Dairy cattle -- Themabijeenkomst Antibioticumbeleid en de (on-)mogelijkheden
Nadere informatieNieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014. Bart Geurts Dierenarts
Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014 Bart Geurts Dierenarts Indeling presentatie Antibioticabeleid Waarom zijn de richtlijnen ontwikkeld? Waar zijn de richtlijnen op gebaseerd? Wat zijn de nieuwe richtlijnen?
Nadere informatieVeekeuring Fryslân. 4. Alleen dieren die in de catalogus voorkomen doen mee aan de individuele keuring.
Veekeuring Fryslân Vraagprogramma * Deelname is opengesteld voor dieren uit de provincie Friesland. * Dieren dienen op de sluitingsdatum van de aangifte aanwezig te zijn op een UBN binnen de provincie
Nadere informatieTarIevenKaarT 2015-2016
NeDeRlAND TarIevenKaarT 2015-2016 PASSeNDe oplossingen VooR een optimale VeeSTAPel BeTTer cows BeTTer life hoe krijgt u meer vaart in vruchtbaarheid? ovalert melkvee pakketkosten per Koe per maand Vaste
Nadere informatieHandleiding. Agis TFS Voer
Handleiding Agis TFS Voer 0348-443840 2 Tabelvoeding in 4 stappen. Deze handleiding leert u om snel en eenvoudig een voerberekening voor uw veestapel te maken. Om een goede berekening te maken moeten er
Nadere informatieAgrarische Bedrijfsverzorging. Digiklauw. Meer grip op klauwgezondheid
Agrarische Bedrijfsverzorging Digiklauw Meer grip op klauwgezondheid De gezondheid van de klauwen is een goede graadmeter voor de gezondheid van uw veestapel. Een goed beeld verkrijgen van het verloop
Nadere informatiePraktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten
Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Enquêteresultaten 1 ENQUÊTE RESULTATEN Gemiddeld aantal dieren >150 6,9% Aantal dieren 100-150 50-100 14,0% 50,2% 0-50 28,9% 0 50 100
Nadere informatie