BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besuit van de directeur-generaa van de Nederandse mededingingsautoriteit as bedoed in artike 37, eerste id, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1378/Van Mee - Kene I. MELDING 1. Op 17 juni 1999 heeft de directeur-generaa van de Nederandse mededingingsautoriteit een meding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artike 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeed dat Van Mee N.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artike 27, onder b, van de Mededingingswet, over Kene Hoding N.V. Van de meding is mededeing gedaan in Staatscourant 116 van 22 juni Naar aaneiding van de mededeing in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Van Mee N.V. (hierna: Van Mee) is een naamoze vennootschap naar Nederands recht. Zij is een beursgenoteerde onderneming die onderdee uitmaakt van de Van Mee Groep. Binnen deze groep fungeert Van Mee as houdstermaatschappij van diverse dochterondernemingen.[1] [1] Van Mee heeft recent het merk Wybert overgenomen. Deze overname is niet gemed bij de Nederandse mededingingsautoriteit, vanwege het niet behaen van de "omzetdrempes" van artike 29, id 1, Mededingingswet. De gevogen van deze overname zijn in de beoordeing van onderhavige zaak betrokken. 3. Van Mee is actief op het gebied van de productie en verkoop van diverse suikerwerkproducten, waaronder de merken Mentos, Fruittea, Meer en Airheads. Deze producten worden door Van Mee onder meer verkocht aan supermarktketens en zoetwarengroothandearen. 4. Kene Hoding N.V. (hierna: Kene) is een naamoze vennootschap naar Nederands recht. Kene is een beursgenoteerde onderneming die dee uitmaakt van de Kene Groep. Kene fungeert as houdstermaatschappij van diverse dochterondernemingen. 5. Kene is actief op het gebied van de ontwikkeing, productie, marketing en verkoop van hoofdzakeijk merkartikeen in de suikerwerkmarkt. Het assortiment van Kene bestaat voornameijk uit drop, Engese drop, gom en zachte pepermunt. Deze producten worden door Kene onder meer verkocht aan supermarktketens en zoetwarengroothandes. Het recenteijk door Kene overgenomen NL'Pharma[2] houdt zich eveneens bezig met de productie en verkoop van suikerwerk, zoas suikervrije drop. Daarnaast houdt NL'Pharma zich bezig met de productie en verkoop van zogenaamde OTCgeneesmiddeen. Dit zijn geneesmiddeen die zonder recept bij de drogisten verkrijgbaar zijn, zoas vitamines en voedingssuppementen.

2 [2] Deze overname is niet gemed bij de Nederandse mededingingsautoriteit, vanwege het niet behaen van de "omzetdrempes" van artike 29, id 1, Mededingingswet. III. DE GEMELDE OPERATIE 6. De gemede operatie is een openbaar bod op ae uitstaande aandeen van Kene door Van Mee, waartoe Van Mee op 30 juni 1999 een biedingsbericht heeft doen uitgaan. Op dit moment is Van Mee reeds 5%-aandeehouder in Kene. Van Mee is voornemens de resterende 95% van de aandeen van de overige aandeehouders over te nemen. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemede operatie is een concentratie in de zin van artike 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie eidt er toe dat Van Mee uitsuitende zeggenschap in Kene verkrijgt. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besuit vaststeing formuieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Van Mee en Kene. 9. Uit de bij de meding ter beschikking gestede omzetgegevens bijkt dat de gemede concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregede concentratietoezicht vat. V. BEOORDELING A. Reevante markten Reevante productmarkt(en) Opvatting van partijen 10. Zowe Van Mee as Kene is actief op het gebied van de productie en verkoop van snacks en zoetwaren. Derhave worden deze activiteiten door de voorgenomen concentratie benvoed. 11. Kene is voorts actief op het gebied van de productie en verkoop van OTCgeneesmiddeen. Aangezien Van Mee op dit gebied geen activiteiten ontpooit, bijft dit verder buiten beschouwing. 12. Partijen geven aan dat op het gebied van de productie en verkoop van snacks en zoetwaren, in navoging van de door partijen overgeegde stukken afkomstig van de branchevereniging voor Snacks en Zoetwaren (hierna: SSZ), naar grote waarschijnijkheid de vogende deemarkten onderscheiden kunnen worden: suikerwerk, chocoade, biscuit en hartige versnaperingen. De activiteiten van partijen overappen aeen op het gebied van suikerwerk.

3 13. Daarnaast bestaat vogens partijen de mogeijkheid dat in de markt voor suikerwerk aparte deemarkten onderscheiden moeten worden voor enerzijds kauwgom en anderzijds overig suikerwerk ("snoep"). Partijen zijn echter van mening dat kauwgom en snoep een gezamenijke markt voor suikerwerk vormen. Kauwgom is nameijk voor de consument rechtstreeks uitwissebaar met diverse snoepproducten, zoas pepermunt, adus partijen. 14. In navoging van de door de meeste fabrikanten gehanteerde indeing onderscheidt SSZ binnen de suikerwerksector de navogende segmenten: 1) kauwgom; 2) drop; 3) pepermunt en dragees; 4) gomartikeen; 5) keeverzorgers; 6) kauwbonbons en toffees; 7) zuurtjes, drups en oy's; 8) spekken en schuim en 9) overig. 15. Partijen zijn van oordee dat de in punt 14 onderscheiden segmenten geen afgesoten markten vormen. Er vindt vee onderinge vraagsubstitutie paats. As voorbeeden geven partijen: indien de consument behoefte heeft aan een frisse smaak/adem, dan kiest hij vaak tussen kauwgom, pepermunt en keepasties; indien de consument iets verzachtends voor de kee wi, dan kiest hij vaak tussen drop en keeverzorgers; indien de consument zin heeft in iets ekkers, dan kiest hij vaak tussen drop, toffees, kauwbonbons, zuurtjes, gomartikeen en andere groepen, zoas chocoade. Bij warm weer vindt ook een aanzienijke uitwisseing met ijs paats. Ook variren prijzen sterk, zowe binnen segmenten as tussen segmenten, adus partijen. 16. Vogens informatie van partijen bestaat er overapping tussen de activiteiten van partijen in de vogende door SSZ onderscheiden segmenten: 2) drop; 3) pepermunt en dragees; 4) gomartikeen; 5) keeverzorgers; 6) kauwbonbons en toffees; 8) spekken en schuim en 9) overig. Beoordeing 17. In onderhavige zaak kan het in het midden bijven, evenas in de zaak CSM-Leaf[3], of de markt voor suikerwerk onderverdeed moet worden in de markt voor kauwgom enerzijds en in de markt voor snoep (suikerwerk excusief kauwgom) anderzijds, omdat de materie beoordeing hierdoor niet wordt benvoed (zie de punten 22 en 23). Eveneens kan het in onderhavige zaak in het midden bijven of er een markt is voor suikerwerk of dat de markt voor suikerwerk nader moet onder worden onderverdeed naar de in punt 14 genoemde segmenten, omdat de materie beoordeing hierdoor niet wordt benvoed (zie de punten 22 tot en met 27). [3] Zaaknr. 1333/CSM-Leaf, besuit van 11 juni 1999, punten 17 en 21. Reevante geografische markt(en) Opvatting van partijen 18. Partijen zijn van oordee dat de markt voor suikerwerk in beginse een

4 weredmarkt is. De meeste suikerwerkproducten worden nameijk in grote deen van de wered verkocht. Bovendien zijn ae grote speers op de markt voor suikerwerk mondiaa actief. Sechts in beperkte mate vertoont de markt voor suikerwerk ook nationae kenmerken. Met name dropproducten worden hoofdzakeijk in Nederand en Scandinavi verkocht. As er geen sprake mocht zijn van een weredmarkt, is naar de mening van partijen in ek geva sprake van een Europese markt voor suikerwerk. Beoordeing 19. Ondanks dat er sterke aanwijzingen zijn dat de markt(en) voor suikerwerk (segmenten) groter dan nationaa zijn, mogeijkerwijs met uitzondering van het segment drop, kan het in onderhavige zaak in het midden bijven, evenas in de zaak CSM-Leaf[4], of de markt(en) voor suikerwerk(segmenten) ruimer dan nationaa zijn, omdat de materie beoordeing hierdoor niet wordt benvoed (zie de punten 20 tot en met 27). [4] reeds aangehaad, punten 20 tot en met 22. B. Gevogen van de concentratie 20. Zoas vermed, zijn partijen primair van oordee dat sprake is van een weredmarkt voor suikerwerk. Het gezamenijke marktaandee van Van Mee en Kene op de weredmarkt voor suikerwerk is ager dan 1%. 21. Voorzover men zou aannemen dat de reevante geografische markt keiner is dan de gehee wered, zijn partijen van oordee dat sprake is van een Europese markt voor suikerwerk. Het gezamenijke marktaandee van Van Mee en Kene op deze markt is ager dan 3%. 22. Ten sotte zou men kunnen overwegen dat Nederand as reevante geografische markt gezien moet worden. Partijen komen dan op een gezamenijk marktaandee op de Nederandse markt voor suikerwerk van circa 25%. Partijen nemen hiermee op de Nederandse markt een tweede positie in, achter CSM. 23. Indien de markt voor snoep (suikerwerk excusief kauwgom) as aparte reevante productmarkt zou worden gezien, hebben partijen een gezamenijk marktaandee van circa 30% in Nederand. Op deze markt zijn diverse andere sterke concurrenten aanwezig, zoas CSM en Haribo. 24. Partijen hebben desgevraagd de gezamenijke marktaandeen gegeven voor de segmenten van de markt voor suikerwerk in Nederand, zoas onderscheiden in punt 16, waarop overapping bestaat. Het hoogste marktaandee in Nederand is 34% op het segment pepermunt. In ae andere segmenten zijn de marktaandeen in Nederand ager en (in bijna ae gevaen) zijn sterkere concurrenten aanwezig. In geen enke ander and hebben partijen marktaandeen in segmenten van de markt voor suikerwerk die de situatie in Nederand benaderen. 25. Partijen hebben binnen het segment pepermunt en dragees de merken Mentos, Smint, Candy Time, Verduyn en Kene. Er zijn echter binnen het segment pepermunt en dragees andere sterke concurrenten, zoas CSM en Fortuin.

5 26. De markt voor suikerwerk wordt gekenmerkt door een aanta forse aanbieders, waaronder naast partijen met name CSM, Haribo en Nedan. 27. Geet op het bovenstaande kan worden geconcudeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat door de voorgenomen concentratie op bovengenoemde mogeijke markten een economische machtspositie za ontstaan of worden versterkt. VI. CONCLUSIE 28. Na onderzoek van deze meding is de directeur-generaa van de Nederandse mededingingsautoriteit tot de concusie gekomen dat de gemede operatie binnen de werkingssfeer vat van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregede concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat as gevog van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevog heeft dat een daadwerkeijke mededinging op de Nederandse markt of een dee daarvan op significante wijze wordt beemmerd. 29. Geet op het bovenstaande deet de directeur-generaa van de Nederandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de meding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: De directeur-generaa van de Nederandse mededingingsautoriteit voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontroe Tegen dit besuit kan degene, wiens beang rechtstreeks bij dit besuit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besuit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontenen.