Katern Opbrengsten

Transcriptie

1 Katern Opbrengsten Nutsbasisschool Boeimeer Nutsbasischool Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat GD Breda

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitgangssituatie... 4 De eindopbrengsten... 7 Sociale vaardigheden De tussenresultaten Leerlingen met specifieke behoefte Doorstroming Adviezen Voortgezet Onderwijs Functioneren in het voortgezet onderwijs Bijlagen

3 Inleiding Het toezichtkader Primair Onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs (op basis waarvan de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op een school beoordeelt) bevat een aantal indicatoren voor de beoordeling van de resultaten van de school. Deze indicatoren zijn: De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De sociale competenties van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht. De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. De leerlingen functioneren naar verwachting in het vervolgonderwijs In onze vierjarenplanning hebben we opgenomen dat we het aspect opbrengsten jaarlijks diagnosticeren. Met behulp van de diagnose (WMK) scoren we de bovenstaande indicatoren en de bijbehorende kernkwaliteiten. Zie voor de werkwijze onderstaand voorbeeld: De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie De school heeft de kenmerken van de leerlingen vastgesteld + De school kent de onderwijsbehoeften van de doelgroep + Score We krijgen daardoor zicht op onze sterke punten en op onze verbeterpunten. Op basis van een analyse van de uitkomsten nemen we ieder jaar de gekozen verbeterpunten op in ons jaarplan. Om een goed beeld te krijgen van onze school, verzamelen we daarnaast een aantal kengetallen die feitelijk richtinggevend zijn bij het scoren van de schooldiagnose. Immers, om de eerste indicator goed te kunnen scoren moeten we weten: o Welke kenmerken hebben onze leerlingen? o Welke resultaten hebben we gehaald de laatste drie jaar. o Zijn de resultaten onder of boven de gestelde (inspectie) normen? De kengetallen leveren de bewijslast voor de gegeven scores in de diagnose. Daar komt bij, dat we onze kengetallen steeds vergelijken met de normscores zoals deze beschreven zijn in de brochure Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs (Inspectie van het Onderwijs). We weten daarom na de inventarisatie of onze resultaten voldoen aan de inspectienormen, we weten of de resultaten op het juiste niveau liggen, of de resultaten in overeenstemming zijn met de kenmerken van onze leerlingenpopulatie. 3

4 De uitgangssituatie De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. We hebben de kenmerken van onze leerlingenpopulatie zorgvuldig in kaart gebracht. Per groep weten we van ieder kind het gewicht en de specifieke kenmerken. Iedere leerkracht beschikt daarnaast over een overzicht van de kenmerken van zijn / haar groep. Dit groepsoverzicht bevat de namen van de leerlingen, de kenmerken en een aantal opmerkingen m.b.t. de sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling (stimulerende en belemmerende factoren, onderwijsbehoeften). Op basis van deze gegevens wordt het school- en groepsbeleid vastgesteld. De onderwijsbehoeften van de leerlingen kunnen consequenties hebben voor het aanbod, de leertijd, de mate van instructie etc. Op de overzichten van de groepsbespreking wordt ook aangegeven welke (Cito) toetsen gebruikt worden en wat de normen en de doelen zijn voor de groep. Gewicht per groep De leerlingen op NBS Boeimeer hebben allen een gewicht van 0. We hebben geen extra formatie in verband met de gewichtenregeling. In het schooljaar hadden we één leerling met leerlinggebondenfinanciëring vanuit het samenwerkingsverband. Kenmerken van de leerlingen Kenmerk Gr 1 Gr 2 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Totaal Aantal jongens 1 okt 2013 Aantal meisjes 1 okt Aantal leerlingen extern onderzoek Aantal leerlingen (LGF-indicatie) Aantal leerlingen met indicatie PRO Aantal leerlingen met indicatie VSO Aantal leerlingen met LWOO-indicatie Aantal leerlingen met dyslexieverklaring Aantal leerlingen met AD(H)D Aantal leerlingen met OPP Leerlingenaantal Datum Aantal Saldo 1 oktober oktober oktober Verwachting 1 oktober 2014: 224 leerlingen 4

5 Analyse Onze school staat in de wijk Boeimeer in Breda Zuid. Het opleidingsniveau van de ouders is gemiddeld tot hoog ( MBO, HBO en HBO +). Wij hebben in die zin te maken met een weinig gemengde populatie. Het aantal allochtone leerlingen en leerlingen van ouders met een lager opleidingsniveau is laag. Op Boeimeer wordt gewerkt met het leerstofjaarklassensysteem volgens de 1 zorg route (handelingsgericht en opbrengstgericht werken). Daarin wordt rekening gehouden met de instructiebehoeften van de leerlingen; instructie afhankelijk, instructie gevoelig en instructie onafhankelijk. Deze differentiatie wordt vanuit het groepsoverzicht verwerkt in groepsplannen. In het schooljaar zijn er groepsplannen opgesteld voor de vakgebieden technisch lezen, spelling en rekenen. Op het gebied van de verwerking wordt gebruik gemaakt van de weektaak die wordt verdeeld in drie niveaus. In de onderbouw (groep 3 ) wordt deze verdeling gemaakt op basis van de leesmethode (Veilig Leren Lezen) en worden de niveaugroepen zon, maan en ster genoemd. Deze verdeling wordt uitgewerkt in de weektaak van de kinderen. Ook in de middenbouw en bovenbouw wordt m.b.v. Klasseplan voor iedere leerling een weektaak gemaakt. Op deze manier wordt tegemoet gekomen aan de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen op het gebied van aanbod, leertijd, de mate van instructie en verwerking. De vorderingen van de leerlingen worden gevolgd door middel van methode en niet-methode gebonden toetsen. Hierbij wordt de normering van de methode en Cito aangehouden. We werken opbrengstgericht. De opbrengsten van alle leerlingen worden tijdens de groepsbespreking besproken. Aan leerlingen met een D of E score op Cito of onvoldoende score op de methode gebonden toetsen wordt extra hulp geboden. Dit geldt ook voor leerlingen die binnen hun eigen ontwikkeling geen of onvoldoende groei laten zien. Hiervoor maken we gebruik van vaardigheidsscores.het doel is een voldoende of goede score op grond van wat van de leerling verwacht mag worden. Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong ontvangen een passend aanbod door middel van compacten en verrijken. Sommige leerlingen krijgen extra aanbod door middel van een eigen leerlijn, deelname aan de projectgroep en / of de Spaanse les. Beoordeling Om te kunnen sturen op opbrengsten is vergelijking noodzakelijk. De leerling, de groep en de school; we moeten weten hoe ze zich tot elkaar verhouden en wat dit betekent voor het sturen op opbrengsten. De Inspectie van Onderwijs stuurt scholen in de richting van het gebruik van de CITO-vaardigheidsscores. De Cito LOVS toetsen zijn betrouwbaar en goed genormeerd. Scholen die willen werken met de maat van de Cito vaardigheidsscores zullen per meetmoment moeten bepalen waar hun ambitie schoolstandaarden liggen (beoogde vaardigheidsscores). Op NBS Boeimeer zijn schooldoelen per groep en per meetmoment vastgesteld op basis van de gemiddelde vaardigheidsscores van de afgelopen drie schooljaren. Scholen zijn verschillend omdat ze doorgaans bevolkt worden door de leerlingen uit de wijk waar de school staat. Anderstaligheid, het opleidingsniveau van de ouders en hun sociaaleconomische positie spelen een rol bij de leeropbrengsten van de leerlingen. Op de ene basisschool zal de middenmoot uitstromen naar het Havo, in de ander naar het VMBO-TL. Dit heeft invloed op het onderwijscontinuüm, bestaande uit de onderwijsarrangementen (groepsplannen) op 3 niveaus binnen de groep. De afgelopen 4 jaar zijn 65% van onze leerlingen uitgestroomd naar Havo of hoger. Dit betekent dat onze schoolstandaarden hoger zijn dan de inspectienorm aangeeft. 5

6 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie score De school heeft de kenmerken van de leerlingen vastgesteld + De school kent de onderwijsbehoeften van de doelgroep + De kenmerken worden vastgesteld bij de intake +/- Verbeterpunten o o Gaan werken met de verdeling I t/m V ( i.p.v. A t/m E) in het leerlingvolgsysteem Kenmerken vaststellen bij de start op de basisschool (op basis van het dit schooljaar verplichte overdrachtsformulier van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen) 6

7 De eindopbrengsten De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De ontwikkeling van de leerlingen aan het eind van de basisschool meten we met een eindtoets. In beginsel laten we daaraan alle leerlingen meedoen. Leerlingen die uitstromen naar het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en/of leerlingen die minder dan vier jaar in Nederland zijn en grote problemen hebben met de taal laten we niet meedoen met de reguliere eindtoets. Zij maken een niveautoets. We garanderen een zorgvuldige toetsafname, omdat we ons exact houden aan de voorschriften. De uitslagen worden met behulp van de normen in Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs geanalyseerd. Deze waardering is ingevoerd in ons leerlingvolgsysteem Parnassys en direct in te zien op de inspectiekaart. Daardoor weten we of de resultaten liggen op het niveau dat mag worden verwacht op grond van de leerlingenpopulatie. De resultaten van de Cito eindtoets worden geanalyseerd en kunnen leiden tot aanpassingen in het aanbod, de instructie en het model dat we hanteren voor differentiatie. De uitslagen van de eindtoets worden gepubliceerd op onze website en in het Katern Opbrengsten als bijlage van de schoolgids. Tevens worden de resultaten besproken met de medezeggenschapsraad en het bestuur. Toetsuitslagen Eindtoets Jaar Gewicht Ondergrens Landelijk gemiddelde LG Bovengrens Schoolscore LG % , % , % *Ongecorrigeerde score eindtoets 2014:537.4 Zowel op de Cito Eindtoets als op de Entreetoets worden scores behaald die boven de inspectienorm liggen. De scores op de Cito Eindtoets en Entreetoets worden gegeven als scores zonder correctie en scores met correctie. Bij de score zonder correctie worden de gemiddelden van de school vergeleken met de gemiddelden van alle deelnemende scholen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met kenmerken van de school of de leerlingen. Bij de score met correctie van het leerling gewicht (LG) geeft een vergelijking van de schoolgemiddelden met dat van scholen die, gelet op de sociaal-culturele achtergrond van de leerlingen, met de school vergelijkbaar zijn. Boeimeer valt in schoolcategorie 1 (correctie < 15 %). De afgelopen drie schooljaren zijn de volgende scores op de Eindtoets behaald: 2012: 539,6 (LG: 536.9) 2013: 540,1 (LG: 537.1) 2014: (LG: 535.0) 7

8 Analyse Cito Eindtoets: De gestandaardiseerde scores van de Cito Eindtoets laten de afgelopen drie jaar een consistent beeld zien en liggen boven het landelijk gemiddelde van Nederland. Voor gestandaardiseerde scores geldt dat 0 het gemiddelde is. De helft van de scholen scoort hieronder, de andere helft erboven. Ongeveer twee van de drie scholen heeft een gestandaardiseerde score tussen de -1 en de +1. NBS Boeimeer heeft een gestandaardiseerde score van +1, dat betekent dat de scores boven het landelijk gemiddelde liggen. Binnen de verschillende onderdelen vallen de volgende punten op: 1. Taal Gemiddeld over verschillende onderdelen scoren we +1. o Schrijven: scoort onder het schoolgemiddelden en lager dan vorig schooljaar o Spelling van werkwoorden: de score ligt boven het schoolgemiddelde en hoger dan vorig jaar o Spelling van niet-werkwoorden: de score ligt onder het schoolgemiddelde maar 0.5 hoger dan vorig schooljaar o Begrijpend lezen: iets onder het schoolgemiddelde o Woordenschat: score ligt op het schoolgemiddelde en iets hoger dan vorig schooljaar Dit schooljaar scoort de spelling van niet werkwoorden lager t.o.v. de andere onderdelen. Vorig schooljaar was dit ook zichtbaar. De score is wel hoger dan vorig schooljaar. We zien dit beeld niet terug in CITO Spelling M8, daar scoren we boven het schooldoel. De groep liet wel een kleinere groei zien dan gemiddeld. Spelling van werkwoorden (+1.2) ligt hoger dan vorig schooljaar. Woordenschat (+1) scoort hoger dan vorig schooljaar boven het landelijk gemiddelde maar iets lager dan vorig schooljaar. Begrijpend lezen scoort net onder het schoolgemiddelde. Dit komt niet overeen met CITO Begrijpend lezen M8, deze scoorde boven gemiddeld. 2. Rekenen Gemiddeld scoren we op de drie verschillende onderdelen Dat is lager dan vorig schooljaar (+1) en ent boven het landelijk gemiddelde. o Getallen en bewerkingen scoort op het schoolgemiddelde van 0.25 o Verhoudingen, breuken en procenten scoort beduidend lager dan de andere onderdelen. Dit was vorig jaar het hoogste onderdeel. Dit beeld komt overeen met het aanbod en de accenten die de nieuwe methode Pluspunt legt. Dit onderdeel komt pas na februari uitgebreid aan bod. o Meten, meetkunde, tijd en geld scoort iets boven het schoolgemiddelde en iets lager dan vorig schooljaar 3. Studievaardigheden Gemiddeld scoren we op de vier onderdelen +1. o Hanteren van studieteksten scoort iets lager +1 o Hanteren van informatiebronnen scoort iets hoger dan +1 o Kaartlezen scoort beduidend lager ( + 0.3). Dit is gelijk aan de score van vorig schooljaar. o Schema s, tabellen en grafieken scoort iets hoger dan +1 We zien dat we de verbetering die vorig jaar behaald is op het hanteren van informatiebronnen en studieteksten hebben vastgehouden Kaartlezen scoort onder net als vorig schooljaar onder het schoolgemiddelde en gelijk vorig schooljaar. Schema s, tabellen en grafieken scoort net boven het schoolgemiddelde en boven het landelijk gemiddelde (+1), dit is gelijk t.o.v. vorig schooljaar. 8

9 4. Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie scoort gemiddeld op de drie onderdelen ( 0.8) o Aardrijkskunde scoort iets boven het schoolgemiddelde o Geschiedenis scoort iets onder het schoolgemiddelde o Natuuronderwijs scoort onder het schoolgemiddelde Aardrijkskunde en geschiedenis scoren nagenoeg gelijk met vorog schooljaar t.o.v. het schoolgemiddelde en boven het landelijk gemiddelde. Natuuronderwijs blijft hierin achter. Zie voor de grafische weergave van de onderdelen bijlage 1. Beoordeling De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De school verantwoordt zich over de (eind)opbrengsten van het onderwijs + De school zorgt ervoor, dat de resultaten aan het eind van de schoolperiode op het juiste niveau liggen De school gebruikt genormeerde, methode-onafhankelijke toetsen + De school heeft zicht op de kenmerken van de leerlingenpopulatie + De school heeft vastgesteld welke leerlingen (beredeneerd) niet meedoen aan de eindtoets Score + + Verbeterpunten o o o o o Verbeteren van spelling van niet werkwoorden door het invoeren van de nieuwe aanvulling bij Spelling in Beeld. De methode signaleert geen hiaten, de leerlingen scoren goed maar de resultaten op CITO vallen soms toch tegen. Het aanbod is kritisch bekeken en indien nodig aangepast. Komend schooljaar moet er vooral meer aandacht zijn voor het bewust maken van spellingsstrategieën en herhaald ophalen van voorkennis. Schrijven: Dit onderdeel komt te weinig terug in de methode. Met name op het onderdeel schrijven van teksten (husselteksten, gatenteksten, leestekens, verbeteren van teksten) kan nog winst worden behaald. Dit kan bij diverse opdrachten worden betrokken (integreren). Studievaardigheden: Het aanbod vanuit Blits, Pluspunt en de aardrijkskundemethode is schijnbaar onvoldoende voor wat betreft het kaartlezen. De winst die we kunnen behalen ligt bij extra instructie en feedback geven t.o.v. zelfstandig verwerken van opdrachten. Het beeld op het gebied van rekenen komt overeen met het aanbod en de accenten die de nieuwe methode Pluspunt legt. De verschuiving van Cito eindtoets zorgt dat het aanbod verhoudingen, breuken en procenten breder en uitgebreider aan bod is geweest en is ingeoefend. Voor Biologie wordt komend jaar gestart met een nieuwe methode. 9

10 Sociale vaardigheden De sociale competenties van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht. Op school wordt gewerkt met de Kanjermethode. Deze methode biedt een doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8. In alle groepen staat de Kanjermethode op het rooster. Twee maal per jaar wordt het leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling ingevuld. We gebruiken hiervoor: Kijk op Sociale Competenties. In het leerling rapport van Kijk op Sociale Competenties worden de scores opgenomen. Voor leerlingen die vanuit de scores op de basiskenmerken van de Kijk in groep 1 en 2 opvallen, wordt extra aanbod opgenomen in het groepsplan. De totale groep wordt ook bekeken en indien daar aanleiding toe is, wordt aan dit onderdeel extra aandacht besteed met lessen uit de Kanjermethode. Volgend schooljaar gaan we starten met een nieuw leerlingvolgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling: ZIEN. Het MT en de bouwcoördinator hebben ter voorbereiding hierop twee scholingsdagen gevolg. Daarnaast hebben de leerkracht van groep 7, locatieleider en IB de training Gelukskoffer gevolgd als extra aanbod naast de Kanjermethode in groep 7. Ook wordt gebruik gemaakt van collegiale consultatie van het SBO en Preventieve Ambulante Begeleiding van REC 4 i.v.m. extra handelingsadviezen. Dit schooljaar heeft het team scholing gevolgd voor PBS (Positive Behaviour School). Dit heeft geleid tot schoolbrede aanpassingen die in de lijn van onze kernwaarden liggen, namelijk veiligheid voor iedereen en respect voor elkaar en de omgeving. Er zijn afspraken gemaakt over het gedrag op de trappen, het gebruik van de toiletten en de leerpleinen, de balspelen op het schoolplein en het fietsen op her schoolplein. Dit is met de leerlingen ingeoefend. Er zijn weken ingepland waarin we de nadruk legden op het borgen van de gemaakte afspraken. Omdat we zicht hebben op de interventies per groep, kunnen we in voorkomende gevallen overgaan tot het opstellen van schoolbeleid of tot ondersteuning van de leerkracht van een groep. Interventies Groep Leerling interventies Groepsinterventies Totaal groep 1a groep 1b groep 1c groep 2a groep 2b groep 2c Groep Groep Groep Groep Groep Groep Totaal

11 Analyse In schooljaar zijn geen groepshandelingsplannen gemaakt op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. In groep 4, 6 en 7 is gebruik gemaakt van Preventieve Ambulante begeleiding van REC 4 op leerlingniveau. In groep 1 en groep 6 is zijn individuele trajecten geweest via een kindercoach. Beoordeling De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht De school beschikt over een aanbod m.b.t sociale vaardigheden + Het aanbod omvat in ieder geval zelfbeeld, kunnen samenwerken, zelfstandigheid en zelfredzaamheid, omgang met leraren en omgang met leerlingen De school zorgt ervoor, dat de leerlingen goede resultaten behalen m.b.t. de sociale vaardigheid De school beschikt over een (landelijk genormeerd) instrument om de resultaten m.b.t. sociale vaardigheden te meten Score Verbeterpunten o o Scholing Cotan gecertificeerd leerlingvolgsysteem ZIEN voor het hele team Tweede jaar scholing Positive Behaviour School (PBS) o.b.v. REC 4 op groepsniveau ter aanvulling op de Kanjermethode 11

12 De tussenresultaten De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Onze school houdt de ontwikkeling van de leerlingen bij met behulp van methode gebonden toetsen, observatielijsten en methode-onafhankelijke toetsen (Cito). De methode-onafhankelijke toetsen worden afgenomen conform de opgestelde zorgkalender. Na invoer van de toets uitslagen worden deze besproken door de IB-er met de leerkrachten van een groep. In de eerste plaats worden de uitslagen gerelateerd aan de normen (zie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs) en de schooldoelen. Schooldoelen worden vastgesteld op basis van de gemiddelde vaardigheidsscores van 3 leerjaren. We gaan daarbij uit van de gemiddelde vaardigheidsscore van de groep als geheel. Bij dit onderdeel gebruiken we doorstroomgegevens en trendanalyses. Bij de analyse van de scores wordt met name het leerkrachtgedrag besproken. We kijken of de uitslagen consequenties hebben voor tijdsbesteding (het rooster), de instructie, het automatiseren en de methode van differentiëren. In de tweede plaats wordt bepaald welke leerlingen in aanmerking komen voor extra begeleiding (specifieke onderwijsbehoeften) wat opgenomen wordt in het groepsplan of individueel handelingsplan. De resultaten van de leerlingen bij de Cito-toetsen worden met de ouders besproken tijdens de rapportbespreking. Toetsuitslagen Toelichting op de begrippen: -OG: Ondergrens vastgesteld door de inspectie. Indien het vakje leeg is, heeft de onderwijsinspectie geen ondergrens vastgesteld -Schooldoel: Het schooldoel wordt berekend over de resultaten van de afgelopen 3 schooljaren. Indien een toets nog geen 3 jaar in gebruik is, zijn er geen schooldoelen gesteld. -GVS-G: Gemiddelde vaardigheidsscore die is behaald door de groep Legenda: Rood : Groen: Oranje: onder de inspectienorm boven de inspectienorm en boven het schooldoel boven de inspectienorm (indien van toepassing) maar onder het schooldoel Begrijpend lezen Groep Periode OG Schooldoel GVS-G 3 E M E M M M M

13 DMT 2009 (kaart 1 en 2) Groep Periode OG Schooldoel GVS-G 3 M DMT 2009 (Kaart 1, 2 en 3) Groep Periode OG Schooldoel GVS-G 3 E M E M E M E M E M Rekenen en Wiskunde (2010) Groep Periode OG Schooldoel GVS-G 3 M E M E M E M E M E M Spelling Groep Periode Gewicht OG Schooldoel GVS-G 3 M3 0% E3 0% M4 0% E4 0% M5 0% E5 0% M6 0% E6 0% M7 0% E7 0% B8 0%

14 Rekenen voor kleuters (2011) Groep Periode OG Schooldoel GVS-G 1 (A) (leerjaar 1) E (B) (leerjaar 1) E (C) (leerjaar 1) E (A) (leerjaar 2) M (A) (leerjaar 2) E (B) (leerjaar 2) M (B) (leerjaar 2) E (C) (leerjaar 2) M (C) (leerjaar 2) E Taal voor kleuters (2011) Groep Periode OG Schooldoel GVS-G 1 (A) (leerjaar 1) E (B) (leerjaar 1) E (C) (leerjaar 1) E (A) (leerjaar 2) M (A) (leerjaar 2) E (B) (leerjaar 2) M (B) (leerjaar 2) E (C) (leerjaar 2) M (C) (leerjaar 2) E Analyse Het afgelopen schooljaar zijn schoolstandaarden vastgesteld. Op basis van behaalde resultaten (trendanalyse) heeft het team de volgende doelen aangegeven: - Technisch lezen: 70% gevorderd ( A-B), 90-95% basis (A-B-C/D), minimum 5% (E) - Spelling: 40% gevorderd (A-B), 95 % basis (A-B-C/D), minimum 5 % (E) - Rekenen: 70% gevorderd (A-B), 95% basis (A-B-C/D), minimum 5% (E) - Begrijpend lezen: 60% gevorderd (A-B), 90/95% basis (A-B-C/D), minimum 5-10% (E) Daarnaast wordt het groepsgemiddelde beoordeeld t.o.v. het schooldoel en de ondergrens van de onderwijsinspectie. In de groepsbespreking wordt op de behaalde resultaten gereflecteerd door te kijken naar: signaleren op basis van vaardigheidsgroei, hiaten in de leerstof en gedijen zijn de geplande activiteiten uitgevoerd? zijn de gestelde doelen bereikt (ambitie schoolstandaarden, gemiddeld groepsniveau en vaardigheidsgroei per leerling, subgroep) zijn er leerlingen die onvoldoende hebben geprofiteerd van het aanbod? welke aanpassingen zijn de komende periode nodig (aanpak, aanbod, leertijd en organisatie) 14

15 Technisch lezen: De ambitie schoolstandaard wordt niet behaald. In groep 3 zien we voor het tweede schooljaar lagere scores op DMT dan we ons ten doel stellen. Eind groep 3 en midden groep 5 zitten we net onder de inspectiegrens. Op AVI niveau zien we dat we gemiddeld goed scoren (boven groepsniveau).de methode bereidt de leerlingen onvoldoende voor op de CITO leestoetsen en wijkt af van de methodenormering. We zijn net als vorig schooljaar, na kern 1 gestart met het uitbreiden van de leertijd en het opplussen van de methode. Ook hebben we leerlingen vroeger gesignaleerd door de grens van risicolezers omhoog te zetten (bij een voldoende score op Veilig leren lezen en niet alleen matig en onvoldoende). In groep 4 zien we dat de zwakke lezers uit groep 3 weinig vooruitgang in het technisch lezen. Voor drie leerlingen is diagnostiek ernstige dyslexie aangevraagd. Bij de andere leerlingen zien we een duidelijke leesproblematiek maar wel groei binnen de individuele ontwikkeling. Zij hebben meer leertijd nodig om het gewenste leesniveau te behalen. Aangezien we problemen signaleerden om het technisch leesonderwijs in groep 4 met de beperkte leestijd vanuit de methode Goed gelezen goed in te vullen, zijn we gestart met Estafette nieuw. Deze methode wordt ieder schooljaar met een jaar uitgebreid. Want hoewel we eind groep 6 een verbetering zien van de scores zouden we basis van onze populatie hogere scores mogen verwachten. In groep 8 zijn bijna alle leerlingen uitgestroomd met AVI plus niveau. Drie leerlingen hebben het niveau van eind groep 7 gehaald. Een leerling het niveau van midden groep 7 en een leerling het niveau van midden groep 6.Deze achterstand is te verklaren vanuit gediagnosticeerde ernstige dyslexie met in het geval van één leerling gecombineerd met zwakke tweetaligheid. Tijdens de kwaliteitszorgdag heeft het team de ambitie schoolstandaarden opnieuw bekeken. Op het gebied van technisch lezen moet er een aanpassing naar beneden komen voor de groepen 3, 4 en 5. Spelling: De scores op het vakgebied spelling laten zien dat alle groepen goed scoren t.o.v. onze ambities. De schooldoelen worden niet door alle groepen behaald maar het verschil is klein (groep 3, 4 en 7). In groep 3 liggen de scores onder het schooldoel maar zien we een goede gevorderde groep en een kleine groep met een E score (4%).In groep 4 zien we een grote gevorderde groep een kleine E groep (4%) maar een grotere middengroep. In groep 7 zien we dat deze groep net als vorig schooljaar een inhaalslag heeft gemaakt t.o.v. eind groep 6 maar blijven we nog net onder het schooldoel. De ambitie voor de schoolstandaarden moeten meer gedifferentieerd uitgewerkt worden. Rekenen: De scores op het vakgebied rekenen zijn goed, er zijn kleine verschillen met de schooldoelen. Begrijpend lezen: In groep 3 en 4 wordt onder het schooldoel gescoord. Ook in groep 6 zien we dit terug maar de score ligt ruim boven de inspectiegrens. Eind groep 3 zien we dat 41% van de leerlingen in de gevorderde standaard zit. Er zijn geen E scores. Er is een grote groep matige scores. Voor kinderen die het technisch lezen nog niet goed beheersen is deze toets erg moeilijk. In groep 4 blijft deze toets erg moeilijk als zij het technisch lezen niet goed beheersen. Eind groep 4 zien we één E score (4%). In groep 6 zien we dat 59 % van de leerlingen in de gevorderde groep zit en 90% van de leerlingen in de basis. De gemiddelde vaardigheidsscore is 38,1 wat net onder het schooldoel ligt. De overige groepen scoren binnen de gestelde doelen. 15

16 Toetsen in groep 1 en 2; De toetsen in de groep 1 en 2 laten een kleine afwijking zien t.o.v. de schooldoelen maar scoren vaak hierboven. Eind groep 1 nemen we ook de leerlingen mee die in oktober, november en december op school zijn gekomen. Zij hebben dan nog geen volledig jaar onderwijs gevolgd. Voor sommige kleuters is deze toets dan te pittig, ook omdat zij nog niet gewend zijn aan het werken in een toets boekje. Ze geven wel een duidelijk beeld van wat deze leerlingen nodig hebben in groep 2. Beoordeling De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde liggen op tussenmomenten tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De school verantwoordt zich over de (tussen)opbrengsten van het onderwijs + De school zorgt ervoor, dat de resultaten op tussenmomenten op het juiste niveau liggen + De school gebruikt genormeerde, methode-onafhankelijke toetsen + De school heeft zicht op de kenmerken van de leerlingenpopulatie + Score Verbeterpunten: - Ambitie schoolstandaard aanpassen aan I t/m V - Ambitie schoolstandaard vaststellen voor groep 1 en 2 - Starten met de methode Estafette in groep 5 - Invoeren van de vernieuwingen bij de huidige spellingmethode - Borgen van het accent op instructie volgens IGDI en het geven van feedback 16

17 Leerlingen met specifieke behoefte Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. Op onze school hebben we beleid vastgesteld voor leerlingen met een specifieke behoefte. Dit zijn leerlingen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen en die op termijn uitstromen naar het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs. Deze leerlingen krijgen een eigen leerlijn en in het kader van passende zorg stellen we voor ieder van hen een ontwikkelingsperspectief op. Het OPP bevat per leervak het einddoel, de tussendoelen en het uitstroomniveau. Per jaar worden de OPP s twee maal geëvalueerd. Onderzoeken externe deskundigen Groep Aantal groep 1a 0 groep 1b 0 groep 1c 0 groep 2a 0 groep 2b 0 groep 2c 0 Groep 3 0 Groep 4 2 Groep 5 0 Groep 6 2 Groep 7 0 Groep 8 1 Totaal 5 Leerlingen met een specifieke behoefte In het schooljaar is voor 1 leerling een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Groep Vak OPP o.b.v. Test (IQ) OPP o.b.v. LVS Groep 6 RW Ja Ja Groep 8 RW Ja Ja Groep 8 RW/BL Ja Ja Uitstroom naar sbao Aantal leerlingen op school Aantal uitstroom naar SBO Percentage Norm % 3,00% 17

18 Analyse In het schooljaar van is gestart met het inrichten van de zorg volgens de 1- zorgroute. Dit betekent dat IB twee keer per jaar met de leerkracht de opbrengsten van een groep analyseert en met de leerkracht afstemt op de interventies om het niveau op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling te borgen dan wel te verbeteren (opbrengstgericht werken). Indien leerlingen blijvend achterblijven of een voorsprong laten zien wordt dit opgenomen in het groepsplan. Voor leerlingen met een achterstand > dan 10 maanden wordt een ontwikkelingsperspectief met tussendoelen per schooljaar opgesteld. Het doel van deze zorgroute is het maximaliseren van de opbrengsten door pro-actief te zijn en eerder te interveniëren bij zorgleerlingen. Op dit moment zijn er groepsplannen voor technisch lezen, rekenen en spelling. De leerlingen worden geclusterd op basis van onderwijsbehoefte. Op didactisch gebied worden ook specifieke onderwijsbehoeften opgesteld waarbij ernaar wordt gestreefd om hier binnen de aanpak van groepsplannen aan te werken. Daar waar nodig geven we begeleiding buiten de groep. In het schooljaar is een ontwikkelingsperspectief opgesteld op voor meerdere vakgebieden wat verwerkt is het begeleidingsplan t.b.v. leerlinggebonden financiering. Er zijn aanvullend op handelingsgerichte procesdiagnostiek 5 externe onderzoeken aangevraagd. Dit waren capaciteitenonderzoeken soms gecombineerd met extra aandachtspunten zoals werkhouding, concentratie en welbevinden. Voor een leerlinge in groep 8 is extra onderzoek aangevraagd ter ondersteuning van het schooladvies. Er zijn 2 (groep 4) leesdossiers opgesteld t.b.v. diagnostiek dyslexie. Beoordeling Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is een ontwikkelperspectief opgesteld + Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt passend onderwijs geboden + Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich conform het opgestelde ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelingsperspectief van leerlingen met een rugzak is vastgelegd in handelingsplanning + Het ontwikkelingsperspectief van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is vastgelegd in een handelingsplan De school realiseert passende opbrengsten bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften + Score + + Verbeterpunten: - Specifieke onderwijsbehoeften beter inpassen in de groepsplannen: wat vraagt deze leerling van mij? 18

19 Doorstroming De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar. Ieder jaar berekenen we 1 oktober de doorstroomgegevens van de school. Ons uitgangspunt is, dat een leerling in beginsel in acht jaar onze school kan doorlopen. Om dit te garanderen beschikken we over beleid voor de overgang van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3. Daarnaast is het beleid beschreven ten aanzien van de doorstroming van leerlingen in de groepen 3 t/m 8. De doorstroomgegevens worden jaarlijks geanalyseerd en voorzien van aandachtspunten voor het schoolbeleid. Langer dan 8 jaar op school Aantal leerlingen op school Aantal leerlingen > 12 jaar op 1 okt. Percentage Norm ,76% 5,00% Verlengingen Aantal leerlingen groep 3 Aantal doublures Aantal leerlingen groep 3 (excl.doublures) Aantal leerlingen 7 jaar op 1 oktober Percentage Norm % 12,00% Zittenblijven Aantal leerlingen op school Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Totaal Percentage Norm ,22% 3,00% Versnellen Aantal leerlingen op school Gr 1 Gr 2 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Totaal Percentage Norm ,22% 3,00% Analyse In het schooljaar is beleid t.a.v. versnellen en vertragen opgesteld. De 1 oktober grens van groep 1 en 2 is verlegd naar 1 januari. In groep 1 wordt alleen nog bij hoge uitzondering verlengde kleutertijd gegeven. In groep 3 van schooljaar zaten er geen leerlingen die groep 1 of 2 hebben verlengd. In het schooljaar van zijn er vier leerlingen die in groep 2 verlengde leertijd hebben gekregen. In groep 2 is 1 leerling versneld doorgestroomd naar groep 3. 19

20 Beoordeling De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar De school neemt beargumenteerde besluiten m.b.t. de verlengde kleuterperiode (groep 1 en 2) De school beschikt over beleid voor de overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 + De school beschikt over beleid voor de overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 + Het percentage zittenblijvers in de groepen 3 t/m 8 is weinig lager (of hoger) dan het landelijk gemiddelde De school beschikt over beleid m.b.t. de doorstroming vanuit leerjaar 8 - Score + + Verbeterpunten o o o Beleid t.a.v. versnellen en vertragen borgen en toepassing door leerkrachten bewaken Beleid t.a.v. de najaarsleerlingen in groep 2 concreter uitwerken Beleid opstellen t.a.v. doorstroming vanuit leerjaar 8 op basis van de veranderingen komend schooljaar ( Centrale Eindtoets PO). 20

21 Adviezen Voortgezet Onderwijs. De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. We proberen ervoor te zorgen, dat onze leerlingen hun schoolloopbaan vervolgen op het niveau dat mag worden verwacht op grond van hun kennis, vaardigheden, motivatie en werkhouding. De adviezen die we geven zijn gebaseerd op de resultaten van de eindtoets, de gegevens uit ons leerlingvolgsysteem, de observatie(s) van de leerkrachten en de mening van de leerling en zijn (haar) ouders. Het advies dat een leerling krijgt wordt vergeleken met een eerder vastgestelde verwachting. Vanaf het schooljaar geven we een enkelvoudig schooladvies, het zogenaamde diplomaperspectief. In een toelichting geven we aan in welk brugklastype de leerling het best op zijn/haar plaats zou zijn. Adviezen schooljaar Advies VWO 8 HAVO 8 VMBO-Theoretische leerweg 8 VMBO-kader 2 VMBO-basis 0 Totaal 26 Aantal Analyse De scores op de eindtoets zijn naar verwachting. Twee leerlingen hebben de niveautoets gemaakt. Eén leerling heeft de eindtoets digitaal herkanst wat niet tot een andere score heeft geleid. Uiteindelijk heeft een capaciteitenonderzoek tot een juiste plaatsing geleid. Op basis van bovenstaande resultaten zien we dat 16 leerlingen een Havo advies of hoger heeft. Deze uitstroom is passend bij de populatie van de school Beoordelingen De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie De school beschikt over een overzicht met de verwachtingen t.a.v. het vervolgonderwijs + De uitstroom van leerlingen naar het vervolgonderwijs past bij de geformuleerde verwachtingen Score + Verbeterpunten - Herformuleren opstellen schooladvies op basis van de wijzigingen in de overgang van PO naar VO 21

22 Functioneren in het voortgezet onderwijs De leerlingen functioneren naar verwachting in het vervolgonderwijs. We onderzoeken jaarlijks of onze leerlingen naar verwachting functioneren in het vervolgonderwijs. Met behulp van de gegevens die we van de VO-scholen ontvangen, stellen we vast of er sprake is van vertraging, versnelling, uitval of afstromen. We bepalen dan hoeveel leerlingen er zonder vertraging op het geadviseerde niveau zitten in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs. We hanteren daarbij een norm van 25%. Als meer dan 25% van onze leerlingen in het derde jaar voortgezet onderwijs niet op het geadviseerde niveau functioneert of met vertraging te maken heeft gekregen, dan beschouwen we dat als een indicatie, dat we mogelijk te hoog of te laag adviseren. Op basis van een analyse van de gegevens die we ontvangen van de scholen voor voortgezet onderwijs formuleren we beleid als dat noodzakelijk is. Adviezen In het schooljaar van 2010/2011 was de uitstroom als volgt: Vwo 24.1% 7 lln. Havo/ Vwo 20.7% 6 lln. Havo 20.7% 6 lln. Vmbo-tl /Havo 3.4% 1 lln. Vmbo-tl 26.7% 8 lln. Vmbob/k 6.7% 2 lln. Analyse Na 3 jaar zien we dat twee leerlingen met een VMBO-TL advies naar de kadergerichte beroepsweg zijn gegaan. Een leerling is van het gymnasium overgestapt naar een scholengemeenschap om daar HAVO te volgen. Een leerling met een Havo/ VWO advies volgt momenteel VMBO-TL en een leerling met VMBO-TL/Havo advies volgt onderwijs op kaderniveau. Een leerling met een HAVO advies volgt het VWO.Van twee leerlingen zijn geen gegevens terug te vinden. Er is geen indicatie dat we te hoog of te laag adviseren, de afwijking bedraagt 20 %. Beoordeling De leerlingen functioneren naar verwachting in het vervolgonderwijs De school onderhoudt systematische contacten met VO-scholen + De school ontvangt rapportages m.b.t. haar oud-leerlingen van de vervolgscholen +/- De school analyseert regelmatig de resultaten i.r.t. het vervolgonderwijs + De school analyseert regelmatig de plaatsing van de leerlingen i.r.t. de verwachtingen en de resultaten De school beschikt over gegevens waaruit blijkt, dat de oud-leerlingen zich goed handhaven in het vervolgonderwijs Score + +/- Verbeterpunten - Niet alle leerlingen kwamen op de lijsten van het VO voor. Een aantal scholen stuurt geen overzichten, hierover is contact geweest maar ook dit schooljaar ontbreken er gegevens. Ook als een leerling van voortgezet onderwijsschool wisselt, krijgen we hier geen melding van. - Contacten met Vo scholen rondom toelating en plaatsing 22

23 23

24 Bijlagen 24