FUNCTIEBESCHRIJVING ONDERSTEUNEND PERSONEEL (OPVOEDER EN ADMINISTRATIEF MEDEWERKER)

Transcriptie

1 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De FUNCTIEECHRIJVING ONDERTEUNEND PERONEEL (OPVOEDER EN ADMINITRATIEF MEDEWERKER) 1. Inleiding In het gewoon secundair onderwijs diende er vanaf 1 september 2004 voor alle personeelsleden een functiebeschrijving te zijn met er aan gekoppeld een evaluatie vanaf 1 september Na de syndicale onderhandelingen op 31 mei 2005 werd het protocol van akkoord afgesloten voor onderstaande functiebeschrijving, en beslist deze in te voeren vanaf 1 september Doelstellingen Een eerste doel van een functiebeschrijving is, de personeelsleden een duidelijk beeld geven van wat van hen verwacht wordt. Het is een opsomming van alle door een personeelslid uit te voeren taken, zowel de basisactiviteiten die gelden voor iedereen die dezelfde functie uitoefent, als de activiteiten die tot het takenpakket van een bepaald personeelslid behoren. Ze zijn gerangschikt volgens de resultaatgebieden. Een tweede doel, met het oog op de latere evaluatie, is een aanzet te geven om het functioneren bij te sturen. De functiebeschrijving omvat dan ook de competenties en gedragsindicatoren die moeten nagestreefd worden om resultaten te realiseren voor de opgesomde taken. 3. Resultaatgebieden Meestal staat het ondersteunend personeel in voor leerlingenbegeleiding en het voorbereiden en uitvoeren van allerhande administratief, financieel en logistiek ondersteunende taken,. Het is niet zinvol voor elk van deze rollen een afzonderlijke functiebeschrijving te maken, vermits de bijhorende activiteiten heel nauw met elkaar verweven zijn. Het is zinvoller het onderscheid te maken tussen basisactiviteiten die voor iedereen van toepassing zijn, specifieke activiteiten die slechts voor bepaalde personeelsleden van toepassing zijn en uitbreidingsactiviteiten die alleen ten gunste van de personeelsleden kunnen worden aangerekend. Volgende resultaatsgebieden worden in aanmerking genomen: 1. Leerlingenbegeleiding: de leerlingen begeleiden, aandacht hebben voor hun persoonlijke noden en problemen, hen sociale vaardigheden en waarden bijbrengen om hen op te voeden naar volwassenheid, om mensen te vormen die later goed in de maatschappij kunnen functioneren en om het welzijn van de leerlingen te bevorderen. 2. Leerlingenadministratie: allerlei gegevens in verband met de leerlingen bijhouden, bezorgen aan de verschillende partijen en documenten klasseren, om de school en andere instanties te voorzien van de juiste leerlingengegevens, nodig voor hun eigen werking. 3. Personeelsadministratie: bijhouden van personeelsgegevens, invullen en opsturen van formulieren voor verschillende instanties, om als school zelf een vlotte toegang tot de personeelsgegevens te hebben, de instanties te voorzien van de nodige 1

2 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De gegevens voor hun eigen werking, een juiste uitbetaling van wedden en lonen van het personeel mogelijk te maken en om de dagdagelijkse werking van het dienstpersoneel te bevorderen. 4. Algemene schooladministratie: allerlei administratieve ondersteunende taken uitvoeren om bij te dragen tot een efficiënte werking van de school. 5. Persoonlijk functioneren, persoonlijke ontwikkeling en zelfevaluatie: instaan voor eigen nascholing om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen op het vakgebied, aan efficiënt taakbeheer te doen en pro-actief initiatieven te kunnen nemen voor verbetering van de schoolorganisatie. 6. egeleiden van het dienstpersoneel: het dienstpersoneel leiden, begeleiden en controleren, om een goed onderhoud, netheid en hygiëne van de school te verzekeren. 7. Financiële organisatie: samen met de directeur de begroting opstellen en de uitvoering ervan opvolgen, om de financiële verplichtingen na te komen. 8. Materiële en logistieke organisatie: tijdig de juiste hoeveelheden materiaal bestellen om bij te dragen tot een vlotte materiële werking van de school. 4. Competenties en gedragsindicatoren Om optimaal te kunnen functioneren moet een lid van het ondersteunend personeel beschikken over een aantal competenties, of bereid zijn deze te ontwikkelen. 1. Orde, stiptheid en nauwgezetheid: de bekwaamheid om de eigen activiteiten op een ordelijke manier uit te voeren 2. Organisatietalent: de bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken. 3. Discretie: in staat zijn vertrouwelijke en persoonlijke informatie op een confidentiële en gepaste wijze te behandelen. 4. Zin voor initiatief: de bekwaamheid om vooruit te denken en pro-actief stappen te ondernemen. 5. Kunnen omgaan met jongeren: de bekwaamheid om begrip op te brengen voor jongeren, voor hen op te komen en een goede verstandhouding met hen op te bouwen. 6. Relatiebekwaamheid: de bekwaamheid op contacten te leggen en te onderhouden. 7. ociaalvoelendheid: oog hebben voor de bredere sociaal-maatschappelijke dimensie van de functie en gemeende interesse betonen in anderen. 8. Flexibiliteit: de bekwaamheid rekening te houden met veranderende omstandigheden en het gedrag en de aanpak daarop af te stemmen. 2

3 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De FUNCTIEECHRIJVING ONDERTEUNEND PERONEEL 0. Legende a. Resultaatgebieden en bijhorende activiteiten Als men kiest voor de functie van opvoeder of administratief medewerker dan wordt verwacht dat men de leerlingenbegeleiding verzorgt en/of allerhande administratieve, financiële en logistiek ondersteunende taken voorbereidt en uitvoert. Het doel is om samen met de collega s bij te dragen tot: o Het welzijn en de groei naar volwassenheid van de leerlingen o Een vlotte werking van de school De gebieden waarop resultaten verwacht worden zijn: 1. De leerlingenbegeleiding: de leerlingen begeleiden, aandacht hebben voor hun persoonlijke noden en problemen, hen sociale vaardigheden en waarden bijbrengen om hen op te voeden naar volwassenheid, om mensen te vormen die later goed in de maatschappij kunnen functioneren en om het welzijn van de leerlingen te bevorderen. 2. De leerlingenadministratie : allerlei gegevens in verband met de leerlingen bijhouden, bezorgen aan de verschillende partijen en documenten klasseren, om de school en andere instanties te voorzien van de juiste leerlingengegevens, nodig voor hun eigen werking. 3. De personeelsadministratie: bijhouden van personeelsgegevens, invullen en opsturen van formulieren voor verschillende instanties, om als school zelf een vlotte toegang tot de personeelsgegevens te hebben, de instanties te voorzien van de nodige gegevens voor hun eigen werking, een juiste uitbetaling van wedden en lonen van het personeel mogelijk te maken en om de dagdagelijkse werking van het dienstpersoneel te bevorderen. 4. Andere taken en algemene schooladministratie: allerlei administratieve ondersteunende taken uitvoeren om bij te dragen tot een efficiënte werking van de school. 5. Het persoonlijk functioneren, persoonlijke ontwikkeling en zelfevaluatie: instaan voor eigen nascholing om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen op het vakgebied, aan efficiënt taakbeheer te doen en proactief initiatieven te kunnen nemen voor verbetering van de schoolorganisatie. 6. De begeleiding van dienstpersoneel: het dienstpersoneel leiden, begeleiden en controleren, om een goed onderhoud, netheid en hygiëne van de school te verzekeren. 7. De financiële organisatie: samen met de directeur de begroting opstellen en de uitvoering ervan opvolgen, om de financiële verplichtingen na te komen. 8. De materiële en logistieke organisatie: tijdig de juiste hoeveelheden materiaal bestellen om bij te dragen tot een vlotte materiële werking van de school. ij elk van de resultaatsgebieden horen activiteiten 3

4 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De o De activiteiten met code (basisactiviteiten) zijn van toepassing op elk personeelslid van het ondersteunend personeel; er kunnen geen activiteiten met code bijgevoegd of weggelaten worden. o De activiteiten met code (specifieke activiteiten) zijn van toepassing op bepaalde personeelsleden; er kunnen geen activiteiten met code worden toegevoegd; voor de personeelsleden waarvoor die activiteiten niet van toepassing zijn worden ze wel weggelaten. o De activiteiten met code U (uitbreidingsactiviteiten) zijn activiteiten die een personeelslid vrijwillig op zich neemt. Deze activiteiten kunnen het personeelslid enkel ten goede aangerekend worden bij de evaluatie. Er kunnen activiteiten weggelaten worden of er kunnen activiteiten aan toegevoegd worden. b. Competenties en gedragsindicatoren Om de vermelde activiteiten optimaal te kunnen vervullen beschikt een personeelslid van het ondersteunend personeel reeds over een aantal competenties of bekwaamheden, of is bereid deze competenties te verhogen of te verwerven. <Een competentie is de reële en individuele capaciteit van mensen om kennis, vaardigheden en attitudes toe te passen in concrete dagelijkse en veranderende situaties, zowel op het werk als in het persoonlijke en maatschappelijke leven (Herpelinck, 2004)> De lijst met competenties en bijhorende gedragsindicatoren kan u terugvinden op de website van het departement onderwijs: ( De list is achteraan ook toegevoegd. Ze is een leidraad voor het personeelslid om te gebruiken bij zelfevaluatie, voor het personeelslid en de directeur om te gebruiken bij functioneringsgesprekken en voor de directeur om te gebruiken bij evaluatie. Om na te gaan of men bepaalde competenties bezit (bij zelfevaluatie of evaluatie) of om te weten hoe men bepaalde die competenties kan verwerven, kan men gebruik maken van de lijst met indicatoren voor het gedrag dat hoort bij een competentie. Wat men moet doen om dat gedrag te verwerven wordt afgesproken tijdens het functioneringsgesprek of het evaluatiegesprek en kadert in het nascholingsbeleid. 4

5 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De A. Resultaatsgebieden en bijhorende activiteiten 1. Leerlingenbegeleiding de leerlingen begeleiden, aandacht hebben voor hun persoonlijke noden en problemen, hen sociale vaardigheden en waarden bijbrengen om hen op te voeden naar volwassenheid, om mensen te vormen die later goed in de maatschappij kunnen functioneren en om het welzijn van de leerlingen te bevorderen. De eerste lijnszorg Zijn/haar activiteiten uitvoeren conform de afspraken over gelijke onderwijskansen De afspraken vastgelegd in het taalbeleid naleven. teeds een correct taalgebruik hanteren. Opmerkzaam zijn voor en reageren op ongewoon gedrag. Mee instaan voor de opvang van leerlingen die de orde verstoren en gepast reageren conform de schoolspecifieke afspraken. Mee instaan voor de opvang van leerlingen met emotionele problemen. Mee instaan voor de opvang van leerlingen met sociale problemen. Het rapporteren van de tussenkomsten Deelnemen aan de klassenraden De opvolging in overeenstemming met de afspraken in de cel leerlingenbegeleiding Problemen met leerlingen met hen en eventueel hun ouders bespreken. Deelnemen aan het geregeld overleg in de cel leerlingenbegeleiding en met het CL. Mee instaan voor de opvolging van de acties die werden afgesproken. 2. Leerlingenadministratie Allerlei gegevens in verband met de leerlingen bijhouden, bezorgen aan de verschillende partijen en documenten klasseren, om de school en andere instanties te voorzien van de juiste leerlingengegevens, nodig voor hun eigen werking. 5

6 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De De inschrijvingsdocumenten voor nieuwe leerlingen invullen en verwerken. Het bijhouden van het verloop van de aanmeldingen en de inschrijvingen van leerlingen conform het Decreet betreffende gelijke onderwijskansen. De toelatingsvoorwaarden controleren. De leerlingendossiers samenstellen en vervolledigen. De elektronische zendingen doen. Andere gegevens verzamelen en doorsturen. Dossiers voor schoolongevallen beheren. Proces verbaal van de delibererende klassenraden, diploma s, attesten en getuigschriften opmaken. Formulieren voor studiebeurzen, kinderbijslag, schoolabonnement invullen. De aanwezigheid van leerlingen controleren en de administratie ervoor bijhouden. Het stamboekregister bijhouden. De administratie van de rapporten verzorgen. Het pedagogisch dossier van de leerlingen bijhouden 3. Personeelsadministratie ijhouden van personeelsgegevens, invullen en opsturen van formulieren voor verschillende instanties, om als school zelf een vlotte toegang tot de personeelsgegevens te hebben, de instanties te voorzien van de nodige gegevens voor hun eigen werking, een juiste uitbetaling van wedden en lonen van het personeel mogelijk te maken en om de dagdagelijkse werking van het dienstpersoneel te bevorderen. Voor statutair personeel Het dossier aanmaken van nieuwe personeelsleden. Het elektronisch dossier aanmaken en het papieren dossier vervolledigen en bijhouden. De elektronische communicatie met de werkstations voeren. De nodige kopieën van het dossier naar de administratie van de inrichtende macht sturen. De V.D.A.. en.g.d.a documenten invullen. Verzekeringsformulieren voor arbeidsongevallen invullen en versturen naar de preventieadviseur van de inrichtende macht. De verlenging van de afwezigheid wegens arbeidsongeval naar de preventieadviseur versturen. De formulieren voor het ziekenfonds invullen. De loonlijsten nakijken en het werkstation contacteren bij fouten. De formulieren voor de kinderbijslag invullen. 6

7 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De De formulieren voor verloven invullen en versturen naar de inrichtende macht. De administratie voor terbeschikkingstelling, reaffectatie en wedertewerkstelling afhandelen. De gevolgde nascholingen bijhouden. Helpen bij het invullen van het pensioendossier. Helpen bij het zoeken naar nieuwe leerkrachten Informatie over nieuwe decreten, besluiten en omzendbrieven aan de personeelsleden verstrekken. Mededelingen en omzendbrieven ter visum voorleggen aan het personeel en aan de afwezige personeelsleden Voor het niet-statutair personeel Dossier aanmaken van nieuwe personeelsleden. Het papieren personeelsdossier vervolledigen en bijhouden. De nodige kopieën van het dossier naar de administratie van de inrichtende macht sturen. De V.D.A..en.G.D.A. documenten invullen en naar de personeelsadministratie van de inrichtende macht sturen. Verzekeringsformulieren voor arbeidsongevallen invullen en naar de preventieadviseur van de inrichtende macht sturen. De verlenging van de afwezigheid wegens arbeidsongeval naar de preventieadviseur sturen. De formulieren voor het ziekenfonds naar de personeelsdienst van de inrichtende macht sturen. De maandelijkse prestatiestaat tijdig overmaken aan de personeelsadministratie van de inrichtende macht. De formulieren voor de kinderbijslag naar de personeelsdienst van de inrichtende macht sturen. Helpen bij het invullen van het pensioendossier. 4. Andere taken en algemene schooladministratie allerlei administratieve ondersteunende taken uitvoeren om bij te dragen tot een efficiënte werking van de school. Toezicht verzorgen (opvoeder). Leerlingen begeleiden bij niet lesgebonden activiteiten (opvoeder). tudie organiseren en uitvoeren in vervanging van zieke leerkrachten (opvoeder). ezoekers ontvangen, hen zelf verder helpen of doorverwijzen. Op een professionele wijze de telefoon beantwoorden, indien mogelijk zelf het gesprek afhandelen, of boodschappen doorgeven aan betrokkenen. Fotokopieën maken voor de administratie. 7

8 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De De informatie over de schoolkalender en algemene informatie over de schoolorganisatie bij de hand hebben en meedelen aan wie er om vraagt. Allerlei tikwerk verzorgen. Helpen bij de organisatie van infodagen, studiedagen en bezoeken. Klassementen op een ordelijke en toegankelijke wijze bijhouden. Helpen bij het administratief en logistiek organiseren van activiteiten van de school. De administratie van vergaderingen verzorgen. De in- en uitgaande correspondentie afhandelen. Het vervangrooster opstellen bij afwezigheid van leerkrachten. Het schoolarchief beheren. Informatie verstrekken aan ouders bij inschrijving.. Algemeen adressenbestand bijhouden. Instaan voor de werking van de bibliotheek en de mediatheek. Overleggen met collega s in andere scholen in verband met administratieve gegevensverwerking. diefstallen opvolgen en proces verbaal opmaken. U Toezicht verzorgen (administratief medewerker) U Leerlingen begeleiden bij niet lesgebonden activiteiten (administratief medewerker). U tudie organiseren en uitvoeren in vervanging van zieke leerkrachten (administratief medewerker). 5. Persoonlijk functioneren, persoonlijke ontwikkeling en zelfevaluatie Instaan voor eigen nascholing om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen op het vakgebied, aan efficiënt taakbeheer te doen en proactief initiatieven te kunnen nemen voor verbetering van de schoolorganisatie. Nascholing volgen in uitvoering van het nascholingsbeleid en het aanbod. Informatie in verband met gewijzigde reglementering doornemen en toepassen. Ervaringen en werkmethodes met collega s uitwisselen. 6. egeleiden van het dienstpersoneel het dienstpersoneel leiden, begeleiden en controleren, om een goed onderhoud, netheid en hygiëne van de school te verzekeren. De aanwerving voorbereiden en erover adviseren. Het werk verdelen, controleren en het uurrooster opstellen. Het dienstpersoneel coachen 8

9 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De Het dienstpersoneel opvangen bij conflicten en eventueel een oplossing voorstellen De evaluatie voorbereiden. Rapporteren aan de directeur over het dienstpersoneel. Voor vervanging van afwezig dienstpersoneel telefonisch contact nemen met de inrichtende macht. 7. Financiële organisatie samen met de directeur de begroting opstellen en de uitvoering ervan opvolgen, om de financiële verplichtingen na te komen. amen met de directeur de begroting voorbereiden, deze opmaken en opvolgen. De inventaris van de kapitaalsgoederen bijhouden. De bestelbonnen opmaken. Na controle van de leveringen de bestelbon aanvullen en doorsturen naar de inrichtende macht. De bestelling van chemische producten laten viseren door de preventieadviseur. Een kas- en/of bankboek bijhouden. Leerlingengelden, intendancegelden of derdegelden innen en verwerken volgens de procedures van de inrichtende macht. Achterstallige betalingen opvolgen in overeenstemming met de afspraken binnen de school over wanbetalers. Opmaken van de maandelijkse staat. Opmaken van de halfjaarlijkse staten. Geld brengen naar de bank. Facturen opmaken voor werken en diensten aan derde en verder afhandelen volgens de procedures van de inrichtende macht. 8. Materiële en logistieke organisatie tijdig de juiste hoeveelheden materiaal bestellen om bij te dragen tot een vlotte materiële werking van de school. estellingen: mogelijke leveranciers zoeken, vertegenwoordigers ontvangen, prijsaanvragen doen, offertes vergelijken, bestelbonnen opmaken. Controleren of de leveringen volledig, juist en intact zijn. De voorraad beheren, bijhouden wanneer er moet bijbesteld worden. Er voor zorgen dat er op 31/12 een inventaris is van de producten, intendancegoederen, producten van de technische afdelingen. Coördineren van onderhoud en herstellingen, en resultaten melden aan de directeur. Het didactisch materiaal beheren. 9

10 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De Het afvalbeleid organiseren, eventueel in overleg met de TA/TAC. Een verslag van de jaarlijks verplichte keuringen overmaken aan de preventieadviseur van de inrichtende macht.. COMPETENTIE EN GEDRAGINDICATOREN 1. Orde, stiptheid en nauwgezetheid De bekwaamheid om de eigen activiteiten op een ordelijke, stipte en correcte manier uit te voeren. Komt steeds op tijd in de refter, op de speelplaats, voor toezicht. Respecteert de tijdslimieten. Ruimt zijn/haar bureau op. Verlangt ook van anderen orde. Klasseert de administratie ordelijk, logisch, volledig en correct. Komt gedane beloftes en afspraken na. Heeft een officieel klassement toegankelijk voor iedereen. Zorgt voor correcte en leesbare nota s in de agenda s. Vult documenten correct in. Ziet er op toe dat het schoolreglement gevolgd wordt. 2. Organisatietalent De bekwaamheid om gepland en doeltreffend te werken telt prioriteiten. Regelt en voert het eigen werk zelfstandig en pro-actief uit. Kan beslissingen nemen in crisissituaties. Kan de gevolgen van een probleem goed inschatten. Kan een veelheid van taken verdelen over de dag. telt een planning over middellange termijn op en houdt deze bij. Vergeet geen opdrachten uit te voeren. eheert zijn/haar tijd efficiënt en effectief. Analyseert een probleem alvorens te reageren. Maakt afspraken met collega s rond taakverdeling. Geeft duidelijke opdrachten, instructies en volgt deze nauwgezet op. Werkt stapsgewijs, gaat gestructureerd te werk. 3. Discretie Is in staat vertrouwelijke en persoonlijke informatie op een discrete en gepaste wijze te behandelen. 10

11 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De Weet wat hij/zij mag zeggen; Respecteert het ambtsgeheim. telt zich boven persoonlijke ruzies en roddels. 4. Zin voor initiatief De bekwaamheid om vooruit te denken en pro-actief stappen te ondernemen. Ziet problemen en zorgt ervoor dat ze door de aangewezen persoon opgelost worden. Pakt regelmatig terugkerende taken op het juiste moment aan zonder te wachten op instructies van de directeur. Ziet vooruit op de organisatie van het einde van het schooljaar; Vraagt uitleg en advies ingeval van twijfel. Informeert de directie onmiddellijk over dingen die de goede werking van de school in het gedrang kunnen brengen. Volgt uit eigen beweging nascholing. Zoekt naar creatieve oplossingen. Kan bij afwezigheid van de directeur beslissingen nemen gebaseerd op traditie en schoolcultuur. 5. Kunnen omgaan met jongeren De bekwaamheid om begrip op te brengen voor jongeren, voor hen op te komen en een goede verstandhouding met hen op te bouwen. rengt begrip op voor de eigenheid van elke generatie. Zoekt eerlijke oplossingen, die hij/zij naar de jongeren kan motiveren. Geeft gepaste sancties. Neemt tijd voor leerlingen, luistert naar hen; neemt hen ernstig. Hanteert een leerlingengericht maar correct taalgebruik. Heeft oog voor de sociale achtergrond van de leerlingen. preekt leerlingen op gepaste wijze aan; beledigt hen niet. Neemt problemen ernstig, verdiept zich erin, leeft mee en tracht een oplossing te vinden. Geeft leerlingen steeds weer nieuwe kansen; benadrukt het positieve, moedigt aan. Gaat niet te familiair om met leerlingen; bakent grenzen af. Is objectief. Heeft gevoel voor humor. Is consequent in heel zijn/haar optreden. emiddelt tussen de leerlingen en leerkrachten. 11

12 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De taat open voor het gedrag van de jongere en ziet/begrijpt de achterliggende boodschap van een bepaald gedrag. egeleidt nieuwelingen en vangt ze op. Helpt leerlingen op persoonlijk vlak. lijft kalm en rustig in moeilijke situaties. Isoleert belhamels uit de groep en pakt ze individueel aan. Geeft het goede voorbeeld. Maakt samen met de leerlingen duidelijke afspraken en controleert of ze zich eraan houden. 6. Relatiebekwaamheid De bekwaamheid om contacten te leggen en te onderhandelen. Is vriendelijk en reageert beleefd. ewaart in alle mogelijke situaties zijn/haar geduld. ewaart goed humeur zelfs in moeilijke omstandigheden. taat open voor kritiek. Reageert niet op de persoon, wel op het gedrag. emiddelt bij conflicten. Neemt een serene, kalme houding aan. Heeft zin voor humor. Kan omgaan met mensen uit alle sociale milieus. Geeft vertrouwen en wint daardoor vertrouwen., telt mensen op hun gemak door gepast taalgebruik. Toont belangstelling voor andermans interessepunten. taat positief ten opzichte van anderen met een verschillende mening of na een conflict. Durft fouten en vergissingen toegeven. Communiceert duidelijk en beleefd aan de telefoon, bij het onthaal. Communiceert schriftelijk op een duidelijke, foutloze manier. Gebruikt de standaardtaal. Neemt afstand van mogelijke persoonlijke problemen. 7. ociaalvoelendheid Heeft oog voor de bredere sociaal-maatschappelijke dimensie van de functie en betoont gemeende interesse in anderen. Neemt tijd voor leerlingen en collega s. Volgt de prestaties van de leerlingen buiten de school op. iedt steun, hulp aan collega s op het werk. Toont interesse bij persoonlijke gebeurtenissen (bijv. ziekte) bij leerlingen en collega s. 12

13 cholengemeenschap van het Gemeenschapsonderwijs russel cholengemeenschap De 8. Flexibiliteit Voelt mee met ouders en leerlingen bij speciale gebeurtenissen (bijv. bij sterfgevallen); woont deze gebeurtenissen eventueel bij. iedt hulp bijv. door het kopiëren van cursussen bij ziekte van leerlingen. Informeert hoe het met zieke collega of leerling gaat. Vergezelt en vangt leerlingen op bij transport met de 100. taat open voor andere culturen. taat open voor problemen, praat erover. Legt begrip aan de dag voor familiale omstandigheden. Formuleert voorstellen om financieel tussen te komen voor ouders die het financieel moeilijk hebben.. Treedt op in noodsituaties. Treedt op bij pesterijen, Is steeds bereid te luisteren, Geeft positieve opmerkingen. De bekwaamheid rekening te houden met veranderende omstandigheden en het gedrag en de aanpak daarop af te stemmen Past de communicatie aan de toehoorders aan. Past prioriteiten aan de situatie aan. Past zich vlot aan onvoorziene omstandigheden aan. Kan een onverwachte gebeurtenis vlot inpassen in de activiteiten. Wil goede ideeën van anderen uitwerken, kan afstand doen van zijn/haar eigen opinie. taat open voor nieuwe ideeën. Is bereid tot nascholing. Helpt nieuwe medewerkers en past zich aan de nieuwe samenwerking aan. Is bereid werk van anderen over te nemen wanneer de situatie het vereist. Is bereid nieuwe procedures toe te passen en in te voeren. 13