1. Algemene uitgangspunten

Transcriptie

1 PROTOCOL SPECIFIEKE WERKZAAMHEDEN WSW KASSTROOMOVERZICHT Algemene uitgangspunten Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (hierna: WSW) beoordeelt de kasstromen van woningcorporaties in haar rol als verstrekker van borgstellingen. Het is voor het WSW van belang om te weten dat een woningcorporatie kan voldoen aan haar rente en aflossingsverplichtingen. WSW gebruikt de gegevens in het kasstroomoverzicht tevens voor de bestedingscontrole (Daeb en Niet-Daeb financieringsbehoefte), de toets of de borg ingezet wordt conform de afspraken met de achtervangers. Voor haar beoordeling steunt het WSW op het kasstroomoverzicht zoals opgenomen in de Verantwoordingsinformatie voor het verslagjaar 2013, onderdeel geconsolideerd kasstroomoverzicht. Voor WSW is het van belang dat de woningcorporatie haar administratie zodanig inricht dat een betrouwbaar kasstroomoverzicht conform de directe methode kan worden vervaardigd. In bijlage 2 bij dit protocol zijn voor de woningcorporatie mogelijke aandachtspunten (verbeterpunten) benoemd met betrekking tot het vervaardigen van het kasstroomoverzicht. 1.1 Doel protocol Dit protocol geeft aanwijzingen voor de specifieke werkzaamheden en rapportage van de accountant inzake het geconsolideerd kasstroomoverzicht zoals opgenomen in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie voor het verslagjaar Onderzoeksobject Het onderzoeksobject is het geconsolideerd kasstroomoverzicht, onderdeel dat deel uitmaakt van de Verantwoordingsinformatie (hierna dvi) voor het verslagjaar Indien er een fusie heeft plaatsgevonden in 2013 of per 1 januari 2014, dan moet de woningcorporatie uitgaan van de gefuseerde informatie in (dvi) verslagjaar 2013 conform de algemene uitgangspunten voor het verstrekken van informatie in dvi. Indien de woningcorporatie geen geconsolideerd kasstroomoverzicht behoeft op te stellen dan is onderzoeksobject het enkelvoudig kasstroomoverzicht, onderdeel wat deel uitmaakt van de Verantwoordingsinformatie voor het verslagjaar Is er een geconsolideerde jaarrekening 2013 als bedoeld in artikel 405 lid 1 van Titel 9 Boek 2 BW opgesteld dan moet de woningcorporatie verplicht het geconsolideerde kasstroomoverzicht in de Verantwoordingsinformatie (dvi) invullen. 1.3 Verantwoordelijkheden De woningcorporatie is verantwoordelijk voor het opstellen van het geconsolideerde kasstroomoverzicht zoals opgenomen in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie conform de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) De woningcorporatie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing dat het geconsolideerde kasstroomoverzicht in overeenstemming met de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) 2013 wordt opgesteld. 1.4 Accountantsproduct De werkzaamheden met betrekking tot het kasstroomoverzicht leiden tot een rapport van feitelijke bevindingen conform Standaard 4400.

2 1.5 Aandachts- en verbeterpunten WSW verzoekt de accountant om geconstateerde aandachts- en verbeterpunten inzake de administratieve organisatie en interne beheersing rondom het vervaardigen van het kasstroomoverzicht aan de woningcorporatie te rapporteren. Deze aandachts- en verbeterpunten vormen geen onderdeel van het rapport van feitelijke bevindingen, maar worden door de accountant benoemd in een separate brief of verslag naast het rapport van feitelijke bevindingen. Er gelden op dit punt geen vorm- en inhoudsvoorschriften. De opsomming en diepgang zoals opgenomen in bijlage 2 kan hierbij als voorbeeld dienen. Van de accountant wordt niet verwacht dat hij al deze punten in de brief of het verslag opneemt. Dat zal hij laten afhangen van de feitelijke situatie bij de woningcorporatie. WSW is zich ervan bewust, dat de gerapporteerde aandachts- en verbeterpunten geen volledig beeld kunnen geven van de kwaliteit van de administratieve organisatie en interne controle rondom het kasstroomoverzicht, gezien de beperkte omvang van de specifieke werkzaamheden in het kader van de Standaard 4400 opdracht. Niettemin vindt het WSW het van belang dat accountants hieraan aandacht besteden, om zo een eerste indruk te verkrijgen van de kwaliteit van de woningcorporaties op dit specifieke punt en bij te dragen aan een kwaliteitsverbetering. Het rapport van feitelijke bevindingen en de separate brief of verslag moet de woningcorporatie uiterlijk 30 juni 2014 hebben ingediend bij CorpoData. 1.6 Specifiek van toepassing zijnde regelgeving Voor zover relevant voor het opstellen van het kasstroomoverzicht is de onderstaande regelgeving van belang: Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). Het Reglement van deelneming WSW. Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) Omvang van de werkzaamheden Het kasstroomoverzicht zoals opgenomen in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie wordt opgesteld conform de directe methode en bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Operationele activiteiten 2. (Des)investeringsactiviteiten 3. Financieringsactiviteiten 4. Liquiditeit Voor de onderdelen 1. Operationele activiteiten en 2. (Des)investeringsactiviteiten van het kasstroomoverzicht vraagt WSW de accountant om onderzoek te verrichten naar de regels uit het overzicht waarvoor WSW dat nodig acht. Deze regels worden limitatief opgesomd in paragraaf 2 van het protocol. De regels in het kasstroomoverzicht waarvoor het aantal waarnemingen in de volgende paragraaf van het protocol is gesteld op X wordt het aantal waarnemingen bepaald conform onderstaande tabel. Bepalend hierbij is het aantal verhuureenheden per 31 december Voor het aantal verhuureenheden wordt aangesloten bij overzicht 2.2 A. Samenstelling bezit verslagjaar toegelaten instelling uit de dvi 2013.

3 Aantal verhuureenheden per Aantal waarnemingen < > Voor de overige regels van het kasstroomoverzicht waarvoor werkzaamheden van de accountant nodig worden geacht, is de omvang van de waarneming voorgeschreven op één of vijf per regel. Dit is verderop in het protocol per regel uitgewerkt. De accountant zorgt dat de selectie ook mutaties bevat in de periode kort ná 1 januari 2013 en kort vóór 31 december Voor het onderdeel 3. Financieringsactiviteiten voert de accountant de specifiek overeengekomen werkzaamheden uit voor alle verantwoorde nieuwe leningen respectievelijk alle verantwoorde aflossingen op leningen. Bij het onderdeel 4. Liquiditeit stelt de accountant de aansluiting vast tussen de informatie in het kasstroomoverzicht en de jaarrekening 2013 van de woningcorporatie. 2. Beschrijving van de te verrichten werkzaamheden: Bij de werkzaamheden wordt onderscheid gemaakt tussen de hieronder specifiek genoemde regels van het kasstroomoverzicht en de overige regels. Bij de specifiek genoemde regels stelt hij vast dat: 1. de informatie conform de onderliggende documentatie (bankafschrift, inkoopfactuur, etc.) is. 2. de betreffende informatie voor de in- en uitgaande kasstromen in het geconsolideerde kasstroomoverzicht overeen stemt met de definities die worden gegeven in de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) De werkzaamheden voor de overige regels zijn bij het betreffende onderdeel uitgewerkt. 1. Operationele activiteiten Zelfstandige huurwoningen Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel Zelfstandige huurwoningen Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de Overige niet-woongelegenheden niet-daeb Selecteer 1 mutatie vanuit de regel Overige niet-woongelegenheden niet-daeb en ga na of deze overeen stemt met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de 1.2 Vergoedingen Selecteer 1 mutatie vanuit de regel 1.2 Vergoedingen en ga na of deze overeen stemt met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) verslagjaar 2013.

4 1.4 Overige bedrijfsontvangsten Selecteer 1 mutatie vanuit de regel 1.4 Overige bedrijfsontvangsten en ga na of deze overeen stemt met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de 1.5 Renteontvangsten Selecteer 1 mutatie vanuit de regel 1.5 Renteontvangsten en ga na of deze overeen stemt met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) verslagjaar Onderhoudsuitgaven Selecteer x mutaties vanuit de regel 1.8 Onderhoudsuitgaven en ga na of deze overeen stemmen met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de 1.10 Rente-uitgaven Selecteer 1 mutatie vanuit de regel1.10 Rente-uitgaven en ga na of deze overeen stemt met de definitie zoals opgenomen in de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) verslagjaar (Des)investeringsactiviteiten Algemeen De corporatie moet daar waar sprake is van een combinatie van Daeb en niet-daeb projecten beschrijven welke algemene uitgangspunten de woningcorporatie hanteert voor de verdeling tussen Daeb en niet-daeb (des)investeringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht. Dit mag een algemene beschrijving zijn en hoeft niet noodzakelijkerwijs per project. Voor deze toelichting moet het veld toelichting kasstroomoverzicht (scherm C) gebruikt worden. Indien de accountant bij de geselecteerde post een afwijking van deze algemene uitgangspunten constateert, dan hoeft de accountant dit alleen te signaleren en op te nemen in zijn rapport van feitelijke bevindingen. De accountant hoeft de verdeling als zodanig niet te beoordelen c.q. mag uitgaan van de principes zoals gehanteerd door de woningcorporatie. 2.6 A Nieuwbouw huur, woon- en niet woongelegenheden Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.6 A Nieuwbouw huur, woon- en niet woongelegenheden Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals 2.6 B Nieuwbouw huur, woon- en niet woongelegenheden niet Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.6 B Nieuwbouw huur, woon- en niet woongelegenheden niet Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals 2.7 A Woningverbetering, woon-en niet woongelegenheden Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.7 A Woningverbetering, woon-en niet woongelegenheden Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals 2.7 B Woningverbetering, woon- en niet woongelegenheden niet Daeb

5 Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.7 B Woningverbetering, woon- en niet woongelegenheden niet Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals 2.9 A Aankoop, woon- en niet woongelegenheden Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.9 A Aankoop, woon- en niet woongelegenheden Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de 2.9 B Aankoop, woon- en niet woongelegenheden niet Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.9 B Aankoop, woon- en niet woongelegenheden niet Daeb en ga na of deze voldoen aan de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de 2.10 B Nieuwbouw verkoop, woon en niet woongelegenheden niet Daeb Selecteer x mutaties vanuit de regel 2.10 B Nieuwbouw verkoop, woon en niet woongelegenheden niet Daeb en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals Overige regels van het kasstroomoverzicht Ten aanzien van de overige regels van het kasstroomoverzicht - de regels die niet worden opgesomd in de paragraaf operationele activiteiten van het protocol - selecteert de accountant in totaal 5 mutaties over het verslagjaar 2013 en gaat na of deze overeen stemmen met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de De accountant selecteert deze mutaties uit 5 verschillende regels. Onderdeel 3. Financieringsactiviteiten Nieuwe te borgen leningen Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel Nieuwe te borgen leningen en de aangetrokken te borgen leningen volgens de bankafschrift(en) en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de Nieuwe ongeborgde leningen Daeb-investeringen Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel Nieuwe ongeborgde leningen Daeb-investeringen en de aangetrokken ongeborgde leningen voor Daeb-investeringen volgens de bankafschrift(en) en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals Nieuwe ongeborgde leningen niet-daeb-investeringen Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel Nieuwe ongeborgde leningen niet-daeb-investeringen en de aangetrokken ongeborgde leningen voor niet Daebinvesteringen volgens de bankafschrift(en) en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) verslagjaar Aflossing geborgde leningen Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel Aflossing geborgde leningen en de aflossing geborgde leningen volgens de bankafschrift(en) en ga na of deze overeen

6 stemmen met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de Aflossing ongeborgde leningen Daeb-investeringen Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel Aflossing ongeborgde leningen Daeb-investeringen en de aflossing ongeborgde leningen voor Daeb-investeringen volgens de bankafschrift(en) en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals Aflossing ongeborgde leningen niet-daeb-investeringen Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel Aflossing ongeborgde leningen niet Daeb-investeringen en de aflossing ongeborgde leningen voor niet Daebinvesteringen volgens de bankafschrift(en) en ga na of deze overeen stemmen met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de Verantwoordingsinformatie (dvi) verslagjaar Onderdeel 4. Liquiditeit 4.2 Wijziging kortgeldmutaties Stel de aansluiting vast tussen de informatie op de regel 4.2 Wijziging kortgeldmutaties en de mutaties in de door de accountant gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening 2013 inzake kortgeld. Liquide middelen per 1-1 Stel de aansluiting vast tussen de post liquide middelen per 1 januari 2013 in het kasstroomoverzicht en de stand volgens de gecertificeerde geconsolideerde jaarrekening Liquide middelen per Stel de aansluiting vast tussen de post liquide middelen per 31 december 2013 in het kasstroomoverzicht en de stand volgens de gecertificeerde geconsolideerde jaarrekening Overige specifieke werkzaamheden De accountant selecteert 5 bankmutaties over het verslagjaar 2013 vanuit het bankboek en stel vast of deze zijn opgenomen in het kasstroomoverzicht conform de definities zoals

7 Bijlage 1. Model Rapport van feitelijke bevindingen inzake het geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013 (onderdeel dvi) Aan: Naam Toegelaten Instelling Rapport van feitelijke bevindingen inzake het geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013 (onderdeel dvi) Opdracht Wij hebben een aantal specifieke werkzaamheden verricht met betrekking tot het geconsolideerd kasstroomoverzicht zoals opgenomen in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie (dvi) 2013 zoals omschreven in onze opdrachtbrief van [datum brief opdrachtbevestiging]. Deze rapportage bevat de uitkomsten van deze werkzaamheden. Het is de bedoeling dat u zelf een oordeel vormt over de werkzaamheden en over de in dit rapport weergegeven bevindingen en op basis daarvan uw eigen conclusie trekt. Wij wijzen u er op dat indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht of een controle- of beoordelingsopdracht zouden hebben uitgevoerd, wellicht andere onderwerpen zouden zijn geconstateerd die voor rapportering in aanmerking zouden zijn gekomen. Dit rapport van feitelijke bevindingen beperkt zich tot het geconsolideerd kasstroomoverzicht in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie (dvi) Derhalve valt de Verantwoordingsinformatie (dvi) 2013 van Naam Toegelaten Instelling als geheel niet onder de reikwijdte van het rapport. Aard en reikwijdte van de verrichte werkzaamheden Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 4400, "Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie" en het Protocol specifieke werkzaamheden WSW Kasstroomoverzicht 2013 zoals gepubliceerd door Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw d.d.... Het doel van deze opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden is het verrichten van die werkzaamheden die wij met [Naam Toegelaten Instelling] zijn overeengekomen en het rapporteren over de feitelijke bevindingen. Aangezien wij slechts verslag doen van feitelijke bevindingen uit hoofde van de overeengekomen werkzaamheden betekent dit dat op het geconsolideerd kasstroomoverzicht in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie (dvi) 2013 opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen geen accountantscontrole is toegepast en dat evenmin een beoordelingsopdracht is uitgevoerd. Dit houdt in dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van het geconsolideerd kasstroomoverzicht in onderdeel van de Verantwoordingsinformatie (dvi) 2013 opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen daarop. Beschrijving uitgevoerde specifieke werkzaamheden Wij hebben de werkzaamheden verricht zoals deze zijn omschreven in hoofdstuk 2 van het hiervoor genoemde protocol. Omdat bij de woningcorporatie sprake is van XXXX verhuureenheden per 31

8 december 2013, hebben we bij de regels van het protocol waar een X staat 2/3 waarnemingen verricht. Beschrijving van de feitelijke bevindingen 1. Wij hebben voor de regel Zelfstandige huurwoningen Daeb voor 1 mutatie vastgesteld dat deze overeen stemt met de definities zoals opgenomen in de Toelichting op de 2. Etc. Overige aspecten beperking in verspreidingskring en het gebruik Deze rapportage is uitsluitend bestemd voor [Naam Toegelaten Instelling] en Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw aangezien anderen die niet op de hoogte zijn van het doel van de werkzaamheden de resultaten onjuist kunnen interpreteren. Wij verzoeken u derhalve de rapportage niet aan anderen te verstrekken zonder onze uitdrukkelijke toestemming vooraf.

9 Bijlage 2. Aandachtspunten (verbeterpunten) met betrekking tot het vervaardigen van het kasstroomoverzicht. Dit betreft een opsomming van aandachtspunten (verbeterpunten) waarbij tevens rekening moet worden gehouden met specifieke omstandigheden die per woningcorporatie kunnen verschillen. WSW verzoekt de accountant eventuele aandachts- en verbeterpunten te benoemen in een separate brief of verslag naast het rapport van feitelijke bevindingen. Hierin is de accountant vrij, er gelden geen vorm- en inhoudsvoorschriften. De opsomming en diepgang zoals opgenomen in deze bijlage kan hierbij als voorbeeld dienen. Van de accountant wordt niet verwacht dat hij al deze punten in de brief of het verslag opneemt. Dat zal hij laten afhangen van de feitelijke situatie bij de woningcorporatie. 1. Zorg dat er een duidelijke procesbeschrijving/werkinstructie is voor het opstellen van kasstroomoverzicht Het is van belang dat er een duidelijke beschrijving is van het proces van het vervaardigen van het kasstroomoverzicht. Zet op papier hoe de procesgang verloopt. Geef hierbij duidelijk aan: Welke afdelingen/functionarissen bepaalde verantwoordelijkheden/bevoegdheden hebben in het proces. Welke hulpmiddelen (softwarepakketten, applicaties, modules, etc.) er worden gebruikt in het proces. Met welke frequentie kasstroomoverzichten opgesteld worden. Welke maatregelen van interne controle (bijvoorbeeld autorisaties) zijn getroffen en de wijze van vastleggen. Of en op welke wijze gebruik wordt gemaakt van verdeelsleutels voor ontvangsten en uitgaven. Welke uitgangspunten bij de verdeelsleutels zijn gehanteerd. 2. Werk zoveel mogelijk met koppelingen voor uitgaven en ontvangsten (query s) Door middel van het maken van koppelingen kan het kasstroomoverzicht op een efficiënte wijze worden opgesteld doordat dan op een geautomatiseerde wijze een relatie gelegd kan worden tussen de bankmutatie en de classificatie op het kasstroomoverzicht. Het grootboeknummer is veelal de basis voor een juiste classificatie op het kasstroomoverzicht. De koppeling tussen grootboek en batchbetaling kan bijvoorbeeld plaatsvinden door een relatie te leggen met de boekingsstuknummers die zowel zijn opgenomen in het grootboek als in de batchverwerking. 3. Stel regelmatig het kasstroomoverzicht op Het overzicht van de gerealiseerde kasstromen biedt een steun voor het opstellen en actualiseren van prognoses. Een kasstroomprognose is van belang voor de bepaling van de financieringsbehoefte en de sturing op continuïteit. Door regelmatig het gerealiseerd kasstroomoverzicht te actualiseren heeft de woningcorporatie inzicht in: - Het vermogen van een corporatie om uit de reguliere bedrijfsvoering positieve kasstromen te genereren. - De benodigde liquide middelen vanuit de financieringsverplichtingen.

10 - Het vermogen van een corporatie om geldmiddelen en kasequivalenten te genereren. Door het regelmatig opstellen van het kasstroomoverzicht doet de woningcorporatie ervaring op wat de kwaliteit van de overzichten normaliter ten goede komt. 4. Zorg voor eenduidige inkoopfacturen Het is van belang dat de inkoopfacturen eenduidig en duidelijk zijn, zodat er geen misverstand is over de soort activiteit/dienst waar de factuur betrekking op heeft. Om dit te realiseren is het nodig om leveranciers/aannemers duidelijk te instrueren wat er op de factuur moet staan. Dit vereenvoudigt het boeken van de factuur. Dit betekent dat op de factuur bijvoorbeeld investeringen in Daeb en niet-daeb en het onderhoud gesplitst worden en dat er bijvoorbeeld projectnummers op de factuur staan waaruit duidelijk voor de administratie blijkt om wat voor investering/onderhoud activiteit het gaat. Een andere mogelijkheid is om voor elk project aparte facturen te vragen aan de aannemer. 5. Het koppelen van BTW aan de classificatie van de ontvangsten/uitgaven waar de BTW betrekking op heeft Om dit te bereiken zijn drie opties mogelijk: 1. Toerekening door middel van een query op de specificatie van de BTW aangifte. De onderbouwing van de BTW aangifte is normaliter in de administratie beschikbaar. Deze onderbouwing bestaat dan uit de onderliggende facturen, zowel inkoop als verkoop. In dat geval is het mogelijk om een query te draaien met gebruikmaking van document- of boekstuknummer. Zo kan vanuit de totale BTW betaling de classificatie aangebracht worden via de codering. Dit is een zuivere methode. Deze methode is niet altijd toe te passen. Dit is afhankelijk van de inrichting van de gebruikte financiële systemen c.q. pakketten. 2. Toerekening door gebruik te maken van de coderingen op digitaal ingelezen facturen, of gebruik te maken van de werkstroom factuurafhandeling. Ook dit is een zuivere methode. Deze methode kan alleen toegepast worden als de facturen digitaal zijn ingelezen en op alle facturen een correcte codering staat. 3. Verdeling op basis van de verdeelsleutel geboekte bedragen aan onderhoud en investeringen. Bij deze methode kan het zijn dat de verdeling niet 100 % zuiver is. Om deze methode toe te kunnen passen mag een afwijking niet te groot zijn. Het voordeel van deze methode kan zijn dat deze gemakkelijk valt toe te passen. De corporatie zal een inschatting moeten maken van de omvang van de eventuele afwijking. 6. Beperk het aantal tussenrekeningen en zorg ervoor dat deze schoon zijn Het is aan te bevelen om het aantal tussenrekeningen beperkt te houden. Voor een goed kasstroomoverzicht is het cruciaal dat de tussenrekeningen in relatie tot de kasstromen schoon zijn. Hier zal dus een specifieke (interne) controle op moeten worden uitgevoerd. Tussenrekeningen zijn veelal in de volgende categorieën in te delen: Zuivere tussenrekeningen. Deze tussenrekeningen kunnen direct aan een component uit het kasstroomoverzicht worden gekoppeld. Deze tussenrekeningen vormen normaliter geen probleem bij het classificeren.

11 Voorbeelden van zuivere tussenrekeningen zijn bijvoorbeeld: af te dragen loonheffing en af te dragen pensioenpremie. Financiële tussenrekeningen. Een financiële tussenrekening als bijvoorbeeld kruispost geld onderweg kan in het kasstroomoverzicht onder de post Liquide middelen worden geplaatst. Als op de laatste dag van de maand een bedrag wordt overgemaakt van de ene bankrekening naar een andere, maar wel van dezelfde organisatie, dan zal dit geld pas de volgende dag worden bijgeschreven. Hierdoor ontstaat dus een saldo op deze tussenrekening. Balans tussenrekeningen. Deze tussenrekeningen worden gebruikt bij de periodieke afsluiting, in ieder geval bij het samenstellen van de jaarrekening. De bekendste voorbeelden zijn nog te betalen posten en nog te ontvangen posten. De afwikkeling van deze tussenrekening volgt via een kasstroom. Er zijn twee methoden om hiermee om te gaan/deze tussenrekeningen af te wikkelen: 1. De later ontvangen of verstuurde factuur wordt rechtstreeks op deze rekening geboekt. Bij deze methode zal handmatig de classificatie naar het kasstroomoverzicht opgenomen moeten worden. 2. De later ontvangen of verstuurde factuur wordt geboekt op de betreffende grootboeknummer. Bij deze methode zal de query tot een juiste classificatie leiden. In de financiële boekhouding zal dan een memoboeking moeten worden gemaakt om de tussenrekening financieel af te wikkelen. Deze methode is mogelijk niet uitvoerbaar als dit tot problemen leidt bij de gebruikte subsystemen. Onzuivere tussenrekeningen. Bij onzuivere tussenrekeningen, zoals bijvoorbeeld onbekende ontvangsten, zal er handmatig actie ondernomen moeten worden. De onzuivere tussenrekeningen dienen beperkt in omvang te zijn en adequaat te worden afgewikkeld. Het advies hierbij is: Onzuivere tussenrekeningen zoveel mogelijk op te heffen. Indien onvermijdelijk vraagt dit iedere maand een (interne) controle op deze tussenrekeningen. Doel is dat de tussenrekening leeg is zodra het kasstroomoverzicht wordt vervaardigd. 7. Rentebetalingen Bij de betalingen op geldleningen wordt veelal geen factuur ontvangen van de geldverstrekker, waaruit blijkt welk deel de rente is en welk deel de aflossing. Vaak zijn de betalingen wel expliciet herkenbaar en is de opbouw van de betaling goed traceerbaar in de basissystemen. Dit betekent dat dit in ieder geval handmatig kan worden gecorrigeerd. Voor een automatische verwerking is het nodig dat bij de betaling de splitsing wordt gemaakt.