Takenoverzicht. Alles telt v2 Groep 5. versie

Transcriptie

1 Takenoverzicht versie Alles telt v2 Groep 5

2 blok 1, les 2 blok 1, les 3 blok 1, les 4 blok 1, les 5 blok 1, les 6 blok 1, les 7 blok 1, les 8 blok 1, les 9 blok 1, les 10 minimum van de reguliere maatschrift: som 1 met tafelkaart, som 2 met tafelkaart of kralenstangblad, eventueel som 3 (met tafelkaart), som 4. Maak de sommen op de : maatschriftactiviteiten; rekenboek: met kralenstangblad som 1 en 2; met kralenstangblad eventueel som 3 of overslaan. Maak de sommen op de maatschrift: met kralenstangblad som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, som 2, met kralenstangblad som 3 en 4. Maak de sommen op de : maatschriftactiviteiten; rekenboek: met kralenstangblad som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: met kralenstangblad som 1 en 2, probeer met kralenstangblad som 3 of sla deze over. Maak de sommen op de som 1 en 2 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, probeer som 2, maak som 6 met kralenstangblad. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 met kralenstangblad, probeer met kralenstangblad som 2, maak som 5 met kralenstangblad. Maak de sommen op de positiewaardenkenis; automatiseren (optellem t/m 5); hoofdrekenen (type 32+8) automatiseren (optellen t/m 5); hoofdrekenen (type 32+8) automatiseren (optellen t/m 5); hoofdrekenen (type 32+8) automatiseren (optellen t/m 5); hoofdrekenen ( type 32+8) (aftrekken t/m 5); tijd (hele uren) (aftrekken t/m 5); tijd (halve uren) (aftrekken t/m 5); tijd (heel/half) (aftrekken t/m 5); tijd (heel/half) (aftrekken t/m 5); tijd (heel/half) 2

3 blok 1, les 11 blok 1, les 12 blok 1, les 13 blok 1, les 14 blok 1, les 15 blok 1, les 16 blok 1, les 17 blok 1, les 18 blok 1, les 19 minimum van de reguliere maatschriftactiviteiten; rekenboek: met tafelkaart som 1 en 3. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, 2, 3, 4 en eventueel 5. Maak de sommen op de en 2; eventueel som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 5, met kralenstangblad som 6. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2, met kralenstangblad som 5 en 6. Maak de sommen op de en 2; eventueel som 4a of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2, met tafelkaart som 4, eventueel met rekenrekblad som 6. Maak de sommen op de ; eventueel som 3a of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, met kralenstangblad som 7. Maak de sommen op de automatiseren (type 8+1); hoofdrekenen (type 80-50) automatiseren (type 8+1); hoofdrekenen (type 80-50) automatiseren (type 8+1); 32+8/80-50) automatiseren (type 8+1); 32+8/80-50) automatiseren (type 8+1); 32+8/80-50) inwisselen tot 100; (typen 8-8/3-0); geld (type 80-50) inwisselen tot 100; (typen 8-8/3-0); geld (type 80-50) inwisselen tot 100; (typen 8-8/3-0); geld (type 80-50) inwisselen tot 100; (typen 8-8/3-0); meten (cm) 3

4 blok 1, les 20 blok 1, les 21 blok 1, les 22 blok 1, les 23 blok 1, les 24 blok 1, les 25 blok 1, toetsweek, dag 1 blok 1, toetsweek, dag 2 blok 1, toetsweek, dag 3 minimum van de reguliere maatschrift: som 1 en 4. Maak de sommen op de en 2, eventueel som 3 en met tafelkaart som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de met tafelkaart proberen. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, met tafelkaart of kralenstangblad som 2, met tafelkaart som 3 en 4. Maak de sommen op de Maak van de toets van de reken: mondeling: telrij tot 100; schriftelijk (maatschrifttoets): som 1, met kralenstangblad som 3, 4 en 5, eventueel som 8 en 10 of sla deze over. Maak de sommen op de Maak van de reken: diagnostisch gesprek. Maak de sommen op de Maak van de reken: remediering inwisselen tot 100; (typen 8-8/3-0); meten (cm) automatiseren (type 1+5); 40+3/42+3) automatiseren (type 1+5); 40+3/42+3) automatiseren (type 1+5); 40+3/42+3) automatiseren (type 1+5); 40+3/42+3) automatiseren (type 1+5); 40+3/42+3) inwisselen tot 100; (type 9-1); tijd (kwart voor) inwisselen tot 100; (type 9-1); tijd (kwart voor) inwisselen tot 100; (type 9-1); tijd (kwart voor) 4

5 minimum van de reguliere blok 1, toetsweek, dag 4 Maak van de reken: remediering inwisselen tot 100; (type 9-1); tijd (heel / half / kwart voor) blok 1, toetsweek, dag 5 Maak van de reken: remediering inwisselen tot 100; (type 9-1); tijd (heel / half / kwart voor) blok 2, les 1 maatschriftactiviteiten; rekenboek: met tafelkaart som 1 en 2, eventueel met tafelkaart som 3 of sla deze over. Maak de sommen op de automatiseren (type 3+4); 100-9/45-3) blok 2, les 2 maatschrift: met tafelkaart som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de automatiseren (type 3+4); 100-9/45-3) blok 2, les 3 en 3. Maak de sommen op de automatiseren (type 3+4); 100-9/45-3) blok 2, les 4 maatschrift: som 3, met tafelkaart 4 en 5a. Maak de sommen op de automatiseren (type 3+4); 100-9/45-3) blok 2, les 5 maatschrift: met tafelkaart som 1 en 2, som 3. Maak de sommen op de automatiseren (type 3+4); 100-9/45-3) blok 2, les 6 maatschriftactiviteiten; rekenboek: met tafelkaart som 1 en 2, eventueel met tafelkaart som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de (type 8-7); geld (typen 100-9/45-3) blok 2, les 7 maatschrift: som 1 en 2, met tafelkaart som 3 en 5. Maak de sommen op de 5

6 minimum van de reguliere (type 8-7); geld (typen 100-9/45-3) blok 2, les 8 en 3. Maak de sommen op de (type 8-7); geld (typen 100-9/45-3) blok 2, les 9 maatschrift: som 1 en 3, met tafelkaart som 4, som 6. Maak de sommen op de (type 8-7); meten (cm) blok 2, les 10 maatschrift: som 1, met tafelkaart som 2, som 4, met tafelkaart som 6. Maak de sommen op de (type 8-7); meten (cm) blok 2, les 11 som 1 en 2 of sla deze over. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+7); hoofdrekenen (type 42+30) blok 2, les 12 maatschrift: som 3, met tafelkaart som 4 en 5. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+7); hoofdrekenen (type 42+30) blok 2, les 13 en 2, eventueel som 3 met kralenkettingblad of sla deze over. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+7); hoofdrekenen (type 42+30) blok 2, les 14 maatschrift: som 1, 2, 3 en 4, met kralenkettingblad som 5. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+7); hoofdrekenen (type 42+30) blok 2, les 15 maatschrift: som 3, 4 en 5. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+7); hoofdrekenen (type 42+30) blok 2, les 16, som 3 met tafelkaart boven de tien. Maak de sommen op de (type 7-4); tijd (kwart over) blok 2, les 17 maatschrift: som 1 en 2, met tafelkaart 6

7 blok 2, les 18 blok 2, les 19 blok 2, les 20 blok 2, les 21 blok 2, les 22 blok 2, les 23 blok 2, les 24 blok 2, les 25 blok 2, toetsweek, dag 1 minimum van de reguliere som 4, som 6a. Maak de sommen op de en 3. Maak de sommen op de maatschrift: som 5, met tafelkaart som 8. Maak de sommen op de maatschrift: som 2, met tafelkaart som 4 en 5. Maak de sommen op de en 2, eventueel som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de en 4. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 4, met tafelkaart som 5. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, 2 en 6. Maak de sommen op de Maak van de toets van de reken: mondeling: telrij tot 100; schriftelijk (maatschrifttoets): som 1, 2 en 3, eventueel som 7, 8, 9 en 10 of sla deze over. Maak de sommen op de (type 7-4); tijd (kwart over) (type 7-4); tijd (kwart over) (type 7-4); tijd (heel / half / kwart over) (type 7-4); tijd (heel / half / kwart over) automatiseren (type 3+7); hoofdrekenen (type 42-30) automatiseren (type 3+7); hoofdrekenen (type 42-30) automatiseren (type 3+7); hoofdrekenen (type 42-30) automatiseren (type 3+7); hoofdrekenen (type 42-30) automatiseren (type 3+7); hoofdrekenen (type 42-30) (type 7-5); geld (type 42-30) 7

8 blok 2, toetsweek, dag 2 blok 2, toetsweek, dag 3 blok 2, toetsweek, dag 4 blok 2, toetsweek, dag 5 blok 3, les 1 blok 3, les 2 blok 3, les 3 blok 3, les 4 blok 3, les 5 minimum van de reguliere Maak van de reken: diagnostisch gesprek. Maak de sommen op de Maak van de reken: remediering Maak van de reken: remediering Maak van de reken: remediering en 3. Maak de sommen op de maatschrift: met kralenkettingblad som 2 en 3, som 4, met tafelkaart som 7. Maak de sommen op de, som 3 met tafelkaart of uittekenend. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2, met tafelkaart som 3 en 4. Maak de sommen op de (type 7-5); geld (type 42-30) (type 7-5); geld (type 42-30) (type 7-5); meten (mm) (type 7-5); meten (mm) automatiseren (type 9+8); 42+3/42+30) automatiseren (type 9+8); 42+3/42+30) automatiseren (type 9+8); 42+3/42+30) automatiseren (type 9+8); 42+3/42+30) automatiseren (type 9+8); 42+3/42+30) 8

9 minimum van de reguliere blok 3, les 6, probeer som 2 of sla deze over. Maak de sommen op de (type 17-8); tijd (heel / half / kwart over) blok 3, les 7 maatschrift: som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de (type 17-8); tijd (heel / half / kwart over) blok 3, les 8, eventueel met tafelkaart som 2 of sla deze over. Maak de sommen op de (type 17-8); tijd (kwart voor / kwart over) blok 3, les 9 maatschrift: met tafelkaart som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de (type 17-8); tijd (kwart voor / kwart over) blok 3, les 10 maatschrift: som 1 en 2, met tafelkaart som 3 en 4. Maak de sommen op de (type 17-8); tijd (kwart voor / kwart over) blok 3, les 11 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+9); 45-3/42-30) blok 3, les 12 maatschrift: som 1 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, met tafelkaart som 3 en 4. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+9); 45-3/42-30) blok 3, les 13, met kralenkettingblad som 2. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+9); 45-3/42-30) blok 3, les 14 maatschrift: met kralenkettingblad som 1, met kralenstangblad som 2 en 3, met kralenkettingblad som 4. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+9); 45-3/42-30) 9

10 minimum van de reguliere blok 3, les 15 maatschrift: som 1 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, met kralenkettingblad som 2, met tafelkaart som 5. Maak de sommen op de automatiseren (type 2+9); 45-3/42-30) blok 3, les 16 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen. Maak de sommen op de (typen 11-3); geld (typen 45-3/42-30) blok 3, les 17 maatschrift: met kralenstangblad som 1, som 2 met eerst honderden en dan tienen, met tafelkaart som 5 en 7. Maak de sommen op de (type 11-3); geld (typen 45-3/42-30) blok 3, les 18 en 2, eventueel som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de (type 11-3); geld (type 45-3/42-30) blok 3, les 19 maatschrift: som 1 en 2, met kralenkettingblad som 6, eventueel som 7. Maak de sommen op de getallenlijn; automatisering (type 11-3); meten (mm) blok 3, les 20 maatschrift: met kralenstangblad som 2, som 3, met tafelkaart som 4. Maak de sommen op de getallenlijn; automatisering (type 11-3); meten (mm) blok 3, les 21 en 3. Maak de sommen op de automatisering (type 7+7); hoofdrekenen (type 42+34) blok 3, les 22 maatschrift: som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de automatisering (type 7+7); hoofdrekenen (type 42+34) blok 3, les 23 maatschriftactiviteiten; rekenboek: met kralenstangblad som 1 en 2. Maak de sommen op de automatisering (type 7+7); hoofdrekenen (type 42+34) blok 3, les 24 maatschrift: met kralenstangblad som 1 en 10

11 minimum van de reguliere 2, met kralenkettingblad som 3 en 4. Maak de sommen op de automatisering (type 7+7); hoofdrekenen (type 42+34) blok 3, les 25 maatschrift: som 1 en 2, met kralenstangblad som 3, met kralenkettingblad som 4. Maak de sommen op de automatisering (type 7+7); hoofdrekenen (type 42+34) blok 3, toetsweek, dag 1 Maak van de toets van de reken: mondeling: telrij tot 200; schriftelijk (maatschrifttoets): som 1, som 3bc met kralenstangblad, som 4 met kralenkettingblad, eventueel som 5 met tafelkaart of sla deze over, eventueel som 6, 7 en 8 of sla deze over. Maak de sommen op de getallenlijn; automatisering (type 14-7); tijd (kwart voor/over) blok 3, toetsweek, dag 2 Maak van de reken: diagnostisch gesprek. Maak de sommen op de getallenlijn; automatisering (type 14-7); tijd (kwart voor/over) blok 3, toetsweek, dag 3 Maak van de reken: remediering getallenlijn; automatisering (type 14-7); tijd (kwart voor/over) blok 3, toetsweek, dag 4 Maak van de reken: remediering getallenlijn; automatisering (type 14-7); tijd (kwart voor/over) blok 3, toetsweek, dag 5 Maak van de reken: remediering getallenlijn; automatisering (type 14-7); tijd (kwart voor/over) blok 4, les 1, probeer som 2 of sla deze over. Maak de sommen op de automatiseren (type 7+8); hoofdrekenen (type 76-34) blok 4, les 2 maatschrift: som 1 (proberen), som 3ad en 6. Maak de sommen op de positiewaardenkenis; automatiseren (type 7+8); hoofdrekenen (type 76-34) blok 4, les 3 11

12 blok 4, les 4 blok 4, les 5 blok 4, les 6 blok 4, les 7 blok 4, les 8 blok 4, les 9 blok 4, les 10 blok 4, les 11 minimum van de reguliere en 2; eventueel som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: som 3, met kralenkettingblad som 4, som 6. Maak de sommen op de met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, eventueel som 3 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen. Maak de sommen op de maatschrift: som 2 en 3, som 4 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, eventueel som 7. Maak de sommen op de met tafelkaart en kralenkettingblad som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: som 5, met kralenstangblad som 6. Maak de sommen op de maatschrift: som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen (of met kralenkettingblad), met tafelkaart en kralenstangblad som 3 en 4. Maak de sommen op de met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, eventueel som 3 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen of sla deze som over. Maak de sommen op de automatiseren (type 7+8); hoofdrekenen (type 76-34) automatiseren (type 7+8); hoofdrekenen (type 76-34) automatiseren (type 7+8); hoofdrekenen (type 76-34) (type 15-9); meten (cm/mm) (type 15-9); geld (type 15-9); geld (type 15-9); geld (type 15-9); meten (cm/mm) automatiseren (type 8+5); hoofdrekenen (type 70-8) 12

13 minimum van de reguliere blok 4, les 12 maatschrift: som 1 en 2, som 3 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 4 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen. Maak de sommen op de automatiseren (type 8+5); hoofdrekenen (type 70-8) blok 4, les 13 som 1 en 2. Maak de sommen op de automatiseren (type 8+5); hoofdrekenen (type 70-8) blok 4, les 14 maatschrift: proberen som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de automatiseren (type 8+5); hoofdrekenen (type 70-8) blok 4, les 15 maatschrift: som 1 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, met tafelkaart proberen som 3 en 4, som 8. Maak de sommen op de automatiseren (type 8+5); hoofdrekenen (type 70-8) blok 4, les 16 en 2. Maak de sommen op de (type 13-7); tijd (heel / half / blok 4, les 17 maatschrift: som 1 en 4, met kralenstangblad som 5. Maak de sommen op de (type 13-7); tijd (heel / half / blok 4, les 18 en 2, eventueel som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de (type 13-7); tijd (heel / half / blok 4, les 19 maatschrift: som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de (type 13-7); tijd (heel / half / blok 4, les 20 maatschrift: som 3, 4, 6 en eventueel 8. Maak de sommen op de (type 13-7); tijd (heel / half / blok 4, les 21 13

14 blok 4, les 22 blok 4, les 23 blok 4, les 24 blok 4, les 25 blok 4, toetsweek, dag 1 blok 4, toetsweek, dag 2 blok 4, toetsweek, dag 3 blok 4, toetsweek, dag 4 minimum van de reguliere som 1, probeer met kralenstangblad en tafelkaart som 2. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de en 3. Maak de sommen op de maatschrift: met kralenkettingblad som 3, met kralenstangblad som 4. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1 en 2, met kralenstangblad som 4. Maak de sommen op de Maak van de toets van de reken: mondeling: telrij tot 500; schriftelijk (maatschrifttoets): som 2, som 3 met kralenstangblad, som 4ab en 5ab met kralenkettingblad of met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, eventueel som 7a en 8 of sla deze over. Maak de sommen op de Maak van de reken: diagnostisch gesprek. Maak de sommen op de Maak van de reken: remediering Maak van de reken: remediering automatiseren (type 6+8); / 70-8 / 76-34) automatiseren (type 6+8); / 70-8 / 76-34) automatiseren (type 6+8); / 70-8 / 76-34) automatiseren (type 6+8); / 70-8 / 76-34) automatiseren (type 6+8); / 70-8 / 76-34) (type 14-8); geld (type 14-8); geld (type 14-8); geld (type 14-8); meten (cm/mm) Maak van de reken: remediering 14

15 blok 4, toetsweek, dag 5 blok 5, les 1 blok 5, les 2 blok 5, les 3 blok 5, les 4 blok 5, les 5 blok 5, les 6 blok 5, les 7 blok 5, les 8 minimum van de reguliere en 2, eventueel som 3 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de met kralenkettingblad som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 met kralenlettingblad, met kralenstangblad som 2 en 3, eventueel som 5 (met tafelkaart en kralenstangblad). Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2, som 3 met kralenkettingblad, som 4 met kralenstangblad. Maak de sommen op de met geld som 1 en 3. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2, probeer som 3 met geld, probeer som 4. Maak de sommen op de som 1 en 2. Maak de sommen op de (type14-8); meten (cm/mm) automatiseren (tafel van 2); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 2); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 2); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 2); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 2); hoofdrekenen (type 47+4) (tafel van 5); tijd (heel / half / (tafel van 5); tijd (heel / half / (tafel van 5); tijd (heel / half / blok 5, les 9 maatschrift: probeer som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de 15

16 blok 5, les 10 blok 5, les 11 blok 5, les 12 blok 5, les 13 blok 5, les 14 blok 5, les 15 blok 5, les 16 blok 5, les 17 minimum van de reguliere maatschrift: som 1, probeer som 2 met geld, probeer som 3, maak som 4. Maak de sommen op de met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 4 met eerst honderden, dan tienen en dan losse. Maak de sommen op de nullmaak uit de reken: handleiding van hoofdrekenactiviteiten keuze uit maatschriftactiviteiten; rekenboek: proberen met kralenkettingblad som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart en/of kralenkettingblad som 2 en 4. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 2 met eerst honderden, dan tienen en dan lossen, som 4 met tafelkaart en/of kralenkettingblad. Maak de sommen op de en 2, eventueel som 3 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de (tafel van 5); geld (tafel van 5); geld automatiseren (tafels van 10, 0 en 1); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafels van 10, 0 en 1); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafels van 10, 0 en 1); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafels van 10, 0 en 1); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafels van 10, 0 en 1); hoofdrekenen (type 53-8) (tafel van 3); geld (tafel van 3); geld blok 5, les 18 en 2. Maak de sommen op de (tafel van 3); geld 16

17 blok 5, les 19 blok 5, les 20 blok 5, les 21 blok 5, les 22 blok 5, les 23 blok 5, les 24 blok 5, les 25 blok 5, toetsweek, dag 1 blok 5, toetsweek, dag 2 minimum van de reguliere maatschrift: probeer som 1 en 2, maak som 3 en 4. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, probeer som 2, maak som 4. Maak de sommen op de som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: probeer som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de en 2. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de maatschrift: probeer som 1 en 2, maak som 3 en 4. Maak de sommen op de Maak van de toets van de reken: mondeling: telrij tot 1000; schriftelijk (maatschrifttoets): eventueel som 2 met kralenkettingblad of sla deze over, som 3 met kralenstangblad, met kralenkettingblad of met honderden, dan tienen en dan lossen som 4a en 5ab, eventueel som 7 en 8 of sla deze over. Maak de sommen op de Maak van de reken: diagnostisch gesprek. Maak de sommen op de (tafel van 3); meten (cm/mm) (tafel van 3); meten (cm/mm) automatiseren (tafel van 4); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 4); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 4); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 4); hoofdrekenen (type 47+4) automatiseren (tafel van 4); hoofdrekenen (type 47+4) (tafel van 8); tijd (heel / half / (tafel van 8); tijd (heel / half / Maak van de reken: remediering 17

18 blok 5, toetsweek, dag 3 blok 5, toetsweek, dag 4 blok 5, toetsweek, dag 5 blok 6, les 1 blok 6, les 2 blok 6, les 3 blok 6, les 4 blok 6, les 5 blok 6, les 6 blok 6, les 7 minimum van de reguliere Maak van de reken: remediering Maak van de reken: remediering en 2. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, probeer som 2, maak som 3 en 4. Maak de sommen op de met tafelkaart en kralenkettingblad som 1 en 2. Maak de sommen op de maatschrift: probeer met tafelkaart en kralenkettingblad som 1, 2, 3 en eventueel 4. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 en 2, probeer met tafelkaart en kralenkettingblad som 3 en 4. Maak de sommen op de som 1 en 2. Maak de sommen op de probeer som 1 en 2. maatschrift: probeer som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de (tafel van 8); tijd (heel / half / (tafel van 8); geld (tafel van 8); geld automatiseren (tafel van 6); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafel van 6); hoofdrekenen (type 53-8) automamtiseren (tafel van 6); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafel van 6); hoofdrekenen (type 53-8) automatiseren (tafel van 6); hoofdrekenen (type 53-8) (tafel van 9); geld (tafel van 9); geld 18

19 blok 6, les 8 blok 6, les 9 blok 6, les 10 blok 6, les 11 blok 6, les 12 blok 6, les 13 blok 6, les 14 blok 6, les 15 minimum van de reguliere met tafelkaart en kralenkettingblad som 1 en 2 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: probeer (of sla over) met tafelkaart en kralenkettingblad som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de maatschrift: probeer som 1 en 2, probeer (of sla over) met tafelkaart en kralenkettingblad som 3 en 4. Maak de sommen op de maatschriftactiviteiten; rekenboek: niets. Maak de sommen op de maatschrift: met tafelkaart som 1, 2 en 3. Maak de sommen op de nullmaak uit de reken: handleiding van hoofdrekenactiviteiten keuze uit maatschriftactiviteiten; rekenboek: som 1 en 2, eventueel som 4 of sla deze over. Maak de sommen op de maatschrift: som 1, 2 en 3, met tafelkaart en kralenkettingblad som 4abc. Maak de sommen op de maatschrift: som 1 met tafelkaart en kralenstangblad, met tafelkaart som 2 en 3a, met tafelkaart en/of kralenkettingblad som 4abc en 5. Maak de sommen op de (tafel van 9); geld (tafel van 9); meten (cm/mm) (tafel van 9); meten (cm/mm) automatiseren (tafel van 7); 37+4 / 53-8) automatiseren (tafel van 7); 37+4 / 53-8) automatiseren (tafel van 7); 37+4 / 53-8) automatiseren (tafel van 7); 37+4 / 53-8) automatiseren (tafel van 7); 37+4 / 53-8) blok 6, les 16 en 2. Maak de sommen op de (type 3+6); tijd (heel / half / 19

20 minimum van de reguliere blok 6, les 17 maatschrift: som 1, 2, 3 en 4. Maak de sommen op de (type 3+6); tijd (heel / half / blok 6, les 18 maatschriftactiviteiten; rekenboek: niets. Maak de sommen op de (type 3+6); tijd (heel / half / blok 6, les 19 maatschrift: probeer som 1 (met kralenstangblad), probeer som 2 (met kralenkettingblad). Maak de sommen op de (type 3+6); geld blok 6, les 20 maatschrift: som 1 en 2, probeer som 3 (met kralenstangblad of kralenkettingblad). Maak de sommen op de (type 3+6); geld blok 6, les 21, probeer som 2 of sla deze over. Maak de sommen op de automatiseren (type 7-5); hoofdrekenen (type 37+34) blok 6, les 22 maatschrift: som 1 en 2. Maak de sommen op de automatiseren (type 7-5); hoofdrekenen (type 37+34) blok 6, les 23, probeer som 2. Maak de sommen op de automatiseren (type 7-5); hoofdrekenen (type 37+34) blok 6, les 24 maatschrift: som 5 met tafelkaart en/of kralenkettingblad, som 6abcd met tafelkaart. Maak de sommen op de automatiseren (type 7-5); hoofdrekenen (type 37+34) blok 6, les 25 maatschrift: som 2 met kralenkettingblad, som 6 met tafelkaart en kralenkettingblad, som 7 en 8. Maak de sommen op de automatiseren (type 7-5); hoofdrekenen (type 37+34) blok 6, toetsweek, dag 1 Maak van de toets van de reken: mondeling: telrij tot 1000; schriftelijk (maatschrifttoets): som 2, som 3 met kralenstangblad, som 4ab met 20

21 blok 6, toetsweek, dag 2 blok 6, toetsweek, dag 3 blok 6, toetsweek, dag 4 blok 6, toetsweek, dag 5 minimum van de reguliere kralenkettingblad, som 5ab met kralenkettingblad of met honderden, dan tienen en dan lossen, eventueel som 7 en 8 of sla deze over. Maak de sommen op de Maak van de reken: diagnostisch gesprek. Maak de sommen op de Maak van de reken: remediering Maak van de reken: remediering Maak van de reken: remediering (type 6+8); geld (type 6+8); geld (type 6+8); geld (type 6+8); meten (cm/mm) (type 6+8); meten (cm/mm) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (1) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (2) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (3) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (4) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (5) Maak de sommen op de automatiseren (type 14-8); hoofdrekenen (type 47+34) Maak de sommen op de automatiseren (type 14-8); hoofdrekenen (type 47+34) Maak de sommen op de automatiseren (type 14-8); hoofdrekenen (type 47+34) Maak de sommen op de automatiseren (type 14-8); hoofdrekenen (type 47+34) Maak de sommen op de automatiseren (type 14-8); hoofdrekenen (type 47+34) 21

22 Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (6) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (7) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (8) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (9) Alles telt, versie 2, groep 5 is klaar. (10) minimum van de reguliere Maak de sommen op de Maak de sommen op de Maak de sommen op de Maak de sommen op de Maak de sommen op de (tafels); tijd (heel / half / (tafels); tijd (heel / half / (tafels); tijd (heel / half / (tafels); tijd (heel / half / (tafels); tijd (heel / half / 22