36285/ december 2016

Transcriptie

1 Agendapunt commissie: 3.5 steller telefoonnummer P. Verhoeven agendapunt kenmerk datum raadsvergadering Portefeuillehouder M. Bax 36285/ december 2016 Onderwerp Zienswijze ontwerpbesluit REnescience aan de gemeenteraad A. Samenvatting Uw raad heeft op 2 juli 2012 beleid vastgesteld met betrekking tot afvalbeheer ( Nota inzameling huishoudelijke afvalstoffen ) en gekozen voor het Maatregelenpakket B, optie 3. Daarbij werd als een van de doelen benoemd het realiseren van de landelijke doelstellingen voor afvalscheiding (LAP2). Naast de keuze voor de invoering van alternerende inzameling, werd besloten in een volgend stadium onderzoek naar aanvullende maatregelen ter bevordering van een betere scheiding van deelstromen te laten uitvoeren, op termijn leidend naar een afvalloze samenleving. Het landelijke beleidsdoel is een verhoging van het aandeel gescheiden huishoudelijk afval naar 75% in In Valkenswaard heeft de alternerende inzameling weliswaar geleid tot verbetering van het scheidingspercentage tot ca. 54%, maar verdere verhoging in de komende jaren is dus noodzakelijk. Vanuit de gedachte dat samenwerking, schaalvergroting, kennisopbouw en ketenregie een belangrijke rol spelen bij het daadwerkelijk verbeteren van de afvalscheiding en het bevorderen van hergebruik van materialen, heeft het college met uw toestemming van 20 december 2012 besloten deel te nemen in de nieuwe Gemeenschappelijke regeling Cure. Bij besluit van 21 januari 2014 heeft het college diverse extra taken, waaronder de beleidsvoorbereiding, inzamelmiddelen en bijbehorende budgetten overgedragen aan Cure. Cure heeft in de afgelopen twee jaar onderzocht op welke wijze verdere reductie van de hoeveelheid restafval kan worden bereikt en geconcludeerd dat een combinatie van bronen (natte) nascheiding (REneschience-techniek) het beste perspectief biedt. Met deze combinatie wordt niet alleen tijdig de landelijke doelstelling behaald (Valkenswaard 79%), maar lijkt verdergaande scheiding haalbaar door innovatieve behandelings- en toepassingsmethoden van verschillende outputstromen uit de nascheidingsinstallatie te ontwikkelen.

2 Het Dagelijks bestuur van Cure heeft op 10 oktober jl. besloten het Algemeen bestuur voor te stellen te kiezen voor de REnescience-techniek voor het bewerken van ingezameld restafval, deel te nemen in de vennootschap Cure DONG Energy REnescience B.V. en daaraan voorafgaand de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid te stellen wensen en bedenkingen ten aanzien van dit ontwerpbesluit kenbaar te maken. B. Voorgesteld besluit 1. Kennis te nemen van de door het Dagelijks bestuur van Cure voorgelegde voorstellen: a. Voor de bewerking van het ingezamelde restafval te kiezen voor de toepassing van de REnescience-techniek, volgens verbeterd scenario 6, zoals beschreven in het rapport Cure van 100% afvalscheiding door middel van natte nascheidingstechniek ; b. Het Algemeen bestuur voor te stellen deel te nemen in Cure DONG Energy REnescience B.V.; 2. Onderstaande zienswijzen te onderschrijven en middels bijgevoegde conceptbrief ter kennis van het Algemeen bestuur van Cure te brengen: De gemeenteraad van Valkenswaard beschouwt de door Cure voorgestelde combinatie van bron- en (natte) nascheiding als de te prefereren methode voor het bereiken van de Valkenswaardse beleidsdoelen, zowel op korte als op lange termijn. Er dient een onafhankelijk second-opinion onderzoek uitgevoerd te worden op alle risico s die invloed hebben op de garantstelling door de gemeenten voor de investering van Cure in REnescience; Er moet zekerheid zijn omtrent de levering van afval door derde-gemeenten gezien het uitgangspunt dat de businesscase erop is gericht dat jaarlijks ton huishoudelijk afval wordt bewerkt in de installatie; Er moet zekerheid zijn omtrent het verkrijgen van SDE + -subsidie (voor gasopwerking); REnescience mag en zal niet leiden tot hogere inzamel- en verwerkingskosten voor de gemeente Valkenswaard; Cure dient initiatieven te ontplooien om te bereiken dat de provincie Noord-Brabant als medefinancier optreedt in het project of anderszins aantoonbaar betrokken is. C. Inleiding In de voorbereidingsfase van het ontwikkelen van gemeentelijk afvalbeleid heeft het college verschillende bewonersonderzoeken laten uitvoeren. Eind 2009 werd een onderzoek naar de algemene waardering van de afvalinzameling en de attitude jegens verschillende mogelijke veranderingen uitgevoerd. Uit de rapportage van dit onderzoek ( Huishoudelijk afval Valkenswaard, januari 2010 ) blijkt onder meer dat, gemiddeld, een huishouden in Valkenswaard over 2 afvalcontainers zou willen beschikken. Het draagvlak voor 3 of meer containers bleek zeer gering. Met betrekking tot de inzamelfrequentie van restafval bleek dat ruim 60% tegen het terugbrengen tot 1 x per 2 weken is (huidige frequentie). In december 2011 werd een enquête uitgevoerd naar de bekendheid met en de tevredenheid over de wijze van inzameling van kunststof verpakkingsafval in Valkenswaard ( Plastic afvalinzameling in de gemeente Valkenswaard, februari 2011 ). Uit de rapportage blijkt dat 2

3 de grootste stimulans om meer plastic afval te scheiden de invoering van 2-wekelijkse huisaan-huis-inzameling is. Met inachtneming van de uitkomsten van deze enquêtes is een beleidsnota, de Nota inzameling huishoudelijke afvalstoffen Valkenswaard, van afval naar grondstoffen, , waarin verschillende maatregelenpakketten uitgewerkt zijn, opgesteld en is uw raad voorgesteld deze vast te stellen en daarbij te kiezen voor het voorgestelde Maatregelenpakket B, optie 3 ( alternerende inzameling ). Op 2 juli 2012 heeft uw raad dienovereenkomstig besloten. De beleidsnota bevat een visie, onderschreven door uw raad, waarin via duurzaam afvalbeheer, verdergaande afvalpreventie en -scheiding, gericht op het sluiten van kringlopen op lokaal/regionaal niveau, middels een gefaseerde aanpak, uiterlijk per 2040 geen afval meer ontstaat in de gemeente Valkenswaard. Bij de in de nota opgenomen doelen en uitgangspunten zijn onder meer vermeld: het realiseren van de landelijke doelstellingen voor afvalscheiding (LAP2), het realiseren van een kostenbesparing in de afvalinzameling zonder daarbij afbreuk te doen aan het serviceniveau voor de burger en het inzetten op een flexibel en toekomstbestendig inzamelsysteem. In de nota wordt aangegeven dat na de invoering van het alternerende inzamelsysteem nader onderzoek plaats dient te vinden naar aanvullende maatregelen ter bevordering van een betere scheiding van deelstromen. Bij de bespreking van het gekozen maatregelenpakket B, optie 3, wordt als eventuele toekomstige optie aangegeven het inzetten van de grijze bak voor de inzameling van mengstromen als sorteer-componenten -container. In dezelfde periode in 2012 besloot het college tot het tekenen van het regionale Manifest voor een afvalloze samenleving, waarin de SRE-gemeenten zich committeren de hoeveelheid restafval terug te dringen tot maximaal 5% in Op 20 december 2012 verleende uw raad het college toestemming tot het deelnemen in de nieuw op te richten Gemeenschappelijke regeling Cure. Tijdens het traject dat leidde tot de vorming van deze Gemeenschappelijke regeling is met de samenwerkingspartners, de gemeenten Eindhoven en Geldrop-Mierlo, uitvoerig onderzoek verricht naar de wijze waarop de nieuwe organisatie moet worden ingericht en naar de bevoegdheden die overgedragen moeten worden om Cure in staat te stellen de beleidsdoelen van de deelnemende gemeenten te bereiken. Naast de noodzakelijk geachte samenwerking en schaalvergroting werd daarbij ook nadrukkelijk de noodzaak van het voeren van regie op de gehele afvalketen benoemd. Per 1 januari 2014 werd de nieuwe Gemeenschappelijke regeling Cure operationeel. Bij besluit van 21 januari 2014 heeft het college een aantal extra taken, waaronder de beleidsvoorbereiding, overgedragen aan Cure. Het Dagelijks bestuur van Cure heeft in de vergadering van 10 oktober 2016 besloten het Algemeen bestuur voor te stellen om voor de bewerking van het ingezamelde restafval te kiezen voor toepassing van de REnescience-techniek (volgens verbeterd scenario 6) en daartoe deel te nemen in de vennootschap Cure DONG Energy REnescience B.V.. Tevens werd besloten om, ingevolge artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen juncto 3

4 artikel 20, lid, onder g, van de Gemeenschappelijke regeling Cure, de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid te stellen hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen bestuur van Cure te brengen. D. Wat willen we bereiken? Het college was, en de Gr Cure is met ingang van 1 januari 2014, belast met de uitvoering van het door uw raad op 2 juli 2012 vastgestelde afvalbeleid en de daarin opgenomen doelen, waaronder het realiseren van de landelijke doelstellingen voor afvalscheiding. De landelijke doelstelling is het bereiken van een scheidingspercentage van 75% in Daarnaast heeft uw raad met het vaststellen van de beleidsnota de visie onderschreven dat per 2040 geen afval meer ontstaat in de gemeente Valkenswaard. De daartoe te nemen maatregelen dienen een kostenbesparing teweeg te brengen en mogen geen afbreuk doen aan het serviceniveau voor de inwoners. Het college heeft zich voorts, middels het tekenen van het Manifest voor een afvalloze samenleving gecommitteerd aan de regionale doelstelling de hoeveelheid restafval terug te dringen tot maximaal 5% in E. Wat gaan we er voor doen? De eerste fase van uitvoering van het door uw raad vastgestelde afvalbeleid, de invoering van alternerende inzameling ( ene week restafval container, andere week GFT-container ) per 1 januari 2014 heeft, als verwacht, geleid tot een verbetering van de afvalscheiding. In het eerste halfjaar werd een verdubbeling van de ingezamelde hoeveelheid GFT gemeten, over het hele jaar was dat een toename met zo n 80%. Over 2015 was echter een lichte daling waarneembaar en ook in de eerste 8 maanden van 2016 is een daling ten opzichte van dezelfde periode in 2015 zichtbaar. Deze daling correspondeert met een stijging van de hoeveelheid restafval en dus een afname van het scheidingspercentage. In tabelvorm: LAP # inwoners HRA [kg] per inwoner 264,53 275,31 262,20 262,32 253,54 242,92 186,31 196,26 GFT [kg] per inwoner ,49 54,73 54,55 58,58 62,79 64, ,73 KFF+ [kg] per inwoner 0,00 0,77 5,00 5,88 5,75 5,97 8,03 9,08 OPK [kg] per inwoner 85 90,99 81,72 79,11 80,80 75,64 68,73 69,56 67,34 Glas [kg] per inwoner 23 21,90 22,24 22,34 22,94 23,11 24,61 23,17 21,03 Kleding [kg] per inwoner 5 5,32 4,98 5,99 6,66 5,62 5,64 4,76 3,04 Kga [kg] per inwoner 2 1,56 1,45 1,45 1,30 1,21 1,40 1,47 1,32 Totaal afval [kg] Totaal gescheiden afval [kg] Afval per inw [kg] 429,79 441,20 430,64 438,48 427,66 413,32 412,55 412,80 Gescheiden afval per inw [kg] 165,26 165,90 168,44 176,16 174,12 170,40 226,24 216,54 38,45% 37,60% 39,11% 40,18% 40,71% 41,23% 54,84% 52,46% 4

5 Uit de tabel valt op te maken dat de beleidsdoelen nog ver buiten bereik zijn: in 2020 dient een scheidingspercentage van 75% behaald te worden, ofwel een hoeveelheid restafval per inwoner van 100 kg/jaar. Cure heeft in de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar methoden waarmee de gemeentelijke beleidsdoelen kunnen worden bereikt en uw raad daar periodiek over geïnformeerd, zie Appendix A voor het procesverloop. Cure heeft geconcludeerd dat een combinatie van bron- en (natte) nascheiding het beste perspectief biedt. Daarbij wordt de huidige gescheiden inzameling van glas, textiel en oud papier in stand gehouden, de inzameling van tuinafval deels in stand gehouden (uitsluitend tuinafval in de GFTcontainer), terwijl keukenafval (GF) en kunststof verpakkingsafval (voor Geldrop-Mierlo ook drankenkartons, metalen en luiers/incontinentiemateriaal) bij het restafval worden gevoegd. Deze mengstroom wordt vervolgens gemengd met water en bewerkt met enzymen in een installatie (REnescience-techniek), waarbij alle organische componenten worden afgebroken en een zgn. bio-liquid ontstaat. Deze wordt vervolgens vergist en het gas dat daarbij gevormd wordt, wordt opgewerkt tot aardgas-kwaliteit en ingebracht in het aardgasnet. De herbruikbare materialen in het afval worden, geheel ontdaan van organische vervuiling, via reguliere nascheidingstechnieken gesorteerd en vermarkt voor hergebruik. Het Renescience-procedé levert echter ook output-stromen waarvoor op dit moment nog geen nuttige toepassing bestaat. Cure gaat een zgn. Innovatieplatform oprichten, waarin ook kennisinstituten participeren, dat zich zal buigen over nuttige toepassingen, al dan niet via verdere bewerking, van deze stromen. Voor een uitgebreide beschrijving van deze nieuwe scheidingsmethode en de validatie daarvan verwijzen wij naar de bijlagen. Ook voor de wijze waarop Cure de REnescience-installatie wil gaan realiseren, middels een Joint Venture met de patenthouder van het procédé (Dong Energy) en exploiteren (via het verbeterde scenario 6 ) verwijzen wij naar onderdeel F. (Financiën) van dit advies en de bijlagen. Voor de inwoners van Valkenswaard betekent invoering van deze nieuwe methode dat de wijze van aanbieden van huishoudelijk afval deels ongewijzigd blijft (glas, textiel en oud papier) en deels eenvoudiger wordt. De nieuwe methode leidt voorts niet tot meer ruimtebeslag van inzamelmiddelen en naar verwachting tot vermindering van geuroverlast. Uit de berekeningen van Cure blijkt dat wanneer de nieuwe methode van inzamelen en bewerken operationeel is, de volgende scheidingspercentages bereikt worden: Scheidingspercentage Overall Cure Eindhoven Geldrop-Mierlo Valkenswaard Huidige situatie 47% 43% 60% 54% Nieuwe situatie 76% 74% 82% 79% Toename 29% 31% 22% 25% Het college constateert dat met de door Cure voorgestelde methode van inzamelen en bewerken van huishoudelijk afval, de door uw raad vastgestelde beleidsdoelen voor

6 worden behaald, inclusief de eisen van lagere kosten en behoud van serviceniveau. Daarnaast constateert het college dat deze methode het perspectief biedt op termijn een hoger niveau van afvalscheiding te bereiken, en wel door middel van innovatieve oplossingen voor toepassing van thans onbruikbare output-stromen. Op 28 januari jl. nam uw raad een amendement, alsmede een motie met gelijke strekking, aan met het dictum: De raad van de gemeente Valkenswaard, behandelend agendapunt Milieubeleidsplan , ( ) besluit het voorgestelde besluit aan te vullen met de volgende twee beslispunten: 1. Dat voor de duur van het vastgestelde milieubeleidsplan niet wordt ingestemd met deelname aan c.q. investering in een voorgesteld plan tot natte nascheiding zelfstandig noch in samenwerking met een tweede partij; 2. Zowel het Dagelijks bestuur als het Algemeen bestuur van de Gr Cure van dit besluit in kennis te stellen. Naar aanleiding hiervan vond op 24 februari jl. een overleg plaats tussen de voorzitter en de directeur van Cure en een ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordiging van de gemeente Valkenswaard, waarbij onder meer gesproken werd over de formele gevolgen van het amendement en de mogelijkheden om maatwerk voor de gemeente Valkenswaard te verzorgen. Hiertoe werd vervolgens juridisch advies ingewonnen. Uit dat advies blijkt dat de vigerende Gemeenschappelijke regeling geen mogelijkheden biedt de garantstelling voor investeringen door Cure voor één van de deelnemende gemeenten op te heffen. Wel bestaat op grond van artikel 11 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de mogelijkheid in de Gr Cure een termijn op te nemen gedurende welke een of meer van de deelnemers is of zijn vrijgesteld van uit deze regeling voortvloeiende rechten en verplichtingen. De Gr Cure moet daartoe gewijzigd worden. Het Dagelijks bestuur van Cure heeft dit juridische advies besproken op 13 juli jl. en geconstateerd dat wanneer een wijziging van de Gr aan de orde gesteld wordt, dit door een of meer van de colleges geïnitieerd moet worden. Immers, de Gemeenschappelijke regeling Cure is opgericht door de colleges van de deelnemende gemeenten. Wij concluderen dat op grond van de vigerende Gemeenschappelijke regeling Cure de garantstelling van Valkenswaard niet opgeheven kan worden. Afhankelijk van de zienswijze van uw raad op voorliggend voorstel kan het college besluiten een wijziging van de Gr voor te stellen aan de overige deelnemers aan de regeling. Naar aanleiding van voornoemd amendement hebben wij uw raad toegezegd een onderzoek naar alternatieve methoden van afvalbewerking c.q. -verwerking te laten uitvoeren. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het adviesbureau Elsinga Beleidsplanning en Innovatie en de uitkomsten werden gepresenteerd tijdens een bijeenkomst voor uw raad op 10 oktober jl. Uit het onderzoek blijkt dat de te onderscheiden methoden (verbeterde bronscheiding, droge nascheiding, natte nascheiding) globaal gezien alle tot hetzelfde niveau van duurzaamheid en hetzelfde kostenniveau kunnen leiden. De verschillen tussen de methoden werden eveneens toegelicht. De droge nascheiding is een uitontwikkelde techniek en verdere verbeteringen zijn, in tegenstelling tot de natte nascheiding, niet te verwachten. 6

7 Daartegenover staat dat toepassen van droge nascheiding minder risico s met zich mee brengt. Bij een vergelijkbaar scheidingsresultaat, levert de natte nascheidingstechniek meer biogas. De methode van verbeterde bronscheiding vereist een gedragsaanpassing van de inwoners. Die vormt een risico voor het behalen van het gewenste scheidingspercentage. Met betrekking tot het serviceniveau werd opgemerkt dat dit aspect subjectief van aard is. Het college stelt zich op het standpunt dat een inzamelsysteem dat meer dan 2 inzamelmiddelen per huishouden vereist wel degelijk een lager serviceniveau biedt. Voorts concludeert het college dat de door Cure voorgestelde combinatie van bron- en (natte) nascheiding zowel voor de korte als de lange termijn de te prefereren methode is, mits de risico s voldoende afgedekt zijn. Het DB van Cure heeft daartoe een viertal voorwaarden geformuleerd waaraan voldaan moet zijn. Als niet aan elk van deze voorwaarden voldaan wordt, zal de businesscase geen doorgang vinden. Een eventueel toetredingsbesluit van het Algemeen bestuur wordt dan ook onder deze voorwaarden genomen: 1. Het resultaat van de zienswijzen van de raden van de 3 gemeenten moet geen aanleiding vormen anders te beslissen. 2. Er moet zekerheid zijn omtrent de levering van afval door derde-gemeenten. De businesscase is erop gericht dat jaarlijks ton huishoudelijk afval wordt bewerkt in de installatie. Cure kan deze capaciteit niet geheel invullen en heeft afval van andere gemeenten nodig. Verschillende gemeenten hebben aangegeven graag mee te willen doen aan het REnescience-project en het daarvoor benodigde afval te zullen leveren. Het aangaan van definitieve overeenkomsten is op dit moment lastig omdat de bestuurlijke besluitvorming binnen Cure nog moet plaatsvinden. Zodra dit het geval is zullen er contracten met deze gemeenten worden afgesloten. Het daadwerkelijk afsluiten van deze contracten met gemeenten is een voorwaarde om de businesscase te laten doorgaan. 2. De vereiste vergunningen moeten verleend zijn. De omgevingsvergunningen (fase 1; milieu en fase 2 bouw en uitweg) zijn inmiddels verleend. Dus aan deze voorwaarde is voldaan. 3. Er moet zekerheid zijn omtrent het verkrijgen van SDE + -subsidie (voor de gasopwerking). De subsidie is in september aangevraagd, direct na het ontvangen van de omgevingsvergunning. Omdat deze subsidie een belangrijke inkomstenbron is van de businesscase moet hieromtrent zekerheid bestaan. Naar verwachting zal nog dit jaar uitsluitsel gegeven worden. 4. Ook het bestuur van DONG Energy moet een investeringsbeslissing nemen. Zonder een positief besluit van die partij kan het project uiteraard ook geen doorgang vinden. Het college, overwegende dat de Gemeenschappelijke regeling Cure belast is met de uitvoering van het door uw raad vastgestelde afvalbeleid en de daarmee te bereiken doelen, komt, alles overziend, tot het oordeel uw raad te adviseren overeenkomstig het onder B opgenomen voorgestelde besluit te beslissen. 7

8 F. Financiën Voor een financiële specificatie van de businesscase REnescience verwijzen wij u naar de bijgevoegde rapportage van Cure. In dit voorstel volstaan wij met een schematische weergave en twee grafiek-curven die de netto lasten van het voorgestelde verbeterde scenario 6 ten opzichte van voorzetting van het huidige systeem inzichtelijk maken. In de businesscase wordt een vergelijking gemaakt tussen de door Cure voorgestelde combinatie van bron- en (natte) nascheiding enerzijds en voortzetting van het huidige inzamel- en verwerkingssysteem anderzijds. De bedragen ( x 1000,-) in het hieronder weergegeven samenvattende financiële schema hebben betrekking op een looptijd van 25 jaar en een capaciteit van 120 kton: Businesscase in totalen op basis van ton. Bedragen x Inzamelen 100% GR Cure Bewerken (REnescience BV) Zeggenschap Cure Vermarkten (100% GR Cure) Inzamelingskosten Cure Kosten bewerking Innovatieplatform 0 Financieringskosten Opbrengsten uit dividend Additionele kosten Cure organisatie Mogelijke Subsidie 0 Saldo Opbrengsten grondstoffen met nuttige toepassing Kosten Cure zonder nuttige toepassing Gasproductie en opwerking (100% GR Cure) Jaarlijkse exploitatiekosten (incl. investering en financieringslasten Bijdrage derden gemeenten 0 Totaal Nieuwe soll situatie met REnescience Inzamelen 100% GR Cure Contract met nieuwe BV Zeggenschap Gr Cure Gasproductie en opwerking (100% GR Cure) Vermarkten (100% GR Cure) Bijdrage gemeenten 0 Totaal Wat betalen we met de oude techniek Voordelig verschil periode

9 Euro's x Raadsvoorstel Verschil lasten REnescience en huidige techniek in euro's per jaar Jaar Huidige lasten op basis van bestaande techniek REnescience In de berekeningen is uitgegaan van de volgende effecten met invloed op de kostenstructuur: 2023: GR Cure gaat ervan uit dat de vergoeding voor het aandeel niet-verpakkingen in het ingezamelde kunststof verpakkingsafval vervalt (wel-verpakking loopt door); 2025: GR Cure gaat ervan uit dat het vergoedingenstelsel voor kunststof verpakkingsafval overgaat in reguliere vermarkting; 2027: Het nieuwe Attero contract loopt af; ingeschat wordt dat vanaf 2028 o.b.v. huidige markt het verwerkingstarief circa 20/ton (prijspeil 2016) duurder uitvalt. Hierbij geeft Cure nog twee nuanceringen: 1. De verbrandings-en stortbelasting zal naar verwachting als gevolg van toenemende milieudruk nog gaan stijgen waardoor de bovenste curve steiler gaat oplopen en het verschil met REnescience groter wordt. In de grafiek is uitgegaan van de huidige tarieven; 2. In de overeenkomsten wordt ervan uitgegaan dat in principe sprake is van kostprijzen (opgehoogd met een bepaald rendement). Cure tracht te bereiken dat de prijsafspraken met Dong Energy na 5 jaar worden geëvalueerd en herzien op basis van de bevindingen in die periode. Herziening kan overigens naar beide kanten werken: mocht het goedkoper zijn dan gaat de prijs omlaag; mocht het duurder zijn, dan gaat de prijs omhoog. De signalen uit de onderzoeken wijzen echter op de waarschijnlijkheid van een lagere prijs. De investerings- en bewerkingskosten leiden tot netto kosten per ton restafval, welke lager zijn dan het huidige verbrandingstarief. Voor de gemeente Valkenswaard betekent dit dat de kosten structureel lager uitvallen dan wanneer op de huidige wijze wordt voortgegaan. De exacte financiële cijfers zijn ten tijde van het opstellen van dit raadsvoorstel nog niet definitief omdat de onderhandelingen met Dong Energy nog voortduren. 9

10 De te verwachten opbrengsten van de outputstromen zijn zo goed mogelijk ingeschat. Het is echter niet mogelijk deze voor de gehele looptijd van de businesscase met dezelfde mate van zekerheid in te schatten (geldt voor beide scenario s). De opbrengsten zijn in belangrijke mate afhankelijk van marktontwikkelingen. Gelet op de toenemende schaarste van beschikbare grondstoffen zullen herbruikbare restmaterialen naar verwachting eerder in waarde stijgen dan dalen. Deze mate van onzekerheid over de ontwikkeling van de waarde van restmaterialen is bij alle denkbare scenario s op eenzelfde wijze aan de orde. Zowel de gemeente Eindhoven als Cure hebben daarom aan Deloitte gevraagd om de businesscase te reviewen. Uit het rapport blijkt dat de gehanteerde kosten en opbrengsten van outputstromen, hoewel onzeker in de toekomst, voldoende gedocumenteerd meegenomen zijn. Recentelijk heeft de gemeente Eindhoven, vanuit de behoefte een second opinion naar deze kosten en opbrengsten te verkrijgen, Price Waterhouse Coopers opdracht verstrekt een nieuw onderzoek uit te voeren. De uitkomsten van dit onderzoek zullen ook beschikbaar gesteld worden aan de overige Cure-gemeenten, naar verwachting begin december. Begrotingswijziging Wanneer het Algemeen bestuur van Cure besluit om de REnescience-techniek daadwerkelijk toe te gaan passen, zal Cure toetreden tot de Cure DONG Energy REnescience B.V. en zal deze vennootschap investeringen plegen en daarvoor leningen aangaan bij de Gr Cure en DONG Energy. GR Cure zal voor die lening op haar beurt een lening moeten afsluiten. Uiteraard is deze investering op dit moment niet begroot. Daarom zal een positief besluit van AB leiden tot een begrotingswijziging voor de jaren 2017 en Deze begrotingswijziging zal, als voorgeschreven, voor zienswijzen aan de gemeenteraden worden voorgelegd. Naar verwachting zal deze begrotingswijziging in april 2017 naar de gemeenten worden gestuurd. Investeringen - leningen Met de totale businesscase zijn twee investeringen gemoeid. Ten eerste zal er worden geïnvesteerd in het ontwerp en de bouw van de installatie, hetgeen nu wordt geraamd op circa 72 mln. Het definitieve investeringsbedrag zal uiteindelijk worden bepaald door de inschrijvingen op de aanbestedingen. De investering zal gelijkelijk verdeeld worden over Cure en Dong Energy. Cure zal een lening aangaan voor een bedrag van 36 mln. Daarnaast zal Cure zelf een investering doen van circa 5,4 mln in een installatie voor de gasopwerking. Ook hiervoor moet door Cure een lening aangegaan worden. De gemeenten staan vanwege hun deelname in Cure garant (in de verdeling 67% Eindhoven, 17% Geldrop-Mierlo en 16% voor Valkenswaard). De garantstelling van de gemeente Valkenswaard heeft dus betrekking op bedragen van circa 6 mln en 0,9 mln. Gevolgen voor de gemeente Valkenswaard Op basis van de huidige, voorlopige kostenstructuur van de businesscase Renescience, wordt een verlaging van de kosten voor de gemeente Valkenswaard berekend die doorwerkt als een verlaging van de tarieven Afvalstoffenheffing met ca. 13,- á 20,-. 10

11 G. Vervolgstappen Planning en uitvoering Voor 23 december 2016: zienswijzen gemeenteraden; December 2016: besluit Algemeen bestuur Cure; Voorjaar 2017: besluit DONG Energy; Voorjaar 2017: start bouwwerkzaamheden; Medio 2018: oplevering. Evaluatie Via voortgangsrapportages zal Cure de gemeenten informeren over de stand van zaken van het project. H. Communicatie Uw besluit zal op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt worden. Wanneer het Algemeen bestuur van Cure een besluit neemt ten aanzien van het project REnescience, zal dit door Cure bekend gemaakt worden. I. Bijlagen 1. Appendix A Procesverloop; 2. Appendix B Korte omschrijving van overeengekomen kaders (Head of Terms); 3. Appendix C Argumentatie en toetsing+ 4. Conceptbrief zienswijze gemeenteraad. J. Ter inzage liggende stukken 1. Appendix A Procesverloop; 2. Appendix B Korte omschrijving van overeengekomen kaders (Head of Terms); 3. Appendix C Argumentatie en toetsing+ 4. Conceptbrief zienswijze gemeenteraad. 5. Brief Cure d.d ; 6. Rapport Cure: Naar 100% afvalscheiding d.m.v. natte nascheidingstechniek (versie 27 oktober 2016); 7. Bijlage 1: Materialentransitie regio met inventarisatie; 8. Bijlage 2: Rapport Inzameling en verwerking GFT in 2017; 9. Bijlage 3: Benchmark REnescience-technologie ; 10. Bijlage 4: CE Delft 2F81 Sanity check Cure Afvalbeheer; 11. Bijlage 5: CE Delft 2F81 Technical review REnescience-proces; 12. Bijlage 6: CE Delft 2F81 Review LCA REnescience; 13. Bijlage 7: CE Delft 3G96 CURE waste testing in REnescience pilot plant; 14. Bijlage 8: Overzicht van ondernemingen die gebruik maken van quasi-inbesteden; 15. Bijlage 9: Definitief Besluit MER beoordeling; 16. Bijlage 9a: ODZOB MER-beoordelingsnotitie; 17. Bijlage 9b: CE Delft LCA ReNescience nascheidingstechnologie; 18. Bijlage 10: Risklist REnescience 18 februari 2016; 19. Bijlage 10a: Overzicht borging risico s; 20. Bijlage 11: Head of Terms Joint Venture Agreement; 21. Bijlage 12: Head of Terms Waste Treatment Agreement; 22. Bijlage 13: Head of Terms License Agreement; 23. Bijlage 14: Head of Terms Innovation Platform. 11

12 Burgemeester en wethouders van Valkenswaard, secretaris, burgemeester drs. R.F.W. van Eijck. drs. A.B.A.M. Ederveen. 12

13 Appendix A Procesverloop Ondertekening Manifest voor een afvalloze samenleving: maximaal 5% restafval in 2020; Gemeenteraad stelt de Nota inzameling huishoudelijke afvalstoffen vast en kiest daarbij voor Maatregelenpakket B, optie 3 (alternerende inzameling); Gemeenteraad verleent het college toestemming tot het aangaan van de nieuwe Gemeenschappelijke regeling Cure; Inwerkingtreding nieuwe Gemeenschappelijke regeling Cure; Operationele start van nieuwe Gr Cure; College besluit tot overdracht van extra taken, inzamelmiddelen en bijbehorende budgetten aan Cure; Het Jaarplan 2016 wordt door het DB van Cure vastgesteld. Hierin wordt de directeur verzocht een 4-tal businesscases, waaronder REnescience, uit te werken; Presentatie Cure voor gemeenteraadsleden. O.m. worden de businesscases en de ambities van Cure toegelicht; Het DB neemt enkele procesbesluiten: akkoord met tekenen geheimhoudingsverklaring, met het opstarten van VEAT-procedure en met het nemen van een optie op perceel GDC; april 2015 Thema-avonden in de 3 gemeenteraden, in Valkenswaard vond deze plaats op 16 april; Het DB neemt een aantal procesbesluiten betreffende oprichting BV, afvalanalyse, toetsing door accountant, de concept-overeenkomst; Het AB van Cure besluit in te stemmen met aanvragen van subsidies en vergunningen t.b.v. het REnescience-project; In het DB wordt de planning m.b.t. REnescience vastgesteld en wordt besloten een concept-overeenkomst met DONG Energy op te stellen; Informatie-avond voor de gemeenteraad van Valkenswaard; Gemeenteraad van Valkenswaard neemt amendement en motie betreffende REnescience aan (zie pag. 4); Informatie-avond voor de gezamenlijke gemeenteraden. De stand van zaken m.b.t. de businesscase REnescience wordt toegelicht; College besluit tot het opleggen van geheimhouding op bepaalde stukken betreffende REnescience; Presentatie dhr. W. Elsinga over bronscheiding, natte- en droge nascheiding; Raad neemt amendement aan betreffende de bekrachtiging van documenten REnescience; Informatie-avond voor de raadsleden van de drie Cure-gemeenten, behandeld worden de actuele stand van zaken en de financiële aspecten van het project. 13

14 Appendix B Korte omschrijving van overeengekomen kaders (Heads of Terms) De Joint Venture is het belangrijkste resultaat van de onderhandeling om gezamenlijk innovatieve doorontwikkeling te kunnen realiseren op de gehele keten. Deze heeft tot doel een (nog) hoger scheidingsrendement en lagere kosten, met behoud van service te realiseren. In de Heads of Terms (HoT s) zijn de kaders voor de samenwerking neergelegd. Het zijn richtinggevende documenten. Head of Terms Joint Venture De belangrijkste hoofdlijnen zijn: - Doel samenwerking: bouwen en exploiteren van de REnescience-fabriek; - Aandeelhouderschap: op basis van gelijkwaardige investering (wijze van investeren nog uit te onderhandelen); - Zeggenschap op aandeelhoudersniveau: stemverhouding met dien verstande dat iedere partij zijn eigen bestuurslid mag benoemen en ontslaan; - Bestuur B.V.: even aantal dus geen doorslaggevende stem voor één van partijen; Heads of Terms License Agreement De belangrijkste kaders zijn: - Het recht voor de B.V. (joint venture) om gebruik te maken van de REnescience technologie en de intellectuele eigendomsrechten (patent, know-how, copyrights, databaserights etc), tegen betaling van een eenmalige license fee. Dit recht is beperkt tot de gemeenten Eindhoven, Valkenswaard en Geldrop-Mierlo. - Proceswarranty: garantie die Dong geeft op de technologie en bonus/malusregeling. - Improvement (nieuw intellectueel eigendom): niet in de prijs inbegrepen maar tegen marktconforme condities te verkrijgen. Bij de contractvorming wordt dieper ingegaan op onderscheid upgrades en improvements. Heads of Terms Waste Treatment Agreement (WTA) In de waste treatment overeenkomst worden de afspraken vastgelegd over het verwerken van het in te zamelen afval, de prijs voor het verwerken, het eigendom van het afval (blijft bij Cure) en over de output. De waste treatment overeenkomst (WTA) is bij uitstek het middel waarmee Cure kan sturen op haar rol als regievoerder van de totale afvalwaardeketen (inzamelen-verwerken-vermarkten & innoveren) en waarmee Cure zeggenschap kan houden op haar doelstellingen ten aanzien van deze keten. Cure kan sturen op de output (resultaat na afvalverwerking) middels kritische prestatie indicatoren (KPI) en daaraan gekoppelde prestatienormen. Heads of Terms Innovation Platform (IPA) De belangrijkste kaders zijn: - De oprichting van een innovatieplatform tussen de B.V. en REnescience 14

15 - Doel platform: to support the development of sustainable solutions for waste treatment in the Brabant Region to the benefit of local businesses, universities and the welfare and quality of life of its citizens ; - Organisatie innovatiedagen, meetings, workshops; - Het opzetten van een netwerk van experts, start-ups, kennisinstellingen, overheden etc.; - Het aanstellen van een innovatie program manager; 15

16 Appendix C Argumentatie en toetsing De hieronder opgenomen argumentatie is opgesteld door een ambtelijke werkgroep van de gemeenten Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard en is door het college van Valkenswaard betrokken bij de standpuntbepaling. In de argumenten worden aspecten als technologie, klimaat, scheidingsresultaat, scenarioanalyse, werkgelegenheid en afgesloten overeenkomsten beschouwd. 1.a.1. Reële alternatieven zijn niet beschikbaar. Cure heeft beargumenteerd dat we zowel met droge nascheiding als met verdergaande bronscheiding ver verwijderd zullen blijven van de geformuleerde doelstellingen. Om deze toch te behalen, moet een andere weg worden ingeslagen: een combinatie van bron- en (natte) nascheiding. Het bestaande percentage hergebruik van ingezameld huishoudelijk afval in het inzamelgebied van Cure bedraagt gemiddeld 46% (exclusief milieustraten), hetgeen ver verwijderd is van de doelstelling. De prestatie van de gemeente Geldrop-Mierlo (60% scheidingsrendement en een diftar-systeem) is een goede indicatie voor wat maximaal haalbaar is in stedelijk gebied. Uitstel van de keuze voor een systeem leidt ertoe dat niet optimaal gebruik gemaakt kan worden van vergoedings- en subsidieregelingen (vergoeding op kunststof neemt de komende jaren af; SDE+ subsidie wordt niet verkregen) en in die periode lopen de kosten van verbranden van afval (incl. verbrandingsbelasting) door. In de bijgevoegde rapportage wordt hier uitgebreid bij stilgestaan. 1.a.2. De techniek van natte nascheiding met enzymen levert meer biogas op dan een conventionele (droge) nascheidingstechniek. Door de menging van afval met water vindt de omzetting van de organische fractie in het afval (ruim 40%) in een zogenaamde biovloeistof nagenoeg volledig plaats. Het afval wordt gedurende het verblijf in de trommel als het ware schoon gewassen. De biovloeistof kan zeer efficiënt vergist worden, waardoor de gasopbrengst ongeveer 3 x zo hoog is dan bij droge nascheiding. De vaste fractie zoals plastic en metaal bevat nauwelijks tot geen productresten. Ook papier, zoals etiketten, hygiënisch papier, inhoud van luiers etc. worden omgezet in biogas. De hoeveelheid nog te verbranden afval is aanzienlijk kleiner (50%) dan bij de droge nascheiding. 1.a.3 De REnescience techniek draagt substantieel bij aan de klimaatambities. Met de installatie wordt biogas geproduceerd. Dat kan worden ingezet als alternatief voor aardgas. Ook behoeft er substantieel minder vervoer van afval plaats te vinden naar de verbrandingscentrale. Daardoor wordt bijgedragen aan een aanzienlijke reductie van CO2. Zie ook bijlage 9b. 1.a.4. Nascheiding zorgt ervoor dat ook in dicht stedelijk gebied een makkelijke en grote stap gezet kan worden in het structureel beperken van de hoeveelheid restafval met behoud van het serviceniveau. 16

17 De te kiezen nascheidingstechniek bepaalt in belangrijke mate hoe scheiding van afvalsoorten aan de bron door inwoners moet plaatsvinden. In stedelijk gebied is het van belang het ruimtebeslag van inzamelmiddelen (containers/bakken etc.) in/bij woningen te beperken en de service naar inwoners (eenvoud; gemak; voorkomen overlast) op peil te houden. De introductie van het nieuwe systeem heeft geen verandering in het aantal en/of de omvang van inzamelmiddelen tot gevolg, vergt dus niet meer ruimte dan het bestaande systeem en vereist geen gedragsverandering van de inwoners. Bij het nieuwe inzamelsysteem blijven de huidige inzamelsystemen voor oud papier, textiel en glas bestaan. Ook de milieustraten blijven in de huidige opzet voortbestaan. Het bestaande systeem voor restafval met minicontainers bij laagbouw en ondergrondse containers bij hoogbouw kan ook blijven bestaan. De enige aanpassingen betreffen GFT bij de laagbouw en kunststof bij laag- en hoogbouw. De groene minicontainer voor GFT wordt in het nieuwe systeem alleen gebruikt voor tuinafval. Bewoners van de laagbouw kunnen hun keukenafval bij het restafval voegen, hetgeen ook nu al in de meeste gevallen gebeurt: ongeveer 40% van het restafval bestaat uit keukenafval, terwijl het GFT voor slechts 4% uit keukenafval bestaat. De huidige gescheiden inzameling van verpakkingsafval (Eindhoven en Valkenswaard: plastic, Geldrop- Mierlo: PMD) kan afgeschaft worden. Het is ook niet (meer) nodig om heel specifieke stromen, zoals luiers, apart in te zamelen. Voor wat betreft de mate van verstedelijking wordt opgemerkt dat voor de drie gemeenten geldt dat zij wijken hebben die weinig tot geen hoogbouw hebben en wijken die overwegend bestaan uit hoogbouw. 1.a.5. In Kopenhagen is op semi-praktijkschaal de techniek operationeel waarmee een succesvolle proef is gehouden met huishoudelijk afval uit Eindhoven. In de demonstratie-installatie in Kopenhagen is een proef uitgevoerd met 120 ton Eindhovens afval, teneinde er zeker van te zijn dat gemaakte aannames over opbrengsten/rendementen in de Eindhovense situatie kloppen. De resultaten van de proef wijzen uit dat het Eindhovens afval qua samenstelling per saldo gunstiger is dan het afval uit Kopenhagen: in het algemeen bevat het Eindhovens afval wat minder vergistbare fractie, dit betekent minder gasopbrengst maar ook minder digestaat (lagere kosten). De hoeveelheden plastic en metalen zijn daarentegen hoger (meer opbrengsten). In onderstaande tabel zijn indicaties gegeven van de mate waarin de techniek leidt tot minder restafval ten opzichte van de bestaande situatie anno 2015 (cijfers zijn exclusief milieustraten; feitelijke percentages per gemeente zijn hoger). De ambitie is om het gemiddelde scheidingspercentage van 76% door te laten groeien naar (vrijwel) 100% met behulp van technische innovaties bij de toepassing van de restproducten. 17

18 Scheidingspercentage Overall Cure Eindhoven Geldrop-Mierlo Valkenswaard Huidige situatie 47% 43% 60% 54% Nieuwe situatie 76% 74% 82% 79% Toename 29% 31% 22% 25% De proef is uitgevoerd door de R&D-afdeling van DONG Energy. Namens Cure hebben CE Delft (deskundig op het gebied van procestechnologie) en Elsinga Beleidsplanning en Innovatie (deskundig op het gebied van vergisting en gasopwerking) de proef kritisch begeleid. 1.a.6. Toelichting scenario s Samenvattend kan gesteld worden dat de onderzochte scenario s variëren tussen volledige overdracht en verwerking van ingezameld afval door Cure aan DONG Energy, tot varianten waarbij nascheiding en innovatie in meerdere of mindere mate in gezamenlijkheid in een nieuw op te richten onderneming plaatsvindt door Cure en DONG Energy. In de rapportage van Cure zijn de scenario s beschreven en gevisualiseerd. In alle scenario s blijft restafval, zoals contractueel vastgelegd, ter verwerking afgevoerd worden naar Attero. 1.a.7 Verbeterd scenario 6 geeft de grootste toegevoegde waarde voor doorontwikkeling naar 0% restafval en de grootste zekerheid op voldoende afval. Scenario 6 is afgeleid uit de analyse van de vijf daaraan voorafgaand opgestelde scenario s. Dit scenario maakt het mogelijk dat Cure volledige controle heeft over de gehele afvalketen. Bovenop de nascheiding van het restafval via de enzymatische behandeling, zal Cure een innovatieplatform inrichten waaraan kennispartijen als TU/e, Wageningen UR en Brainport zullen deelnemen. Daarbij zal de markt uitgedaagd worden om voor de afvalstromen die achteraan de keten (nog) geen nuttige toepassing kennen, een nuttige toepassing te bedenken, hetgeen in onze regio voor economische activiteit zorgt. Hierdoor zal het scheidingsresultaat stijgen, de opbrengsten zullen stijgen en kosten zullen dalen. De risico s worden hierdoor geminimaliseerd en er zal werkgelegenheid, kennis en innovatie in onze regio ontstaan. Vanuit de rol van ketenregisseur dient Cure ook een rol te hebben in dit 18

19 Innovatieplatform: gehele of gedeeltelijke deelname in de vijf schakels van de keten is noodzakelijk. De businesscase is in essentie een vergelijking van de kosten van afvalbeheer met een combinatie van bron- en nascheiding (REnescience) enerzijds en voortzetting van de huidige situatie (bronscheiding en verbranding) anderzijds. In de businesscase is gerekend met een bepaalde capaciteit van de installatie ( ton afval per jaar). De keuze voor een installatie met een grotere omvang dan nodig voor de eigen hoeveelheid afval is ingegeven door operationele optimalisatie en de kostprijsoptimalisatie waartoe dit leidt. Cure neemt daarvan ongeveer de helft voor zijn rekening. De rest moet geleverd worden door andere gemeenten. De beslissing van deze derde-gemeenten om afval aan te leveren wordt uiteraard bepaald door de milieuprestatie van de installatie (scheidingsrendement), de kosten daarvan (service fee) en de service aan hun inwoners. De REnescience-techniek is interessant voor derde-gemeenten, omdat zij door middel van deze techniek een scheidingsresultaat kunnen bereiken dat op andere manieren voor stedelijke gemeenten niet mogelijk is. Ook financieel is de techniek voor andere gemeenten interessant, omdat het poorttarief lager is dan dat voor verbranden. Er zijn concrete gesprekken gaande met meerdere gemeenten over het laten bewerken van hun afval in de REnescience-installatie (meerjarige contracten). In de businesscase staat Cure er garant voor dat twintig jaar ton afval per jaar wordt geleverd. Zonder zekerheid over de levering van afval van derde gemeenten kan het algemeen bestuur van Cure geen definitief besluit nemen. Daarom is de grootst mogelijke zekerheid over de levering van afval door derde-gemeenten een voorwaarde voor het voortzetten van het REnescience-project. 1.a.8 Er ontstaat nieuwe werkgelegenheid. De te realiseren REnescience-installatie leidt tot nieuwe werkgelegenheid. Ongeveer 20 tot 30 medewerkers zullen hier werkzaam zijn. De oprichting van het innovatieplatform heeft het perspectief in zich dat verdere groei op het gebied van nieuwe bewerkingstechnieken en toepassingsgebieden van output-stromen mogelijk is, die een verder toename van de werkgelegenheid tot gevolg zal hebben 19

20 1.a.9. Het bestemmingsplan GDC Noord voorziet in de activiteit. De locatie ligt logistiek gezien gunstig ten opzichte van het verzorgingsgebied (in nabijheid van snelwegen en spoor). Het vigerende bestemmingsplan is voor dit type bedrijvigheid ingericht. Cure heeft een optie op de grond. De MER-beoordelingsnotitie (bijlage 9) wijst uit dat de milieueffecten naar de omgeving beperkt zijn en de activiteit milieu hygiënisch goed inpasbaar is op de beoogde locatie. 1.a.10. Joint Development Agreement In november 2015 is een Joint Development Agreement (JDA) ondertekend tussen Cure en DONG Energy. Daarin is samenwerking vastgelegd omtrent verdere voorbereidingen tot het moment waarop het Algemeen bestuur van Cure een besluit neemt over deelname aan en investering in de onderneming. Voorafgaand aan dit besluit dienen de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld te zijn om zienswijzen te geven op het voorstel van Cure. 1.a.11. De belangrijkste risico s zijn afgedekt Om de businesscase qua governance goed te borgen zijn c.q. worden diverse overeenkomsten gesloten. Daarmee zijn/worden de belangrijkste risico s tot een minimum beperkt. Hieronder zijn de overeenkomsten toegelicht. In bijlage 10 en 10a is uitgewerkt welke risico s op welke wijze zijn afgedekt in de overeenkomsten. De volgende overeenkomsten zijn gesloten (en zijn weergegeven in bijlage 11 t/m 14): 1.a.12. Heads of Terms (HoT s) Joint venture, License Agreement, Waste Treatment Agreement en Innovation Platform. Zie Appendix B 1.b.1 Het instemmen met de REnescience-techniek, volgens verbeterd scenario 6, impliceert het deelnemen in Cure DONG Energy REnescience B.V. Om de REnescience-installatie te kunnen realiseren dient Cure deel te nemen in het bedrijf Cure DONG Energy REnescience B.V.. De Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling Cure stellen ten aanzien daarvan eisen aan openbare lichamen. 2.1 Met de zienswijze wordt de keuze voor de REnescience-techniek onderschreven en bevestigd. Artikel 31.a van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 20, lid 1, onder g. van de Gemeenschappelijke regeling Cure schrijven voor dat de gemeenteraden in de gelegenheid worden gesteld een zienswijze uit te brengen met betrekking tot deelname in een vennootschap of een andere onderneming. Door DONG Energy is de Cure DONG Energy REnescience B.V. opgericht. Om van de techniek gebruik te kunnen maken is deelname in deze B.V. noodzakelijk. Het Algemeen bestuur van Cure zal met inachtneming van de uitgebrachte zienswijzen van de gemeenteraden een definitief besluit nemen over de deelname. Het Dagelijks bestuur van Cure biedt gelegenheid tot het uitbrengen van 20

21 zienswijze tot 23 december Met bijgevoegde zienswijze wordt het door Cure gedane voorstel onderschreven en bevestigd. Toetsing Hieronder volgt de toetsing van de keuze van Cure voor de samenwerkingspartner DONG, de argumenten van Cure om over de gehele afvalketen regie te voeren, en een beschrijving van de benodigde vergunningen De keuze voor de samenwerking met DONG Energy. De belangrijkste argumenten om te kiezen voor het aangaan van een joint venture met Dong en het sluiten van een verwerkingsovereenkomst met de joint venture zijn dat daarmee maatschappelijk de meeste waarde wordt gecreëerd, de gepatenteerde techniek van DONG Energy de beste techniek is om de doelstellingen te verwezenlijken, Cure regie blijft houden op de totale waardeketen en risico s het beste worden beheerst in een samenwerking met DONG Energy. Cure streeft naar 100% hergebruik en is op zoek gegaan naar de techniek die daar het best op aansluit. Uit marktonderzoek is naar voren gekomen dat momenteel alleen de door DONG Energy gepatenteerde REnescience-techniek deze ambitie het best benadert. Het verschil met bestaande nascheidingstechnieken is groot als het gaat om de kwaliteit van de outputstromen, zoals kunststoffen en metalen, en de hoeveelheid, met name biogas. Zoals eerder al vermeld, is het gebruik van warm water en enzymen hét onderscheid met de bestaande (droge) nascheidingstechnieken. Dit is dan ook gepatenteerd door DONG Energy. Door het aangaan van een Joint venture kunnen risico s evenwichtig worden gedragen en behoudt Cure als aandeelhouder actief zeggenschap over een belangrijke schakel in de waardeketen. En daarmee ook op het verwerkingstarief en de risico s. Het aangaan van een Joint venture en het gunnen van de bewerkingsopdracht aan de Joint venture B.V. is volgens de aanbestedingsrichtlijnen toegestaan. 1.2 De mate van regie op de waardeketen. Uit de tekst van de Gemeenschappelijke regeling Cure volgt dat afvalbeheer tot het takenpakket hoort van Cure. Om de doelstellingen te kunnen behalen moet er regie gevoerd worden op de hele afvalbeheerketen. Dit is voor de colleges de belangrijkste reden geweest voor het oprichten van de Gemeenschappelijk regeling Cure en Cure in staat te stellen op te treden als ketenregisseur. De afvalbeheerketen betreft inzamelen, bewerken, verwerken en vermarkten van de diverse fracties. Daarnaast behoort ook de technische advisering bij beleidsvraagstukken, zoals de mate van bronscheiding en de bijbehorende systeemkeuze, tot de taken van Cure. Zoals in elke keten bepalen de zwakste schakel en de manier waarop de schakels met elkaar verbonden zijn, de sterkte. Het is dus van belang dat Cure zowel per schakel als over het geheel regie voert. Dit betekent dat Cure ook regie moet voeren op het nascheidingsproces. Dit nascheidingsproces is zelf ook een aaneenschakeling van (veelal standaard-)technieken, waarbij de output van de ene, input is voor de volgende. De technieken moeten zo op elkaar afgestemd worden dat de kwaliteit en kwantiteit van de 21