Postbus AP Groningen

Transcriptie

1 tüïtï!, Gedeputeerde Staten provincie jfii groningen J.R. Huisman Scheemderzwaag TM Scheemda Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Bijlage ndenwerp 24 augustus (voorheen ) P.Stevens; 2 Definitief besluit vergunning Natuurbeschermingswet J.R. Huisman, Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda Geachte heer Huisman, Wij hebben van uw adviseur, mevrouw W. Schotsman Van Westreenen,op 19 augustus 2015 een vergunningaanvraag ontvangen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 voor uw pluimveebedrijf aan de Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda. Het ontwerpbesluit op de aanvraag heeft gedurende 6 weken in de periode 4 juli 2016 tot en met 15 augustus 2016 ter inzage gelegen in het provinciehuis te Groningen. Gedurende deze termijn was er de mogelijkheid voor belanghebbenden om schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen naar voren te brengen. Van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen is geen gebruik gemaakt. Het definitieve besluit is ongewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit en ligt ter inzage van 29 augustus 2016 tot en met 10 oktober De plaatsing in de krant (Dagblad vh Noorden, editie ost) is op 27 augustus Tegen het definitieve besluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit kan tevens worden geraadpleegd via de internetsite van de provincie Groningen en is in te zien in het provinciehuis te Groningen. Beroep kan worden ingesteld door: - belanghebbenden die tijdig een zienswijze tegen het ontwerp van het besluit hebben ingediend; - belanghebbenden die aan kunnen tonen redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest om een zienswijze tegen het ontwerp van het besluit in te dienen; - belanghebbenden die bezwaren hebben tegen wijzigingen die in het vastgestelde besluit zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerp van het besluit. Martinikerkhof JG Groningen Sint Jansstraat JN Groningen Postbus AP Groningen Telefoon info@provinciegroningen.nl De provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeling Bestuur, Juridische Zaken & Communicatie: , BTW: NL B01 / KvK: / IBAN: NL84 ABNA / BIC: ABNANL2A

2 Beroep kan worden ingesteld bij: De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus EA Den Haag Aan deze procedure is het kenmerk gekoppeld. U dient bij correspondentie dit kenmerk te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: Namens dezen: A.J. Hoogerwerf Hoofd van de afdeling Landelijk Gebied en Water Deze briefis elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.

3 GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PRVINCIE GRNINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Datum besluit nderwerp Artikel Activiteit : 24 augustus 2016 : Besluit Natuurbeschermingswet Gemeente ldambt : 19d en 19e :het in werking hebben en het uitbreiden/wijzigen van het pluimvee bedrijf Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda Verlenen/weigeren : verlenen vergunning Aanvrager : J.R. Huisman Zaaknummer : (voorheen )

4 Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRNINGEN op het verzoek van J.R. Huisman, Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda hierna te noemen aanvrager, van 19 augustus 2015 om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, hierna de Nbw Aanvraag en procedureverloop De aanvraag voorziet in een uitbreiding/wijziging ten opzichte van het feitelijk gebruik, in de referentieperiode 1 januari 2012 tot en met 31 december Het betreft; - Uitbreiden van de pluimveehouderij op de locatie Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda. p 15 december 2015 is een nieuwe versie van AERIUS geïmplementeerd. Deze versie, AERIUS versie 2015, is in de plaats gekomen van AERIUS versie Hierdoor veranderen mogelijk de uitkomsten van de berekening en zodoende de in dit besluit genoemde waarden ten opzichte van de aanvraag. In dit besluit is de berekening van de nieuwste versie van AERIUS betrokken. Uit de berekeningen volgt dat wij bevoegd gezag zijn vanwege de effecten op het (voor het Groningse deel) van het Natura 2000-gebied Waddenzee. Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende stukken gebruikt: het aanvraagformulier, de AERIUS-verschilberekening, de machtiging, de mgevingsvergunning d.d. 19 juli 2012 met plattegrondtekening BBZ 349-M1 d.d en de veesaldokaart kippenhouderij d.d. 2 juli 2014 voor het bepalen van de feitelijke situatie periode p deze vergunningaanvraag verklaren wij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. p grond van artikel 44, tweede en derde lid, van de Nbw 1998, hebben wij het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente ldambt in de gelegenheid gesteld een zienswijze te geven over de aanvraag. De Gemeente ldambt heeft hier geen gebruik van gemaakt. p grond van artikel 2, vijfde lid, van de Nbw 1998hebben wij op 29 juni 2016 het ontwerpbesluit naar het college van gedeputeerde staten van de provincie Friesland en Drenthe gestuurd, waarbij wij het college verzoeken in te stemmen met het voorliggende ontwerpbesluit. Indien niet binnen 4 weken wordt gereageerd, wordt automatisch ingestemd met dit besluit, in overeenstemming met het door alle provincies vastgestelde beleid.

5 Zienswijzen en verdere procedure Het ontwerpbesluit op de aanvraag heeft gedurende 6 weken in de periode van 4 juli 2016 tot en met 15 augustus 2016 ter inzage gelegen in het provinciehuis te Groningen. Gedurende deze termijn was er de mogelijkheid voor belanghebbenden om schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen naar voren te brengen. Van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen is geen gebruik gemaakt. Het voorliggende definitieve besluit is ongewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit. Tegen het definitieve besluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit kan tevens worden geraadpleegd via de internetsite van de provincie Groningen en is in te zien in het provinciehuis te Groningen. Beroep kan worden ingesteld door: - belanghebbenden die tijdig een zienswijze tegen het ontwerp van het besluit hebben ingediend: - belanghebbenden die aan kunnen tonen redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest om een zienswijze tegen het ontwerp van het besluit in te dienen; - belanghebbenden die bezwaren hebben tegen wijzigingen die in het vastgestelde besluit zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerp van het besluit. Beroep kan worden ingesteld bij: De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus EA Den Haag

6 Besluit Gedeputeerde Staten van Groningen; Gelet op de artikelen 19d tot en met 19g en 19kh, lid 7 van de Nbw BESLUITEN WIJ 1. Aan J.R. Huisman, de op grond van artikel 19d van de Nbw 1998 vereiste vergunning te verlenen voor het in werking hebben en het uitbreiden/wijzigen van een pluimveehouderij aan de Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda; 2. de hiervoor benodigde ontwikkelingsruimte volgens bijlage 2 van dit besluit, toe te kennen in AERIUS-Register; 3. dat de volgende bijlagen onderdeel zijn van dit besluit: Bijlage 1 (verwegingen bij het besluit) Bijlage 2 (AERIUS-Registerbijlage kenmerk 2EvaWPpMLp (als separaat PDF-document bijgevoegd)) de technische tekening BBZ 349-M1 d.d , zoals aangeleverd bij de aanvraag 4. aan deze vergunning het volgende voorschrift te verbinden: a. de activiteit waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van deze Nbw-vergunning volledig te zijn gerealiseerd dan wel te zijn verricht. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: Namens dezen A.J. Hoogerwerf Hoofd afdeling Landelijk Gebied en Water Dit besluit is eiektronisct) aangemaakt en daarom niet ondertekend. Afschriften: Een afschrift van dit besluit is tevens verzonden naar: Burgemeester en wethouders van gemeente ldambt VergunningenBTP@gemeente-oldambt.nl Ministerie van Economische Zaken Nbwetteam@minez.nl Adviseur mw W. Van Westreenen Schotsman@vanwestreenen.nl Gedeputeerde staten van de provincies Drenthe en Friesland nbwet@drenthe.nl en nb-wet@fryslan.nl

7 BIJLAGE 1 VERWEGINGEN BIJ HET BESLUIT Wettelijk kader - Natuurbeschermingswet 1998 Artikel 19d van de Nbw 1998 heeft betrekking op de vergunningplicht in verband met Natura 2000-gebieden (habitat- en vogelrichtlijngebieden). p grond van artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 is het verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten, projecten of andere handelingen uit te voeren die, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. p 1 juli 2015 is de Nbw 1998 gewijzigd ten behoeve van de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS). Naast deze wetswijziging zijn tevens het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof (hierna: Besluit grenswaarden) en de Regeling programmatische aanpak stikstof (hierna: Regeling) in werking getreden. Programmatische Aanpak Stikstof Dit programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. De aanpak voorziet er in dat telkens voor een periode van zes jaar een programma wordt vastgesteld, dat concrete maatregelen bevat om de stikstofdepositie terug te dringen, negatieve effecten van stikstof te voorkomen en waar nodig natuurherstel te realiseren. Het vastgestelde PAS bevat daartoe landelijke brongerichte maatregelen waarmee de emissie van stikstof wordt gereduceerd en worden gebiedsspecifieke natuurherstelmaatregelen getroffen waarmee de veerkracht van de Natura 2000-gebieden wordt verbeterd. p 14 april 2015 hebben wij ingestemd met de PAS Het PAS is passend beoordeeld. In deze passende beoordeling is getoetst of uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000-gebieden, opgenomen binnen de PAS. De passende beoordeling bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses, die de ecologische onderbouwing vormen dat met het programma de stikstofgevoelige Natura doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kunnen worden én er ontwikkelingsruimte beschikbaar is voor economische ontwikkelingen. In de gebiedsanalyses is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan herstelmaatregelen, er in de Ie programma periode geen verslechtering optreedt van alle stikgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeling is uitgegaan van de achtergrondwaarde van In deze achtergrondwaarde zijn alle voor de aanvang van het programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN).Deze emissies hebben al voor de aanvang van het programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeling. De conclusie van de passende beoordeling van het PAS is dat kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Groningse Beleidsregels Gedeputeerde Staten van Groningen hebben bij besluit van 14 april 2015 voor het toedelen van de vrij beschikbare ontwikkelingsruimte (segment 2) aan projecten en andere handelingen beleidsregels vastgesteld. Provincies hebben een gezamenlijke set van beleidsregels vastgesteld voor de verdeling van de vrij beschikbare ontwikkelingsruimte. Deze hebben tot doel.om de toedeling van ontwikkelingsruimte eenvoudig en eerlijk uit te voeren. Verder voorkomen deze regels dat enkele aanvragers in één keer de beschikbare ontwikkelingsruimte verbruiken. Bovendien moeten ze voorkomen dat er ongelijkheid ontstaat tussen provincies.

8 Aanvragen worden verder getoetst aan de volgende beleidsregels: 1. Per PAS-programmaperiode wordt bij een toestemmingsbesluit aan een activiteit niet meer dan 3 mol stikstof per hectare per jaar aan ontwikkelingsruimte toegedeeld. Voor landbouw, industrie, infrastructuur of voor het gebruik van gemotoriseerd voertuigen voor wedstrijden geldt deze waarde in cumulatie met eerdere gemelde of vergunde activiteiten voor hetzelfde bedrijf binnen één PAS-programmaperiode. 2. Het project of de andere handeling waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, te zijn gerealiseerd onderscheidenlijk verricht. Na twee jaar kunnen Gedeputeerde Staten het door hen hiervoor vastgestelde toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) intrekken of wijzigen of, indien het om een omgevingsvergunning gaat, burgemeester en wethouders verzoeken het toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) in te trekken of wijzigen. 3. Voor de toedeling van ontwikkelingsruimte geldt de volgorde van ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag. Bij binnenkomst via de post geldt het tijdstip van uur. Voor dit bedrijf is niet eerder een vergunning danwel een verklaring van geen bedenkingen (hierna vvgb) op grond van de Nbw 1998 verleend dan wel een melding op grond van de PAS gedaan. Bepalen bevoegd gezag en vergunningplicht Uit de AERIUS-berekening volgt dat wij het bevoegd gezag zijn vanwege de effecten op het Natura 2000-gebied (voor het Groningse deel van de) Waddenzee. Uit de bij de aanvraag ingediende AERIUS-berekening van de beoogde situatie volgt dat er gebieden zijn waar de depositie boven de grenswaarde ligt. In bijlage 2 is de AERIUS Register-bijlage opgenomen, waarin alle gebieden staan vermeld met een depositie boven de 0,05 mol/ha/jaar. Voor het gebied Waddenzee geldt dat de aanwezige achtergronddepositie lager is dan de kritische depositiewaarde van de habitats. Er is derhalve geen sprake van een significant negatief effect. Dit betekent dat er geen beroep hoeft te worden gedaan op ontwikkelingsruimte voor het gebied Waddenzee vanwege het effect van stikstofdepositie. Voor de andere gebieden in de AERIUS-registerbijlage (bijlage 2) boven de 0,05 mol is wel ontwikkelingsruimte nodig vanwege de beoogde activiteit in tabel 2. Vaststellen van de feitelijk door de bestaande activiteit veroorzaakte stikstofdepositie Artikel 5, vijfde en zesde lid van de Regeling PAS vormt de grondslag voor de bepaling van de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie. Dit betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt als gevolg van hetgeen daadwerkelijk plaatsvond binnen de kaders van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e of i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of Hinderwet. p basis van de PAS wordt voor de referentiesituatie uitgegaan van de bestaande activiteit met de hoogst veroorzaakte stikstofdepositie, passend binnen de verleende mgevingsvergunning d.d. 19 juli Deze feitelijke situatie van bedrijf waarop de aanvraag van toepassing is, is aangetoond met de veesaldokaart kippenhouderij dd. 2 juli 2014 voor het bepalen van de feitelijke situatie in periode De ammoniakemissie van de feitelijk gehouden dieraantallen is lager is dan voor de vergunde dieraantallen in de mgevingsvergunning d.d. 19 juli De werkelijke aantallen dieren passend binnen de milieuvergunde situatie d.d. 19 juli 2012 is aangehouden als referentie situatie in de bijgevoegde Aerius-berekening.

9 Tabel 1 bestaande situatie Scheemderzwaag 17, 9679 TM Scheemda Diersoort Rav-categorle Aantal (stalnr) NH3-emisslefactor' Totaal NH3- emissie kg/jr Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mastbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0.2 m' per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mastbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 E (stal 1) 0, ,00 E e.s.b , ,00 E (stal 2) 0, ,00 E6.8.b 0, ,00 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mastbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0.2 m' per dier per uur E (stal 3) 0, ,00 ' Er is gerekend met de emissiefactoren van de Regeling ammoniak en veehouderij.

10 Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopsiagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 E 6.8.b , ,00 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur E (stal 4) 0, ,13 Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopsiagloods; geldt voor huisvestingssystemen ondere2.5, E 2.11,E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 E6.8.b , ,30 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur E ,00 (stal 5) 0, ,06 Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopsiagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 E 6.8.b ,00 0, ,15 Totaal 7.386,64

11 Beoogde situatie in aanvraag Er wordt vergunning gevraagd voor de beoogde activiteiten, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 2 beoogde situatie Scheemderzwaag 17, 9679 T M Scheemda Diersoort Rav-categorie Aantal (stalnr) NH3-emissiefactoi^ Totaal NH3- emissie kg/jr Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal E (stal 1) E 6.8.b (stal 1) E (stal 2) E6.8.b (stal 2) E (stal 3) 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 1 Er is gerekend met de emissiefactoren van de Regeling ammoniak en veehouderij.

12 in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/me4.3 en E 4.8 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Meetbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E4.3 en E 4.8 Kippen; legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (BWL V2 volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Meetbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag )Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 E 6.8.b (stal 3) E ( stal 4) E 6.8.b ( stal 4 E (stal 5) E6.8.b (stal 5) 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 Totaal ,00 10

13 Vaststellen overige effecten Gezien de afstand tot het Natura 2000-gebied zijn er naast de effecten van stikstof geen andere effecten op Natura 2000-gebieden. Effecten op Natura 2000-gebieden in Duitsiand p basis van de gewijzigde wet betrekken wij ook eventuele effecten op Natura 2000-gebieden buiten onze landsgrenzen bij ons besluit. De gewenste bedrijfsontwikkeling heeft ook invloed op Natura 2000-gebieden in Duitsland. Voor de beoordeling van de toename sluiten wij aan bij de Duitse beoordelingssystematiek, zoals deze is opgenomen in het Programma Aanpak Stikstof. De Duitse overheid oordeelt dat er geen sprake is van een negatief effect als de toename van stikstofdepositie lager is dan 7,14 mol N/ha/jaar. De toename in de aangevraagde situatie veroorzaakt op geen enkel habitat op Duits grondgebied een stikstofdepositie die deze grenswaarde overschrijdt (zie bijlage 2). Nadere toetsing van effecten op Natura 2000-gebieden op Duits grondgebied is hierdoor niet nodig. Conclusie De aanvraag past binnen de Groningse beleidsregels en is derhalve ter toetsing aangeboden aan AERIUS Register. Uit de AERIUS-Registerbijlage (bijlage 2) blijkt dat er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is om de aangevraagde situatie te verlenen. Er is voor de onderliggende aanvraag ontwikkelingsruimte vastgelegd in AERIUS Register. De vergunning kan worden verleend. 11

14 BIJLAGE 2 AERIUS Register-bijlage (kenmerk; 2EvaWPpMLp) (als los document bijgevoegd). 12

15 AERIUS «REGISTER Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel igkm, eerste lid, van de Nb-wet iggs., Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden ineen bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 1/30

16 AERIUS II REGISTER Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie JR Huisman Activiteit omschrijving AERIUS kenmerk Bevoegd gezag Hulsman aevawppmlp Provincie Groningen Datum berekening Rekenjaar 21 maart 2016,15: Sector Deelsector Landbouw Stalemissies Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil Nx NH ,64 kg/j ,00 kg/j 2-798,35 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectverschil (moi/ha/j) Natuurgebied Waddenzee Provincie Groningen Situatie 1 Situatie 2 Verschil 0,44 0,60 + 0,16 Toelichting Feitelijke situatie + Beoogde situatie Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 2/^0

17 AERIUS B REGISTER Locatie Feitelijk 2014 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 3/30

18 AERIUS II REGISTER Emissie (per bron) Feitelijk 2014 Naam Locatie p<,y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 1 (20000) , ,5 m 0,0 mw 2.100,00 kg/j Dier RAVcode mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie V E voilèrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages: beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 4/30

19 AERIUS «REGISTER Naam Locatie (X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 2 (20000) , ,5 m 0,0 mw 2.100,00 kg/j Dier RAV code mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie E volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0,050 2.ioo,oo kg/j Huisman zevawppmlp (21 maart 2016) pagina 5/30

20 AERIUS II REGISTER Naam Locatie (X,Y) Ultstoothoogte Warmteinhoud NHj Stal 3 (loooo) , ,0 m 0,0 mw 1.050,00 kg/j Dier RAVcode mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie E 2.n.2.i volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages: beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman aevawppmlp (21 maart 2016) pagina 6/30

21 AERIUS P REGISTER Naam Locatie (X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 4 (8366) , ,5 m 0,0 mw 878,43 kg/j Dier RAV code mschrijving Aantal Stof Emissiefactor dieren (kg/dier/j) Emissie E volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,43 kg/j Huisman 2EvaWPpMLp(2i maartaois) pagina 7/30

22 AERIUS II REGISTER Naam Locatie (X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 5 (11983) , m 0,0 mw 1.258,22 kg/j Dier RAV code mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie E volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) n.983 NH3 0, ,06 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) n.983 NH3 0, ,22 kg/j Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 8/30

23 AERIUS«REGISTER Locatie Beoogde opzet ; ßoo m,:- I Huisman aevawppmlp (21 maart 2016) pagina g/so

24 AERIUS «REGISTER Emissie (per bron) Beoogde opzet Naam Locatie (X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 1 (23000) , ,5 m 0,0 mw kg/j Dier RAVcode mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie E 2.n.2.i volièrehuisvesting: 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman zevawppmlpfai maartaois) pagina 10/30

25 AERIUS P REGISTER Naam Locatie (X.Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 2 (23000) , ,5 m 0,0 mw 2.415,00 kg/j Dier RAV code mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie Y E 2.n.2.i volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m' per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 11^0

26 AERIUS B REGISTER Naam Locatie (X,Y) Ultstoothoogte Warmteinhoud NH; Stal 3 (i6ooo) , ,0 m 0,0 mw 1.680,00 kg/j Dier RAV code mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie E volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0,055 00e,eo kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman aevawppmlp (21 maart 2016) pagina 12/30

27 AERIUS II REGISTER Naam Stal 4 (23) Locatie(X,Y) , Uitstoothoogte 1,5 nfl Warmteinhoud 0,0 niw NH ,00 kg/j Dier RAV code mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie Y E volièrehuisvesting; 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 13/30

28 AERIUS II REGISTER Naam Locatie {X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Stal 5 (12000) , ,6 m 0,0 mw 1.260,00 kg/j Dier RAVcode mschrijving Aantal Stof dieren Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie Y E volièrehuisvesting: 45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages; beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m^ per dier per uur (Kippen; legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j E 6.8.b Afgesloten mestopslagloods; geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8 (Kippen; additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag) (verig) NH3 0, ,00 kg/j Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 14/30

29 AERIUS «REGISTER Depositie PASgebieden {rekenjaarzois) Natuurgebied Waddenzee Beschermingsregime Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied Hoogste Hoogste verschrijding achtergronddepositie projectbijdrage KDW (mol/ha/j) (mol/ha/j) 1.261,30 3,6 Drentsche Aa-gebied Habitatrichtlijn 2.178,48 0,30 Lieftinghsbroek Habitatrichtlijn 2.009,20 0,20 Drouwenerzand Habitatrichtlijn 1.835,19 0,17 Norgerholt Habitatrichtlijn 2.062,41 0,14 Fochteloërveen Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn 2.084,80 0,13 Witterveld Habitatrichtlijn, Beschermd natuurgebied ,09 Elperstroomgebied Habitatrichtlijn 1.809,49 0,08 Duinen Schiermonnikoog Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn 2.104,89 0,07 Bakkeveense Duinen Habitatrichtlijn 2.340,05 0,07 Drents-Friese Wold & Leggelderveld Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn 2-295,17 0,07 Dwingelderveld Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn 2.191,28 0,06 Wijnjeterper Schar Habitatrichtlijn 2.319,09 >0,05 Mantingerbos Habitatrichtlijn 2.191,83 >0,05 Geen overschrijding Wel overschrijding* * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Nb-wet. Bij de toetsing aan de NB-wet gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. Huisman zevawppmlp (21 maart 2016) pagina 15/30

30 AERIUSn REGISTER Depositie natuurgebieden Hoogste projectverschil (Waddenzee) Hoogste projectverschil per natuurgebied ^ Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn ^ Beschermd natuurgebied A Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn A Habitatrichtlijn, Beschermd natuurgebied A Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied A Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied Huisman zevawppmlp (21 maart 2016) pagina 16/30

31 AERIUS II REGISTER Depositie PASgebieden Hectare met hoogste projectverschil Hoogste verschnj- ntwikkelings- (mol/ha/j) depositie dingkdw ruimte Situatie 2 beschikbaar Situatie! Situatie 2 Verschil (mol/ha/j) Waddenzee 0,44 0,60 +o,i6 0,60 Drentsche Aa-gebied 0,22 0,30 + 0,08 0,30 # Lieftinghsbroek Drouwenerzand Norgerholt 0,15 0,20 + >0,05 0,20 0,13 0,17 + 0,05 0,17 0,10 0,14 + 0,04 0,14 Fochteloërveen 0,10 0,13 + 0,04 0,13 Q Witterveld Elperstroomgebied Duinen Schiermonnikoog Bakkeveense Duinen Drents-Friese Wold b Leggelderveld Dwingelderveld Wijnjeterper Schar Mantingerbos 0,07 0,09 + 0,03 0,09 0,06 0,08 + 0,02 0,08 >0,05 0,07 + 0,02 0,07 >0,05 0,07 + 0,02 0,07 0,05 0,07 + 0,02 0,07 0,04 0,06 + 0,02 0,06 0,04 >0,05 + 0,01 >0,05 0,04 >0,05 + 0,01 >0,05 Q Geen overschrijding ^ Wel overschrijding* ntwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Nb-wet. Bij de toetsing aan de NB-wet gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet is vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Huisman zevawppmlp (21 maart 2016) pagina 17/30

32 AERIUS B REGISTER Depositie per Waddenzee habitattype Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/j) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie i Situatie i Verschil HI33B Schorren en zilte graslanden (binnendijks) 0,44 0,60 +o,i6 HI33A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) 0,43 0,59 +o,i6 HI320 Slijkgrasvelden 0,37 0,51 + 0,14 HI3IA Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) 0,36 0,50 +0,14 Hzno Embryonale duinen 0,28 0,38 +0,10 Huisman aevawppmlp (21 maart 2016) pagina 18/30

33 AERIUS II REGISTER Drentsche Aa-gebied Habitattype Heaare met hoogste projectverschll (mol/ha/j) Situatie t Situatie 2 Verschil verschhj- ntwikkellngsding KDW ruimte beschikbaar ZGH4030 Droge heiden H9190 ude eikenbossen H2310 Stuifzandheiden met struikhei H9120 Beuken-eikenbossen met hulst H40IA Vochtige heiden (hogere zandgronden) H91D0 Hoogveenbossen 0,22 0,30 + 0,08 0,21 0,29 + 0,08 0,20 0,27 + 0,07 0,19 0,26 + 0,07 0,18 0,25 + 0,07 0,18 0,25 + 0,07 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,18 0,25 +0,07 H4030 Droge heiden H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,17 0,24 + 0,06 0,16 0,21 + 0,06 ZGH2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,14 0,19 +>0,05 H7140A vergangs- en trilvenen (trilvenen) 0,13 0,18 + >0,05 H6230vka Heischrale graslanden, vochtig 0,11 0,15 +0,04 kalkarm ZGH3160 Zure vennen 0,10 0,14 + 0,04 H9150A Eiken-haagbeukenbossen (hogere 0,09 0,12 + 0,03 zandgronden) H5130 Jeneverbesstruwelen ZGH4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,08 0,11 + 0,03 0,08 0,10 + 0,03 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 19/30

34 AERIUS «REGISTER Habitattype Hectare met hoogste projectverschll {mol/ha/d Situatie 1 Situatie 2 Verschil verschrij- ntwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar H6410 Blauwgraslancien H3i6oZure vennen H2330 Zandverstuivingen 0,08 0,10 + 0,03 0,07 0,09 + 0,02 0,06 0,09 + 0,02 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,06 0,09 +0,02 H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 0,06 0,08 + 0,02 ZGH2330 Zandverstuivingen 0,06 0,08 + 0,02 Lieftinghsbroek Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwikkeiings- (mol/ha/j) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil H9I6A Eiken-haagbeukenbossen (hogere 0,15 0,20 + >0,05 zandgronden) H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,15 0,20 + >0,05 H6410 Blauwgraslanden 0,14 0,20 + >0,05 H9ID Hoogveenbossen 0,14 0,20 + >0,05 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 20/30

35 AERIUSn REGISTER Drouwenerzand Habitattype Hectare met hoogste projectverschll verschrij- ntwlkkelings- (mol/ha/)) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie i Situatie 2 Verschil H2330 Zandverstuivingen H2310 Stuifzandheiden met struikhei H5130 Jeneverbesstruwelen ZGH2330 Zandverstuivingen 0,13 0,17 + 0,05 0,12 0,16 + 0,04 0,10 0,14 + 0,04 0,08 0,11 + 0,03 H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 0,06 0,09 + 0,02 H6230vka Heischrale graslanden, vochtig 0,06 0,08 + 0,02 kalkarm Norgerholt Habitattype Hectare met hoogste projectverschll verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/j) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,10 0,14 0,0 4 Huisman aevawppmlp (21 maart 2016) pagina 21/30

36 AERIUS II REGISTER Fochteloërveen Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwlkkellngs- (mol/ha/j) d'ng KDW ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil H7i2oah Herstellende hoogvenen, actief 0,10 0,13 +0,04 hoogveen ZGHTizoah Herstellende hoogvenen, actief 0,09 0,13 +0,03 hoogveen H4030 Droge heiden 0,08 0,12 + 0,03 H9999:23 Habitattype onbekend/onzeker 0,06 0,09 +0,02 KDW op basis meest kritische aangewezen type {HynoA, H/izo) Witterveld Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/j) di"g KDW ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil Hyizoah Herstellende hoogvenen, actief 0,07 0,09 + 0,03 hoogveen H4030 Droge heiden 0,04 >0,05 + 0,01 Elperstroomgebied Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/i) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie i Situatie 2 Verschil H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,06 0,08 + 0,02 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 22/^0

37 AERIUS n REGISTER Duinen Schiermonnikoog Habitattype Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil verschrij- ntwikkelingsding KDW ruimte beschikbaar ZGH2i8oAbe Duinbossen (droog), berken- >0,05 0,07 + 0,02 eikenbos H2I8B Duinbossen (vochtig) >0,05 0,07 + 0,02 ZGH2I6 Düindoornstruwelen >0,05 0,07 + 0,02 H2170 Kruipwilgstruwelen >0,05 0,07 + 0,02 ZGH2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,05 0,07 + 0,02 HaigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 0,05 0,07 + 0,02 H9999:6 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H213B, HZIBC) 0,05 0,07 + 0,02 H219C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) 0,05 0,07 +0,02 ZGH2I8B Duinbossen (vochtig) 0,05 0,06 + 0,02 ZGH2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) 0,04 0,06 +0,02 H213C Grijze duinen (heischraai) 0,04 0,06 + 0,02 HzigoAom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen 0,04 >0,05 + 0,01 ZGH2120 Witte duinen 0,04 >0,05 + 0,01 ZGH2170 Kruipwilgstruwelen 0,04 >0,05 + 0,01 H6410 Blauwgraslanden 0,04 >0,05 + 0,01 Huisman aevawppmlp (21 maart 2016) pagina 23/30

38 AERIUS n REGISTER Bijlage bi] besluit Bakkeveense Duinen Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/j) ding " KDW " ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil H2310 Stuifzandheiden met struikhei >0,05 0,07 + 0,02 H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 0,05 0,07 +0,02 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) H2330 Zandverstuivingen H3I6 Zure vennen 0,05 0,07 + 0,02 0,04 0,06 + 0,02 0,04 0,06 + 0,02 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 24/30

39 AERIUS B REGISTER Drents-Friese Wold & Leggelderveld Habitattype Hectare met hoogste projectverschil verschrij- ntwikkellngs- (mol/ha/j) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie i Situatie 2 Verschil H2330 Zandverstuivingen H2310 Stuifzandheiden met struikhei H3130 Zwakgebufferde vennen 0,05 0,07 + 0,02 0,05 0,07 + 0,02 0,05 0,06 + 0,02 H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 0,05 0,06 + 0,02 H5130 Jeneverbesstruwelen H4030 Droge heiden 0,05 0,06 + 0,02 0,05 0,06 + 0,02 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,04 0,06 +0,02 H3I6 Zure vennen H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,04 0,06 + 0,02 0,04 0,06 + 0,02 H6230vkaHeischrale graslanden, vochtig 0,04 0,06 +0,02 kalkarm Hgigo ude eikenbossen 0,04 >0,05 + 0,01 H7noB Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,04 >0,05 +o,oi Huisman 2EvaWPpMLp (21 maart 2016) pagina 2S/30

40 AERIUS n REGISTER Dwingelderveld Habitattype Hectare met hoogste projectverschii (mol/ha/i) Situatie 1 Situatie 2 Verschil verschrlj- ntwlkkellngsding KDW ruimte beschikbaar H9999:3 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type(h7i20) 0,04 0,06 + 0,02 H/noB Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,04 0,06 + 0,02 H5130 Jeneverbesstruwelen 0,04 0,06 + 0,02 H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 0,04 0,06 + 0,02 H2310 Stuifzandheiden met struikhei H4030 Droge heiden H2330 Zandverstuivingen H9190 ude eikenbossen ZGH2330 Zandverstuivingen H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,04 0,06 + 0,02 0,04 >0,05 + 0,01 0,04 >0,05 + 0,01 0,04 >0,05 + 0,01 0,04 >0,05 + 0,01 0,04 >0,05 + 0,01 Wijnjeterper Schar Habitattype Hectare met hoogste projectverschii verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/j) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil H4030 Droge heiden 0,04 >0,05 + 0,01 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart20i6) pagina 26^0

41 AERIUS» REGISTER Mantingerbos Habitattype Hectare met hoogste projectverschll verschrij- ntwikkelings- (mol/ha/i) ding KDW ruimte beschikbaar Situatie 1 Situatie 2 Verschil H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,04 >0,05 + o,oi 0 ^ Geen overschrijding ^ Wel overschrijding* ^ ntwikkelingsruimte beschikbaar** Q Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Nb-weL Bij de toetsing aan de NB-wet gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet is vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Huisman zevawppmlp (21 maart 2016) pagina 27^0

42 AERIUS«REGISTER Depositie buitenland Duitsland Natuurgebied Hectare met hoogste projectverschl! (mol/ha/j) Situatie t Situatie a Verschil Krummhörn 0, ,24 Unterems und Außenems 0,43 0,59 + 0,16 Rheiderland 0, ,15 stfriesische Meere 0,35 0,48 + 0,13 Großes Meer, Loppersumer Meer 0,35 0,48 + 0,13 Emsmarsch von Leer bis Emden 0,31 0,42 + 0,12 Niedersächsisches Wattenmeer und 0,27 angrenzendes Küstenmeer 0,37 + 0,10 Nationalpark Niedersächsisches 0,27 Wattenmeer 0,37 + 0,10 Emstal von Lathen bis Papenburg 0,27 0,36 + 0,10 Teichfledermaus-Gewässer im Raum 0,25 Aurich 0,34 + 0,09 Ems 0,22 0,30 + 0,08 Fehntjer Tief und Umgebung 0,19 0,26 + 0,08 Westermarsch 0,13 o,i8 + 0,05 Stillgewässer bei Kluse 0,08 0,11 + 0,03 Tinner Dose, Sprakeler Heide 0,05 0,06 + 0,02 Untere Haseniederung 0,04 >0,05 + 0,01 Esterfelder Moor bei Meppen 0,04 >0,05 + 0,01 Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 28/30

43 AERIUS B REGISTER Bijlage bi] besluit * I 20 km I Hoogste projectverschil per natuurgebied Huisman 2EvaWPpMLp(2i maart 2016) pagina 29/30

44 AERIUS«REGISTER Disclaimer U initiatiefnemer Is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de projectinvoer en de aanvraag wordt getoetst door het bevoegd gezag. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in de Benelux. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. R6kGn basis Ueze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS versie 20i5_20i6oi25 jibd Database versie 20i5_2oi5i2ii^dec74e7e2 Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Huisman 2EvaWPpMLp(2i maartzois) pagina 30/^0

45 tu pq " ei» ligntvim T7 0Ce «luki.«m.. \ i'.- u i kf-nio H n - 23 M 11 M.. It X ) CT ;ti,t c JV» 11 t.ii t«tt ao Ht _ Ui^ 0G overzicht volierekippenhouderij J.R. Huism an Scheemderzwaaq TM SCHEEtIDA BBZ BIAVBERUF ZWAACWESTEINDE 8.V. m-ni jr: