Premaligne afwijkingen van de mondholte en hun behandeling
|
|
- Joachim Eilander
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Premaligne afwijkingen van de mondholte en hun behandeling Premalignant lesions of the oral mucosa and their treatment Auteur Trefwoorden Key words I. van der Waal behandeling, diagnostiek, orale leukoplakie diagnostics, oral leukoplakia, treatment Samenvatting Orale leukoplakie, een potentiële voorloperlaesie van het plaveiselcelcarcinoom, komt vijfmaal zo vaak voor bij rokers als bij niet-rokers. In de meeste gevallen zijn er geen verdere klinische symptomen. De kans op maligne ontaarding bedraagt ongeveer 2-3% per jaar. Aanwezigheid van epitheeldysplasie, wat lichtmicroscopisch beoordeeld wordt, is de meest gebruikte en meest betrouwbare voorspellende parameter voor de kans op maligne ontaarding. Mogelijk zal DNA-ploïdiebepaling in de nabije toekomst een veel grotere voorspellende waarde blijken te hebben. Het behandelingsbeleid is gericht op het stoppen met roken, indien van toepassing, en, bij persisteren van de leukoplakie, zo mogelijk op verwijdering van de laesie met chirurgie of CO 2 - laserverdamping. Bij 10-30% van de patiënten treedt een lokaal recidief op. Hoewel behandeling van een leukoplakie vooral gericht is op het voorkomen van maligne ontaarding, blijkt bij een aantal patiënten na behandeling alsnog een plaveiselcelcarcinoom te kunnen ontstaan in de mond. Deze ontstaat niet noodzakelijkerwijs op de plaats waar de eerdere leukoplakie is verwijderd, maar soms ook op andere plaatsen in de mond of de bovenstevoedsel- en -luchtweg. (Ned Tijdschr Oncol 2006;3:137-43) Summary Oral leukoplakia, a potential precursor lesion of squamous cell carcinoma, is five times more common in smokers than in non-smokers. In the majority of cases there are no other clinical symptoms. The annual malignant transformation rate is approximately 2-3%. The presence of epithelial dysplasia, as assessed by light microscopy, is still the commonly used and most reliable predictive factor of malignant transformation. In recent years the DNA-profile has been suggested to have a better predictive value than epithelial dysplasia. Management of a patient with oral leukoplakia is primarily directed at cessation of smoking habits, if applicable, and in case of persistence of the leukoplakia, at elimination by either surgical excision or CO 2 -laser evaporation. In approximately 10-30% of the patients local recurrences are observed. Although removal of oral leukoplakia is performed primarily to prevent malignant transformation, a number of cases still will develop an oral squamous cell carcinoma, either at the site of the previous leukoplakia or elsewhere in the mouth or the upper aero and digestive tract. Inleiding Mondkanker maakt in de westerse wereld ongeveer 1% van alle maligniteiten uit. Het merendeel (80-90%) betreft plaveiselcelcarcinomen. Het vijfjaarsoverlevingspercentage voor het mondholtecarcinoom bedraagt, gemiddeld voor alle stadia samen, ongeveer 50%. Verondersteld wordt dat ten minste 20% van de plaveiselcelcarcinomen zich ontwikkelt vanuit of in samenhang met een klinisch zichtbare voorloperlaesie (zie Figuur 1, pagina 138). Deze vooloperlaesie bestaat N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E VOL. 3 NR
2 Figuur 1. Plaveiselcelcarcinoom vooraan op de tongrug, ontstaan vanuit een vermoedelijk reeds jarenlang aanwezige leukoplakie. meestal uit witte, soms wit-rode en een enkele maal geheel uit rode slijmvliesveranderingen. Deze premaligne afwijkingen worden respectievelijk aangeduid met de termen leukoplakie, erythroleukoplakie en erythroplakie. De kans op maligne ontaarding, zoals gepubliceerd in de literatuur, loopt uiteen van vrijwel 0% tot meer dan 25%. De verklaring voor deze variatie is het gebruik van verschillende definities, verschil in studiepopulaties en vooral verschil in de controleperiode. Wat dat laatste betreft, moet alleen een jaarlijks maligniteitspercentage worden gehanteerd. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat de kans op maligne ontaarding ongeveer 2-3% per jaar bedraagt. De clinicus, veelal de tandarts, kaakchirurg, keel-, neus- en oorarts of dermatoloog, staat voor de uitdaging om de premaligne slijmvliesveranderingen te onderscheiden van de talrijke andere, in het mondslijmvlies voorkomende, goedaardige, witte, wit-rode en rode afwijkingen. Al decennia lang is er een discussie gaande in de literatuur of orale lichen planus als een premaligne aandoening moet worden beschouwd. De huidige opvatting is dat orale lichen planus een premaligne aandoening is, maar dat de kans op maligne ontaarding veel kleiner is dan bij leukoplakieën het geval is. Een nog veel zeldzamere situatie is het voorkomen van melaninepigmentatie van het mondslijmvlies als mogelijk voorstadium van een maligne melanoom. In dit artikel wordt alleen op de leukoplakieën ingegaan. Definitie en terminologie Orale leukoplakie is gedefinieerd als een overwegend witte afwijking die klinisch noch histopathologisch past bij een van de vele bestaande, goed gedefinieerde, witte afwijkingen van het mondslijmvlies. 1 In feite is het een definitie bij uitsluiting. Een goede kennis van de talrijke in het mondslijmvlies voorkomende afwijkingen is vereist om de diagnose leukoplakie met redelijke betrouwbaarheid te kunnen stellen. Op klinische gronden wordt een onderverdeling gemaakt in homogene en niet-homogene leukoplakieën (zie Figuur 2). Met homogene leukoplakie wordt bedoeld een vlakke, gladde en egaal witte leukoplakie. Bij een niet-homogene leukoplakie kan sprake zijn van een niet-homogeen wit-rood aspect of van een weliswaar homogeen wit aspect, maar dan niet glad en vlak maar wratachtig (verrukeus). Een relatief zeldzame variant van verrukeuze leukoplakie is de proliferatieve verrukeuze leukoplakie. Klinisch wordt daarbij een wratachtige leukoplakie gezien. Bij histopathlogisch onderzoek wordt aanvankelijk geen epitheeldysplasie aan het licht gebracht. Klinisch wordt de proliferatieve verrukeuze leukoplakie gekenmerkt door een hardnekkige neiging tot recidivering en lokale uitbreiding met in de tijd toenemende, histopathologisch aantoonbare dysplastische veranderingen, uiteindelijk bijna altijd leidend tot de ontwikkeling van een plaveiselcelcarcinoom. 2 Deze variant komt vooral voor bij oudere vrouwen en lijkt niet gerelateerd te zijn aan het al dan niet roken van de patiënt. Voor de niet-homogene leukoplakie, waarbij sprake is van wit-rode veranderingen, wordt in de praktijk vaak de term erythroleukoplakie gebruikt. Een erythroplakie, ten slotte, wordt gedefinieerd naar analogie van de leukoplakie als een rode laesie die klinisch noch histopathologisch past bij één van de bestaande, goed gedefinieerde, rode afwijkingen van het mondslijmvlies. Statistisch gezien is de kans op maligne ontaarding bij niet-homogene leukoplakieën groter dan bij homogene; bij erythroplakie is de kans nog veel groter. Etiologie Als oorzaken van leukoplakische veranderingen gelden vooral rookgewoonten. Orale leukoplakieën komen vijfmaal zo vaak voor bij rokers in vergelijking met niet-rokers. Bovendien is er een duidelijke dosisgerelateerde afhankelijkheid. Met andere woorden, hoe meer wordt gerookt, hoe groter de kans is dat zich bij iemand een orale leukoplakie ontwikkelt. Het is onduidelijk of alcohol als enkele factor een rol speelt bij het ontstaan van leukoplakieën. 3 Epidemiologie Er is op het gebied van premaligne afwijkingen van het mondslijmvlies, behoudens een studie in Zweden 138 VOL. 3 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
3 A B Figuur 2. A. Homogene leukoplakie aan de binnenzijde van de mondhoek bij een roker. De patiënt heeft geen klachten. B. Niethomogene leukoplakie aan de onderzijde van de tong bij een niet-roker. De patiënt klaagt over een schrijnend gevoel. en enkele studies in India, weinig of geen epidemiologisch onderzoek verricht. De geschatte prevalentie bedraagt wereldwijd ongeveer 2%. 4 Orale leukoplakieën komen meestal pas boven het veertigste tot vijftigste levensjaar tot uiting en komen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Erythroplakieën van het mondslijmvlies zijn veel zeldzamer dan leukoplakieën. 5 Klinische aspecten Leukoplakieën kunnen op alle plaatsen in de mond voorkomen. Voorkeursplaatsen zijn het wangslijmvlies, de tongranden en de mondbodem. Veelal gaat het om een solitaire verandering, maar een enkele keer is sprake van een diffuse of een op meerdere plaatsen voorkomende afwijking. In sommige studies is beschreven dat de kans op maligne ontaarding het grootst is voor leukoplakieën van de tong en de mondbodem, terwijl dat in andere studies niet het geval bleek te zijn. 6 De homogene leukoplakieën veroorzaken over het algemeen geen klachten, in tegenstelling tot de niethomogene, in het bijzonder de erythroleukoplakieën, waarbij patiënten meestal klagen over een schrijnend of brandend gevoel. Voor het met zekerheid kunnen stellen van de diagnose leukoplakie is een proefexcisie geïndiceerd. Bij kleine leukoplakische laesies, kleiner dan ongeveer 2 cm, wordt meestal een excisiebiopsie verricht. Bij grotere leukoplakieën wordt doorgaans de voorkeur gegeven aan een incisiebiopsie. Een dergelijk biopt zal worden genomen op de klinisch meest verdachte plaats, wat een gebied van roodheid kan zijn, maar ook een gebied van wratachtige veranderingen of een gebied dat bij palpatie geïndureerd aanvoelt. Histopathologische en moleculair-biologische aspecten Het histologische beeld van leukoplakie kan bestaan uit hyperkeratose, al dan niet met epitheeldysplasie (zie Figuur 3, pagina 140). Een enkele maal wordt bij het klinische beeld van een leukoplakie een carcinoom in situ of een daadwerkelijk plaveiselcelcarcinoom aangetroffen. De beoordeling van het wel of niet aanwezig zijn van epitheeldysplasie berust op een aantal cytologische en histopathologisch kenmerken, zoals die ook elders in het lichaam bij premaligne aandoeningen worden gebruikt (zie Tabel 1, pagina 140). Algemeen wordt verondersteld, dat bij een toenemende mate van epitheeldysplasie de kans op maligne ontaarding toeneemt. Vanwege een onvermijdelijk subjectief element in de histologische bepaling van de dysplasiegraad, is en wordt nog steeds gezocht naar meer objectieve criteria voor de bepaling van de dysplasiegraad. De bepaling van het argyrophilic nucleolar organiser region (AgNOR)-expressieniveau is wellicht een objectievere maat; mogelijk geldt dit ook voor het expressieniveau van de proliferatiemarker Ki-67. 7,8 Aangezien zich soms bij mensen, bij wie geen epitheeldysplasie is aangetroffen, toch een plaveiselcelcarcinoom blijkt te ontwikkelen, wordt al gedurende vele jaren onderzoek op moleculair-biologisch terrein verricht, zoals in een recent overzichtsartikel is samengevat. 9 Het gaat daarbij vooral om het zoeken naar eventuele genetische veranderingen, bijvoorbeeld in de vorm van een afwijkende functie van het p53- suppressoroncogen. Zo lijkt p53-expressie in het epitheel een mogelijke indicator te zijn voor een verhoogd risico op het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom. 10 Enkele jaren geleden heeft een studie uit Noorwegen N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E VOL. 3 NR
4 Classificatie en stagering Er is enkele jaren geleden een voorstel gedaan voor een classificatie en stadiumindeling van orale leukoplakieën. Een enigszins gemodificeerde versie is opgenomen in Tabel Figuur 3. Histologisch beeld van een leukoplakiebiopt toont matige epitheeldysplasie. veel aandacht getrokken door te wijzen op de belangrijke prognostische betekenis van het DNA-profiel van leukoplakisch epitheel. 11 DNA-aneuploïdie bleek een vele malen betrouwbaardere voorspeller te zijn voor het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom dan de aanwezigheid van epitheeldysplasie. Tot op heden zijn er echter nog geen andere publicaties verschenen die deze bevindingen ondersteunen. Exfoliatief cytologisch onderzoek is voor het kunnen stellen van de definitieve diagnose leukoplakie en ook voor het eventueel aantonen van epitheeldysplasie nauwelijks van waarde. De laatste jaren heeft zich echter een ontwikkeling voorgedaan, waarbij met een speciaal borsteltje niet alleen de oppervlakkige cellagen kunnen worden afgenomen, maar ook de diepere. Hoewel nog steeds sprake is van cytologisch onderzoek wordt, enigszins verwarrend, hiervoor de term brushbiopsie gebruikt. In geval van verdenking op epitheeldysplasie wordt ook bij het gebruik van de brushbiopsie aanbevolen om een biopsie te verrichten. Veelal wordt daarom de brushbiopsie achterwege gelaten. Het is echter mogelijk dat cytologisch onderzoek in de nabije toekomst toch een belangrijke plaats zal innemen, niet zozeer bij de diagnostiek als wel bij de toepassing van moleculair-biologische markers wanneer die daadwerkelijk betrouwbare voorspellende waarde blijken te hebben voor het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom. 12,13 Dergelijk onderzoek kan wellicht ook een belangrijke plaats innemen om leukoplakische laesies in de tijd te monitoren zonder dat daarbij herhaalde biopten vereist zijn. Wellicht is gebruik van toluïdineblauwkleuring van waarde bij het identificeren van hoogrisicoleukoplakiëen, zoals onlangs is gesuggereerd. 14 Beleid Behandeling van een leukoplakie ligt voor de hand bij patiënten bij wie de leukoplakie klachten veroorzaakt en, in algemene zin, bij iedere patiënt met orale leukoplakie, ongeacht de aanwezigheid van klachten, om het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom te voorkomen. Er zijn echter geen gerandomiseerde klinische studies die hebben aangetoond, dat behandeling van een leukoplakie, in welke vorm dan ook, daadwerkelijk het ontstaan van een mondholtecarcinoom voorkomt. 16 Niettemin wordt over het algemeen aanbevolen orale leukoplakieën te behandelen, tenzij de afmetingen of patiëntfactoren dat niet toelaten. Bij patiënten die roken, is de aandacht primair gericht op het stoppen met roken. In sommige gevallen blijkt dat na het stoppen met roken de leukoplakie binnen enkele maanden tot een jaar (bijna) geheel verdwijnt. Blijkt een patiënt zijn of haar rookgewoontes niet te kunnen opgeven of blijkt bij Tabel 1. Criteria voor epitheeldysplasie. Architectuur - onregelmatige gelaagdheid van het epitheel - verlies van polariteit van de basale cellen - druppelvormige epitheellijsten - hoog in het epitheel voorkomende mitose - premature verhoorning (dyskeratose) in individuele cellen - keratineparels in de epitheellijsten Cytologie - te grote variatie in kerngrootte (anisonucleose) - te grote variatie in vorm van de kernen (nucleaire polymorfie) - te grote variatie in celgrootte (anisocytose) - te grote variatie in celvorm (cellulaire polymorfie) - toegenomen kern-cytoplasmaverhouding - toegenomen kerngrootte - atypische delingsfiguren - toename in aantal en grootte van de nucleoli - hyperchromasie 140 VOL. 3 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
5 Tabel 2. Classificatie en stagering van orale leukoplakie. 15 De classificatie is gering gemodificeerd door toevoeging van het P 2 -symbool. L (grootte van de leukoplakie) L 1 - grootte van een solitaire leukoplakie of gezamenlijke grootte van meerdere leukoplakieën <2 cm L 2 - grootte van een solitaire leukoplakie of gezamenlijke grootte van meerdere leukoplakieën 2-4 cm L 3 - grootte van een solitaire leukoplakie of gezamenlijke grootte van meerdere leukoplakieën >4 cm - grootte niet vermeld L x P (pathologie) P 0 - geen epitheeldysplasie P 1 - geringe of matige epitheeldysplasie P 2 - ernstige epitheeldysplasie - aan- of afwezigheid van epitheeldysplasie niet vermeld P x OL-stagering Stadium I - L 1 P 0 Stadium II - L 2 P 0 Stadium III - L 3 P 0 of L 1 L 2 P 1 Stadium IV - L 3 P 1, iedere LP 2 OL=orale leukoplakie. stoppen met roken de leukoplakie niet in regressie te gaan, dan zal meestal tot actieve behandeling worden overgegaan. De meest gangbare behandeling bestaat uit chirurgische verwijdering of CO 2 -laserverdamping. Er zijn geen goede richtlijnen voor de marge die daarbij in aanmerking moet worden genomen. Kleinere laesies worden meestal onder lokale anesthesie verwijderd, terwijl voor grotere en meer diffuse laesies behandeling veelal onder algehele anesthesie plaatsvindt. Naast chirurgische verwijdering en CO 2 -laserverdamping (na voorgaande biopsie) komen ook meer recent geïntroduceerde therapieën in aanmerking. Het betreft het lokale of systemische gebruik van retinoïden, het toepassen van fotodynamische therapie, het gebruik van gemanipuleerde adenovirussen, bijvoorbeeld geïncorporeerd in een mondspoeling, en cyclooxygenaseremmer De resultaten hiervan zijn vooralsnog minder goed voorspelbaar en ook bij deze therapievormen is niet aangetoond, dat het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom daadwerkelijk wordt voorkomen. Nacontrole Over het algemeen wordt aanbevolen om bij zowel behandelde als niet-behandelde patiënten over te gaan tot nacontrole. Meestal wordt een interval van zes maanden aangehouden. Bij niet-behandelde patiënten met dysplastische leukoplakieën is het veilig om een korter interval, bijvoorbeeld 3 tot 4 maanden, aan te houden. Er zijn echter geen gegevens over de kosteneffectiviteit van dergelijke nacontroles en evenmin over de gewenste duur. Sommige auteurs achten het verantwoord om de controles na 3 jaar te beeïndigen. 23 Bij 10-30% van de chirurgisch of met CO 2 -laserverdamping behandelde patiënten kan binnen enkele jaren en soms zelfs binnen enkele maanden een lokaal recidief ontstaan Bij sommige patiënten blijkt zich op de plaats van de eerder verwijderde leukoplakie of elders in de mond toch een plaveiselcelcarcinoom te ontwikkelen. Mede gelet op het rookgedrag van het merendeel van de patiënten met orale leukoplakie is het verklaarbaar dat zich tijdens de nacrontroles niet zelden elders in de bovenstevoedsel- en -luchtweg plaveiselcelcarcinomen kunnen voordoen. Orale leukoplakieën lijken in dit verband inderdaad een belangrijke signaalfunctie te hebben. Screening Gelet op het relatief weinig voorkomen van orale leukoplakieën is bevolkingsonderzoek niet realistisch. Wel is te overwegen om bij patiënten boven het veertigste levensjaar die worden behandeld voor aan N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E VOL. 3 NR
6 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Het kunnen onderscheiden van orale leukoplakie van de talrijke andere witte afwijkingen die zich in het mondslijmvlies kunnen voordoen, vereist een goede scholing van de clinicus. 2. De af- of aanwezigheid van epitheeldysplasie en de ernst daarvan is nog steeds de meest betrouwbare voorspellende factor voor eventuele maligne ontaarding in een plaveiselcelcarcinoom; mogelijkerwijs zal in de nabije toekomst DNA-ploïdiebepaling betrouwbaarder blijken te zijn. 3. De gangbare behandeling van orale leukoplakie is chirurgische verwijdering of CO 2 -laserverdamping. Recidieven zijn niet zeldzaam en na verwijdering van leukoplakieën blijken zich bij sommige patiënten alsnog een plaveiselcelcarcinoom te ontwikkelen, hetzij op de plaats van de verwijderde leukoplakie, hetzij elders in de mond of de bovenstevoedsel- of -luchtweg. roken gerelateerde afwijkingen (hart, longen) mondonderzoek te doen naar de aanwezigheid van eventuele leukoplakieën. Mondonderzoek is makkelijk uitvoerbaar en voor de patiënt weinig belastend. Wellicht kan in de nabije toekomst ook een uitstrijkje van het wangslijmvlies worden afgenomen ter bepaling van het DNA-profiel teneinde een nog betere risicoschatting te kunnen geven op het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom in de mond of elders in de bovenstevoedsel- of -luchtweg. Conclusie Leukoplakie is de meest voorkomende voorloperlaesie van een mondholtecarcinoom. Bij het merendeel van de patiënten met orale leukoplakie, meestal optredend boven het veertigste tot vijftigste levensjaar, is sprake van tabaksgebruik. De kans op maligne ontaarding bedraagt ongeveer 2-3% per jaar. Epitheeldysplasie, zoals lichtmicroscopisch bepaald, heeft vooralsnog de meest betrouwbaar voorspellende waarde voor de kans op het ontstaan van een maligniteit. Vooral de laatste jaren wordt in de literatuur veel aandacht besteed aan de mogelijk meer betrouwbare voorspellende waarde van het DNA-profiel, c.q. ploïdiestatus. De behandeling bestaat doorgaans uit chirurgische verwijdering of CO 2 -laserverdamping. Lokale recidieven zijn niet zeldzaam. Bij een aantal van de be-handelde patiënten blijkt ondanks verwijdering van de leukoplakie toch een plaveiselcelcarcinoom te kunnen ontstaan, hetzij op de plaats van de verwijderde leukoplakie, hetzij elders in de mond of de bovenstevoedsel- of -luchtweg. Referenties 1. Kramer IR, Lucas RB, Pindborg JJ, Sobin LH. Definition of leukoplakia and related lesions: an aid to studies on oral precancer. Oral Surg Oral Med Oral Pathol 1978;46: Bagan JV, Murillo J, Poveda R, Gavalda C, Jimenez Y, Scully C. Proliferative verrucous leukoplakia: unusual locations of oral squamous cell carcinomas, and field cancerization as shown by the appearance of multiple OSCCs. Oral Oncol 2004;40: Gupta PC. Epidemiologic study of the association between alcohol habits and oral leukoplakia. Community Dent Oral Epidemiol 1984;12: Petti S. Pooled estimate of world leukoplakia prevalence: a systematic review. Oral Oncol 2003;39: Reichart PA, Philipsen HP. Oral erythroplakia - a review. Oral Oncol 2005;41: Schepman KP, Van der Meij EH, Smeele LE, Van der Waal I. Malignant transformation of oral leukoplakia: a follow-up study of a hospital-based population of 166 patients with oral leukoplakia from The Netherlands. Oral Oncol 1998;34: Chattopadhyay A, Ray JG, Caplan DJ. AgNOR count as objective marker for dysplastic features in oral leukoplakia. J Oral Pathol Med 2002;31: Tabor MP, Braakhuis BJ, Van der Wal JE, Van Diest PJ, Leemans CR, Brakenhoff RH, et al. Comparative molecular and histological grading of epithelial dysplasia of the oral cavity and the oropharynx. J Pathol 2003;199: Reibel J. Prognosis of oral pre-malignant lesions; significance of clinical, histopathological, and molecular biological characteristics. Crit Rev Oral Biol Med 2003;14: Cruz I, Van der Waal I, Snijders PJ, Walboomers JM, Lamey PJ, Cowan CG, et al. Suprabasal p53 immunoexpression is strongly associated with high grade dysplasia and risk for malignant transformation in potentially malignant oral lesions from Northern Ireland. J Clin Pathol 2002;55: VOL. 3 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
7 11. Sudbø J, Kildal W, Risberg B, Koppang HS, Danielsen HE, Reith A. DNA content as a prognostic marker in patients with oral leukoplakia. N Engl J Med 2001;344: Smith EM, Ritchie JM, Summersgill KF, Hoffman HT, Wang DH, Haugen TH, et al. Human papillomavirus in oral exfoliated cells and risk of head and neck cancer. J Natl Cancer Inst 2004; 96: Bremmer JF, Braakhuis BJ, Ruijter-Schippers HJ, Brink A, Duarte HM, Kuik DJ, et al. A noninvasive genetic screening test to detect oral precancerous lesions. Lab Invest 2005;85: Zhang L, Williams M, Poh CF, Laronde D, Epstein JB, Durham S, et al. Toluidine blue staining identifies high-risk primary oral premalignant lesions with poor outcome. Cancer Res 2005;65: Van der Waal I, Axéll T. Oral leukoplakia: a proposal for uniform reporting. Oral Oncol 2002;38: Lodi G, Sardella A, Bez C, Demarosi F, Carrassi A. Interventions for treating oral leukoplakia. The Cochrane Library 2005;1: Gorsky M, Epstein JB. The effect of retinoids on premalignant lesions. Cancer 2002;95: Sieron A, Adamek M, Kawczyk-Krupka A, Mazur S, Ilewicz L. Photodynamic therapy (PDT) using topically applied B-aminolevulinic acid (ALA) for the treatment of oral leukoplakia. J Oral Pathol Med 2003;32: Rudin CM, Cohen EE, Papadimitrakopoulou VA, Silverman S, Recant W, El-Naggar AK, et al. An attenuated adenovirsus, ONYX-015, as mouthwash therapy for premalignant oral dysplasia. J Clin Oncol 2003;21: Sood S, Shiff SJ, Yang CS, Chen X. Selection of topically applied non-steroidal anti-inflammatory drugs for oral cancer chemoprevention. Oral Oncol 2005;41: Mulshine JL, Atkinson JC, Greer RO, Papadimitrakopoulou VA, Van Waes C, Rudy S, et al. Randomized, double-blind, placebo-controlled phase IIB trial of the cyclooxygenase inhibitor ketorolac as an oral rinse in oropharyngeal leukoplakia. Clin Cancer Res 2004;10: Goodin S, Shiff SJ. NSAIDs for the chemoprevention of oral cancer: promise or pessimism? Clin Cancer Res 2004; 10: Bouquot JE, Whitaker SB. Oral leukoplakia rationale for diagnosis and prognosis of its clinical subtypes or phases. Quintessence Int 1994;25: Vedtofte P, Holmstrup P, Hjørting-Hansen E, Pindborg JJ. Surgical treatment of premalignant lesions of the oral mucosa. Int J Oral Maxillofac Surg 1987;16: Van der Hem PS, Nauta JM, Van der Wal JE, Roodenburg JL. The result of CO2 laser surgery in patients with oral leukoplakia: a 25 year follow up. Oral Oncol 2005;41: Chandu A, Smith AC. The use of CO2 laser in the treatment of oral white patches: outcomes and factors affecting recurrence. Int J Oral Maxillofac Surg 2005;34: Ontvangen 20 december 2005, geaccepteerd 13 februari Correspondentieadres Prof. dr. I. van der Waal, hoofd afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie VU medisch centrum Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam Sectie Mondziekten en Kaakchirurgie Postbus MB Amsterdam Tel.: Fax: adres: i.vanderwaal@vumc.nl Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E VOL. 3 NR
Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg
V Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg naar Algemeen 526 Epidemiologie 527 1. Screening 527 2. Diagnostiek 527 2.1 Anamnese 527 2.2
Nadere informatieChapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven
Chapter 7 Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting Ondanks belangrijke vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden
Nadere informatiePremaligne slijmvliesafwijkingen in de mondholte
Oorspronkelijke bijdragen Merkx e.a.: Premaligne slijmvliesafwijkingen Premaligne slijmvliesafwijkingen in de mondholte M.A.W. Merkx 1 J. ter Hoeven 2 P.C.M. de Wilde 3 Prognose, behandeling en vervolg
Nadere informatieProefschriften 25 jaar na dato 29. CO 2
J.L.N. Roodenburg Proefschriften 25 jaar na dato 29. -laserchirurgie van leukoplakie van het mondslijmvlies Met de -laser kunnen oppervlakkig gelegen afwijkingen van het mondslijmvlies door middel van
Nadere informatieMONDZIEKTEN; EEN UPDATE. Een nascholingscursus voor tandartsen
MONDZIEKTEN; EEN UPDATE Een nascholingscursus voor tandartsen Bohn Stafleu Van Loghum, 2014 Doelstelling Een update in diagnostiek en, waar van toepassing, behandeling van afwijkingen van het mondslijmvlies
Nadere informatieEen orale witte slijmvliesafwijking: leukoplakie?
Klinische lessen Een orale witte slijmvlies leukoplakie? p.f.m.gielkens, j.g.a.m.de visscher en i.van der waal Dames en Heren, Een witte afwijking van het mondslijmvlies kan een reden zijn tot consultatie
Nadere informatieHoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek
Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek M. Lacko KNO-arts/Hoofd-hals oncoloog Oncologie symposium, Maastricht 21 mei 2015 Indeling presentatie 1. Incidentie en epidemiologie
Nadere informatieMondziekten; Doelstellingen. een nascholingsprogramma voor tandartsen
Mondziekten; een nascholingsprogramma voor tandartsen iqual programma NMT, Eindhoven, 2013 Doelstellingen Bekend zijn met de gangbare en ook minder vaak voorkomende afwijkingen van het mondslijmvlies Op
Nadere informatieOsteonecrosis of the jaw (ONJ)
INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter
Nadere informatieCitation for published version (APA): Roodenburg, J. L. N. (1985). CO2-laserchirurgie van leukoplakie van het mondslijmvlies. [S.l.]: [S.n.].
University of Groningen CO2-laserchirurgie van leukoplakie van het mondslijmvlies Roodenburg, Johannes Leendert Nicolaas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's
Nadere informatieMelanoom Niet één diagnose, niet één standaardbehandeling
Melanoom Niet één diagnose, niet één standaardbehandeling Wolter J. Mooi VU medisch centrum Amsterdam Melanoomclassificatie Superficieel spreidend melanoom Nodulair melanoom Acrolentigineus melanoom Lentigo
Nadere informatieHPV als ziekteverwekker
HPV als ziekteverwekker Nathalie Reesink-Peters 27 februari 2009 Inhoud Introductie HPV Levenscyclus HPV, ziekte verwekker Oncogenese Therapie (van HPV gerelateerde ziekte) Indicaties moleculaire diagnostiek
Nadere informatieEpidemiologie, etiologie en klinische aspecten van (voorstadia van) mondkanker
Thema: Oncologie in de tandheelkundige praktijk E.H. van der Meij Epidemiologie, etiologie en klinische aspecten van (voorstadia van) mondkanker Omdat mondkanker kan worden beschouwd als een relatief zeldzame
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieMinder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?
Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE
Nadere informatieMelanoom: Risicofactoren en vroegtijdige opsporing
Melanoom: Risicofactoren en vroegtijdige opsporing NA Kukutsch dermatoloog LUMC WIN-O symposium melanoom 03-11-2011 Overzicht Inleiding Risicofactoren genetische factoren omgevingsfactoren Vroegtijdige
Nadere informatieHPV nu en in de toekomst. Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink
HPV nu en in de toekomst Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink 15000 HPV HPV2 HPV4 HPV6 HPV11 High risk HPV (hr-hpv) Hr HPV 80 % van alle vrouwen maakt eens
Nadere informatieLandelijk Contactdag 2017
Landelijk Contactdag 2017 Radiotherapie voor Blaaskanker Bradley Pieters Academisch Medisch Centrum/ Universiteit van Amsterdam 2 Typen Blaaskanker Niet-spierinvasief Spierinvasief Behandelingen Verwijderen
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieLOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE
LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatie21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)
21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene
Nadere informatieDe waarde van MRI bij DCIS
De waarde van MRI bij DCIS Invasion or no invasion, that s the question E.E. Deurloo 1,2, J.D. Sriram 3, H.J. Teertstra 1, C.E. Loo 1, J. Wesseling 4, E.J.Th. Rutgers 3, K.G.A. Gilhuijs 1 Afdelingen radiologie
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary
VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese
Nadere informatieHoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren. Symposium DHD 24 september 2015
Hoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren Symposium DHD 24 september 2015 Spierziekten ALS Polyneuropathie Myasthenia Myopathie Spierziekten ALS Polyneuropathie
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieSUPPLEMENTARY FIGURES AND TABLES
Altered RECQL5 expression in urothelial bladder carcinoma increases cellular proliferation and makes RECQL5 helicase activity a novel target for chemotherapy SUPPLEMENTARY FIGURES AND TABLES Supplementary
Nadere informatiePalveiselcelcarcinomen in Fanconi anemia
Palveiselcelcarcinomen in Fanconi anemia A G P100 B M E F C ub L P24 I D2 UBE2T USP1 ub I ub D2 BRCA1 D1/BRCA2 N/PALB2 J/BRIP1 BRCA1 FA core complex (upstream) downstream Courtesy Johan de Winter and Hans
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieVereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatiesamenvatting Peri-implantaire infecties vormen een risico voor de overleving en het succes op lange termijn van tandheelkundige implantaten. Infectie beperkt tot de peri-implantaire mucosa wordt peri-implantaire
Nadere informatieHuidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling
Huidkanker Melanoom Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom Diagnostiek en behandeling Is het huidkanker? Welke huidkanker? Hoe wordt de diagnose gesteld? Verhaal Hoe lang bestaat de afwijking? Verandering?
Nadere informatieVan Poliep naar colorectaal carcinoom. P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht
Van Poliep naar colorectaal carcinoom P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht Anatomie van de dikke darm APC mutation drives adenoma formation Poliep in het rectum 85% of the CRC develop through the
Nadere informatieSneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm?
Sneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm? Prof. dr. Paul J van Diest Hoofd afdeling Pathologie, UMC Utrecht p.j.vandiest@umcutrecht.nl De diagnostische keten in de oncologie Anamnese/lichamelijk
Nadere informatieCribriform goed gedifferentieerd DCIS: laat maar zitten!
Cribriform goed gedifferentieerd DCIS: laat maar zitten! Ja Nee Geen van beide Jelle Wesseling Patholoog j.wesseling@nki.nl Indeling Atypische Ductale Hyperplasie Ductaal carcinoom in situ graad I Risicoanalyse
Nadere informatieMammacarcinoom en zwangerschap. PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht
Mammacarcinoom en zwangerschap PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht Relatie met zwangerschap Zwangerschap en risico later mammacarcinoom te krijgen Mammacarcinoom tijdens de zwangerschap
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112
111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa
Nadere informatieChapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting
Algemene Discussie en Samenvatting 75 76 Algemene Discussie en Samenvatting Plaveiselcelcarcinoom van het oog bij runderen (BOSCC) en het vulva papilloma en carcinoma complex bij runderen (BVPCC) zijn
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatiePien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk
Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatieSystematic Reviews Dr. Hester Vermeulen
Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Goede zorg Effectief Doelmatig Veilig Tijdig Toegankelijk
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieActinische cheilitis [11-08-05]
Actinische cheilitis [11-08-05] Wat is actinische cheilitis? Actinische cheilitis (Griekse aktis= straal; cheilos = lip) is een afwijking die zich uit door één of meer korstvormige plekjes op de onderlip,
Nadere informatie1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström
1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse Samenvatting
Chapter 9 Nederlandse Samenvatting Summary and Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Baarmoederhalskanker is de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen wereldwijd. Deze ziekte wordt gedurende een periode
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieNieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen. Nederlandse samenvatting
Nieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen Nederlandse samenvatting Inhoud Chondrosarcomen: entiteit, gradering, behandeling en prognose Benigne versus maligne kraakbeenvormende tumoren
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ
Nadere informatiePeniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1
Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch
Nadere informatieChronificatie van postoperatieve pijn
Chronificatie van postoperatieve pijn Dr. Baeyens Malika, ASO Dienst anesthesie 5 december 2017 Wat is pijn? IASP definition (1994) An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Tissue microarray in prognostic studies on vulva cancer Fons, G. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tissue microarray in prognostic studies on vulva cancer Fons, G. Link to publication Citation for published version (APA): Fons, G. (2009). Tissue microarray in prognostic
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieKankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister
6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting
Nadere informatieLarynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma
1 Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma Prof. Dr. Olivier Vanderveken Dienst NKO, Hoofd en Halsheelkunde UZA Faculteit Geneeskunde
Nadere informatieEchogeleide chirurgie voor mammacarcinoom
Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie
Nadere informatie18. Huidkanker (maligne dermatosen)
18. Huidkanker (maligne dermatosen) dermatologie 10 DBC code Omschrijving diagnose Omschrijving behandeling Geprognost. aantal 2008 ZN zorgprofiel 10 11 14 11 maligne dermatosen poliklinisch 12542 poliklinisch
Nadere informatieProfylactische chirurgie bij erfelijke borstkanker. I. Nevelsteen
Profylactische chirurgie bij erfelijke borstkanker I. Nevelsteen Erfelijke belasting 1. Incidentie wereldwijd - België Beleid 2. Borstcentra in België UZ Leuven High risk screening 3. Risico - Analyse
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieOntremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia
Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.
Nadere informatieObstetrische nefrologie
ASN Review 2014 Obstetrische nefrologie Dr. A. van Tellingen Zaans Medisch Centrum Dr. A. van Tellingen Internist-nefroloog Disclosure potential conflicts of interest Research contracts: Geen Consulting:
Nadere informatieSystematic Reviews Dr. Hester Vermeulen
Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Systematisch literatuur onderzoek RCT s worden gemaakt om
Nadere informatieWelke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?
Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieBronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie
Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieLasers in de tandheelkunde 8
Oorspronkelijke bijdragen Serie: Lasers in de tandheelkunde J.L.N. Roodenburg 1 M.J.H. Witjes 1 D.C.G. de Veld 1 I.B. Tan 2 J.M. Nauta 1 Samenvatting Trefwoorden: Laser Mondziekten en kaakchirurgie Fotodynamische
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24307 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Broek, Colette van den Title: Optimisation of colorectal cancer treatment Issue
Nadere informatieAnxiety, fainting and gagging in dentistry: Separate or overlapping constructs? van Houtem, C.M.H.H.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Anxiety, fainting and gagging in dentistry: Separate or overlapping constructs? van Houtem, C.M.H.H. Link to publication Citation for published version (APA): van
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatieCover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieNEDERLANDSE 8 SAMENVAT TING VooR NIET-INGEWIJDEN PTER A H C
Nederl andse samenvat ting voor nie t-inge wijden 8 CHAPTER nederlandse samenvatting Inleiding In 2006 rookte 28% van de Nederlandse bevolking gemiddeld 15 sigaretten per dag. Jaarlijks overlijden circa
Nadere informatieDesmoïd-type fibromatose
Desmoïd-type fibromatose 25-05-2019 Patiëntendag Platform Sarcomen Milea J.M. Timbergen, arts onderzoeker Kees Verhoef (chirurg) Dirk Grünhagen (chirurg) Stefan Sleijfer (oncoloog) Erik Wiemer (bioloog)
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieHet PSA dilemma: wel of niet bepalen?
Het PSA dilemma: wel of niet bepalen? Bin Kroon Uroloog Rijnstate 1 Achtergrond prostaatkanker Jaarlijks 9000 nieuwe gevallen Jaarlijks 3000 doden Gevorderde ziekte niet te cureren PSA: vroegdetectie Screenen
Nadere informatieDr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts
Rosacea 22 223 Rosacea Dr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts De richtlijn dateert uit 2010 en is geherformuleerd in 2012. Onderstaande samenvatting
Nadere informatieRecente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek
Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk
Nadere informatie4e Post EAUN Meeting
4e Post EAUN Meeting Testiscarcinoom Incidentie, behandeling en follow up Joost de Baaij Verpleegkundig Specialist i.o. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Inhoud Incidentie Risico factoren Diagnostiek
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieTGCT (Tenosynovial Giant Cell Tumour)
TGCT (Tenosynovial Giant Cell Tumour) is een zeer zeldzame aandoening van het slijmvlies aan de binnenkant van een gewricht, peesschede of slijmbeurs. De afwijking komt in of rond 1 gewricht voor. De meeste
Nadere informatie