ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid

Transcriptie

1 Agendapunt: 19 No. 55/'10 Dokkum, 20 april 2010 ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid Aan de gemeenteraad, Op grond van de financiële verordening, laatst vastgesteld op 29 maart 2007, is de gemeente verplicht om eens in de vier jaar een notitie Activerings- en afschrijvingsbeleid vast te stellen. De ingangsdatum van de vorige notitie was 1 januari In de bijlage treft u de geactualiseerde notitie aan. Op een aantal punten is de notitie aangepast om zo een betere aansluiting met de praktijk te krijgen. Wij stellen voor om de notitie met terugwerkende kracht in te laten gaan per 1 januari 2010 en voor bepaalde onderdelen per 1 januari 2011 INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten) Op grond van de financiële verordening is de gemeente verplicht om eens in de vier jaar de notitie activerings- en afschrijvingsbeleid vast te stellen. De wettelijke verankering van de notitie is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV). De notitie is opgesteld rekeninghoudend met de wettelijke voorschriften. Als bijlage treft u de notitie Activerings- en afschrijvingsbeleid 2010 aan. In de notitie worden een aantal beleidskeuzes gemaakt hieronder volgt een korte opsomming: (indien een beleidskeuze is gewijzigd ten opzichte van de vorige notitie dan is dit aangegeven door arcering van de tekst) 1. De investeringen in immateriële vaste activa (IVA) worden in principe niet geactiveerd. Mocht activeren noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld in verband met een gebrek aan eenmalige middelen, dan wordt de afschrijvingstermijn vastgesteld op: maximaal vijf jaar (art. 64 lid 6: kosten voor onderzoek en ontwikkeling); maximaal de looptijd van de lening (art. 64 lid 5: kosten van geldleningen en [dis]agio). 2. De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden in principe geactiveerd, onder aftrek van specifieke bestemmingsreserves en van derden verkregen middelen.

2 2 3. Onderhoud met een levensduurverlengend karakter wordt in principe geactiveerd. Voor onderhoud ter instandhouding van activa wordt een voorziening gevormd, waarvan de hoogte wordt berekend aan de hand van het Meerjarig OnderhoudsPlan (MOP). Indien de voeding/hoogte van de voorziening onvoldoende is, waardoor niet kan worden voldaan aan de verplichtingen in het MOP, wordt er een bestemmingsreserve ingesteld. Indien het desbetreffende actief nog niet geheel is afgeschreven, dan dient de nog resterende oude boekwaarde minus de eventuele opbrengst in een keer ten laste van de exploitatie te worden gebracht. 4. Voor nieuwe investeringen in gebouwen en straatverlichting wordt vanaf de componentenbenadering toegepast. De componentenbenadering wordt niet toegepast voor onderwijshuisvesting. 5. De eerste afschrijving vindt plaats vanaf het jaar waarin het actief in gebruik wordt genomen; de rente gaat lopen vanaf het moment dat sprake is van een boekwaarde. Voor activa in opbouw geldt dat gemiddeld een half jaar rente wordt berekend over het in dat jaar geïnvesteerde bedrag. 6. De gemeente schrijft in de regel in één keer af op (bij voldoende eenmalige middelen): 1. de investeringen in immateriële activa; 2. de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die in de toekomst niet noodzakelijk behoeven te worden vervangen. 7. De gemeente hanteert voor nieuwe investeringen de lineaire afschrijvingsmethodiek. Indien goed gemotiveerd mag er gekozen worden voor annuïteit als afschrijvingsmethodiek. De kapitaallasten van riolering worden op basis van annuïteit berekend volgens het opgestelde GRP. Bij het opstellen van een nieuw GRP wordt de afschrijvingsmethodiek opnieuw bekeken. 8. Afschrijving dient conform art. 64 BBV 2004 resultaatonafhankelijk plaats te vinden, behalve voor investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. 9. Niet aan derden door te berekenen investeringsbedragen kleiner dan en/of met een kapitaallast kleiner dan 500 worden niet geactiveerd, maar eenmalig ten laste van de exploitatie gebracht Indien de restwaarde goed te bepalen is rekening te houden met de restwaarde van een investering aan het einde van de afschrijvingstermijn. Vanaf boekjaar 2011 de vervangingsinvesteringen te indexeren volgens het CPI van het CBS. De budgethouder kan, indien nodig, door middel van een prijsopgaaf of offerte het bedrag laten bijstellen op actuele waarde. EVENTUELE VOORKEURSVARIANT BURGEMEESTER & WETHOUDERS FINANCIELE CONSEQUENTIES De financiële consequenties met betrekking tot de wijzigingen in de afschrijvingstermijnen zullen meevallen. Van een aantal activa is de termijn verlengd

3 3 en van een aantal is deze ingekort. Per saldo is de verwachting dat dit geen grote verschillen zal op leveren. Ten aanzien van het hanteren van de lineaire afschrijvingsmethode voor nieuwe investeringen zal dit betekenen dat in de eerste jaren de kapitaallasten hoger zijn dan dat ze geweest zouden zijn indien op basis van annuïteit zou zijn afgeschreven. Over de gehele looptijd echter is de lineaire methode voordeliger. In de notitie is op pagina 13 weergegeven hoeveel hoger de kapitaallasten zijn op basis van de vervanginginvestering die zijn vatgesteld bij de begroting Deze hogere kapitaallasten worden integraal meegenomen bij het opstellen van de begroting De in de eerste jaren hoger kapitaallasten worden op termijn gecompenseerd door lagere kapitaallasten en over de totale looptijd betekend deze wijziging een voordeel. RISICO'S (Wat zijn de risico's t.a.v. het te bereiken (project)resultaat, de planning, de te leveren prestaties, het proces, financieel, juridisch etc.?) INSPRAAK Burgemeester en wethouders. Advies financiële commissie. De financiële commissie heeft dit voorstel in de vergadering van 1 juni 2010 besproken en kan het voorstel met een positief advies aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorleggen. In de commissie is nog wel van gedachten gewisseld over punt 7 van de aangegeven beleidskeuzes, nl. het gaan toepassen van de lineaire afschrijvingstechniek. De commissie kan zich vinden in de door het college naar voren gebrachte argumenten hiervoor. Wel vindt de commissie met het college dat in bijzondere gevallen de keuze voor de afschrijvingstechniek op annuïteitenbasis mogelijk moet kunnen blijven. Een dergelijke afwijkende afschrijvingstechniek zal dan echter goed gemotiveerd worden om het afwijken van de reguliere afschrijvingstechniek te kunnen rechtvaardigen. A. Klaassens-Fennema A.R. van der Aar L. Folkertsma.

4 De raad der gemeente Dongeradeel gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 april 2010, no. 55/ 10; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet; b e s l u i t : de notitie Activerings- en afschrijvingsbeleid inclusief de bijbehorende tabel met te hanteren afschrijvingstermijnen vast te stellen en met terugwerkende kracht per 1 januari 2010 in te laten gaan, met uitzondering van de componentenbenadering, welke ingaat per 1 januari Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dongeradeel van 17 juni De griffier, De voorzitter, A.J. Folbert M.C.M. Waanders Datum afkondiging:

5 Datum inwerkingtreding besluit: 2