chemie overtuigen wereldwijd in de koudetechniek

Transcriptie

1 chemie OLIE & GAS KOUDETECHNIEK Energie SERVICE HERMETIC-pompen overtuigen wereldwijd in de koudetechniek

2 Verantwoordelijkheid voor het milieu Voor ingenieursbureaus, fabrikanten en exploitanten van koelinstallaties neemt de verantwoordelijkheid voor de mens en het milieu toe. Een belangrijk kwaliteitskenmerk is het dicht zijn van de koelinstallaties en dit wordt vanuit technische, ecologische en economische gezichtspunten van steeds grotere betekenis. Daarom nemen in de strategie van de ondernemers zowel de veiligheid van de installatie én de bescherming van het milieu een belangrijke plaats in. Niet alleen ijs en diepvriesproducten, maar bijna alle levensmiddelen moeten gekoeld of diepgevroren worden. Echter ook op ander gebied, zoals bijv. in treinen, rodel- en bobbanen, brouwerijen enz., zorgen HERMETIC-pompen voor een betrouwbare koeling van installaties en hun productieprocessen. HERMETIC zet zich al 5 jaar in voor de ontwikkeling en fabricage van hermetisch gesloten pompen. Met name worden deze pompen ingezet in de chemische en petrochemische industrie en ook in de procestechnische installatiebouw. De in deze industrietak opgedane ervaring wordt ook met succes gebruikt in de koudetechniek. Wereldwijd zijn meer dan 78. HERMETIC-koudemiddelpompen in bedrijf. Hermetic

3 HERMETIC synoniem voor hermetisch gesloten pompen en betrouwbaarheid. Compressor Q min Smoorplaat Verdamper Koelwater Condensor Afscheider Smoring HERMETIC pomp Q max Smoorplaat of Volumenstroomregelaar Bovenstaande tekening laat een vereenvoudigd schema zien van een grote koelinstallatie met een HERMETIC pomp. Het koudemiddel komt uit een centrale vloeistofafscheider en de pomp zorgt voor het transport naar de verdampers cq. verbruikers. De ontstane damp en de overtollige vloeistof gaan terug naar de afscheider. De compressor, condensor en smoortoestel vormen een tweede kringloop. Met onze hermetisch gesloten pompen zorgen wij ervoor dat koudemiddelen veilig en gecontroleerd verpompt worden. Met het gebruik van een HERMETIC-koudemiddelpomp garanderen wij u, naast de absolute dichtheid, ook de volgende eigenschappen: lange levensduur lage exploitatiekosten snelle levering van eventueel benodigde reserveonderdelen Hermetic 3

4 Eentraps busmotorpompen Algemeen HERMETIC pompen zijn volledig gesloten centrifugaalpompen zonder een asafdichting, waarbij de aandrijving plaatsvindt via een elektromagnetische overbrenging (busmotor). De CNF pomp is speciaal ontwikkeld om vloeibare gassen te kunnen verpompen. Met deze ééntraps uitvoering kunnen ook vloeibare gassen met een extreem steile dampdruk-curve verpompt worden en wel zonder een extern retour van de motor-deelstroom naar de afscheider. Werkgebied Capaciteit Q: max. 5 m 3 /h Opvoerhoogte H: max. 57 mvk. Toepassingsgebied Vloeibare gassen zoals bijv. R 717 (NH 3 ), R (Freon), CO, R13a, Ra, Baysilone (M3, M5), Methanol, Siliconenolie, Syltherm XLT, Lithiumbromide enz. In principe zijn de koudemiddelpompen geschikt voor alle koudemiddelen. Dit wordt echter voor iedere toepassing gecontroleerd. Pomptype Eentrapspomp. De pomphuizen (spiraalhuizen) en ook de waaiers zijn van de chemie-normpompen (vlgs. DIN/EN 858; ISO 858) overgenomen. Hermetic

5 Pompserie CNF Werking De deelstroom, welke dient om de motor te koelen en om de glijlagers te smeren, wordt intern van de hoofdstroom afgetakt en over een ringfilter via het motorgedeelte teruggevoerd naar de perszijde van de pomp. Een hulpwaaier in de motor dient om de ontstane hydraulische verliezen te compenseren. Doordat de deelstroom naar de perszijde wordt teruggevoerd, heeft men bij punt 3 in het druk-temperatuur-diagram, waar de grootste opwarming plaatsvindt (Fig. 1), voldoende afstand van de kookpunt curve. Het is dus mogelijk om met de CNF-pomp ook vloeibare gassen te verpompen met een extreem steile dampdrukcurve. Glijlagers De gemeenschappelijke pomp-en rotor as wordt radiaal gedragen door de glijlagers. Dit gebeurt echter alleen bij het opstarten en afschakelen van de pomp, omdat na het bereiken van het nominale toerental, de lagerfunctie hydro-dynamisch door de rotor overgenomen wordt. De interne axiale krachten van onze pompen worden hydraulisch uitgebalanceerd. Beveiliging en bewaking Wij bevelen aan om HERMETIC pompen te beveiligingen tegen extreme bedrijfsomstandigheden d.m.v. smoorplaten. Smoorplaat 1 (Q min ) garandeert de minimale capaciteit welke nodig is om motorwarmte af te kunnen voeren. Smoorplaat (Q max ) garandeert dat de minimaal benodigde verschildruk in de rotorruimte, welke nodig is voor de hydraulische balancering, in stand blijft. Ook wordt zo verdamping van de deelstroom voorkomen. Verder dient deze smoorplaat ervoor dat de vloeistofstroom niet afbreekt indien men te weinig toeloophoogte (NPSH) ter beschikking heeft. Als alternatief voor de Qmaxsmoorplaat wordt steeds vaker een volumestroomregelaar toegepast (zie blz -). CNF Δp 1 Figuur 1 CNF ➊ vloeibare fase 1 1 Druk-temperatuur diagram 33 5 Deelstroom-verloop Δt 5 ➌ ➋ ➊ Druk ➋ Temperatuur ➌ Vlakke dampdruk curve (bijv. water) ➍ Steile dampdruk curve (bijv. vloeibare gassen) 3 ➍ gasfase ➌ Hermetic 5

6 H Pompcurve CNF 16 Ø 169 Ø 15 Ø Q [m 3 /h] 55 η % Pompcurve 8 omw/min Q max-smoorplaat Ø 5 5 H Q [m 3 /h] Pompcurve 8 omw/min Ø η % 5 5 Ø Ø 18 5 Q max-smoorplaat Ø 5 Ø Pompcurve CNF 1 Q max-smoorplaat Ø 1 NPSH Q min-smoorplaat Ø 1 Ø 13 Ø 15 Ø 169 Inducer P 3 [kw] 1 NPSH-waarden zijn gemeten waarden. Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk. Ø 13 Ø 169 NPSH P [kw] 1 Q min-smoorplaat Ø 1 Q max-smoorplaat Ø NPSH-waarden zijn gemeten waarden. 5 Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk. Ø 16 Ø 9 Inducer Ø 9 6 Ø Ø 18 Ø 16 Waaier mm Ø, Breedte 9 mm Waaier 9-16 mm Ø, Breedte 7 mm H Pompcurve 8 omw/min 5 55 Ø η % Ø NPSH 3 P [kw] Pompcurve CNF 5 16 Ø 13 Q min-smoorplaat Ø 11 NPSH-waarden zijn gemeten waarden. Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk. Q [m 3 /h] Ø Ø 13 Ø 15 Ø 169 Inducer Ø 169 Q max-smoorplaat Ø Q max-smoorplaat Ø 31 Q max-smoorplaat Ø 33 H NPSH P [kw] Q [m 3 /h] Pompcurve 8 omw/min Ø 9 6 η % 5 Ø Ø 16 Q max-smoorplaat Ø Q max-smoorplaat Ø 9 Q max-smoorplaat Ø Q min-smoorplaat Ø 11 Ø 16 NPSH-waarden zijn gemeten waarden. Ø 9 3 Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk. Inducer Pompcurve CNF Ø 16 Ø 18 Ø 9 Waaier mm Ø, Breedte 15 mm Waaier 9-16 mm Ø, Breedte 1 mm 6 Hermetic

7 Pompserie CNF Materialen / druktrappen / flenzen Pomphuis JS 15 Waaier JL 1 Glijlagers 1.1/Kool As 1.1 Statorbus Pakkingen AFM 3* Druktrap PN 5** Flenzen vlgs. DIN 53, PN 5, Form N, Groef-uitvoering vlgs. DIN 51 Temperatuur Toepassingsgebied 5 C tot +3 C *** Busmotoren Vermogen Toerental tot 13,5 kw 8 omw/min en 35 omw/min Spanning, 3, 38,, 15,, 6, 5, 575, 66, of 69 V Frequentie 5 of 6 Hz (frequentieregeling mogelijk) Beschermingsgraad Motor/Rotor IP 6 / IP 67 *** Asbestvrije Aramidevezel *** PN op aanvraag *** Hogere en lagere temperaturen op aanvraag CNF-Uitvoeringen Type Motor Capaciteit Motorgegevens Gewicht Q min. benodigd m 3 / h Q max. toegelaten m 3 / h Vermogen kw Nom. stroom bij V / Amp. kg CNF 16 3,,, 3, 3, 7,1 58,,5,, 3,,5 1, 66, 6,5,, 3, 6,5 15, 69, 8,5,, 3, 8,5 19, 8, CNF,5,,,,5 1, 7, 6,5,,, 6,5 15, 77, 8,5,,, 8,5 19, 9, CKPx 1,,,, 13,5 31, 1, CNF 5 16,5 6, 5,,5 1, 77, 6,5 6, 5, 6,5 15, 8, 8,5 6, 5, 8,5 19, 91, CKPx 1, 6, 5, 13,5 31, 118, CNF 5 6,5 6, 5, 6,5 15, 8, 8,5 6, 5, 8,5 19, 96, CKPx 1, 6, 5, 13,5 31, 15, Hermetic 7

8 Onderdelenoverzicht CNF 3.1 Waaier 59.1 Lagerhuls 816 Statorbus. 55. Lagerbus 1 Spiraalhuis 513 Slijpring inzetstuk 811 Motorhuis 819 Motoras 16 Motordeksel 59. Lagerhuls 3.3 Hulpwaaier 81 Rotor pakket 5 Slijpring 758 Filter Motordeksel 381 Lager inzetstuk 813 Stator pakket 55.1 Afstandsbus Lagerbus 8 Hermetic

9 Pompserie CNF Maattekening voor motoren: 3, /,5 / 6,5 Maattekening voor motoren: 8,5 / CKPx 1, b L b L ➊ ➋ DND DND ➋ ➊ ➌ DNS DNS ➍ h h1 B V V H ➊ Kabel U1, V1, W1 + Aarde x 1,5 mm, Kabel voor thermistor x 1,5 mm, Kabel 5 + 6, lengte,5 m ➋ Manometeraansluiting G 1/ h h1 B V H ➊ Kabel U1, V1, W1 + Aarde x mm, lengte,5 m ➋ Kabel voor thermistor x,75 mm, Kabel 5 + 6, lengte,5 m ➌ Manometeraansluiting G 1/ ➍ Aansluiting voor temperatuurvoeler DIN 91, G 1/ CNF-Uitvoeringen Afmetingen CNF 16 3, tot 6,5 CNF 16 8,5 CNF,5/6,5 CNF 8,5/1, CNF 5 16,5/6,5 CNF ,5/1, CNF 5 6,5 CNF 5 8,5/1, Lengte/L / / /6 Breedte/B 65 65/ / /9 Hoogte/H h h b v DN S DN D Hermetic 9

10 Meertraps busmotorpompen Algemeen HERMETIC-pompen van het type zijn volledig gesloten centrifugaalpompen zonder een asafdichting, waarbij de aandrijving plaats vindt via een elektromagnetische overbrenging (busmotor). De serie en R zijn speciaal ontwikkeld voor de industriële koeltechniek. Buitengewoon gunstige NPSH waarden maken het mogelijk om, afhankelijk van het pomptype, capaciteiten tot 1 m /h te verpompen met een toeloophoogte van maar 1, m. De pompen kunnen in - tot 6- traps uitvoering geleverd worden. Ze zijn geschikt om ammoniak, freonen, CO en andere koudemiddelen te verpompen. Bovendien zijn de pompen door verschillende classificatiebureau s getest en toegelaten voor gebruik op schepen. R-pomp met een radiale aanzuigflens zijn uitermate geschikt voor compactinstallaties met kleine afscheiders. De pomp heeft de volgende voordelen: Plaatsbesparing doordat de pomp direct onder de afscheider geplaatst kan worden Mogelijkheid tot ontluchten / ontgassen via de zuigleiding Goede NPSH-waarden zoals bij de -pomp Pomptype Meertrapspompen (standaard - tot 6 traps). Werkgebied Capaciteit: max. 35 m 3 /h Opvoerhoogte: max. 13 mvk. Toepassingsgebied Vloeibare gassen zoals bijv. R 717 (NH 3 ), R (Freon), CO, R13a, Ra, Baysilone (M3, M5), Methanol, Siliconenolie, Syltherm XLT, Lithiumbromide enz. In principe zijn de koudemiddelpomen geschikt voor alle koudemiddelen. Dit wordt echter voor iedere toepassing gecontroleerd. 1 Hermetic

11 Pompserie Werking De deelstroom, welke dient om de motor te koelen en om de glijlagers te smeren, wordt na de laatste waaier van de hoofdstroom afgetakt en via een filter door de rotorruimte gevoerd. Door de holle as zal de deelstroom niet terugstromen naar de zuigzijde, maar terugstromen tot voor de laatste waaier. Bij punt 3 in het druk-temperatuurdiagram heeft men de grootste opwarming, maar men blijft voldoende afstand houden van de kookpuntcurve (Fig. ), zodat vergassing uitgesloten is. Glijlagers De gemeenschappelijke pomp- en rotoras wordt radiaal gedragen door de glijlagers. Dit gebeurt echter alleen bij het opstarten en afschakelen van de pomp, omdat na het bereiken van het nominale toerental, de lagerfunctie hydro-dynamisch door de rotor overgenomen wordt. De interne axiale krachten van onze pompen worden hydraulisch uitgebalanceerd. Beveiliging en bewaking Wij bevelen aan om HERMETIC pompen te beveiligen tegen extreme bedrijfsomstandigheden d.m.v. smoorplaten. Smoorplaat 1 (Q min ) garandeert de minimale capaciteit welke nodig is om motorwarmte af te kunnen voeren. Smoorplaat (Q max ) garandeert dat de minimaal benodigde verschildruk in de rotorruimte, welke nodig is voor de hydraulische balancering, in stand blijft. Ook wordt zo verdamping van de deelstroom voorkomen. Verder dient deze smoorplaat ervoor dat de vloeistofstroom niet afbreekt indien men te weinig toeloophoogte (NPSH) ter beschikking heeft. Als alternatief voor de Qmax-smoorplaat wordt steeds vaker een volumestroomregelaar toegepast (zie blz. -). 1 Δp ➊ 1 3 Deelstroom-verloop Druk-temperatuur diagram 5 3 Δt 5 6 ➊ Druk ➋ Temperatuur ➌ Dampdrukcurve vloeibare fase gasfase ➌ ➋ 6 Figuur Hermetic 11

12 H NPSH Q [m 3 /h] Pompcurve 8 omw/min Ø 9 5 η % Ø 9, ,,8,6, Ø 1 Q max-smoorplaat ,,8 5 P,6 [kw] 3 3, Pompcurve 1 Ø 1,5 NPSH-waarden zijn gemeten waarden. Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk. 3 5-tr. P [kw], Pompcurve en R Q [m 3 /h] Pompcurve 8 omw/min η % H 6-tr Q max-smoorplaat Ø 1 1, NPSH-waarden zijn gemeten waarden.,8 Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk.,6 NPSH Pompcurve 3 Q [m 3 /h] Pompcurve 8 omw/min Ø 19,5 3 5 η % H 1 8 Ø 19, Ø 1 -tr. 3 NPSH 6 Q max-smoorplaat NPSH-waarden zijn gemeten waarden. Veiligheidstoeslag van,5 m noodzakelijk P [kw] Hermetic

13 Pompserie / R Materialen / druktrappen / Flenzen Pomphuis JS 15 Zuigdeksel JS 15 Waaierhuis 1.6 ( 1,, R ) Waaierhuis ( 3) JS 15 Waaier inzetstuk JL 13 Waaier JL 13 Glijlagers 1.1/Kool As 1.1 Statorbus Pakkingen AFM 3* Druktrap PN 5** Flenzen vlgs. DIN 53, PN 5, vorm N, Groef-uitvoering vlgs. DIN 51 Temperatuur Toepassingsgebied 5 C tot +3 C *** Busmotoren Vermogen Toerental tot, kw 8 omw/min en 35 omw/min Spanning, 3, 38,, 15,, 6, 5, 575, 66, of 69 V Frequentie 5 of 6 Hz (frequentieregeling mogelijk) Beschermingsgraad Motor/Rotor IP 6 / IP 67 * Asbestvrije Aramidevezel ** PN op aanvraag *** Hogere en lagere temperaturen op aanvraag / R-Uitvoeringen Type Motor Capaciteit Motorgegevens Gewicht Q min. benodigd m 3 / h Q max. toegelaten m 3 / h Vermogen kw Nom. stroom bij V / Amp. kg 1/ 1,,5 3,5 1,,7 7, 1/3 1,,5, 1,,7 8, 1/ 1,,5, 1,,7 9, 1/5 1,,5, 1,,7 3, (R) / 3, 1, 1, 3, 7,1 8, (R) /3 3, 1, 1,5 3, 7,1 5, (R) /3,5 1, 1,5,5 1, 6, (R) / 3, 1, 11,5 3, 7,1 56, (R) /,5 1, 11,5,5 1, 68, (R) /5 3, 1, 1,5 3, 7,1 6, (R) /5,5 1, 1,5,5 1, 7, (R) /5 6,5 1, 1,5 6,5 15, 77, (R) /6 3, 1, 13,5 3, 7,1 6, (R) /6,5 1, 13,5,5 1, 78, (R) /6 6,5 1, 13,5 6,5 15, 81, 3/ 8,5 6, 3, 8,5 19, 1, 3/ CKPx 1, 6, 3, 13,5 31, 15, 3/ CKPx 19, 6, 3,, 9,5 195, 3/3 8,5 6, 3, 8,5 19, 138, 3/3 CKPx 1, 6, 3, 13,5 31, 168, 3/3 CKPx 19, 6, 3,, 9,5 13, 3/ CKPx 1, 6, 35, 13,5 31, 186, 3/ CKPx 19, 6, 35,, 9,5 31, Hermetic 13

14 Onderdelenoverzicht 1 / 3.1 Waaier.1 18 Waaierhuis 3.3 Waaier Zuigdeksel 17. Leidschoep 11 Pomphuis 17.1 Leidschoep 3. Waaier.3 16 Motordeksel 758 Filter 55.1 Lagerbus 81 Rotor pakket 813 Stator pakket 819 Motoras 55. Lagerbus 81.1 Motordeksel 59.1 Lagerhuls 816 Statorbus 811 Motorhuis 59. Lagerhuls. 1 Hermetic

15 pompserie 1 / Maattekening voor motoren: 1, / 3, /,5 / 6,5 i DN D L ➊ Kabel U1, V1, W1 + Aarde x 1,5 mm, lengte,5 m ➋ Manometeraansluiting G 1/ ➋ ➊ h DN S H h1 B 1-Uitvoeringen Afmetingen 1/-tr. 1, 1/3-tr. 1, 1/-tr. 1, 1/5-tr. 1, Lengte/L Breedte/B Hoogte/H h h i DN S DN D -Uitvoeringen Afmetingen /-tr. 3, /3-tr. 3,/,5 /-tr. 3,/,5 /5-tr. 3,/,5/6,5 /6-tr. 3,/,5/6,5 Lengte/L Breedte/B Hoogte/H h h i DN S DN D Hermetic 15

16 Onderdelenoverzicht R 3.1 Waaier 17. Leidschoep 18 Waaierhuis 3.3 Waaier 3. Waaier.3 16 Zuighuis 131 Slijpring.1 11 Pomphuis 17.1 Leidschoep Motordeksel 758 Filter 55.1 Lagerbus 81 Rotor pakket 813 Stator pakket 819 Motoras 55. Lagerbus 81.1 Motordeksel 59.1 Lagerhuls 816 Statorbus 811 Motorhuis 59. Lagerhuls. 16 Hermetic

17 Pompserie R Maattekening voor motoren: 3,/,5/ 6,5 DN S i L DN D ➋ ➊ Kabel U1, V1, W1 + Aarde x 1,5 mm, lengte,5 m ➋ Manometeraansluiting G 1/ ➌ Drain met stop G 1/ aan het zuighuis (optie) ➊ h H h1 ➌ B R -Uitvoeringen Afmetingen R /-tr. R /3-tr. R /-tr. R /5-tr. R /6-tr. 3, 3,/,5 3,/,5 3,/,5/6,5 3,/,5/6,5 Lengte/L Breedte/B Hoogte/H h h i DN S DN D Hermetic 17

18 Onderdelenoverzicht Leidschoep 11 Pomphuis 17.1 Leidschoep 3. Waaier Waaier.1 18 Waaierhuis 758 Filter Motordeksel 16 Motordeksel 16 Zuigdeksel 55.1 Lagerbus 81 Rotor pakket 813 Stator pakket 819 Motoras 55. Lagerbus 3.3 Waaier 59.1 Lagerhuls 816 Statorbus 811 Motorhuis 59. Lagerhuls. 18 Hermetic

19 Pompserie 3 Maattekening voor motoren: 8,5 / CKPx 1, / CKPx 19, i L ❶ Kabel U1, V1, W1 + Aarde, x mm, lengte,5 m ➋ Kabel voor thermistor, x,75 mm, lengte,5 m ➌ Manometeraansluiting G 1/ DN D ➌ ➋ ➊ h DN S H h1 B 3-Uitvoeringen Afmetingen 3/-tr. 3/-tr. 3/-tr. 3/3-tr. 3/3-tr. 3/3-tr. 3/-tr. 3/-tr. 8,5 CKPx 1, CKPx 19, 8,5 CKPx 1, CKPx 19, CKPx 1, CKPx 19, Lengte/L Breedte/B Hoogte/H h h i DN S DN D Hermetic 19

20 Volumestroomregelaar Algemeen De volumestroomregelaar is speciaal voor de industriële koeltechniek ontwikkeld. Deze ventielen maken het mogelijk de pomp veilig te laten draaien, in een gebied waar pompen met een Q max -smoorplaat niet kunnen komen. Figuur 3 geeft het gebied aan wat met een volumestroomregelaar i.p.v. Q max -smoorplaat bestreken kan worden. Vaak kan een kleinere, goedkopere pomp toegepast worden. Werking De volumestroomregelaar moet tijdens bedrijf gevuld zijn met vloeistof. De werking van het ventiel is afhankelijk van het soort koudemiddel dat er verpompt wordt. Het is daarom belangrijk bij een bestelling van een ventiel het medium en capaciteitsgebied door te geven. Het soortelijk gewicht is het belangrijkste voor de selectie van het ventiel. Onderhoud De volumestroomregelaar is onderhoudsvrij en hoeft niet ingesteld of ingeregeld te worden. Voor andere capaciteiten kunnen andere inzetcylinders besteld worden. Hermetic

21 Toebehoren Opvoerhoogte H Pompcurve A Drukcompensatiegebied (= 8 bar) +/ 5 % B Opvoerhoogte na het Ventiel C Volumestroom V [m 3 /h] ➋ ➊ ➊ persdruk pomp 8 bar ➋ persdruk pomp 8 bar Figuur 3 Toepassingsgebied De volumestroomregelaar wordt op de persflens van de pomp gemonteerd. Het ventiel begrenst de max. capaciteit van de pomp. In tegenstelling tot de Q max -smoorplaat heeft de pomp bij capaciteiten < Q max, nagenoeg de volle pomp-persdruk ter beschikking. De volumestroomregelaar regelt de capaciteit zo dat de maximale volumestroom niet overschreden wordt. Deze beschermt de pomp tegen overbelasting en houdt de capaciteit binnen de optimale NPSH-waarde van de pomp (zie figuur 3). Werkingsprincipe De volumestroombegrenzing wordt geregeld door de speciaal gevormde openingen in een onder veerdruk staande beweegbare cylinder (Figuur ). Door het drukverschil voor en na deze cylinder, wordt deze zo bewogen dat door de openingen alleen een bepaalde hoeveelheid stroomt (Gebied B). Daaruit volgt dat bij een groter wordende verschildruk de veer samengedrukt wordt, zodat de speciaal gevormde openingen deels worden afgesloten. Wordt de verschildruk voor en na het ventiel kleiner, dan drukt de veer de cylinder terug waardoor de openingen vrijkomen. Wordt de verschildruk groter dan de vastgelegde maximale waarde (druk compensatie gebied, 8 bar), dan wordt de veer tot de aanslag ingedrukt en werkt het ventiel als een vaste smoorplaat (gebied C). Hetzelfde geldt als de verschildruk lager is dan de minimaal benodigde druk (gebied A). Gebied A: In gebied A functioneert het ventiel als een smoorplaat. Hierdoor heeft men een beetje drukval. A A AB Gebied B: In het druk-compensatiegebied begrenst het ventiel de max. volumestroom met een nauwkeurigheid van ± 5%, ongeacht B de tegendruk. BC C Gebied C: Na het druk-compensatiegebied is het regelventiel volledig ingedrukt en werkt deze als een vaste smoorplaat. C Functie regelventiel Figuur Hermetic 1

22 Onderdelenoverzicht Zeskantbout x M16 x 16 (DN 3) x M16 x 5 (DN ) x M16 x 5 (DN 5) DIN EN 1 (DIN 931) V-Flens, DIN 635 DN 3, PN DN, PN DN 5, PN Inzetstuk Huis voor volumestroomregelaar Inzetstuk B, DN 3 Inzetstuk K, DN en DN 5 Zeskantmoer x M 16, DIN EN 3 (DIN 93) V-Flens, DIN 53 DN 3, PN DN, PN DN 5, PN met groef vlgs. DIN 51 y x De volumestroomreglaar is standaard te verkrijgen voor de volgende capaciteiten: Model NW Pomptype Afmeting x / y Max. capaciteit H O NQL / R 15 / 7 9,99 m 3 /h NQL NQL NQL / CNF 16 / CNF / 9 5 CNF 5 16 / CNF 5 7 / 1 3 / CNF 16 / CNF / 9 5 CNF 5 16 / CNF 5 7 / 1 3 / 9 5 CNF 5 16 / CNF 5 7 / 1 19,3 m 3 /h 5, m 3 /h 3,1 m 3 /h Hermetic

23 Toebehoren Smoorplaten De mogelijkheid bestaat om HERMETICpompen te beveiligen tegen extreme bedrijfsomstandigheden, door middel van twee smoorplaten. De Q min -smoorplaat garandeert de minimale capaciteit, welke nodig is om de motorwarmte af te voeren. De Q max - smoorplaat garandeert dat de minimaal benodigde verschildruk in de rotorruimte, welke nodig is voor de hydraulische balancering, in stand blijft. Ook wordt hierdoor verdamping van de motordeelstroom voorkomen. Verder dient de Q max -smoorplaat ervoor dat de vloeistofstroom niet afbreekt, in het geval dat men te weinig toeloophoogte ter beschikking heeft. De plaats waar de smoorplaten ingebouwd moeten worden vindt u terug op blz. 3. Inducer Inducers zijn axiale waaiers die net vóór de eerste waaier van een pomp op dezelfde as worden gemonteerd. Ze zorgen voor een extra statische voordruk in de zuigmond van de pomp (Figuur 5). Ze worden hoofdzakelijk gebruikt bij pompinstallaties waarbij de beschikbare NPSH (A) niet toereikend is om de voor de pomp benodigde NPSH (R) te overwinnen. Ze worden ook vaak preventief toegepast wanneer de weerstand van de zuigleiding niet precies kan worden vastgesteld of wanneer men te maken heeft met sterke drukschommelingen. Verder zijn inducers erg geschikt om vloeistoffen met gas te verpompen. In beide gevallen kan de inducer ertoe dienen om cavitatie te voorkomen. Figuur 5 Hermetic 3

24 Onze producten voldoen aan: Richtlijn 6//EG (Machine-Richtlijn) Explosieveilig volgens de richtlijn 9/9/EG (ATEX); UL; KOSHA; NEPSI; CQST; CSA; Rostechnadzor Richtlijn 96/61/EG (IPPC-Richtlijn) Richtlijn 1999/13/EG (VOC-Richtlijn) TA-Luft RCC-M, Niveau 1,, 3 HERMETIC-Pumpen GmbH is gecertificeerd volgens: ISO 91:8 GOST; GOST R Richtlijn 9/9/EG AD HP ; Richtlijn 97/3/EG DIN EN ISO 383- KTA 11; AVS D 1 / 5; IAEA 5-C-Q Fachbetrieb nach 19 I WHG Overtuigende service. Wat telt is snelheid, mobiliteit, flexibiliteit, bereikbaarheid en betrouwbaarheid. Het is ons doel u de grootsmogelijke beschikbaarheid en productiviteit van uw pomp te garanderen. Montage en inbedrijfname Service ter plaatse door onze eigen monteurs Onderdelen-service Snelle en jarenlange beschikbaarheid Advies bij klantspecifieke bevoorrading van onderdelen Reparatie Vakkundige reparaties inclusief testrun in onze fabriek of door één van onze wereldwijd gevestigde servicestations Retrofit Ombouw van centrifugaalpompen naar centrifugaalpompen met busmotor om aan de eisen van de IPPC-Richtlijn te voldoen Onderhoudscontracten Individueel uitgewerkte concepten ter verhoging van de beschikbaarheid van uw installatie Cursussen en Seminars Extra kwalificatie van uw personeel om uw productie te waarborgen KÄLTE / NL / 1 / 1 Alle informatie in dit document voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wij houden ons het recht voor te allen tijde technische verbeteringen en veranderingen door te kunnen voeren. HERMETIC-Pumpen GmbH Gewerbestrasse 51 D-7919 Gundelfingen phone fax hermetic@hermetic-pumpen.com