.s wonende te Vlissingen, eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 16 april 2015, advocaat mr. M. Ellens te Amsterdam,

Transcriptie

1 \ H f J ln naam des Konings vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht, voorzieningemechter civiel zaaknummer I rolnummer: C/13/585086/ KG ZA SP/JWR Vonnis in kort geding van 17 april 2015 in de zaak van.s wonende te Vlissingen, eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 16 april 2015, advocaat mr. M. Ellens te Amsterdam, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SBS BROADCASTING B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. SKYHIGH TV, gevestigd te Hilversum, gedaagden, advocaten mr. M.C.S. de Boer en mr. J.G.J. van Groenendaal te Amsterdam. Partijen zullen hierna SI en SBS c.s. genoemd worden. 1. De procedure Ter terechtzitting van 17 april 2015 heeft ~ : gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding op verkorte termijn. SBS c.s. heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en een pleitnota overgelegd. Ter terechtzitting waren aanwezig: namens S mr. Ellens; namens SBS c.s. mevr. ; (bedrijfsjurist bij SBS), mevr. Uuridisch medewerker bij SBS) en mevr.' (redactrice Skyhigh TV), bijgestaan door mr. De Boer en mr. Van GroenendaaL Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met het spoedeisende karakter van de zaak is op 17 april2015 uitspraak gedaan in de vorm van een zogenoemd kop-staart vonnis. Daarbij is aangegeven dat

2 J J C/13/ I KG ZA SP/JWR 17 april de uitwerking van dit vonnis zal volgen op 4 mei Het navolgende vormt die uitwerking. 2. De feiten 2.1. S' heeft een affectieve relatie gehad met,. O (hierna:. 0 ). Gedurende deze relatie heeft S<. bij. 01 '.in Breskens, Zeeland, ingewoond en was S. behulpzaam in de sportschool van 0. Op 31 oktober 2013 heeft. 0 de relatie verbroken w 0 heeft uit een eerdere relatie een thans nog minderjarige zoon, 2.3. Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West Brabant van 27 maart 2014 heeft de voorzieningenrechter, kort gezegd, voor een periode van zes maanden, S verboden zich te begeven naar en! of zich te bevinden in Breskens, behoudens een in dat vonnis omschreven deel van die plaats, en tevens verboden op enigerlei wijze contact op te nemen met 01. of W.., op straffe van verbemie van een dwangsom. De voorzieningenrechter heeft daarbij onder meer overwogen dat meer dan aannemelijk is dat S 1 t een ongewone, niet aflatende belangstelling voor 0 1 en W. aan de dag legt en dat zijn gedrag rustig kan worden betiteld als stalking Op 2 september 2014 heeft de burgemeester van de gemeente Sluis, waar Breskens onder valt, S een gebiedsverbod opgelegd. In de betreffende beschikking wordt overwogen dat S. het straat- en contactverbod als vastgelegd in het vonnis van 27 maart 2014 veelvuldig heeft overtreden Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West Brabant van 2 oktober 2014 is S' opnieuw in gelijke zin als op 27 maart 2014 veroordeeld, waarbij tevens is bepaald dat ten keuze van. 0 ook kan worden afgezien van het aanspraak maken op een dwangsom en in plaats daarvan lijfsdwang ten uitvoer kan worden gelegd. In dit vonnis is overwogen dat S zich weinig gelegen heeft laten liggen aan de eerdere rechtelijke uitspraak ' heeft tevens strafrechtelijke aangifte jegens S :gedaan wegens stalking. Dit heeft geleid tot een strafzaak tegen S :, waarin op 16 december 2014 is bepaald dat door de rechter-commissaris getuigen dienen te worden gehoord heeft verder medio 2014 contact opgenomen met het programma "Gestalkt". SBS Braadcasting zendt dit programma uit via haar zender SBS6. In het programma wordt aandacht besteed aan de positie van slachtoffers van stalking en de impact die stalking heeft op het slachtoffer en zijn omgeving. Door de stalker met zijn gedrag te confronteren wordt getracht het stalken te stoppen.

3 C/13/ I KG ZA SP/JWR 17 april Op 12 april2015 is via de zender SBS6 aangekondigd dat in de voor 19 april 2015 geplande uitzending van "Gestalkt" aandacht zal worden besteed aan de situatie van 0. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van in augustus en september 2014 gemaakte opnamen, waaronder beelden vans. terwijl hij over de schutting achter de tuin van Oi kijkt en op zijn fiets zittend 01 aanspreekt terwijl zij haar hond uitlaat. Deze beelden zijn heimelijk opgenomen. Tevens zijn beelden te zien van een confrontatie met S. In de uitzending is S met geblurred gezicht te zien en is ook zijn stem te horen. 3. Het geschil 3.1. s vordert - samengevat - pnmmr SBS c.s. op straffe van verbeurte van een dwangsom te verbieden om de voor 19 april 2015 geplande aflevering van "Gestalkt" uit te zenden dan wel op enige andere wijze openbaar te maken; subsidiair SBS c.s. op straffe van verbeurte van een dwangsom te verbieden om in de voor 19 april2015 geplande aflevering van "Gestalkt" beelden vans. dan wel zijn pmiret, al dan niet in geblurrede vorm, en/ of zijn stem en/ of zijn volledige naam en/ofvoornaam uit te zenden dan wel deze beeld- en geluidsfragmenten en op S betrekking hebbende gegevens op enige andere wijze openbaar te maken; een en ander met veroordeling van SBS c.s. in de proceskosten, nakasten daaronder begrepen S beroept zich op het recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. Daarnaast kunnen de nog te horen getuigen in de strafzaak tegen hem door het zien van de uitzending worden beïnvloed. Zijn belang bij een verbod dient zwaarder te wegen dan het belang van SBS c.s. bij uitzending van de betreffende aflevering, aldus S SBS c.s. beroept zich op de vrijheid van meningsuiting en het maatschappelijk belang bij het aan de kaak stellen van stalking als ongewenst maatschappelijk fenomeen. Het berichten over een nog lopende strafzaak is niet gelijk te stellen aan het (strafrechtelijk verboden) beïnvloeden van getuigen, aldus SBS c.s Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader mgegaan. 4. De beoordeling 4.1. De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling voorop dat op grond van artikel 10 van het EVRM aan een ieder het recht op vrijheid van meningsuiting

4 C/13/ I KG ZA SP/JWR 17 april toekomt. Deze vrijheid mag slechts worden beperkt indien daarin is voorzien bij wet en deze beperking in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen, zoals het recht ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer (artikel10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij wet is voorzien is sprake, wanneer de uitzending van SBS c.s. onrechtmatig zou zijnjegens S in de zin van artikel6:162 van het Burgerlijk Wetboek De Nederlandse wetgever heeft in artikel 7 van de Grondwet bepaald dat voor het openbaren van gedachten of gevoelens door - in dit geval - een televisieuitzending, niemand voorafgaand verlof nodig heeft wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet Tegenover het recht op vrijheid van meningsuiting, staat in dit geval het recht vans, top bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zoals vastgelegd in miikel 8 van het EVRM, waaronder begrepen is de bescherming van de eer en goede naam. Het antwoord op de vraag welk van deze, in beginsel gelijkwaardige, rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden. De juistheid van de aantijgingen, althans de feitelijke grondslag en de inkleding daarvan, vormt onder meer een omstandigheid die bij de afweging van de hiervoor genoemde rechten dient te worden betrokken Van belang bij de beoordeling is dat SBS c.s. heeft toegezegd dat het gezicht vans in de tijdens de uitzending te vertonen beelden volledig zal zijn 'geblurred'. Nu er geen overeenstemming is met gelaatstrekken, is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van een portret in de zin van artikel 21 Auteurswet en kan S zich om die reden niet op zijn portretrecht beroepen: associatie is niet genoeg. S stelt dat zijn postuur zodanig is dat ook zonder dat zijn gezicht herkenbaar is afgebeeld hij kan worden geïdentificeerd. Dit verweer faalt. De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting kunnen constateren dat op beelden die zijn genomen tijdens een optreden vans als bodybuilder hij een voor een bodybuilder kenmerkend postuur heeft. Op de beelden die ter zake het stalkingsgedrag zijn gemaakt is S : echter geheel gekleed (op een in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke wijze) en valt er geen herkenning op grond van zijn postuur te verwachten. De voorzieningenrechter heeft voorts kunnen constateren dat S niet een zodanig karakteristiek stemgeluid heeft dat hij op grond van het uitzenden van de geluidsopnamen zal worden herkend, ook niet in combinatie met het beeldmateriaal (gewiped) Voor het antwoord op de vraag of uitzending door SBS c.s. van de beelden onrechtmatig is jegens S, acht de voorzieningenrechter verder de volgende omstandigheden van belang.

5 C/13/ I KG ZA SP/JWR 17april In de eerste plaats is de voorzieningenrechter van oordeel dat het onderwerp waaraan in het programma Gestalkt aandacht wordt besteed, namelijk stalken, een maatschappelijk probleem is en een misstand betreft die de samenleving raakt. De opnamen van S. zijn deels gemaakt met de verborgen camera. Op zichzelf kan het gebruik maken van een dergelijke methode en het vervolgens uitzenden van de opgenomen beelden, ook wanneer daarbij niet direct sprake is van een herkenbaar portret, aangemerkt worden als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Het gebruik van een verborgen camera kan in beginsel slechts bij uitzondering gerechtvaardigd zijn, waarbij alle omstandigheden van het geval een rol spelen, waaronder (het antwoord op) de vraag of er een andere weg openstaat om een ernstige misstand aan het licht te brengen of een zaak van maatschappelijk belang scherper te belichten. De gang van zaken die zichtbaar is op de fragmenten waarop S in beeld is, geeft een goede weergave van de gang van zaken bij stalkingspraktijken en is daarom, zoals SBS c.s. terecht heeft aangevoerd, illustratief voor het aan de kaak stellen daarvan. Voldoende aannemelijk is dat SBS c.s. dit materiaal zonder het gebruik van de verborgen camera niet zou hebben verkregen Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat de inhoud van de betreffende uitzending, die gaat over stalking van! 0 (en haar omgeving) door S voldoende steun vindt in het reeds voorafgaand aan de opnamen beschikbare feitenmateriaal. De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar overwegingen in de beschikking ter zake het gebiedsverbod en de vonnissen van de rechtbank Zeeland-West Brabant van 27 maart 2014 en 2 oktober S heeft ook niet betwist dat hij de betreffende verbodsbepalingen heeft overtreden. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat SBS c.s. voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van stalking door S 4.8. De voorzieningenrechter acht het daarnaast relevant dat SBS c.s. heeft toegezegd dat de privacy van S, in de uitzending zal worden beschermd en dat hij niet herkenbaar in beeld zal worden gebracht. Ook zal alleen zijn voornaam en de eerste letter van zijn achternaam worden genoemd De voorzieningenrechter constateert verder dat S. door SBS c.s. in de uitzending in de gelegenheid is gesteld om zijn kant van het verhaal te vertellen en dat hij ook zijn medewerking aan dat deel van de uitzending heeft verleend Gelet op voorgaande overwegingen, in onderlinge samenhang bezien, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het recht op vrijheid van meningsuiting van SBS c.s. in dit geval zwaarder weegt dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van S' S. voert nog aan dat berichtgeving op de wijze zoals SBS c.s. voornemens is te doen de getuigen in de tegen hem lopende strafzaak kan beïnvloeden. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat de getuigen merendeels, zeker wanneer zij vooraf over de uitzending worden ingelicht, zo goed met

6 I ' ~ f C/13/ I KG ZA SP/JWR 17 april S :bekend zijn dat zij, nu zij er rekening mee houden dat hij in de uitzending te zien zal zijn, hem hoe dan ook zullen herkennen. Hoewel niet uitgesloten is dat getuigen beelden die zij via de televisie (of andere media) tot zich hebben gekregen in een later stadium presenteren als een persoonlijke waarneming, valt op voorhand niet te zeggen in welke mate dit risico zich in dit geval zal manifesteren. De voorzieningenrechter acht het daarom een te speculatief argument om op grond daarvan een uitzending te verbieden. Dit laat de mogelijkheid voor S. onverlet om tijdens de behandeling van de strafzaak tegen hem dit punt onder de aandacht te brengen. De strafrechter kan vervolgens beslissen in hoeverre hij de uitzending meeweegt in zijn bewijswaardering De vordering van~ zal gelet op het voorgaande worden afgewezen S ; zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van SBS c.s. tot op heden begroot op 613,- aan griffierecht en 816,- aan kosten advocaat. 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. weigert de gevraagde voorziening; 5.2. veroordeelt S in de kosten van dit geding, aan de zijde van SBS c.s. tot op heden begroot op 613,- aan griffierecht en 816,- aan kosten advocaat; 5.3. verklaali deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voonaad. Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.W. Rouwendal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 april2015. type: JWR coll: MRSB Gi10SSE