Groene woonfiscaliteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Groene woonfiscaliteit"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Groene woonfiscaliteit Een kijk in het verleden en een blik op de toekomst Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Lisa Bulcke onder leiding van Prof. Antoine Doolaege

2

3 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Lisa Bulcke

4

5 Voorwoord Bij aanvang van deze masterproef wil ik graag een bedankje uitsturen aan iedereen die mij geholpen heeft bij de realisatie van dit werk. In de eerste plaats wil ik graag mijn promotor Prof. Antoine Doolaege bedanken. Hij stuurde mij vanaf het begin de goede richting uit en maakte steeds probleemloos tijd vrij voor het nalezen en verbeteren van dit werk. Het is met zijn hulp dat deze masterproef tot een goed einde is gekomen. Daarnaast wil ik graag mijn ouders en zus bedanken voor het nalezen van de teksten. Ook een speciaal bedankje voor Sieglinde, met wie ik samen een hele dag boeken heb ingescand uit de bibliotheek. Mede dankzij de steun van al deze mensen kon dit eindresultaat worden bereikt. I

6 II

7 Inhoud Lijst van tabellen en kaarten... V Inleiding... 1 Groene woonfiscaliteit in het verleden... 5 Verminderingen voor energiebesparende uitgaven... 5 Invoer regeling... 5 Bedoelde belastingplichtigen... 5 De woning Bedoelde uitgaven Geregistreerd aannemer Belastingvermindering Formaliteiten Afschaffing regeling Verantwoording afschaffing Budgettaire impact Discussie in de Kamer Neveneffect Groene leningen Concept Begrippen Intrestbonificatie Voorwaarden intrestbonificatie Werking intrestbonificatie Belastingvermindering Vermindering voor lage-energiewoning, passiefwoning en nulenergiewoning Concept Toepassingsgebied Belastingvermindering Overgangsregeling Eisende partij Tegenstander Het Hof III

8 Varia Groene woonfiscaliteit in de toekomst Premies voor energiebesparende maatregelen Premies van de gewesten Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen Korting onroerende voorheffing voor verlaagd E-peil Renovatiepremie Verbeteringspremie Premies van de netbeheerders Premies van gemeenten Verkiezingsprogramma's m.b.t. ecologische fiscaliteit CD&V Groen N-VA Open Vld Sp.a Vlaams Belang Algemene conclusie Bibliografie... V Bijlagen... i Bijlage 1: Attesten... i Attest 1... i Attest 2... vi Attest 3... xi Bijlage 2: Alfabetische lijst van de gemeenten en hun netbeheerder... xiv Bijlage 3: Overzichtskaart FRGE (01/01/2014)... xv IV

9 Lijst van tabellen en kaarten Tabel 1 Statistieken 2007 en 2008 voor eigenaars Tabel 2 Statistieken 2007 en 2008 voor huurders Tabel 3 Cijfers gebruik belastingverminderingen voor passiefhuizen - aanslagjaar 2008 Tabel 4 Bandingfactoren 1/01/ /06/2014 Tabel 5 Financiering komende jaren - N-VA Bijlage 2 Alfabetische lijst van de gemeenten en hun netbeheerder Bijlage 3 Overzichtskaart FRGE (01/01/2014) V

10 VI

11 Inleiding Groene fiscaliteit, en groene energie in het algemeen, is dé trend van het moment. Niet alleen in België, maar in heel de wereld krijgen de alternatieve energievormen, zoals zonneen windenergie meer en meer aandacht. De reden? De klimaatverandering, de schuld van de mens, aldus de experten. Te veel CO2-uitstoot, te veel vervuiling. Om deze klimaatverandering tegen te houden, of ten minste te vertragen, is er nood aan een gedragsverandering bij de gemiddelde inwoner. Groene energie moet de standaard worden. En daar start de rol van de overheden. Groene woonfiscaliteit is dan ook het onderwerp van deze masterproef. Het verleden komt aan bod in deel één, met de vele belastingverminderingen verleend door de federale overheid. Maar het is ook interessant om een blik op de toekomst te werpen. De toekomst, of eigenlijk het heden, bestaat uit groene premies toegekend door de gewesten, de netbeheerders en de gemeenten. De echte toekomst kan niemand voorspellen, maar in een jaar van federale, gewestelijke en Europese verkiezingen is het nuttig om te kijken wat de standpunten van de verschillende Vlaamse partijen zijn m.b.t. groene energie en fiscaliteit. Uiteraard moeten de vele beloftes van de politici met een korreltje zout worden genomen. Het is dan ook aan te raden dit in het achterhoofd te houden tijdens het lezen van de programma's. Alhoewel het overbodig is dit te melden, aangezien de gemiddelde Vlaming dit wel beseft, getuige de discussies in het fitnesscentrum. Om de situatie volledig te schetsen, is het noodzakelijk het toepassingsgebied van deze masterproef weer te geven. Dit wordt beperkt tot belastingverminderingen en premies voor natuurlijke personen in Vlaanderen, m.a.w. enkel de personenbelasting wordt nader bekeken. De vennootschappen worden in dit werk niet behandeld. Het eerste deel, het deel over het verleden, omvat vooral de federale stimulansen voor groene energie. Dit deel is op zijn beurt op te delen in drie grote onderdelen. Het eerste daarvan handelt over de belastingvermindering die eigenaars of huurders kunnen verkrijgen indien ze investeren in energiebesparende maatregelen, zoals het aanbrengen van zonnepanelen, dakisolatie of dubbele beglazing. Een volgende maatregel is die van de groene lening, een lening die een belastingplichtige aangaat bij een financiële instelling indien hij energiebesparende werken wil uitvoeren, maar 1

12 niet genoeg middelen heeft om deze zelf te financieren. De overheid kwam tussenbeide door het verlenen van een intrestbonificatie en een belastingvermindering. Een laatste maatregel uit het verleden betreft de vermindering voor lage-energiewoning, passiefwoning en nulenergiewoning. Om onder het toepassingsgebied van voormeldde definities te vallen, en bijgevolg recht te hebben op de belastingvermindering, moet de woning voldoen aan enkele strenge criteria en eisen. Zo goed als alle voorgaande maatregelen, uitgezonderd de belastingvermindering voor dakisolatie, zijn niet meer van toepassing vanaf aanslagjaar Officiële reden van de afschaffing was de overgang van bevoegdheid voor deze materie naar de gewesten. Een niet uitgesproken, maar wel een duidelijk meespelende reden: het begrotingstekort. In het tweede deel van deze masterproef, het deel over de toekomst, worden eerst de premies voor energiebesparende maatregelen besproken. Zowel de gewesten, de netbeheerders als de gemeenten verlenen voordelen. Een greep uit de premies van de gewesten zijn de groenestroomcertificaten voor zonnepanelen, de korting op de onroerende voorheffing indien de woning een verlaagd E-peil heeft, de renovatiepremie en de verbeteringspremie. Andere premies verlopen via de netbeheerders, Eandis en Infrax. Beide geven dezelfde premies in heel Vlaanderen. Voor onder andere dak- en vloerisolatie en hoogrendementsbeglazing kunnen de inwoners een tegemoetkoming verkrijgen. Als laatste hebben de gemeenten de vrijheid om zelf premies uit te reiken. Uiteraard zijn er te veel gemeenten, en daarbij horend te veel verschillende regelingen, om deze allemaal uit te werken in deze masterproef. Eén maatregel past echter zo goed als elke gemeente toe, namelijk de FRGE-lening. Een laatste onderdeel van deze masterproef betreft de verkiezingsprogramma's van de zes grootste Vlaamse partijen m.b.t. de ecologische fiscaliteit. Het toepassingsgebied wordt uitgebreid van groene woonfiscaliteit naar ecologische fiscaliteit in het algemeen. In de weken voor de verkiezingen worden veel beloftes gedaan, elke partij verklaart dat ze de wereld gaat verbeteren. En brandend actueel dit jaar, de belastingverlaging die iedereen wil doorvoeren. In tijden van heropleving van de economie, waarin het nog steeds moeilijk is om het hoofd boven water te houden. Bestaat Sinterklaas dan toch? Het is duidelijk dat fiscaliteit mensen raakt, want geld doet de huidige wereld draaien, dat is een feit. En partijen gebruiken die belastingen dikwijls in hun programma's. M.a.w. fiscaliteit blijft een ideaal 2

13 middel om groene energie te stimuleren. En elke partij, van Groen tot Vlaams Belang, is ervan overtuigd dat de vervuiling moet ingeperkt worden, en dat energiebesparing noodzakelijk is. Al heeft ieder zijn eigen manieren waarop ze dit naar voor brengen. Concrete plannen worden nog niet uitgesproken, daarvoor zal het wachten zijn tot de nieuwe regering van start gaat. Binnen een jaar zal de bevolking met eigen ogen kunnen zien wat er uit al de beloftes komt. Of niet komt. Kort samengevat, het is de bedoeling van deze masterproef een beter zicht te geven op de maatregelen voor het stimuleren van ecologische fiscaliteit in het verleden, welke stimulansen op dit ogenblik worden verleend en het proberen voorspellen van de toekomst aan de hand van de verschillende verkiezingsprogramma's. 3

14 4

15 Groene woonfiscaliteit in het verleden Verminderingen voor energiebesparende uitgaven Sinds de jaren '90 gaat meer en meer aandacht uit naar de (ongewenste) gevolgen van de klimaatverandering. In 1997 werd het Kyoto-protocol opgesteld, waarin de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen werd uitgewerkt. Ook België ondertekende dit verdrag, en verbond zich ertoe om zijn CO2-uitstoot te verminderen. Om dit protocol na te leven, ondernam ons land verschillende acties. Eén daarvan is de belastingverminderingen die ze toekent aan belastingplichtigen die een investering doen in bepaalde ecologische installaties of die ecologische werken laten uitvoeren aan hun woning. Invoer regeling De wet van 10 augustus 2001 betreffende de hervorming van de personenbelasting heeft aan het WIB 92 een bepaling toegevoegd die een vermindering invoert voor bepaalde energiebesparende uitgaven in de woning van bepaalde belastingplichtigen. 1 Concreet bevindt de regeling zich in art. 145/24, 1 van het WIB Bedoelde belastingplichtigen Oorspronkelijk, in de aanslagjaren 2004 en 2005, was de regeling enkel van toepassing op de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van een woning. Sinds aanslagjaar 2006 kunnen ook huurders zich beroepen op dit artikel, dit door de wet van 31 juli Huurder In een circulaire van 22 september 2009 verduidelijkt de administratie de situatie van de huurder. De vermindering wordt enkel aan de huurder toegestaan als de factuur op zijn naam wordt opgesteld en voor zover hij de uitgaven werkelijk draagt. Het slechts gedurende 1 Art. 33, wet van 10 augustus 2001 houdende de hervorming van de personenbelasting, BS 20 september Art. 45/24, 1 WIB Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p126. 5

16 een gedeelte van het belastbaar tijdperk huren van een woning, heeft geen invloed op de belastingvermindering, deze blijft behouden. Hetzelfde geldt indien de woning door de huurder niet meer werd gehuurd op het ogenblik van de betaling van de facturen voor de werken. 4 Indien de woning wordt bewoond door belastingplichtigen die afzonderlijk worden belast, bv. feitelijk samenwonenden, en waarvan slechts één van de bewoners de hoedanigheid van huurder heeft, kan enkel deze laatste bewoner aanspraak maken op de belastingvermindering. Het kan eventueel zijn dat de factuur op naam van de andere bewoner is opgesteld, maar dit blijft zonder gevolg voor de toekenning van de belastingvermindering. 5 De kosten van werken die een eigenaar laat uitvoeren aan een woning die hij verhuurt, worden meestal door de eigenaar zelf gedragen. Indien echter eigenaar en huurder overeenkomen dat de huurder een deel van de kosten van de werken voor zijn rekening neemt, dan wordt de vermindering toegekend aan de eigenaar/huurder volgens de verhouding van het werkelijk dragen van de kosten. 6 Een klein voorbeeld kan dit verduidelijken: Jan, eigenaar van een woning, verhuurt zijn woning aan Lien. Jan laat in 2012 werken uitvoeren aan de dakisolatie van de huurwoning voor een bedrag van euro, en Lien verbindt er zich toe om 30% van de kosten te dragen. De belastingvermindering van 40% wordt verdeeld tussen Lien en Jan volgens verhouding respectievelijk 30%/70%. In dit geval betekent dit dat Lien aanspraak zal kunnen maken op een belastingvermindering van 120 euro, Jan zal een vermindering van 280 euro verkrijgen. Eigenaar In een circulaire van 6 januari 2010, verklaart de administratie uitdrukkelijk dat onder het begrip eigenaar ook de blote eigenaar moet worden verstaan. Dus niet enkel volle eigenaars en vruchtgebruikers kunnen zich beroepen op een belastingvermindering. Wel wordt verduidelijkt dat als er verschillende belastingplichtigen volle eigenaar, blote eigenaar of vruchtgebruiker zijn van eenzelfde woning, dat bij elke belastingplichtige de belastingvermindering zal worden beperkt tot de maximale belastingvermindering 4 Circ., 22 september 2009, nr. CI.RH.331/ Circ., 22 september 2009, nr. CI.RH.331/ Circ., 22 september 2009, nr. CI.RH.331/

17 vermenigvuldigd met zijn gecumuleerd aandeel in de volle eigendom, de naakte eigendom of het vruchtgebruik van de woning. 7 Ook hier kan een voorbeeld duidelijkheid scheppen. Annie is een weduwe van 72 jaar en heeft 2 zonen: Piet van 43 jaar en Hans van 41 jaar. Ze heeft de gezinswoning in vruchtgebruik, haar zonen hebben de blote eigendom. Piet en Hans besluiten om dakisolatie te laten aanbrengen in het huis van hun moeder. Samen betalen ze hiervoor euro. Indien ze beide volle eigenaar zouden zijn (beide voor 50% eigenaar), zouden ze recht hebben op een vermindering van euro, dus elk 600 euro. Maar de zonen hebben slechts de blote eigendom. De waarde van het vruchtgebruik is 24%, dus de waarde van de blote eigendom is 76%. 8 Bijgevolg zijn beide zonen voor 38% eigenaar, en hebben ze elk recht op een vermindering van 456 euro (1.200*38%). Gemeenschappelijke aanslag Tot en met aanslagjaar 2009 werd bij een gemeenschappelijke aanslag bij eigenaars, bezitters, erfpachters, opstalhouders en vruchtgebruikers, de belastingvermindering verdeeld in functie van het aandeel in het kadastraal inkomen van de woning van elk van de echtgenoten. Het KI vormt echter geen relevant criterium voor huurders. Indien er bij huurders een gemeenschappelijke aanslag is, wordt de belastingvermindering omgedeeld volgens het belastbaar inkomen van elk van de echtgenoten t.o.v. de som van de belastbare inkomsten van beide echtgenoten. Vanaf 2010 werd ook voor eigenaars deze werkwijze ingevoerd bij een gemeenschappelijke aanslag. Het verschil in behandeling tussen eigenaars en huurders in de aanslagjaren 2006, 2007, 2008 en 2009 leidde tot een prejudiciële vraag voor het Grondwettelijk Hof. 9 De administratie bracht op 18 januari 2013 een circulaire uit waarin de draagwijdte en de gevolgen van het voornoemde arrest werden besproken. 10 De reden waarom het KI werd gebruikt als criterium voor de omdeling van de belastingvermindering bij eigenaars, bezitters, erfpachters, opstalhouders of vruchtgebruikers, is dat het KI op eenvoudige wijze kan worden gelinkt aan de voorgaande groepen belastingplichtigen. Zij worden immers aangemerkt als belastingplichtige inzake 7 Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/ Art. 47 W. Reg. 9 GwH., 8 maart 2012, Arrest nr. 38/ Circ., 18 januari 2013, nr. Ci.RH.331/

18 onroerende inkomsten, en zijn bijgevolg schuldenaar van de onroerende voorheffing. Voor huurders is het KI van de woning geen relevant criterium, zij hebben namelijk geen onroerende inkomsten. Aan het Grondwettelijk Hof werd dan de vraag gesteld of dit verschil in behandeling tussen eigenaars en huurders een schending uitmaakt van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. Het antwoord van het GwH luidde dat het gelijktijdig gebruiken van het KI en het aandeel van het belastbaar inkomen van elk van de echtgenoten in de som van de belastbare inkomsten van beide echtgenoten, wel degelijk een schending uitmaakt van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. Met andere woorden, het gelijkheidsbeginsel is in dit geval geschonden, voor de aanslagjaren 2006 tem Er is volgens het GwH geen redelijke verantwoording, rekening houdend met de doelstelling van de wetgever. De doelstelling was immers voor zowel eigenaars als huurders eenzelfde stimulans voor energiebesparende uitgaven te geven. 11 Het belang van de uitspraak komt vooral tot uiting in de situatie waarin één van de echtgenoten geen of weinig belastbare inkomsten heeft. In de situatie van eigenaars, dus bij berekening volgens het aandeel in het KI van de woning, gaat het deel van de belastingvermindering dat hoger is dan de belasting die overblijft voor toepassing van de belastingvermindering, verloren. In de situatie van huurders, waarbij het aandeel in het belastbaar inkomen van de echtgenoten als criterium voor verdeling wordt gebruikt, is er geen verlies van een deel van de belastingvermindering, wanneer de andere echtgenoot voldoende inkomsten heeft. 12 Door uitwerking van een voorbeeld wordt het verschil duidelijker. Evenwel wordt in het voorbeeld geen rekening gehouden met het huwelijksquotiënt. In het eerste geval veronderstellen we dat een getrouwd koppel eigenaar is van een woning, elk voor 50%. Bart heeft een belastbaar inkomen van euro. Zijn vrouw Virginie heeft een belastbaar inkomen van slechts 800 euro. Samen doen ze in 2014 een investering van euro voor dakisolatie. De vermindering voor eigenaars wordt berekend volgens het aandeel in het KI van de woning. Dit betekent dat zowel Bart en Virginie recht hebben op 50% van de belastingvermindering, in het voorbeeld elk euro (maximumbedrag aanslagjaar 2015: euro). Virginie heeft slechts een belastbaar inkomen van 800 euro en kan dus niet de volledige belastingvermindering in aftrek brengen. 11 Circ., 18 januari 2013, nr. Ci.RH.331/ Circ., 18 januari 2013, nr. Ci.RH.331/

19 700 euro gaat verloren. Stel dat in een tweede geval Bart en Virginie huurders zijn van de woning. Aan de rest van de gegevens wordt niets veranderd. Het aandeel in de belastingvermindering wordt bepaald door te kijken naar het aandeel van hun eigen belastbaar inkomen in de belastbare inkomens van beide echtgenoten samen. Het aandeel van Virginie in de inkomens bedraagt 1,96%, het aandeel van Bart 98,04%. Als we deze percentages toepassen op de belastingvermindering van euro, dan krijgen we als resultaat dat Virginie 58,8 euro in mindering mag brengen van haar belastbaar inkomen, Bart 2.941,20 euro. Geen enkel deel van de belastingvermindering gaat dus verloren. In dit voorbeeld zien we duidelijk dat het verschil in behandeling nadelig is voor eigenaars in vergelijking met huurders. Een fiscaal gevolg van deze uitspraak van het GwH is de ambtshalve ontheffing. Belastingplichtigen die nadeel hebben ondervonden van het verschil in behandeling, kunnen zich vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad op het arrest beroepen. Ze kunnen op grond van art. 376, 1,1 WIB 92 een verzoek tot ambtshalve ontheffing indienen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting gevestigd is. In dit geval kan niet alleen de belastingplichtige het nieuwe feit aanvoeren, maar ook de administratie kan overgaan tot ambtshalve ontheffing, en dit op eigen initiatief. Deze ontheffing gebeurt enkel indien het gebruik van aandeel in belastbare inkomens voordeliger uitkomt dan gebruik van het KI. De belastingtoestand van de eigenaars wordt dus niet verzwaard. 13 Buitenlandse inkomsten Op 4 maart 2008 stelde de heer Wathelet in de Kamer de vraag hoe het zit met personen die in België zijn gedomicilieerd en in het buitenland werken. 14 Zij genieten geen belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven voor hun woning. Doordat ze dus in een ander land belasting betalen, zijn ze de facto van de maatregel uitgesloten. Belastingplichtigen kunnen enkel van belastingvoordelen genieten voor zover ze belastbare inkomsten in België hebben. Evenwel kunnen die voordelen leiden tot een vermindering van het bedrag van de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting wanneer België die 13 Circ., 18 januari 2013, nr. Ci.RH.331/ Vr. en Antw., Kamer, , 4 maart 2008 (vr. Wathelet). 9

20 opcentiemen mag berekenen op de om te slane belasting. De betrokken belastingplichtigen verliezen zo niet de volledige belastingvermindering, maar slechts een gedeelte. Het Europees Hof van Justitie verklaart dat wanneer de werkstaat geen rekening heeft gehouden met de persoonlijke situatie van de belastingplichtige, dat de woonstaat de belastingvoordelen die verband houden met de persoonlijke situatie volledig moet toekennen. België moet er dus als woonstaat voor zorgen dat de belastingvermindering onverkort wordt toegekend als de werkstaat de voordelen niet verleent. 15 De woning Voorwaarden Om een vermindering voor energiebesparende uitgaven te bekomen, moet het gebouw worden beschouwd als 'woning' en niet als een gebouw van een andere aard, zoals bv. een handelszaak. Een woning is een gebouw, of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn aard bestemd is om bewoond te worden. 16 Hieronder kan worden verstaan een eengezinswoning, een appartement of een studio. Het kan worden gebruikt als bewoning door een of meerdere personen. 17 Een aantal zaken worden in de circulaire van 20 februari 2003 expliciet vermeld als toegelaten. Een pand dat een handelszaak herbergt, maar dat nog steeds door zijn aard bestemd is om te worden bewoond, kan worden beschouwd als een woning. Ook de tweede verblijven komen in aanmerking voor de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven. De woning waaraan werken worden uitgevoerd, moet dus niet de enige woning van de belastingplichtige zijn. Het is daarnaast niet vereist dat de belastingplichtige de woning zelf betrekt. De woning mag worden verhuurd aan een derde, maar een belangrijke voorwaarde daarbij is dat het onroerend goed zijn aard van 'woning' blijft behouden. Indien het gebouw door de huurder wordt gebruikt als handelszaak, en die kan niet uit zijn aard worden beschouwd als woning, kan de verhuurder geen aanspraak maken op de belastingvermindering voor werken die hij aan de huurwoning laat uitvoeren Vr. en Antw., Kamer, , 4 maart 2008 (vr. Wathelet). 16 Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lageenergiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer, p Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/

21 Gebouwen en delen van gebouwen die niet als woning worden beschouwd, zijn de volgende: kamers in gemeenschappelijke gebouwen (kloosters, klinieken, hospitalen, weeshuizen,...), kamers voor studenten en kamers voor seizoensarbeiders. 19 De volgende uitgaven komen niet in aanmerking: De uitgaven voor het gedeelte van de woning dat wordt gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid, en dit in de mate dat ze als beroepskosten in aanmerking werden genomen, of indien voor de uitgaven gebruik werd gemaakt van de investeringsaftrek (art. 69 WIB 92). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor een winkel, want die heeft in zijn aard uitsluitend een beroepskarakter. De uitgaven die door de huurder worden gedragen in het geval van een gehuurde woning 20 Ouderdom van de woning - criterium van 5 jaar Sinds 1 januari 2010 is er voor bepaalde energiebesparende uitgaven een criterium van ouderdom bijgekomen. Dit criterium werd vastgesteld op 5 jaar. Er wordt m.a.w. een onderscheid gemaakt tussen woningen die minstens 5 jaar voor de aanvang van de werken voor het in eerst in gebruik zijn genomen en de woningen die niet voldoen aan voorgaande voorwaarde (de zogenaamde nieuwe woningen). Op 30 december 2009 stelde de heer Vijnck over deze problematiek een vraag in de Kamer. 21 Het toepassingsgebied van de belastingvermindering voor nieuwe woningen wordt dus beperkt. Wat wordt aangemerkt als een nieuw gebouw, werd door de administratie uitgelegd in een addendum van 22 september 2009, bij de circulaire van 20 februari Er zijn twee mogelijkheden voor een gebouw om als nieuw te worden beschouwd. Ten eerste kan de woning nieuw gebouwd zijn. De tweede mogelijkheid is dat de woning in nieuwe staat werd aangekocht. Ze werd met toepassing van de btw aan de belastingplichtige afgestaan. Een woning afstaan met toepassing van de btw kan tot en met 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar waarin de eerste ingebruikname plaatsvond. 22 Een klein voorbeeldje hierbij. Wanneer een woning voor het eerst in gebruik werd genomen in 2012, 19 Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Vr. en Antw., Kamer, , 30 december 2009 (vr. Vijnck). 22 Art. 8, 1 W. Btw. 11

22 dan wordt ze voor de btw, en bijgevolg ook voor deze maatregel, als nieuw beschouwd tot ten laatste 31 december Het gaat om een volledig nieuwe woning, een bestaande woning waar men een bijgebouw aan toevoegt is geen nieuwbouw. Indien de woning gedeeltelijk werd afgebroken en terug opgebouwd, is dit geen nieuwe woning. Als de woning echter volledig werd verwijderd en nadien opnieuw wordt gebouwd, wordt dit wel beschouwd als een nieuwe woning. 23 Na het invoeren van het ouderdomscriterium, zijn de uitgaven voor nieuwe woningen waarop nog een belastingvermindering wordt verleend de volgende: uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie uitgaven voor de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonneenergie in elektrische energie uitgaven voor plaatsing van alle andere uitrustingen voor geothermische energieopwekking Voor woningen die minstens vijf jaar voor de aanvang van de werken voor het eerst in gebruik zijn genomen, geldt deze beperking niet. Niet enkel voor het toepassingsgebied van de uitgaven voor energiebesparende maatregelen is de termijn van vijf jaar bepalend, maar ook voor de overdracht van het overschot wordt dit criterium gebruikt (zie infra). 26 Over de berekening van die termijn van vijf jaar bracht de administratie een circulaire uit op 24 februari Hierin wordt verduidelijkt dat de berekening van de termijn van vijf jaar in principe van dag tot dag gebeurt. Het al dan niet in gebruik genomen zijn van de woning wordt beoordeeld bij het begin van de werken. Het is dus mogelijk dat tijdens een bepaald kalenderjaar een deel van de energiebesparende uitgaven in aanmerking komt voor een belastingvermindering, en een ander deel niet. 27 Bijvoorbeeld: een woning werd in gebruik genomen op 14 juli In 2014 voert de belastingplichtige werken uit voor dakisolatie. Om financiële redenen, laat hij echter een deel van de werken in april 2014 uitvoeren, en een Add., 22 september 2009, bij circulaire Ci.RH.331/ Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/ Art. 145, 1, 2 tot 3 bis WIB Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/ Circ., 24 februari 2012, nr. Ci.RH.331/

23 ander deel van de werken in november Bijgevolg kan hij voor de uitgaven in april geen beroep doen op de belastingvermindering, voor het deel van november kan hij dit echter wel. Omdat de berekening van dag tot dag echter voor tijdrovende discussies zorgde, heeft de btw-administratie beslist dat indien de eerste ingebruikname van de woning plaatsvond in de loop van het vijfde kalenderjaar voor de aanvang van de werken, het criterium van vijf jaar vervuld is. Dus in het vorig voorbeeld heeft de belastingplichtige voor al zijn uitgaven in 2014 recht op een belastingvermindering. Er moet dus geen onderscheid meer worden gemaakt, binnen hetzelfde kalenderjaar, tussen uitgaven voor werken begonnen voor 5 jaar van de ingebruikname van de woning en vanaf 5 jaar van de ingebruikname. 28 Bedoelde uitgaven Betaalvoorwaarden 29 De effectieve betaling van de uitgaven door de belastingplichtige is belangrijk, op dat moment wordt de belastingvermindering immers toegekend. Wanneer de werken worden uitgevoerd, heeft geen belang. Het begrip 'betalen' moet worden begrepen vanuit de betekenis in het Burgerlijk Wetboek. Vooral bij het betalen van een voorschot is het BW belangrijk. Het voorschot wordt beschouwd als betaald op het moment van definitieve verwerving door de aannemer. Indien er een financiële tussenkomst is geweest van een gewestelijke overheid, heeft dit geen weerslag op de toepassing van de belastingvermindering. In aanmerking komende uitgaven Tussen 2004 en 2012 kwamen de volgende energiebesparende uitgaven in aanmerking voor een belastingvermindering: 30 Uitgaven voor de vervanging van oude stookketels of voor het onderhoud van een stookketel Onder stookketels worden o.a. begrepen, condenserende ketels, stookketels op 28 Circ., 24 februari 2012, nr. Ci.RH.331/ Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Art. 145/24 WIB

24 hout, installaties met waterpomp,... De installaties moeten worden voorzien van het EG-keurmerk. Er wordt in dit werk niet ingegaan op verdere technische vereisten. Uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie Uitgaven voor de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonneenergie in elektrische energie Van deze maatregel is de laatste jaren zichtbaar veel gebruik van gemaakt. De zonnepanelen op daken van huizen schoten als paddenstoelen uit de grond, en het straatbeeld is dan ook veranderd. In 2011 werd er 996 miljoen kwh uit zonlicht gehaald, meer dan 22% van de groene stroomproductie (dit is een cijfer voor gezinnen en vennootschappen samen). Dit aantal zorgt voor de stroomvoorziening van, bij benadering, gezinnen. Er liggen al ongeveer 10 miljoen m² zonnepanelen op de daken. 31 Uitgaven voor de plaatsing van alle andere uitrustingen voor geothermische energieopwekking "Aardwarmte of geothermische energie is de energie die zich bevindt in de diep in de aarde gelegen warmtebronnen. De energie kan worden gewonnen door gebruik te maken van het temperatuursverschil tussen de aardoppervlakte en diep in de aarde gelegen warmte." 32 Uitgaven voor de plaatsing van dubbele beglazing Dit bevat ook de plaatsing van het raamwerk. Een terrasdeur stelt men gelijk aan een raam. 33 Uitgaven voor de isolatie van muren en vloeren Deze uitgaven kwamen enkel in aanmerking voor zover ze werden betaald in 2009 en Uitgaven voor dakisolatie De maatregel is anno 2014 nog steeds van toepassing. 31 Cijfers en statistieken, (consultatie 24 februari 2014). 32 Wat is geothermische energie?, (consultatie 24 februari 2014). 33 Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p

25 Uitgaven voor de plaatsing van een warmteregeling van een installatie van centrale verwarming door middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdsinschakeling De administratie aanvaardt een kamerthermostaat zonder tijdsinschakeling indien eveneens een thermostatische kraan wordt geplaatst, dit door het woordje 'of' dat in deze zin staat. 35 Uitgaven voor een energie-audit van de woning Een energie-audit is "een met behulp van de auditsoftware uitgevoerde analyse van de energie-efficiëntie van een bestaand residentieel gebouw waarbij in een gedetailleerd auditrapport energiebesparende maatregelen worden geïdentificeerd, gekwantificeerd en geprioriteerd in overleg met de aanvrager". 36 Een energie-audit is afhankelijk van de toepasselijke gewestelijke wetgeving. De uitvoeringsvoorwaarden voor een woning in het Vlaams Gewest zijn terug te vinden in de art.10 en 11, opgenomen in hoofdstuk 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2005, betreffende de erkenning als energiedeskundige voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energie-audit voor woningen. De verantwoordelijke is het Vlaams Energieagentschap. Een energie-audit kan enkel uitgevoerd worden voor eengezinswoningen. Appartementen en gebouwen voor collectieve huisvesting worden uitgesloten. 37 Vaak wordt een energie-audit verward met een energieprestatiecertificaat (EPC). Dit laatste moet door de verkoper en verhuurder van een woning verplicht worden opgemaakt bij verkoop of verhuur van woongebouwen. De energie-audit gebeurt vrijwillig voor particulieren die energieadvies willen over hun woning. Energie-audit kwam in aanmerking voor een belastingvermindering, EPC niet. 38 Voor energiebesparende uitgaven betaald in 2012, werd voorzien in een overgangsregeling. Voor alle uitgaven, ook voor de uitgaven voor dakisolatie, was er de voorwaarde dat er voor 27 november 2011 een overeenkomst voor de uitvoering van de werken afgesloten was. 35 Add., 19 mei 2004, bij circulaire Ci.RH.331/ Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, 19 november Add., 22 september 2009, bij circulaire Ci.RH.331/ Add., 22 september 2009, bij circulaire Ci.RH.331/

26 Indien er niet werd voldaan aan deze voorwaarde, kon de betrokken belastingplichtige geen aanspraak maken op een belastingvermindering. 39 Uitgaven die worden betaald vanaf 1 januari 2013, komen enkel nog voor een belastingvermindering in aanmerking indien het gaat om uitgaven betreffende dakisolatie (zie infra 'afschaffing regeling'). Daarenboven moet het gaan om een 'oude' woning, dit wil zeggen dat de ingebruikneming van de woning ten minste 5 jaar voorafgaat aan de aanvang van de werken (zie supra voor uitwerking van de periode van 5 jaar). 40 Geregistreerd aannemer Voor alle bovenstaande werken moeten de werken uitgevoerd worden door een geregistreerd aannemer, energie-audit wordt echter van deze regel vrijgesteld. Deze vereiste wordt gesteld op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst. Indien de aannemer na het afsluiten van het contract wordt geschrapt uit het register van aannemers, heeft dit geen gevolg voor het verkrijgen van de belastingvermindering. Vanuit louter fiscaal vlak, moet de aannemer enkel geregistreerd zijn, het maakt niet onder welke categorie van aannemers die bepaalde aannemer valt. Elke geregistreerd aannemer mag met andere woorden de werken uitvoeren. Om te weten of een aannemer geregistreerd is, kan de belastingplichtige, of enig ander persoon, contact opnemen met de Federale Overheidsdienst Financiën. 41 De voorwaarde dat de werken moeten uitgevoerd zijn door een geregistreerd aannemer, moet ervoor zorgen dat er een bepaalde vorm van garantie is dat de werken goed zijn uitgevoerd. Dit laatste blijkt uit de memorie van toelichting bij de hervormingswet van 10 augustus De problematiek rond geregistreerd aannemer, leidde tot een vraag van mevrouw Pieters op 30 juni 2004 in de Kamer. 43 Daarin kwam verduidelijking over het al dan niet zelf aankopen en uitvoeren van de werken. De belastingvermindering wordt volledig toegekend, als zowel 39 Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Vr. en Antw., kamer , 30 juni 2004 (vr. Pieters). 16

27 de levering en de plaatsing van de materialen door een geregistreerd aannemer gebeuren. Wanneer echter de belastingplichtige de materialen zelf aankoopt, waarna de aannemer ze plaatst, kunnen enkel de uitgaven met betrekking tot de plaatsing voor de vermindering in aanmerking komen. 44 In een circulaire die de administratie verspreidde, werden enkele vragen m.b.t. geregistreerde aannemers beantwoord. 45 Een eerste vraag is of de energiebesparende uitgaven in aanmerking komen voor de belastingvermindering wanneer de belastingplichtige een overeenkomst voor de werken heeft gesloten met een niet-geregistreerd aannemer die voor de uitvoering van de werken een beroep doet op een geregistreerd (onder)aannemer. Om de belastingvermindering te kunnen krijgen, moeten in dit geval enkele voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet de aannemer waarop de niet-geregistreerde aannemer beroep doet, wel geregistreerd zijn. Vervolgens moet op de factuur vermeld zijn dat degene die de werken uitvoert wel degelijk geregistreerd is als aannemer. De volledige identiteit en registratienummer van vorige moet dan ook bekend worden gemaakt. Als laatste verklaart de niet-geregistreerde aannemer dat hij ervoor zal instaan dat alle verplichte vermeldingen op de factuur te vinden zijn. Indien de werken slechts voor een gedeelte door een geregistreerd (onder)aannemer worden uitgevoerd, en de rest van de werken door de niet-geregistreerde aannemer, komt enkel het deel van de uitgaven dat door een geregistreerd aannemer wordt aangebracht, in aanmerking voor de belastingvermindering. 46 Een tweede en laatste vraag van deze circulaire m.b.t. geregistreerde aannemers is of werken die uitgevoerd worden door twee verschillende geregistreerde aannemers in aanmerking komen voor een belastingvermindering. Het voorbeeld dat wordt gegeven, is de verwijdering van de oude stookketel door één geregistreerde aannemer, en de plaatsing van een nieuwe ketel door de andere aannemer. Om aanspraak te kunnen maken op de belastingvermindering, moeten uiteraard de wettelijke voorwaarden zijn voldaan. De belastingplichtige moet aantonen dat de verwijdering en de plaatsing van de stookketels deel uitmaken van één globale verrichting. Dit bewijzen kan door de facturen van beide 44 Art. 63, 1,1 KB/WIB. 45 Circ., 22 februari 2011, nr. Ci.RH.331/ Circ., 22 februari 2011, nr. Ci.RH.331/

28 aannemers. Deze aannemers moeten op de factuur enkele verklaringen van voldoening van voorwaarden toevoegen. 47 Op 26 september 2012 kwam er in de rechtbank van Hasselt een uitspraak in een zaak rond geregistreerde aannemers. 48 Er was in de zaak geen betwisting op het recht op de belastingvermindering, maar wel over de berekeningsbasis ervan. De betrokken belastingplichtige kocht zonnecelpanelen aan bij een leverancier van bouwmaterialen en liet deze vervolgens plaatsen door een geregistreerd aannemer. De belastingplichtige was ervan overtuigd dat hij zowel de kosten van de aankoop als de kosten van de zonnecelpanelen in rekening kon brengen voor de belastingvermindering. De administratie wou enkel de kosten van de plaatsing gebruiken voor de berekening van de vermindering. Dit omdat de wettekst, art 145/24 WIB 92, bepaalt dat de werken moeten uitgevoerd worden door een geregistreerd aannemer. Daaruit leidt de administratie af dat enkel de werken uitgevoerd door de aannemer in aanmerking komen voor de belastingvermindering. De aankoop van de materialen gebeurt in casu niet door een aannemer, maar door de belastingplichtige zelf, en wordt dus niet in rekening genomen. 49 De rechtbank stelde in deze zaak de belastingplichtige in het gelijk. De wettekst moet zo worden gelezen dat enkel de werken aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Volgens de rechtbank wordt nergens bepaald, niet in de wettekst, niet in het uitvoeringsbesluit, dat de aankoop van de materialen ook moet gebeuren door de geregistreerd aannemer. De belastingplichtige maakte dus terecht de beslissing om ook voor de aankoop van de zonnecelpanelen de belastingvermindering te vragen. 50 Belastingvermindering Tarief van de belastingvermindering Sinds aanslagjaar 2014 is de belastingvermindering vastgesteld op 30% van de werkelijk betaalde uitgaven in het belastbare tijdperk. De reden voor de vermindering van dit percentage van 40% naar 30%, is het akkoord in de zesde staatshervorming om nog slechts 47 Circ., 22 februari 2011, nr. Ci.RH.331/ Rb., Hasselt, 26 september 2012, 11/1245/A, Fisc. Koer. 2012/563 (Monkey). 49 Rb., Hasselt, 26 september 2012, 11/1245/A. 50 Rb., Hasselt, 26 september 2012, 11/1245/A. 18

29 twee tarieven voor belastingvermindering te hanteren vanaf aanslagjaar In aanslagjaar 2013, gold er een aparte regeling, die te maken had met de reeds besproken overgangsregeling. Voor dakisolatie was de belastingvermindering 30% voor werken m.b.t. dakisolatie. Dit was dus voor werken die werden verricht in het kader van een overeenkomst die na 27 november 2011 is gesloten. Voor de rest van de uitgaven bleef de belastingvermindering van 40%, zoals in voorgaande aanslagjaren, gelden. In de aanslagjaren voor 2013, was de belastingvermindering 40% voor alle uitgaven. 52 Uiteraard werd er voor elk aanslagjaar een bepaald maximumbedrag opgelegd. Voor de aanslagjaren 2005 en 2006, bedroegen de grensbedragen 500 euro (werken in een nieuwe woning) en 600 euro (totale of gedeeltelijke vernieuwing van een woning). Dit zijn de nietgeïndexeerde bedragen, de voormelde bedragen werden elk jaar geïndexeerd. 53 Vanaf aanslagjaar 2007 werd de belastingvermindering op een maximum van euro (nietgeïndexeerd) gebracht voor alle uitgaven. De oude grensbedragen werden geschrapt. 54 Voor de installatie van zonnecelpanelen voor omzetting van zonne-energie in elektrische energie, werd de belastingvermindering verhoogd met 600 euro (niet-geïndexeerd). 55 Vanaf aanslagjaar 2008 werd het grensbedrag verhoogd naar euro (niet-geïndexeerd). Dit bedrag is in dit aanslagjaar 2015, nog steeds van toepassing. 56 Dit wil dus zeggen dat de belastingvermindering per belastbaar tijdperk en per woning niet meer dan euro mag bedragen. De belastingverminderingen worden op onafhankelijke wijze berekend voor de eigenaars en de huurders. Indien de huurders of eigenaars niet gezamenlijk worden belast, zal iedere medehuurder of mede-eigenaar dus recht hebben op de vermindering. Het maximumbedrag moet worden gedeeld door het aantal medehuurders van de woning. 57 Voorbeeld: in 2014 wonen Hanne en Lies feitelijk samen. Ze besluiten om isolatie aan het dak van hun huurwoning te laten aanbrengen. Elk neemt 50% van de kosten voor hun rekening. Het 51 Sas, T., "Heeft de particulier nog recht op belastingvermindering voor energiezuinige investeringen in een woning?", MER 2012, p Art. 145/24 WIB Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Add., 22 september 2009, bij circulaire Ci.RH.331/ Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/ Art. 145/24 WIB Add., 22 september 2009, bij circulaire Ci.RH.331/

30 totale factuurbedrag is euro, zowel Hanne en Lies betalen effectief euro. Omdat ze feitelijk samenwonen, en dus niet gezamenlijk worden belast, kunnen ze elk aanspraak maken op de helft van de belastingvermindering. Voor aanslagjaar 2015 bedraagt die vermindering maximaal euro, ze zijn met twee huurders, dus elke huurder heeft recht op euro. In dit voorbeeld, hebben zowel Hanne als Lies recht op een vermindering van 525 euro. Indien de woning in onverdeeldheid behoort aan meerdere personen die als alleenstaanden worden belast, moet elke deeleigenaar die uitgaven heeft gedaan, het maximumbedrag beperken in verhouding tot zijn aandeel in de woning. 58 Een voorbeeld. Joost en Inge zijn broer en zus. Samen hebben ze een vakantiehuisje aan de kust gekocht. Joost is voor 40% eigenaar, Inge voor 60%. Ze laten dakisolatie aan het dak aanbrengen, omdat het huisje in de winter te veel van zijn warmte verliest door het slecht geïsoleerde dak. De werken worden uitgevoerd voor een bedrag van euro. Ze betalen allebei het bedrag dat overeenstemt met hun aandeel in de woning. Met andere woorden, Joost betaalt euro, Inge betaalt euro. Het maximumbedrag van de belastingvermindering moet worden beperkt in functie van hun aandeel in de woning. In dit voorbeeld wordt het maximumbedrag van euro voor inkomstenjaar 2014 respectievelijk beperkt tot euro voor Joost en euro voor Inge. Joost krijgt in dit voorbeeld een belastingvermindering van 720 euro, Inge krijgt een vermindering van euro. Overdracht vermindering Het deel van de belastingvermindering dat het maximumbedrag overschreed, ging tot en met aanslagjaar 2009 gewoon verloren. Belastingplichtigen probeerden dit te omzeilen, door het betalen van bepaalde bedragen uit te stellen naar een volgend aanslagjaar of hun werken te spreiden over enkele jaren, waardoor de rekeningen ook over verschillende aanslagjaren binnenkomen. De belastingvermindering wordt immers pas toegekend bij werkelijk betaalde uitgaven Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lageenergiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p97. 20

31 In het kader van de economische herstelwet van 27/3/2009 werd het mechanisme van de overdracht van de belastingvermindering in werking gebracht. 60 De overdracht is van toepassing vanaf aanslagjaar Het mechanisme werkt zo dat, wanneer het totaal van de belastingverminderingen het grensbedrag van de vermindering overtreft, het overschot wordt overgedragen op de drie belastbare tijdperken volgend op dat waarin de uitgaven werkelijk werden gedaan. Een voorwaarde die de wetgever stelt is dat het gaat om uitgaven voor een oude woning, dit is een woning die sedert minstens vijf jaar in gebruik is genomen. 61 Door dit systeem rijzen er vragen omtrent de volgorde van aanrekening van de vermindering. Een probleem ontstaat namelijk wanneer er overgedragen verminderingen zijn van vorige belastbare tijdperken en daarnaast ook belastingverminderingen van het huidige belastbaar tijdperk. Dit probleem wordt uitgewerkt in art. 63/11, 3e lid KB/WIB 92, waar de aanrekeningregels worden vastgesteld. 62 Eerst komen de verminderingen die niet kunnen worden overgedragen naar een volgend belastbaar tijdperk in aanmerking. Daarna volgen de verminderingen die zijn overgedragen van vorige belastbare tijdperken, te beginnen met de oudste. Om te eindigen wordt gekeken naar de verminderingen voor uitgaven gedaan tijdens het huidige belastbare tijdperk, die naar de volgende belastbare tijdperken kunnen worden overgedragen. 63 Echter, de overdracht voor belastingvermindering is voor energiebesparende uitgaven niet lang in werking geweest. Vanaf aanslagjaar 2014 is het gebruik van deze regeling niet meer mogelijk. Enkel voor de uitgaven die in het belastbaar tijdperk werden betaald, kan nog een belastingvermindering worden verkregen. Overdracht bij overschrijding van het maximumbedrag is uitgesloten. Indien er nog overgedragen bedragen van voorgaande aanslagjaren zijn, blijven deze wel behouden. Tevens is voor uitgaven betaald in 2012, waarvoor een overeenkomst na de datum van 27 november 2011 werd gesloten, geen 60 BS 20 december Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/ Circ., 1 febrari 2011, nr. Ci.RH.331/ Art. 63/11, 3e lid KB/WIB. 21

32 overdracht meer mogelijk. Indien de overeenkomst werd gesloten voor de voornoemde datum, is wel nog overdracht mogelijk. 64 Een voorbeeld over de overdracht van belastingvermindering. Filip heeft in 2010 zonnepanelen laten aanbrengen op het dak van zijn huis en tuinhuis. In totaal kostten deze werken hem euro. Dit bedrag heeft hij in 2010 volledig betaald. Voor aanslagjaar 2011 gold een maximumbedrag voor belastingvermindering van euro (2.770 euro + verhoging van 830 euro omdat het gaat om zonnecelpanelen). Het tarief van belastingvermindering bedroeg toen nog 40%, en dit brengt de totale belastingvermindering voor Filip op euro. Het maximumbedrag van euro is overschreden. Filip kan een bedrag van euro overdragen naar het volgend aanslagjaar. In aanslagjaar 2012 zal hij het maximumbedrag van euro als belastingvermindering kunnen nemen, in aanslagjaar 2013 de rest van 720 euro. Belastingkrediet Voor de belastbare tijdperken van 2009 tot 2012, was het systeem van belastingkrediet van toepassing op uitgaven voor energiebesparende maatregelen. Een belastingkrediet is een belastingkorting die verrekend wordt met de verschuldigde belasting. Als de belastingkorting groter is dan de verschuldigde belasting, dan is het verschil terugbetaalbaar, indien dat verschil groter is dan 2,50 euro. Deze maatregel is vooral nuttig voor mensen met een laag belastbaar inkomen. Door het belastingkrediet loont het ook voor deze belastingplichtigen om energiebesparende uitgaven te doen. 65 Het toepassingsgebied van het belastingkrediet situeert zich in art. 156bis, eerste lid, 2 en 3 WIB Belastingplichtigen konden hiervan gebruikmaken bij het aanbrengen van isolatie van daken, muren en vloeren en bij de eventuele overdracht van vermindering bij deze werken, en dit in de belastbare tijdperken van 2009 tot Voor de vervanging of onderhoud van een stookketel, het plaatsen van dubbele beglazing, plaatsen van een centrale verwarming door middel van thermostatische kranen en de kosten van een energie- 64 Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lageenergiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Art. 156bis WIB

33 audit, was een belastingkrediet ook mogelijk. Dit was enkel van toepassing in de belastbare tijdperken 2010 tot Op 18 november 2010 stelde mevrouw Jadin een vraag over het terugbetaalbaar belastingkrediet in de Kamer. Daarin wordt bevestigd dat er een terugbetaalbaar belastingkrediet wordt toegekend in gevallen waarin de verminderingen voor sommige energiebesparende uitgaven niet tot een vermindering van de belasting heeft geleid. Het bedrag van het belastingkrediet is gelijk aan het bedrag van de belastingvermindering dat niet tot een effectieve vermindering van de belasting heeft geleid. 67 Stel dat een bepaalde belastingplichtige, door bepaalde energiebesparende uitgaven die hij heeft gedaan, recht heeft op een belastingvermindering van euro. Maar zijn totale verschuldigde belasting is kleiner dan dit bedrag. Dan zal het deel van de belastingvermindering dat groter is dan het belastbaar inkomen, worden omgezet in een belastingkrediet. Nog een laatste opmerking bij overdracht van de belastingvermindering en belastingkrediet is dat deze twee mechanismen kunnen worden gecombineerd. 68 Formaliteiten De formaliteiten worden in dit werk slechts kort aangehaald. Te vervullen formaliteiten 69 De belastingplichtige moet de belastingvermindering aanvragen. Dit doet hij door in zijn aangifte personenbelasting in het betrokken belastbare tijdperk de volgende documenten toe te voegen (origineel of fotokopie): facturen van de werken betalingsbewijzen van de facturen Indien de werken plaatsvinden in een appartementsgebouw met tussenkomst van de beheerder ervan, moet de belastingplichtige volgende bijkomende documenten toevoegen:. een fotokopie, door de beheerder verklaard, van facturen van de werken en de betalingsbewijzen van die facturen 67 Vr. en Antw., Kamer, , 18 november 2010 (vr. Jadin). 68 "De fiscale maatregelen in de 'economische herstelwet'", Fiscoloog 2009, Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/

34 de becijfering van het aandeel van de belastingplichtige in de energiebesparende uitgaven, deze informatie moet in een attest van de beheerder staan De facturen moeten het materiaal en de werken samen bevatten, eventueel de werken alleen. Een factuur met enkel het materiaal voldoet niet. Enkel schriftelijke betaalbewijzen worden aanvaard. Sinds 13 februari 2009 volstaat het om de documenten ter beschikking van de FOD Financiën te houden. Bijvoegen van de facturen bij de aangifte hoeft niet meer. 70 Vermeldingen op de factuur De factuur moet enkele vermeldingen bevatten. Op de factuur uitgereikt door de geregistreerd aannemer moet volgende onderdelen terug te vinden zijn: 71 de woning waar de werken worden uitgevoerd de datum van de aanvang van de werken bij bepaalde uitgaven. Dit zijn de werken voor de installatie van fotovoltaïsche zonnecelpanelen, thermische zonnepanelen en andere geothermische energieopwekking 72 indien nodig de verdeling van de kosten van de werken de volgende formule: "Verklaring met toepassing van artikel 63/11 van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel 145/24 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Ik, ondergetekende, bevestig dat : (per maatregel de vermeldingen die worden opgelegd door bijlage IIbis van het KB/WIB 92 overnemen - zie nr. 4). (datum). (naam). (handtekening)" 73 ouderdom van de woning op de datum van de werken "Energiebesparende investeringen", Fiscoloog 2009,p Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lageenergiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Aanvraagprocedure, (consultatie op 25 februari 2014). 24

35 In de bijlage één zijn enkele attesten bijgevoegd, die bij de factuur moeten worden gevoegd. Attesten één en twee zijn modelattesten van aanslagjaar 2011 en 2012 voor alle energiebesparende uitgaven, uitgezonderd energie-audit. Attest drie is een modelattest voor energie-audit voor het aanslagjaar Afschaffing regeling Verantwoording afschaffing In de Memorie van Toelichting van 15 december 2011 is terug te vinden waarom vanaf aanslagjaar 2014 alle belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven zijn afgeschaft, met uitzondering van de vermindering van de werken voor het isoleren van daken. In aanslagjaar 2013 was er nog een overgangsregeling. 76 Met betrekking tot de federale belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven, werd beslist om deze vanaf 2012 af te schaffen, en enkel de vermindering voor dakisolatie te behouden. Wel wordt het tarief van deze laatste verminderd. De reden die voor deze veranderingen wordt gegeven, is dat het rationeel energiegebruik behoort tot de materies waarvoor de gewesten bevoegd zijn. Zowel leefmilieu, natuur en energie en woonbeleid zijn beleidsdomeinen waarvoor de gewesten bevoegd zijn. In de zesde staatshervorming is uitgewerkt dat een aantal fiscale uitgaven worden overgedragen naar de gewesten. De federale overheid kan bijgevolg een einde maken aan de fiscale stimuli die ze in de overgedragen materies verleent. Dit om inmenging in materies die onder de bevoegdheden van de gewesten vallen te vermijden. 77 Dakisolatie wordt wel behouden. Dit omdat deze energiebesparende uitgave op het vlak van energiebesparing wordt beschouwd als de meest kostenefficiënte investering. 78 Op 28 november 2011 maakte de regering bekend dat ze van plan was om de meeste belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven te schrappen vanaf inkomstenjaar 2012 (aanslagjaar 2013). Op dat moment hadden echter verscheidene belastingplichtigen zich al contractueel verbonden om in 2012 werken te laten uitvoeren, en 75 Circ., 24 mei 2011, nr. Ci.RH.331/ MvT, doc /004, blz dd MvT, doc /004, blz dd MvT, doc /004, blz dd

36 hadden daarvoor de belastingvermindering in aanmerking genomen bij het berekenen van hun totale kost. Om de financiële en fiscale planning van deze belastingplichtigen niet in de war te brengen, werd een overgangsregeling ingevoerd. De belastingvermindering werd nog toegekend voor andere energiebesparende uitgaven dan dakisolatie in 2012, maar dit op voorwaarde dat de overeenkomst waarin ze worden uitgevoerd, ten laatste op 27 november 2011 getekend is geweest. Dit is de dag voor de bekendmaking door de regering van de afschaffing van de meeste belastingverminderingen. Het stelsel van de overdracht bleef wel behouden voor deze laatste regeling. 79 De overgangsregeling geldt voor alle energiebesparende uitgaven (ook voor dakisolatie). 80 Voor alle energiebesparende uitgaven die werden betaald voor 2012, blijven de betrokken belastingplichtigen recht hebben op de belastingvermindering en eventueel op de overdracht van het deel van de belastingvermindering boven het maximumbedrag. Dit omdat het recht op overdracht verworven is. Het stelsel van belastingkrediet blijft behouden. 81 Voor energiebesparende uitgaven betaald vanaf aanslagjaar 2014 (dus inkomstenjaar 2013 e.v.), geeft enkel dakisolatie nog recht op een belastingvermindering. Het tarief bedraagt 30%. Het stelsel van overdracht van belastingvermindering is niet meer toepassing, de omzetting in een belastingkrediet is eveneens afgeschaft. Een belangrijke voorwaarde is dat de uitgaven moeten gedaan worden voor een oude woning (woning is minstens 5 jaar oud). 82 Budgettaire impact Over de budgettaire redenen voor de afschaffing van de belastingvermindering voor energiebesparende maatregelen, wordt niet expliciet gesproken. Althans zal dit zeer waarschijnlijk een tweede oorzaak zijn voor de (bijna) volledige verdwijning van de regeling. De Europese lidstaten krijgen van de Europese Commissie de opdracht om de budgettaire 79 MvT, doc /004, blz dd Begroting 2012: afschaffing belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, (consultatie 19 november 2013). 81 Begroting 2012: afschaffing belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, (consultatie 19 november 2013). 82 Begroting 2012: afschaffing belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, (consultatie 19 november 2013). 26

37 tekorten te beperken tot 3% van het BBP. Door de banken- en schulden crisis van de voorbije jaren, moeten de leden daarvoor soms heel creatief uit de hoek komen. Maar uiteraard beginnen ze meestal met het afschaffen van bepaalde toegevingen aan belastingplichtigen, omdat dit het minst voelbaar en het minst ingrijpend is bij het gros van de inwoners. Dit laatste is wat in het geval van de energiebesparende maatregelen gebeurd is. Een logische oplossing voor het budgettair probleem. Eén bron met cijfers is zo goed als niet te vinden, maar door de antwoorden op parlementaire vragen te combineren, wordt een zicht gecreëerd op de kosten en besparing van kosten van deze maatregel indien hij wordt ingetrokken. Reeds in 2009 was er sprake van dat de federale regering de belastingvermindering wou terugschroeven. Als gevolg van dat nieuws kwam er op 21 oktober 2009 een vraag van de heer Gilkinet. Hij vroeg zich af welke maatregelen zouden worden afgeschaft en welk effect dit heeft op de begroting. Op deze laatste vraag kwam het volgende antwoord. De begrotingsimpact zal in 2010 nul euro bedragen (geen besparing door afschaffing van bepaalde maatregelen). In 2011 zal dit 68 miljoen euro opleveren en voor de volgende jaren komt het neer op een recurrente besparing van 274 miljoen euro. De steun op het gebied van de milieufiscaliteit wordt dus beperkt. 83 Een kleine opmerking daarbij: het BBP van België in 2012 bedroeg miljoen. 84 De besparing is dus slechts een heel klein deeltje van het BBP, maar elke peulenschil helpt natuurlijk. Dit waren enkele cijfers van de begrotingsimpact. Ook cijfers over het gebruik van de maatregel voor energiebesparende uitgaven kunnen interessant zijn. Ook daarvoor wordt gekeken naar de antwoorden op enkele parlementaire vragen. Een eerste vraag naar statistieken over de energiebesparende maatregelen kwam van de heer Cornil op 22 december De cijfers worden samengevat in de volgende tabellen Vr. en Antw., Kamer , 21 oktober 2009 (vr. Gilkinet). 84 BBP naar volume, (consultatie 25 februari 2014). 85 Vr. en Antw., Kamer , 22 december 2009 (vr. Cornil). 86 Vr. en Antw., Kamer , 22 december 2009 (vr. Cornil). 27

38 Vermindering voor energiebesparende uitgaven eigenaar Belastingplichtige Echtgenoot Belastingplichtige en echtgenoot Aanslagjaar Aantal Bedrag Aantal Bedrag Totaalbedrag Tabel 1: statistieken 2007 en 2008 voor eigenaars Vermindering voor energiebesparende uitgaven huurder Belastingplichtige en echtgenoot Aanslagjaar Aantal Bedrag Tabel 2: statistieken 2007 en 2008 voor huurders Een belangrijke opmerking bij deze tabellen, is dat de grote stijging van het bedrag in 2008 vooral te maken heeft met de verhoging van het maximumbedrag van de belastingvermindering, en niet alleen met de stijging van de uitgaven door de belastingplichtigen. Zowel bij eigenaars als huurders stijgt het aantal personen dat gebruik maakt van de maatregel. Eigenaars maken er duidelijk veel meer gebruik van dan huurders. In aanslagjaar 2007 is de verhouding tussen de effectief toegekende vermindering voor energiebesparende uitgaven tot de globale opbrengst van de personenbelasting ongeveer 0,55%. In aanslagjaar 2008 loopt dit percentage op tot bijna 1%. Ook daaraan is de stijging van het gebruik van de maatregel te zien. 87 Een volgende vraag kwam er van de heer Goffin op 28 juni Uit een onderzoek van 2009 blijkt dat voor de vervanging van verwarmingsketels en de plaatsing van nieuwe ramen, dubbel zoveel gezinnen gebruik maken van de belastingvermindering t.o.v. de gewestelijke premies. Wie voor die federale belastingvermindering kiest, heeft een gemiddeld belastingvoordeel per investering dat twee tot tien keer hoger is dan bij de gewestelijke premies. Over de toekomst van de maatregel wijst een studie van 2009 het volgende uit. In 2009 vloeide 92% van de energiebesparing en de verminderde CO2-uitstoot 87 Vr. en Antw., Kamer , 22 december 2009 (vr. Cornil). 88 Vr. en Antw., Kamer , 28 juni 2011 (vr. Goffin). 28

39 voort uit de 31 federale maatregelen (dus niet alleen de maatregelen voor energiebesparende uitgaven). De studie wees uit dat in 2011 de maatregelen zouden zorgen voor 84% van de uitstootvermindering. Bij een ongewijzigd beleid zou het percentage tegen % bedragen. 89 Een laatste vraag over dit thema werd gesteld door de heer Vereeck in het Vlaams Parlement. 90 De beleidsbrief van Financiën en Begroting ( ) verklaart onder andere dat er voor het fiscaal beleid regionalisering van verscheidene fiscale voordelen in de personenbelasting plaatsvindt. De voordelen gaan over van federaal naar Vlaams niveau. De energiebesparende uitgaven vallen hier ook onder. De fiscale uitgaven voor energiebesparing hebben een omvang van 333,2 miljoen euro (cijfer op federaal niveau). 91 Discussie in de Kamer Alhoewel een echte discussie rond de afschaffing van de regeling onvindbaar is, was er op bepaalde ogenblikken toch wat twijfel over de beslissing bij enkele leden in de Kamer. Op 10 december 2011 was er in de Kamer een bespreking van de verklaring van de regering, over de begroting van De eerste minister, Elio Di Rupo, verdedigt het standpunt van de regering m.b.t. ecologische fiscaliteit. De regering is het erover eens dat er maatregelen moeten genomen worden om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Er moet meer respect komen in de samenleving voor het milieu. Er komt uiteraard kritiek op het afschaffen van de meeste groene belastingsverminderingen, maar de regering hoopt op begrip vanwege de bevolking. Er schuilen twee redenen in de afschaffing van de tegemoetkomingen. Ten eerste is er de overgang van bevoegdheid voor het nemen van dit soort maatregelen van de federale overheid naar de gewestelijke overheden. Daarnaast zijn er ook de grote besparingsacties die moeten gebeuren, als gevolg van de crisis en het enorme begrotingstekort. Het afschaffen van de belastingverminderingen vormt een evidente keuze om te besparen. Di Rupo bevestigt ook dat er in 2012 geen verandering komt, er zullen geen groene maatregelen terug ingevoerd worden. De bedoeling is dat het 89 Vr. en Antw., Kamer , 28 juni 2011 (vr. Goffin). 90 Vr. en Antw., Vlaams Parlement, , 20 februari 2013 (vr. Vereeck). 91 Vr. en Antw., Vlaams Parlement, , 20 februari 2013 (vr. Vereeck). 29

40 grotere respect voor het milieu zal komen van de maatregelen m.b.t. groene mobiliteit, denk aan het promoten van o.a. elektrische auto's. 92 Ook op 22 december 2011 was er een discussie in de Kamer rond de begroting van 2012, waar de afschaffing van de belastingvermindering voor energiebesparende maatregelen opnieuw naar boven kwam. Het was Olivier Deleuze van Ecolo die als eerste kritiek spuide op de afschaffing. Hij, en zijn partij, zijn ervan overtuigd dat de motivatie voor de afschaffing van de maatregelen, namelijk de verschuiving van de bevoegdheid naar de gewesten, een flauwe reden is. De inwoners die gerekend hadden op de belastingvermindering zijn immers niet geïnteresseerd in wie verantwoordelijk is voor het stimuleren van groene energie. Daarnaast zorgt de afschaffing voor banenverlies in de kmo's en lokale entiteiten. Ook Meyrem Almaci, Groen, geeft kritiek op de afschaffing van de maatregelen. Zij staaft dat er te weinig juiste prioriteiten gesteld worden. In volle klimaatcrisis wordt er immers voor gekozen om de natuur en natuurbewuste burgers de kans te ontnemen om te investeren in energiebesparende maatregelen. De sectoren van bouw en hernieuwbare energie zijn de meest jobintensieve sectoren, en de regering kiest ervoor om in volle crisis die groeisectoren in te perken. Volgens Groen zijn de besparingen die in 2012 worden gedaan geen echt besparingen, maar meerkosten op langere termijn. Meerkosten voor de burgers van wie de energiefactuur niet meer zal dalen, maar ook meerkosten voor de bouwsector. Het feit dat er nauwelijks voorzien wordt in overgangsmaatregelen, zorgt voor nog meer ophef. De rekening voor milieuvervuiling wordt gewoon doorgeschoven naar de volgende generaties. 93 Neveneffect Een neveneffect dat ontstond bij de invoering van de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, was dat de zogenaamde 'groene bedrijven' als paddenstoelen uit de grond schoten. Een stijging van het aantal energiebesparende uitgaven door belastingplichtigen betekent uiteraard ook dat al die werken moeten uitgevoerd worden. Dit zorgde voor werkgelegenheid. Een welgekomen neveneffect in tijden van crisis. Maar met de afschaffing van de meeste belastingverminderingen, gingen veel van die groene bedrijven 92 Bespreking van de verklaring van de regering, Parl.St., Plenaire zitting , nr. 60 (15 december 2011). 93 Algemene bespreking - begroting, Parl.St., Plenaire zitting , nr. 62 (22 december 2011). 30

41 failliet. Dit was een nieuwstopic op 7 februari van dit jaar (2014). 94 In 2013 legden 30 Vlaamse groene energiebedrijven de boeken neer. In 2011 en 2012 gingen respectievelijk slechts vijf en zes bedrijven failliet. Een groot verschil. Uiteraard gaat het niet allemaal om bedrijven die de werken uitvoerden en bijvoorbeeld de zonnecelpanelen plaatsen. Maar het is een ketting die aan elkaar hangt. Die 30 bedrijven vormen ruim 6% van de 489 actieve groene bedrijven. Dit blijkt uit een studie de partij Groen liet uitvoeren. Volgens een parlementslid van Groen bracht de Vlaamse regering niet de nodige stabiliteit. Integendeel, door de snelle hervorming van de steun voor zonnepanelen werden de bedrijven zelfs in moeilijkheden gebracht. 95 Maar helemaal zwartkijken hoeft ook niet. Het expertisecentrum Energie van Agoria voorspelt dat de sector van groene energie tegen 2020 werk zal bieden aan personen. Dat is maar liefst 2/3e meer dan nu. Dit cijfer ligt wel lager dan in vorige studies, dit door de sterke terugval in de zonnepanelensector. 96 En opnieuw komen we dus bij de afschaffing van de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven terecht. Alhoewel een markt sowieso op een bepaald moment verzadigt. Misschien was dit in deze sector al het geval. 94 Vorig jaar 30 groene energiebedrijven failliet gegaan, (consultatie op 26 februari 2014). 95 Vorig jaar 30 groene energiebedrijven failliet gegaan, (consultatie op 26 februari 2014). 96 Groene energie levert jobs op, (consultatie op 26 februari 2014). 31

42 Groene leningen Concept Een tweede maatregel die werd ingevoerd om het gebruik van groene energie te stimuleren, was de groene lening. Deze maatregel werd ingevoerd als één van de vele maatregelen om de hardnekkige economische crisis in te perken. 97 Ze bevond zich in art. 2 van de economische herstelwet van 27 maart De regel was terug te vinden in art. 145/24, 3 WIB 92. Deze maatregel was echter maar tijdelijk, en was slechts van toepassing voor leningen die werden afgesloten tussen 1 januari 2009 en 31 december Dus enkel voor de aanslagjaren 2010 tem De reden voor de afschaffing van deze regel is dezelfde als deze bij de vermindering voor energiebesparende uitgaven (zie supra). Een groene lening kon worden afgesloten voor uitgaven die recht geven op een belastingvermindering, daarvoor moet worden gekeken naar de regeling zoals van toepassing voor aanslagjaar Vanaf aanslagjaar 2010 komt een heel aantal werken niet meer in aanmerking voor een belastingvermindering. Bijgevolg was het mogelijk dat een 'groene lening' betrekking had op uitgaven die geen recht meer gaven op een belastingvermindering voor energiebesparende investeringen, zoals vermeldt in art 145/24, 1 WIB Wat is een groene lening nu precies? Een belastingplichtige wil energiebesparende werken laten uitvoeren, zoals bedoeld in art 145/24, 1 WIB voor het aanslagjaar 2010 (uitgaven besproken in vorige sectie). Maar hij kan deze werken niet volledig zelf financieren, en gaat daarom een lening aan bij een financiële instelling. De belastingplichtige kan hiervoor twee fiscale voordelen verkrijgen. Ten eerste geeft de staat een rechtstreekse intrestbonificatie van 1,5%. Dit wil zeggen dat de ontlener een rentekorting krijgt van 1,5% van het normale rentepercentage dat hij moet betalen. Ten tweede kan de belastingplichtige voor de overige 97 Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Art. 2, Economische herstelwet, 27 maart Art. 145/24, 3 WIB "Interesten van groene leningen", Fiscoloog 2011,

43 intresten een belastingvermindering van 40% verkrijgen in de personenbelasting. Voor intresten vanaf 1 januari 2012 wordt dit percentage verlaagd tot 30%. 101 Begrippen Enkele begrippen worden in art. 1 van het KB betreffende de intrestbonificatie voor leningovereenkomsten bestemd voor de financiering van energiebesparende uitgaven verder verduidelijkt. 102 De kredietnemer kan enkel een natuurlijke persoon zijn. Rechtspersonen komen niet in aanmerking voor deze maatregel. Daarnaast blijkt uit de wetgeving op het consumentenkrediet of het hypothecair krediet dat de belastingplichtige zijn gewone verblijfplaats moet hebben in België. 103 Dit wil zeggen dat ze in België hun zetel van fortuin of hun woonplaats hebben gevestigd. 104 In een circulaire van 2010, die in dit werk al reeds werd vermeld, maakt de administratie zijn standpunt bekend dat de eigenaar niet alleen de volle eigenaar is, maar ook de blote eigenaar. 105 Indien de lening aangegaan wordt door een huurder, dan verstaat de administratie onder 'huurder' alleen de persoon die uitdrukkelijk in het huurcontract staat. Medehuurders die niet in het huurcontract geschreven staan, kunnen dus volgens de fiscus niet van deze regeling genieten. Indien de huurders gehuwd of wettelijk samenwonend zijn, dan worden ze gezamenlijk belast en kunnen ze uiteraard wel van deze regeling genieten. De situatie waarin de belastingplichtige zich bevindt, wordt slecht één keer beoordeeld, dit is op het moment waarop de lening wordt afgesloten. 106 De kredietgever moet een kredietgever zijn die wordt bedoeld in art. 2,5, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren. 107 Dit zijn officieel erkende kredietgevers of verstrekkers van hypothecaire leningen Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Art. 1, KB 12 juli Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Art. 2, WIB Circ., 6 januari 2010, nr. Ci.RH.331/ Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Art. 2, Economische herstelwet, 27 maart

44 De leningovereenkomst moet een overeenkomst zijn zoals bedoeld in art. 2, eerste lid van de economische herstelwet van 27 maart Daarin begrepen zijn elke verkoop en lening op afbetaling zoals vermeld in art. 1,9 en 11 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en elke overeenkomst in de zin van art. 2 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecaire krediet. 109 Intrestbonificatie Voorwaarden intrestbonificatie De voorwaarden voor de toekenning van de intrestbonificatie bevinden zich in art. 3 van het KB van 12 juli De wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet is van toepassing op de leningovereenkomst. Het kapitaal bedraagt minstens euro en hoogstens euro. Het ontleende bedrag moet dus tussen deze grenzen liggen om van het systeem te kunnen gebruikmaken. Indien het bedrag hoger is dan die euro, wordt de toepassing van de intrestbonificatie beperkt tot euro. Het kapitaal bij verkoop op afbetaling bestaat uit alle bedragen die op grond van de verkoop op afbetaling ter beschikking wordt gesteld. Bij een andere lening dan verkoop op afbetaling is het kapitaal de schuld in hoofdsom die het voorwerp uitmaakt van een leningovereenkomst. 111 Een laatste voorwaarde voor toekenning van de intrestbonificatie is dat de kredietnemer ten laatste op het ogenblik van ondertekening om de intrestbonificatie verzoekt via de kredietgever. 112 Werking intrestbonificatie De staat draagt 1,5% van de rente van het tarief van de lening. Een klein voorbeeld. Ann gaat in 2011 een lening van euro aan voor het aanbrengen van dubbele beglazing. Haar kredietinstelling verleent haar voor het volledige bedrag een lening, tegen een rente van 4% per jaar. Door de intrestbonificatie, zal ze effectief slechts 2,5% rente moeten betalen. De staat draagt de andere 1,5%. 108 Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Art. 1,3, KB 12 juli Art. 3, KB 12 juli Art. 1,4, KB 12 juli Art. 3, KB 12 juli

45 In het geval dat de intrestvoet jaarlijks minder dan 1,5% zou bedragen, wordt de intrestbonificatie beperkt tot dat lagere percentage. 113 Stel dat Ann slechts een rentepercentage van 1,2% zou moeten betalen, dan wordt de intrestbonificatie beperkt tot 1,2%. De facto moet Ann in dat geval geen intresten betalen, de staat draagt de volledige intrestkost. De berekening van de bonificatie gebeurt jaarlijks. De eerste keer op het volledige ontleende kapitaal. De volgende jaren op het overblijvende saldo. Als de resterende looptijd minder is dan één jaar, dan verminderd de intrestbonificatie pro rata temporis. 114 Belastingvermindering Art. 4,5 van de economische herstelwet van 27 maart 2009 bevat de voorwaarden voor belastingvermindering. De vermindering wordt toegekend aan de belastingplichtigen voor de intresten die betrekking hebben op leningovereenkomsten als bedoeld in art. 2 van de economische herstelwet. 115 Het percentage van de belastingvermindering bedraagt 40% van de intresten die werkelijk werden gedragen tijdens het belastbaar tijdperk. Dit is dus na aftrek van de intrestbonificatie. 116 Indien een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het belastbaar inkomen van elk van de echtgenoten t.o.v. de som van de belastbare inkomsten van de beide echtgenoten. 117 Op intresten die in aftrek worden genomen als werkelijke beroepskosten, is de belastingvermindering niet van toepassing. Ook intresten die in aanmerking worden genomen voor toepassing van de gewone of bijkomende intrestaftrek en voor de aftrek enige en eigen woning, vallen niet meer binnen het toepassingsgebied van deze belastingvermindering Art. 3, KB 12 juli Art. 5, KB 12 juli Art. 4,5, Economische herstelwet, 27 maart Art. 4,5, Economische herstelwet, 27 maart Art. 145/24, 3, 4e lid WIB Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p23. 35

46 Een voorbeeld. Lowie is weduwnaar en alleenstaande. In 2011 wil hij zowel zonnepanelen als dakisolatie laten plaatsen. Om dit te financieren, neemt hij een lening van euro aan bij zijn kredietinstelling, deze betaalt hij af in 3 jaar in gelijke delen. De intrestvoet die hij moet betalen bedraagt 5%. In 2011 lost hij euro af, en heeft hij een intrestkost van 750 euro. De overheid verleent hem een intrestbonificatie van 1,5%, ofwel 225 euro. Lowie draagt dus werkelijk 525 euro in 2011, waarop hij dan een belastingvermindering van 40% verkrijgt. In 2012 betaalt hij eveneens euro af en betaalt hij een intrestkost van 500 euro. Werkelijk draagt Lowie 350 euro, de staat neemt 150 euro voor haar rekening. Op die 350 euro kan hij nog een belastingvermindering van 30% verkrijgen (dit percentage is sinds 1 januari 2012 van toepassing). Ten slotte betaalt Lowie in 2013 de laatste euro af, betaalt hij 250 euro aan intresten, maar draagt hij werkelijk 175 euro. De overige 75 euro neemt de overheid voor haar rekening. 36

47 Vermindering voor lage-energiewoning, passiefwoning en nulenergiewoning Concept Een laatste vermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning, bevindt zich in art. 145/24, 2 WIB 92. Het gaat om het verwerven van een passiefwoning, sinds aanslagjaar 2008, of het aanschaffen van een lage-energiewoning of nulenergiewoning. Het bouwen van deze verschillende woningen valt ook binnen het toepassingsgebied om van de vermindering te genieten. 119 Deze maatregel was van toepassing tem aanslagjaar Opnieuw is de oorzaak van afschaffing van de regeling dezelfde als die voor uitgaven voor energiebesparende uitgaven (zie supra). Voor aanslagjaar 2013 zorgde een overgangsregeling er wel nog voor dat de afschaffing van deze regeling niet te abrupt gebeurde. Op 12 juli 2007 stuurde de administratie een circulaire de wereld in over de invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen. 120 Daarin geeft ze onder andere een uitleg van wat een passiefhuis precies is. Dit zijn woningen die normaal gezien geen gewone verwarmingsinstallatie nodig hebben. Ze zijn zodanig goed geïsoleerd dat ze bij normale weersomstandigheden aangenaam warm blijven door zonlicht en warmterecuperatie. Op die manier wordt de CO2-uitstoot verminderd, de reden waarom deze maatregel werd ingevoerd. De administratie geeft ook een aantal praktische regels voor de invoering van de wet, die van toepassing is vanaf aanslagjaar De vaststelling van een passiefhuis moet blijken uit een certificaat, sinds aanslagjaar 2011 wordt dit certificaat uitgereikt door de bevoegde gewestelijke administratie. Voor Vlaanderen is dit het Vlaamse Energie Agentschap. Voorheen was dit door een door de Koning erkende instelling, zoals bijvoorbeeld vzw Passiefhuis-Platform. 121 Als deze voorwaarde is voldaan, wordt een belastingvermindering toegekend gedurende tien opeenvolgende belastbare tijdperken 119 Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p Circ., 12 juli 2007, nr. AFZ 12/ Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p38. 37

48 vanaf het jaar van vaststelling. Indien in een belastbaar tijdperk de belastingplichtige niet langer eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouders is van een woning, wordt de vermindering niet langer meer verleend. De fiscus beoordeelt de toestand op de laatste dag van het belastbaar tijdperk. 122 Wanneer daarentegen de woning voldoet aan strengere normen (zie infra), wordt voor de volgende aanslagjaren een hogere belastingvermindering verleend, naargelang het type van woning waar belastingplichtige op het moment van beoordeling aan voldoet. 123 Toepassingsgebied Het toepassingsgebied is te vinden in art. 145/24, 2 WIB 92. In dit artikel staat dat de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouder moet zijn en hun woning moet zich bevinden in de Europese Economische Ruimte. Dit zijn de 28 lidstaten van de EU, met daarbij Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. Huurders worden dus uitgesloten van deze maatregel, omdat de investeringen om een passiefhuis bijvoorbeeld te verbouwen, te groot zijn om door huurders te worden gedaan. Het begrip eigenaar is sinds 2010 niet enkel meer de volle eigenaar, maar omvat ook de blote eigenaar. Dit als gevolg van een circulaire door de administratie van 6 januari De eigenaar kan een belastingvermindering verkrijgen door zowel het bouwen als het verwerven van een passiefwoning, een lage energiewoning of een nul energiewoning. Een laatste mogelijkheid is dat hij de woning verbouwt tot één van deze drie woningen, waarbij hij het onroerend goed volledig of gedeeltelijk vernieuwt. 125 Belangrijk is natuurlijk te weten wat het verschil precies is tussen een passiefwoning, een lage energiewoning en een nul energiewoning en wat de voorwaarden ervan zijn. De definities vinden we terug in art. 145/24, 2, lid 2, 3 en 4. Daarnaast brengt de circulaire van 10 juni 2010 hier ook duidelijkheid in. 126 In een lage energiewoning mag de totale energievraag voor ruimteverwarming en koeling 122 Circ., 12 juli 2007, nr. AFZ 12/ Art. 145/24, 2, lid 6 WIB Circ., 6 januari 2010, nr. Ci.RH.331/ Art. 145/24, 2 WIB Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/

49 niet hoger zijn dan 30 kwh/m² geklimatiseerde vloeroppervlakte. 127 Bij een passiefwoning wordt die energievraag nog beperkt, namelijk tot 15 kwh/m² geklimatiseerde vloeroppervlakte. Een tweede voorwaarde is dat bij een luchtdichtheidsproef het luchtverlies niet groter is dan 60% van het volume van de woning per uur. 128 Als laatste de nulenergiewoning. De resterende energievraag voor ruimteverwarming en koeling moet worden gecompenseerd door hernieuwbare energie die ter plaatste wordt opgewekt. Het huis is dus niet meer afhankelijk van externe energiebronnen. 129 Belastingvermindering Het bedrag van de belastingvermindering is hoger naargelang het woningtype voldoet aan strengere energie-eisen. Voor de lage energiewoning, waarvoor de eisen het minst streng zijn, bedraagt de vermindering 300 euro (niet-geïndexeerd). Voor een passiefwoning is dit 600 euro en voor een nul energiewoning ten slotte is dit euro, telkens nietgeïndexeerd. 130 Deze bedragen gelden telkens per belastbaar tijdperk en per woning. Dit wil zeggen dat als één belastingplichtige eigenaar is van twee of meer passiefhuizen, dat hij per belastbaar tijdperk kan genieten van het maximumbedrag voor elk van zijn woningen. 131 Indien er een gemeenschappelijke aanslag werd gevestigd, dan werd de belastingvermindering in aanslagjaren 2008 en 2009 evenredig omgedeeld over de echtgenoten m.b.v. het criterium van het aandeel van elk van hen in het KI van de betrokken woning. In deze aanslagjaren werd enkel een vermindering verleend bij investering in een passiefhuis. Vanaf aanslagjaar 2010 veranderde men dit criterium. Vanaf dat ogenblik was het aandeel in het KI niet meer bepalend, maar wel het aandeel in het belastbaar inkomen van elk van de echtgenoten t.o.v. de som van de belastbare inkomsten. Dit is vooral voordeliger voor een gezin waarbij één van beide echtgenoten een laag inkomen heeft. Zo gaat de vermindering niet meer verloren, maar wordt het overgedragen naar de echtgenoot met het hogere belastbare inkomen. Deze maatregel is slechts van toepassing op eigenaars, 127 Art. 145/24, 2, lid 2 WIB Art. 145/24, 2, lid 3 WIB Art. 145/24, 2, lid 4 WIB Art. 145/24, 2, lid 7 WIB Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer,p38. 39

50 en niet op huurders. Daardoor is er geen schending van het gelijkheidsbeginsel, en kan het arrest van het Grondwettelijk Hof inzake de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven 132, zoals reeds aangehaald in dit werk, niet worden ingeroepen voor deze categorie van belastingvermindering. 133 Het grensbedrag moet voor elke mede-eigenaar worden beperkt tot het grensbedrag vermenigvuldigd met zijn gecumuleerd aandeel in de eigendom van de woning. 134 Een voorbeeld. Kim en Bert zijn gehuwd en bouwden in 2011 een passiefhuis. Kim heeft een aandeel van 40% in het huis, Bert bezit 60%. Samen hebben ze een belastbaar inkomen van euro, Kim heeft een belastbaar inkomen van euro, Bert euro. De belastingvermindering wordt verdeeld over de echtgenoten op basis van hun belastbaar inkomen in functie van het totaal belastbare inkomen. In 2011 was er voor een passiefwoning een belastingvermindering van 850 euro per belastbaar tijdperk en per woning. 135 In casu krijgt Kim 46% van de belastingvermindering (30.000/ euro), Bert krijgt 54%. Concreet betekent dit dat aan Kim een vermindering van 391 euro wordt toegewezen, bij Bert wordt een bedrag van 459 euro op de aangifte ingevuld. Overgangsregeling Voor de volledige afschaffing van deze maatregel een feit was, gold er wel nog een overgangsregeling. De belastingvermindering werd wel nog verleend voor woningen waarvoor ten laatste op 31 december 2011 een certificaat uitgereikt was. Omdat de administratieve behandeling van de aanvraag voor de certificaten enige tijd in beslag neemt, werden de certificaten die werden uitgegeven in de eerste twee maanden van 2012, geacht te zijn uitgereikt op 31 december Voorwaarde hiervoor was wel dat de aanvraag voor het certificaat uiterlijk op 31 december 2011 werd ingediend. 136 Op 8 mei 2013 kwam er een uitspraak in een arrest betreffende een discussie rond de overgangsregeling. De probleemstelling was de volgende: enkele belastingplichtigen hadden zich reeds voor de bekendmaking van de afschaffing van de maatregel contractueel 132 GwH., 8 maart 2012, Arrest nr. 38/ Circ., 18 januari 2013, nr. Ci.RH.331/ Art. 45/24, 2, lid 10 WIB Art. 145/24, 2, lid 7 WIB Sas, T., "Heeft de particulier nog recht op belastingvermindering voor energiezuinige investeringen in een woning?", MER 2012, p

51 verbonden tot het verwerven van een passiefhuis, lage energiewoning of nul energiewoning. Ze hadden echter nog geen certificaat ontvangen dat bevestigt dat hun woning voldoet aan de definitie van zo'n type woning. Daardoor maakten ze geen aanspraak meer op de belastingvermindering. Dit leidde tot een rechtszaak. 137 Eisende partij Twee zaken vochtten deze problematiek aan. Samen verzamelden ze drie middelen om aan te tonen dat het niet gebruik kunnen maken van de maatregelen onrechtvaardig was. Een eerste middel is de schending van het gelijkheidsbeginsel, te vinden in de art. 10, 11 en 172 van de Grondwet. 138 Door de afschaffing van de maatregel ontstaat er een onderscheid tussen twee vergelijkbare categorieën van belastingplichtigen. Aan de ene kant de belastingplichtigen die voor de bekendmaking van de terugtrekking van de maatregel al waren gestart met een bouwproject en die de aanvraag voor een certificaat niet voor 1 januari 2012 konden indienen. Anderzijds zijn er degenen die ook al met een bouwproject waren gestart en die de aanvraag voor het certificaat wel al hadden ingediend voor 1 januari Beiden konden voor de start van hun bouwwerken ervan uitgaan dat ze recht zouden hebben op een belastingvermindering. De eisende partijen halen in verband met dit argument nog aan dat een verschillende behandeling tussen deze twee categorieën had kunnen vermeden worden d.m.v. een langere overgangstermijn van de maatregel of het in aanmerking nemen van de datum van overeenkomst in plaats van de datum van het certificaat. 139 Een tweede middel dat de partijen aanhalen is een schending van het rechtszekerheidsbeginsel. Dit beginsel houdt in dat belastingplichtigen redelijkerwijze mogen vertrouwen op een standpunt van de wetgever en administratie. De maatregel creëerde legitieme verwachtingen bij belastingplichtigen die begonnen waren met bouwwerken aan een passiefhuis of dergelijke. Ze verwachtten namelijk dat ze recht hadden op een belastingvermindering gedurende tien jaar. De abrupte afschaffing van de maatregel kan dan ook worden beschouwd als een schending van het rechtszekerheidsbeginsel GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ Art. 10, 11 en 172 GW. 139 GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/

52 Voor een laatste argument maken de eisers opnieuw gebruik van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Nu vergelijken ze echter niet belastingplichtigen die allebei in een passiefhuis investeren, maar maken ze een onderscheid tussen personen die een passiefhuis verwerven of bouwen en personen die investeren in andere energiebesparende uitgaven (zoals onder andere vermeld in art. 145/24, 1 WIB 92). Beiden hebben het doel om de CO2-uitstoot te beperken, maar zijn onderworpen aan een andere overgangregeling. Dit maakt volgens de eisers ook een schending uit van het gelijkheidsbeginsel. 141 Tegenstander De ministerraad reageerde op zijn beurt op deze argumenten. Voor de eerste aangevoerde schending van het gelijkheidsbeginsel stelt de ministerraad dat er bij het invoeren of afschaffen van een regel sowieso een onderscheid ontstaat tussen verschillende groepen belastingplichtigen. Namelijk personen die onder het toepassingsgebied van de vorige regeling vallen en personen die onder de nieuwe regelgeving vallen. 142 Voor het verschil in behandeling tussen personen die investeren in een passiefhuis en degene die investeren in andere energiebesparende maatregelen, merkt de ministerraad op dat dat verschil objectief en redelijk verantwoord is. Deze laatste categorie van personen kunnen immers aan de hand van hun overeenkomst aantonen dat zij op 28 november 2011 contractueel waren verbonden. Personen die een passiefwoning verwerven, kunnen slechts op de belastingvermindering aanspraak maken wanneer de woning een certificaat heeft. Dit staat in art. 145/24, 2 WIB Ook het rechtszekerheidsbeginsel wordt volgens de ministerraad niet geschonden. De afschaffing van de regeling was een noodzaak door de economische crisis en zijn gevolgen voor de begroting. De rechtsonzekerheid die door de beslissing ontstaat, is te verantwoorden in het licht van het voldoen van een doelstelling van algemeen belang GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/

53 Het Hof Het Hof verklaart dat de art. 10 en 11 van de Grondwet enkel geschonden zijn indien de overgangsregeling tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen verantwoording voorhanden is of indien het vertrouwensbeginsel op een grondige wijze geschonden wordt. Dit is het geval wanneer er geen dwingende reden van algemeen belang te vinden is die de overgangsregeling of het gebrek eraan verklaart. De wetgever mag geen onverantwoord verschil invoeren ten aanzien van een categorie van personen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden. In deze zaak is er wel een onverantwoord verschil. Beide partijen waren immers al gestart met de bouwwerken, en beide partijen rekenden op de belastingvermindering vanwege de overheid. Er weegt dus een aanzienlijke meerkost op de partij die geen aanspraak meer kan maken op de vermindering. Daaruit vloeit voort dat de afschaffing van art. 145/24, 2 WIB 92 onevenredig is. Dit omdat deze actie niet voorzienbaar was voor degenen op wie de regeling van toepassing was, en dit element had een bepalende rol kunnen spelen in het sluiten van de overeenkomst voor het verwerven of het bouwen van een passiefhuis. 145 Besluit Voor belastingplichtigen die zich voor de bekendmaking van de afschaffing reeds hadden verbonden tot het verwerven of bouwen van een woning, in het kader van art. 145/24 WIB 92, geldt de overgangsregeling wel nog. Ze hebben dus nog steeds recht op een belastingvermindering, zelfs al hebben ze het verplichte certificaat nog niet ontvangen. 146 Varia Op 22 december 2009 kwam er in de Kamer een vraag van de heer Cornil. 147 Hij vroeg zich af of het concept 'passiefwoning' ook van toepassing is op appartementsgebouwen. Hierop werd bevestigend geantwoord. De technische criteria waaraan het appartementsgebouw moet voldoen zijn identiek aan die van eengezinspassiefhuis. Elke woning van het gebouw moet die criteria naleven. Een woning is een gebouw dat wegens zijn aard in normale omstandigheden voor bewoning door één of meerdere personen wordt gestipuleerd. In 145 GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/ Vr. en Antw., Kamer , 22 december 2009 (vr. Cornil). 43

54 diezelfde parlementaire vraag bevindt zich ook een statistiek van het aantal belastingplichtigen dat in aanslagjaar 2008 gebruik heeft gemaakt van de maatregel voor passiefhuizen. 148 Belastingplichtige Echtgenoot Belastingplichtige en echtgenoot Aantal Bedrag Aantal Bedrag Totaalbedrag Tabel 3: cijfers gebruik belastingvermindering voor passiefhuizen - aanslagjaar 2008 Uit deze tabel kunnen we opmaken dat de maatregel in aanslagjaar 2008 weinig succes kende. In september 2009 waren er al meer dan geplande passieve gebouwen in België. 149 Of ze allemaal gebruikmaakten van de belastingvermindering is onduidelijk, maar waarschijnlijk zal de grote meerderheid van de eigenaars kennis gehad hebben van deze maatregel. 148 Vr. en Antw., Kamer , 22 december 2009 (vr. Cornil). 149 België heeft derde meeste passiefhuizen ter wereld, (consultatie 27 februari 2014). 44

55 Groene woonfiscaliteit in de toekomst Premies voor energiebesparende maatregelen In de toekomst vallen, zoals al vermeld, zo goed als alle belastingverminderingen vanwege de federale overheid weg. Enkel de vermindering voor dakisolatie blijft in werking. Dit werd in deel één reeds uitgebreid besproken, en de werking van deze regeling wordt hier achterwege gelaten. Premies van de gewesten Een eerste reeks premies kan worden verkregen via de gewesten. In deze masterproef worden enkel de premies van het Vlaams Gewest behandeld. Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen Eigenaars van zonnepanelen krijgen van de VREG (Vlaamse Regulator van de Elektriciteitsen Gasmarkt) een groenestroomcertificaat voor een bepaald volume opgewekte elektriciteit. Per certificaat krijgen de eigenaars dan een bepaald bedrag als steun. Voor 2013 was het systeem simpel: per kwh kregen de eigenaars één certificaat. In 2013 werd de benodigde hoeveelheid kwh voor één certificaat afhankelijk gesteld van de bandingfactor. Deze factor geeft aan welk aandeel van een certificaat ontvangen wordt per kwh productie van elektriciteit met behulp van zonnepanelen. Vanaf 17 februari van dit jaar werd die bandingfactor tot nul gebracht voor installaties tot en met 10 kw. Vanaf deze datum kunnen de eigenaars van kleine installaties geen aanspraak meer maken op groenestroomcertificaten voor hun geproduceerde elektriciteit. Hetgeen ze voor deze datum produceerden, wordt wel nog in aanmerking genomen voor de certificaten. Belangrijk om te weten is dat er geen gedeeltelijke certificaten worden uitgereikt. De facto wil dit zeggen dat eigenaars van een kleine installatie geen aanspraak meer zullen maken op een groenestroomcertificaat Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen, (consultatie 22 maart 2014). 45

56 Voor zonnepanelen geplaatst in 2014 werd de regeling weer wat aangepast. De nieuwigheid in het systeem is dat er gebruik wordt gemaakt van andere bandingsfactoren. Daarnaast vallen nieuwbouwwoningen volledig uit de boot voor de certificaten. Alleen bestaande woningen of nieuwe woningen met een stedenbouwkundige vergunning voor 2014 vallen nog binnen het toepassingsgebied. 151 Voor installaties in gebruik genomen tussen 1 januari en 30 juni 2014 bedraagt de minimumsteun 93 euro per certificaat, en dit gedurende 15 jaar. De bandingsfactoren zijn terug te vinden in de volgende tabel. Er moet dus meer dan kwh elektriciteit opgewekt worden voor één groenestroomcertificaat. 152 Maximaal ACvermogen Bandingfactor van 1 januari t.e.m. 30 juni Hoeveelheid kwh nodig voor 1 GSC? omvormers kw 0, kwh > 10 en 250 kw 0, kwh > 250 en 750 kw 0, kwh Tabel 4: Bandingfactoren 1/01/ /06/2014 Aan deze maatregelen zijn twee voorwaarden verbonden. Wanneer de zonnepanelen op het dak worden geïnstalleerd, dan maakt de eigenaar alleen aanspraak op de groenestroomcertificaten wanneer het dak en/of zoldervloer voldoende geïsoleerd is. Concreet moet de warmteweerstand ten minste 3m² K/W bedragen. Na de plaatsing, is een AREI-keuring (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties) noodzakelijk. 153 Dit moet gebeuren voor ingebruikname, om de veiligheid van de panelen te testen. De keuring gebeurt door een erkende keurder Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen, (consultatie 22 maart 2014). 152 Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen, (consultatie 22 maart 2014). 153 Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen, (consultatie 22 maart 2014). 154 Elektrische installaties: lijst van erkende organismen voor het uitvoeren van controles, (consultatie 22 maart 2014). 46

57 Korting onroerende voorheffing voor verlaagd E-peil Deze maatregel is van kracht sinds aanslagjaar De belastingplichtige krijgt een vermindering van de onroerende voorheffing, indien hij eigenaar is van een energiezuinige woning of gebouw. De vermindering wordt automatisch toegekend. Het kan gaan om de eigen woning van de belastingplichtige, maar een eventueel tweede verblijf komt ook in aanmerking. 155 De vermindering wordt bepaald op basis van het E-peil van de woning. Dit is een maat voor de energieprestatie van een woning. Hoe lager dit E-peil, hoe energiezuiniger de woning is. De voorwaarden voor het verkrijgen van de vermindering zijn de volgende. In de eerste plaats moet het E-peil betrekking hebben op het volledige gebouw. Ten tweede kan de vermindering enkel worden toegekend voor nieuwbouw en herbouw na volledige afbraak. 156 Voor het bedrag van de vermindering, moet er een onderscheid worden gemaakt tussen bouwaanvragen tot eind 2012 en deze vanaf Tot en met 2012 waren er twee gradaties. Behaalde de woning het E-peil 60, dan kreeg de eigenaar gedurende tien jaar een korting van 20% op de jaarlijkse onroerende voorheffing. Was dit peil 40, dit wil zeggen dat de woning energiezuiniger is, dan werd een vermindering van 40% verleend, eveneens voor een termijn van tien jaar. Voor bouwaanvragen vanaf 2013 zijn de kortingen hoger, maar de voorwaarden zijn strenger. Het E-peil mag maximum 50 zijn (40 voor aanvragen vanaf 2014), daarvoor krijgt de eigenaar dan een korting van 50% op de onroerende voorheffing, voor een termijn van vijf jaar. Als dit E-peil max. 30 is, bedraagt de vermindering 100% gedurende vijf jaar. De eigenaar betaalt dus gedurende vijf jaar geen onroerende voorheffing. 157 Renovatiepremie Zoals de naam al aangeeft, gaat het hier om een premie voor personen die hun woning renoveren. 155 Vermindering van de onroerende voorheffing voor een energiezuinige nieuwbouwwoning, (consultatie 22 maart 2014). 156 Vermindering van de onroerende voorheffing voor een energiezuinige nieuwbouwwoning, (consultatie 22 maart 2014). 157 Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Korting onroerende voorheffing voor verlaagd E-peil", Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen, p10. 47

58 Om aanspraak te maken op deze premie, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zowel bewoners als verhuurders komen in aanmerking. De bewoner moet de woning op het ogenblik van de aanvraagdatum bezitten op grond van een zakelijk recht. De verhuurder moet de woning verhuren aan een sociaal verhuurkantoor voor minstens negen jaar, er wordt gekeken naar de situatie op aanvraagdatum. Het minimumbedrag van de werken is euro (exclusief btw). Daarnaast moet de woning minstens 25 jaar oud zijn en de eigenaar mag niet meer verdienen dan een bepaald maximuminkomen. 158 Enkele werken die in aanmerking komen zijn de afbraak en wederopbouw van muren, de aanleg van een groendak, de plaatsing van een condensatieketel, Er kan slechts één renovatiepremie worden aangevraagd in een periode van tien jaar, per persoon en per woning. 160 Als er bijvoorbeeld vijf jaar voor de aankoop door nieuwe eigenaars een renovatiepremie werd aangevraagd voor een bepaalde woning, kunnen de nieuwe eigenaars pas opnieuw een premie aanvragen na vijf jaar. Het bedrag van de premie is 20% of 30% van de goedgekeurde facturen, met een maximum van euro. 161 De regeling is terug te vinden in het ministerieel besluit van 9 maart 2007, over de uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning. Verbeteringspremie Ook hier verklaart de naam van de premie de premie zelf. Het gaat dus om een tegemoetkoming voor personen die hun woning willen verbeteren of uitbreiden, omdat ze niet meer aan de kwaliteitsnormen voldoet. Net zoals bij de renovatie kan zowel de bewoner als verhuurder de premie aanvragen. Bij de bewoners tellen niet alleen de personen die de woning bewonen op grond van een zakelijk 158 Vlaams Energieagentschap (januari 2014), " Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen ",, p Werken die in aanmerking komen voor de renovatiepremie, (consultatie 22 maart 2014). 160 Vlaamse renovatiepremie, (consultatie 22 maart 2014). 161 Vlaamse renovatiepremie, (consultatie 22 maart 2014). 48

59 recht, maar ook de personen die een huurovereenkomst voor de woning hebben voor meer dan drie jaar. 162 Er zijn natuurlijk ook enkele voorwaarden verbonden aan de regeling. Zo mag het inkomen van de bewoner niet hoger zijn dan een bepaald bedrag. Voor de bewoner bedraagt het basisbedrag euro (eventueel verhoging voor personen ten laste), voor de verhuurder bedraagt het euro. Voor 2014 wordt gekeken naar het inkomen van Daarnaast moet de woning in het Vlaams Gewest liggen en minstens 25 jaar oud zijn. 163 Onder andere dakwerken, buitenschrijnwerk en gevelwerkzaamheden komen in aanmerking voor een premie. 164 Gedurende een periode van tien jaar kan de premie per woning en per persoon maximaal drie keer aangevraagd worden. Het moet wel telkens om een ander soort werk gaan. 165 Het bedrag van de tegemoetkoming ligt vast per onderdeel. Dit varieert tussen 250 euro en euro. 166 De regeling is uitgewerkt in het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2012 tot wijziging van de besluiten over de renovatiepremie en over de verbeterings- en aanpassingspremie (VAP). Premies van de netbeheerders Eandis en Infrax, de Vlaamse elektriciteitsnetbeheerders, zijn verplicht om bij hun afnemers energiebesparing te stimuleren. Dit onder andere door enkele energiebesparende maatregelen financieel te ondersteunen. Beide netbeheerders geven dezelfde premies, overal in Vlaanderen. Inwoners kunnen niet zelf kiezen wie hun netbeheerders is, deze wordt per gemeente aangeduid. Een overzicht van de netbeheerders per gemeente is bijgevoegd bij dit werk, in bijlage twee. 162 Vlaamse verbeteringspremie, (consultatie 22 maart 2014). 163 Voorwaarden voor de verbeteringspremie, (consultatie 22 maart 2014). 164 Lijst van werken die voor de verbeteringswerken in aanmerking komen, /bouwen-wonen-en-energie/bouwen-en-verbouwen/premies/lijst-van-werken-die-voor-deverbeteringspremie-aanmerking-komen (consultatie 22 maart 2014) 165 Vlaamse verbeteringspremie, (consultatie 22 maart 2014). 166 Vlaamse verbeteringspremie, (consultatie 22 maart 2014). 49

60 Om te weten voor welke investeringen een premie wordt uitgereikt, moet nog een onderscheid worden gemaakt tussen bestaande woningen en appartementen en daarnaast nieuwbouwwoningen. 167 Voor volgende investeringen in bestaande woningen en appartementen verlenen de netbeheerders premies: Dakisolatie en zoldervloerisolatie. Zowel via aannemer of doe-het-zelf. Dit in tegenstelling tot de belastingvermindering voor dakisolatie, want daar is een erkend aannemer een voorwaarde voor de toekenning van de vermindering. De hoogte van de premie verschilt wel naargelang de werken zijn uitgevoerd door een aannemer of door de bewoner zelf. Het maximumbedrag voor deze premie werd vanaf 2014 afgeschaft. Na-isolatie van een bestaande buitenmuur, via de buitenzijde. Van beide netbeheerders kan een premie van 15 euro per m² worden bekomen, als de werkzaamheden uitgevoerd worden door een aannemer. Ook hier is er geen maximumbedrag. Na-isolatie van een bestaande spouwmuur. De werken moeten ook hier worden uitgevoerd door een aannemer. De netbeheerders komen tussen in de werken voor een bedrag van 6 euro per m² spouwmuur die geïsoleerd werd. Vloer-isolatie door een aannemer. Een bedrag van 6 euro per m² wordt verleend door infrax of eandis. Hoogrendementsbeglazing en drievoudige beglazing. Het warmteverlies door de ramen vermindert met 80% in vergelijking met enkele beglazing als hoogrendementsbeglazing wordt aangebracht. Een groot verschil, dus ook dit wordt aangemoedigd door de netbeheerders, althans indien het glas wordt aangebracht door een aannemer. De hoogte van de premie is afhankelijk van de vervanging van dubbel of enkel glas en van de U-waarde van het glas. "Het geeft het warmteverlies 167 Subsidies aan particulieren voor energiebesparende maatregelen, (consultatie 22 maart 2014). 168 Premies van de netbeheerder in 2014, (consultatie 22 maart 2014). 169 Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen", p

61 aan dat per m², per uur en per temperatuurverschil van 1 Celsius tussen binnen- en buitenmuur overgaat van de lucht in een binnenruimte naar de buitenlucht. Hoe lager de U-waarde (uitgedrukt in W/m2K), hoe beter de isolerende werking van het constructieonderdeel." 170 Er geldt geen maximumbedrag voor de premie. Plaatsing van een individuele condensatieketel op aardgas of stookolie, ter vervanging van een verouderde verwarmingsinstallatie. De premie bedraagt 800 euro. Enkel beschermde klanten kunnen hiervan gebruikmaken. Dit zijn klanten die recht hebben op de sociale maximumprijzen voor aardgas en elektriciteit. Warmtepomp. De plaatsing gebeurt door een aannemer, de hoogte van de premie is afhankelijk van het type warmtepomp (elektrische- of gaswarmtepomp). Er geldt een maximumbedrag van euro. Zonneboiler. De netbeheerders verlenen een premie van 550 euro per m², met een maximum van euro en maximum 50% van de factuur. Combinatiepremie voor gelijktijdige investering in muurisolatie en raamvervanging. Dit is ingevoerd in 2014, en deze combinatiepremie ligt hoger dan als de twee investeringen apart zouden worden uitgevoerd. De investeringen worden als gelijktijdig beschouwd, indien de eindfacturen van beide niet meer dan 12 maanden uit elkaar liggen. Er zijn wel extra voorwaarden aan verbonden. De premie geldt enkel indien alle enkele of dubbele beglazing met een U-waarde van 2,9 W/m²K of slechter in de van muurisolatie voorziene gevels of geveldelen wordt vervangen. Een tweede voorwaarde is dat de werken pas vanaf 1 januari 2014 mogen beginnen. Voor nieuwbouwwoningen of -appartementen zijn volgende premies van toepassing: 171 E-peilpremie (energieprestatiepeil) Voor bouwaanvragen ingediend in 2012 en 2013, mag het E-peil wettelijk maximaal E70 zijn. Deze norm is verstrengd vanaf 1 januari 2014 tot E60. De netbeheerders geven een premie voor energieprestaties die heel veel lager zijn dan de wettelijke eis. Hoe lager het E-peil, hoe hoger de premie. De premie kan slechts eenmalig voor een bepaalde woning worden aangevraagd. 170 Waarvoor staat een u-waarde, (consultatie 22 maart 2014). 171 Subsidies aan particulieren voor energiebesparende maatregelen, (consultatie 22 maart 2014). 51

62 Bijvoorbeeld: voor een bouwaanvraag ingediend in februari, met een E-peil van E20 zal de premie euro bedragen (1.800 euro voor E euro extra per E- peilpuntverbetering). 172 Warmtepomp (zie supra) Zonneboiler (zie supra) Premies van gemeenten Ook de gemeenten hebben de bevoegdheid om premies te verlenen. Elke gemeente kiest zelf of ze premies geeft, en als ze die geeft, welke vorm de tegemoetkomingen aannemen. De situatie verschilt per gemeente, en het is dan ook onmogelijk om alle premies per gemeente te overlopen. Wel is er in veel gemeenten een FRGE-lening die wordt aangeboden door een Lokale Entiteit in de gemeente zelf. Een FRGE-lening is een lening van het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost. Personen die energiebesparende investeringen willen uitvoeren, maar het zelf niet volledig kunnen financieren, kunnen bij de FRGE een goedkope lening aangaan. De intrest bedraagt maximum 2%. De goedkope lening heeft wel een limiet, namelijk euro voor één woning, en de afbetaling gebeurt op maximum vijf jaar. De lening aanvragen gebeurt bij de gemeente, als er tenminste een lokale entiteit is. Een overzicht van de lokale entiteiten is te vinden in bijlage drie. Belangrijk is wel om bij de bevoegde lokale entiteit informatie te vragen, dit omdat elke entiteit andere regels heeft, bijvoorbeeld m.b.t. voor welke werken ze een lening geeft Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen", p Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen", p

63 Verkiezingsprogramma's m.b.t. ecologische fiscaliteit 2014 is een verkiezingsjaar. Zowel Europees, federaal als gewestelijk worden volksvertegenwoordigers gekozen. Een ideaal moment om te kijken wat de standpunten van de verschillende partijen zijn m.b.t. tot ecologische fiscaliteit en leefmilieu. En wat ze beloven na te streven als ze verkozen worden. Concrete plannen blijven echter achterwege, deze zullen dan in de toekomst duidelijk moeten worden. Ze zullen uiteraard afhangen van het budget dat ter beschikking wordt gesteld voor groene energie. Elke partij gebruikt natuurlijk zijn eigen bewoordingen, en heeft zijn eigen idee over hoe groene fiscaliteit moet aangemoedigd worden, maar allen zijn ze ervan overtuigd dat er iets moet gedaan worden aan de vervuiling en uitstoot. M.a.w. dat ecofiscaliteit op één of andere manier moet gestimuleerd worden. Wat elke van de zes grootste Vlaamse partijen nu wil nastreven, wordt hieronder één voor één besproken. CD&V 174 Voor de christendemocraten is fiscaliteit, en daarbij horend groene fiscaliteit, een belangrijk en uitgebreid punt in hun verkiezingsprogramma. Om te beginnen, geeft deze partij de principes waaraan een hervorming van de fiscaliteit zou moeten voldoen. Twee van deze principes zijn van belang in de ecofiscaliteit en de maatregelen die worden aangewend om dit te bevorderen. Een eerste is stabiliteit en rechtszekerheid. Een belastingstelsel moet burgers rechtszekerheid bieden, zodat zij hun activiteiten op lange termijn financieel kunnen plannen. Vertaald naar groene fiscaliteit wil CD&V dus dat eventuele tegemoetkomingen van de staat aan de burgers, zoals in het verleden de belastingverminderingen, of de premies in de toekomst, niet na enkele jaren afgeschaft worden. Dit om te vermijden dat de inwoners plots financiële verliezen moeten slikken. Een tweede principe van belang is doelmatigheid. Fiscaliteit moet worden afgestemd op het premie- en subsidiebeleid, merkt CD&V op. Belastingen zijn een effectief middel om de gewenste gedragsveranderingen te bevorderen. Groene fiscaliteit zorgt voor duurzamere keuzes en een beter leefmilieu. Zowel voor wonen, mobiliteit en ondernemen vormt dit een issue D-plan, (consultatie 12 april 2014). 53

64 Een tax shift komt bij verschillende partijen aan bod, zo ook bij CD&V. Deze partij haalt aan dat zowel het IMF, de OESO, de Europese Commissie en de Hoge Raad voor Financiën allemaal pleiten voor een verschuiving van belasting op arbeid naar indirecte belastingen en groene fiscaliteit. Daarenboven vindt CD&V ook dat de 'tax shift' moeten leiden tot een verandering in consumptiegedrag. De aankoop van duurzame en ecologische producten zou aangemoedigd moeten worden. De personenbelasting vereenvoudigen, ook dit is een doelstelling waarover veel partijen het eens zijn. Zo wil CD&V alle belastingvoordelen op federaal niveau evalueren, en nagaan of ze hun doel bereiken. Het Mattheüseffect, het feit dat veel voordelen vooral terechtkomen bij mensen die het fiscaal steuntje niet het meest nodig hebben, moet worden vermeden. De zesde staatshervorming legt de bevoegdheid voor gewestmateries bij Vlaanderen. Zo hoort ecofiscaliteit in het vervolg bij de gewestelijke bevoegdheden. Fiscaliteit wordt in het vervolg samen bekeken met het premie- en subsidiebeleid, en deze worden op elkaar afgestemd. Een ander belangrijk onderdeel in het verkiezingsprogramma van CD&V is het investeren in slimme netwerken, waaronder groene en duurzame energie wordt begrepen. Subsidies moedigen hernieuwbare energie aan, waardoor de productie ervan sinds 2008 verdubbelde. Gezinnen en bedrijven worden aangemoedigd om energiezuinig te zijn. Het voorbije jaar vroegen meer dan Vlaamse gezinnen een premie aan voor een investering in energie-efficiëntie. Dit laatste is niet alleen een ecologische, maar ook een economische plicht, zo zegt CD&V. Het stimuleren van energiebesparende investeringen leidt immers tot een lagere energiefactuur, en tot lokale werkgelegenheid. Hieruit blijkt dat CD&V bereid is om de trend van de voorbije jaren, het stimuleren van energiebesparende investeringen, door te zetten. Groen 175 Ook bij Groen verschijnt fiscale vereenvoudiging in het verkiezingsprogramma. Deze partij wil tegen het einde van de legislatuur de zogenaamde 'blinde intrestaftrekken' hervormen tot 'intelligente intrestaftrekken'. Met een blinde aftrek wordt de huidige notionele en gewone intrestaftrekken bedoeld. Deze zijn, volgens Groen, blind voor de doeleinden van 175 O2-plan: ademruimte voor mensen, zuurstof voor economie, (consultatie 12 april 2014). 54

65 investeringen. Intelligente aftrekken zouden de doeleinden wel voor ogen houden. Investeringen in eco-efficiëntie zouden aan een hoger percentage worden afgetrokken dan traditionele investeringen. De rentetarieven worden op die manier afgestemd op de doelmatigheid van de investering en maatschappelijke meerwaarde die ze realiseert. Uiteraard hecht Groen veel aandacht aan thema's rond leefmilieu, waar duurzame energie deel van uitmaakt. Een eerste actiepunt hierbinnen is het fors inzetten op energieefficiëntie. De federale regering schrapte in de voorbije jaren 300 miljoen euro uit de begroting voor het energiezuiniger maken van woningen. Groen is hier niet mee akkoord en wil het renovatieritme van de woningen verdubbelen. Daarnaast zouden voorlopers op het vlak van duurzame nieuwbouw hulp krijgen van de overheid. Hiervoor voorziet Groen een budget van 500 miljoen euro in de komende jaren. Een tweede belangrijk punt voor Groen is extra ondersteuning en financiering voor de onderste kant van de woonmarkt. Dit om de slechtste woningen energiezuinig te maken. Het stimuleren van energiebesparende maatregelen zou niet enkel bij de gezinnen en natuurlijke personen gebeuren, maar ook bij de KMO's zouden zo'n investeringen ondersteund worden. Een laatste maatregel van belang voor groene fiscaliteit, is het verminderen van vele milieuschadende subsidies. Zo wordt er ruimte gecreëerd voor een stevige lastenverlaging. Een versterkende reden voor deze actie is dat, binnen de EU, België en Frankrijk de twee kneusjes van de klas zijn als het gaat over milieufiscaliteit. Deze landen zijn de koplopers als het gaat om het toekennen van fiscale voordelen. Toevallig, of niet? In totaal zou groen netto 700 miljoen euro investeren in een duurzaam energiebeleid. N-VA 176 N-VA houdt het bij een vrij kort verkiezingsprogramma, dit in tegenstelling tot de meeste andere partijen. Bijgevolg worden de verschillende thema's minder uitgebreid behandeld, zo ook de thematiek rond ecologische fiscaliteit en leefmilieu. De N-VA wil enkele hervormingen doorvoeren in de ecofiscaliteit en indirecte belastingen. Zo willen ze een aantal accijnzen op schadelijke producten en inkomsten uit milieuvervuilende activiteiten verhogen. Daarnaast zou de N-VA duurzame en ecologische 176 Verkiezingsprogramma 2014 en Plan V, (consultatie 12 april 2014). 55

66 producten aanmoedigen, meer dan tot op vandaag het geval is. Ter verduidelijking van hun financieringsplan, geeft N-VA een tabel met hun voorstel van financiering voor de komende jaren. Financiering (in miljoen euro) Besparing Ecofiscaliteit Nucleaire rente Fraudebestrijding Terugverdieneffecten herstelbeleid Rentewinst Overige Totale financiering Tabel 5: Financiering komende jaren - N-VA Open Vld 177 Open Vld is ervan overtuigd dat er een nieuwe economie voor de deur staat, waarbij de bouwstenen vandaag worden gelegd. Die nieuwe economie beschrijft de partij als een samenleving zonder vervuiling, waarin economische groei samengaat met een schonere omgeving, en die nieuwe jobs doet ontstaan. Kortom, er moet verder ingezet worden op hernieuwbare energie, wat een grote daling van de energiekosten oplevert, zowel voor mensen als bedrijven. Dit leidt uiteindelijk tot economische groei. Een eerste onderdeel van hun programma over energie en leefmilieu brengt de nood van samenwerking op Europees vlak naar voor. De Europese doelstellingen m.b.t. CO2-uitstoot zijn een noodzaak om uit te voeren, en dit kan door de hernieuwbare energieproductie te doen stijgen. Een geïntegreerde energiemarkt is een vereist onderdeel voor dit laatste element. Op grotere schaal werken maakt het mogelijk om groene energie efficiënter en aan een lagere prijs te ontwikkelen. Daarnaast is Open Vld voorstander van een sterk uitgebouwd Noordzeenet, dat in de toekomst de spanningstransmissie van elektriciteit langs de kusten en windmolenparken van Europa kan verzorgen. Vervolgens besteedt Open Vld aandacht aan een evenwichtige energiemix voor de toekomst. Op dit moment zitten we in een transitiefase naar een groene economie, waarin een evenwichtige energiemix nodig is. De wettelijk bepaalde uitfasering van kernenergie 177 Programmacongres Vlaanderen vleugels geven, _vleugels_geven ontwerptekst_programma.pdf (consultatie 26 april 2014). 56

67 wordt uitgevoerd. Maar bestaande hernieuwbare energie is niet constant (denk maar aan zonne- en windenergie). Daarom zou met alle partners in de energiesector een systeem van bevoorradingszekerheid uitgewerkt worden, gebaseerd op verbondenheid met de buurlanden, het flexibiliseren van de vraag en een kostenefficiënte reservecapaciteit, zolang dit nodig is. Bovendien is er nood aan opslag van de goedkope elektriciteit in de daluren en uren met overschot aan productie. Dit zorgt er immers voor dat de kosten voor energiegebruikers verder kunnen dalen. Een laatste relevant onderdeel m.b.t. groene energie, is de energieomwenteling van rationeel verbruik en hergebruik van grondstoffen. Om de overgang naar een groene economie mogelijk te maken, is het inzetten op rationeel energieverbruik belangrijk. De omschakeling kan immers worden versneld door het verbruik van fossiele brandstoffen te beperken, en daarmee samenhangend de afhankelijkheid ervan. De overheid speelt hier een belangrijke rol, en dit op twee manieren. Ten eerste speelt de overheid een rol op vlak van normering en toekenning van fiscale stimulansen voor energiebesparende investeringen. Het is ook aan de overheid om energie- en andere armoede te bestrijden door steun te bieden voor energiebesparende maatregelen waar nodig. Ten tweede is het ook aan de overheid om het goede voorbeeld te geven, door haar gebouwen energiezuinig te maken en ecologische voertuigen te gebruiken. Sp.a 178 Sp.a heeft het in haar verkiezingsprogramma uitgebreid over een 'nieuw energiemodel', dat ze dan opsplitst in verschillende onderdelen. Een eerste relevant deel voor deze masterproef is het samenwerken aan een rechtvaardige energiemarkt. In tegenstelling tot de klassieke energie, wordt hernieuwbare energie niet alleen geproduceerd door multinationals. Ook de inwoners zelf produceren energie, op de plaatsen waar mensen wonen en werken. Denk maar aan energie die opgewekt wordt via zonnepanelen. Dit breekt de markt open. Sp.a heeft als doelstelling 100% hernieuwbare energie te realiseren, en dit om twee redenen. Een eerste, vrij evident, is de bescherming van ons leefmilieu. Een tweede is het recht van de gezinnen om vat te hebben op hun 178 Sociale welvaart, daar vaart iedereen wel bij, (consultatie 12 april 2014). 57

68 omgeving, maar vooral op hun energiefactuur. Dit laatste zou niet alleen een recht mogen zijn van de middenklasse en rijken, maar ook van de minder gegoeden. Meer zelfs, voor wie slechts een beperkt inkomen heeft is een energiezuinige woning een absoluut recht. Daarenboven is het van collectief belang voor alle inwoners dat deze mensen ook in staat zijn hun dak te isoleren, want de economische schade als gevolg van de klimaatverandering treft iedereen, zo stelt Sp.a. Het komt erop aan de kosten en baten van het energiebeleid rechtvaardig te verdelen. Om dit deel te beëindigen, deelt de partij nog een cijfer mee van het Federaal Planbureau. Deze organisatie verklaart dat het inzetten op de productie van hernieuwbare energie tot extra jobs kan realiseren tegen 2030, afhankelijk van de technologische keuzes die worden gemaakt. In een tweede deel gaat de Sp.a dieper in op hun overtuiging dat energiezuinig wonen een recht is voor iedereen. De aanvragen voor energiebesparingspremies stijgen elk jaar. Deze premies zetten de gezinnen aan om energiebesparende werken te laten uitvoeren. De partij zou deze tendens in de volgende legislatuur willen doorzetten, en dit om de klimaatdoelstellingen te realiseren. Daarnaast heeft de partij het streefdoel om de investeringen in de isolatie van (huur)woningen te versnellen, en voor iedereen mogelijk te maken. Dit laatste zou onder ander mogelijk gemaakt worden door de isolatievraag te bundelen in een bepaald gebied door distributienetbeheerders. Daarnaast wil de partij dat er periodiek groepsaankopen op touw worden gezet, niet alleen voor de aankoop van materialen, maar ook voor de uitvoering van de werken. Bovendien zouden Infrax en Eandis de kost van de investeringen renteloos moeten voorschieten, indien de persoon dit wenst. Sp.a stelt dus een soort van lening voor, maar met de distributienetbeheerders als leninggevers, en niet de gemeenten, zoals vandaag het geval is. Om het systeem van premie-aanvragen te vereenvoudigen, stelt de partij voor om de netbeerders op te stellen als loketfunctie. Alle premies verlopen via hen, en dit zorgt ervoor dat de drempel om energiebesparende investeringen uit te voeren, verlaagt. Een derde werkpunt is het verplichten van eigenaars van huurwoningen om naast dakisolatie ook andere werken uit te voeren die de energieprestatie van de woning verbetert. Dit kan onder andere door hoogrendementsglas en condensatieketels. Eigenaars die dit doen zouden een beloning krijgen op hun onroerende voorheffing. 58

69 Een laatste relevant actiepunt is dat er per sector (industrie, transport, landbouw, gezinnen,...) doelstellingen worden geformuleerd. Daaraan wordt dan een stappenplan aan gekoppeld, en de nodige middelen worden ter beschikking gesteld. De overheid drukt, in hun voorbeeldfunctie, ook hun eigen doelstellingen uit voor de overheidsgebouwen. Vlaams Belang 179 Vlaams Belang houdt haar verkiezingsprogramma vrij kort. Hun standpunten over de verschillende thema's zijn daardoor niet uitgebreid. Zo ook over het milieu- en energiebeleid. Vlaams Belang is van mening dat bij het uitwerken van een nieuw energiebeleid, er geen keuze moet gemaakt worden tussen economie en milieu. Beide moeten elkaar aanvullen. Daarnaast valt de toenemende behoefte aan elektriciteit niet op te vangen door hernieuwbare energie alleen. Groene stroom moet er zijn, maar er moet ook op lange termijn worden gedacht, aldus Vlaams Belang. Windturbines blijven draaien op subsidies, wat geen toekomstperspectief heeft. Energiebesparende maatregelen zouden aangemoedigd moeten worden door het ondersteunen en subsidiëren van technologie die de energie opwekt. Dit vervangt dan de subsidies voor de energieproductie. 179 Verkiezingsprogramma: Uw stok achter de deur, ProgrammaVerkiezingen2014.pdf (consultatie 12 april 2014). 59

70 60

71 Algemene conclusie De algemene conclusie is het ideale moment om een korte samenvatting te geven van wat precies gezien is in deze masterproef. Dit werk bracht het verleden, het heden en de toekomst van de ecologische woonfiscaliteit in beeld. Een overzicht. Het eerste deel van deze masterproef nam een kijkje in het verleden. Het verleden, daarmee wordt de periode voor 2014 bedoeld. In het verleden speelde vooral de federale overheid een voortrekkersrol in het stimuleren van groene woonfiscaliteit. Het behoorde dan ook tot haar bevoegdheden. Het eerste onderdeel van deel één besprak de belastingvermindering voor energiesparende uitgaven, te vinden in art. 145/24 WIB Het artikel werd ingevoegd vanaf aanslagjaar 2004 voor eigenaars, bezitters, erfpachthouders e.d. en vanaf aanslagjaar 2006 konden ook huurders ervan gebruikmaken. Vóór aanslagjaar 2010 werd bij een gemeenschappelijke aanslag voor eigenaars gebruik gemaakt van het aandeel in het kadastraal inkomen van de woning van elk van de echtgenoten. Bij huurders kende men de belastingvermindering toe volgens het aandeel van het belastbaar inkomen van elk van de echtgenoten in het totaal belastbaar inkomen van beide echtgenoten. Dit verschil in behandeling leidde tot een prejudiciële vraag voor het Grondwettelijk Hof. Vanaf aanslagjaar 2010 werd voor eigenaars dezelfde regeling toegepast zoals die voor huurders van toepassing was. De voorgaande discussie was vanaf 2010 dan ook niet meer van toepassing. De woning moest aan een aantal voorwaarden voldoen, onder andere dat het gebouw effectief dienst deed als woning, en geen handelszaak vormde. Sinds 1 januari 2010 werd een onderscheid ingevoegd tussen woningen die reeds vijf jaar voor aanvang van de werken voor het eerst in gebruik zijn genomen en de zogenaamde nieuwe woningen. Heel wat uitgaven gaven recht op de vermindering, zoals het plaatsen van dubbele beglazing of de alom zichtbaar aanwezige zonnepanelen. Ook dakisolatie werd, en wordt als enige nog altijd, gestimuleerd door fiscaliteit. Alle werken, uitgezonderd de energie-audit, moesten gebeuren door een geregistreerd aannemer. De belastingvermindering bedroeg vóór aanslagjaar %, vanaf 1 januari 2013 bedraagt het percentage van de belastingvermindering voor dakisolatie 180 Art. 145/24 1 WIB

72 nog 30%. Eind 2011 werd beslist om vanaf 2014 alle belastingverminderingen, uitgezonderd deze voor dakisolatie, af te schaffen. Officiële reden, te vinden in de Memorie van Toelichting van 15 december 2011, was de overgang van bevoegdheid voor deze materie naar de gewesten. 181 Uiteraard speelt het begrotingstekort, en de noodzakelijke besparingen die daarmee gepaard gaan, ook een grote rol in de afschaffing van de verminderingen. Een tweede stimulans van groene energie door de overheid in het verleden waren de 'groene leningen', te vinden in art. 145/24 3 WIB Een groene lening is een lening die de belastingplichtige aangaat bij een financiële instelling om energiebesparende werken te laten uitvoeren. De overheid verleent hierop twee fiscale voordelen, namelijk een intrestbonificatie van 1,5% en, voor de overige intresten, een belastingvermindering van 40%. Dit was slechts een tijdelijke maatregel, van toepassing voor leningen afgesloten tussen 1 januari 2009 en 31 december Een laatste maatregel uit het verleden betreft de vermindering voor lage-energiewoning, passiefwoning en nulenergiewoning, geregeld in art. 145/24 2 WIB De vermindering kan bij deze maatregel enkel worden verkregen door eigenaars, huurders komen er niet voor in aanmerking. Als de woningen aan een aantal criteria voldeden, kregen de eigenaars voor een bepaald bedrag een belastingvermindering. De afschaffing van deze maatregel gebeurde niet van de ene dag op de andere. Er was een overgangsmaatregel voorzien, de vermindering werd namelijk verleend voor woningen waarvoor ten laatste op 31 december 2011 een certificaat uitgereikt of indien ten laatste tegen deze datum een aanvraag ingediend was. Rond deze overgangsregeling ontstond een discussie, de uitspraak van dit arrest, nr.63/2013, kwam er op 8 mei Het tweede grote deel is dat van de groene woonfiscaliteit in de toekomst. Ook hier zijn er twee onderdelen. Het eerste behandelt de facto het heden, namelijk de premies voor energiebesparende maatregelen. Drie verschillende entiteiten kunnen deze premies verlenen: de gewesten, de netbeheerders en de gemeenten. De gewesten verlenen de groenestroomcertificaten voor zonnepanelen. Dit is een certificaat dat de eigenaars van zonnepanelen krijgen voor een 181 MvT, doc /004, blz dd Art. 145/24 3 WIB Art. 145/24 2 WIB

73 bepaald volume opgewekte elektriciteit. Een andere tegemoetkoming door het Vlaams Gewest is de korting van de onroerende voorheffing indien een woning een verlaagd E-peil heeft. Daarnaast bestaan er ook nog de renovatiepremie en de verbeteringspremie. Naast het Gewest, verlenen ook de Vlaamse elektriciteitsnetbeheerders, Eandis en Infrax, financiële steun voor een aantal energiebesparende maatregelen. Enkele voorbeelden zijn dakisolatie, drievoudige beglazing en zonneboilers. Als laatste verlenen gemeenten, uit eigen beweging, ook heel wat premies. Een voordeel dat bij de meeste gemeenten wordt aangeboden, is de lening van het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost. Dit is een goedkope groene lening. In het tweede onderdeel over de toekomst, probeert deze masterproef in de effectieve toekomst van de groene fiscaliteit te kijken. Dit door gebruik te maken van de verkiezingsprogramma's, voor de federale, gewestelijke en Europese verkiezingen van dit jaar, van de zes grootste Vlaamse partijen. Uit deze programma's blijkt dat elk van deze partijen, CD&V, Groen, N-VA, Open VLD, Sp.a en Vlaams Belang, het eens zijn over de te hoge CO2-uistoot en de vervuiling door de klassieke energie. Voor de ene partij is dit thema echter belangrijker dan voor de andere, en elk heeft wel zijn eigen manier om groene energie en fiscaliteit te benaderen. Hoe de toekomst van ecologische fiscaliteit er zal uitzien, zal uiteraard afhangen van de uitslag van de verkiezingen. Deze kon helaas niet meer opgenomen worden in deze masterproef. Hoe ziet de toekomst eruit voor ecologische woonfiscaliteit? Een vraag die niemand op dit moment kan beantwoorden. De federale overheid trekt zich terug uit zijn voortrekkersrol, en geeft de fakkel zo goed als volledig door aan de gewesten. Waarschijnlijk zal ook de laatste federale belastingvermindering, die voor dakisolatie, wegvallen in de toekomst. De gewesten dragen dus voortaan de verantwoordelijkheid voor het stimuleren van energiebesparende maatregelen. Als we mogen voortgaan op de verkiezingsprogramma's voor de moeder der verkiezingen van dit jaar, zal groene energie blijven gestimuleerd worden. Want iedereen is het erover eens dat de broeikasgassen ingeperkt moeten worden, en dit kan alleen door een verandering op groene energie. Hopelijk blijven de premies aanwezig, want voor de inwoners die meegaan in de mentaliteitsverandering, en willen investeren in energiebesparende maatregelen, is dit financiële steuntje in de rug soms broodnodig en de druppel die hen doet besluiten om groen te bouwen. 63

74 Europa speelt natuurlijk ook een grote rol, door het opleggen van bepaalde normen m.b.t. CO2-uitstoot. Bemoederend voor de ene, broodnodig volgens de andere. Ikzelf durf ervoor uitkomen dat ik bij de groep 'andere' behoor. Als er geen normen worden opgelegd, nemen sommige lidstaten de klimaatverandering, en de bijhorende stimulansen die moeten gebeuren, niet serieus. Een verandering is noodzakelijk, niet alleen voor deze generaties, maar ook voor de volgende. Het belangrijkste om na te streven, naar mijn mening, is de mentaliteitsverandering bij de gemiddelde inwoner. Want uiteindelijk is het niet de bedoeling om ons gedrag te laten afhangen van eventuele financiële en fiscale stimulansen door de overheid, wat in het gebied rond energiebesparende maatregelen duidelijk gebeurt. Daarmee wil ik niet zeggen dat alle fiscale en financiële stimulansen onmiddellijk afgeschaft zouden moeten worden. Groene maatregelen kosten vrij veel, en een duwtje in de rug is altijd welkom. Maar na verloop van tijd, binnen x aantal jaar, afhankelijk van de technologische evolutie m.b.t. groene energie, zouden de kosten voor onderzoek, materiaal en plaatsing moeten kunnen afnemen. En dan zouden de geldelijke stimulansen ook niet meer noodzakelijk zijn. Maar met enkel premies alleen zal het probleem van de klimaatopwarming niet opgelost geraken. De regering zou in de volgende regeerperiode meer middelen moeten vrijmaken voor bewustmakingscampagnes. Deze campagnes zouden vooral moeten gebeuren bij mensen die plannen een huis te bouwen of te renoveren. Met andere woorden vooral focussen op de huizen van de toekomst, en minder op oude, bestaande huizen. Als bij deze bevolkingsgroep een mentaliteitsverandering kan bekomen worden, zal 'groen gedrag' in de toekomst als normaal beschouwd worden. Meer uitgaven in de volgende jaren, kan op langere termijn heel wat kosten vermijden. Tijd om verantwoordelijkheid te nemen! 64

75 Bibliografie Wetgeving Art. 10 GW. Art. 11 GW. Art. 172 GW. Art. 33, wet van 10 augustus 2001 houdende de hervorming van de personenbelasting, BS 20 september Art. 2, WIB 92. Art. 145/24, 1 WIB 92. Art. 145/24, 3 WIB 92. Art. 156bis WIB 92. Art. 47 W. Reg. Art. 8, 1 W. Btw. Art. 63/11, 3e lid KB/WIB. Art. 2, Economische herstelwet, 27 maart Art. 4,5, Economische herstelwet, 27 maart Art. 1, KB 12 juli Art. 3, KB 12 juli Art. 5, KB 12 juli BS 20 december MvT, doc /004, blz dd Bespreking van de verklaring van de regering, Parl.St., Plenaire zitting , nr. 60 (15 december 2011). Algemene bespreking - begroting, Parl.St., Plenaire zitting , nr. 62 (22 december 2011). Circulaires Add., 22 september 2009, bij circulaire Ci.RH.331/ Circ., 20 februari 2003, nr. Ci. RH.331/ Circ., 22 september 2009, nr. Ci.RH.331/ V

76 Circ., 6 januari 2010, nr. Ci.RH.331/ Circ., 10 juni 2010, nr. AFZ 9/2010. Circ., 22 februari 2011, nr. Ci.RH.331/ Circ., 24 mei 2011, nr. Ci.RH.331/ Circ., 24 februari 2012, nr. Ci.RH.331/ Circ., 18 januari 2013, nr. Ci.RH.331/ Parlementaire vragen Vr. en Antw., kamer , 30 juni 2004 (vr. Pieters). Vr. en Antw., Kamer, , 4 maart 2008 (vr. Wathelet). Vr. en Antw., Kamer , 21 oktober 2009 (vr. Gilkinet). Vr. en Antw., Kamer , 22 december 2009 (vr. Cornil). Vr. en Antw., Kamer, , 30 december 2009 (vr. Vijnck). Vr. en Antw., Kamer, , 18 november 2010 (vr. Jadin). Vr. en Antw., Kamer , 28 juni 2011 (vr. Goffin). Vr. en Antw., Vlaams Parlement, , 20 februari 2013 (vr. Vereeck). Rechtspraak GwH., 8 maart 2012, Arrest nr. 38/2012. GwH, 8 mei 2013, Arrest nr. 63/2013. Rb., Hasselt, 26 september 2012, 11/1245/A, Fisc. Koer. 2012/563 (Monkey). Rechtsleer Boeken Beghin, P. en Van De Woesteyne, I., Handboek personenbelasting , elfde druk, Antwerpen: Intersentia, p Hugelier, S., A green way of living. Alles over energiebesparende uitgaven, passiefwoning, lage-energiewoning, nulenergiewoning en groene lening, eerste druk, Kluwer. Tijdschriften "De fiscale maatregelen in de 'economische herstelwet'", Fiscoloog 2009, "Energiebesparende investeringen", Fiscoloog 2009, p14. VI

77 "Interesten van groene leningen", Fiscoloog 2011, Sas, T., "Heeft de particulier nog recht op belastingvermindering voor energiezuinige investeringen in een woning?", MER 2012, p Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen". Algemene bronnen 3D-plan, (consultatie 12 april 2014). Aanvraagprocedure, (consultatie op 25 februari 2014). BBP naar volume, &Table=30 (consultatie 25 februari 2014). Begroting 2012: afschaffing belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, (consultatie 19 november 2013). België heeft derde meeste passiefhuizen ter wereld, /bouwen-verbouwen-of-kopen/duurzaam-wat-waarom-en-hoe/passiefhuis/belgie-heeftderde-meeste-passiefhuizen-ter-wereld/ (consultatie 27 februari 2014). Cijfers en statistieken, (consultatie 24 februari 2014). Elektrische installaties: lijst van erkende organismen voor het uitvoeren van controles, sp (consultatie 22 maart 2014) Groene energie levert jobs op, (consultatie op 26 februari 2014). Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen, energie/energie/zelf-energie-produceren/groenestroomcertificaten-voorzonnepanelen (consultatie 22 maart 2014) O2-plan: ademruimte voor mensen, zuurstof voor economie nieuws/o2-plan- ademruimte-voor-mensen-en-zuurstof-voor-economie (consultatie 12 april 2014). VII

78 Premies van de netbeheerder in 2014, (consultatie 22 maart 2014). Programmacongres Vlaanderen vleugels geven, files/4464_vlaanderen _vleugels_geven ontwerptekst_programma.pdf (consultatie 26 april 2014). Sociale welvaart, daar vaart iedereen wel bij, (consultatie 12 april 2014). Subsidies aan particulieren voor energiebesparende maatregelen, /nl/bouwen-wonen-en-energie/energie/energiepremies/subsidies-aan-particulieren-voorenergiebesparende- maatregelen (consultatie 22 maart 2014). Verkiezingsprogramma 2014 en Plan V, (consultatie 12 april 2014). Verkiezingsprogramma: Uw stok achter de deur, ProgrammaVerkiezingen2014.pdf (consultatie 12 april 2014). Vermindering van de onroerende voorheffing voor een energiezuinige nieuwbouwwoning, (consultatie 22 maart 2014). Voorwaarden voor de verbeteringspremie, energie/bouwen-en-verbouwen/premies/voorwaarden-voor-de-verbeteringspremie (consultatie 22 maart 2014). Vlaamse renovatiepremie, (consultatie 22 maart 2014). Vorig jaar 30 groene energiebedrijven failliet gegaan, economie/ (consultatie op 26 februari 2014). Waarvoor staat een u-waarde, (consultatie 22 maart 2014). VIII

79 Wat is geothermische energie?, energie.html (consultatie 24 februari 2014). Werken die in aanmerking komen voor de renovatiepremie, bouwen-wonen-en-energie/bouwen-en-verbouwen/premies/werken-die-aanmerkingkomen-voor-de-renovatiepremie (consultatie 22 maart 2014). IX

80 X

81 Bijlagen Bijlage 1: Attesten Attest 1 Bijlage bij de factuur, in toepassing van artikel KB/WIB 92, in het kader van de vermindering voor energiebesparende uitgaven, beoogd in artikel , 1, eerste lid, 1 tot 6, WIB 92. Model geldig voor het kalenderjaar 2010 (aanslagjaar 2011) Bijlage bij factuur nummer:. van../../... Uitvoerder van de werken: Naam:... Straat + nr.:... Gemeente:... Land:... Registratienummer in België:... Registratienummer in het buitenland (enkel voor de aannemers gevestigd in een andere Lidstaat van de EU en die geen registratienummer in België bezitten): Woning waar de werken werden uitgevoerd: Straat + nr.:... Gemeente:... Naam van de klant:... eigenaar (1) vruchtgebruiker (1) naakte eigenaar (1) huurder (1) bezitter (1) erfpachter (1) opstalhouder (1) i

82 Gegevens betreffende de uitgevoerde werken + hun aandeel in de factuurprijs (inclusief BTW): 1. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 1 en 4 tot 6, WIB 92 Vervanging van oude stookketels Onderhoud van een stookketel Plaatsing van dubbele beglazing Isolatie van het dak, en/of muren (2) en/of vloeren (2)... EUR... EUR... EUR... EUR Plaatsing van een warmteregeling van een centrale verwarmingsinstallatie d.m.v. thermostatische kranen of een kamerthermostaat met tijdsinschakeling Totaal :... EUR... EUR [(1) Aankruisen wat van toepassing is. (2) Uitsluitend voor de werkelijk betaalde uitgaven in het jaar 2009 en 2010.] 2. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 2, WIB 92 Plaatsing van een systeem van waterverwarming d.m.v. zonne-energie... EUR Datum van aanvang van de werken: 3. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 3, WIB 92 Plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie... EUR Datum van aanvang van de werken: 4. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 3 bis, WIB 92 ii

83 Plaatsing van een geothermische warmtepomp... EUR Datum van aanvang van de werken: 5. Andere werken (geef in voorkomend geval de aard van de werken en het overeenstemmend bedrag weer) voor een bedrag van:... EUR voor een bedrag van:... EUR Verklaring met toepassing van artikel van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 1 tot 6, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Ik, ondergetekende Optredend als. van de onderneming bevestig dat (1): Vervanging van oude stookketels (Maatregel 1) Ik de oude stookketel heb vervangen: merk:... type:... serienummer:... Ik een nieuwe installatie heb geplaatst van het type (1): condensatieketel stookketel op hout installatie met warmtepomp installatie met een systeem van microwarmtekrachtkoppeling Op de nieuwe installatie het EG-kenmerk is aangebracht en de nieuwe installatie in overeenstemming is met het koninklijk besluit van 18 maart 1997 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte ketels. iii

84 De schoorsteen in overeenstemming is met het nieuwe systeem van verwarming. Ingeval het een stookketel op hout betreft, deze stookketel beantwoordt aan de Europese norm EN 12809, automatisch wordt geladen, uitsluitend hout of niet behandeld samengedrukt hout als brandstof gebruikt en het rendement van de houtketel bij nominaal nuttig vermogen ten minste 60% bedraagt in overeenstemming met de rendementseisen die zijn opgenomen in de norm EN Ingeval het een warmtepomp betreft, de globale prestatiecoëfficiënt van deze pomp hoger is dan of gelijk is aan 3. [(1) Aankruisen wat van toepassing is.] Onderhoud van een stookketel (Maatregel 1) ik op (datum), het onderhoud van de stookketel heb uitgevoerd: merk:... type:... serienummer:... Plaatsing van een systeem van waterverwarming d.m.v. zonne-energie (Maatregel 2) de oriëntatie van de panelen tussen het oosten en het westen ligt via het zuiden; de hellingshoek van de vaste panelen tussen 0 en 70 ten opzichte van de horizon ligt; de aangewende techniek de mogelijkheid biedt eventuele problemen van legionellose te vermijden. Plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie (Maatregel 3) de modules beantwoorden aan de volgende vereisten: de norm IEC en een minimumrendement van 12% (enkel voor "kristallijne modellen") of de norm IEC en een minimumrendement van 7% (enkel voor "dunne filmmodules"); het minimumrendement voor de omvormers hoger ligt dan 88% voor de autonome systemen en hoger dan 91% voor de netgekoppelde systemen; de oriëntatie van de panelen tussen het oosten en het westen ligt via het zuiden en de hellingshoek van de vaste panelen ligt tussen 0 en 70 ten opzichte van de horizon. iv

85 Plaatsing van een geothermische warmtepomp (Maatregel 3bis) op de geothermische warmtepomp het EG-kenmerk is aangebracht; de globale prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan of gelijk is aan 3. Plaatsing van dubbele beglazing (Maatregel 4) De globale geleidingscoëfficiënt U van het venster (raamwerk + beglazing) berekend volgens de vereenvoudigde formules van de geldende norm (NBN B 62 ) lager ligt dan of gelijk is aan 2,0 watt per vierkante meter Kelvin. Isolatie van een dak (Maatregel 5) Het gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft groter dan of gelijk aan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt. Isolatie van muren (Maatregel 5) Het gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft groter dan of gelijk aan (1): 2 vierkante meter Kelvin per watt voor de isolatie aan de buitenzijde van een muur die in contact staat met de buitenlucht, of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte; 0,75 vierkante meter Kelvin per watt voor de isolatie van een spouw van een spouwmuur die in contact staat met de buitenlucht, of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte. [(1) Aankruisen wat van toepassing is.] Isolatie van vloeren (Maatregel 5) Het gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft groter dan of gelijk aan (1): 1 vierkante meter Kelvin per watt in geval van isolatie aan de binnenzijde van een vloeroppervlak dat in contact staat met de grond of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte; v

86 2 vierkante meter Kelvin per watt in geval van isolatie aan de buitenzijde van een vloeroppervlak dat in contact staat met de grond of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte. Plaatsing van een warmteregeling van een centrale verwarmingsinstallatie d.m.v. thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdsinschakeling (Maatregel 6) Ik geplaatst heb: thermostatische kranen een klokthermostaat met of zonder externe sonde zowel thermostatische kranen als een klokthermostaat met of zonder externe sonde (enkel voor een woning waarin noch thermostatische kranen, noch een kamerthermostaat aanwezig waren) Ouderdom van de woning op de datum van de werken (2): De werken zijn uitgevoerd in een woning die, volgens de informatie verstrekt door.. (naam van de personen vermeld op de factuur), sedert ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning op.. (datum van de aanvang van de werken). Datum:... Naam:... Handtekening:... [(1) Aankruisen wat van toepassing is. (2) Verplicht op te nemen vermelding voor alle types van werken als beoogd door de belastingvermindering behalve voor de plaatsing van een systeem van waterverwarming d.m.v. zonne-energie, de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonneenergie in elektrische energie en de plaatsing van een geothermische warmtepomp.] Attest 2 Bijlage bij de factuur, in toepassing van artikel KB/WIB 92, in het kader van de vermindering voor energiebesparende uitgaven, beoogd in artikel , 1, eerste lid, 1 tot 6, WIB 92. Model geldig vanaf het kalenderjaar 2011 (aanslagjaar 2012) vi

87 Bijlage bij factuur nummer:. van../../... Uitvoerder van de werken: Naam:... Straat + nr.:... Gemeente:... Land:... Registratienummer in België:... Registratienummer in het buitenland (enkel voor de aannemers gevestigd in een andere Lidstaat van de EU en die geen registratienummer in België bezitten):... Woning waar de werken werden uitgevoerd: Straat + nr.:... Gemeente:... Naam van de klant:... eigenaar (1) naakte eigenaar (1) bezitter (1) erfpachter (1) opstalhouder (1) vruchtgebruiker huurder (1) (1) Gegevens betreffende de uitgevoerde werken + hun aandeel in de factuurprijs (inclusief BTW): 1. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 1 en 4 tot 6, WIB 92 Vervanging van oude stookketels Onderhoud van een stookketel Plaatsing van dubbele beglazing Isolatie van het dak... EUR... EUR... EUR... EUR Plaatsing van een warmteregeling van een centrale verwarmings- installatie d.m.v. thermostatische kranen of een kamerthermostaat... EUR vii

88 met tijdsinschakeling Totaal :... EUR [(1) Aankruisen wat van toepassing is.] 2. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 2 en 3 bis, WIB 92 Plaatsing van een systeem van waterverwarming d.m.v. zonne-energie... EUR Datum van aanvang van de werken: Plaatsing van een geothermische warmtepomp... EUR Datum van aanvang van de werken: 3. Werken als bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 3, WIB 92 Plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie... EUR Datum van aanvang van de werken: 4. Andere werken (geef in voorkomend geval de aard van de werken en het overeenstemmend bedrag weer) voor een bedrag van:... EUR voor een bedrag van:... EUR voor een bedrag van:... EUR Verklaring met toepassing van artikel van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel , 1, eerste lid, 1 tot 6, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Ik, ondergetekende... viii

89 ... Optredend als.. van de onderneming.... bevestig dat (1): Vervanging van oude stookketels (Maatregel 1) Ik de oude stookketel heb vervangen: merk:... type:... serienummer:... Ik een nieuwe installatie heb geplaatst van het type (1): condensatieketel stookketel op hout installatie met warmtepomp installatie met een systeem van microwarmtekrachtkoppeling Op de nieuwe installatie het EG-kenmerk is aangebracht en de nieuwe installatie in overeenstemming is met het koninklijk besluit van 18 maart 1997 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte ketels. De schoorsteen in overeenstemming is met het nieuwe systeem van verwarming. Ingeval het een stookketel op hout betreft, deze stookketel beantwoordt aan de Europese norm EN 12809, automatisch wordt geladen, uitsluitend hout of niet behandeld samengedrukt hout als brandstof gebruikt en het rendement van de houtketel bij nominaal nuttig vermogen ten minste 60% bedraagt in overeenstemming met de rendementseisen die zijn opgenomen in de norm EN Ingeval het een warmtepomp betreft, de globale prestatiecoëfficiënt van deze pomp hoger is dan of gelijk is aan 3. [(1) Aankruisen wat van toepassing is.] Onderhoud van een stookketel (Maatregel 1) ik op (datum), het onderhoud van de stookketel heb uitgevoerd: merk:... type:... ix

90 serienummer:... Plaatsing van een systeem van waterverwarming d.m.v. zonne-energie (Maatregel 2) de oriëntatie van de panelen tussen het oosten en het westen ligt via het zuiden; de hellingshoek van de vaste panelen tussen 0 en 70 ten opzichte van de horizon ligt; de aangewende techniek de mogelijkheid biedt eventuele problemen van legionellose te vermijden. Plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie (Maatregel 3) de modules beantwoorden aan de volgende vereisten: de norm IEC en een minimumrendement van 12% (enkel voor "kristallijne modellen") of de norm IEC en een minimumrendement van 7% (enkel voor "dunne filmmodules"); het minimumrendement voor de omvormers hoger ligt dan 88% voor de autonome systemen en hoger dan 91% voor de netgekoppelde systemen; de oriëntatie van de panelen tussen het oosten en het westen ligt via het zuiden en de hellingshoek van de vaste panelen ligt tussen 0 en 70 ten opzichte van de horizon. Plaatsing van een geothermische warmtepomp (Maatregel 3bis) op de geothermische warmtepomp het EG-kenmerk is aangebracht; de globale prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan of gelijk is aan 3. Plaatsing van dubbele beglazing (Maatregel 4) De globale geleidingscoëfficiënt U van het venster (raamwerk + beglazing) berekend volgens de vereenvoudigde formules van de geldende norm (NBN B 62 ) lager ligt dan of gelijk is aan 2,0 watt per vierkante meter Kelvin. Isolatie van een dak (Maatregel 5) Het gebruikte isolatiemateriaal een thermische weerstand R heeft groter dan of gelijk aan 2,5 vierkante meter Kelvin per watt. x

91 Plaatsing van een warmteregeling van een centrale verwarmingsinstallatie d.m.v. thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdsinschakeling (Maatregel 6) Ik geplaatst heb: thermostatische kranen een klokthermostaat met of zonder externe sonde zowel thermostatische kranen als een klokthermostaat met of zonder externe sonde (enkel voor een woning waarin noch thermostatische kranen, noch een kamerthermostaat aanwezig waren) Ouderdom van de woning op de datum van de werken (1): De werken zijn uitgevoerd in een woning die, volgens de informatie verstrekt door (naam van de personen vermeld op de factuur), sedert ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning op (datum van de aanvang van de werken). Datum:... Naam:... Handtekening:... [(1) Verplicht op te nemen vermelding voor alle types van werken als beoogd door de belastingvermindering behalve voor de plaatsing van een systeem van waterverwarming d.m.v. zonne-energie, de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonneenergie in elektrische energie en de plaatsing van een geothermische warmtepomp.] Attest 3 Bijlage bij de factuur, in toepassing van artikel KB/WIB 92, in het kader van de vermindering voor energiebesparende uitgaven, beoogd in artikel , 1, eerste lid, 7, WIB 92 (energie-audit). Model geldig vanaf het kalenderjaar 2010 (aanslagjaar 2011) Bijlage bij factuur nummer: van../../. Uitvoerder van de energie-audit: Naam:... Straat + nr.:... xi

92 Gemeente:... Woning waarvoor de energie-audit werd uitgevoerd: Straat + nr.:... Gemeente:... Naam van de klant:... eigenaar (1) vruchtgebruiker (1) naakte eigenaar (1) huurder (1) bezitter (1) erfpachter (1) opstalhouder (1) Aandeel van de uitgevoerde energie-audit in de factuurprijs (BTW inbegrepen): Energie-audit... EUR Verklaring met toepassing van artikel van het KB/WIB 92 betreffende de energieaudit Ik, ondergetekende... handelend in de hoedanigheid van. bevestig dat: de energie-audit is uitgevoerd overeenkomstig de geldende gewestelijke wetgeving; de energie-audit is uitgevoerd voor een woning die, volgens de informatie verstrekt door....(naam van de personen vermeld op de factuur), sedert ten minste vijf jaar in gebruik is genomen als woning op (datum van de audit). xii

93 Datum:... Naam:... Handtekening:... [(1) Aankruisen wat van toepassing is. xiii

94 Bijlage 2: Alfabetische lijst van de gemeenten en hun netbeheerder Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen", p xiv

95 Bijlage 3: Overzichtskaart FRGE (01/01/2014) Vlaams Energieagentschap (januari 2014), "Premies en goedkope leningen voor energiebesparing in Vlaanderen", p xv

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende uitgaven Groene lening Inkomsten 2011 (aangifte 2012) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren

Nadere informatie

Energiebesparende uitgaven Groene lening

Energiebesparende uitgaven Groene lening JAAR 2013 (AANSLAGJAAR 2014): a. Belastingvermindering voor uitgaven = overdracht van het vorige jaar: Saldo vorig jaar: 190 Maximumbedrag van de vermindering is niet bereikt: 3 810 Geen saldo meer b.

Nadere informatie

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing Inhoudstafel Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing 1. Voor wie?... 3 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen........

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INHOUDSTAFEL 5 DEEL 1 DE GROENE LENING 11

VOORWOORD 3 INHOUDSTAFEL 5 DEEL 1 DE GROENE LENING 11 ECOWONE_DO_11001.book Page 5 Thursday, June 16, 2011 11:14 AM INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INHOUDSTAFEL 5 DEEL 1 DE GROENE LENING 11 1. Voorwaarden 11 1.1. Kredietnemer 11 1.2. Kredietgever 13 1.3. Type lening

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

5.2. Hoe groot is het voordeel?

5.2. Hoe groot is het voordeel? 5.2. Hoe groot is het voordeel? Be ta l i n g e n in 2012 é n ov e r e e n ko m s t a f g e s l ot e n t o t e n m e t 27.11.2011: Pe r c e n tage belastingv e r m i n d e r i n g Ov e r d r a agba a r

Nadere informatie

Energiebesparende investeringen. Inkomsten 2008 (aanslagjaar 2009) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende investeringen. Inkomsten 2008 (aanslagjaar 2009) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Energiebesparende investeringen Inkomsten 2008 (aanslagjaar 2009) L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Milieuvriendelijke belastingen De laatste jaren worden

Nadere informatie

Nieuwigheden aanslagjaar 2013 inzake bepaalde belastingverminderingen en aftrekbare bestedingen. Aan alle ambtenaren van de niveaus A, B en C.

Nieuwigheden aanslagjaar 2013 inzake bepaalde belastingverminderingen en aftrekbare bestedingen. Aan alle ambtenaren van de niveaus A, B en C. Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Personenbelasting Circulaire nr. Ci.RH.331/625.119 (AAFisc Nr. 37/2013) dd. 09.10.2013 Belastingvermindering Aftrekbare besteding Vermindering

Nadere informatie

Belastingvermindering voor dakisolatie. Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Belastingvermindering voor dakisolatie. Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN L UNION FAIT LA FORCE - EENDRACHT MAAKT MACHT Belastingvermindering voor dakisolatie Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Voor wie? Om aanspraak te kunnen maken op een belastingvermindering

Nadere informatie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Eigenschappen Titel : FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Trefwoorden : onroerend inkomen Datum van het document : 30/04/2019 Publicatiedatum : 30/04/2019 Datum Fisconet plus : 30/04/2019 Notes Geef

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2010? Ja Neen

Wijzigde uw (gezins)situatie in de loop van 2010? Ja Neen A A N G I F T E I N D E P E R S O N E N B E L A S T I N G V E R T R O U W E L I J K D O S S I E R I N K O M S T E N J A A R 2 0 1 0 - A A N S L A G J A A R 2 0 1 1 D E Z E V R A G E N T L I J S T I S E

Nadere informatie

FAQ Belastingvermindering voor dakisolatie

FAQ Belastingvermindering voor dakisolatie Eigenschappen Titel : FAQ Belastingvermindering voor dakisolatie Trefwoorden : belastingvermindering, dakisolatie, energie Datum van het document : 15/02/2019 Datum Fisconet plus : 15/02/2019 FAQ Belastingvermindering

Nadere informatie

Gegevens betreffende de uitgevoerde werken + hun aandeel in de factuurprijs (inclusief BTW):

Gegevens betreffende de uitgevoerde werken + hun aandeel in de factuurprijs (inclusief BTW): Bijlage bij de factuur, in toepassing van artikel 63 11 KB/WIB 92, in het kader van de vermindering voor energiebesparende uitgaven, beoogd in artikel 145 24, 1, eerste lid, 1 tot 6, WIB 92. Model geldig

Nadere informatie

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand Wie kan aanspraak maken op deze belastingvermindering? Om aanspraak te maken op deze belastingvermindering

Nadere informatie

Premies 2011. Vlaams Energieagentschap

Premies 2011. Vlaams Energieagentschap Premies 2011 Vlaams Energieagentschap Fiscale voordelen 2011 Sinds 2010: heel duidelijk onderscheid tussen bestaande woningen (al 5 jaar in gebruik bij de start van de werken) en nieuwbouw. Bij bestaande

Nadere informatie

Energiebesparende investeringen voor particulieren anno 2010

Energiebesparende investeringen voor particulieren anno 2010 19/07/2010 Energiebesparende investeringen voor particulieren anno 2010 Valt er fiscaal nog iets te rapen als je energiebesparende uitgaven laat uitvoeren aan de woning in 2010? Welke uitgaven geven nog

Nadere informatie

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire AAFisc Nr. 6/2015 (nr. Ci.RH.331/633.998) dd. 03.02.2015 Personenbelasting Bijzondere

Nadere informatie

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing 1. Voor wie? 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen 2.1. Een lening gesloten vanaf 1 januari 2005...5

Nadere informatie

Bijlage bij factuur nummer:.. van../../. Naam:... Straat + nr:... Gemeente:... Straat + nr:... Gemeente:... Naam klant:...

Bijlage bij factuur nummer:.. van../../. Naam:... Straat + nr:... Gemeente:... Straat + nr:... Gemeente:... Naam klant:... Bijlage bij de factuur, in toepassing van artikel 63 11 KB/WIB 92, in het kader van de vermindering voor energiebesparende uitgaven, beoogd in artikel 145 24 WIB 92 Bijlage bij factuur nummer:.. van../../.

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen. Departement Financiën en Begroting

Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen. Departement Financiën en Begroting Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen Departement Financiën en Begroting Relevante belastingen 1. Kader Beleidsnota Financiën en Begroting 2. Onroerende voorheffing 3. Verkooprecht 4. Schenkbelasting

Nadere informatie

SUBSIDIES PREMIES BELASTINGVOORDELEN

SUBSIDIES PREMIES BELASTINGVOORDELEN SUBSIDIES PREMIES BELASTINGVOORDELEN RENOVEREN ENERGIEZUINIG MAKEN AANPASSEN Fiscaal voordeel Verbeterings- en aanpassingspremie Renovatiepremie Vlaamse dakisolatiepremie Infrax-premies Fiscaal voordeel

Nadere informatie

Naam :... Straat + nr :... Gemeente :... Registratienummer :... Straat + nr :... Gemeente :... Naam klant :...

Naam :... Straat + nr :... Gemeente :... Registratienummer :... Straat + nr :... Gemeente :... Naam klant :... Bijlage bij de factuur, in toepassing van artikel 63 11 KB/WIB 92, in het kader van de vermindering voor energiebesparende uitgaven, beoogd in artikel 145 24, 1 WIB 92 Bijlage bij factuur nummer :.. van../../.

Nadere informatie

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening Federale Overheidsdienst FINANCIEN - 2011 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te na ren van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis WIB: Art. 178/1 KB/WIB: Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis VCF: Art. 2.1.4.0.1. 1 WIJZIGINGEN KB/WIB WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Moore Stephens Verschelden www.moorestephens.be Onderwerp Sociaal verhuren kan bijzonder interessant zijn Datum 13 juli 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland. uitgangspunt bij de belastbare grondslag Vak III België Kadastraal Inkomen Brutohuur Buitenland inkomsten van onroerende goederen Brutohuur Brutohuurwaarde Hoe wordt het kadastraal inkomen betekend? Elk

Nadere informatie

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus.

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus. Gepubliceerd op Wikifin (https://www.wikifin.be) Wat is de woonbonus? Wie een hypothecaire lening afsluit om een woning te kopen of bouwen, kan vaak genieten van bepaalde belastingvoordelen gekoppeld aan

Nadere informatie

Rolnummer 5148. Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer 5148. Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5148 Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145/24, 1, vijfde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,

Nadere informatie

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2 Inhoudstafel DEEL I. De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning........... 2 1.1. De woningfiscaliteit is slechts gedeeltelijk geregionaliseerd.................

Nadere informatie

NATIONAAL. Particulier : Belastingsvermindering van 30% van de uitgaven met een max. = 750 Mogelijk voor zowel eigenaar als huurder VLAANDEREN

NATIONAAL. Particulier : Belastingsvermindering van 30% van de uitgaven met een max. = 750 Mogelijk voor zowel eigenaar als huurder VLAANDEREN Bij plaatsing inbraakwerende beglazing NATIONAAL Particulier : Belastingsvermindering van 30% van de uitgaven met een max. = 750 Mogelijk voor zowel eigenaar als huurder Ondernemer : Bijkomende aftrek

Nadere informatie

Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen

Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen TITEL I: DOEL Artikel 1 Om het woningenbestand in de gemeente Wielsbeke te verbeteren, wordt binnen de perken van het daartoe

Nadere informatie

1.2. Aankoop door de vennootschap

1.2. Aankoop door de vennootschap 1.2. Aankoop door de vennootschap 1.2.1. Registratierechten Net zoals uzelf moet uw vennootschap in principe ook registratierechten betalen op de aankoop van het gebouw dat als gezinswoning zal dienen.

Nadere informatie

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming Luc De Greef 1. Algemeen Bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 (B.S. 31.1.2014) kader waarbinnen de 3 gewesten en de federale

Nadere informatie

Bijlage Personenbelasting definitieve versie aj. 2011

Bijlage Personenbelasting definitieve versie aj. 2011 Bijlage Personenbelasting definitieve versie aj. 2011 Inhoudelijke wijzigingen Aangifteformulier / rubrieknummers Deze versie is gebaseerd op de rubrieken van het aangifteformulier aj. 2011. Het berekeningsprogramma

Nadere informatie

Bijlagen bij de aangifte personenbelasting inkomsten 2010

Bijlagen bij de aangifte personenbelasting inkomsten 2010 Bijlagen bij de aangifte personenbelasting inkomsten 2010 Aan: CONSIUS Accountants & Belastingconsulenten BVBA Gen. Slingeneyerlaan 87-2100 Deurne info@consius.be Tel: 03/325.49.87 Fax: 03/326.12.94 Van:

Nadere informatie

Premies voor energiebesparende investeringen in 2014

Premies voor energiebesparende investeringen in 2014 Premies voor energiebesparende investeringen in 2014 Inhoud Premies voor energiebesparende investeringen in 2014... Een overzicht van de premies die sinds 1 januari van kracht zijn.... Nieuw in 2014...

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Samenvatting : Commentaar op het Vlaamse decreet van 07.07.2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde

Nadere informatie

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008

De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008 Rubriek fiscaliteit De aangifte in de personenbelasting inkomsten 2008 Het aangifteformulier heeft een nieuw uitzicht dit jaar. De belastingplichtige die nog gebruikt maakt van het papieren formulier,

Nadere informatie

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd Page 1 of 7 Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/633.468) dd. 01.07.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB/Geschillen

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

Formulier 179.1.RW AANVRAAG OM VERMINDERING VAN DE ONROERENDE VOORHEFFING IN HET WAALSE GEWEST

Formulier 179.1.RW AANVRAAG OM VERMINDERING VAN DE ONROERENDE VOORHEFFING IN HET WAALSE GEWEST Formulier 179.1.RW AANVRAAG OM VERMINDERING VAN DE ONROERENDE VOORHEFFING IN HET WAALSE GEWEST VAK A. Algemene inlichtingen De onroerende voorheffing is een belasting die wordt berekend op basis van het

Nadere informatie

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) Identiteit:... Repertoriumnr.:... Ondernemingsnr. of nationaal nr.:... BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Premies Wonen Vlaanderen

Premies Wonen Vlaanderen Hoofdtitel Premies in Ant. Reg. Premies Wonen Vlaanderen Steeds aan te vragen NA de werken op basis van facturen Renovatiepremie: Geen inkomens- en eigendomsvoorwaarden. Facturen maximum 2 jaar oud Woning

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling Advies van 21 maart 2018 1 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies verduidelijkt de Commissie

Nadere informatie

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE. Artikel 1 De gemeente Meulebeke verleent, met ingang van 1 januari 2014, onder bepaalde voorwaarden een premie voor het uitvoeren van verbeteringswerken aan particuliere

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zit ting 2007-2008 14 mei 2008 ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1608 (2007-2008) Nr. 1:

Nadere informatie

goederen FAQ De nieuwe tarieven voor de schenking van onroerende goederen zijn van toepassing op alle akten verleden vanaf 1 juli 2015.

goederen FAQ De nieuwe tarieven voor de schenking van onroerende goederen zijn van toepassing op alle akten verleden vanaf 1 juli 2015. Nieuwe,, verlaagde tarieven voor de schenking van onroerende goederen FAQ 1. Algemeen Wat is de doelstelling? Met deze nieuwe regelgeving zet de Vlaamse Regering in op vereenvoudiging en vergroening. Dit

Nadere informatie

Aanslagjaar Inkomsten 2015

Aanslagjaar Inkomsten 2015 Aanslagjaar 2017 - Inkomsten 2015 Teneinde uw aangifte zo voordelig mogelijk in te vullen, vragen wij u volgende vragenlijst aandachtig te lezen en VOLLEDIG in te vullen. Ontbrekende elementen kunnen de

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling Ontwerpadvies van 25 oktober 2017 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies verduidelijkt

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Overdracht familiebedrijf

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld.

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld. Verduidelijkingen omtrent de voorwaarden waaraan in 2014 gesloten leningen moeten voldoen, om in aanmerking te kunnen komen voor de gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (woonbonus) Vanaf

Nadere informatie

Vervanging en onderhoud van oude stookketel

Vervanging en onderhoud van oude stookketel Page 1 of 11 de belastingvermindering U kan voor het inkomstenjaar 2010 belastingvermindering krijgen voor 10 individuele energiebesparende maatregelen en voor een investering in een lage energiewoning,

Nadere informatie

Ambtshalve ontheffing

Ambtshalve ontheffing Ontheffing van ambtswege : wat is een materiële vergissing? Ambtshalve ontheffing... Voorbeeld... Wetswijziging... Daardoor vallen onder dit derde geval nu bijkomend de belastingverminderingen voor :...

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

de woonkantoren van de stad Antwerpen

de woonkantoren van de stad Antwerpen de woonkantoren van de stad Antwerpen Woonkantoor stad Antwerpen A. Wie zijn wij? B. Wie is onze klant? C. Wat doen wij? D. de Groene Lening E. verbouwingspremies voor eigenaar-bewoner F. verbouwingspremies

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Brus sel, 19 mei 2008. Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

Brus sel, 19 mei 2008. Mijn heer de mi nis ter-pre si dent, 1608 Brus sel, 19 mei 2008 Mijn heer de mi nis ter-pre si dent, Wij hebben de eer U ter bekrachtiging door de Vlaamse Regering het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing

Nadere informatie

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening Federale Overheidsdienst FINANCIEN - 2010 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te na ren van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn?

Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? Inhoudstafel Voorwoord... 1 Deel 1 - Waarom zou een vennootschap hiervoor interessant kunnen zijn? 1. Belastingen besparen?.... 5 1.1. Alle kosten van onroerende goederen in principe aftrekbaar... 5 1.1.1.

Nadere informatie

Rolnummer 5815. Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T

Rolnummer 5815. Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T Rolnummer 5815 Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 145 24, 1, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals het van toepassing

Nadere informatie

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331/594.501 (AOIF Nr. 65/2010) dd 25.10.2010 Personenbelasting Berekening van de belasting Belastingvrije

Nadere informatie

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN A) Verminderd registratierecht (bescheiden woning klein beschrijf ) Dit betekent

Nadere informatie

Beveilig uw woning tegen inbraak of brand en krijg een belastingvermindering

Beveilig uw woning tegen inbraak of brand en krijg een belastingvermindering Beveilig uw woning tegen inbraak of brand en krijg een belastingvermindering Federale Overheidsdienst FINANCIEN - 2008 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te na ren van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Regionalisering woonfiscaliteit

Regionalisering woonfiscaliteit Regionalisering woonfiscaliteit Fiscale voordelen voor het verwerven of behouden van een eigen woning zijn sinds 2014 een regionale aangelegenheid. Voor alle andere woningen blijven de federale gunstregimes

Nadere informatie

Een lagere energiefactuur? Wij helpen u!

Een lagere energiefactuur? Wij helpen u! Een lagere energiefactuur? Wij helpen u! Stap 1 : Vraag snel een gratis energiescan aan. Stap 2 : Isoleer het dak van een private huurwoning en geniet van een extra hoge premie van 23 euro per m 2. Bekijk

Nadere informatie

De nieuwe tarieven voor de schenking van onroerende goederen zijn van toepassing op alle akten verleden vanaf 1 juli 2015.

De nieuwe tarieven voor de schenking van onroerende goederen zijn van toepassing op alle akten verleden vanaf 1 juli 2015. Inhoud Algemeen... 3 Wat is de doelstelling?... 3 Vanaf wanneer treedt de nieuwe regeling in werking?... 3 Welke zijn de nieuwe tarieven voor de schenking van onroerende goederen?... 3 Blijft het bijzonder

Nadere informatie

DI RUPO 1 BEGROTING 2012

DI RUPO 1 BEGROTING 2012 DI RUPO 1 BEGROTING 2012 Ingrijpende maatregelen in personenbelasting Jef Wellens, Kluwer Kluwer Opleidingen www.kluweropleidingen.be DI RUPO 1 - Ingrijpende maatregelen in PB Afschaffing belastingvermindering

Nadere informatie

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling. Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/579.072 (AOIF Nr. 60/2010) dd 10.09.2010 Vennootschapsbelasting Belasting van niet-inwoners vennootschappen

Nadere informatie

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUD. Huwelijk en fiscus Hoofdstuk 1. De periode voorafgaandelijk aan het huwelijk......... 1 Sectie 1. Het samenwonen van de toekomstige echtgenoten... 3 A. het vertrek uit de ouderlijke woonst... 3 B. Betaling van een onderhoudbijdrage....

Nadere informatie

De vernieuwde Vlaamse renovatiepremie

De vernieuwde Vlaamse renovatiepremie De vernieuwde Vlaamse renovatiepremie Vlaamse Regering keurt nieuwe renovatiepremie definitief goed Vrijdag 30 oktober 2015 keurde de Vlaamse Regering de nieuwe renovatiepremie definitief goed. Er komt

Nadere informatie

Premies. Stad Brugge Eandis Vlaanderen belastingaftrek

Premies. Stad Brugge Eandis Vlaanderen belastingaftrek Premies Stad Brugge Eandis Vlaanderen belastingaftrek woondienst opknappremie 2016 Infoavond: Van eerste steen tot laatste euro 24 november 2016 OPKNAPPREMIE 2016 WELKE WONINGEN KOMEN IN AANMERKING? -

Nadere informatie

Reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad in openbare zitting van 15/12/2014.

Reglement goedgekeurd door de Gemeenteraad in openbare zitting van 15/12/2014. REGLEMENT HOUDENDE DE GEDEELTELIJKE TERUGBETALING VAN DE GEMEENTELIJKE OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING VOOR EEN NIEUW AANGESCHAFTE OF GEBOUWDE WONING TE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE Reglement goedgekeurd

Nadere informatie

Hoe haalt u optimaal geld uit uw vennootschap? Deel 10. Deel 10. Gratis woning

Hoe haalt u optimaal geld uit uw vennootschap? Deel 10. Deel 10. Gratis woning Hoe haalt u optimaal geld uit uw vennootschap? Deel 10 Deel 10 Gratis woning Hoofdstuk 1: Begrip Wat w o r d t er bedoeld m e t een g r at i s w o n i n g? We hebben hier de situatie voor ogen waarbij

Nadere informatie

730 euro belastingvermindering voor de beveiliging van woningen tegen inbraak en brand.

730 euro belastingvermindering voor de beveiliging van woningen tegen inbraak en brand. 730 euro belastingvermindering voor de beveiliging van woningen tegen inbraak en brand. Inleiding U bent belastingplichtig en u doet een investering voor het beveiligen van uw woning (eigen woning of gehuurd)

Nadere informatie

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Groene lening Federale Overheidsdienst FINANCIEN - 2009 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te na ren van de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP 1. ALGEMEEN Bij het kopen van een onroerend goed moet rekening gehouden worden met de beschrijfkosten die bovenop de aankoopsom komen. De beschrijfkosten

Nadere informatie

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw?

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw? Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw? Eind 2015 werden de schenkingsrechten op onroerende goederen in het Brussels Hoofdstedelijk en Waalse Gewest

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN

BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN BEGROTINGSAKKOORD 2012 DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN 1) Bedrijfswagens worden strenger aangepakt Vanaf 2012 zullen de belastbare voordelen voor de gratis terbeschikkingstelling van bedrijfsvoertuigen berekend

Nadere informatie

REG-premies 2011. REG-premies? Stimuleren Rationeel EnergieGebruik. Verkleinen. Meerdere premies voor éénzelfde investering. Soms maak je winst!

REG-premies 2011. REG-premies? Stimuleren Rationeel EnergieGebruik. Verkleinen. Meerdere premies voor éénzelfde investering. Soms maak je winst! REG-premies 2011 Dries Bruyneel Duurzaamheidsambtenaar Stad Deinze Infoavond V.T.I. Deinze 06.10.2011 REG-premies? Stimuleren Rationeel EnergieGebruik Verkleinen Investering Terugverdientijd Meerdere premies

Nadere informatie

Belastingvermindering bij de aankoop van een elektrisch voertuig

Belastingvermindering bij de aankoop van een elektrisch voertuig EENDRACHT MAAKT MACHT Belastingvermindering bij de aankoop van een elektrisch voertuig en/of bij de installatie van een laadpaal Inkomsten 2010 en 2011 (aanslagjaren 2011 en 2012) Maatregelen geldig van

Nadere informatie

Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen. folder niet-belastingbetalers vo1 1

Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen. folder niet-belastingbetalers vo1 1 8 Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen door niet-belastingbetalers Inleiding Komt u in aanmerking? Algemene voorwaarden De Vlaamse overheid wil dat elke woning tegen beschikt over een geïsoleerd

Nadere informatie

Checklist aangifte personenbelasting inkomsten 2013- aanslagjaar 2014

Checklist aangifte personenbelasting inkomsten 2013- aanslagjaar 2014 Checklist aangifte personenbelasting inkomsten 2013- aanslagjaar 2014 Gelieve deze checklist te overlopen en in te vullen waar nodig en de nodige attesten bij te voegen. Deel 1 Bankrekeningnr. Indien verschillend

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft vermindering van de personenbelasting voor uitgaven voor beschermde goederen

Nadere informatie

8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf

8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 1 8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf De gelijktijdige combinatie tijdens hetzelfde jaar en bij dezelfde belastingplichtige van enerzijds de aftrek voor enige eigen woning en anderzijds de belastingvermindering

Nadere informatie

9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf

9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 1 9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf De gelijktijdige combinatie tijdens hetzelfde jaar en bij dezelfde belastingplichtige van enerzijds de aftrek voor enige eigen woning en anderzijds de belastingvermindering

Nadere informatie

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen Forum for the Future - November 2017 - Maurice De Mey De cruciale vraag Is op het moment van betaling van interest, kapitaal en/of premie van de individuele

Nadere informatie

Aanslagjaar 2012/inkomsten 2011 De fiscaliteit van het hypothecaire woningkrediet

Aanslagjaar 2012/inkomsten 2011 De fiscaliteit van het hypothecaire woningkrediet Aanslagjaar 2012/inkomsten 2011 De fiscaliteit van het hypothecaire woningkrediet Hypothecair woningkrediet: de regeling voor de enige eigen woning (de woonbonus) Als u een woning koopt, bouwt of verbouwt

Nadere informatie

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen

Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen Federale Overheidsdienst FINANCIEN - 2008 - Deze brochure werd opgesteld door een werkgroep amb te na ren van de Federale Overheidsdienst FINANCIEN.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

Vak III: onroerende inkomsten

Vak III: onroerende inkomsten invloed van de BFW op vak III (O.I.) vanaf het aanslagjaar 2015 worden in vak III alleen de volgende inkomsten aangegeven: Belgische inkomsten andere dan van de eigen woning: De onroerende goederen (of

Nadere informatie

FISCAAL BELEID INZAKE BEZIT VAN PRIVE ONROEREND GOED: EEN EVOLUTIE

FISCAAL BELEID INZAKE BEZIT VAN PRIVE ONROEREND GOED: EEN EVOLUTIE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 FISCAAL BELEID INZAKE BEZIT VAN PRIVE ONROEREND GOED: EEN EVOLUTIE Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Nadere informatie