Begroting 2016 Meerjarenbegroting Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Begroting

Transcriptie

1 Begroting 2016 Meerjarenbegroting Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Begroting

2 INHOUDSOPGAVE Aanbiedingsbrief 2 Beleidsuitgangspunten Ontwikkelingen 4 Onderwijs Akkoorden Compensatie salarisverhoging 5 Fusiefaciliteit Passend Onderwijs Overheveling buitenonderhoud 6 Leerlingenaantal en natuurlijk verloop 7 Personeel 8 Boventalligheid schoolniveau Ruimte voor Innovatie 10 Resultaat, kengetallen en streefwaarden FINANCIËLE GEGEVENS Gecomprimeerde meerjarenbegroting 11 Kasstroomoverzicht 12 Balans 13 Specificaties verloop balansposten 14 Investeringsbegroting 15 Kengetallen 16 Begroting

3 Aanbiedingsbrief Begroting 2016 Datum: december 2015 Geachte mevrouw/heer, Hierbij treft u de begroting van de stichting Invitare openbaar onderwijs over het jaar 2016 aan. Tevens is de meerjarenbegroting over de jaren bijgevoegd. De begroting over 2016 en de meerjarenbegroting zijn opgesteld na een zorgvuldige procedure, waarbij alle schooldirecteuren intensief betrokken zijn. Daarbij is rekening gehouden met recente en te verwachten ontwikkelingen en prognoses van de leerlingenaantallen. De risico s zijn zo goed mogelijk ingeschat en nog niet zekere extra inkomsten zijn niet op voorhand meegenomen. Met alle directeuren zijn meerdere gesprekken gevoerd over de schoolbegrotingen. Deze begrotingen zijn op kalenderjaar basis. De formatie wordt echter op schooljaar basis vastgesteld. De personeelslasten voor de eerste 7 maanden van 2016 zijn daarmee reeds in mei 2015 in het formatiebeleidsplan vastgesteld. De bekostiging door het rijk voor deze maanden is gebaseerd op het leerlingenaantal op Op basis van het leerlingenaantal op zijn de rijksinkomsten in de begroting opgenomen voor het schooljaar en daarmee voor de laatste 5 maanden van Ook dit jaar is er onduidelijkheid over de mate waarin en het moment waarop de overeengekomen salarisverhogingen en wijzigingen in premiebetalingen in de bekostiging worden gecompenseerd. In de begrotingsgesprekken met directeuren is zorgvuldig gecheckt of alle eventueel te verwachten kosten zijn meegenomen. Bij de toedeling van budgetten aan de scholen is rekening gehouden met de opdracht dat de gezamenlijke kosten en de kosten voor het stafbureau kostendekkend uit de gezamenlijke inkomsten gedekt moeten worden. Evenals afgelopen jaren is er een frictiefonds gecreëerd om formatieve knelpunten te kunnen opvangen. Daarnaast wordt voor dit jaar extra budget ingezet, in verband met het opvangen van de in komend schooljaar nog aanwezige boventalligheid en schoolorganisatorische knelpunten; overgangsmaatregelen voor de fusie per van het Ogelijn en de Bonckert en formatie voor het plan ruimte voor innovatie. Hierna wordt een en ander nader toegelicht. Overigens wordt het definitieve formatiebudget voor de scholen voor het schooljaar pas vastgesteld in mei Daarin worden de meest recente prognoses en bekostigingsgegevens meegenomen op basis van het te verwachten leerlingenaantal op (T=0). Naast de verwachte daling van de leerlingenaantallen per is een aantal ontwikkelingen voor de meerjarenbegroting van belang. Op 1 augustus 2014 is het passend onderwijs ingevoerd en op 1 januari 2015 is de overheveling van onderhoudskosten voor het buitenonderhoud van kracht geworden. De formatie is de afgelopen jaren reeds gekrompen door de reeds enkele jaren doorgevoerde vacaturestop. Samen met de gerealiseerde bezuiniging zien de cijfers er ook dit jaar gezond uit. Zeker gezien in een meerjaren perspectief. Een verdere krimp van het aantal leerlingen, de bekostiging en de formatie is in de begrotingen verwerkt. Het verminderen van de boventalligheid in de formatie geschiedt door o.a. natuurlijk verloop en inzet van mensen in de vervangerspool en tijdelijk inzet van extra budget. Aandacht blijft om de beïnvloedbare kosten te verlagen. Een aantal kosten dalen echter niet volledig mee met de daling van de leerlingenaantallen, de kostenremanentie. Begroting

4 In het strategische beleidsplan van Invitare is daarnaast een stevige ambitie neergelegd. Via ervaringsleren en innovatietrajecten worden slimme oplossingen onderzocht en uitgewerkt. Duurzaam leren van en met elkaar. Professionaliseren, een leven lang leren en innovatie zijn van groot belang, om de kwaliteit van het onderwijs te blijven garanderen en de kinderen gereed te maken voor de 21-ste eeuw. Daar staat Invitare voor. Graag tot nadere toelichting bereid, H. Bouwhuis Voorzitter CvB Begroting

5 Ontwikkelingen De voortdurende bezuinigingen vanuit OC&W, of liever gezegd het niet voldoende compenseren van gestegen kosten, het wegvallen van subsidies vanuit de gemeenten en andere subsidiekanalen en verzoeken om cofinanciering hebben impact op de bedrijfsvoering van Invitare maar vooral op die van de scholen. Daar komen de effecten van de krimp bij die zorgen voor minder baten (personeel en materieel terrein). De schoolbegrotingen staan onder druk. De effecten van de afnemende inkomsten zijn merkbaar. Lagere uitkeringen vanuit het Rijk aan de gemeenten, waarmee Invitare werkt, hebben invloed op subsidiëring van VVE, Bibliotheek op school, combinatiefunctionarissen e.d.. De decentralisatie van de Jeugdzorg in samenhang met passend onderwijs is eveneens nog niet uitgekristalliseerd. Niet onvermeld mag de problematiek rondom opvang van asielzoekerskinderen blijven. Status of geen status: na 3 dagen heeft ieder kind in de leerplichtige leeftijd recht op onderwijs. De bekostiging blijft achter bij de instroom in het onderwijs. Kinderen die op 1-10 van een jaar staan ingeschreven tellen pas het schooljaar erop mee voor de bekostiging. Afhankelijk van de gemeente waar de kinderen zich melden wordt vanuit de gemeente eventueel aanvullend bekostigd. De overheid hecht groot belang aan het verbeteren van de opbrengsten en het professionaliseren van ons personeel. In totaal is landelijk een bedrag van structureel ruim 260 miljoen beschikbaar via de prestatiebox. Investeringen vanuit het zgn. Nieuw Onderwijsakkoord en de CAO PO 2015 zorgen onder andere voor meer investeringsruimte voor professionalisering van directeuren en leerkrachten. De lerarenbeurs wordt verlengd en er komt jaarlijks 500 per leerkracht (fte) beschikbaar voor scholing. De hierbij horende lasten zijn opgenomen in de schoolbegrotingen. Techniek staat volop in de belangstelling, evenals opbrengstgericht werken en leren met ICT. Zie hiervoor het bestuursakkoord dat de PO-raad in 2014 namens de schoolbesturen heeft gesloten met de minister. Invitare zet zich in om de gestelde doelen in het strategisch beleidsplan te realiseren en waar nodig en mogelijk de scholen bij hun ontwikkeling te faciliteren. Onderwijs akkoorden Invitare heeft naar aanleiding van de begroting van OCW 2016 en de gesprekken die de PO-raad met OCW heeft gevoerd, in overleg met de MOSA-groep, een raming gemaakt van de bedragen per leerling die zijn toegezegd in de diverse onderwijsakkoorden. 2016/ / / / / Deze bedragen zijn berekend door alle akkoorden bij elkaar te tellen en de uitkomst door 1,6 miljoen (het aantal PO leerlingen) te delen. In werkelijkheid kunnen de bedragen dus afwijken, afhankelijk van de gekozen uitbetalingssystematiek. Deze bedragen zijn lager dan die in de begroting 2015 vermeld waren. Dat komt omdat een deel van de akkoorden inmiddels reeds in de bekostiging verwerkt is. Voor de begroting 2016 en volgende jaren is met de hierboven genoemde bedragen rekening gehouden bij de inkomsten. Welke verplichte uitgaven daar tegenover staan weet nog niemand. Daarom is bij de personele uitgaven een zelfde bedrag als extra personele last opgenomen. Indien straks blijkt dat (een deel van de) middelen niet is geoormerkt, dan kunnen tijdens de formatiegesprekken, mei 2016, deze vrij te besteden middelen Begroting

6 alsnog als extra formatie of voor innovatie worden ingezet. De middelen zijn dus budgettair-neutraal in de begroting voor 2016 opgenomen. Compensatie salarisverhoging Voor alle ambtenaren gezamenlijk is een afspraak gemaakt voor een loonsverhoging van 5,05%. Hiervan wordt 1,4% betaald via een verlaging van de pensioenpremies. Per saldo dus een kostenstijging voor Invitare van 3,65%. Ten tijde van het opstellen van deze begroting waren verdere details nog niet bekend. Op het laatste moment zijn nog de vergoedingen voor 2015/2016 bekend gemaakt. De vergoeding 2015/2016 is voor het 2016-deel nog aangepast in de inkomsten. Voor de andere jaren is de reeds ingevoerde schatting van een verhoging van 3,65% van de bekostiging gehandhaafd. Ook de loonkosten zijn gebaseerd op de situatie van voor de loonsverhoging en zijn deze loonkosten verhoogd met diezelfde 3,65%. In relatie met deze loonsverhoging speelt ook nog de daling van de pensioenpremies in verband met aanpassingen van de regelgeving. In de pers zijn reeds berichten verschenen dat het ABP niet in staat zal zijn de premie met 1,4% te laten dalen. Op advies van de PO raad is deze daling toch meegenomen, omdat die van mening is dat een eventueel verschil dan door het Rijk bijgepast moet worden. Niet vergoede loonkostenstijging De compensatie voor eventuele overige stijging van personele lasten komt uit het referentiemodel. Hierbij wordt naar de markt gekeken; die ontwikkelingen worden doorgerekend en resulteren in een prijsbijstelling. In de begroting is rekening gehouden met een stijging van de personele lasten voor o.a. werkgeverspremies ABP, VVF en risicofonds van 2%, die niet door OCW vergoed gaat worden. Dit conform de ervaringen opgedaan in de aflopen jaren. Fusiefaciliteit Op fuseren de Bonckert en het Ogelijn. De fusieschool ontvangt voor de overgang extra faciliteiten. De regeling is aangepast. Vanaf ontvangt de school 6 jaar lang een vast bedrag i.p.v. 5 jaar lang een aflopend bedrag. Dit heeft positieve gevolgen op de uitkeringen die Invitare ontvangt voor de fusieschool. De fusiefaciliteiten die door deze school worden ontvangen zijn blijvend voor de fusieschool gereserveerd. Het gaat hier om een bedrag van ongeveer per jaar, gedurende 6 jaren. De kosten zullen echter vooral in de eerste jaren gemaakt worden. Daarom is afgesproken in de eerste jaren meer te mogen inzetten en daarna af te bouwen, opdat de school na 6 jaren gewend is aan de reguliere budgetten. Passend onderwijs Invitare maakt deel uit van 2 samenwerkingsverbanden passend onderwijs, Stromenland ( Nijmegen e.o.) en Noord Limburg (Venlo e.o.). Hoewel het schooljaar al 4 maanden oud is, hebben we pas recent inzicht gekregen in de middelen die we ontvangen voor basisondersteuning en extra middelen voor leerlingen met een specifieke hulpvraag. Naast de middelen die we via het verband ontvangen voor passend onderwijs ontvangen Begroting

7 de besturen vanaf 1 augustus 2014, via het samenwerkingsverband, ook de middelen voor leerling gebonden financiering (LGF) voor kinderen met een indicatie. Deze middelen zijn vastgesteld op basis van het aantal indicaties op Deze middelen worden ontvangen tot en zijn door Invitare verdeeld over de scholen. Vanaf zijn de LGF middelen opgenomen in de reguliere middelen vanuit het samenwerkingsverband. Ook valt dan een deel van de verplichtingen weg. Hierdoor nemen de inkomsten vanuit passend onderwijs toe en nemen de verplichtingen naar verwachting minder toe. Voor het platform Land van Cuijk wordt over de eerste 7 maanden van 2016 een tekort verwacht dat gecompenseerd zal worden in de laatste 5 maanden. Voor het jaar 2016 is, na overleg binnen de verbanden, uitgegaan van een sluitende begroting. Buitenonderhoud De invoering van de overheveling van het buitenonderhoud van de gemeenten naar de schoolbesturen heeft in 2015 plaats gevonden. Er is duidelijkheid over de wijze van invoering. Bij sommige gemeenten is begin 2015 gestreefd naar een zachte landing. In andere gevallen blijkt 1 januari 2015 een harde deadline te zijn geworden. Boekhoudkundig is het geen stelselwijziging maar een nieuwe taak. Er mogen geen extra dotaties t.l.v. de algemene reserve gedaan worden. De middelen die voor onderhoud vanaf 2015 worden ontvangen worden door het bestuur 1 op 1 in de onderhoudsvoorziening gedoteerd. Bij het landelijk vaststellen, van de bedragen per normatieve m2, wordt uitgegaan van de gemiddelde kosten per m2 in het land. Deze kosten kunnen in de praktijk echter per school verschillen, afhankelijk van leeftijd en staat van onderhoud van het gebouw. Zo heeft een relatief nieuw gebouw nu wel lagere onderhoudskosten dan gemiddeld, maar zijn de kosten over zeg 20 jaar gemiddeld hoger dan gemiddeld. Stichtingen als Invitare, met meerdere scholen, kunnen de verschillen op korte termijn tussen scholen en langere termijn binnen scholen opvangen binnen een centrale voorziening onderhoud (CVO). Daarmee worden risico s beter opgevangen en hoeven gezamenlijk minder hoge voorzieningen te worden aangehouden. Per is de CVO van Invitare gevoed met de saldi van de toen aanwezige voorzieningen van de afzonderlijke scholen, samen Jaarlijks wordt de rijksvergoeding van het binnen- en buitenonderhoud toegevoegd aan de CVO, na aftrek van de middelen voor klein jaarlijks onderhoud en klachtenonderhoud. Invitare evalueert jaarlijks, op basis van geactualiseerde MJOP s en het gerealiseerd onderhoud en de onttrekkingen of de voorziening voor de komende 20 jaar toereikend is. N.a.v. hiervan kan tot extra toevoeging of onttrekking van middelen besloten worden. Uitgangspunt blijft om het onderhoud binnen de daarvoor ontvangen rijksvergoeding te realiseren. De dotaties ten behoeve van de CVO zijn vastgesteld op basis van de meest recente meerjaren onderhoudsplanning en de beginstand van de voorziening per van ca De onttrekkingen zijn gebaseerd op de te verwachten kosten voor de komende 20 jaar. De dotaties aan de voorziening onderhoud zijn gestegen als gevolg van overdracht van het buitenonderhoud. In 2016 is groot onderhoud aan het dak van de Wingerd te Cuijk gepland. Daarnaast moeten asbesthoudende golfplaten en dakranden vernieuwd worden bij de Elckerlyc te Gennep. Naast regulier onderhoud van andere gebouwen leiden deze extra kosten tot een onttrekking van Na aftrek van de dotatie van resteert een vermindering van de CVO van met naar Met de betrokken gemeenten wordt overleg gevoerd over een stuk gedeelde verantwoordelijkheid in het kader van de overheveling. Begroting

8 Leerlingenaantal en natuurlijk verloop personeel: Ontwikkelingen leerlingenaantal De inkomsten van de Invitare-scholen zijn hoofdzakelijk afhankelijk van het aantal leerlingen en de bekostiging door het Rijk. Hierbij zijn vervolgens nog enkele regelingen van toepassing. In het formatiebeleid is een verdeling opgenomen van middelen die vanuit de gezamenlijke inkomsten worden verdeeld en specifieke middelen die aan scholen worden toebedeeld. Prognose: Het aantal leerlingen op de bijgevoegde prognose is tot stand gekomen op basis van de geboortecijfers van de verschillende gemeenten. Daarnaast maken de directies gebruik van kennis en informatie van de specifieke situatie van hun school in de wijk. Tijdens de begrotingsgesprekken in oktober/november 2015 zijn de prognoses bijgesteld aan de hand van resultaten van teldatum Uit dit overzicht is duidelijk dat de daling van het leerlingenaantal veroorzaakt wordt door de lage instroom. Diverse scholen hebben momenteel moeite bij het samenstellen van de groepen doordat het leerlingenaantal per groep sterk verschilt. Een groep is dan te klein als zelfstandige groep, en te groot om te combineren. In 2016 verwachten we de grootste daling. Mede door de inschatting van het effect van de fusie van de Bonckert en het Ogelijn te Boxmeer. Ontwikkeling leerlingenaantal Onder bouw Boven Bouw SBO Totaal Daling Percentage ,90% ,10% ,85% Prognoses ,96% ,75% ,33% ,12% Verloop aantal leerlingen Begroting

9 Personeel Huidig aantal FTE per Directeuren en adjunct directeuren 13,34 Onderwijzend personeel 94,35 Onderwijs ondersteunend personeel 8,83 Medewerkers stafbureau 2,12 Medewerkers vervangingspool 5,06 College van bestuur 1,00 Detacheringen 3,71 Totaal 128,41 Het aantal FTE bedroeg op nog 132,2 FTE. OP was dat 128,41 een daling van de formatie omvang in 2014 en 2015 met 3,79 FTE of 2,87%. Terwijl het aantal leerlingen in die jaren niet afnam. Boventalligheid schoolniveau De formatie omvang voor is reeds in mei 2015 vastgesteld. Daarmee ligt de omvang van de formatie, baten en lasten voor de eerste 7 maanden van 2016 reeds grotendeels vast. Indien door extra instroom van kleuters eventueel een extra groep gewenst is worden middelen van de groeiregeling daarvoor ingezet. Deze eventuele wijzing tijdens het begrotingsjaar verloopt daarom budgettair neutraal. Voor het schooljaar wordt de formatie in mei 2016 definitief toegekend op basis van de dan meer bekende gegevens. Het verwachte aantal leerlingen per is dan leidend, T=0. Gezien de prognose van het leerlingenaantal is in de schoolbegrotingen over , in eerste instantie, een duidelijk geringer formatiebudget ter beschikking gesteld dan in Het verschil tussen de verplichtingen aan vast personeel op de peildatum en het in te zetten formatiebudget is daarom in groot. In onderstaande tabel is per school het volgende weergegeven. Het aantal FTE (toegekend op basis van prognose leerlingen per ) minus het aantal FTE aan verplichtingen per Daaruit ontstaat, voor verdere acties een boven- of ondertalligheid per school. Bij een mingetal zijn de verplichtingen groter dan het budget. Dit is pas de eerste stap. Bij de formatietoekenning op schoolniveau is het frictiefonds van 0,97 FTE nog niet ingezet. Tevens is het natuurlijk verloop tussen en nog niet meegenomen. We schatten voor de periode van tot een natuurlijk verloop van 1,5% zijnde 1,93 FTE. In de tabel zijn deze FTE s in mindering gebracht op de boventalligheid wat resulteert in een lagere boventalligheid gezamenlijk op bestuursniveau. Het reguliere knelpuntenfonds wordt op locaties ingezet waar bijvoorbeeld het noodzakelijk aantal groepen niet gevormd kan worden. Tevens wil Invitare de organisatorische knelpunten in die op schoolniveau ontstaan opvangen en graag mensen behouden binnen de scholen die het jaar erop weer hard nodig zijn. Zie tabel hieronder. Begroting

10 Prognose Boventalligheid Schoolniveau FTE De Wingerd 0 0,2 1 1,3 0 Hartenaas LA -1,5 0 0,7 0 0,4 Ogelijn Harlekijn -0,5-0,2-0,6-0,5 0,4 Elckerlyc 0,75 0,3 0-0,4 0 Bonckert/Ogelijn -2,5-0,9-1,1 0-0,8 Nienekes -0,8-1 -0,5 0 0 Startblok -2,5 0-0,4 0-0,7 Klimop ,3-0,4 0 Kameleon -0,6 0-0,5-0,4 0 Inzet Knelpuntenfonds regulier1% ,97 0,97 0,97 0,97 0,97 Natuurlijk verloop 1,5% 1,93 1,80 1,76 1,73 1,73 Prognose boventalligheid - boventallig + vacature -5,75 0,17 1,03 2,3 2 Opvang Boventalligheid Extra budget Incl opvang fusie Incl. ruimte voor innovatie 3,59 Maximaal Vaste invallerspool -2,16 Vacature 0,17 1,03 2,30 1,99 Toelichting: Gezien de omvang van de boventalligheid in dit jaar is een extra formatiebudget meegenomen in de personele lasten voor van maximaal Dit kan mede omdat de bekostiging op bestuursniveau voor dit schooljaar nog op basis van het leerlingenaantal van is, dat 56 kinderen hoger was. Daarmee maken we een verantwoorde zachte landing van deze sterke eenmalige krimp en behouden we personeel dat we daarna weer hard nodig hebben. Ook vangen we daarmee eventuele boventalligheid als gevolg van de fusie te Boxmeer op. De personele uitgaven in 2016 voor ruimte voor Innovatie van zijn reeds in de begrote personeelslasten meegenomen. Indien, na het werkelijke natuurlijk verloop, dat de afgelopen jaren groter was dan gepland en na het opvangen van knelpunten, in mei blijkt dat we het extra budget niet geheel nodig hebben, reserveren we het restant. Het kan zijn dat er dan bestuurlijk nog wel sprake is van enige boventalligheid. Dan wordt over gegaan op plaatsing van een enkele FTE extra in de vervangerspool. Bij de vervangerspool is veel behoefte aan extra vaste invallers. Op deze wijze bestaat daarom geen financieel risico t.a.v. krimp en omvang van de formatie. Begroting

11 Ruimte voor Innovatie In de RvT vergaderingen van 13 oktober en 17 november is het voorstel ruimte voor Innovatie besproken en goedgekeurd. Op de scholen Hartenaas en het Startblok is extra formatiebudget ingezet voor in totaal Onder aftrek van inkomsten en afschrijving van Jeelo-licenties zijnde resteert een financiële extra inzet van in In de begroting zijn deze uitgaven meegenomen in de personeelslasten. De inkomsten hiervoor zijn in de meerjarenbegroting opgenomen in 2018 en In 2016 kan na evaluatie hernieuwd een besluit genomen worden over eventuele continuering van de inzet voor innovatie. De inkomsten die in die jaren 2018 en daarna extra ontstaan als gevolg van de uitkering van de certificaten worden in die jaren toegevoegd aan de algemene reserve en kunnen dan naar de dan ontstane inzichten ingezet worden. Resultaat, kengetallen en streefwaarden Het resultaat over 2016 is begroot, na financiële baten op, negatief. Dit begroot negatieve saldo wordt onttrokken aan de algemene reserve. Dit negatief saldo wordt verklaard door - de inzet van de extra middelen voor formatie i.v.m. krimp per inzet voor ruimte voor innovatie - kosten van afboeking inventaris Ogelijn a.g.v. de fusie Daar tegenover staan extra inkomsten via fusiefaciliteiten van ca jaarlijks in de jaren Deze zijn als inkomsten in de meerjarenbegroting meegenomen. De begrote lasten van de fusieschool zijn in 2016 en 2017 relatief groter en nemen in de meerjarenbegroting in 6 jaren af tot het niveau van de reguliere bekostiging van de fusieschool. Tevens zijn de geschatte inkomsten van de uitkering van Jeelo-certificaten voor de inspanning van de scholen in 2016 meegenomen als inkomsten van in 2018 en Dit verklaart de hogere saldi over die jaren. Deze saldi worden in die jaren toegevoegd aan de algemene reserve. Op pagina zijn de kengetallen en streefwaarden opgenomen. Deze blijven allemaal ruim binnen de gestelde streefwaarden. Daarmede is de financiële continuïteit geborgd. De liquiditeit neemt af met , vooral als gevolg van extra grote opname uit de centrale onderhoudsvoorziening en geplande investeringen in De saldi voor de jaren na 2016 zijn positief mede a.g.v. extra inkomsten voor innovatie en afnemende lasten voor de fusieschool. Het is lastig voor de directeuren om toekomstige investeringen in te schatten. Uitgaven voor leermiddelen kunnen dalen als gevolg van digitalisering, maar kosten voor licenties bijvoorbeeld toenemen. We onderzoeken de mogelijkheden via ervaringsleren o.a. binnen de Jeelo-community. Alle inzet is gericht om slim te leren en te innoveren en daarmee ook in de toekomst kwalitatief zeer goed onderwijs te bieden. Passend bij deze tijd en met benutting van huidige en toekomstige mogelijkheden. Binnen de financiële mogelijkheden die geboden worden. Begroting

12 Baten Begroot LE Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen & 3.2 subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Begroot LE Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Resultaat baten en lasten Begroot LE Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Financiële baten en lasten Resultaat Begroting

13 Kasstroomoverzicht Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat baten en lasten Aanpassingen voor Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen Begroting

14 BALANS Balans Mutaties Mutaties Balans Balans Balans Balans Balans Materiele vaste activa Gebouw Inventaris en apparatuur Leermiddelen Financiele vaste activa Effecten Vorderingen Debiteuren Ministerie OCW Overige vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal activa Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Crediteuren Belasting en soc premies Pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal passiva Begroting

15 Specificaties verloop balansposten Voorzieningen Beginstand Dotatie Onttrekking Eindstand Liquide middelen Resultaat Investeringen Afschrijvingen Dotaties Opname voorzieningen Mutatie liquide middelen Eigen vermogen Beginstand Resultaat Eindstand Begroting

16 Invest Invest Invest Invest Invest Invest Materiele vaste activa Gebouw Investering Inventaris en apparatuur Investering Leermiddelen Investering Totaal investeringen Gebouw Afschrijving Inventaris en apparatuur Afschrijving Leermiddelen Afschrijving Totaal afschrijvingen Gebouw Mutatie Inventaris en apparatuur Mutatie Leermiddelen Mutatie Totaal mutatie Begroting

17 Kengetallen en streefwaardes Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Streef Invitare Liquiditeit (current ratio) Vlottende activa x 100% 269,5% 227,8% 245,9% 269,9% 301,0% 306,1% > 150% Vlottende passiva Solvabiliteit 1 Eigen vermogen x 100% 56,9% 61,4% 59,7% 60,2% 60,1% 61,6% > 50% Totaal vermogen Solvabiliteit 2 Eigen vermogen + voorzieningen x 100% 72,6% 79,2% 70,0% 71,6% 73,3% 73,2% > 50% Totaal vermogen Weerstandsvermogen Eigen vermogen x 100% 30,3% 26,9% 27,2% 29,4% 31,5% 32,6% > 25% Totale rijksbijdragen Rentabiliteit Bedrijfsresultaat (gewone bedr.) x 100% -1,0% -1,2% 0,1% 1,7% 1,7% 0,7% 0,0% Totale baten Voorzieningen / baten Voorzieningen x 100% 7,4% 3,1% 4,3% 5,2% 6,3% 5,7% Baten uit gewone bedrijfsvoering Kapitalisatiefactor Balanstotaal 46,9% 40,5% 42,2% 45,0% 48,2% 48,9% >40<50% Begroting

18 Overige kengetallen Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot (Rijks)bijdragen OCW / totale baten 87,9% 92,4% 92,6% 92,0% 92,0% 92,6% Overige overheidsbijdr. / totale baten 12,1% 7,6% 7,4% 8,0% 8,0% -92,6% Overige baten / totale baten 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Personele lasten / totale lasten 82,4% 82,8% 83,5% 83,5% 83,6% 83,8% Afschrijvingslasten / totale lasten 2,5% 2,8% 2,6% 2,6% 2,5% 2,2% Huisvestingslasten / totale lasten 7,9% 7,8% 7,6% 7,6% 7,7% 7,7% Overige lasten / totale lasten 7,2% 6,6% 6,3% 6,3% 6,3% 6,3% Personele lasten / totale lasten 82,4% 82,8% 83,5% 83,5% 83,6% 83,8% Materiële lasten / totale lasten 17,6% 17,2% 16,5% 16,5% 16,4% 16,2% Baten / lasten per leerling Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Totale lasten Totaal resultaat gewone bedrijfsvoering (zonder financiële baten/lasten) Personele lasten Materiële lasten Begroting