We zorgen er samen voor dat je meteen de beste keuze maakt.

Transcriptie

1 Voorwoord Van het eerste naar het tweede leerjaar... Straks beëindig je het eerste leerjaar A. Dit leerjaar wordt ook het eerste gemeenschappelijk leerjaar genoemd, omdat je na dit leerjaar nog ongeveer alle kanten op kunt. Alleen kiezen voor één of meer klassieke talen wordt straks moeilijk als je niet het vak Klassieke Studiën volgde. Ook het tweede leerjaar is nog een gemeenschappelijk leerjaar. Dit betekent dat het basispakket voor iedereen hetzelfde is. Wel moet je hier kiezen voor een basisoptie, die reeds begint min of meer een eigen kleur te geven aan je studies. Het kiezen van een basisoptie is nog niet helemaal bepalend voor je verdere studieloopbaan. Het echte kiezen gebeurt pas in de tweede en nog meer in de derde graad van het secundair onderwijs. Toch is de keuze van de basisoptie vrij belangrijk. Opdat je goed zou kunnen kiezen, vertellen we je in dit boekje waartussen je kunt kiezen en geven we bij elk van de te kiezen opties de aanwijzingen voor die keuze en de gevolgen voor je verdere studieloopbaan. Eerst krijg je een overzicht van het volledige secundair onderwijs en van het studieaanbod op het Mater Dei-Instituut. Bij het maken van deze en je verdere keuzes sta je gelukkig niet alleen. Je ouders, je leraars, de directie en de CLB-medewerkers zullen je hierbij graag helpen. Jij en je ouders zullen in dit boekje reeds heel wat informatie vinden. Indien je graag het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) raadpleegt, kan dat op school tijdens de permanentie. Je kunt ook telefonisch een afspraak maken met het CLB Brussel op het nummer We zorgen er samen voor dat je meteen de beste keuze maakt. De directie De leraars en opvoeders De CLB-medewerkers 1

2 1 De studiekeuzebegeleiding verloopt in verscheidene stappen... 1 Tijdens een informatieles wordt deze infobrochure in de klas toegelicht. Daar stellen we je de studierichtingen die we aanbieden voor en bespreken die met jou. We wijzen je ook op de punten waarmee je moet rekening houden om een goede keuze te maken. 2 Aan de hand van een korte persoonlijke vragenlijst en een vragenlijst voor de ouders formuleer je, na overleg thuis, een voorlopige keuze. 3 De klassenraad, samengesteld uit je leraars, de directeur en een CLB-medewerker, bespreekt in april deze voorlopige keuze. Het resultaat van deze bespreking wordt je daarna schriftelijk meegedeeld in een voorlopig advies. 4 Indien je nog steeds twijfelt of meer uitleg wenst, kun je terecht met vragen bij je leraars, de directie of het CLB. Bovendien is er nog een individuele ouderavond in mei. Daar kunnen je ouders samen met jou het voorlopig advies bespreken. 5 Tijdens de deliberatie (eind juni) bekijkt de voltallige klassenraad je voorlopige keuze opnieuw en stuurt die eventueel bij in een definitief advies. Dit wordt je samen met je rapport meegedeeld. 6 Op het einde van het schooljaar vul je samen met je ouders een definitief keuzeformulier in: je geeft het ten laatste op 1 juli af! Dit is zeer belangrijk, omdat het dient als bewijs van inschrijving voor het volgend schooljaar! 2

3 2 Opbouw van het secundair onderwijs Om voor het tweede leerjaar goed te kiezen is het belangrijk dat je een overzicht hebt van het geheel van de mogelijkheden van het secundair onderwijs. Op pagina 5 vind je dit in een schematisch overzicht. Het secundair onderwijs is ingedeeld in drie (uitzonderlijk 4) graden van telkens twee (uitzonderlijk 3) leerjaren. Vanaf de tweede graad komt er een opsplitsing in 4 onderwijsvormen elk met hun eigen invalshoek. Deze onderwijsvormen zijn (in alfabetische orde): ASO: Algemeen secundair onderwijs BSO: Beroepssecundair onderwijs KSO: Kunstsecundair onderwijs TSO: Technisch secundair onderwijs Elk van deze onderwijsvormen omvat een aantal studierichtingen met een eigen pakket aan lessen. Voorlopig gaan we daar nog niet in detail op in. Wel vertellen we je in het kort de eigen invulling en bedoeling van de vier onderwijsvormen waartussen je later moet kiezen. 2.1 Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) In deze onderwijsvorm krijg je een brede "algemene" vorming. Je leert allerlei dingen die op zichzelf nuttig en interessant zijn, als talen, wetenschappen en wiskunde, maar die niet onmiddellijk voorbereiden op een bepaald beroep. Je leert dit allemaal door er over te lezen en te studeren, door theoretisch bezig te zijn dus. Handenarbeid of praktijk komt in deze onderwijsvorm niet voor. Het doel van het ASO is niet je voor te bereiden op een bepaald beroep, maar je een goede basis te verschaffen om een brede waaier van hogere studies succesvol aan te kunnen. Verder studeren na achttien jaar is hier de aangewezen weg. 2.2 Technisch Secundair Onderwijs (TSO) Bij het horen van het woord "techniek" denken we spontaan aan elektriciteit, metaalbewerking, houtbewerking of kleding. Er bestaan echter nog vele andere "technische" studierichtingen zoals: land- en tuinbouw, handel, hotel, administratie, informatica... Elk van deze studierichtingen leidt naar een bepaalde groep van beroepen. Je leert er dus een aantal praktische beroepsactiviteiten. Maar je probeert vooral het hoe en waarom van wat je doet te achterhalen. Daarnaast bestudeer je ook theoretische vakken om een voldoende algemene vorming te verwerven. Na deze onderwijsvorm kun je meestal twee richtingen uit: ofwel ga je het beroep waarvoor je geleerd hebt, uitoefenen, ofwel ga je verder studeren in het beroepsgericht hoger onderwijs (professionele bachelor) of in een zevende specialisatiejaar. 3

4 2.3 Kunstsecundair Onderwijs (KSO) In het KSO leer je actief kunst beoefenen. Oefeningen in het tekenen, schilderen, musiceren, fotograferen, filmen, boetseren, enz. worden tijdens de lessen gegeven. Daarnaast leer je ook kunst begrijpen. Je bestudeert de geschiedenis en de technieken van de kunst. Ook in deze richtingen wordt nog ruim aandacht besteed aan algemene vorming zodat je op 18 jaar een aantal studierichtingen in het hoger onderwijs, ook buiten de artistieke sector, kan aanvatten indien je dat zou wensen. Onnodig te zeggen dat in deze onderwijsvorm een specifieke creatieve aanleg onmisbaar is. 2.4 Beroepssecundair Onderwijs (BSO) Het woord zegt het zelf: hier leer je een "beroep". Het is vooral een praktische onderwijsvorm. Je doet zelf, probeert zelf en zo krijg je ervaring in een bepaald beroep. Je moet natuurlijk ook een beetje weten waarom je het zo doet. Je zal dus ook wat theorie moeten leren, maar deze theorie is in het BSO toch minder belangrijk. Op het Mater Dei-Instituut vind je enkel de onderwijsvormen ASO en TSO. We tonen je in een tweede schema welke studierichtingen onze school hierbinnen aanbiedt. 4

5 5

6 6

7 4 Naar het tweede leerjaar van de eerste graad Na het eerste leerjaar A kun je twee wegen uit: ofwel het tweede leerjaar ofwel het beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL). Deze keuze is belangrijk omdat ze grote gevolgen heeft voor je verdere studies. In het tweede leerjaar krijg je vooral theorie en word je dus voorbereid om in de tweede en derde graad verder te studeren in een studierichting van het ASO, het TSO of het KSO naargelang de gekozen basisoptie in het tweede leerjaar. Je kunt in het tweede leerjaar immers kiezen tussen meer theoretisch gerichte opties en meer technologisch-praktisch gerichte opties. In het Mater Dei-Instituut worden vooral theoretisch gerichte opties aangeboden. Het beroepsvoorbereidend jaar is, de naam zegt het zelf, enkel een voorbereiding op een studierichting binnen het BSO. Op de volgende bladzijden stellen we het tweede leerjaar voor en bespreken we uitvoerig de vier basisopties die onze school aanbiedt. 7

8 5 Samenstelling van het lessenrooster van het tweede leerjaar Je lessenrooster bestaat uit drie delen: 1 de basisvorming: 24 lestijden 2 een basisoptie: 5 of 7 lestijden 3 aan te vullen tot 32 of 33 uur met een keuzegedeelte: 2 of 3 lestijden. 1 De basisvorming De basisvorming bestaat uit vakken die iedereen volgt. godsdienst aardrijkskunde geschiedenis lichamelijke opvoeding muzikale opvoeding Nederlands technologische opvoeding biologie Engels Frans wiskunde 2u 1u 2u 2u 1u 4u 2u 1u 2u 3u 4u 24u Naast deze gemeenschappelijke vorming zal je een aantal vakken zelf mogen kiezen. Op deze manier kun je een studiepakket samenstellen dat het best aansluit bij je belangstelling en je aanleg. 2 De basisoptie 5 of 7 lestijden In het Mater Dei-Instituut kun je kiezen tussen 4 mogelijke basisopties Grieks Latijn** 7 uur Grieks 4u Latijn 3u Handel 5 uur dactylografie handel 2u 3u Latijn 5 uur Moderne Wetenschappen 5 uur Latijn 5u SEI 2u wetensch. werk 3u 3 Het keuzegedeelte of complementair gedeelte: 2 of 3 lestijden Grieks Latijn** 2 uur + 1u Frans of Nederlands-T*** + 1u soc. activiteit Handel 3 uur + 1u Frans + 1u wiskunde + 1u soc. activiteit Latijn 3 uur + 1u Frans of Nederlands-T*** + 1u wiskunde + 1u soc. activiteit Moderne Wetenschappen 3 uur + 1u Frans of Nederlands-T*** + 1u wiskunde + 1u soc. activiteit Zoals in de Leefregel (studiereglement) vermeld, worden, met uitzondering van sociale activiteit, alle overige complementaire uren op het Mater Dei-Instituut als volwaardige uren beschouwd waarover je geëvalueerd wordt. ** De richting Grieks-Latijn komt zo op een totaal van 33 uur per week. *** Nederlands-T omvat vooral taalverrijking met het doel eventuele taalachterstand op te vangen. 8

9 Hieronder vind je een kort overzicht van andere mogelijke basisopties in het katholiek onderwijs die niet in onze school worden aangeboden. Voor meer informatie en documentatie hierover kunnen jij en je ouders steeds terecht bij het CLB. Meer theoretisch gerichte opties (5u): Artistieke vorming Ballet Industriële wetenschappen Techniek - wetenschappen Meer praktisch gerichte opties (7u of 5u): Agro- en biotechnieken Grafische technieken Hotel - voeding Bouw- en houttechnieken Mechanica - elektriciteit Sociale en technische vorming Textiel Ook voor meer info over het Beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL) ga je best te rade bij een CLB-medewerker. Op de volgende bladzijden wordt elk van deze basisopties samen met het keuzegedeelte verder toegelicht. Je zal telkens een antwoord vinden op de volgende vragen: 1. Wat beoogt deze basisoptie? 2. Uit welk vak of vakken bestaat ze? Wat is de inhoud van deze vakken? 3. Wat wordt er van mij verwacht wanneer ik een bepaalde optie kies? 4. Welke studierichtingen uit de tweede graad sluiten aan bij mijn gekozen basisoptie? We beschrijven achtereenvolgens de volgende opties: Grieks Latijn Handel Latijn Moderne wetenschappen Gezien het aanvullend keuzegedeelte voor alle basisopties vrij gelijklopend is, lichten we hier eerst kort de bedoeling van deze vakken toe: Dankzij het extra uur Frans kan klassikaal de leerstof grondiger behandeld worden. Het eventuele uur Nederlands-T dient om taalachterstand goed te maken. Tijdens het bijkomend uur voor wiskunde (niet voor de basisoptie Grieks - Latijn) wordt geen extra leerstof gegeven. Dit lesuur geeft de kans om de geziene leerstof grondig uit te diepen of meer in te oefenen. Tijdens het uur sociale activiteit wordt in het verlengde van de lessen uit het eerste jaar verder gewerkt met leefsleutels, een training in sociale vaardigheden. Ook dit jaar wordt er nog veel aandacht besteed aan het leren leren. 9

10 3 Basisopties in het tweede leerjaar van de eerste graad 3.1 Grieks - Latijn Bedoeling De optie Grieks - Latijn brengt je in contact zowel met de waardevolle taal en beschaving van de Griekse oudheid als met de letterkunde en de beschaving van de Romeinen. Beide culturen hebben een belangrijke bijdrage geleverd voor de ontwikkeling van onze westerse leefwereld. Als je je verdiept in de Grieks-Romeinse oudheid, dan ben je bezig met de wortels van onze moderne beschaving. De kennis van het Grieks en het Latijn zal je helpen om vreemde woorden in je eigen taal te begrijpen en om andere talen vlotter aan te leren. Het verwerken van de grammatica is een goede oefening in het denken en leidt stapsgewijs naar het begrijpen van teksten. Het instuderen van een uitgebreid vocabularium is bovendien een uitstekende training voor je geheugen en zal je Nederlandse woordenschat gevoelig uitbreiden. Grieks, gecombineerd met Latijn, is een optie die je toelaat in de 2e graad de beide klassieke talen (niet in onze school) of slechts één van beide in je studiepakket op te nemen Leervakken Grieks 4 uur In de cursus Grieks maak je kennis met de Griekse taal. Je verwerft een eerste basiswoordenschat en je leert een aantal verbuigings- en vervoegingsvormen. Zo krijg je inzicht in de woorden zinsbouw van het Grieks zodat je eenvoudige teksten kan lezen die je binnenleiden in de Griekse beschaving. Latijn 3 uur Dit lessenpakket van 3 uur volgt in grote lijnen de inhoud van de 5-uren cursus Latijn op vlak van grammatica, vocabularium en teksten. In de cursus Latijn van 5 lestijden zal men uiteraard meer leerstof kunnen behandelen. Een aanzienlijk deel van de gemiste Latijnse leerstof wordt natuurlijk via het Grieks gecompenseerd Aanwijzingen voor je studiekeuze Deze basisoptie kun je kiezen als je - interesse hebt voor de oude volkeren: hun taal, hun geschiedenis, hun cultuur; - over voldoende taalvaardigheid beschikt en belangstelling hebt voor de studie van verbuigende talen; - bovendien ernstig gemotiveerd bent voor de studie van Grieks en Latijn; - over een snel verwerkingstempo beschikt: je zal immers voor enkele vakken dezelfde leerstof in een kleiner aantal uren moeten verwerken. 10

11 3.1.4 Uitwegen Na Grieks - Latijn blijven alle ASO-studierichtingen uit de 2de graad mogelijk. De volgende 3 sluiten er rechtstreeks op aan: (Grieks Latijn: niet op onze school) Grieks Latijn 3.2 Handel Bedoeling In deze optie wordt naast een algemene, culturele en maatschappelijke vorming (algemene vakken) bijzondere aandacht besteed aan de talen (Nederlands, Frans, Engels), zowel mondeling als schriftelijk. Bovendien wordt reeds een basisvorming gegeven in een paar vakken die je voorbereiden op een veelzijdige toekomst Leervakken Dactylografie 2 uur De studie van de dactylografie gebeurt volledig via de computer; daarom wordt er gestart met een kennismaking met de apparatuur (hardware) inclusief aandacht voor een goede lichaamshouding. Vervolgens wordt het besturingssysteem van Windows belicht en de werking van de toepassingsprogramma s. Daarna worden, met behulp van een didactisch softwarepakket, de dactylografische vaardigheden bijgebracht.je leert het klavier of letter- en cijfertoetsenbord efficiënt beheersen waardoor je op het einde van het 2 de leerjaar met gebruik van alle vingers vlot teksten kan tikken (in de volgende jaren leer je die dan ook mooi schikken en eventueel illustreren, tabellen maken enz.) Dan volgt een kennismaking met het internet en nog enkele andere eenvoudige computertoepassingen (in combinatie met het vak Handel) b.v. met het programma Excel het procent winst berekenen, eenvoudige grafieken maken, een bestelbon invullen, verkoopfacturen maken, bedragen wijzigen in een prijslijst, Verder nog betalingen verrichten via elektronisch bankieren, treindienstregelingen raadplegen via Aridisk en de prijs van het biljet met de mogelijke voorkeurtarieven opzoeken. 11

12 Handel 3 uur Hierin maak je kennis met de economische wereld o.a. hoe de handel het mogelijk maakt dat de goederen en diensten die wij nodig hebben bij ons geraken; hoe de verschillende soorten bedrijven draaien; hoe de prijzen gevormd worden en een verkoop tot stand komt, met de bijbehorende documenten; hoe betalingen uitgevoerd kunnen worden met natuurlijk de nodige aandacht voor de nieuwste betalingssystemen zoals betaalkaarten, kredietkaarten, elektronisch bankieren Daarna volgt nog een kennismaking met de activiteiten van een kantoor en de daar gebruikte apparatuur en als slot een verkenning in de wereld van het toerisme Aanwijzingen voor je studiekeuze Als je graag praktische dingen leert en goede uitslagen behaalt voor de algemene vakken, vooral voor Nederlands, Frans en wiskunde, kun je zeker naar handel. Als je belangstelling hebt voor de mens in onze moderne maatschappij en graag weet hoe deze werkt, graag praktisch zou communiceren met anderen in vreemde talen en interesse hebt voor de handelswereld dan zal de basisoptie handel je zonder twijfel aanspreken. Deze optie kan de aanloop zijn naar verdere studies in tal van richtingen Uitwegen In principe blijven de meeste studierichtingen van de 2e graad voor je open, met uitzondering van klassieke talen. De overgang naar een ASO-richting is echter niet zonder risico's. De basisoptie handel bereidt rechtstreeks voor op: handel handel - talen 3.3 Latijn Bedoeling De optie Latijn wil je via de studie van de taal binnenleiden in de wereld van de Romeinse letterkunde en beschaving. Onze hedendaagse samenleving is immers sterk beïnvloed door de Romeinse cultuur. De kennis van de Latijnse taal zal je ook helpen om andere talen zoals het Frans, het Italiaans, het Spaans enz... te leren en om moeilijke woorden in andere vakken te begrijpen. Het instuderen van een vocabularium is bovendien een uitstekende training voor het geheugen en zal je Nederlandse woordenschat gevoelig uitbreiden. Door het maken van vertalingen krijg je een goede oefening in het denken en redeneren. De optie Latijn is een vervolg op de 4-uren cursus klassieke studiën van het eerste leerjaar Leervakken Latijn 5 uur In het tweede leerjaar begin je met een herhaling en een uitdieping van de leerstof van het eerste leerjaar: vocabularium, verbuigingen, vervoegingen. Daarna krijg je een dieper inzicht in de Latijnse grammatica en lees je eenvoudige, maar boeiende teksten. 12

13 3.3.3 Aanwijzingen voor je studiekeuze Deze basisoptie kun je aanvatten als je - interesse hebt voor de oude volkeren: hun taal, hun geschiedenis, hun cultuur; - over voldoende taalvaardigheid beschikt en belangstelling hebt voor de studie van talen die gebruik maken van naamvallen; - gemotiveerd bent om elke dag vocabularium te studeren en je leerstof bij te houden; - in het eerste leerjaar goede resultaten behaalt voor klassieke studiën en graag bezig bent met het vertalen van Latijnse zinnen Uitwegen Alle ASO-studierichtingen van de 2e graad zijn in principe mogelijk (behalve richtingen met Grieks). De basisoptie Latijn bereidt rechtstreeks voor op de studierichting Latijn. 3.4 Moderne wetenschappen Bedoeling De optie moderne wetenschappen wil je meenemen op een verkenningstocht doorheen het ingewikkelde netwerk van onze hedendaagse samenleving, die ondermeer steunt op twee belangrijke wetenschappen: de economie en de natuurkunde. Het is de bedoeling van deze optie dat je enerzijds enig inzicht verwerft in natuurkunde en laboratoriumwerk en anderzijds kennis maakt met enkele eenvoudige economische begrippen Leervakken Socio-economische initiatie (SEI) 2 uur In dit vak ga je onderzoeken wat er rondom je gebeurt op maatschappelijk en economisch vlak. De nieuwe begrippen kunnen je helpen om de nieuwsberichten op TV, radio of in de krant beter te begrijpen. Enkele voorbeelden om je duidelijk te maken wat in die lessen zoal ter sprake kan komen: Waar haalt het gezin zijn inkomen vandaan? Wat doet een gezin met zijn inkomen? Hoe kan men betalen langs financiële instellingen? Wat is de balans van een bedrijf? Hoe bepaalt men de prijs van een product? Wie is de overheid? Wat doet de overheid? Wat is import? en export? 13

14 Wetenschappelijk werk (WW) 3 uur Hier leer je door het uitvoeren van natuurkundige proeven een eenvoudige, maar juiste wetenschappelijke werkwijze aan. Vooral het onderwerp elektriciteit zal aan bod komen. Tevens zal je aan de hand van proeven leren verklaren wanneer voorwerpen in evenwicht zijn, hoe hefbomen en balansen werken, waarom voorwerpen zinken, zweven of drijven, Deze experimenten mag je misschien zelf eens onder begeleiding van de leerkracht uitvoeren. Op deze wijze ben je in staat een probleem te analyseren. Ook zal je hierdoor met meer aandacht en kritische zin leren waarnemen. Je zal een bekomen resultaat nauwgezet bekijken en niet zomaar een besluit formuleren. Je zin voor nauwkeurigheid zal hierbij zeker ontwikkeld worden. Op deze wijze ontdek je duidelijker wat het werkterrein en de werkmethode zijn van de natuurwetenschappen Aanwijzingen voor je studiekeuze Deze basisoptie kun je aanvatten als je - belangstelling hebt voor de actualiteit, vooral voor het economisch en sociaal leven; - een flinke brok theorie wilt afwisselen met wetenschappelijk werk; - voldoende aanleg hebt voor de algemene vakken zoals Nederlands, Frans en wiskunde Uitwegen De volgende ASO-richtingen sluiten rechtstreeks aan bij de basisoptie moderne wetenschappen: economie humane wetenschappen wetenschappen 14